Erens

Uit Genealogie Limburg Wiki
Versie door HLuijten (overleg | bijdragen) op 5 feb 2024 om 14:31 (Nieuwe pagina aangemaakt met '<b>GENEALOGIE ERENS</b> ===<b>Algemene opmerkingen</b>=== De familienaam Erens (ook Errens, Ernst) is een patroniem afgeleid van de voornaam Ernst.<br> In Zuid-Li...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

GENEALOGIE ERENS

Algemene opmerkingen

De familienaam Erens (ook Errens, Ernst) is een patroniem afgeleid van de voornaam Ernst.
In Zuid-Limburg komen meerdere families voor waarvan de omderlinge verwantschap (nog) niet vastgesteld kon worden.
Onderstaande genealogie behandelt de familie Erens die vanaf 1722 in Wijnandsrade wordt aangetroffen.


Generatie I

I.1 Joannes ERENS, overl. Kerkrade 11 augustus 1699.
Mogelijk ook gelijk aan Johan der schmidt von Klosterrade.
Tr. Anna NELIS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Joanna ERENS, ged. Kerkrade 12 maart 1651 (get.: Heilger Konnen, Threin Busz), vader Johan der schmidt zu Klosteraedt, moeder Engen Nelis.
  • 2. Leonardus ERENS, ged. Kerkrade 28 oktober 1654 (zie II.2).
  • 3. Nicolaus ERENS, ged. Kerkrade 11 april 1657 (get.: Hermanus Wetzel, Elisabeth Lauters "loco alterius"). Joannes Errets, Anna Nellis.
  • 4. Mathias ERENS, ged. Kerkrade 2 november 1659 (get.: Matthijas Souren, Gertrudis Beuck). Joannes Errens, Joanna Nelles.
  • 5. Arnoldus ERENS, ged. Kerkrade 14 mei 1662 (get.: Wilhelmus Dauzenbergs, Helena Kusters). Joannes Errentz, Anna Nellis.
  • 6. Joannes ERENS, ged. Kerkrade 19 april 1665 (get.: Hubertus Savelberg, Catharina Kirchoffs). Joannes Erens, Anna Nelles.
  • 7. Petrus ERENS, ged. Kerkrade 9 september 1668 (get.: Petrus Corckens, Maria Nellis). Joannes Erens, Anna Nellis.


Generatie II

II.2 Leonardus ERENS, ged. Kerkrade 28 oktober 1654 (get.: Herman Reutzelveld, Mergen Peter Kreickelberg hausfrau), overleden tussen 4 december 1708 en 19 februari 1709[1]).
Zijn afstamming is hypothetisch. Doopboek Kerkrade is een afschrift en geeft als ouders Johan Arer en Engen Nelis; vermoedelijk een leesfout bij het transcriberen.
Op 26 augustus 1698 verkocht Nellis Scheren, gehuwd met Catharina Bunis, aan Lenart Erens, gehuwd met Maria Scheren, 172 kleine roeden akkerland "op den graeff", zijnde leen van Brucheim Anstel, grenzend aan Lenardt Errens en Goris Scheren, hoofdzijden de Baener- en Groeneweg; voorts 80 kleine roeden grasland "in die baemweijde" en eveneens leen van Brucheim Anstel, grenzend aan Hendrick en Zander Scheren, hoofdzijde de Baenweg en de beek. Iedere morgen werd verkocht voor 100 daalder.[2]
Op 31 maart 1705 verscheen Lenart Erens, "in huwelijck sittende" met Mergen Scheren (sic!), voor de Mankamer van stad en land van Hertogenrade, en overhandigde een verklaring, getekend door de heer Fabritius, pastoor te Merkstein, zaakgelastigde van Caspar Dautzenberg, en verzocht gegicht te worden in negen "vierdels" akkerland, gelegen in twee percelen in de Ham, te weten anderhalve morgen, grenzend aan baron Trips en Jan Baelen, hoofdzijde de groeneweg, alsmede drie "vierdel", grenzend aan de weduwe Hendrick Scheren en Christiaen Swarts, hoofdzijden baron Trips en de Hamweg.
De verklaring vermeldde dat Lenart Erens ca. vijf morgen land in de Ham onder Kerkrade had gekocht van wijlen Caspar Doutzenberg, in leven raadsheer en fiscaal van de keurvorst van Palts, voor een bedrag van 215 pattacons. In een andere akte, dezelfde dag ingeschreven, wordt Lenart Erenst genoemd als leenman van de Mankamer van Hertogenrade.[3]
Tijdens de genachting van de schepenbank Kerkrade op 27 september 1707 werd Lenard Errens "tegenwoordigh woonende op den hoff Onderste Vroenraedt" gedaagd door Willem Theodor Chorris, landdeken van Kriekenbeek en pastoor van Wachtendonk vanwege "diverse pretensien"
Op 29 november 1707 werd aangedrongen op een antwoord, want Leonard Errens had nog niet gereageerd op het verzoek dat hij in oktober had ontvangen.
Op 20 december 1707 bleek dat Lenard Errens 99 kleine roeden weiland van Peter Geilenkirchen gekocht had en dat op die weide zes Akense gulden en een halve kop rogge aan de tijdelijke kapelaan van Kerkrade stonden. Dit kwam bovenop hetgeen bij verkoop gemeld was en daarover wilde Erens uitsluitsel.
Ondertussen, op dezelfde dag, vroeg de landdeken wederom om antwoord en het verzoek aan te tekenen dat Errens in gebreke was gebleven.
En werd herhaald om antwoord gevraagd op 17 januari en 31 januari 1708.
Op 3 juli 1708 trad procureur Kevers op namens de landdeken met verzoek aan Erens om binnen veertien dagen te reageren op de stukken die de procureur had voorgelegd.
Tijdens de genachting van 16 oktober 1708 bleek de kwestie nog steeds te spelen.
Op 30 oktober 1708 reageerde procureur Kevers nogmaals, refererend aan een akte van Theobald a Campo van 27 januari 1707. Hij verklaarde domicilie te kiezen ten huize van landmeter Spierts.[198]
Nogmaals gevraagd om reactie op 13 november 1708 [201]
Op 4 december 1708 bleek ook Leonard Errens te reageren. Hij wees op de akte van a Campo die niets met zijn zaak te doen had maar alleen betrekking had op de komst van a Campo op Mittel Fronrath.
Als er op 19 februari 1709 weer een aantekening wordt gemaakt, blijkt dat Leonard Errens inmiddels overleden is. Procureur Kevers richt zich dan ook tot zijn erfgenamen om in deze zaak genoegdoening te geven, en herhaalt dit verzoek op 29 april 1709
Waarschijnlijk is de zaak vervolgens door de erfgenamen geregeld want er komen geen verdere vermeldingen meer voor.[4] Op de genachting van 28 november 1718 verklaarde de weduwe van Hendrick Scheren, samen met haar kinderen, dat baron van Trips en baron van Eijnatten, heer van Nuth, een vordering hadden op de erfgenamen van Niclaes Scheren vanwege vervallen rente op een lening van 100 pattacons. Deze schuld was bij verdeling van de erfenis aan Goris Scheren en de erfgenamen van Lenard Erens toegevallen.
Maar deze waren niet van plan om te betalen. Derhalve verzocht de weduwe om dagvaarding.[5]
Op de genachting van 7 december 1728 werden wederom de erfschulden uitgebreid besproken.
Niclaes Scheren, grootvader van de aangeklaagden, had 100 gulden geleend van barones, weduwe van Roist, en bij de verdeling van de erfenis op 28 maart 1693 was deze schuld toegevallen aan Goris Scheren en Lenard Errens, twee van de zeven belanghebbenden.
De overige vijf erfgenamen zouden vanaf die dag geen verplichtingen meer hebben m.b.t. deze schuld.
Zij drongen dan ook aan op dagvaarding van Joannes Errens en Marten Thielen, gehuwd met Anna Scheren, als vertegenwoordigers van genoemde erfgenamen om hen te vrijwaren van enige vorm van aansprakelijkheid.
Met grote regelmaat werd er in de loop van 1729 en 1730 om medewerking en reactie gevraagd.
Op 18 maart 1732 werd een overzicht gegeven van de achterstallige rente op de lening die Niclaes Scheren eertijds was aangegaan en op 5 oktober 1649 gerealiseerd voor de schepenbank Kerkrade.
Tot 5 oktober 1728 was de rente opgelopen tot 116 en een kwart pattacon en daarna nog verder gegroeid.
Baron van Trips eiste nu betaling en daar werd regelmatig tegen geprotesteerd omdat men niet zeker was of Trips wel de rechte erfgenaam van deze lening was. De kwestie werd in 1737 voor de erfgenamen Erens afgesloten maar niet voor de erfgenamen Scheren [392][6]
HCL-LvO 2425: Op 17 mei 1737 werd voor de schepenbank Kerkrade door Caspar Rhoen een kwitantie ter realisatie aangeboden.
Daarin verklaarde de heer Trips dat hij op 3 mei 1737 van Caspar Rhoen, gehuwd met Anna Scheren, 33 pattacons ontvangen had, waarmee hij namens zijn echtgenote en de erfgenamen Lenard Erens, hun deel in een schuld van 100 pattacons tot laste van de erfgenamen Niclaes Scheren had betaald.
[7]

Tr. kerk Kerkrade 3 november 1680 (get.: Godefridus Baur, Leonardus Pöttgens) Maria SCHEREN, ged. Kerkrade 7 juli 1658 (get.: Joannes Hagelstein, Maria van den Hoff). Nicolais Scheren defuncti, overl. Mittel Fronrath. Maria Scheren uxor Leonardi Errens obijt in patria Heidensi vulgo in villa mithel froenrath, begr. Kerkrade 8 maart 1700, dr. van Nicolaas Gregorius SCHEREN en Anna DORTANS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Joannes ERENS, ged. Kerkrade 3 april 1681 (zie III.1).
  • 2. Anna ERENS, ged. Kerkrade 13 oktober 1683 (get.: Joannes Beckers, Caecilia Hagelstein [gehuwd met Joannes Scheren]).
  • 3. Anna Catharina ERENS, ged. Kerkrade 18 april 1686 (get.: Godefridus Krombach, Anna Catharina Fabritius).
  • 4. Reinerus ERENS, ged. Kerkrade 24 oktober 1688 (get.: Mathijas Erens, Elisabeth Scheren).
  • 5. Elisabeth ERENS, ged. Kerkrade 17 januari 1694 (get.: Arnoldus Erens, Elisabeth Savelberg).
  • 6. Henricus ERENS, ged. Kerkrade 1 februari 1695 (zie III.7).

In bewerking

Bronnen

  1. HCL-01.075 LvO 2390: Op 4 december 1708 verschijnt hij nog voor het gerecht; op 19 februari 1709 treden zijn erfgenamen op.
  2. HCL-01.075 LvO 2281, 165v
  3. HCL-01.075 LvO 2282, 23v
  4. HCL-01.075 LvO 2390, 149v e.v. diverse genachtingen tussen 27 september 1707 en 29 april 1709
  5. HCL-01.075 LvO 2391, genachting van 28 november 1718
  6. HCL-01.075 LvO 2391, genachtingen vanaf 7 december 1728
  7. HCL-01.075 LvO 2425

Medewerkers

Harry Luijten: eerste versie op 5 februari 2024