Roebroeck

Uit Genealogie Limburg Wiki
Versie door HLuijten (overleg | bijdragen) op 6 feb 2024 om 09:23 (Nieuwe pagina aangemaakt met '<b>GENEALOGIE ROEBROECK</b> ===<b>Generatie I</b>=== <br> I.1 <b>Franciscus ROEBROECK</b>, overl. Nuth 17 december 1645, tr. <b>Catharina NUCHELMANS</b>, ged. Nuth...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

GENEALOGIE ROEBROECK

Generatie I


I.1 Franciscus ROEBROECK, overl. Nuth 17 december 1645, tr. Catharina NUCHELMANS, ged. Nuth 29 augustus 1594 (get.: Leonardus Huntgens, Jan Cloen de Put, Anna uxor Joannes Gelen, Aegidius fratre matri pueri, Tru uxor Henricus Lijkens), vader wordt Petrus Peemen genoemd, dr. van Petrus NUCHELMANS en Maria (FRISSEN?).
HCL-01.075 LvO 1755, 261r: testament van Barbara Nuchelmans, waarin zij als haar zuster vermeld wordt; daaruit blijkt tevens een broer Dionisius.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Bartholomeus ROEBROECK, ged. Nuth 22 januari 1625 (get.: Mel e.v. Matthias Beltgens), overl. 1625/1627.
  • 2. Bartholomeus ROEBROECK, ged. Nuth 14 maart 1627 (get.: Michael Vleschouwers, Petronella Renckens).
  • 3. Henricus ROEBROECK , geb. ca. 1630 (zie II.3).
  • 4. Maria ROEBROECK, geb. ca. 1635.

Haar zoon Arnold Hermans wordt neef genoemd in testament van Catharina Roebroeck (HCL-01.075 LvO 1757, 5v).
Tr. 1670 Leonardus HERMENS, ged. Nuth 10 oktober 1629 (get.: Eusebius Keijsers, Judith e.v. Servatius Huntgens), overl. Grijzegrubben-Nuth 5 maart 1716, zn. van Arnoldus HERMENS en Joanna CARIS.
HCL-01.075 LvO 1755, 171r: Op 23 november 1655 verkocht Simon Paumbroeck, gehuwd met Trijn Loijen, aan Lintgen Hermans, gehuwd met Jenne Roecx, 128 kleine roeden akkerland aan de Trichterweg van Grijzegrubben naar Schimmert, grenzend aan Lemmen Lijmpens en de erfgenamen van Henrick van Beeck. Iedere kleine roede kostte 28 stuivers en twee oort.
HCL-01.075 LvO 1755, 183v: Op 27 november 1656 verkocht Dionisius Tants, gehuwd met Maria Roecx, aan Lintgen Hermans, gehuwd met Jenne Roecx, het erfdeel uit de nalatenschap van zijn schoonouders Jan Roecx en Aleth Tummers, met inbegrip van 56 kleine roeden akkerland in het Jongenbosch. De koopsom bedroeg 1100 gulden en bleef als lening tegen 6,25% openstaan.
HCL-01.075 LvO 1755, 218r: Op 24 april 1662 verkocht Lintgen Hermans, gehuwd met Jenne Roecx, aan Vaes Roecx, gehuwd met Trijneken Keijsers, 150 kleine roeden akkerland te Hunnecum, grenzend aan Jacop Maes, Steven Roecx, Vaes Roecx en de weg. Iedere kleine roede kostte 35 stuivers.
HCL-01.075 LvO 1757, 89v: Op 11 november 1715 verkocht Lenert Hermens, weduwnaar Meijken Roebroeck, aan Servaes Vroemen, gehuwd met Maria Spierts, 67 kleine roeden beemd "in de latte" te Grijzegrubben onder Nuth, grenzend aan Matthias Hautvast, de beek, de verkoper zelf en Lenaert Limpens, voor twee gulden per kleine roede. Met het geld zou een lening van 150 gulden, eertijds verstrekt door Matthijs Nijpels, betaald worden. De beemd had hij zo'n veertig jaar eerder gekocht van zijn broer Jan Hermens. Hij was toen al in tweede huwelijk met Maria Roebroeck, maar had deze aankoop nooit laten vastleggen.
{Hij tr. kerk Nuth 27 juli 1655 (get.: Stephanus Roecx, Henricus Schepers) Joanna ROEX, geb. ca. 1630 (geschat), overl. Nuth 14 november 1662, dr. van Johannes ROEX en Aleidis TIMMERS.
Ouders blijken uit HCL-01.075 LvO 1755, 183v.}

  • 5. Catharina ROEBROECK, geb. ca. 1640, overl. Grijzegrubben-Nuth 26 januari 1723.

HCL-01.075 LvO 1744: In 1677 had Catharina Roebroek een conflict met haar zwagers Franciscus en Hermanus Hermans. Zij pretendeerde het vruchtgebruik op de goederen en het erfdeel van wijlen haar man Arnold Hermens. Dit werd bestreden omdat hij voor zijn moeder overleden was en bovendien ook de kinderen al overleden waren.
HCL-01.075 LvO 1757, 5v: Op 27 december 1708 maakte Catharina Roebroeck, weduwe Christiaen Debits, haar testament. Allereerst liet zij aan de kerk van Nuth voor een jaargetijde, bestemd voor haar zieleheil en dat van haar vrienden, ca. een morgen land in het Hellebroekerveld, belast met een half vat rogge aan de kapelanie van Hoensbroek, grenzend aan de erfgenamen Christiaen Nuchelmans, de erfgenamen Nelis Ortmans, Vaes Corten en de weduwe Matthis Limpens. Verder beloofde zij aan de kinderen van wijlen haar neef Ercken Hermens bij Jenne Brants ruim 160 kleine roeden akkerland "die streck", grenzend aan hof Leeuw, juffrouw Canisius, Jan Holtbeckers en de Sittarderweg, met reservering van het vruchtgebruik voor Jenne Brants. Verder liet zij aan voornoemde kinderen al haar roerende goederen, met de voorwaarde dat hun moeder Jenne Brants tot hun meerderjarigheid het vruchtgebruik en beheer zou houden. Bovendien mocht Jenne Brants de begrafenis en eventuele schulden uit deze goederen bekostigen. Daarnaast moest Jenne Brants Meijken Roebroeck, zuster van de testatrice, een dukaat geven. Verder schonk zij aan Mettien Gruels 18 kleine roeden land uit een stuk van 36 kleine roeden in het Hellebroekerveld, grenzend aan Gillis Heuts en het wederdeel, waarvoor Mettien Gruels in ruil een blauw stenen kruis met inscriptie op haar graf moest plaatsen. Al haar overige onroerende goederen zouden voor de helft naar voornoemde kinderen gaan en voor de helft aan de kinderen van haar broer Henricus, te weten Jacob, Corst en wijlen Lisbet Roebroeck, voor welke laatste haar kinderen erfden.
HCL-01.075 LvO 1757, 149r: Op 23 december 1722 werd ten woonhuize van Jenne Brants te Grijzegrubben-Nuth het testament opgemaakt van de aldaar woonachtige hoogbejaarde Catharina Roebroeck, weduwe Christiaen Debits. Zij herriep haar testament van 27 december 1708 omdat zij inmiddels twee stukken land verkocht had aan Matthijs Roex.
Zij schonk nu aan haar nicht Jenne Brants, weduwe Ercken Hermens, vanwege de goede zorgen die zij de afgelopen zes jaar ontvangen had, het vruchtgebruik van ca. 80 kleine roeden akkerland "in de swarte cuijle", grenzend aan Joannes en Willem Hautvast, Jenne Brants zelf en de Wijenweg. Na haar dood zou het land in eigendom van Jenne Brants of haar kinderen bij Ercken Hermens komen, op voorwaarde dat zij ook verder nog goed verzorgd zou worden. Alle roerende goederen schonk zij aan de kinderen van Ercken Hermens en Jenne Brants, in vruchtgebruik bij hun moeder tot de kinderen meerderjarig zouden zijn. Wel mocht hieruit zoveel verkocht worden als nodig was voor de begrafenis en het aflossen van een schuld van 50 gulden aan koordeken Haeck te Sittard. Alle onroerende zouden voor de helft naar voornoemde kinderen gaan en voor de andere helft naar de kinderen van haar broer Hendrick Roebroeck, te weten Jacob, Christiaen en Lijsbeth, welke laatste reeds overleden was en in deze door haar kinderen opgevolgd werd.
Tr. kerk (1) Nuth 7 oktober 1667 Arnoldus HERMENS, ged. Nuth 14 september 1634 (get.: Joannes Corten senior, Sophia Corten uit Amstenrade), overl. ald. 4 december 1675, zn. van Leonardus HERMENS en Johanna COENEN.
Ouders blijken uit processtukken (HCL-01.075 LvO 1744).
Tr. kerk (2) Nuth 25 oktober 1678 (get.: Willem Schepers, Thomas Weustenraedt) Joannes GRUELS (alias op ten Camp), ged. Schinnen 11 december 1622 (get.: Lambertus Smets, Gertrudis Meuters), achernaam moeder Knick? Overl. Nuth 28 augustus 1689, zn. van Bartholomeus op ten CAMP en Maria van RENCKBERG.

{Hij tr. kerk Nuth 15 oktober 1650 (get.: Hermanus Gruels, Ida Gruels) Barbara BEUMERS, ged. Nuth 6 mei 1626 (get.: Joannes Cortten, Gertrudis e.v. Martinus Snijders), overl. ald. 24 september 1676, dr. van Reinerus BEUMERS en Agnes BEMELMANS.}
Tr. kerk (3) Nuth 30 januari 1690 (get.: Max. Schepers, Leonardus Hermans) Christianus DIEBETS, ged. Nuth mei 1641 (get.: Joannes Roebroeck), schepen, overl. ald. 13 juni 1706, zn. van Joannes DEBETS en Maria WIJNGAERTS.
HCL-01.075 LvO 1756, 11r: Op 17 oktober 1692 verklaarde schepen Corstgen Diebets dat hij van zijn tweede echtgenote Catharina Roebroeckx 100 gulden geleend had. Met dit geld had hij van zijn neef Arnold Lemmens een stuk land gekocht "aen de streeck" onder Nuth, grenzend aan hof Leeuw, heer Canisius, weduwe Willem Houtbeckers en de Sittarderweg. Hij sprak nu af dat, indien hij haar het geld tijdens zijn leven niet zou terugbetalen, zij het land gedurende haar leven mocht gebruiken. Zou zij voor hem overlijden, dan moest hij aan haar erfgenamen 125 kleine roeden uit dit land geven.
HCL-01.075 LvO 1756, 25v: Op 2 januari 1693 werd het testament gemaakt van schepen Corstgen Diebets. Daarin is sprake van een gesticht jaargetijde zolang de kinderen van zijn zus Melcken Diebets in leven zijn. Deze kinderen zouden ook alle "patrimoniële goederen" erven. Zijn tweede echtgenote Catharina Roebroeckx behield het vruchtgebruik op zijn huis, ruimte in de stal, kelder en zolder. Voorts zou Catharina Roebroeckx een weide te Nierhoven, grenzend aan erfgenamen Horstmans en Claes Lina Vranck, mogen gebruiken, alsmede een moestuin en weide te Nierhoven, eertijds gekocht van Paulus Horstmans. Ook mocht zij uit de vruchten jaarlijks twee malder gerst en twee malder haver gebruiken. Halfbroer Giel Debets en Gertrud Cleuters, dochter van zijn zus [= halfzus Margaretha Spee], kregen elk een koe en neef Claes Lina Vranck een driejarig rund. Schoonzus Cornelia Schillinghs werd bedacht met vier pattacons.
HCL-01.075 LvO 1756, 57r: Op 2 maart 1695 verkochten Korstgen Diebets, Jan Rameckers en de nog ongehuwde Neleken Rameckers aan Renier Crijns, gehuwd met de zus van Jan en Neleken Rameckers, 220 kleine roeden weiland te Hellebroek onder Nuth, grenzend aan Vaes Corten, Jan Corten, de uitlegger en de weg, voor honderd ducatons. De goederen waren belast met schulden, te weten 300 gulden aan de erfgenamen Munix en ca. 150 gulden aan de weduwe van luitenant-kolonel Renier Limpens. De koper beloofde binnen een jaar deze schulden te voldoen. Anders mochten de verkopers de verkoop annuleren.
HCL-01.075 LvO 1756, 195r: Op 2 juni 1706 werd het testament opgemaakt van schepen Corstgen Diebets.
Aan de kerk van Nuth liet hij ca. een halve bunder land aan de Wijenweg, grenzend aan Paulus Horstmans en Reijner Crijns, bestemd voor jaargetijden en het uitdelen van brood aan de armen die de jaarmis bijwoonden.
Aan neef Arnold Lemmens [gehuwd met Gertrud Cleuters] schonk hij ca. een morgen land, grenzend aan de erfgenamen Vaes Hamers, Matthijs Hautvast, Willem Schorkens en de Wijenweg.
Aan Claes Lino Vranck liet hij een rund naar keuze.
Aan Metgen Gruijls een eenjarig rund.
Aan de erfgenamen van zijn vrouw Catharina Roebroeckx liet hij het stuk land dat hij op 17 oktober 1692 met haar geld gekocht had.
Aan zijn echtgenote liet hij het vruchtgebruik op huis en hof, en bevestigde hij hetgeen in hun huwelijkse voorwaarden was afgesproken.
Als universele erfgenamen werden de kinderen van Reinerus Crijns en Helena Ramaekers voor tweederde en [petekind] Jacob, zoon van Jan Ramaekers en Ida Brants, voor eenderde deel aangewezen. Mocht de minderjarige Jacob voortijdig of zonder erven overlijden, dan zouden de kinderen van Reinerus Crijns zijn erfdeel verwerven.
{Hij tr. kerk Nuth 19 oktober 1674 Anna DONDERS, overl. Nuth 31 mei 1687, ingeschreven als Anna Debets, echtgenote van Christianus Debets.}

Generatie II


II.3 Henricus ROEBROECK, geb. ca. 1630, overl. Nuth 17 mei 1672.
Zijn kinderen worden genoemd in het testament van Catharina Roebroeck, weduwe Hermans en Debets (HCL-01.075 LvO 1757, 5v)
HCL-01.075 LvO 1757, 28r: Er was een conflict ontstaan tussen de erfgenamen van Hendrick Roebroek en Coen Dael aangaande de nalatenschap van Joanna Frissen, tweede echtgenote van Guiljaum Dael, waarbij de eersten als "naeste vrinden ab intestato" en Coen Dael "uijt crachte van testamente" optraden.
Er werd afgesproken dat Coen Dael een halve bunder land op het Helleveld achter Terstraten, grenzend aan de erfgenamen Claes Hermens, hoofdzijden heer Leufkens en Lemmen Raven, zou overdragen en dat de erfgenamen Roebroeck tevens de last van 6,5 kop haver op het land aan de cijnskaart Bergh zouden overnemen.
Coen Dael kreeg van de erfgenamen Roebroeck nog acht pattacons en zou de rest van de goederen erven.
Jacob Roebroeck handelde in deze namens Corst Roebroeck en de erfgenamen Reul Ackermans.
Aldus vastgelegd op 20 maart 1711.
Tr. kerk Nuth 15 augustus 1650 (get.: Henricus Schepers, Simon Paumbroeck) Maria FRISSEN, geb. ca. 1626.HCL-01.075 LvO 1745, processtukken 1686: Meijken Frissen omtrent 60 jaren, overl. Nuth 2 maart 1701, dr. van Christianus FRISSEN en Elisabeth SEVERENS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Maria ROEBROECK, ged. Nuth nov. 1650 (get.: Anna e.v. Joannes Voorst).
  • 2. Franciscus ROEBROECK, ged. Nuth 17 maart 1652 (get.: Petrus Osman, Catharina e.v. Egidius Aloffs).
  • 3. Gertrudis ROEBROECK, ged. Nuth 28 december 1653 (get.: Laurentius Corffs, Johanna Sloorts).
  • 4. Christianus ROEBROECK , ged. Nuth 11 juli 1656 (zie III.4).
  • 5. Elisabeth ROEBROECK, geb. ca. 1660, overl. Nuth 28 september 1708.

Familierelatie blijkt uit HCL-01.075 LvO 1745, processtukken 1695
HCL-01.075 LvO 1756, 139r: Op 18 januari 1698 verkocht Lijsbet Roebroex, weduwe Reul Ackermans, bijgestaan door de voogden Meijs Ackermans en Jacob Roebroeck, resp. zwager en broer, aan Peter Sijben 88 kleine roeden op het Helleveld onder Nuth, grenzend aan Geurt Hermans en Hendrick Eggen, hoofdzijde Claes Hermans, voor twintig stuivers per kleine roede.
Tr. Rolandus ACKERMANS.HCL-01.075 LvO 1745, processtukken 1686: Roelof Ackermans "oudt in de 29 jaren", ged. Schimmert 2 januari 1655 (get.: [onleesbaar]), beschadigde inschrijving; dag is niet zeker, overl. Helle-Nuth 13 december 1696, begr. Nuth 15 december 1696, zn. van Franciscus ACKERMANS en Maria CURVERS.
RHCL-AHW 169, 41: Op 21 augustus 1697 verkochten Meijs Ackermans en Jeuck Roebroeck als voogden van de kinderen van wijlen Reul Ackermans bij Lijsbet Roebroeck, aan Adam Eckermans een morgen en twaalf kleine roeden land in de hof Hunnecum onder Wijnandsrade, met de last van anderhalf vat rogge aan huis Wijnandsrade, grenzend aan Corst Roebroeck met het wederdeel en de erfgenamen Caspar Maes, hoofdzijde Claes Cordeweners.
Iedere kleine roede werd verkocht voor 27 stuivers en voor de roggepacht werd 10 pattacons in mindering gebracht.

  • 6. Jacobus ROEBROECK , ged. Nuth 3 april 1661 (zie III.8).


Generatie III


III.4 Christianus ROEBROECK, ged. Nuth 11 juli 1656 (get.: Maria Hermans), overl. Helle-Nuth 19 april 1730, tr. Beek 20 oktober 1697, jongeman van Nut, jongedochter van gen Houd onder Beeck Elisabeth COUMANS, ged. Beek 28 april 1666, overl. Helle-Nuth 15 december 1751, dr. van Michael COUMANS en Anna COUMANS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Henricus ROEBROECK, ged. Nuth 17 september 1698 (get.: Petrus Plumakers namens Christianus Debets, Mechel Paumbroeck namens Judith Wustenraij), overl. Berg en Terblijt 9 april 1760.

HCL-01.075 LvO 1759, 169r: Op 2 december 1757 verkocht Henderick Roebroeck, gehuwd met Barbara Heuts, aan de ongehuwde Gertruid Peters drie stukken land, te weten:
a) 75 kleine roeden weiland te Helle onder Nuth, grenzend aan de weduwe Jan van Loo, Matthijs Frissen, Jan Hermans en Henderick Roebroekx;
b) 49 kleine roeden akkerland op het Helleveld onder Nuth, grenzend aan Henderick Roebroekx, Maria Roebroekx, het kerkland en Frans Ackermans;
c) 62 kleine roeden akkerland "aen de Eggersdael" onder Wijnandsrade, oostwaarts grenzend aan Geurt Snackers, westwaarts Peter Muijlkens, zuidwaarts Matthijs Habets, noordwaarts de Eggersdalerweg.
Iedere kleine roede weiland kostte twee gulden, iedere kleine roede akkerland een gulden en vijf stuivers. Het geheel was belast met een schuld van 100 gulden, te korten op de koopsom.
Tr. kerk Spaubeek 13 februari 1736 Barbara HEUTS, ged. Berg en Terblijt 28 september 1704, dr. van Joannes HEUTS en Maria REESEN.

  • 2. Anna ROEBROECK, ged. Nuth 13 oktober 1701 (get.: Wilh. Canisius namens Guilliam Dael, Odilia Spierts namens Elisabeth Robroeck), overl. Helle-Nuth 10 augustus 1727.
  • 3. Maria ROEBROECK, ged. Nuth 28 november 1704 (get.: Petrus Fransen, Gertrude Drummen namens Ida Welden).

HCL-01.075 LvO 1761, 148v: vermelding van haar echtgenoot uit Antwerpen.
Tr. Jan Baptist de CORT.
Uit Antwerpen.

  • 4. Michael ROEBROECK , ged. Nuth 11 augustus 1707 (zie IV.6).


III.8 Jacobus ROEBROECK, ged. Nuth 3 april 1661 (get.: Mattias Helgers, Maria Roebroeck), overl. Helle-Nuth 20 januari 1743, senex.
HCL-01.075 LvO 1747, losse akte: Hij verklaart op 26 november 1714 dat Gertruijt van Iseren tussen Pasen en Pinksteren van het lopende jaar 1714 van zijn schoonzus Lijsbet Wuestenraedt, weduwe Jan Nuchelmans, het testament had ontvangen dat op 9 mei 1652 door Barbara Nuchelmans voor de schepenen van Nuth was opgesteld.
Hieruit blijkt dat Judith Weustenraedt een zus van Elisabeth was.
Tr. Judith WEUSTENRAEDT, overl. Helle-Nuth 6 februari 1725.

Uit dit huwelijk:

  • 1. Margaretha ROEBROECK, ged. Wijnandsrade 10 december 1685 (get.: Guilliam Dael, Cornelia Aerts), ongedateerde vermelding in doopboek Nuth oktober/december 1685.
  • 2. Maria ROEBROECK, ged. Nuth 4 maart 1687 (get.: Joannes Nuchelmans, Ida Schellen).

HCL-01.075 LvO 1759, 102r: Op 1 mei 1753 maakte Maria Roebroeck, verlamd in haar huis te Helle liggend, haar testament. Zij gaf aan haar nicht Judith Brouns, wegens goede zorgen, 50 kleine roeden weiland te Helle onder Nuth, grenzend aan Jan Hermens, alsmede 17 kleine roeden moestuin te Helle met de "halve coije". Alle overige goederen zouden door haar broer en zussen en hun kinderen geërfd worden.

  • 3. Anna ROEBROECK, ged. Nuth 19 januari 1690 (get.: Christianus Debets, Anna Corduweners), achternaam vader Frissen, een vergissing van de pastoor. Frissen was de achternaam van de moeder van Jacob Roebroeck, tr. kerk Nuth 13 januari 1728 (get.: Theodorus Meulkens, Joannes Creuwen) Paulus BRONDER, geb. ca. 1694, overl. Aalbeek-Hulsberg 2 maart 1734, 2da martij obijt Paulus Brunden uxoratus ex Aelbeeck quadraginta circiter annorum.

RHCL-NA 1911 [2769] 1 oktober 1727 is sprake van Paulus Bronder, wonend te Maastricht, die in 1718 als matroos naar Oostindië was gevaren.

  • 4. Henricus ROEBROECK , geb. ca. 1695 (zie IV.12).


Generatie IV


IV.6 Michael ROEBROECK, ged. Nuth 11 augustus 1707 (get.: Wilhelmus Schepers namens Leonardus Hermens, Joanna Wijers namens Anna Erckens (uit Spaubeek)), overl. Brand-Nuth 16 april 1748, tr. kerk Nuth 8 november 1731 (get.: Henricus Robroeck, Joseph Helders) Lucia HELDERS, ged. Nuth 13 december 1706 (get.: Wilhelmus Schepers namens Aegidius Hendricks (uit Tongeren), Joanna dochter van secretaris Wilhelmus Canisius), overl. Grijzegrubben-Nuth 5 december 1777, begr. Nuth 7 december 1777, dr. van Joseph HELDERS en Catharina GOOSSENS.
HCL-01.075 LvO 1760, 148v: Op 17 januari 1770 verkocht Joan Baptist Lefeber, inwoner van Schinnen en gehuwd met Anna Mechtildis Cordeweners, met volmacht van Maria Roebroeck, weduwe Jean Baptist de Cort uit Antwerpen, en als oom en voogd van Maria Teresia de Cort, aan haar schoonzus Lucia Helders, weduwe Machiel Roebroeck, 47 kleine roeden akkerland op het Heeleveld onder Nuth, grenzend aan Gertruijd Peters, Lucia Helders zelf en het kerkeland van Nuth. Het land afkomstig van Christiaen Roebroeck en Elisabeth Coumans, de schoonouders van Lucia Helders, werd verkocht voor 100 gulden.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Christianus ROEBROECK, ged. Nuth 12 september 1732 (get.: Joseph Helders (grootvader), Elisabeth Cosmans), overl. ald. 13 februari 1753.
  • 2. Maria Catharina ROEBROECK, ged. Nuth 16 januari 1737 (get.: Joseph Helders, Maria Roebroeck).
  • 3. Anna Elisabeth ROEBROECK, ged. Nuth 24 september 1741 (get.: Leonardus Slangen, Catharina Bemelmans), overl. ald. 13 april 1812, tr. kerk ald. 24 juni 1769 Joannes Petrus SCHETTERS, geb. Brandt-Nuth, ged. Nuth 16 november 1749 (get.: Petrus Dormans (oom), Gertrudis Laurens), overl. ald. 5 oktober 1810, zn. van Matthias Laurentius SCHETTERS en Catharina DORMANS.

HCL-01.075 LvO 1760, 225v: Op 12 mei 1770 leenden Joannes Petrus Schetters, gehuwd met Elisabeth Roebroeck, en diens nog ongehuwde zwager Joseph Roebroeck 150 gulden tegen 5% van Peter Grootjans, inwoner van Hunnecum en weduwnaar van Maria Moberts. Tot borg werden gesteld:
a) 50 kleine roeden akkerland op de Karrestraat te Nuth, grenzend aan Arnold Bemelmans en Joseph Helders;
b) 65 1/4 kleine roeden akkerland aan de Baarsgrubbe, grenzend aan heer Jeuten, Joseph Helders en Hermen Meijs;
c) 68,5 kleine roeden weiland "de Berghweijde", grenzend aan Joannes Slangen en Leonardus Smeets.
HCL-01.075 LvO 1761, 110r: Op 19 oktober 1778 verkocht Joannes Petrus Schetters, gehuwd met Elisabeth Roebroeckx, wonend te Grijzegrubben-Nuth, aan Joannes Hermens, gehuwd met Maria Christina Diederen, en aan de ongehuwde Geurt Hermens 50 kleine roeden akkerland op het Helleveld onder Nuth, grenzend aan de verkoper, Nicolaes Ruijsop, Gabriel Limpens en nogmaals de verkoper voor twee gulden en tien stuivers per kleine roede.
HCL-01.075 LvO 1763, 20v: Anna Maria Ritzen, weduwe Peter Vaessen, liet in haar testament van 27 september 1781 opnemen dat Joannes Petrus Schetters en diens echtgenote Elisabeth Roebroeckx, alle appelen die nu aan de bomen hingen, alle aardappelen uit haar moestuin en vier rokken zouden erven.
HCL-01.075 LvO 1762, 29v: Op 29 oktober 1781 verkocht Joannes Petrus Schetters, gehuwd met Elisabeth Roebroeckx, aan Joannes Hermens, gehuwd met Maria Christina Diederen, en de ongehuwde Matthias Hermens, 93,5 kleine roeden akkerland "op den ertmergel" achter Helle onder Nuth, grenzend aan Joannes petrus Frissen, Gabriel Beckers en het kerkland van Nuth voor 53 stuivers per kleine roede.
HCL-01.075 LvO 1763, 216r: Op 5 juli 1788 ontving Joannes Petrus Schetters, inwoner van Grijzegrubben-Nuth en gehuwd met Elisabeth Roebroeck, 40 gulden van Henricus Urlings, gehuwd met Maria Elisabeth Kleijntjens, staande op een vat rogge aan de kerk van Nuth. Tot onderpand voor de correcte betaling stelde Joannes Petrus Schetters 68 kleine roeden weiland "de Berghweijde" te Grijzegrubben, grenzend aan Leonardus Smeets en Nicolaes Cordeweners; alsmede 22 kleine roeden akkerland op de Geijsberg, grenzend aan Joseph Helders, Nicolaes Cordeweners en Leonardus Smeets.

  • 4. Joseph ROEBROECK, ged. Nuth 4 juni 1745 (get.: Aegidius Helders, Maria Ackermans), overl. ald. 4 februari 1782.


IV.12 Henricus ROEBROECK, geb. ca. 1695, overl. Hulsberg 11 maart 1769.
Ouders vermeld bij ondertrouw.
Otr. Klimmen 6 juni 1723 (get.: Meerten Weelschen, Anna Robroeks, Catharina Kerkherderen), met vermelding ouders, tr. Klimmen 21 juni 1723, tr. kerk Nuth 24 juni 1723 (get.: Martinus Welsen, Anna Roebroeck) Elisabeth KERCKHERDEREN, ged. Hulsberg 16 oktober 1697 (get.: Maria Robroock), dr. van Joannes KERCKHERDEREN en Joanna RAMECKERS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Jacobus ROEBROECK, ged. Hulsberg 25 december 1723 (get.: Joannes Kerckherderen namens Jacobus Robroeck, Catharina Kerckherderen), overl. Helle-Nuth 4 februari 1741.
  • 2. Joanna ROEBROECK, ged. Nuth 20 september 1726 (get.: Petrus Meulkens namens Joannes Kerckherderen (grootvader), Anna Roebroeck (tante)), overl. Helle-Nuth 15 september 1781, buikloop, begr. Nuth 16 september 1781, tr. kerk ald. 10 augustus 1760, familieverwantschap 2e graad (affinitatis); de moeder van zijn eerste echtgenote was een zus van de vader van zijn tweede echtgenote Petrus MEULKENS, ged. Schimmert 9 oktober 1725, overl. Wijnandsrade 30 augustus 1808, zn. van Joannes MEULKENS en Ida EGGEN.

{Hij tr. kerk Nuth 8 juli 1754 Judith BRUNDEN, ged. Hulsberg 12 juni 1732 (get.: Henricus Robroeck, Gertrudis Drummen), overl. Nuth 11 maart 1758.Judith Blonden, dr. van Paulus BRONDER en Anna ROEBROECK.
HCL-01.075 LvO 1759, 170r: testament met vermelding Judith, dochter van haar oom Hendrik Roebroeck.}

  • 3. Judith ROEBROECK, geb. Helle-Nuth, ged. Nuth 23 juli 1728 (get.: Anna Roebroeck namens Maria Roebroeck), overl. Hulsberg 4 november 1795.

HCL-01.075 LvO 1760, 270r: Op 30 november 1773 verkocht Judith Robroeck, ongehuwd en wonend te Arensgenhout, aan de nog ongehuwde Joannes Hermens uit Helle-Nuth, de volgende, onder Nuth gelegen, onroerende goederen:
a) 119 kleine roeden weiland "Eggejans weijde" te Helle, grenzend aan de straat, Joannes Raeven en de weduwe Mathijs Moenen;
b) 94 kleine roeden akkerland achter Helle gelegen, grenzend aan Mathijs Hermens, Geurt Hermens, Gertruijd Eggen en Joannes Hermens;
c) 95 kleine roeden akkerland nabij Helle achter de huiswei van de koper, grenzend aan Joannes Hermens, Joannes Heuschen, de huiswei en Peter Mulckens.
Elke kleine roede werd verkocht voor twee gulden en tien stuivers. Verder moesten nog acht vaten koren geleverd worden.
De koper verklaarde dat het geld voor een deel door zijn broers Simon en Godefridus Hermens verstrekt was. Derhalve zouden de percelen onderling verdeeld worden.

  • 4. Anna Maria ROEBROECK, ged. Nuth 5 juni 1731 (get.: Michael Roebroeck, Maria Ackermans), tr. Gerardus KONINCKX.
  • 5. Catharina ROEBROECK, ged. Hulsberg 25 oktober 1735.
  • 6. Catharina ROEBROECK, ged. Hulsberg 21 november 1737.


Bronnen

Medewerkers

Harry Luijten: eerste versie op 6 januari 2024