Welschen / naamkundig

Uit Genealogie Limburg Wiki
(Doorverwezen vanaf Welschen (algemeen))

NAAM, HERKOMST EN VERSPREIDING

 
Reinier Rosarius Welschen (1877-1941).
Uit: Katholieke Illustratie, 21 febr. 1923.
Prof. Welschen was een kleinzoon van Reinier Welschen uit Millen.

De Nederlandse familie Welschen is oorspronkelijk afkomstig uit Millen (D), een bij Sittard gelegen kerkdorpje in het vroegere Land van Gulik, thans deel van de gemeente Selfkant (Noordrijnland-Westfalen). Vanaf de 17de tot in de 19de eeuw heeft zij hoofdzakelijk daar, en ook wel in het naburige Höngen (eveneens gemeente Selfkant), gewoond.

Reinier Welschen [geboren te Millen (toen in het Franse Departement van de Roer, kanton Sittard[1], thans in de Duitse gemeente Selfkant) 11-5-1801 -- overleden te Rotterdam 10-10-1871] vestigde zich in of rond 1830 te Rotterdam en huwde daar op 13-1-1836 Maria Eva Welschen-Coenen [Elen (B) 27-5-1810 - Rotterdam 26-6-1891], afkomstig uit het Maasdorp Elen onder Maaseik (Belgisch Limburg). Van hen zijn alle latere Nederlandse Welschens nakomelingen.[2]

--> Voor de afstamming en het nageslacht van Reinier Welschen, zie het hoofdartikel Welschen / Genealogie. Hierin worden genealogische gegevens verzameld over de onderscheiden takken van de Nederlandse familie.

Naam en herkomst

We vinden welsch als nevenvorm van walsch, waelsch, wals in het Middelnederlands als adjectief in de betekenis van "Frans". Als substantief kon het staan voor 1) "de Franse taal", 2) "Frankrijk, onverstaanbare taal", 3) "Fransman".[3] Iets of iemand uit een Franstalig gebied kon dus welsch, c.q. (een) Welsche genoemd worden. (Van de hier gegeven substantivische betekenissen mag men aannemen dat die duidelijk secundair waren, namelijk bij gesubstantiveerd adjectivisch gebruik.)
In het Duits bestaat de aanduiding welsch nog wel, maar is zij archaisch, voor: 'Romaans' (vooral "Frans" en "Italiaans"). Het kon ook een licht pejoratieve bijklank hebben: 'vreemd, anders'. In het huidige Zwitserse Duits wordt het nog algemeen gebruikt, maar dan als specifiek aanduiding voor 'Frans-Zwitsers', zie bijvoorbeeld [7].
In vroeger eeuwen was welsch ook elders en vooral in de Duitse grensgebieden een heel gangbare term. Dat gold zeker ook voor het Limburgs nog in de 17de eeuw, waar dit naamwoord het neutrale equivalent was van het Nederlandse 'Waals', of ook wel meer in het algemeen van 'Frans, franstalig', met of zonder enige pejoratieve bijklank. In een Asseltse acte uit 1657 komen we zo de term welsch tegen in de verbinding in welsch spreken: [4]

Verbogen woordvorm

De familienaam Welschen is een Duitse of (Zuid-)Limburgse herkomstnaam, met de "genitief-vorm van het woord 'welsch', umlaut-vorm van 'waals', dat dus 'zoon van een Waal' betekent" [R. de la Haye, 'Franstalige familienamen in Zuid-Limburg', in: Limburgs Tijdschrift voor Genealogie 20 (1992), nr. 3, p. 71]. De naam is zo als afkorting af te leiden van bijvoorbeeld (de)s welschen (Sohn) of des welschen ... [beroepsnaam], waarbij welsch- verwijst naar een Romaanse (Waalse, Franse of Italiaanse) herkomst. De genitief-vorm geeft deze herkomstnaam tevens het karakter van een patroniem. Opvallend is dus, dat hier niet een nominale vorm van het adjectief gebruikt wordt [(der) Welsche, of (ein) Welscher], maar de verbogen vorm Welschen. Daarmee wordt aansluiting gezocht met de in Limburg zeer talrijke patroniemen die eindigen op -en. Een pure herkomstnaam zou de nominale vorm van het adjectief gebruiken.

Informele herkomstnaam

Het volgende voorbeeld laat (als het goed is) zien hoe in Duitse gebieden Welsch(e) informeel (in het spraakgebruik) gehanteerd werd naast, of als bijnaam wel toegevoegd werd aan, een niet bekende familienaam. Het komt uit een 'Ahnentafel of Wilhelm Karl BENDER'. (Born on 22 Dec 1874 in Cramberg, Germany) [8]. Cramberg en Obernhof zijn beide plaatsen in het district Rhein-Lahn in Rijnland Palts, in de omgeving van Nassau-Diez resp. Nassau (an der Lahn). In deze stamboom worden vermeld:

  • Nicolaus PHILIPPAR. Nicolaus died on 26 Oct 1685 in Obernhof. Buried on 27 Oct 1685 in Obernhof. Occupation: ("the alte Welsch").
Nicolaus married [N.N.], [N.N.] died on 12 Feb 1688 in Weinarden? Buried on 13 Feb 1688 in Obernhof. Occupation: "the alte Welsche".

Dat hier alte Welsch(e) beide malen als 'occupation' wordt aangemerkt moet wel op een misverstand berusten. Het zal toch ook wel geen locatie zijn geweest.

Het omgekeerde was wel mogelijk. Hoe een locatie naar haar 'Welsche' eigenaar genoemd ging worden zien we in het geval van de Welsche Mühle bij Aken, deelgemeente Haaren:

  • Die Geschichte der "Welschen Mühle"
Die Welsche Mühle, erstmalig im 15. Jahrhundert erwähnt, ist mit ihrer Ostfassade zur Haarbachtalstrasse gelegen. Die Mühle wurde in früherer Zeit allgemein als „die Mühle von Oberhaaren“ bezeichnet. Der Name „Welsche Mühle“ erscheint erstmals im Jahre 1780. Offensichtlich wurde die Mühle nach dem damaligen Eigentümer, dem kaiserlichen Kapitän und Aachener Bürgerhauptmann N.C. Charlier benannt. Wahrscheinlich stammte dieser aus dem französischen Sprachraum, weshalb man ihn wohl „der Welsch“ nannte und diesen Namen auf die Mühle übertrug.

Bron: [9]

Hoe uit zo'n informele bijnaam vrij gemakkelijk een familienaam Welsche(n) kon (of had kunnen) ontstaan leert ons een mooi gedocumenteerd voorbeeld uit de 16de en 17de eeuw, afkomstig uit de Kannenbäckerstadt Höhr (Westerwald-district, deelstaat Rijnland-Palts), een nijver oord waar men goede vaklieden van elders zeker wel kon gebruiken:

  • De zoon van Jacques Rémy[5](+1568), Jakob (1568-1628), pottenbakker aldaar, wordt der Welsch genoemd. Diens zoon Peter (1599-1663), Eulner (een andere naam voor Töpfer, Kannenbäcker)[6], wordt der Welsche of der Schwarze genoemd. De bijnaam 'der Welsche' vervalt in de volgende generatie, maar 'der Schwarze' loopt nog even door. De familienaam Remy wint tenslotte het pleit.
    Bron: Ilse Mueller e.a. 2009: Die Familie Remy. Kannenbäcker und Unternehmer. Eine genealogische Bestandsaufnahme, Norderstedt.

Maar het had ook anders kunnen lopen.

Ook in het Limburgse werd deze bijnaam door de eeuwen heen gemakkelijk gegeven. De stap naar famlienaam is dan in principe maar klein. Daartoe vinden we een aanwijzing in de volgende acte uit het najaar 1612 (z.d.):

  • BEESEL - Godefridus Quiten is in een proces verwikkeld tegen Johanna Sloesen over de nalatenschap van wijlen vruchtgebruikster Elisabeth (Lijss), in tweede huwelijk getrouwd met Michel uit Wallonië (Welschen Michel). [RAL Maastricht, SA Beesel en Belfeld, inv.nr. 25], te vinden op: [10], KRONIEK VOOR BELFELD, BEESEL EN SWALMEN - 1610-1619, door Loe Giesen.
  • Een vergelijkbaar geval:
    Doopregister Tegelen D1696-012; [12-06-1696] blz. 7/7
12 junij baptizata est Helena filia Godefridi et Hilleken filia Welschen Peters patrini Faes Ceursten et Catharina Baeten.
(Op 12 juni is gedoopt Helena, dochter van Godfried [zonder familienaam, AJW] en Hilleken dochter van Welschen Peter, getuigen Faes Ceursten en Catharina Baeten.)
Bron:[11].
  • In het volgende voorbeeld staan familienaam en bijnaam weer naast elkaar. Het betreft een vonnis uit 1744 met betrekking tot Johannes van de Esschen, ook genaamt den Welschen Johannes, te vinden op: [12], Afstammelingen van Bokkenrijders: Documenten Bokkenrijders - Processtukken, verzameld door John van Eekelen.

Informele combinatie [herkomst- + beroepsnaam]

Een vindplaats met de informele combinatie [herkomst- + beroepsnaam] uit de 16de eeuw treffen we aan in de muntmeestersrekening van Nyclaes Nybers <muntmeester van Karel van Egmond, Hertog van Gelre en Gulik en Graaf van Zutfen>, over zijn uitgaven van 11 augustus 1521 tot 13 juli 1524:

  • Item Petrus den Welschen schrijver betaelt van den sleschat van golt hy my gelevert heeft .......... x gold. ryders .... .
    • uit: P. O. van der Chijs, De munten der voormalige graven en hertogen van Gelderland: van de vroegste tijden tot aan de Pacificatie van Gend; uitgegeven door Teyler's Tweede Genootschap <Verhandelingen, 26ste stuk, 2de deel> [= Antwoord op de prijsvraag uitgeschreven door Teyler's Tweede Genootschap], Haarlem: Erven F. Bohn, 1852, p.143.
  • Vergelijk ook een vermelding van Welsche ruiters in een brief van Derrick van Baer aan de Graaf van den Bergh in 1585:[7]

Buitenlandse voorkomens

Een vermelding uit Saarland

De naam komt ook in andere landen voor, onder meer in Belgie (met name in Belgisch Luxemburg), in Frankrijk (Lotharingen), Duitsland en Zwitserland (Wallis).
Een grensgebied waar het Frans en het Duits op elkaar stoten, is bijvoorbeeld het Saarland. Daarom is de volgende vermelding weer zeer illustratief. Ze betreft Pierre Jollage, der welsche Oligmüller († < 1691), aus Courcelles-Chaussy gebürtig :

Pierre Jolaize war 1647 im Zwölferausschuss (Douzenier) der Pfarrgemeinde St.Etienne zu Metz. Müller zu Ludweiler 1663 und zu Naßweiler 1669.
Pierre Jollage, der welsche Oligmüller aus Courcelles-Chaussy gebürtig, zuerst zu Ottweiler wohnend, war der erste Wiederbesiedler des seit 1635 wüst liegenden Dorfes Naßweiler. Er bittet 1669 den Grafen Gustav Adolf und trägt vor, "dass er Willens wäre in das ganz zu Grund verbrannte Naßweiler zu bauen und daselbst zu wohnen". Er erhält am 1. April 1669 die Genehmigung und 1/12 des Bannes.
Gerichtsschöffe zu Ludweiler und Vorleser in der Kirche in der Zeit der Wiederbesiedlung zum gegenseitigen Vermächtnis der Eheleute, verfaßt am 15.März 1683, siehe "Zur Geschichte des Warndts" Nr.46, März 1982.
[Bron: Saarländische Familienkunde, Band 1, Jahrgang I - IV, Seite 403, via [13]]

In zo'n geval kon de naamvorming in principe twee kanten uit gaan. Ofwel de familie ging Welsch ((e)n) heten, of het werd uiteindelijk toch gewoon 'Oligmüller', een niet geheel onbekende Duitse naam [8], een beroepsnaam die naar de (vroeger evenzeer veel voorkomende) oliemolen verwijst, waar uit lijn- of raapzaad olie werd geperst.

Zwitserse Welschens uit de zestiende en zeventiende eeuw

In het Duitstalig gebied zijn er vroege referenties van twee Walliser Zwitsers met de naam Hieronymus Welschen. Er is een vermelding uit 1560 in: Alain Dubois, Die Salzversorgung des Wallis, 1500-1610. Wirtschaft und Politik [Dissertatie Zürich], Winterthur: Verlag P.G Keller 1965, pp. 91 en 109. Hieronymus Welschen was een humanistisch gevormd politicus, zie ook: Ulrich Moser, Schultheiss Hans Steiger: Bern und die Waadt in der Mitte des 16. Jahrhunderts, Berner Burgerbibliothek, 1977, pp. 24, 55, 65, en 152.

Een tweede Hieronymus Welschen uit Brig wordt vermeld in 1635. Hij was landvoogd en voorloper van de machtige Walliser handelsheer Stockalper in de mijn van (Saas-) Grund. Zie: Louis Carlen en Gabriel Imboden (red.): Kaspar Jodok von Stockalper und das Wallis: Beiträge zur Geschichte des 17. Jahrhunderts, Brig: Rotten-Verlag, 1991, pp. 22, 195 en 381. Over Stockalper, zie [14].

De vraag in hoeverre de buitenlandse Welschens te relateren zijn aan de Limburgse, is opgeworpen door N. Swelsen: 'Geografische herkomst van de 'Welschen'-familie', in Limburgs Tijdschrift voor Genealogie 21 (1993), 13. Deze auteur voert zulke zeer respectabele, oude Zwitserse referenties als hierboven vermeld, aan als aanwijzingen voor een mogelijke gemeenschappelijke stam. Voor de verbreiding van Zwitserse Welschens naar onze gewesten denkt hij daarbij aan de roemruchte veldheer Pappenheim, die in augustus 1632 vergeefs trachtte het Staatse beleg van Maastricht te breken en bij zijn aftocht de omgeving plunderde (zie: [15]). Het door Swelsen veronderstelde verband is echter puur speculatief, al zijn de aangedragen gegevens wel interessant voor de vraag naar de ouderdom en de geografische verspreiding van deze familienaam. Historische, niet-Nederlandse gegevens hoeven op zichzelf nog geen enkele genealogische gelding hoeven te hebben met betrekking tot Limburgse of Nederlandse naamdragers, ook niet als het om een tamelijk zeldzame, niet-Nederlandse naam gaat.

Welschens in Argentinie

Buiten Europa vinden we de familienaam Welschen in beperkte mate terug in de Verenigde Staten, maar op wat grotere schaal in Argentinie. De Argentijnse naamdragers zijn nakomelingen van emigranten uit Wallis. Zo is Gustavo Luis Welschen de huidige burgemeester van de gemeente San Vicente in de provincie Santa Fe. Over de geschiedenis van de Walliser kolonie San Geronimo in Santa Fe: Gabriel Oggier en Emilio B. Jullier: "Historia de San Jerónimo Norte".

Limburgse en Hollandse varianten

--- Van den Welssen en Van der Waals

Als de naam Welschen in onze streken niet uit het Duitse taalgebied is geimporteerd, rijst de vraag naar het ontstaan van deze naam te onzent opnieuw. Interessant is in dit verband een vindplaats op [16], aangetroffen bij data inzake de genealogie Velraets (recent door Remko Mikkenie verzameld). Het betreft een huwelijk te Voerendaal op 20-5-1687, waarbij als een der getuigen optreedt Alexander VAN DEN WELSSEN. In eerste instantie zou men bij deze achternaam geneigd zijn te denken aan een toponiem van het bekende soort als Van den Berg of Van den Broek. Bij nader inzien echter ontdekken we hier een veel interessantere naamgeving: een zeldzame omschreven genitief met dezelfde betekenis als des Welschen, maar toch al uit de late zeventiende eeuw. Een later algemeen-Nederlandse equivalent hiervan zou luiden: Van den Waal, of wellicht ook Van der Waal(s) (dan niet als toponiem verwijzend naar de rivier). Aan de bekende familienaam Van der Waals wordt echter een andere afleiding toegeschreven. (Waal mogelijk niet alleen als naam van de rivier, maar ook als aanduiding voor een of ander water.) Van de familienaam Van der Waals geeft de Nederlandse Familienamen Databank (NFD) van het Meertens-Instituut de volgende literatuurreferentie:

• < Michiel Bartholomeusz van der Waal, geb. Brielle, huw. 1639 te Leiden; bij doop 1718 te Leiden voor het eerst Van der Waals ['Vragenrubriek', in: GN 17 (1962), p 272].

--- Weels, Weelen, Wels en Welts versus De Waal, Waals, De Wals en Walschaert(s)

  • De stam /wels(ch)/ op zichzelf kan in Limburg al wel eerder voorgekomen zijn. Te denken is in dit verband ook aan een familienaam als Weels, als naam van doopgetuige uit de zestiende eeuw reeds te vinden in de genealogie Caris:
II.2 Macarius CARIS, gedoopt op 12 februari 1591 te Nuth (getuige(n): Mathias Beltgens, Bissen Joannes, Godefridus Weels, Irmgardis Holtbeckers, Anna Schillings), overleden voor 1663.

Deze achternaam blijkt nog te bestaan (er is althans een Surinaamse zangeres met de naam Jetty Weels).

In Zuidoost-Limburg vinden we ook een variant Weelen (zo is er in Kerkrade een Limburgs schrijvende auteur Paul Weelen).

De familienaam Wels is eerder te beschouwen als een niet-Limburgse, vooral Noordhollandse naam. Hiervan geeft het Nederlands Repertorium van Familienamen uit 1947 een totaal van 49 vermeldingen.

Ook de naam Welts komt voor. Hiervan in dezelfde bron worden 32 gevallen vermeld, alle in Noord-Brabant.

  • Uiteraard is de algemene Nederlandse variant (zonder umlaut) de meest verbreide. Van De Waal geeft het Repertorium maar liefst 3665 vermeldingen. Dat is dan ook een heel gewone Nederlandse naam. Opgemerkt moet worden, dat deze vorm het substantief hanteert, terwijl de stamvormen Weels, Wels en Welts adjectieven zijn, die eigenlijk zouden corresponderen met Waals of De Wa(a)ls(e), vormen die in het Nederlands minder gebruikelijk zijn. Hier zien we dus een verschil tussen de Nederlandse en Vlaamse versus de Duitse en Limburgse wijze van vernoemen. Toch komt de naam Waals ook nog altijd 224 maal voor, waarvan 113 in Noord-Brabant.
  • Merkwaardig is voorts de verspreiding van de familienaam De Wals, die vrijwel alleen in Overijssel voorkomt: 78 van 80 gevallen. Dit is vermoedelijk een variant van het oude De Walssche. De NFD geeft hiervan de volgende literatuurreferenties / naamsvermeldingen:
F. Claes, 'Herkomstnamen en immigratie in Diest tot 1400', in: Naamkunde 30 (1998), p 123.
Mr. Jan de Walssche, schoolmeester, Leeuwarden 1547 (Oldehoofsterespel) [Fontes Leovardienses, p 105].
Een zeer oude Zuid-Nederlandse variant is voorts Walschaert(s) , zie Claes, a.w. 1998.

--- Welzen / Welssen : zeer vroege Noord-Nederlandse varianten

  • Welzen (Welssen) (Wijk bij Duurstede 1581)

- 22 juni 1581: Transport van een huijs en hofstede aan de zuidzijde van de Weduwestraat; partijen: Henrick van Deventer (1) en Hector Welzen (Welssen) (2)
[Wijk bij Duurstede, index transporten 1546-1811, inv. nr. 580-4, fol. 01]

Bron: Geneaknowhow.net [17]
  • Welssen (Dordrecht 1587)

- 3 sept. 1587: Cornelis Heijmansz. wagenmaker heeft als "willig pand" in handen gesteld van Anthonis Thonisz. zijdekramer een huis op de hoek van de Breestraat aan de landzijde, belend door de huizen van Cornelis Thonisz. stadsbode en Jan Welssen viskoper.
[ORA (oud rechterlijk archief) Dordrecht inv. 717, f. 228]

Bron: A.B. (André) den Haan: uit het Stadsarchief Dordrecht, [18]

De variant Welssen is ook later incidenteel in Holland te vinden, vergelijk:
- 1 jan. 1868: Overleden Hillegom: Anna Maria Welssen, 57 jr

Bron: Jan Pit, [19]

Verspreiding

(Midden-)Limburgse vindplaatsen tussen 1649 en 1809

Enkele vroege vermeldingen van de familienaam Welschen (Welsche) in het gebied van het huidige Nederland komen uit Midden-Limburg. De eerste vermelding van de familienaam WELSCHEN in het gebied van het huidige Nederlands Limburg is nog wat zuidelijker, namelijk uit Sittard:

  • Sittard - Geboren: 24-6-1649, : Sebastianus BEX (BECKS); vader: Henrich BEX (BECKS); moeder: Metgen WELSCHEN (te vinden op [20].)

Van ruim een halve eeuw later is de volgende vindplaats uit Swalmen:

  • Swalmen - 24 augustus 1716 - Brief en schema van Gerardus Dolmans, pastoor in Swalmen, als aanvraag voor dispensatie vanwege 3e/4e graad bloed-verwantschap in verband met voorgenomen huwelijk tussen:
- Petrus of Wilhelmus Heijmes, zoon van Gritte Sillen, Gritte dochter van Merriq Sillen, Merriq dochter van Jennicke WELSCHE, Jennicke dochter van WELSCHE Iacob; en
- Catharina Pex, dochter van Anna Pex, Anna dochter van Catharina WELSCHEN, Catharina dochter van WELSCHE Iacob.
- Jennicke WELSCHE en Catharina WELSCHEN zijn zusters.
Op de aanvraag staat de aanvrager als Wilhelmus Heijmes, in schema Petrus Heijmes. [RHCL Maastricht (8-1716-87 - foto 7a+b)]
Bron: [21]. Vergelijk ook:
Swalmen vóór 25 augustus 1716 - Huwelijksdispensatie voor:
- Peter Heijmes, zoon (?) van Gritte Sillen, kleinzoon van Menique Sillen, achterkleinzoon van Jenneken Welschen, achter-achterkleinzoon van Welsche Jacob; en
- Catharina Pex, dochter (?) van Anna Pex, kleindochter van Catharina WELSCHEN, achterkleindochter van Welsche Jacob voornoemd.
[RHCL Maastricht, Archief Bisdom Roermond; Officialaat Huwelijksdispensaties]
Bron: [22] - ('Kroniek voor Belfeld, Beesel en Swalmen - 1710-1719', door Loe Giesen).

Van niet zo veel later dateert het volgende gegeven, van de Belgische kant van het Maasland:

  • Stokheim (B) / Grathem - (rond 1735) wordt te Stokheim, België (waarschijnlijk Stokkem, thans gemeente Dilsen, maar er is in België ook een Stockem bij Arlon) geboren Jean WELSCHEN, zoon van Jacques en Mechtilde Peijenen. Hij overlijdt op 11-1-1817 te Grathem in het Land van Thorn (thans kerkdorp binnen de gemeente Leudal). Hij was gehuwd met (1) Marie Nootmans en (2) Marie Barbe Lemert.
Bron: [23]. Vergelijk:
- Joannes WELSCHEN, geboren voor 1797 te Stokkem, overleden op 11-01-1817.
Gehuwd voor de kerk (1) voor 1816 met Maria Nootman, geboren voor 1797, overleden voor 1816.
Gehuwd voor de kerk (2) voor 1817 met Maria Barbara Hemert, geboren voor 1797, overleden voor 1817.
Bron: [24].
In hetzelfde Stokkem (B., aan de Maas) wordt naast deze zelfde Joannes nog een naamdraagster Welsen/Welschen vermeld:
- Gerardus Hopmans huwt op 02-05-1762 te Stokkem met Gertrudis WELSEN, over wie verder geen gegevens. Zij krijgen daar zes kinderen. Gertrudis overlijdt na 01-02-1775. Gerardus wordt te Stokkem begraven op 02-05-1778, dezelfde dag van de maand als die van zijn huwelijk.
- Joannes WELSCHEN is d.d. 29-04-1808 te Stokkem doopgetuige bij de doop van Vencken, Joannes Petrus en d.d. 17-06-1809 te Stokkem bij de doop van Hopmans, Joannes.
Bron: [25]

Gelderland (<1753)

We vinden een Rudolph Welschen (<1753) als gescheiden echtgenoot van Johanna Eghtbertse Nieuwlant (Nijlant), geb. Warnsfeld, overl. Teteringen 29 mei 1770, begr. Breda 1 juni 1770. Deze Johanna hertrouwt in 1753 te Zutphen met Petrus Larhove (Laerhoven) uit Teteringen en krijgt met hem krijgt twee kinderen gedoopt te Zutphen en later nog drie gedoopt te Breda. (Bron: [26])

Breda (1709), Rotterdam (1770), Amsterdam (1802, 1825, 1851)

Al voor de komst van Reinier Welschen naar Rotterdam kon de familienaam Welschen zeer incidenteel in Brabant en Holland genoteerd worden:

  • op 10-4-1709 wordt te Breda een Maria Booghmans gedoopt. Als meter fungeert Elisabeth Welschen. (Bron: Isis Stadsarchief Breda.)
  • op 8-4-1770 trouwt te Rotterdam een Flora Welschen met een Johannes van Loosbroek [1740 Dinther (omgeving Oss) - Rotterdam 1804], vermoedelijk dus ook een inwijkelijking, nu uit de Brabantse Maasstreek. (Bron: [27].)
  • een andere vermelding is die van Franciscus Leuring, geboren in 1802 te Amsterdam. Hij trouwde op 27 april 1825 te Amsterdam met Anna Maria Welschen, wier vader: Joseph Welschen, moeder: Christina (Grendt ??), geboren in 1802 te Amsterdam (en aldaar gedoopt in kerk "de Duif" [R.K.]), overleden op 22 juni 1868 te Amsterdam. (Bron: [28].)

Samenvallend met het verblijf van Reinier Welschen te Rotterdam is nog het volgende gegeven:

  • het bevolkingsregister van Amsterdam in 1851 bevat drie vermeldingen Welschen uit Amsterdam. (Bron: NGV)

Of er enige relatie bestaat tussen deze naamdragers en de familie uit Millen is niet bekend, maar waarschijnlijk is dat zeker niet. Het lijken eerder 'losse einden'.

Zuid-Limburg

In de negentiende eeuw vormen Midden- en Zuid-Limburg het gebied waar de naam Welschen nog het meeste voorkomt en ook het meest verspreid is. Er zijn min of meer twee verspreidingszones. De noordwestelijke zone bestrijkt het Maasland met als kernen Born en Geleen, maar ook Grevenbicht en Limbricht, alsook in het nabije Belgische Stokkem en iets noordelijker tot in het Midden-Limburgse Grathem (zie hierboven), en zelfs in Swalmen (zie hierboven), en voorts wat verder zuidoostelijk op kleine schaal in Munstergeleen en Schinnen. In het centrale heuvelland treffen we de naam meer frequent, maar ook in meer varianten, aan in Schimmert, Meerssen, Hulsberg, Nuth, Wijlre en Gulpen. Verder naar het oosten vinden we weer een kern in Rimburg, en meer incidentele voorkomens in Nieuwenhagen en Schinveld. (Bron: [29].)

Tegenwoordige situatie

Nederland

Van verspreiding in Nederland van de familienaam Welschen geeft de Nederlandse Familienamen Databank van het Meertens-Instituut een cartografische weergave op basis van (inmiddels verouderde) kwantitatieve gegevens uit 1947. De naam blijkt Hollands en meer specifiek Rotterdams te zijn geworden. Op kleinere schaal is deze kern ook uitgewaaierd over Utrecht, Amsterdam en Breda. Zuid-Limburg heeft nog slechts incidentele vermelding. Het is de familie van Reinier, die deze situatie heeft bewerkt en die tegenwoordig nog de enige drager is van de naam in Nederland. Het aantal naamdragers bedroeg bij de volkstelling van 1947 volgens het Nederlands Repertorium van Familienamen 48, van wie 23 in Rotterdam. Een recentere, maar minder precieze indicatie is die van het aantal telefoonabonnees in 1993, als vermeld op de site [30]. Dit bedraagt 31, van wie nog steeds het grootste aantal in Rotterdam. Het werkelijke aantal naamdragers zal dan toch al gauw het drievoudige geweest zijn. Dit blijkt ook uit [31], het aantal naamdragers bedroeg in 2007: 109.

Duitsland

In Duitsland stonden er van de naam Welschen tot voor kort 46 vermeldingen in het telefoonboek, zodat daar ongeveer 122 naamdragers waren. Deze zijn vooral te vinden in Noord-Rijnland en de Niederrhein, hetgeen een indicatie zou kunnen zijn dat deze Welschens oorspronkelijk vooral uit de Waalse gewesten in het huidige Belgie en de Lotharingse in Noordoost-Frankrijk zouden kunnen stammen, de dichtstbij zijnde Romaanstalige gebieden. De meeste abonnees zijn er in Wesel en in Mülheim an der Ruhr, namelijk elk 6. Andere plaatsen met meerdere vermeldingen zijn: Oberhausen (4), Hamburg (4), Rhein-Kreis Neuss (4), Rosenheim (4), Coburg (4), Duisburg (4), Gütersloh (2), alsmede Niederschlesischer Oberlausitzkreis (2). Volgens een recente opgave (2008) echter is het totale aantal geslonken tot 23 telefoonaansluitingen, zodat er vermoedelijk nog slechts ca. 61 naamdragers zijn. (Bron: [32].) Intussen heeft de mobiele telefonie sterk veld gewonnen, waardoor het aantal vaste aansluitingen is teruggelopen. De meest recente opgaven zijn dus niet zonder meer betrouwbaarder.

De naam Welschen kent in deze vorm in Duitsland een lager dan gemiddeld voorkomen. Dat geldt ook voor de variant Welsche, met een aantal van 33 (*88). De variant Welscher heeft met 272 (*720) een normale frequentie. Alle drie deze varianten vallen echter in het niet bij de frequentie van Welsch, die dan ook bovengemiddeld is: 3085 (*82224). In deze vorm komt de naam bij de meest frequente Duitse familienamen op plaats 951. De laatste drie varianten zijn echter niet specifiek voor het Rijnland.

De vorm Welschen is een zgn. casus obliquus, met een uitgang -en die voor Limburgse familienamen zeer gebruikelijk en zelfs typisch is. Omdat het Rijnlandse kerngebied bij de Duitse verspreiding van de naam Welschen nog enigermate aansluit bij de meer westelijke (Luxemburgse en Limburgse) kerngebieden, mogen we het hele gebied tussen Maas en Rijn wel aanmerken als het stamgebied in ruime zin voor de noordelijke voorkomens van deze familienaam. Mogelijk maakten de Limburgse Welschens deel uit van een meer algemene oude migratiestroom van Walen naar het Rijnland. Uit historische gegevens blijkt dat de Welschens in het noordelijke Rijnland en de Niederrhein in de regel katholiek waren, terwijl zuidelijker en dieper Duitsland in ook evangelischen met deze naam voorkwamen. Uit de Duitse GenWiki kunnen we ter illustratie een (overigens geheel willekeurig) voorbeeld citeren. Het betreft de naamlijsten van de nieuwe burgers van Recklinghausen, een stad in Westfalen, grenzend aan het Ruhrgebied. Onder de Index V-Z vinden we hier de vermelding:

• Welschen, Jos., Schustermeister aus Köln (1804) 48), 106.

Voorts vermeldt het Adreßbuch für die Stadt Ruhrort 1861 de volgende drie naamdragers Welschen in Meiderich (bij Duisburg):

  • Welschen, Arnold, jun., Brauer, Wirth und Bäcker, Dorf Meiderich 243
  • Welschen, Christian, Spezereiwaarenhdlr. und Bäcker, Mittelmeiderich 182
  • Welschen, Wilh., Ackerer u. Wirth, Obermeiderich 369.

Zwitserland

In Zwitserland staan er van de naam Welschen thans (2008) in totaal 38 vermeldingen in het telefoonboek, zodat daar ongeveer 101 dragers van deze familienaam zijn. Deze zijn vooral te vinden in Oberwallis.
De meeste abonnees zijn er in Ried-Brig (7), Zermatt (6) en Naters (5). Dubbele vermeldingen vinden we in Wiesendangen (2), Bellwald (2) en Grenchen (2); enkelvoudige in Dübendorf (1), Embrach (1), Winterthur (1) en Bern-Nordwest (1).
(Bron: [33].)

Frankrijk

In Frankrijk zijn er naar schatting (2009) 83 Welschens, van wie 52 in het Departement Oise, dat tamelijk in het noorden ligt, tussen Picardië en Ile de France.
(Bron: [34])

Conclusie

Het is alles bijeen toch wel enigszins verrassend, te moeten constateren dat het voorkomen van de in eerste instantie toch Duits aandoende naam Welschen in de Duitstalige landen Duitsland en Zwitserland tezamen (223 voorkomens) niet veel groter is dan dat in de landen van de Benelux (183 in Nederland en België samen), zoals dit hieronder nog verder gespecificeerd zal worden. Zelfs Frankrijk doet met 83 naamdragers behoorlijk mee. Dat versterkt het vermoeden, dat deze herkomstnaam eerder als Limburgs, Luxemburgs en Lotharings dan als 'Duits' aangemerkt moet worden.
In Zwitserland echter, waar de haard van de verspreiding rond Brigg en Zermatt ligt, is met deze familienaam oorspronkelijk meer specifiek verwezen naar allochtone Italianen die zich in dit hoge, oostelijke deel van Wallis gevestigd hadden, en niet of nauwelijks naar westelijke, Romandische landgenoten. In België en Nederland gold de naam oorspronkelijk Walen die zich in het Luxemburgse en Limburgse taalgebied gevestigd hadden. De herkomst van de voorkomens van de hoofdvorm Welsch in Duitsland is meer gespreid en minder specifiek, en kan zo betrekking hebben op Romaanstaligen van welke aard dan ook (Waals, Frans, of Italiaans). Toch is het aannemelijk dat ook hier de verspreiding vanuit Lotharingen, Luxemburg en Wallonie is geschied. Dat geldt ook voor de Franse Welschens, van wie het merendeel thans niet in de noordoostelijke grensstreek woont, maar meer centraal. De naam Welschen is immers specifiek voor grensmigranten over enkele specifieke taalgrenszones van het Romaans en het Duitstalige heen. De handelsroute van Noord-Italie naar Zwitserland was een moeilijke. Vandaar dat migranten met de naam Welschen het frequentst aangetroffen worden in de Luxemburgse, Limburgse en Duitse grensstreken met hun relatief gemakkelijke toegankelijkheid.

VOORKOMEN IN VARIANTEN

Stamvormen

De schrijfwijze van deze familienaam wisselde in vroeger eeuwen nogal eens, vooral voor 1750. Zo vinden we in de genealogie Eggen achtereenvolgens vermeldingen van Ercken Welsen (1695), Servatius Welschen (1703), Ercken Swelsen (1711), Vaes Swelschen (1723) en Mechtild Welsen (1740). Het gaat hierbij om in principe dezelfde familienaam. De /s/-klank in de tweede lettergreep is hier kenmerkend.

Een zeer verwante, maar toch iets andere stamvorm is Welzen, mogelijk oorspronkelijk een verduitste uitspraakvariant van Welsen, met de daarvan weer afgeleide schrijfwijzen Weltsen en Weeltsen, die beide op Duitse uitspraakvarianten van de geschreven vorm Welzen teruggaan. Deze varianten zijn in Millen nooit voorgekomen, maar elders (Ulestraten, Bunde, Born, Geleen en Spaubeek) wel. Hier bevinden we ons in de hierboven aangeduide meer westelijke verspreidingszone. Het betreft hier ook een andere familie.

--> Zie voor de genealogie van deze familie: J.T.A.M. Welzen, 'Van Ulestraten naar Spaubeek. Genealogie van de familie Welzen-Swelsen', in: Limburgs Tijdschrift voor Genealogie 10 (1982), nr 1, p 3.

Omgekeerd echter komen in de familie Welzen wel een aantal malen de schrijfwijzen Swelsen en Welschen voor.[9] Er bestaat echter, voor zover bekend, geen connectie tussen de van oorsprong Ulestrater Welzens en de Millener Welschens.

Achterhoekse variant

Een geheel apart geval is de familienaam Te Welschen, incidenteel in de negentiende eeuw in het Achterhoekse Lichtenvoorde, waarnaast ook een vermelding in het Brabantse Loon op Zand. (Bron: [35].) Vermoedelijk betreft het hier schrijffouten en moeten we deze vindplaatsen relateren aan de nog volop bestaande Achterhoekse familienaam Te Welscher (in zeer oude vermeldingen: Tho(e) Welscher, ook: Scholte te Welscher), waarbij het Welscher als de naam een boerenhof/-erf opgevat moet worden.

  • Te Welscher. Van deze adresnaam waren er in 2007: 72 dragers, tegen in 1947: 30. Voor deze familienaam geeft de databank NFD de volgende literatuurvermelding:
  • Anthonij te Welscher, geb. 1719, zoon van Willem te Welscher, boer op het Welscher te Dinxperlo, goed van het Huis Anholt
    [B.J. Dorrestijn, 'Toch weer Wensink op Wensink te Dinxperlo', in: Contactorgaan ADW 34 (1996), nr 92, p 45].
Er zijn echter al veel oudere (15e en 16e eeuwse) vermeldingen van zes generaties Te Welscher uit De Heurne[10]:
  • Ebbert te Welscher 1460-????
  • Gerdt te Welscher 1485-????
  • Elbert te Welscher 1510-????
(Bron: Stamboom Oving, [36])
  • Storis Schulte Tho Welscher 1535-????
  • Dirck (Derck) te Welscher ± 1560-????
  • Ebbert te Welscher 1582-????
(Bron: Stambomen Besseling/k-Kraaijvanger, [37]).
Zie verder:
-- J.H.G. te Boekhorst, AHA-familiedossier te WELSCHER - Nr. 102 (update; ook Walsker, Welsker, te Welsker, e.d.), [38].
  • Overigens komt ook een enkelvoudig Welscher als familienaam {elders) in Nederland voor, zij het uiterst spaarzaam:
    in 2007 < 5, in 1947: 4.

Hedendaagse varianten

Thans nog bestaande naamsvarianten zijn Welzen, Swelsen en Sweelssen, die dus alle van dezelfde stam /Wels(ch)/ zijn afgeleid. Ook deze namen komen weinig voor: in 1993 waren er respectievelijk 66, 85 en 36 telefoonabonnees met deze namen. Niet in het telefoonboek, maar wel recent is ook nog aangetroffen de variant Welssen (Schin op Geul).
Enigszins verrassend is, dat vergelijkbare, meer Nederlandse varianten als Welsen, Welzen en Swelsen ook in Duitsland voorkomen, zij het in kleine aantallen, resp. 10 vermeldingen / mogelijk 26 naamdragers Welsen, 9 / 24 Welzen en 1 / 2 maal Swelsen (2008).
Nederlandse (Vlaamse) equivalenten zijn verder nog: Swalen, Swaelens en Wa(e)lens. In Nederland kwam in 1993 alleen de eerste naam voor en wel in de regio Eindhoven, met 12 vermeldingen.[11]

Interessant zijn de aantallen in Belgie, als vermeld in het Rijksregister 1998. Het Belgische rijksregister is een databank met bevolkingsgegevens over elke burger. Veel voorkomend is hier de naam Swaelens, met 437 vermeldingen, en zeer verspreid over het land. Swaelen komt daarnaast nog voor in de provincie Antwerpen met 82 vermeldingen. Waelens, met 22 vermeldingen in West-Vlaanderen, en Walens, met slechts 3, zijn minder belangrijk.

De oostelijke varianten hebben ook andere frequenties dan in Nederland. Welschen springt er hier uit met 74 vermeldingen, vooral in de omgeving Arlon, Belgisch-Luxemburg. Marginaal zijn hier de andere Limburgse varianten. Sweelssen 14 keer (in Belgisch Limburg), Welzen 5 en Swelsen 4 keer, alleen in Belgisch Limburg, in de grensstreek bij Maastricht.

Nemen we Nederland en België tezamen, dan zijn de conclusies duidelijk. Welschen is vooral een Belgisch-Luxemburgse naam uit de Waals-Luxemburgse taalgrenszone, die echter eveneens voorkomt in Zuid-Limburg, buiten de directe Waals-Limburgse taalgrenszone. Voor deze laatste voorkomens is de verklaring minder voor de hand liggend dan voor de eerste. Er is daar immers geen sprake van een direct Waals-Limburgs taalcontact. We moeten dan denken aan migratie vanuit de Waalse omgeving van Luik en het Land van Herve over een iets grotere afstand naar Zuid-Limburg en de aanpalende Gulikse grenszone of elders in het Rijnland. Dat kan bijvoorbeeld migratie zijn geweest van vaklieden vanuit een iets minder kansrijk herkomstgebied naar een meer bloeiende omgeving verderop. Er zijn in elk geval een viertal historische bewijsplaatsen van deze naamcombinatie in het Rijnland met beroepsaanduidingen als (in de originele spelling): der Welsche Schnider (kleermaker) / Schoemeker / Meurer (metselaar) en Vollmuller (vlasmulder). Dat betekende, dat deze migranten nog geen eigen Waalse of Franse familienaam hadden die zij behouden konden. Daarmee kunnen zij tevens worden geklasseerd als relatief vroege nieuwkomers, anders dan jongere migranten van Limburgse families als De la Haye, Dubois, of ook Schunck.

Over beide landen tezamen komt Welschen tot 183 corpus-voorkomens. Swelsen, Welzen en Sweelsen zijn met name Nederlands-Limburgse varianten met respectievelijk 89, 71 en 50 voorkomens. In totaal kennen deze oostelijke varianten 315 voorkomens, waarmee ze ver achterblijven bij de Vlaamse vormen: Swaelens, Swaelen, Waelens, Swalen en Walens komen tezamen tot 556 corpus-vermeldingen. Er zit een duidelijke logica in deze verhoudingen. De taalgrens tussen het Vlaamse en het Waalse taalgebied is immers veel langer dan die tussen het Limburgse/Luxemburgse en het Waalse.

ETYMOLOGIE

Voor de etymologie van het naamwoord Welsche, zie bijvoorbeeld de Encyclopedia of Austria [39] :


Welsche (Middle High German "walch" = stranger, foreigner esp. used for Roman or Neo-Latin people), also called Walchen (Middle High German walhisch, welhisch = Roman, later derogatory for "foreign, strange"), originally the term used by Germanic people for the Celts, later extended to the Roman people; it was in particular the indigenous population of the Alpine area that called the Roman people "Walchen". While the majority of Roman settlers had fled the country during the migration of the Germanic peoples, some of them remained in individual places, which is sometimes evident in place names (e.g. Straßwalchen, Seewalchen, Walchsee, Walgau, Wallersee, Wals); Roman peasants still lived in the Upper Austrian Traungau region and on River Salzach in the 8th and 9th centuries. The later term "welsch", also "walsch" in vernacular, was used especially for Italians (e.g. Welschtirol), whereas Ladin people were referred to as "Krautwalsche".


Vergelijk ook:

'Einen sprachlichen Hinweis auf ein gewisses Distanzbewußtsein von Germanen gegenüber ihren Nachbarn geben die Ethnonyme 'Wenden' und 'Welsche', die teilweise bis heute in Gebrauch stehen. Angewandt wurden und werden sie auf Slawen bzw. Romanen. In beiden Fällen lebten die Völker, auf die diese Namen zurückgehen, in frühgeschichtlicher Zeit in germanischer Nachbarschaft und haben nichts mit den spätestens seit dem Frühmittelalter so bezeichneten Ethnien zu tun. Die Veneder waren ein Volk unbekannter Herkunft an der Ostseeküste. Die Bezeichnung Walhoz/Welschen geht auf die Volcae zurück, die in den vorchristlichen Jahrhunderten südlich der Germanen ansässig waren. Ihr Name wurde zuerst auf Kelten und dann auf Romanen im allgemeinen übertragen.' (Roland Steinacher 2002: Studien zur vandalischen Geschichte. Die Gleichsetzung der Ethnonyme Wenden, Slawen und Vandalen vom Mittelalter bis ins 18. Jahrhundert . Dissertatie Universität Wien, p. 28.)

Zie voorts:

  • Walter Pohl 2000: Die Germanen, Enzyklopädie deutscher Geschichte Band 57, München, p. 62.
  • Arend Quak 2005: 'Van Ad WELSCHEN naar Ad WAALSEN of toch maar niet?' [40].
  • het lemma Welsche op de Duitse Wikipedia [41].

TOPONIEMEN

Als persoonsnaam

Messancy (Luxemburgs: Miezeg, Duits: Metzig, Waals: Messanceye) is een plaats en gemeente in de provincie Luxemburg in België met ruim 7000 inwoners. Zij ligt in het Luxemburgse taalgebied. Deze Belgisch-Luxemburgse plaats is het stamoord van vele Belgische naamdragers Welschen. Hier bevindt zich zelfs een Rue Welschen. De hoeve Welschen ligt daar bij de kruising met de rue du Coin (vroeger geheten: Am Eck). Jean Welschen was burgemeester van 1832 tot 1836, zie [42].

Als plaatsnaam

Een toponiem Welschen bestaat als volledige naam van een deel der voormalige gemeente Herlazhofen, thans behorend tot de stad Leutkirch (im Allgau), in de deelstaat Baden-Wuerttemberg, niet ver van de Duits-Zwitserse grens.

Als soortnaam

We komen de naam Welschen ook tegen als toponymisch bestanddeel in Welschenheuvel, een landschappelijke verhoging bij de Graetheide aan de weg van Sittard naar Urmond en Berg. Deze naam dateert uit het jaar 1677, toen Sittard werd belegerd door de Franse troepen die op deze heuvel hun kamp hadden opgeslagen. Hier is de naam als exonieme verwijzing gebruikt.

In het Duitse taalgebied zijn er zo verschillende plaatsnamen met het voorvoegsel Welsch(en)-:

  • Welschbillig, in het Moezeldal (waar Moezelromaans werd gesproken)
  • Welschen Ennest (Gemeente Kirchhundem, District Olpe, Sauerland)
  • Welschenrohr, in het Kanton Solothurn in Zwitserland
  • Welschensteinach, in het district Ortenau in Baden-Württemberg.
Noot: Van deze plaatsnaam zijn onder meer de volgende historische vermeldingen te geven:
Welscensteina 1240, Welschensteina 1275, Welschensteinah 1306, Welscheme Steine 1323, Welschensteinahe, Welschensteinach 1330, Welschensteina 1341, Welschensteynach 1392, Welschen Steinach 1411, Welschenstainach 1447, Welschen Stainach 1456, Weltschensteynach 1461, Waelschensteynach 1475, Welschensteynach 1491, Welschenstainach 1492 .
  • Welschnofen, in Zuidtirol.

Straatnamen met Welschen-

-- In Duitsland:

In verschillende Duitse steden vindt men straatnamen samengesteld met Welschen-:,

  • Welschenacker, 44309 Dortmund, Nordrhein-Westfalen
  • Welschengasse, Welschenkamp en Am Welschenhof, 47138 Duisburg, Nordrhein-Westfalen
  • Welschenweg, 33813 Oerlinghausen, Detmold, Nordrhein-Westfalen
  • Welschengasse, 72631 Aichtal, Stuttgart, Baden-Württemberg
  • Welschenweg, 04779 Wermsdorf, Leipzig, Sachsen.

Hierbij is de verwijzing een soortnaam.

-- In Belgisch Luxemburg:

  • Rue Welschen, 6780 Messancy, Luxembourg, Région wallonne, België

Hierbij betreft de verwijzing een persoons-/familienaam (zie boven).

Auteur

Ad Welschen

Noten

  1. Van 1794 tot 1815 behoorde Selfkant tot het Franse Departement van de Roer, Arrondissement Aken, Kanton Sittard; na 1815 kwam het aan het Koninkrijk Pruisen, District Aken, Kreis Heinsberg.
  2. Dit geldt waarschijnlijk ook voor een door mij nog niet nader geidentificeerde begravene te Lelystad: Welschen, A., begraafplaats Lelystad, geboortejaar 1914, overlijdensjaar 1994.
  3. J. Verdam (1932), Middelnederlandsch handwoordenboek, 's-Gravenhage (herdruk 1961).
  4. De tekst van deze acte luidt meer volledig:
    13 mei 1657 ASSELT - Verklaring afgelegd op verzoek van scholtis Meuter over t'opvisschen ende begraven van seeckere persoon onlancx in de Maese verdroncken.
    ... Syl Cluevers, laetbode des hoffs tot Assel gedaegh ende naer voirhaldinge .. straffe des meineedts heeft naer presteringe ten behoirlijcken eede verclaert aldt te wesen bij de veertich jaeren. Getuige verklaart dat op verleden donderdag, zijnde Hemelvaartsdag, uit de kerk is gekomen om naar huis te gaan, toen de advokaat Stijns, scholtis van genoemde laatbank, hem bij zich heeft geroepen en hem heeft meegenomen naar de Maas in de bemd genaamd de Legge, behorend tot genoemde hof, alwaar de verdronken persoon heeft gelegen, noch met de voeten in de Maese, waer bij stonden dry ruyters ende den soon van Jan Coenen met naeme Coen. Syl kreeg hier van de scholtis opdracht om de dode samen met de ruiters op te nemen ende tot Assell op den verloeren kerkhoff begraeven. Aan elk van de ruiters had de scholtis hiervoor elk een schelling beloofd; één ruiter van de twee die bij de dode stonden gaf hij meteen een schelling, aan de andere twee had hij beloofd dat Gordt Quijten, halfman, hen deze schelling zou geven, hetgeen ook later gebeurde. Zo werd den voorss. persoon met witsen om sijn lieff gebonden ende daer door twee stacken gestecken, alsoo desselven met hun vieren op den voorss. kerckhoff gedraegen. Alswanneer de ruyters wegh gingen ende hij deponent het graeff gemaeckt hebbende met assistentie van den des voorss. Gordts knecht Jan van Buggenum, heeft hij deponent metten voorss. Jan den selven persoen met sijn cleederen, de wittsen doirgesneden sijnde, in het graff geleyt ende alsoo begraeven.
    Coen Coenen, oud ongeveer 25 jaar, verklaart dat hij op verleden donderdag, Hemelvaartsdag, uit de kerk is gekomen en had gehoord dat een verdronken persoon in de Maas was gevonden. Vuyt cuerieusheyt derwarts gegaen sijnde heeft den selven sien liggen in de Lenge [doorgehaald: Legge] mette voeten in het waeter bij hem staende dry ruyter, de welcke in des deponents presentie het buersken van den verdroncken hebben om getrocken, alwaer noch in waeren twee schielingen, dewelcke de gemelte ruyters wilden behalden, ende hij deponent tegens huer zeyde "Dat gelt het compt u nyet toe", seggende voirts "dat compt den scholtis, die moet het gelt hebben", alswanneer de voors. ruyters het gelt wederom op het hardt van den verdroncken persoon hebben nergelyet tot bijcompste van den laetscholtis Stijns, alswanneer de voirss. ruyters het gelt hebben opgenoemen, ende aen here scholtis gepresentert, wanneer hij scholtis [...] mette voirss. ruyters in welsch heeft gesprocken, twelck hij deponent nyet en conde verstaen, dan heeft gesien dat de voorss. ruyters eenige witsen dreyden ende gebonden hebben om het lieff van den verdroncken (waerover hij deponent een wenich terugg ginck int gras liggen mits den stercken rueck van den verdroncken gecauseert door het aenrueren), door welcke witsen sij twee stacken staeck ende alsoo de voors. dry ruyters neffens Sil Cluevers laetbode den selven draegende naer Assel op den verloeren kerckhoff, waernae hij deponent is ewegh gegaen, blijvende sitten op t'huys van den schepen Gerart Martens tot dat den voors. persoon begraven was.
    Getuigenverklaringen afgelegd ten overstaan van Gerart Martens en Heijncken Raijmeijckers, schepenen van Swalmen. Met handmerken van Sijl Cluevers en Coen Coenen, ondertekend door Gerat Martens, met stempel van 'HENKEN RAMAKERS'.
    [RHCL Maastricht, SA Swalmen en Asselt, magazijnlijst nr. 98; bron: Loe Giesen 10 apr 2006.]
  5. De naam Remy of Rémy komt vooral in Lotharingen veel voor. Le patronyme RÉMY provient d'un ancien nom de baptême qui est devenu héréditaire. La graphie Rémy en est une forme erronée. Il est issu du nom latin „Remedius“. Bron:[1]
  6. Der Name „Euler“ kommt vom lateinischen „aula“, das neben der Bedeutung „Hof“ oder „Saal“ (daher die Schul-Aula) auch „Topf“ heißt. Bron: [2]

  7. 'Dagelijks verschijnen er ook soldaten uit Arnhem, Doesburg en Doetinchem die met die uit Bergh ”dasz gantze ampt Lijmers afstropen en in alle dorpen de bewoners dwingen hun geld te geven. Wanneer dat niet voorhanden is of te weinig, worden de mensen tot bloedens toe geslagen en alles wat in de huizen aanwezig om mee te nemen, wordt meegenomen”. Van Aldenboicken verzoekt de Graaf van den Bergh om maat-regelen te nemen. Deze overvallen, in het groot, waren mede de aanleiding dat bij de schutterijen de land-weerplicht in onbruik raakte en hun militaire verband ging hiermee verloren. De ”huysluyden”, wier namen met een kruisje zijn getekend, zijn weer teruggekeerd, meldde een brief van 4 januari 1583 aan de gravin van den Bergh. Uit de brief blijkt wel, dat de hele bevolking van Zeddam was gevlucht en maar een gedeelte was teruggekeerd. Wij hebben, aldus de Staatse officier Wigbold van Euwsum op 10 juni 1582, de vijand ’s morgens vroeg overvallen ”und die selben Gott Lob todt geschlegen und die huuser darin sie sich vermeinden zu bergen in den brande gesteecken”. Het betrof hier een overval op Haaksbergen.
    Misschien zijn de huislieden onder dwang teruggekeerd, als we lezen de brief van Derrick van Baer aan de Graaf van den Bergh in 1585. Derrick van Baer schreef, dat de ritmeester van de Welsche ruiters van de Staten van Gelre een verordening ontving. De ritmeester zou opdracht hebben de huislieden in de Graafschap contributie te laten betalen en ze onder dwang huiswaarts te laten keren. Gaven ze aan de oproep geen gehoor, dan werden de huizen in brand gestoken. De Graaf evenwel moest bij Verdugo op aan dringen, dat zijn garnizoen met geweld oorlogscontributie invorderde, dit na moesten laten. Derrick van Baer schreef verder nog aan de Graaf van den Bergh: ”Gisteren zijn hier 12 of 13 schepen van het Tolhuis gekomen, met boter, kaas, zout, pulver en zeep en verder naar Bergh gevaren. Zou een goede buit zijn.” ”Gisterenavond zijn drie vendels Engelsen in Bergh in garnizoen gekomen en zijn daarna de soldaten onder hopman Lueth naar de schans aan het Bergsche hoefft getrokken. Men zegt dat er ook te Doetinchem drie vendels Engelsen komen.” ”Marten Schenck is gisteren met zijn krijgsvolk twee- tot driehonderd man ahn das zolhauss aus de Bettou ubergeschiffet und soude pass auff so hijer vorbei gevaeren zu convoijiren und krijgsvolk dat in de Betuwe op de dorpen is gelegen, naar Arnhem zijn vertrokken. Spaanse krijgsvolk is bij Nijmegen overgevaren in de Betuwe.” '
    Uit: 'De Liemers in de Tachtigjarige Oorlog', door Theo J.G.Goossen, Zevenaar, op: [3]
  8. In Duitsland dragen ca. 192 personen deze naam (schatting gebaseerd op 72 vermeldingen in telefoongidsen). In het Nederlands vinden we deze naam wel als Oliemulder (Olimuller, Olijmuller; vergelijk Olislagers en Oligschläger); in Amerika komt ze als Oligmueller voor.
  9. De verscheidenheid aan schrijfvormen bij deze familie Welzen wordt bijvoorbeeld geillustreerd in:
    Hermina Joanna (Hermine) van den CAMP, geboren op 10 10 1872 te Brunssum, overleden op 27 04 1921 op 48 jarige leeftijd.
    Gehuwd op 26 jarige leeftijd op 23 11 1898 te Brunssum met
    Jan Mathijs KEULERS (KÖHLERS), 31 jaar oud, geboren te Munstergeleen, gedoopt op 17 09 1867 te Munstergeleen (getuige(n): Joannes Matthias Welschen, Anna Catharina Köhlers), overleden op 12 06 1944 op 76 jarige leeftijd.
    In de doopakte te Munstergeleen genoemd Joannes Matthias Köhlers. Zoon van Jan Arnold KEULERS en Maria WELSSEN (WELZEN, WELSCHEN).
    Bron:Parenteel van Leonardus van den CAMP [4]
    Een indruk van de verscheidenheid aan schrijfvormen bij deze familie geeft ook het volgende namenregister (omgeving Bunde, Zuid-Limburg)], waarin we zes varianten aantreffen:
    Schwelssen, Catharina Elisabeth 148 =
    Welsen, Catharina Elisabeth 148
    Sweelsen, Joannes Mathias 178 =
    Swelsen, Jan Mathijs 178
    Swelsen, Anna Maria Josepha 127, 178
    Swelsen, Hendrik Hubert 109, 129, 143
    Swelsen, Joannes Ludovicus 178
    Welssen, Catharina Elisabeth 148
    Welschen, Joanna Catharina 242
    [Bron: Hamers Bulletin 2010, [5]]
  10. De Heurne is thans een dorp in de gemeente Aalten (Achterhoek, provincie Gelderland). Tot 1 januari 2005 maakte het deel uit van de toen opgeheven gemeente Dinxperlo.
  11. Voor data van een familie Swaelen te Maastricht van 1633-1715 zie Collectie Habets [6], p.24.

Literatuur / Bronnen

  • A.J. Welschen: ‘Herkomst en geschiedenis van de familie Welschen en de geografische verspreiding van deze familienaam’, afl. I en II, in: Limburgs Tijdschrift voor Genealogie 30 (2002), 40-53 en 68-81, plus afzonderlijke bibliografie in: Limburgs Tijdschrift voor Genealogie 31 (2003), 34-35.
  • Ad Welschen 2007-2009: 'Maria Eva Welschen-Coenen (1810-1891). Hoe het een Elens meisje in de grote stad verging', [10 afleveringen],
in: De Gouden Sleutel, Driemaandelijks Tijdschrift van de Geschied- en Heemkundige Kring Eelen, Elen-Dilsen (B),
jaargang 22 (2007): nr. 3: 65-80 en nr. 4: 109-123;
jaargang 23 (2008): nr. 1: 18-30, nr. 2: 49-61, nr. 3: 85-104 en nr. 4: 130-149;
jaargang 24 (2009): nr. 1: 13-31, nr. 2: 49-67, nr. 3: 77-92 en nr. 4: 81-95 <foutieve nummering, had moeten zijn: 109-123> (slot).
De complete artikelenserie is voorts gebundeld in een aparte uitgave onder de titel Maria Eva Welschen-Coenen, Elen: Geschied- en Heemkundige Kring Eelen, 2010.

Zie ook