Anonieme gebruiker

Wijzigingen

Uit Genealogie Limburg Wiki
1.542 bytes toegevoegd ,  13 maart
geen bewerkingssamenvatting
Regel 260: Regel 260:  
<i>Op 17 mei 1731 leenden zij wederom geld van voornoemde deken. Nu namen zij 600 rijksdaalders op tegen 5% rente. Herman Meijs stelde nu zij huis, hof, tuin en huiswei te Terstraten, groot vijf morgen, alsmede 250 kleine roeden beemd, grenzend aan de weduwe Jan Cremers, en 150 kleine roeden land, grenzend aan Jacob en Paulus Meijs, tot onderpand. Mathijs Hautvast borgde met zijn huis, hof, tuin en huiswei te Terstraten, groot een bunder; met een bunder weide, grenzend aan Peter en Michiel Meijs; drie bunder weide &quot;de houvenast&quot;, grenzend aan Jan Drummen en Jacob Meijs.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1757, 282v</ref><br>
 
<i>Op 17 mei 1731 leenden zij wederom geld van voornoemde deken. Nu namen zij 600 rijksdaalders op tegen 5% rente. Herman Meijs stelde nu zij huis, hof, tuin en huiswei te Terstraten, groot vijf morgen, alsmede 250 kleine roeden beemd, grenzend aan de weduwe Jan Cremers, en 150 kleine roeden land, grenzend aan Jacob en Paulus Meijs, tot onderpand. Mathijs Hautvast borgde met zijn huis, hof, tuin en huiswei te Terstraten, groot een bunder; met een bunder weide, grenzend aan Peter en Michiel Meijs; drie bunder weide &quot;de houvenast&quot;, grenzend aan Jan Drummen en Jacob Meijs.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1757, 282v</ref><br>
 
<i>Op 9 oktober 1731 leenden zij vierhonderd pattacons tegen 5% van licenciaat van der Meer, gehuwd met Maria Elisabeth Canisius. Hermen Meijs stelde tot borg drie percelen in de Withegge met een oppervlak van ongeveer drie bunders. Een bunder grensde aan Nijst Alofs en Jan Slangen, een halve bunder grensde aan de erfgenamen Leonard Curffs en de weduwe Jan Cremers, en een bunder grensde aan de Bekkerweg, Leonaert Limpens en Geurt Snackers. Matthijs Hautvast borgde met ca. drie bunder akkerland aan de Waterkuil, grenzend aan de erfgenamen Matthijs Rentgens, Arnold Bemelmans en aan Servaes Vroemen en de erfgenamen Schaesbergh.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1757, 304v</ref><br>
 
<i>Op 9 oktober 1731 leenden zij vierhonderd pattacons tegen 5% van licenciaat van der Meer, gehuwd met Maria Elisabeth Canisius. Hermen Meijs stelde tot borg drie percelen in de Withegge met een oppervlak van ongeveer drie bunders. Een bunder grensde aan Nijst Alofs en Jan Slangen, een halve bunder grensde aan de erfgenamen Leonard Curffs en de weduwe Jan Cremers, en een bunder grensde aan de Bekkerweg, Leonaert Limpens en Geurt Snackers. Matthijs Hautvast borgde met ca. drie bunder akkerland aan de Waterkuil, grenzend aan de erfgenamen Matthijs Rentgens, Arnold Bemelmans en aan Servaes Vroemen en de erfgenamen Schaesbergh.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1757, 304v</ref><br>
<i>RHCL-LvO 1757, 303r [NA 1893 [2678]]: Op 29 mei 1732 leenden Hermen Meijs en Mathias Hautvast 1500 rijksdaalders van luitenant-kolonel Jean Jacques Heldevier. Hermen Meijs verhypothekeerde zijn huis, hof en weide, groot anderhalve bunder, grenzend aan Geurt Snackers en Jan Limpens; alsmede ruim vijf bunder land achter de huisweide, grenzend aan Geurt Snackers en Lenaert Limpens. Mathijs Hautvast borgde met drie bunder weide &quot;Overweijde&quot;, grenzend aan Giel Cremers en Hendrick Drummen; verder met zijn huis, moestuin en weide, groot een bunder, grenzend aan Vaes Dormans en Jan Drummen; voorts met een bunder weide &quot;de Neij&quot;, grenzend aan Giel en Peter Meijs; en tenslotte twee bunder akkerland &quot;in de Swartcuijl&quot;, grenzend aan Jacob Bemelmans en Gerard Keuten.</i><br>
+
<i>Op 29 mei 1732 leenden Hermen Meijs en Mathias Hautvast 1500 rijksdaalders van luitenant-kolonel Jean Jacques Heldevier. Hermen Meijs verhypothekeerde zijn huis, hof en weide, groot anderhalve bunder, grenzend aan Geurt Snackers en Jan Limpens; alsmede ruim vijf bunder land achter de huisweide, grenzend aan Geurt Snackers en Lenaert Limpens. Mathijs Hautvast borgde met drie bunder weide &quot;Overweijde&quot;, grenzend aan Giel Cremers en Hendrick Drummen; verder met zijn huis, moestuin en weide, groot een bunder, grenzend aan Vaes Dormans en Jan Drummen; voorts met een bunder weide &quot;de Neij&quot;, grenzend aan Giel en Peter Meijs; en tenslotte twee bunder akkerland &quot;in de Swartcuijl&quot;, grenzend aan Jacob Bemelmans en Gerard Keuten.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1757, 303r</ref><br>
<i>RHCL-LvO 1758, 82v: Op 16 februari 1734 leenden zij van dezelfde Heldevier 400 pattacons, getuige een wisselbrief die op 6 juli 1737 bij notaris Hupkens te Maastricht [NA 1951 [890]] t.b.v. de erven Heldevier werd bevestigd. Hermen Meijs borgde met 221 kleine roeden beemd te Terstraten, grenzend aan Peter Eggen en de weg; anderhalve morgen weide in de Veltweide, grenzend aan Geurt Snackers en Nicolaes Coenen; en anderhalve morgen in de Bergweide, grenzend aan Leonaerd Limpens en Peter Eggen. Mathijs Hautvast borgde met drie bunder weide &quot;Overweijde&quot;, grenzend aan Giel Cremers en Hendrick Drummen; verder met zijn huis, moestuin en weide, groot een bunder, grenzend aan Vaes Dormans en Jan Drummen; voorts met een bunder weide &quot;de Neij&quot;, grenzend aan Giel en Peter Meijs; verder met twee bunder akkerland &quot;in de Swartcuijl&quot;, grenzend aan Jacob Bemelmans en Gerard Keuten; voorts met ca. twee morgen beemd, gelgen aan de Narregats, grenzend aan juffrouw Canisius en Hans Wolter van Schaesbergh; anderhalve morgen beemd &quot;op de Pesch&quot;, grenzend aan Vaes Vroemen en de straat; en tenslotte 2,5 morgen akkerland &quot;de Paltsman&quot;, grenzend aan Jan Cremers en Nicolaes Coenen.</i><br>
+
<i>Op 16 februari 1734 leenden zij van dezelfde Heldevier 400 pattacons, getuige een wisselbrief die op 6 juli 1737 bij notaris Hupkens te Maastricht t.b.v. de erven Heldevier werd bevestigd.</i><br>
 +
<i>Hermen Meijs borgde met 221 kleine roeden beemd te Terstraten, grenzend aan Peter Eggen en de weg; anderhalve morgen weide in de Veltweide, grenzend aan Geurt Snackers en Nicolaes Coenen; en anderhalve morgen in de Bergweide, grenzend aan Leonaerd Limpens en Peter Eggen.</i><br>
 +
<i>Mathijs Hautvast borgde met drie bunder weide &quot;Overweijde&quot;, grenzend aan Giel Cremers en Hendrick Drummen; verder met zijn huis, moestuin en weide, groot een bunder, grenzend aan Vaes Dormans en Jan Drummen; voorts met een bunder weide &quot;de Neij&quot;, grenzend aan Giel en Peter Meijs; verder met twee bunder akkerland &quot;in de Swartcuijl&quot;, grenzend aan Jacob Bemelmans en Gerard Keuten; voorts met ca. twee morgen beemd, gelgen aan de Narregats, grenzend aan juffrouw Canisius en Hans Wolter van Schaesbergh; anderhalve morgen beemd &quot;op de Pesch&quot;, grenzend aan Vaes Vroemen en de straat; en tenslotte 2,5 morgen akkerland &quot;de Paltsman&quot;, grenzend aan Jan Cremers en Nicolaes Coenen.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1758, 82v; HCL-Notarieel Archief 1951 Hupkens Maastricht</ref><br>
 
<i>Op de genachting van de schepenbank Nuth op 29 november 1734 klaagde Herman Meijs Vaes Bemelmans van Spaubeek aan. Bemelmans zou een schaap van Meijs zonder toestemming weggenomen hebben.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1736</ref><br>
 
<i>Op de genachting van de schepenbank Nuth op 29 november 1734 klaagde Herman Meijs Vaes Bemelmans van Spaubeek aan. Bemelmans zou een schaap van Meijs zonder toestemming weggenomen hebben.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1736</ref><br>
 
<i>Op 30 maart 1735 verkocht Hermen Meijs, gehuwd met Helena Hautvast, aan Gerard Keutten, burger van Maastricht en gehuwd met Anna Hautvast, 156 kleine roeden land aan de Bachgrubbe in het Grijzegrubberveld tussen Gerard Keutten en de erven Schaesbergh, voor 21 stuivers per kleine roede. De op het land wassende tarwe zou naar de verkoper gaan, die ook beloofde de schat over 1735 te betalen.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1758, 39v</ref><br>
 
<i>Op 30 maart 1735 verkocht Hermen Meijs, gehuwd met Helena Hautvast, aan Gerard Keutten, burger van Maastricht en gehuwd met Anna Hautvast, 156 kleine roeden land aan de Bachgrubbe in het Grijzegrubberveld tussen Gerard Keutten en de erven Schaesbergh, voor 21 stuivers per kleine roede. De op het land wassende tarwe zou naar de verkoper gaan, die ook beloofde de schat over 1735 te betalen.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1758, 39v</ref><br>
Regel 326: Regel 328:  
<i>Zij ondertekende met Mettel Hermans.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1725, processtukken</ref><br>
 
<i>Zij ondertekende met Mettel Hermans.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1725, processtukken</ref><br>
 
<i>RHCL-20.086A Brabants Hooggerechtshof Maastricht inv. 921, 128: Op 16 februari 1712 werd Paulus Meijs van Nuth, ca. 35 jaar oud, burger van Maastricht in het kremersambacht.</i><br>
 
<i>RHCL-20.086A Brabants Hooggerechtshof Maastricht inv. 921, 128: Op 16 februari 1712 werd Paulus Meijs van Nuth, ca. 35 jaar oud, burger van Maastricht in het kremersambacht.</i><br>
<i>RHCL-LvO 1757, 108r [RHCL-NA 1661 [2202]]: Op 19 mei 1715 verkocht Paulus Meijs, burger van Maastricht en gehuwd met Windel Vroomen, ten overstaan van notaris a Cruce te Maastricht, voor 225 gulden zijn zesde deel uit de erfenis van zijn ouders Laurens Meijs en Mechtel Hermens, gelegen in de Berger Driessen te Nuth, aan zijn zwager Reiner Crijns, gehuwd met Mechel Meijs.</i><br>
+
<i>Op 19 mei 1715 verkocht Paulus Meijs, burger van Maastricht en gehuwd met Windel Vroomen, ten overstaan van notaris a Cruce te Maastricht, voor 225 gulden zijn zesde deel uit de erfenis van zijn ouders Laurens Meijs en Mechtel Hermens, gelegen in de Berger Driessen te Nuth, aan zijn zwager Reiner Crijns, gehuwd met Mechel Meijs.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1757, 108r; HCL-Notarieel Archief 1661 a Cruce Maastricht</ref><br>
 
<i>RHCL-NA 1855 [1030-1032]</i><br>
 
<i>RHCL-NA 1855 [1030-1032]</i><br>
 
Gehuwd voor de kerk op 34-jarige leeftijd op 7 februari 1711 te Sint Martinus Maastricht (getuige(n): Joannes Vroemen, Christianus Hopmans, Catharina Stijns, Maria Vrancken e.v.a.). <i>Paulus Meijs ex Nuth et Windelia Vroemen ex nostra parochia per rubrum sigillum</i> met <b>Windeline VROEMEN</b>, 19 jaar oud, gedoopt op 9 maart 1691 te Sint Martinus Maastricht (getuige(n): Matthias Vrancken loco Gulielmus de Housselt, Mechtild Cupers), dochter van <b>Nicolaas VROEMEN</b>, koopman, en <b>Mechtild VRANCKEN</b>.<br>
 
Gehuwd voor de kerk op 34-jarige leeftijd op 7 februari 1711 te Sint Martinus Maastricht (getuige(n): Joannes Vroemen, Christianus Hopmans, Catharina Stijns, Maria Vrancken e.v.a.). <i>Paulus Meijs ex Nuth et Windelia Vroemen ex nostra parochia per rubrum sigillum</i> met <b>Windeline VROEMEN</b>, 19 jaar oud, gedoopt op 9 maart 1691 te Sint Martinus Maastricht (getuige(n): Matthias Vrancken loco Gulielmus de Housselt, Mechtild Cupers), dochter van <b>Nicolaas VROEMEN</b>, koopman, en <b>Mechtild VRANCKEN</b>.<br>
Regel 338: Regel 340:  
Uit dit huwelijk:<br>
 
Uit dit huwelijk:<br>
 
*1. <b>Bavo Jacobus</b>, secretaris schepenbank Nuth, gedoopt op 27 februari 1701 te Nuth (getuige(n): Christianus Nuchelmans, Christophorus Wilms namens zijn vader Wilhelmus Wilms, Mechtild Hermans), overleden op 17 januari 1780 te Nuth op 78-jarige leeftijd, begraven op 19 januari 1780 te Nuth.<br>
 
*1. <b>Bavo Jacobus</b>, secretaris schepenbank Nuth, gedoopt op 27 februari 1701 te Nuth (getuige(n): Christianus Nuchelmans, Christophorus Wilms namens zijn vader Wilhelmus Wilms, Mechtild Hermans), overleden op 17 januari 1780 te Nuth op 78-jarige leeftijd, begraven op 19 januari 1780 te Nuth.<br>
<i>RHCL-LvO 1735, genachting 25 januari 1723: Bavo Jacob Meijs, zoon van wijlen Paulus Meijs en Judith Frissen, vroeg om de aanstelling van zijn vaderlijke ooms Peter Meijs en Matthijs Hautvast de jonge tot zijn voogden.</i><br>
+
<i>Genachting 25 januari 1723: Bavo Jacob Meijs, zoon van wijlen Paulus Meijs en Judith Frissen, vroeg om de aanstelling van zijn vaderlijke ooms Peter Meijs en Matthijs Hautvast de jonge tot zijn voogden.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1735</ref><br>
<i>RHCL-LvO 1735, genachting van 18 juni 1725: eedaflegging van Jacobus Meijs, door de heer van Nuth benoemd tot secretaris van de schepenbank.</i><br>
+
<i>Genachting van 18 juni 1725: eedaflegging van Jacobus Meijs, door de heer van Nuth benoemd tot secretaris van de schepenbank.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1735</ref><br>
<i>RHCL-LvO 1757, 204r (en 232r): Op 24 november 1727 kocht secretaris Jacobus Bavo Meijs van Leonard en Wijnand Schorens, en hun zwager Frans Dirk Dortants, gehuwd met Mechtild Schorens, 245 en een kwart kleine roeden weiland te Hunnecum onder Nuth, zonder het huis dat op deze weide stond, grenzend aan Marten Cobben, Geurt Eckermans, de Putweg en de gats, voor 625 gulden. Hiervan werd 525 gulden afgetrokken vanwege een schuld met verlopen rente, en voor het overige bedrag nam hij een deel van de schuld aan vicaris Ophoven, kapelaan OLV te Maastricht, over.</i><br>
+
<i>Op 24 november 1727 kocht secretaris Jacobus Bavo Meijs van Leonard en Wijnand Schorens, en hun zwager Frans Dirk Dortants, gehuwd met Mechtild Schorens, 245 en een kwart kleine roeden weiland te Hunnecum onder Nuth, zonder het huis dat op deze weide stond, grenzend aan Marten Cobben, Geurt Eckermans, de Putweg en de gats, voor 625 gulden. Hiervan werd 525 gulden afgetrokken vanwege een schuld met verlopen rente, en voor het overige bedrag nam hij een deel van de schuld aan vicaris Ophoven, kapelaan OLV te Maastricht, over.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1757, 204r en 232r</ref><br>
<i>RHCL-LvO 1736, genachting van 15 februari 1729: Tijdens een veiling van het erfdeel van Paulus Hautvast, bestaande uit het zevende deel in drie morgen huis met hof en weide te Grijzegrubben onder Nuth, verbleef dit deel voor 1000 gulden aan secretaris Meijs. De veiling had plaats op verzoek van de erfgenamen Boomhouer die een vordering op Paulus Hautvast hadden lopen.</i><br>
+
<i>Genachting van 15 februari 1729: Tijdens een veiling van het erfdeel van Paulus Hautvast, bestaande uit het zevende deel in drie morgen huis met hof en weide te Grijzegrubben onder Nuth, verbleef dit deel voor 1000 gulden aan secretaris Meijs. De veiling had plaats op verzoek van de erfgenamen Boomhouer die een vordering op Paulus Hautvast hadden lopen.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1736</ref><br>
<i>RHCL-LvO 1758, 12r: Op 22 september 1729 kocht secretaris Bavo Jacob Meijs van Cecilia van Hartsleben, weduwe von Sussekern, een bunder land uit hof de Dael onder Nuth, zuidwaarts de Wijenweg, westwaarts Claes Frijns, oostwaarts en noordwaarts de hof Dael, voor 640 gulden. Dit geld zou in termijnen betaald worden aan Leonardus Welters van Maastricht. De weg die door het goed liep en toebehoorde aan huis Reijmersbeek, mocht de koper vrijelijk gebruiken.</i><br>
+
<i>Op 22 september 1729 kocht secretaris Bavo Jacob Meijs van Cecilia van Hartsleben, weduwe von Sussekern, een bunder land uit hof de Dael onder Nuth, zuidwaarts de Wijenweg, westwaarts Claes Frijns, oostwaarts en noordwaarts de hof Dael, voor 640 gulden. Dit geld zou in termijnen betaald worden aan Leonardus Welters van Maastricht. De weg die door het goed liep en toebehoorde aan huis Reijmersbeek, mocht de koper vrijelijk gebruiken.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1758, 12r</ref><br>
<i>Van dit bedrag werd 200 gulden op 19 oktober 1733 betaald aan de proviseurs van de Armen van Nuth (RHCL-LvO 1758, 20r)</i><br>
+
<i>Van dit bedrag werd 200 gulden op 19 oktober 1733 betaald aan de proviseurs van de Armen van Nuth</i><ref>HCL-01.075 LvO 1758, 20r</ref><br>
<i>RHCL-LvO 1757, 314v: Op 13 april 1731 verkocht Willem Celis, gehuwd met Elisabeth Houben, aan Bavo Jacobus Meijs, secretaris van Nuth, voor 580 gulden de goederen die hij op 31 maart 1731 van Nijs Bormans gekocht had, te weten:</i><br>
+
<i>Op 13 april 1731 verkocht Willem Celis, gehuwd met Elisabeth Houben, aan Bavo Jacobus Meijs, secretaris van Nuth, voor 580 gulden de goederen die hij op 31 maart 1731 van Nijs Bormans gekocht had, te weten:</i><br>
 
<i>a) anderhalve morgen weiland te Grijzegrubben onder Nuth, grenzend aan de erfgenamen Matthijs Renckens, Peter Meijs en de straat;</i><br>
 
<i>a) anderhalve morgen weiland te Grijzegrubben onder Nuth, grenzend aan de erfgenamen Matthijs Renckens, Peter Meijs en de straat;</i><br>
 
<i>b) 80 kleine roeden beemd in de Schattebemden onder Nuth, grenzend aan de beek en Jan Hermens;</i><br>
 
<i>b) 80 kleine roeden beemd in de Schattebemden onder Nuth, grenzend aan de beek en Jan Hermens;</i><br>
 
<i>c) 75 kleine roeden akkerland in de Sijpen onder Nuth, grenzend aan Thomas Bruls en Steven Slangen;</i><br>
 
<i>c) 75 kleine roeden akkerland in de Sijpen onder Nuth, grenzend aan Thomas Bruls en Steven Slangen;</i><br>
<i>d) 57 kleine roeden akkerland onder Wijnandsrade, grenzend aan Claes Curfs, Mathijs Roex, het bos en Judith Frissen.</i><br>
+
<i>d) 57 kleine roeden akkerland onder Wijnandsrade, grenzend aan Claes Curfs, Mathijs Roex, het bos en Judith Frissen.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1757, 314v</ref><br>
 
<i>RHCL-NA 1987 [917]: 1 juli 1739 gemeentenaren van Nuth lenen 2600 pattacons</i><br>
 
<i>RHCL-NA 1987 [917]: 1 juli 1739 gemeentenaren van Nuth lenen 2600 pattacons</i><br>
 
<i>RHCL-NA 2112 [1851] 11 oktober 1744 namens Andreas Friedel van Maastricht, gehuwd met Margaretha Drummen</i><br>
 
<i>RHCL-NA 2112 [1851] 11 oktober 1744 namens Andreas Friedel van Maastricht, gehuwd met Margaretha Drummen</i><br>
 
<i>HCL-NA 3797 [213]</i><br>
 
<i>HCL-NA 3797 [213]</i><br>
<i>RHCL-09.001 inv. 4184 [219]: Op 18 december 1759 noteerde notaris L'Allemand uit Valkenburg dat hij met opdracht van de heer van Nuth, gedateerd 9 december 1759, bijgestaan door twee getuigen naar het huis van secretaris Meijs van Nuth moest gaan.</i><br>
+
<i>Op 18 december 1759 noteerde notaris L'Allemand uit Valkenburg dat hij met opdracht van de heer van Nuth, gedateerd 9 december 1759, bijgestaan door twee getuigen naar het huis van secretaris Meijs van Nuth moest gaan.</i><br>
 
<i>Meijs diende antwoord te geven op de volgende vragen:</i><br>
 
<i>Meijs diende antwoord te geven op de volgende vragen:</i><br>
 
<i>1. Of hij zich de gats lopend uit Nuth naar de weg geheel of gedeeltelijk had toegeëigend;</i><br>
 
<i>1. Of hij zich de gats lopend uit Nuth naar de weg geheel of gedeeltelijk had toegeëigend;</i><br>
Regel 360: Regel 362:  
<i>Meijs antwoordde op 20 december dat hij meende dat het valderen op eigen grond was geplaatst en dat slechts een voetpad van vier voet breed nodig was.</i><br>
 
<i>Meijs antwoordde op 20 december dat hij meende dat het valderen op eigen grond was geplaatst en dat slechts een voetpad van vier voet breed nodig was.</i><br>
 
<i>Als de heer van Nuth van mening was dat hij meer rechten gad, dan diende dat met documenten aangetoond te worden.</i><br>
 
<i>Als de heer van Nuth van mening was dat hij meer rechten gad, dan diende dat met documenten aangetoond te worden.</i><br>
<i>Mathijs en Machiel Bouts uit Grijzegrubben waren de opgeroepen getuigen.</i><br>
+
<i>Mathijs en Machiel Bouts uit Grijzegrubben waren de opgeroepen getuigen.</i><ref>HCL-09.001 Notariële Archieven 4184 L'Allemand Valkenburg</ref><br>
 
<i>Rijckheyt-Schatboek Nuth tabel 62, 97r e.v.:</i><br>
 
<i>Rijckheyt-Schatboek Nuth tabel 62, 97r e.v.:</i><br>
<i>RHCL-LvO 1761, 166v: Op 10 januari 1780 schonk J.B. Meijs, gewezen secretaris van Nuth, zijn huis met schuur, stallen, moestuin en weide onder Nuth, grenzend aan de gats, Cornelia Janssen, Willem Biesjans en de Platsbeek, aan zijn neef J.W. Frissen, secretaris van Nuth. De schenking was een beloning voor ongeveer tien jaar trouwe dienst. Wel behield de schenker het gebruiksrecht gedurende zijn verdere leven.</i><br>
+
<i>Op 10 januari 1780 schonk J.B. Meijs, gewezen secretaris van Nuth, zijn huis met schuur, stallen, moestuin en weide onder Nuth, grenzend aan de gats, Cornelia Janssen, Willem Biesjans en de Platsbeek, aan zijn neef J.W. Frissen, secretaris van Nuth. De schenking was een beloning voor ongeveer tien jaar trouwe dienst. Wel behield de schenker het gebruiksrecht gedurende zijn verdere leven.</i><br>
<i>Hij verklaarde vanwege een ongeval zijn rechterhand niet te kunnen gebruiken en kon daarom de akte slechts ondertekenen met een kruisje.</i><br>
+
<i>Hij verklaarde vanwege een ongeval zijn rechterhand niet te kunnen gebruiken en kon daarom de akte slechts ondertekenen met een kruisje.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1761, 166v</ref><br>
<i>RHCL-LvO 1761, 180r: Op 5 mei 1780 werd voor de schepenbank Nuth een geschil over de erfenis van secretaris Meijs geregeld. Partijen waren Matthis Habets, gehuwd met Catharina Meijs, als gevolmachtigde van zijn schoonvader Peter Meijs (weduwnaar Maria Weusten) aan de ene kant en Joannes Meens, gehuwd met Barbara Hennen, en Christiaen en Paulus Hautvast met hun verwanten aan de andere kant.</i><br>
+
<i>Op 5 mei 1780 werd voor de schepenbank Nuth een geschil over de erfenis van secretaris Meijs geregeld. Partijen waren Matthis Habets, gehuwd met Catharina Meijs, als gevolmachtigde van zijn schoonvader Peter Meijs (weduwnaar Maria Weusten) aan de ene kant en Joannes Meens, gehuwd met Barbara Hennen, en Christiaen en Paulus Hautvast met hun verwanten aan de andere kant.</i><br>
 
<i>Afgesproken werd:</i><br>
 
<i>Afgesproken werd:</i><br>
 
<i>1. Petrus Meijs zou alle roerende goederen behouden</i><br>
 
<i>1. Petrus Meijs zou alle roerende goederen behouden</i><br>
 
<i>2. Petrus Meijs zou vooraf 245 en een kwart kleine roeden weiland &quot;Daelersweijde&quot; te Hunnecum verwerven. alsmede 52,5 kleine roeden akkerland &quot;het vleugelken&quot; aan het Voorstercleef, maar zou wel aan de andere partij 20 gulden 13 stuivers en twee oort geven</i><br>
 
<i>2. Petrus Meijs zou vooraf 245 en een kwart kleine roeden weiland &quot;Daelersweijde&quot; te Hunnecum verwerven. alsmede 52,5 kleine roeden akkerland &quot;het vleugelken&quot; aan het Voorstercleef, maar zou wel aan de andere partij 20 gulden 13 stuivers en twee oort geven</i><br>
 
<i>3. Petrus Meijs zou een derde deel van de schulden overnemen, de rest zou de andere partij moeten nemen. Als schuldeisers worden genoemd chirurgijn Kerckhoffs, Frans Crijns, Peter Kleijntjens, Willem Biesjans, schepen Leonaerd Nuchelmans, Leonaerd Nuchelmans Janszoon, Mechel Meijs weduwe Claes Coenen, Jacobus Wolters, juffrouw Milliaer, heer Coolen, heer Rietraedt, heer Romers en Peter Cremers.</i><br>
 
<i>3. Petrus Meijs zou een derde deel van de schulden overnemen, de rest zou de andere partij moeten nemen. Als schuldeisers worden genoemd chirurgijn Kerckhoffs, Frans Crijns, Peter Kleijntjens, Willem Biesjans, schepen Leonaerd Nuchelmans, Leonaerd Nuchelmans Janszoon, Mechel Meijs weduwe Claes Coenen, Jacobus Wolters, juffrouw Milliaer, heer Coolen, heer Rietraedt, heer Romers en Peter Cremers.</i><br>
<i>4. Alle overige goederen zouden in drie gelijke delen toevallen aan Petrus Meijs, Joannes Meens en de gebroeders Hautvast, waarbij het derde deel van Joannes Meens in vijf delen gesplitst zou worden voor Joannes Meens, de kinderen van Jacobus Hennen, de kinderen van Catharina Hennen, de kinderen van Sophia Hennen en de kinderen van Margaretha Hennen, en het derde deel van de gebroeders Hautvast eveneens in vijf delen, waarbij naast zijzelf ook Henricus Hautvast, Maria Anna Hautvast en de kinderen van Jacobus Hautvast zouden meedelen.</i><br>
+
<i>4. Alle overige goederen zouden in drie gelijke delen toevallen aan Petrus Meijs, Joannes Meens en de gebroeders Hautvast, waarbij het derde deel van Joannes Meens in vijf delen gesplitst zou worden voor Joannes Meens, de kinderen van Jacobus Hennen, de kinderen van Catharina Hennen, de kinderen van Sophia Hennen en de kinderen van Margaretha Hennen, en het derde deel van de gebroeders Hautvast eveneens in vijf delen, waarbij naast zijzelf ook Henricus Hautvast, Maria Anna Hautvast en de kinderen van Jacobus Hautvast zouden meedelen.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1761, 180r</ref><br>
 
<br>
 
<br>
 
IV.50 <b>Petrus MEIJS</b>, gedoopt op 30 oktober 1689 te Nuth (getuige(n): Henricus Scheiffelaerts, Elisabetha Hennen e.v. Christianus Nuchelmans), overleden op 24 december 1780 te Hulsberg op 91-jarige leeftijd, zoon van <b>Jacobus MEIJS</b> (zie III.18) en <b>Catharina NUCHELMANS</b>.<br>
 
IV.50 <b>Petrus MEIJS</b>, gedoopt op 30 oktober 1689 te Nuth (getuige(n): Henricus Scheiffelaerts, Elisabetha Hennen e.v. Christianus Nuchelmans), overleden op 24 december 1780 te Hulsberg op 91-jarige leeftijd, zoon van <b>Jacobus MEIJS</b> (zie III.18) en <b>Catharina NUCHELMANS</b>.<br>
<i>RHCL-LvO 7095, 195: Op 21 augustus 1713 verkocht Reijner Geuskens, gehuwd met Cathrijn Habets, aan Peter Meijs, gehuwd met Meijcken Weusten, een bunder weiland te Hulsberg gelegen, grenzend aan de kosterij en Willem Vrenken, voor 937 gulden.</i><br>
+
<i>Op 21 augustus 1713 verkocht Reijner Geuskens, gehuwd met Cathrijn Habets, aan Peter Meijs, gehuwd met Meijcken Weusten, een bunder weiland te Hulsberg gelegen, grenzend aan de kosterij en Willem Vrenken, voor 937 gulden.</i><ref>HCL-01.075 LvO 7095, 195</ref><br>
<i>RHCL-LvO 1757, 83r: Op 18 maart 1715 verkocht Peter Meijs, gehuwd met Meijken Weusten, voor hemzelf en, samen met Lenard Frissen, als voogd van Bavo Jacob Meijs, zoon van Paulus Meijs en Judith Frissen, aan Matthijs Hautvast, gehuwd met Cathrijn Meijs, hun twee van de vier delen in huis met bijgebouwen en weide, groot ca. 281 kleine roeden, grenzend aan Jan Drummen en de weduwe Peter Coumans, hoofdzijden de straten en belast met een half vat rogge aan de kerk van Wijnandsrade; voorts 35 kleine roeden &quot;kempcoelhof&quot; op de Houwenas, zoals het geheel hun bij overlijden van Jacob Meijs zou toevallen.</i><br>
+
<i>Op 18 maart 1715 verkocht Peter Meijs, gehuwd met Meijken Weusten, voor hemzelf en, samen met Lenard Frissen, als voogd van Bavo Jacob Meijs, zoon van Paulus Meijs en Judith Frissen, aan Matthijs Hautvast, gehuwd met Cathrijn Meijs, hun twee van de vier delen in huis met bijgebouwen en weide, groot ca. 281 kleine roeden, grenzend aan Jan Drummen en de weduwe Peter Coumans, hoofdzijden de straten en belast met een half vat rogge aan de kerk van Wijnandsrade; voorts 35 kleine roeden &quot;kempcoelhof&quot; op de Houwenas, zoals het geheel hun bij overlijden van Jacob Meijs zou toevallen.</i><br>
<i>Peter Meijs ontving voor zijn vierde deel 550 gulden en nam tevens voor Jacob Bavo Meijs en diens moeder zijn 550 gulden in ontvangst.</i><br>
+
<i>Peter Meijs ontving voor zijn vierde deel 550 gulden en nam tevens voor Jacob Bavo Meijs en diens moeder zijn 550 gulden in ontvangst.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1757, 83r</ref><br>
<i>RHCL-LvO 7095, 287: Op 15 mei 1715 verkochtenn Willem Speesen, gehuwd met Cathrijn Ubachs, Christiaen Douven, gehuwd met Anna Maria Speesen. en Geurt Speesen gehuwd met Cathrijn Jongen met goedvinden van hun moeder, aan Peter Meijs gehuwd met Maria Weusten 385 kleine roeden land &quot;omtrent den treegen&quot;, grenzend aan Arnold Schouteten en de Trichterweg.</i><br>
+
<i>Op 15 mei 1715 verkochtenn Willem Speesen, gehuwd met Cathrijn Ubachs, Christiaen Douven, gehuwd met Anna Maria Speesen. en Geurt Speesen gehuwd met Cathrijn Jongen met goedvinden van hun moeder, aan Peter Meijs gehuwd met Maria Weusten 385 kleine roeden land &quot;omtrent den treegen&quot;, grenzend aan Arnold Schouteten en de Trichterweg.</i><br>
<i>Iedere kleine roede werd verkocht voor 26 stuivers.</i><br>
+
<i>Iedere kleine roede werd verkocht voor 26 stuivers.</i><ref>HCL-01.075 LvO 7095, 287</ref><br>
<i>RHCL-LvO 7095, 314: Op 1 oktober 1715 verkocht vaandrager Boomhouwer, gehuwd met Anna Mechtel Croon, aan Peter Meijs gehuwd met Maria Weusten,  de volgende onroerende goederen:</i><br>
+
<i>Op 1 oktober 1715 verkocht vaandrager Boomhouwer, gehuwd met Anna Mechtel Croon, aan Peter Meijs gehuwd met Maria Weusten,  de volgende onroerende goederen:</i><br>
 
<i>a) 129 kleine roeden land achter de pastorie grenzend aan Simon Weusten en Jan Curvers belast met twee vaten rogge aan het klooster Sint Gerlach, te korten op de koopsom;</i><br>
 
<i>a) 129 kleine roeden land achter de pastorie grenzend aan Simon Weusten en Jan Curvers belast met twee vaten rogge aan het klooster Sint Gerlach, te korten op de koopsom;</i><br>
 
<i>b) 289 kleine roeden land achter de overste hof, grenzend aan Reiner Geuskens en Willem Schouteten.</i><br>
 
<i>b) 289 kleine roeden land achter de overste hof, grenzend aan Reiner Geuskens en Willem Schouteten.</i><br>
<i>Ieder kleine roede werd verkocht voo drie schillingen.</i><br>
+
<i>Ieder kleine roede werd verkocht voo drie schillingen.</i><ref>HCL-01.075 LvO 7095, 314</ref><br>
<i>RHCL-LvO 7096, 7 [RHCL-NA 1897 [376]: Op 16 januari 1717 verkocht Johan Boomhouwer, met volmacht van zijn zoon Hendrick, vaandrig in het Staatse leger in het regiment Alberti, aan Peter Meijs, gehuwd met Maria Weusten, Jan Loijens en Jan Gelekercken, gehuwd met Anna Maria Wijnen, de volgende, onder Klimmen en Wijnandsrade gelegen, onroerende goederen:</i><br>
+
<i>Op 16 januari 1717, ten overstaan van notaris Vrijthoff te Maastricht, verkocht Johan Boomhouwer, met volmacht van zijn zoon Hendrick, vaandrig in het Staatse leger in het regiment Alberti, aan Peter Meijs, gehuwd met Maria Weusten, Jan Loijens en Jan Gelekercken, gehuwd met Anna Maria Wijnen, de volgende, onder Klimmen en Wijnandsrade gelegen, onroerende goederen:</i><br>
 
<i>a) een perceel akkerland &quot;aen het Heeker beltie&quot;, grenzend aan de straat naar Heek en de straat naar Overheek;</i><br>
 
<i>a) een perceel akkerland &quot;aen het Heeker beltie&quot;, grenzend aan de straat naar Heek en de straat naar Overheek;</i><br>
 
<i>b) een perceel akkerland &quot;op den Hoogen Graeff&quot;, grenzend aan Jan Sleijpen;</i><br>
 
<i>b) een perceel akkerland &quot;op den Hoogen Graeff&quot;, grenzend aan Jan Sleijpen;</i><br>
 
<i>c) een klein perceel akkerland &quot;aen het meijse  bosken&quot;, grenzend aan Jan Loijens en de weg, belast met het vijfde deel in drie vaten rogge aan de armen van Hulsberg;</i><br>
 
<i>c) een klein perceel akkerland &quot;aen het meijse  bosken&quot;, grenzend aan Jan Loijens en de weg, belast met het vijfde deel in drie vaten rogge aan de armen van Hulsberg;</i><br>
 
<i>d) een weiland &quot;de lange weijde&quot;, grenzend aan de &quot;puttweijde&quot; en de Hulsberger beemden, belast met een half vat rogge aan de kerk van Valkenburg en een een half vat rogge aan de kerk van Hulsberg.</i><br>
 
<i>d) een weiland &quot;de lange weijde&quot;, grenzend aan de &quot;puttweijde&quot; en de Hulsberger beemden, belast met een half vat rogge aan de kerk van Valkenburg en een een half vat rogge aan de kerk van Hulsberg.</i><br>
<i>Het geheel werd verkocht voor 540 gulden.</i><br>
+
<i>Het geheel werd verkocht voor 540 gulden.</i><ref>HCL-01.075 LvO 7096, 7; HCL-Notarieel Archief 1897 Vrijthoff Maastricht</ref><br>
<i>RHCL-NA 1897 [374]: Eveneens op 16 januari 1717, ten overstaan van notaris Vrijthoff te Maastricht, verklaarde Peter Meijs, gehuwd met Maria Weusten, 300 gulden tegen 5% geleend te hebben van Gertruijdt Henssen, weduwe Micolaes Germin.</i><br>
+
<i>Eveneens op 16 januari 1717, ten overstaan van notaris Vrijthoff te Maastricht, verklaarde Peter Meijs, gehuwd met Maria Weusten, 300 gulden tegen 5% geleend te hebben van Gertruijdt Henssen, weduwe Micolaes Germin.</i><br>
<i>Tot onderpand stelde hij zijn huis en hof met weide te Hulsberg, grenzend aam Jan Loijens en Jan Corvers.</i><br>
+
<i>Tot onderpand stelde hij zijn huis en hof met weide te Hulsberg, grenzend aam Jan Loijens en Jan Corvers.</i><ref>HCL-Notarieel Archief 1897 Vrijthoff Maastricht</ref><br>
<i>RHCL-LvO 7097, 157: Op 14 februari 1725 verklaarde Catharina Roelants, weduwe Jan Weusten, in tweede huwelijk met Daam Heuts, ten behoeve van haar kinderen uit haar eerste huwelijk afstand te doen van de tocht op 103,5 kleine roeden akkerland op het Kersboomkensveld te Hulsberg, grenzend aan Sijmo Weusten en de erfgenamen Frans Schreurs. Dit geschiedde in aanwezighid van de voogden Matthijs Roelants en Lambert Weusten.</i><br>
+
<i>Op 14 februari 1725 verklaarde Catharina Roelants, weduwe Jan Weusten, in tweede huwelijk met Daam Heuts, ten behoeve van haar kinderen uit haar eerste huwelijk afstand te doen van de tocht op 103,5 kleine roeden akkerland op het Kersboomkensveld te Hulsberg, grenzend aan Sijmon Weusten en de erfgenamen Frans Schreurs. Dit geschiedde in aanwezighid van de voogden Matthijs Roelants en Lambert Weusten.</i><br>
<i>Het geheel werd verkocht aan Peter Meijs, gehuwd met Maria Weusten, voor negentien stuivers per kleine roede.</i><br>
+
<i>Het geheel werd verkocht aan Peter Meijs, gehuwd met Maria Weusten, voor negentien stuivers per kleine roede.</i><ref>HCL-01.075 LvO 7097, 157</ref><br>
<i>RHCL-LvO 1758,42r: Op 10 maart 1730 had een goederenruil plaats tussen Gerard Keuten, burger en koopman te Maastricht, gehuwd met Anna Hautvast, en Matthijs Hautvast, gehuwd met Catharina Meijs, inwoner van Grijzegrubben, enerzijds, en Peter Meijs, gehuwd met Maria Weusten, anderzijds.</i><br>
+
<i>Op 10 maart 1730 had een goederenruil plaats tussen Gerard Keuten, burger en koopman te Maastricht, gehuwd met Anna Hautvast, en Matthijs Hautvast, gehuwd met Catharina Meijs, inwoner van Grijzegrubben, enerzijds, en Peter Meijs, gehuwd met Maria Weusten, anderzijds.</i><br>
<i>Keuten en Hautvast gaven hun driezesde delen in het huis, afkomstig van Matthias Hautvast en Anna Hagens, gelegen te Grijzegrubben, bestaande uit de schuur minus de bouw van Joanes Meijs, te verwijderen indien Pieter Meijs dat wenste, waarbij de plaats bij de schuur bleef, alsmede de mestplaats, de oude stallen en de berging op de straat zover als de stallen reiken, de grote en de kleine poort en de helft in het woonhuis, alsmede driezesde deel in de huisweide, in het geheel groot drie morgen en belast met 3 tot vier malder haver; en verder nog de &quot;plantagie op de gemeente&quot;.</i><br>
+
<i>Keuten en Hautvast gaven hun driezesde delen in het huis, afkomstig van Matthias Hautvast en Anna Hagens, gelegen te Grijzegrubben, bestaande uit de schuur minus de bouw van Joannes Meijs, te verwijderen indien Pieter Meijs dat wenste, waarbij de plaats bij de schuur bleef, alsmede de mestplaats, de oude stallen en de berging op de straat zover als de stallen reiken, de grote en de kleine poort en de helft in het woonhuis, alsmede driezesde deel in de huisweide, in het geheel groot drie morgen en belast met 3 tot vier malder haver; en verder nog de &quot;plantagie op de gemeente&quot;.</i><br>
 
<i>Wel werd bepaald dat Joannes Hautvast de put mocht blijven gebruiken.</i><br>
 
<i>Wel werd bepaald dat Joannes Hautvast de put mocht blijven gebruiken.</i><br>
 
<i>In ruil gaf Peter Meijs anderhalve bunder land onder Schinnen in het Schinnerveld, inclusief de gewassen, grenzend aan de erfgenamen Schaesberg en de erfgenamen Negri, hoofdzijden eveneens de erfgenamen Negri.</i><br>
 
<i>In ruil gaf Peter Meijs anderhalve bunder land onder Schinnen in het Schinnerveld, inclusief de gewassen, grenzend aan de erfgenamen Schaesberg en de erfgenamen Negri, hoofdzijden eveneens de erfgenamen Negri.</i><br>
Regel 398: Regel 400:  
<i>Op dezelfde dag nam hij ook nog het zesde deel van Herman Meijs, gehuwd met Helena Hautvast, over en betaalde daarvoor 250 gulden.</i><br>
 
<i>Op dezelfde dag nam hij ook nog het zesde deel van Herman Meijs, gehuwd met Helena Hautvast, over en betaalde daarvoor 250 gulden.</i><br>
 
<i>Verder nam Peter Meijs nog een schuld van 100 gulden aan Joannes Hautvas over en beloofde nog 41 gulden dertien stuivers en een oort te betalen aan Cornelis Theunissen, gehuwd met Maria Hautvast.</i><br>
 
<i>Verder nam Peter Meijs nog een schuld van 100 gulden aan Joannes Hautvas over en beloofde nog 41 gulden dertien stuivers en een oort te betalen aan Cornelis Theunissen, gehuwd met Maria Hautvast.</i><br>
<i>De akte werd opgemaakt ten kantore van notaris Veugen te Maastricht.</i><br>
+
<i>De akte werd opgemaakt ten kantore van notaris Veugen te Maastricht.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1758, 42r</ref><br>
<i>RHCL-LvO 1757, 264r: Op 12 juli 1730 verklaarde Peter Meijs, in eerste huwelijk met Maria Weusten en wonend te Hulsberg, ten overstaan van notaris Bohnen uit Aken dat hij ten behoeve van zijn schapenhandel van Frederik Willem Wijlre TerWorm, deken van OLV te Maastricht 100 oude Franse pistolen of Louis d'or geleend had tegen 5% (4,5% bij prompte betaling). Tot onderpand stelde hij de volgende, te Grijzegrunnen omder Nuth gelegen, onroerende goederen::</i><br>
+
<i>Op 12 juli 1730 verklaarde Peter Meijs, in eerste huwelijk met Maria Weusten en wonend te Hulsberg, ten overstaan van notaris Bohnen uit Aken dat hij ten behoeve van zijn schapenhandel van Frederik Willem Wijlre TerWorm, deken van OLV te Maastricht 100 oude Franse pistolen of Louis d'or geleend had tegen 5% (4,5% bij prompte betaling). Tot onderpand stelde hij de volgende, te Grijzegrunnen omder Nuth gelegen, onroerende goederen::</i><br>
 
<i>a) huis met hof en een halve bunder weiland, grenzend aan Johan Hautvast en Gillis Reuckens;</i><br>
 
<i>a) huis met hof en een halve bunder weiland, grenzend aan Johan Hautvast en Gillis Reuckens;</i><br>
 
<i>b) een bunder akkerland, grenzend aan Jan Drummen en Geurt Snackers;</i><br>
 
<i>b) een bunder akkerland, grenzend aan Jan Drummen en Geurt Snackers;</i><br>
Regel 407: Regel 409:  
<i>f) een halve bunder beemd, grenzend aan Jacob Meijs en de beek</i><br>
 
<i>f) een halve bunder beemd, grenzend aan Jacob Meijs en de beek</i><br>
 
<i>En verder nog een bunder akkerland onder Schinnen, grenzend aan Jacob Maes en de erfgenamen Raemeckers.</i><br>
 
<i>En verder nog een bunder akkerland onder Schinnen, grenzend aan Jacob Maes en de erfgenamen Raemeckers.</i><br>
<i>De akte werd opgemaakt ten woonhuize van heer Wijlre Ter Worm en op 30 augustus 1730 voor de schepenbank Nuth gerealiseerd.</i><br>
+
<i>De akte werd opgemaakt ten woonhuize van heer Wijlre Ter Worm en op 30 augustus 1730 voor de schepenbank Nuth gerealiseerd.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1757, 264r</ref><br>
<i>RHCL-NA 1947 [2478]: Op 30 oktober 1731, ten overstaan van notaris Hupkens, verklaarde Peter Meijs, inwoner van Hulsberg en gehuwd met Maria Weusten, 2500 gulden tegen 5% geleend te hebben ban Johan Willem Heldevier, handelend namens de erfgenamen van Boudewijn Willem van Zoutelande en Sara Elisabeth Heldevier.</i><br>
+
<i>Op 30 oktober 1731, ten overstaan van notaris Hupkens, verklaarde Peter Meijs, inwoner van Hulsberg en gehuwd met Maria Weusten, 2500 gulden tegen 5% geleend te hebben ban Johan Willem Heldevier, handelend namens de erfgenamen van Boudewijn Willem van Zoutelande en Sara Elisabeth Heldevier.</i><br>
<i>Tot onderpand stelde hij zijn huis en hof, met weide en koolhof, groot ca. zes morgen en gelegen te Hulsberg, grenzend aan Nicolaes Loijens en Jan Corvers, alsmede drie bunder akkerland achter zijn huisweide, grenzend aan Jan Corvers en Willem Coenen.</i><br>
+
<i>Tot onderpand stelde hij zijn huis en hof, met weide en koolhof, groot ca. zes morgen en gelegen te Hulsberg, grenzend aan Nicolaes Loijens en Jan Corvers, alsmede drie bunder akkerland achter zijn huisweide, grenzend aan Jan Corvers en Willem Coenen.</i><ref>HCL-Notarieel Archief 1947 Hupkens Maastricht</ref><br>
<i>RHCL-LvO 1758, 55r [NA 2027 [2818]]: Op 16 februari 1736 verklaarde Peter Meijs, gehuwd met Maria Weusten en wonend te Hulsberg, ten overstaan van notaris Ruijters te Maastricht, dat hij 1000 gulden tegen 4,5% geleend had van Matthias Reitraedt, kanunnik van het Antoniusgasthuis te Maastricht, handelend als voogd van het zoontje van luitenant Croon. Tot onderpand dienden:</i><br>
+
<i>Op 16 februari 1736 verklaarde Peter Meijs, gehuwd met Maria Weusten en wonend te Hulsberg, ten overstaan van notaris Ruijters te Maastricht, dat hij 1000 gulden tegen 4,5% geleend had van Matthias Reitraedt, kanunnik van het Antoniusgasthuis te Maastricht, handelend als voogd van het zoontje van luitenant Croon. Tot onderpand dienden:</i><br>
 
<i>a) 261 kleine roeden weiland te Grijzegrubben onder Nuth, oostwaarts Nicolaes Hermens, westwaarts Joannes Bouts, hoofdzijden de straat en de holle weg;</i><br>
 
<i>a) 261 kleine roeden weiland te Grijzegrubben onder Nuth, oostwaarts Nicolaes Hermens, westwaarts Joannes Bouts, hoofdzijden de straat en de holle weg;</i><br>
 
<i>b) ca. twee bunder akkerland in het Strijthagerleen onder gebroken Schinnen, oostwaarts Engel Heijnen, westwaarts Thomas Bruls, hoofdzijden secretaris Meijs van Nuth;</i><br>
 
<i>b) ca. twee bunder akkerland in het Strijthagerleen onder gebroken Schinnen, oostwaarts Engel Heijnen, westwaarts Thomas Bruls, hoofdzijden secretaris Meijs van Nuth;</i><br>
 
<i>c) 129 kleine roeden land achter de pastorie van Hulsberg, grenzend aan Simon Weusten en Jan Curvers;</i><br>
 
<i>c) 129 kleine roeden land achter de pastorie van Hulsberg, grenzend aan Simon Weusten en Jan Curvers;</i><br>
<i>d) 289 kleine roeden land achter de Overste Hof, grenzend aan Reijner Geuskens en Willem Schoutten, zoals door hem op 1 oktober 1715 gekocht van vaandrager Boomhouer, gehuwd met Anna Mechtild Croon.</i><br>
+
<i>d) 289 kleine roeden land achter de Overste Hof, grenzend aan Reijner Geuskens en Willem Schoutten, zoals door hem op 1 oktober 1715 gekocht van vaandrager Boomhouer, gehuwd met Anna Mechtild Croon.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1758, 55r; HCL-Notarieel Archief 2027 Ruijters Maastricht</ref><br>
 
<i>RHCL-NA 4172, 60: Op 4 april 1736 verkocht Peter Meijs, gehuwd met Maria Weusten, aan Jan Kurvers de jonge, voor wie diens vader Jan Kurvers optrad, 127 kleine roeden land, met de staande gewassen, gelegen op het Dorpveldje binnen Hulsberg, oostwaarts advocaat Veugen, westwaarts Simon Weusten en de koper, voor drie schillingen per kleine roede.</i><br>
 
<i>RHCL-NA 4172, 60: Op 4 april 1736 verkocht Peter Meijs, gehuwd met Maria Weusten, aan Jan Kurvers de jonge, voor wie diens vader Jan Kurvers optrad, 127 kleine roeden land, met de staande gewassen, gelegen op het Dorpveldje binnen Hulsberg, oostwaarts advocaat Veugen, westwaarts Simon Weusten en de koper, voor drie schillingen per kleine roede.</i><br>
<i>De lat van twee vaten rogge aan het klooster Sint Gerlach werd in mindering gebracht op de koopsom.</i><br>
+
<i>De last van twee vaten rogge aan het klooster Sint Gerlach werd in mindering gebracht op de koopsom.</i><br>
<i>RHCL-LvO 7099, 197: Op 25 april 1739 verkocht Peter Meijs van Hulsberg, gehuwd met Maria Weusten, aan Dirck Habets, burgemeester van Hulsberg en gehuwd met Catharina Weusten, 187 kleine roeden en tien voet akkerland [zoals gebleken bij meting Peter Huntgens in november 1738] op het Kersboomkensveld onder Hulsberg, zijnde laatgoed, grenzend aan Dirck Habets en Nols Schreurs; alsmede 30 kleine roeden land achter de Daalder koolhof, eveneens laatgoed, grenzend aan Dirck Habets en Frans Schreurs.Iedere kleine roede kostte 25 stuivers, makend een totaalbedrag van 271 gulden en vijf stuivers.</i><br>
+
<i> Op 25 april 1739 verkocht Peter Meijs van Hulsberg, gehuwd met Maria Weusten, aan Dirck Habets, burgemeester van Hulsberg en gehuwd met Catharina Weusten, 187 kleine roeden en tien voet akkerland [zoals gebleken bij meting Peter Huntgens in november 1738] op het Kersboomkensveld onder Hulsberg, zijnde laatgoed, grenzend aan Dirck Habets en Nols Schreurs; alsmede 30 kleine roeden land achter de Daalder koolhof, eveneens laatgoed, grenzend aan Dirck Habets en Frans Schreurs.Iedere kleine roede kostte 25 stuivers, makend een totaalbedrag van 271 gulden en vijf stuivers.</i><ref>HCL-01.075 LvO 7099, 197</ref><br>
<i>RHCL-LvO 7099, 199: Eveneens op 25 april 1739 kocht Peter Meijs, gehuwd met Maria Weusten, van Lambrecht Weusten, inwoner van Houthem en gehuwd met Magriet Stassen, 110 kleine roeden akkerland in het Hogerveld onder Hulsberg, grenzend aan Simon Weusten en Joannes Loeijens, hoofdzijde de weg naar Wijnandsrade, zijnde laatgoed. Meijs betaalde 21,5 stuiver per kleine roede, in totaal 118 gulden en vijf stuivers.</i><br>
+
<i>Eveneens op 25 april 1739 kocht Peter Meijs, gehuwd met Maria Weusten, van Lambrecht Weusten, inwoner van Houthem en gehuwd met Magriet Stassen, 110 kleine roeden akkerland in het Hogerveld onder Hulsberg, grenzend aan Simon Weusten en Joannes Loeijens, hoofdzijde de weg naar Wijnandsrade, zijnde laatgoed. Meijs betaalde 21,5 stuiver per kleine roede, in totaal 118 gulden en vijf stuivers.</i><ref>HCL-01.075 LvO 7099, 199</ref><br>
<i>RHCL-LvO 7104, 162: Op 12 november 1740 verklaarde Peter Meijs, inwoner van Hulsberg en gehuwd met Maria Weusten, ten kantore van notaris Ruijters te Maastricht, dat zijn dochter Margaretha Meijs wilde intreden bij de Grauwzusters te Maastricht. Daarvoor diende zij aan het klooster een bedrag van 850 gulden te overhandigen in termijnen, nl.:</i><br>
+
<i>Op 12 november 1740 verklaarde Peter Meijs, inwoner van Hulsberg en gehuwd met Maria Weusten, ten kantore van notaris Ruijters te Maastricht, dat zijn dochter Margaretha Meijs wilde intreden bij de Grauwzusters te Maastricht. Daarvoor diende zij aan het klooster een bedrag van 850 gulden te overhandigen in termijnen, nl.:</i><br>
 
<i>a) 200 gulden zes weken voor haar inkleding;</i><br>
 
<i>a) 200 gulden zes weken voor haar inkleding;</i><br>
 
<i>b) 250 gulden zes weken voor haar professie</i><br>
 
<i>b) 250 gulden zes weken voor haar professie</i><br>
 
<i>c) 400 gulden, te betalen in termijnen van 100 gulden, en tot de betaling toe tegen een rente van 4% uitstaand.</i><br>
 
<i>c) 400 gulden, te betalen in termijnen van 100 gulden, en tot de betaling toe tegen een rente van 4% uitstaand.</i><br>
 
<i>Mocht Margaretha Meijs niet intreden, dan zou zij 50 pattacons betalen en haar bed met toebehoor aan het klooster laten.</i><br>
 
<i>Mocht Margaretha Meijs niet intreden, dan zou zij 50 pattacons betalen en haar bed met toebehoor aan het klooster laten.</i><br>
<i>RHCL-LvO 7100, 123: Op 10 juni 1747 verklaarde Peter Meijs van Hulsberg, gehuwd met Maria Weusten, voor notaris Theelen te Maastricht dat hij 1600 gulden geleend had tegen 4,5% (4% bij prompte betaling) van Mathias Habets, kapelaan van het Servaaskapittel te Maastricht. Met het geld betaalde hij zijn deel af in een lening van 800 pattacons, eertijds verstrekt door Hendrik Boomhouer. Tot onderpand dienden:</i><br>
+
<i>De akte werd op 1 september 1764 gerealiseerd voor de schepenbank Klimmen</i>.<ref>HCL-01.075 LvO 7104, 162</ref><br>
 +
<i>Op 10 juni 1747 verklaarde Peter Meijs van Hulsberg, gehuwd met Maria Weusten, voor notaris Theelen te Maastricht dat hij 1600 gulden geleend had tegen 4,5% (4% bij prompte betaling) van Mathias Habets, kapelaan van het Servaaskapittel te Maastricht. Met het geld betaalde hij zijn deel af in een lening van 800 pattacons, eertijds verstrekt door Hendrik Boomhouer. Tot onderpand dienden:</i><br>
 
<i>a) een halve bunder akkerland aan het Hekerbos, oostwaarts Lens Buijsers, westwaarts heer le Croix;</i><br>
 
<i>a) een halve bunder akkerland aan het Hekerbos, oostwaarts Lens Buijsers, westwaarts heer le Croix;</i><br>
 
<i>b) een bunder akkerland aldaar gelegen, oostwaarts erfgenamen Boshouwers, westwaarts Gerard Gelders;</i><br>
 
<i>b) een bunder akkerland aldaar gelegen, oostwaarts erfgenamen Boshouwers, westwaarts Gerard Gelders;</i><br>
 
<i>c) een bunder akkerland aldaar gelegen genaamd &quot;lupkenscoul&quot;, oostwaarts Hendrick Habets, westwaarts erfgenamen Stevens;</i><br>
 
<i>c) een bunder akkerland aldaar gelegen genaamd &quot;lupkenscoul&quot;, oostwaarts Hendrick Habets, westwaarts erfgenamen Stevens;</i><br>
 
<i>d) een halve bunder akkerland daarnaast gelegen,oostwaarts Dirck Habets, westwaarts weduwe Jan Knubben;</i><br>
 
<i>d) een halve bunder akkerland daarnaast gelegen,oostwaarts Dirck Habets, westwaarts weduwe Jan Knubben;</i><br>
<i>e) ca. een bunder akkerland boven de Overste Hof, oostwaarts Reijnder Geuskens, westwaarts Willem Schoutessen.</i><br>
+
<i>e) ca. een bunder akkerland boven de Overste Hof, oostwaarts Reijnder Geuskens, westwaarts Willem Schoutessen.</i><ref>HCL-01.075 LvO 7100, 123</ref><br>
<i>RHCL-LvO 7107, 442:  Op 23 mei 1775 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Ruijters te Maastricht op 31 maart 1758.</i><br>
+
<i>Op 23 mei 1775 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Ruijters te Maastricht op 31 maart 1758.</i><br>
<i>Petrus Meijs, inwoner van Hulsberg en gehuwd met Maria Weusten, verkocht aan Engelbertus L'Herminotte, burger en meester-goudsmid van Maasricht, gehuwd met Maria Margaretha Keuten, twaalf grote en 17,5 kleine roede akkerland te Hulsberg op de Holleweg, oostwaarts Simon Habets, westwaarts de Holleweg, zuidwaarts Joannes Frissen, noordwaarts Dirk Habets, afkomstig van zijn schoonouders, voor 28 gulden per grote roede.</i><br>
+
<i>Petrus Meijs, inwoner van Hulsberg en gehuwd met Maria Weusten, verkocht aan Engelbertus L'Herminotte, burger en meester-goudsmid van Maasricht, gehuwd met Maria Margaretha Keuten, twaalf grote en 17,5 kleine roede akkerland te Hulsberg op de Holleweg, oostwaarts Simon Habets, westwaarts de Holleweg, zuidwaarts Joannes Frissen, noordwaarts Dirk Habets, afkomstig van zijn schoonouders, voor 28 gulden per grote roede.</i><ref>HCL-01.075 LvO 7107, 442</ref><br>
<i>RHCL-LvO 1761, 180r: Op 5 mei 1780 werd voor de schepenbank Nuth een geschil over de erfenis van secretaris Meijs geregeld. Partijen waren Matthis Habets, gehuwd met Catharina Meijs, als gevolmachtigde van zijn schoonvader Peter Meijs (weduwnaar Maria Weusten) aan de ene kant en Joannes Meens, gehuwd met Barbara Hennen, en Christiaen en Paulus Hautvast met hun verwanten aan de andere kant.</i><br>
+
<i>Op 5 mei 1780 werd voor de schepenbank Nuth een geschil over de erfenis van secretaris Meijs geregeld. Partijen waren Matthis Habets, gehuwd met Catharina Meijs, als gevolmachtigde van zijn schoonvader Peter Meijs (weduwnaar Maria Weusten) aan de ene kant en Joannes Meens, gehuwd met Barbara Hennen, en Christiaen en Paulus Hautvast met hun verwanten aan de andere kant.</i><br>
 
<i>Afgesproken werd:</i><br>
 
<i>Afgesproken werd:</i><br>
 
<i>1. Petrus Meijs zou alle roerende goederen behouden</i><br>
 
<i>1. Petrus Meijs zou alle roerende goederen behouden</i><br>
 
<i>2. Petrus Meijs zou vooraf 245 en een kwart kleine roeden weiland &quot;Daelersweijde&quot; te Hunnecum verwerven. alsmede 52,5 kleine roeden akkerland &quot;het vleugelken&quot; aan het Voorstercleef, maar zou wel aan de andere partij 20 gulden 13 stuivers en twee oort geven</i><br>
 
<i>2. Petrus Meijs zou vooraf 245 en een kwart kleine roeden weiland &quot;Daelersweijde&quot; te Hunnecum verwerven. alsmede 52,5 kleine roeden akkerland &quot;het vleugelken&quot; aan het Voorstercleef, maar zou wel aan de andere partij 20 gulden 13 stuivers en twee oort geven</i><br>
 
<i>3. Petrus Meijs zou eenderde deel van de schulden overnemen, de rest zou de andere partij moeten nemen. Als schuldeisers worden genoemd chirurgijn Kerckhoffs, Frans Crijns, Peter Kleijntjens, Willem Biesjans, schepen Leonaerd Nuchelmans, Leonaerd Nuchelmans Janszoon, Mechel Meijs weduwe Claes Coenen, Jacobus Wolters, juffrouw Milliaer, heer Coolen, heer Rietraedt, heer Romers en Peter Cremers.</i><br>
 
<i>3. Petrus Meijs zou eenderde deel van de schulden overnemen, de rest zou de andere partij moeten nemen. Als schuldeisers worden genoemd chirurgijn Kerckhoffs, Frans Crijns, Peter Kleijntjens, Willem Biesjans, schepen Leonaerd Nuchelmans, Leonaerd Nuchelmans Janszoon, Mechel Meijs weduwe Claes Coenen, Jacobus Wolters, juffrouw Milliaer, heer Coolen, heer Rietraedt, heer Romers en Peter Cremers.</i><br>
<i>4. Alle overige goederen zouden in drie gelijke delen toevallen aan Petrus Meijs, Joannes Meens en de gebroeders Hautvast, waarbij het derde deel van Joannes Meens in vijf delen gesplitst zou worden voor Joannes Meens, de kinderen van Jacobus Hennen, de kinderen van Catharina Hennen, de kinderen van Sophia Hennen en de kinderen van Margaretha Hennen, en het derde deel van de gebroeders Hautvast eveneens in vijf delen, waarbij naast zijzelf ook Henricus Hautvast, Maria Anna Hautvast en de kinderen van Jacobus Hautvast zouden meedelen.</i><br>
+
<i>4. Alle overige goederen zouden in drie gelijke delen toevallen aan Petrus Meijs, Joannes Meens en de gebroeders Hautvast, waarbij het derde deel van Joannes Meens in vijf delen gesplitst zou worden voor Joannes Meens, de kinderen van Jacobus Hennen, de kinderen van Catharina Hennen, de kinderen van Sophia Hennen en de kinderen van Margaretha Hennen, en het derde deel van de gebroeders Hautvast eveneens in vijf delen, waarbij naast zijzelf ook Henricus Hautvast, Maria Anna Hautvast en de kinderen van Jacobus Hautvast zouden meedelen.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1761, 180r</ref><br>
<i>RHCL-LvO 1761, 192r: Op 4 oktober 1780 verkocht Petrus Meijs, weduwnaar Maria Weusten en wonend te Hulsberg, aan secretaris J.W. Frissen 101 kleine roeden akkerland &quot;in de sijpen&quot; onder Nuth, oostwaarts de Nuinhof, westwaarts schepen Gorissen, hoofdzijden de vloedgraaf en het Voorstercleef, welk land hem bij deling van de goederen van Jacob Bavo Meijs op 8 mei 1780 was toebedeeld. Iedere kleine roede werd verkocht voor drie gulden</i>
+
<i>Op 4 oktober 1780 verkocht Petrus Meijs, weduwnaar Maria Weusten en wonend te Hulsberg, aan secretaris J.W. Frissen 101 kleine roeden akkerland &quot;in de sijpen&quot; onder Nuth, oostwaarts de Nuinhof, westwaarts schepen Gorissen, hoofdzijden de vloedgraaf en het Voorstercleef, welk land hem bij deling van de goederen van Jacob Bavo Meijs op 8 mei 1780 was toebedeeld. Iedere kleine roede werd verkocht voor drie gulden</i><ref>HCL-01.075 LvO 1761, 192r</ref><br>
 
Ondertrouwd op 18 februari 1713 te Klimmen. <i>Hervormde gemeente Klimmen; met vermelding ouders</i>, gehuwd voor de kerk op 23-jarige leeftijd op 26 februari 1713 te Nuth (getuige(n): Joannes Hennen, Bartholomeus Silvertants) met <b>Maria WEUSTEN</b>, 26 jaar oud, gedoopt op 30 september 1686 te Hulsberg (getuige(n): Arnoldus Schreurs, Maria Croon), overleden op 14 mei 1759 te Hulsberg op 72-jarige leeftijd, dochter van <b>Simon WEUSTEN</b> en <b>Margaretha HABETS</b>.<br>
 
Ondertrouwd op 18 februari 1713 te Klimmen. <i>Hervormde gemeente Klimmen; met vermelding ouders</i>, gehuwd voor de kerk op 23-jarige leeftijd op 26 februari 1713 te Nuth (getuige(n): Joannes Hennen, Bartholomeus Silvertants) met <b>Maria WEUSTEN</b>, 26 jaar oud, gedoopt op 30 september 1686 te Hulsberg (getuige(n): Arnoldus Schreurs, Maria Croon), overleden op 14 mei 1759 te Hulsberg op 72-jarige leeftijd, dochter van <b>Simon WEUSTEN</b> en <b>Margaretha HABETS</b>.<br>
 
Uit dit huwelijk:<br>
 
Uit dit huwelijk:<br>
Regel 453: Regel 456:  
==<b>Generatie V</b>==
 
==<b>Generatie V</b>==
 
V.5 <b>Paulus MEIJS</b>, geboren ca. 1702, overleden op 10 januari 1757 te Grijzegrubben-Nuth, zoon van <b>Paulus MEIJS</b> (zie IV.16) en <b>Catharina HAMERS</b>.<br>
 
V.5 <b>Paulus MEIJS</b>, geboren ca. 1702, overleden op 10 januari 1757 te Grijzegrubben-Nuth, zoon van <b>Paulus MEIJS</b> (zie IV.16) en <b>Catharina HAMERS</b>.<br>
<i>RHCL-LvO 1759, 89r: Op 15 december 1751 verkochten de broers Paulus en Vaes Meijs, de een weduwnaar, de ander ongehuwd, aan Nicolaes a Campo, gehuwd met Anna Hermens, 100 kleine roeden &quot;op de bastaert&quot; in het Stratenerveld onder Nuth, grenzend aan de Maastrichterweg, Claes Coenen, Claes Hermens en Gabriel Limpens; verder nog een stuk akkerland in het Grijzegrubberveld onder Nuth [geen maten gegeven], grenzend aan Jan Timmers, Wijnandus Habets, Leonardus Smeets en Nelis Cremers. Iedere kleine roede kostte 25 stuivers.</i><br>
+
<i>Op 15 december 1751 verkochten de broers Paulus en Vaes Meijs, de een weduwnaar, de ander ongehuwd, aan Nicolaes a Campo, gehuwd met Anna Hermens, 100 kleine roeden &quot;op de bastaert&quot; in het Stratenerveld onder Nuth, grenzend aan de Maastrichterweg, Claes Coenen, Claes Hermens en Gabriel Limpens; verder nog een stuk akkerland in het Grijzegrubberveld onder Nuth [geen maten gegeven], grenzend aan Jan Timmers, Wijnandus Habets, Leonardus Smeets en Nelis Cremers. Iedere kleine roede kostte 25 stuivers.</i><br>
<i>Hun vader Paulus Meijs zette ook zijn merk onder de akte.</i><br>
+
<i>Hun vader Paulus Meijs zette ook zijn merk onder de akte.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1759, 89r</ref><br>
<i>RHCL-LvO 1760, 89r: Op 6 maart 1767 werd voor de schepenbank Nuth een akte gerealiseerd, opgesteld 4 februari 1757 door secretaris Meijs.</i><br>
+
<i>Op 6 maart 1767 werd voor de schepenbank Nuth een akte gerealiseerd, opgesteld 4 februari 1757 door secretaris Meijs.</i><br>
 
<i>Aanwezig waren Joannes Hermens, gehuwd met Maria Catharina Meijs, en Servaes Meijs, de eerste als mede-erfgenaam van wijlen Paulus Meijs, de tweede als oom en aangeboren voogd van de minderjarige kinderen van wijlen Paulus Meijs, geassisteerd door de meerderjarige Joanna Meijs en de bijna meerderjarige Maria Meijs.</i><br>
 
<i>Aanwezig waren Joannes Hermens, gehuwd met Maria Catharina Meijs, en Servaes Meijs, de eerste als mede-erfgenaam van wijlen Paulus Meijs, de tweede als oom en aangeboren voogd van de minderjarige kinderen van wijlen Paulus Meijs, geassisteerd door de meerderjarige Joanna Meijs en de bijna meerderjarige Maria Meijs.</i><br>
<i>Gezamenlijk verkochten zij, ingevolge akkoord en cessie van wijlen Paulus Meijs, aan Joannes Hermens, gehuwd met Catharina Meens, een morgen akkerland in het Grijzegrubberveld, grenzend aan Jacobus Drummen en Jospeh Helders, uitschietend op de Trichterweg, voor 22 stuivers per kleine roede.</i><br>
+
<i>Gezamenlijk verkochten zij, ingevolge akkoord en cessie van wijlen Paulus Meijs, aan Joannes Hermens, gehuwd met Catharina Meens, een morgen akkerland in het Grijzegrubberveld, grenzend aan Jacobus Drummen en Jospeh Helders, uitschietend op de Trichterweg, voor 22 stuivers per kleine roede.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1760, 89r</ref><br>
 
Gehuwd voor de kerk op 9 september 1730 te Mechelen met <b>Barbara KIEFKENS</b>, 27 jaar oud, gedoopt op 14 juni 1703 te Mechelen, overleden op 26 mei 1750 te Grijzegrubben-Nuth op 46-jarige leeftijd. <i>Barbara Kiefkens</i>, <i>bij doop kinderen achternaam Kiffert of Kifkens</i>, dochter van <b>Stephanus KIEFKENS</b> en <b>Joanna HANNOT</b>.<br>
 
Gehuwd voor de kerk op 9 september 1730 te Mechelen met <b>Barbara KIEFKENS</b>, 27 jaar oud, gedoopt op 14 juni 1703 te Mechelen, overleden op 26 mei 1750 te Grijzegrubben-Nuth op 46-jarige leeftijd. <i>Barbara Kiefkens</i>, <i>bij doop kinderen achternaam Kiffert of Kifkens</i>, dochter van <b>Stephanus KIEFKENS</b> en <b>Joanna HANNOT</b>.<br>
 
Uit dit huwelijk:<br>
 
Uit dit huwelijk:<br>
Regel 469: Regel 472:  
*5. <b>Anna Mechtildis</b>, gedoopt op 25 mei 1739 te Nuth (getuige(n): Joannes Pricken namens Martinus a Campo, Mechtild Meijs).<br>
 
*5. <b>Anna Mechtildis</b>, gedoopt op 25 mei 1739 te Nuth (getuige(n): Joannes Pricken namens Martinus a Campo, Mechtild Meijs).<br>
 
*6. <b>Paulus</b> (zie VI.9).<br>
 
*6. <b>Paulus</b> (zie VI.9).<br>
*7. <b>Joannes Servatius</b>, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 10 mei 1746 te Nuth (getuige(n): Joannes Hautvast, Catharina Lönissen), overleden op 27 juli 1817 te Ganzeweide-Heerlen op 71-jarige leeftijd.<br>
+
*7. <b>Joannes Servatius</b>, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 10 mei 1746 te Nuth (getuige(n): Joannes Hautvast, Catharina Lönissen), overleden op 27 juli 1817 te Ganzeweide-Heerlen op 71-jarige leeftijd.<br>
 
Ondertrouwd op 29 maart 1788 te Heerlen (getuige(n): Johannes Peukens, Anna Catharina Severens), <i>jongeman van Nuth, wonend te Heerlerheide, jongedochter uit de Ganzeweide</i>, gehuwd op 41-jarige leeftijd op 13 april 1788 te Heerlen met <b>Maria Elisabeth PEUKENS</b>, 33 jaar oud, gedoopt op 16 juli 1754 te Heerlen, overleden op 7 november 1811 te Ganzeweide-Heerlen op 57-jarige leeftijd, dochter van <b>Laurentius PEUKENS</b> en <b>Cornelia PALMEN</b>.<br>
 
Ondertrouwd op 29 maart 1788 te Heerlen (getuige(n): Johannes Peukens, Anna Catharina Severens), <i>jongeman van Nuth, wonend te Heerlerheide, jongedochter uit de Ganzeweide</i>, gehuwd op 41-jarige leeftijd op 13 april 1788 te Heerlen met <b>Maria Elisabeth PEUKENS</b>, 33 jaar oud, gedoopt op 16 juli 1754 te Heerlen, overleden op 7 november 1811 te Ganzeweide-Heerlen op 57-jarige leeftijd, dochter van <b>Laurentius PEUKENS</b> en <b>Cornelia PALMEN</b>.<br>
 
<br>
 
<br>
 
V.11 <b>Petrus Laurentius MEIJS</b>, gedoopt op 29 juni 1700 te Voerendaal (getuige(n): Theodorus Habets namens Gerardus Dautzenbergh, Maria Meijs), zoon van <b>Michael MEIJS</b> (zie IV.23) en <b>Maria a CAMPO</b>.<br>
 
V.11 <b>Petrus Laurentius MEIJS</b>, gedoopt op 29 juni 1700 te Voerendaal (getuige(n): Theodorus Habets namens Gerardus Dautzenbergh, Maria Meijs), zoon van <b>Michael MEIJS</b> (zie IV.23) en <b>Maria a CAMPO</b>.<br>
<i>Rijckheyt-001 4300x, 26: Op 19 april 1760 werd voor de schepenbank Heerlen een akte gerealiseerd, daags ervoor opgesteld door notaris Pelt te Heerlen.</i><br>
+
<i>Op 19 april 1760 werd voor de schepenbank Heerlen een akte gerealiseerd, daags ervoor opgesteld door notaris Pelt te Heerlen.</i><br>
<i>De erfgenamen van Tonis Hulters, te weten Laurens Meis, inwoner van Welten en gehuwd met Elisabeth Hulters, Bartolomeus Roe, wonend te Eijs en gehuwd met Gertrudis Hulters, Joanna van Keijserswerth, wonend te Nijmegen en &quot;arme weduwe&quot; van Wilhelmus Hulters, verkochten aan landmeter Hendrick Rhoen, gehuwd met Gertruijd Lintjens diverse stukken land onder Heerlen.</i><br>
+
<i>De erfgenamen van Tonis Hulters, te weten Laurens Meis, inwoner van Welten en gehuwd met Elisabeth Hulters, Bartolomeus Roe, wonend te Eijs en gehuwd met Gertrudis Hulters, Joanna van Keijserswerth, wonend te Nijmegen en &quot;arme weduwe&quot; van Wilhelmus Hulters, verkochten aan landmeter Hendrick Rhoen, gehuwd met Gertruijd Lintjens diverse stukken land onder Heerlen.</i><ref>Rijckheyt-001 inv. 4300x, 26</ref><br>
 
<i>RHCL-NA 4445, 66</i><br>
 
<i>RHCL-NA 4445, 66</i><br>
 
Ondertrouwd (1) op 6 februari 1740 te Heerlen (getuige(n): Hendrik Heuts, Maria Faron), <i>jm en jd van Welten</i>, gehuwd op 39-jarige leeftijd op 21 februari 1740 te Heerlen met <b>Anna HAENBEUCKERS</b>, 31 jaar oud, gedoopt op 2 juni 1708 te Heerlen, dochter van <b>Joannes HAENBEUCKERS</b> en <b>Maria NIJSSEN</b>.<br>
 
Ondertrouwd (1) op 6 februari 1740 te Heerlen (getuige(n): Hendrik Heuts, Maria Faron), <i>jm en jd van Welten</i>, gehuwd op 39-jarige leeftijd op 21 februari 1740 te Heerlen met <b>Anna HAENBEUCKERS</b>, 31 jaar oud, gedoopt op 2 juni 1708 te Heerlen, dochter van <b>Joannes HAENBEUCKERS</b> en <b>Maria NIJSSEN</b>.<br>
Regel 485: Regel 488:  
<br>
 
<br>
 
V.17 <b>Martinus MEIJS</b>, gedoopt op 8 juli 1703 te Voerendaal (getuige(n): Theodorus Habets namens Paulus Meijs, Catharina a Campo), overleden op 26 maart 1764 te Voerendaal op 60-jarige leeftijd, zoon van <b>Michael MEIJS</b> (zie IV.23) en <b>Maria a CAMPO</b>.<br>
 
V.17 <b>Martinus MEIJS</b>, gedoopt op 8 juli 1703 te Voerendaal (getuige(n): Theodorus Habets namens Paulus Meijs, Catharina a Campo), overleden op 26 maart 1764 te Voerendaal op 60-jarige leeftijd, zoon van <b>Michael MEIJS</b> (zie IV.23) en <b>Maria a CAMPO</b>.<br>
<i>RHCL-AHW 170, 274: Op 29 oktober [november in notarisakte] 1740 werd het testament geopend van Joannes Wernerus Goffin, in leven advocaat te Aken. Volgens dat testament zou Catharina Goffin, gehuwd met Martin Meijs, een rijksdaalder ontvangen.</i><br>
+
<i>RHCL-AHW 170, 274: Op 29 oktober [november in notarisakte] 1740 werd het testament geopend van Joannes Wernerus Goffin, in leven advocaat te Aken. Volgens dat testament zou Catharina Goffin, gehuwd met Martin Meijs, een rijksdaalder ontvangen.</i><br>
 
<i>RHCL-NA 4431, 47; RHCL-LvO 7099, 356: Op 31 augustus 1741 kocht Martinus Meijs, pachter op de Dries te Voerendaal, van Baltus Linssen, inwoner van Weustenrade en gehuwd met Anna Ubags, een kamer met zolder en kelder, een kleine moestuin daarachter gelegen, alsmede de halve poort, het geheel gelegen onder Weustenrade en rondom begrensd door de erven Goffin. Hij betaalde 30 rijksdaalders en een vracht kolen.</i><br>
 
<i>RHCL-NA 4431, 47; RHCL-LvO 7099, 356: Op 31 augustus 1741 kocht Martinus Meijs, pachter op de Dries te Voerendaal, van Baltus Linssen, inwoner van Weustenrade en gehuwd met Anna Ubags, een kamer met zolder en kelder, een kleine moestuin daarachter gelegen, alsmede de halve poort, het geheel gelegen onder Weustenrade en rondom begrensd door de erven Goffin. Hij betaalde 30 rijksdaalders en een vracht kolen.</i><br>
 
<i>RHCL-AHW 170, 281: Op 6 februari 1742 verzette Willem Goffin, gehuwd met Margaretha Heuschen, aan Martin Meijs 167,5 kleine roede land in het Lepelerbroek onder Wijnandsrade, oostwaarts de erven Andries Fabritius, westwaarts Martin Meijs zelf, voor 35 pattacons en drieëneenhalve gulden. De afspraak gold voor zes jaar.</i><br>
 
<i>RHCL-AHW 170, 281: Op 6 februari 1742 verzette Willem Goffin, gehuwd met Margaretha Heuschen, aan Martin Meijs 167,5 kleine roede land in het Lepelerbroek onder Wijnandsrade, oostwaarts de erven Andries Fabritius, westwaarts Martin Meijs zelf, voor 35 pattacons en drieëneenhalve gulden. De afspraak gold voor zes jaar.</i><br>
Regel 535: Regel 538:  
<i>RHCL-NA 4446, 29: Op 5 april 1763 verpachtte Martinus Meijs aan Joannes Vernaus, gehuwd met Maria Catharina Heuvels, een huis met stal, schuur, huiswei en drie weilanden, gelegen te Weustenrade. De pachttermijn zou op 1 oktober 1763 ingaan voor de duur van zes jaar. De pachtsom bedroeg jaarlijks 36 rijksdaalders en zes pond Engelse tin. De verpachter behield zich het recht voor om de zolder te gebruiken voor de opslag van zijn gewassen. Verder mocht hij vijf fruitbomen naar keuze plukken. Indien hij het huis voor eigen gebruik nodig had, diende de pachter het pand te ontruimen, mits een half jaar van tevoren gewaarschuwd.</i><br>
 
<i>RHCL-NA 4446, 29: Op 5 april 1763 verpachtte Martinus Meijs aan Joannes Vernaus, gehuwd met Maria Catharina Heuvels, een huis met stal, schuur, huiswei en drie weilanden, gelegen te Weustenrade. De pachttermijn zou op 1 oktober 1763 ingaan voor de duur van zes jaar. De pachtsom bedroeg jaarlijks 36 rijksdaalders en zes pond Engelse tin. De verpachter behield zich het recht voor om de zolder te gebruiken voor de opslag van zijn gewassen. Verder mocht hij vijf fruitbomen naar keuze plukken. Indien hij het huis voor eigen gebruik nodig had, diende de pachter het pand te ontruimen, mits een half jaar van tevoren gewaarschuwd.</i><br>
 
<i>RHCL-NA 4450, 80: Op 8 december 1768 verpachtte Catharina Goffin, weduwe van Martinus Meijs, aan Peter Habets, gehuwd met Barbara Vlecken, een huis met hof, landerijen met kaf en stro &quot;in de rode poort&quot; te Weustenrade. De pacht gold voor zes jaar, lopende vanaf 1 oktober 1769. De pachtsom bedroeg jaarlijks veertien rijksdaalders en vier pond Engelse tin. De verpachtster reserveerde een deel van de zolder voor de opslag van haar gewassen.</i><br>
 
<i>RHCL-NA 4450, 80: Op 8 december 1768 verpachtte Catharina Goffin, weduwe van Martinus Meijs, aan Peter Habets, gehuwd met Barbara Vlecken, een huis met hof, landerijen met kaf en stro &quot;in de rode poort&quot; te Weustenrade. De pacht gold voor zes jaar, lopende vanaf 1 oktober 1769. De pachtsom bedroeg jaarlijks veertien rijksdaalders en vier pond Engelse tin. De verpachtster reserveerde een deel van de zolder voor de opslag van haar gewassen.</i><br>
<i>RHCL-NA 4453, 10: Op 8 februari 1773 meldde Maria Catharina Goffin dat haar zoons Hans Willem en Michiel Meijs te Heerlen gedaagd waren wegens een vechtpartij. Ter beëindiging van het proces had zij dertig rijksdaalders nodig, die haar tegen een rente van 5% verstrekt werden door baron van Belderbusch. De erfdelen van haar zoons dienden tot onderpand.</i><br>
+
<i>RHCL-NA 4453, 10: Op 8 februari 1773 meldde Maria Catharina Goffin dat haar zoons Hans Willem en Michiel Meijs te Heerlen gedaagd waren wegens een vechtpartij. Ter beëindiging van het proces had zij dertig rijksdaalders nodig, die haar tegen een rente van 5% verstrekt werden door baron van Belderbusch. De erfdelen van haar zoons dienden tot onderpand.</i><br>
 
Ondertrouwd op 20 augustus 1735 te Heerlen, <i>jongeman en jongedochter uit Voerendaal</i>, gehuwd voor de kerk op 32-jarige leeftijd op 4 september 1735 te Voerendaal met <b>Maria Catharina GOFFIN</b>, 23 jaar oud, gedoopt op 2 mei 1712 te Wijnandsrade (getuige(n): Maria Haesen), overleden op 1 mei 1776 te Voerendaal op 63-jarige leeftijd, dochter van <b>Hubertus GOFFIN</b> en <b>Elisabeth SCHOONBROODT</b>.<br>
 
Ondertrouwd op 20 augustus 1735 te Heerlen, <i>jongeman en jongedochter uit Voerendaal</i>, gehuwd voor de kerk op 32-jarige leeftijd op 4 september 1735 te Voerendaal met <b>Maria Catharina GOFFIN</b>, 23 jaar oud, gedoopt op 2 mei 1712 te Wijnandsrade (getuige(n): Maria Haesen), overleden op 1 mei 1776 te Voerendaal op 63-jarige leeftijd, dochter van <b>Hubertus GOFFIN</b> en <b>Elisabeth SCHOONBROODT</b>.<br>
 
Uit dit huwelijk:<br>
 
Uit dit huwelijk:<br>
Regel 551: Regel 554:  
Gehuwd voor de kerk (2) op 35-jarige leeftijd op 13 mei 1781 te Nuth met <b>Leonardus RUIJSOP</b>, 26 jaar oud, timmerman, geboren te Terstraten-Nuth, gedoopt op 9 december 1754 te Nuth (getuige(n): Leonardus Limpens, Elisabeth Snackers), overleden op 29 juli 1831 te Nuth op 76-jarige leeftijd, zoon van <b>Nicolaus RUIJSCHOP</b>, timmerman, en <b>Mechtildis LIMPENS</b>.<br>
 
Gehuwd voor de kerk (2) op 35-jarige leeftijd op 13 mei 1781 te Nuth met <b>Leonardus RUIJSOP</b>, 26 jaar oud, timmerman, geboren te Terstraten-Nuth, gedoopt op 9 december 1754 te Nuth (getuige(n): Leonardus Limpens, Elisabeth Snackers), overleden op 29 juli 1831 te Nuth op 76-jarige leeftijd, zoon van <b>Nicolaus RUIJSCHOP</b>, timmerman, en <b>Mechtildis LIMPENS</b>.<br>
 
*8. <b>Anna Elisabetha</b>, gedoopt op 8 november 1747 te Voerendaal (getuige(n): Michael Meijs, Elisabeth Quaedvlieg).<br>
 
*8. <b>Anna Elisabetha</b>, gedoopt op 8 november 1747 te Voerendaal (getuige(n): Michael Meijs, Elisabeth Quaedvlieg).<br>
*9. <b>Joannes Hubertus</b>, gedoopt op 7 april 1749 te Voerendaal (getuige(n): Joannes Goffin, Elisabetha Meijs). <i>RHCL-LvO 7108, 252: Op 30 mei 1777 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Gudi te Maastricht op 8 februari 1777.</i><br>
+
*9. <b>Joannes Hubertus</b>, gedoopt op 7 april 1749 te Voerendaal (getuige(n): Joannes Goffin, Elisabetha Meijs).<br>
 +
<i>Op 30 mei 1777 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Gudi te Maastricht op 8 februari 1777.</i><br>
 
<i>Hubertus Meijs, meerderjarig en ongehuwd, wonend onder de bank Heerlen, kocht van zijn zwager Hermanus Schaaps, wonend te Scharn en gehuwd met Maria Sibilla Meijs, diens lot, zoals toebedeeld door landmeter Mertens op 30 november 1776, te weten:</i><br>
 
<i>Hubertus Meijs, meerderjarig en ongehuwd, wonend onder de bank Heerlen, kocht van zijn zwager Hermanus Schaaps, wonend te Scharn en gehuwd met Maria Sibilla Meijs, diens lot, zoals toebedeeld door landmeter Mertens op 30 november 1776, te weten:</i><br>
 
<i>a) de achterste kamer met de daaronder gelegen kelder, met naastgelegen plaats en schuur en een deel uit de huisweide en bakoven, grenzend aan Machiel en Cornelia Meis;</i><br>
 
<i>a) de achterste kamer met de daaronder gelegen kelder, met naastgelegen plaats en schuur en een deel uit de huisweide en bakoven, grenzend aan Machiel en Cornelia Meis;</i><br>
Regel 557: Regel 561:  
<i>c) 50 kleine roeden land &quot;achter de coegele&quot;, oostwaarts Jan Moenen, westwaarts Melchior Moenen, zuidwaarts Hubertus Goffin, noordwaarts de rein;</i><br>
 
<i>c) 50 kleine roeden land &quot;achter de coegele&quot;, oostwaarts Jan Moenen, westwaarts Melchior Moenen, zuidwaarts Hubertus Goffin, noordwaarts de rein;</i><br>
 
<i>d) 161 kleine roeden land onder Wijnandsrade &quot;aen den luijperbroeck&quot;, oostwaarts Joanna Maria Meijs, westwaarts Michiel Meijs, hoofdzijden de vloedgraaf en de beemd, belast met twee vaten rogge aam Sint Gerlach.</i><br>
 
<i>d) 161 kleine roeden land onder Wijnandsrade &quot;aen den luijperbroeck&quot;, oostwaarts Joanna Maria Meijs, westwaarts Michiel Meijs, hoofdzijden de vloedgraaf en de beemd, belast met twee vaten rogge aam Sint Gerlach.</i><br>
<i>Het geheel werd verkocht voor 1272 gulden en zes stuivers die spoedig betaald zouden worden.</i><br>
+
<i>Het geheel werd verkocht voor 1272 gulden en zes stuivers die spoedig betaald zouden worden.</i><ref>HCL-01.075 LvO 7108, 252</ref><br>
<i>RHCL-LvO 7108, 178: Op 13 februari 1777 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Wijnants uit Schin op Geul op 10 februari 1777.</i><br>
+
<i>Op 13 februari 1777 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Wijnants uit Schin op Geul op 10 februari 1777.</i><br>
 
<i>Hubertus Meijs, meerderjarig en ongehuwd, wonend onder de bank Heerlen, verklaarde 1000 gulden tegen 5% te hebben van Joannes Franciscus Boccar, wonend te Sint Pieter bij Valkenburg.</i><br>
 
<i>Hubertus Meijs, meerderjarig en ongehuwd, wonend onder de bank Heerlen, verklaarde 1000 gulden tegen 5% te hebben van Joannes Franciscus Boccar, wonend te Sint Pieter bij Valkenburg.</i><br>
 
<i>Tot onderpand stelde hij:</i><br>
 
<i>Tot onderpand stelde hij:</i><br>
Regel 572: Regel 576:  
<i>i) 95 kleine roeden land onder Wijnandsrade &quot;aan den crommen morgen&quot;, oostwaarts Lodewick Weijers, zuidwaarts de rader rein.</i><br>
 
<i>i) 95 kleine roeden land onder Wijnandsrade &quot;aan den crommen morgen&quot;, oostwaarts Lodewick Weijers, zuidwaarts de rader rein.</i><br>
 
<i>Deze goederen waren hem toebedeeld op 30 november 1776 door landmeter Mertens</i><br>
 
<i>Deze goederen waren hem toebedeeld op 30 november 1776 door landmeter Mertens</i><br>
<i>In de marge werd aangetekend dat Machiel Meijs op 5 augustus 1785 de lening had afgelost. [die had namelijk de goederen van hem gekocht en de lening overgenomen]</i><br>
+
<i>In de marge werd aangetekend dat Machiel Meijs op 5 augustus 1785 de lening had afgelost. [die had namelijk de goederen van hem gekocht en de lening overgenomen]</i><ref>HCL-01.075 LvO 7108, 178</ref><br>
<i>RHCL-LvO 7109, 69: Op 24 april 1780 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Cotzhuijsen te Heerlen op 9 februari 1780. [NA 101, 17]</i><br>
+
<i>Op 24 april 1780 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Cotzhuijsen te Heerlen op 9 februari 1780. [NA 101, 17]</i><br>
<i>Hubertus Meijs, inwoner van Weustenrade en gehuwd met Maria Catharina Voncken, verkocht aan Hubertus Goffin, weduwnaar Maria Josepha Somnia, halfwin op Terveren, 50 kleine roeden land achter Weustenrade op de Rader rein, grenzend aan de weduwe Jan Moenen en de weduwe Lortu, hoofdzijden de rein en de koper, voor zes schillingen per kleine roede</i><br>
+
<i>Hubertus Meijs, inwoner van Weustenrade en gehuwd met Maria Catharina Voncken, verkocht aan Hubertus Goffin, weduwnaar Maria Josepha Somnia, halfwin op Terveren, 50 kleine roeden land achter Weustenrade op de Rader rein, grenzend aan de weduwe Jan Moenen en de weduwe Lortu, hoofdzijden de rein en de koper, voor zes schillingen per kleine roede</i><ref>HCL-01.075 LvO 7109, 69</ref><br>
<i>RHCL-LvO 7110, 213: Op 25 september 1784 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Swildens te Voerendaal op 31 mei 1781.</i><br>
+
<i>Op 25 september 1784 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Swildens te Voerendaal op 31 mei 1781.</i><br>
 
<i>Hubert Meijs, inwoner van Weustenrade en gehuwd met Maria Catharina Voncken, verkocht aan zijn broer Machiel Meijs, halfwin op de Dries en gehuwd met Maria Catharina a Campo, de goederen die hij op 8 februari 1777 van zijn zwager Hermanus Schaaps gekocht had, voor 1614 gulden en 2,5 stuiver.</i><br>
 
<i>Hubert Meijs, inwoner van Weustenrade en gehuwd met Maria Catharina Voncken, verkocht aan zijn broer Machiel Meijs, halfwin op de Dries en gehuwd met Maria Catharina a Campo, de goederen die hij op 8 februari 1777 van zijn zwager Hermanus Schaaps gekocht had, voor 1614 gulden en 2,5 stuiver.</i><br>
 
<i>Op de koopsom werd een erfpacht van twee vaten rogge aan klooster Sint Gerlach, gewaardeerd 80 gulden in mindering gebracht.</i><br>
 
<i>Op de koopsom werd een erfpacht van twee vaten rogge aan klooster Sint Gerlach, gewaardeerd 80 gulden in mindering gebracht.</i><br>
 
<i>Verder nam de koper een schuld van 1200 gulden aan heer Boccar van Valkenburg over.</i><br>
 
<i>Verder nam de koper een schuld van 1200 gulden aan heer Boccar van Valkenburg over.</i><br>
<i>Het restant zou binnen twee maanden betaald worden.</i><br>
+
<i>Het restant zou binnen twee maanden betaald worden.</i><ref>HCL-01.075 LvO 7110, 213</ref><br>
<i>RHCL-LvO 7110, 309: Op 15 maart 1785 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Swildens te Voerendaal op 5 mei 1782.</i><br>
+
<i>Op 15 maart 1785 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Swildens te Voerendaal op 5 mei 1782.</i><br>
<i>Hubert Meijs, halfwin op hof Heijdal onder de bank Heerlen en gehuwd met Maria Catharina Voncken, verkocht aan Joannes Heusschen, inwoner van Weustenrade en gehuwd met Marie Geertruij Sporken, 100 kleine roeden beemd in het Leuperbroek, oostwaarts de erfgenamen Frans Willem Heusschen, noord-en zuid het veld, voor een gulden per kleine roede.</i><br>
+
<i>Hubert Meijs, halfwin op hof Heijdal onder de bank Heerlen en gehuwd met Maria Catharina Voncken, verkocht aan Joannes Heusschen, inwoner van Weustenrade en gehuwd met Marie Geertruij Sporken, 100 kleine roeden beemd in het Leuperbroek, oostwaarts de erfgenamen Frans Willem Heusschen, noord-en zuid het veld, voor een gulden per kleine roede.</i><ref>HCL-01.075 LvO 7110, 309</ref><br>
 
Ondertrouwd op 14 februari 1778 te Heerlen (getuige(n): Michael Meis, Theresia Ubels). <i>Hubertus Meis jongeman van hof ten Driesch met Marie Cathrin Voncken jongedochter van Runneberg</i>, gehuwd op 28-jarige leeftijd op 1 maart 1778 te Heerlen met <b>Maria Catharina VONCKEN</b>, 23 jaar oud, gedoopt op 19 februari 1755 te Heerlen, dochter van <b>Christianus VONCKEN</b> en <b>Maria REUMERS</b>.<br>
 
Ondertrouwd op 14 februari 1778 te Heerlen (getuige(n): Michael Meis, Theresia Ubels). <i>Hubertus Meis jongeman van hof ten Driesch met Marie Cathrin Voncken jongedochter van Runneberg</i>, gehuwd op 28-jarige leeftijd op 1 maart 1778 te Heerlen met <b>Maria Catharina VONCKEN</b>, 23 jaar oud, gedoopt op 19 februari 1755 te Heerlen, dochter van <b>Christianus VONCKEN</b> en <b>Maria REUMERS</b>.<br>
 
*10. <b>Joannes Michael</b> (zie VI.32).<br>
 
*10. <b>Joannes Michael</b> (zie VI.32).<br>
Regel 589: Regel 593:  
Uit dit huwelijk:<br>
 
Uit dit huwelijk:<br>
 
*1. <b>Joannes Michael</b>, gedoopt op 27 juni 1753 te Klimmen (getuige(n): Joannes Eggen, Maria Nist namens Mechtildis Meijs), overleden op 21 oktober 1793 te SWier-Wijnandsrade op 40-jarige leeftijd, <i>apoplexie</i>.<br>
 
*1. <b>Joannes Michael</b>, gedoopt op 27 juni 1753 te Klimmen (getuige(n): Joannes Eggen, Maria Nist namens Mechtildis Meijs), overleden op 21 oktober 1793 te SWier-Wijnandsrade op 40-jarige leeftijd, <i>apoplexie</i>.<br>
<i>RHCL-LvO 7108, 491: Op 2 juni 1778 verkochten Joannes Meijs, ongehuwd, en zijn broer Hubertus Meijs, gehuwd met Maria Sybilla Heuts, inwoners van Wijnandsrade, aan Hubertus Goffin, gehuwd met Maria Josepha Sommia, 46,5 kleine roede bos in het Weustenrader bos onder Klimmen, oostwaarts Maggel Raeven, westwaarts Hubert Goffin, hoofdzijden Joannes van Geul en de erfgenamen Reijner Eggen, voor vijf schillingen per kleine roede.</i><br>
+
<i>Op 2 juni 1778 verkochten Joannes Meijs, ongehuwd, en zijn broer Hubertus Meijs, gehuwd met Maria Sybilla Heuts, inwoners van Wijnandsrade, aan Hubertus Goffin, gehuwd met Maria Josepha Sommia, 46,5 kleine roede bos in het Weustenrader bos onder Klimmen, oostwaarts Maggel Raeven, westwaarts Hubert Goffin, hoofdzijden Joannes van Geul en de erfgenamen Reijner Eggen, voor vijf schillingen per kleine roede.</i><br>
<i>De akte opgesteld voor de schepenbank Wijnandsrade, werd op 13 januari 1779 gerealiseerd voor de schepenbank Klimmen.</i><br>
+
<i>De akte opgesteld voor de schepenbank Wijnandsrade, werd op 13 januari 1779 gerealiseerd voor de schepenbank Klimmen.</i><ref>HCL-01.075 LvO 7108, 491</ref><br>
<i>RHCL-LvO 7109, 94: Op 27 juni 1780 werd voor de schepenbank Klimmen een</i><br>
+
<i>Op 27 juni 1780 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, dezelfde dag opgesteld door notaris Wilmar te Meerssen.</i><br>
<i>akte gerealiseerd, dezelfde dag opgesteld door notaris Wilmar te Meerssen.</i><br>
   
<i>Joannes Meijs, inwoner van Swier en gehuwd met Maria Catharina Jongen, verkocht aan Joannes Moonen, inwoner van Swier en gehuwd met Maria Eggen, 56,5 kleine roeden akkerland &quot;op het gestij&quot; bij Weustenrade onder Klimmen, grenzend aan Lambertus Meijs en Melchior Moonen, hoofdzijden de weg naar Brommelen en de erfgenamen Willem Odekerken.</i><br>
 
<i>Joannes Meijs, inwoner van Swier en gehuwd met Maria Catharina Jongen, verkocht aan Joannes Moonen, inwoner van Swier en gehuwd met Maria Eggen, 56,5 kleine roeden akkerland &quot;op het gestij&quot; bij Weustenrade onder Klimmen, grenzend aan Lambertus Meijs en Melchior Moonen, hoofdzijden de weg naar Brommelen en de erfgenamen Willem Odekerken.</i><br>
<i>De verkoper, die dit land geërfd had van zijn ouders, zou de staande gewassen met kaf en stro nog van het land mogen halen.</i><br>
+
<i>De verkoper, die dit land geërfd had van zijn ouders, zou de staande gewassen met kaf en stro nog van het land mogen halen.</i><br>
<i>Iedere kleine roede werd verkocht voor 50 stuivers.</i><br>
+
<i>Iedere kleine roede werd verkocht voor 50 stuivers.</i><ref>HCL-01.075 LvO 7109, 94</ref><br>
 
<i>RHCL-NA 4188 [295 en 406]</i><br>
 
<i>RHCL-NA 4188 [295 en 406]</i><br>
<i>RHCL-LvO 7112, 68: Op 6 april 1789 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Frederix te Maastricht op 28 januari 1789. Leonardus Caubo, inwoner van Swier, handelend namens Joannes Meijs, inwoner van Swier en gehuwd met Maria Catharina Jongen, leende 100 gulden tegen 5% van het klooster der Augustijnen te Maastricht.</i><br>
+
<i>Op 6 april 1789 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Frederix te Maastricht op 28 januari 1789. Leonardus Caubo, inwoner van Swier, handelend namens Joannes Meijs, inwoner van Swier en gehuwd met Maria Catharina Jongen, leende 100 gulden tegen 5% van het klooster der Augustijnen te Maastricht.</i><br>
 
<i>Joannes Meijs stelde tot onderpand 162 kleine roeden op de rein, grenzend aan Matthijs Geelen en Lambert Meijs, en 56,5 kleine roeden land &quot;op de gestij&quot;, grenzend aan de erfgenamen Moenen en Lambert Meijs.</i><br>
 
<i>Joannes Meijs stelde tot onderpand 162 kleine roeden op de rein, grenzend aan Matthijs Geelen en Lambert Meijs, en 56,5 kleine roeden land &quot;op de gestij&quot;, grenzend aan de erfgenamen Moenen en Lambert Meijs.</i><br>
<i>Er werd verwezen naar een lening van 300 gulden, ook door de Augustijnen verstrekt, op 17 mei 1779 opgenomen en op 30 mei 1779 voor de schepenbank Wijnandsrade vastgelegd.</i><br>
+
<i>Er werd verwezen naar een lening van 300 gulden, ook door de Augustijnen verstrekt, op 17 mei 1779 opgenomen en op 30 mei 1779 voor de schepenbank Wijnandsrade vastgelegd.</i><ref>HCL-01.075 LvO 7112, 68</ref><br>
 
<i>RHCL-09.001 NA 4460, 5: Op 25 februari 1790</i><br>
 
<i>RHCL-09.001 NA 4460, 5: Op 25 februari 1790</i><br>
 
<i>RHCL-LvO 7112, 342: Op 20 maart 1790 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Swildens te Voerendaal op 25 februari 1790.</i><br>
 
<i>RHCL-LvO 7112, 342: Op 20 maart 1790 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Swildens te Voerendaal op 25 februari 1790.</i><br>
Regel 605: Regel 608:  
<i>Het land was belast met drie koppen rogge aan het klooster Sint Gerlach.</i><br>
 
<i>Het land was belast met drie koppen rogge aan het klooster Sint Gerlach.</i><br>
 
<i>Een lening van 400 gulden aan de Augustijnen werd door de koper overgenomen en in mindering gebracht op de koopsom.</i><br>
 
<i>Een lening van 400 gulden aan de Augustijnen werd door de koper overgenomen en in mindering gebracht op de koopsom.</i><br>
<i>De staande gewassen, zijnde rogge en een beetje gerst, mocht de verkoper nog oogsten.</i><br>
+
<i>De staande gewassen, zijnde rogge en een beetje gerst, mocht de verkoper nog oogsten.</i><ref>HCL-01.075 LvO 7112, 342</ref><br>
<i>RHCL-AHW 163: Op 31 juli 1793 werd Lambertus Meijs van Swier gedaagd vanwege een gewelddadige ruzie tussen hem en zijn broer Joannes op 26 januari 1792. Lambert had zijn broer toen zwaar mishandeld waarbij twee ribben waren gebroken en vijf wonden op zijn hoofd waren ontstaan</i><br>
+
<i>Op 31 juli 1793 werd Lambertus Meijs van Swier gedaagd vanwege een gewelddadige ruzie tussen hem en zijn broer Joannes op 26 januari 1792. Lambert had zijn broer toen zwaar mishandeld waarbij twee ribben waren gebroken en vijf wonden op zijn hoofd waren ontstaan.</i><br>
 
<i>En dit alles terwijl Joannes op de grond lag en niet in staat was zich te verweren.</i><br>
 
<i>En dit alles terwijl Joannes op de grond lag en niet in staat was zich te verweren.</i><br>
<i>Als verzwarende factor gold nog dat Joannes Meijs een gebrekkig en ziek mens was, lijdend aan epilepsie.</i><br>
+
<i>Als verzwarende factor gold nog dat Joannes Meijs een gebrekkig en ziek mens was, lijdend aan epilepsie.</i><ref>HCL-01.193  Archief Heerlijkheid Wijnandsrade 163</ref><br>
Gehuwd voor de kerk op 25-jarige leeftijd op 27 mei 1779 te Wijnandsrade, <i>bruidegom uit Swier, bruid uit Wijlre</i> met <b>Maria Catharina JONGEN</b>. <i>Een Maria Catharina Jongen huwt twee jaar na het overlijden van Joannes Meijs als weduwe met Maximiliaan Schaaps. Als zij in 1820 overlijdt wordt als leeftijd 89 jaar gegeven en als ouders Frans Jongen en Petronella Birckx, die inderdaad in 1734 een dochter met dezelfde naam laten dopen in Schin op Geul.</i><br>
+
Gehuwd voor de kerk op 25-jarige leeftijd op 27 mei 1779 te Wijnandsrade, <i>bruidegom uit Swier, bruid uit Wijlre</i> met <b>Maria Catharina JONGEN</b>.<br>
<i>Maar het is maar zeer de vraag of zij de weduwe van Joannes Meijs is die dan 20 jaar jonger zou zijn dan zijn echtgenote!</i><br>
+
<i>Een Maria Catharina Jongen huwt twee jaar na het overlijden van Joannes Meijs als weduwe met Maximiliaan Schaaps. Als zij in 1820 overlijdt wordt als leeftijd 89 jaar gegeven en als ouders Frans Jongen en Petronella Birckx, die inderdaad in 1734 een dochter met dezelfde naam laten dopen in Schin op Geul.</i><br>
 +
<i>Maar het is maar zeer de vraag of zij de weduwe van Joannes Meijs is die dan 20 jaar jonger zou zijn geweest dan zijn echtgenote!</i><br>
 
*2. <b>Wilhelmus Lambertus</b> (zie VI.36).<br>
 
*2. <b>Wilhelmus Lambertus</b> (zie VI.36).<br>
 
*3. <b>Michael</b>, gedoopt op 2 december 1758 te Wijnandsrade (getuige(n): Michael Meijs, Helena Eggen).<br>
 
*3. <b>Michael</b>, gedoopt op 2 december 1758 te Wijnandsrade (getuige(n): Michael Meijs, Helena Eggen).<br>
Regel 815: Regel 819:  
<br>
 
<br>
 
V.39 <b>Josephus MEIJS</b>, gedoopt op 13 november 1710 te Nuth (getuige(n): Matthias Hautvast (grootvader), Catharina Meijs), overleden op 28 februari 1782 te Terstraten-Nuth op 71-jarige leeftijd, zoon van <b>Hermanus MEIJS</b> (zie IV.29) en <b>Helena HAUTVAST</b>.<br>  
 
V.39 <b>Josephus MEIJS</b>, gedoopt op 13 november 1710 te Nuth (getuige(n): Matthias Hautvast (grootvader), Catharina Meijs), overleden op 28 februari 1782 te Terstraten-Nuth op 71-jarige leeftijd, zoon van <b>Hermanus MEIJS</b> (zie IV.29) en <b>Helena HAUTVAST</b>.<br>  
<i>RHCL-LvO 1759, 152r: Op 5 januari 1757 verkocht Joseph Meijs, gehuwd met Ida Raven, aan Joannes Beckers, gehuwd met Mechtild Limpens, 424 kleine roeden akkerland op het Helleveld onder Nuth, grenzend oostwaarts Joannes Beckers zelf, westwaarts Geurt Snackers en Hendrick Roebroeck, zuidwaarts Gertruijd Eggen. Iedere kleine roede kostte 29 stuivers. Dit land had hij op 22 november 1756 tijdens de openbare verkoop van de goederen van wijlen zijn vader Hermen Meijs gekocht.</i><br>
+
<i>Op 5 januari 1757 verkocht Joseph Meijs, gehuwd met Ida Raven, aan Joannes Beckers, gehuwd met Mechtild Limpens, 424 kleine roeden akkerland op het Helleveld onder Nuth, grenzend oostwaarts Joannes Beckers zelf, westwaarts Geurt Snackers en Hendrick Roebroeck, zuidwaarts Gertruijd Eggen. Iedere kleine roede kostte 29 stuivers. Dit land had hij op 22 november 1756 tijdens de openbare verkoop van de goederen van wijlen zijn vader Hermen Meijs gekocht.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1759, 152r</ref><br>
<i>RHCL-LvO 1759, 270r: Op 23 januari 1762 verkocht Elisabeth Hamers, weduwe Arnold Raven, wonende te Bekergenhout, ten behoeve van haar kinderen en met toestemming van hun voogd Claes Hamers, aan haar zwager Joseph Meijs, gehuwd met Ida Raven, en aan Gertruijd Eggen, weduwe Laurens Cremers, 638 kleine roeden akkerland en weide onder Nuth, waarvan de gegevens bij de kopers bekend waren. Deze goederen, belast met anderhalve kop koren aan de Armen van Nuth en een halve malder zaad aan de kerk van Nuth, werden verkocht voor 30 gulden per grote roede. De verkoopster gebruikte het geld om de goederen die ze op 9 november 1761 van haar zwager Jacob Erckens gekocht had te betalen.</i><br>
+
<i>Op 23 januari 1762 verkocht Elisabeth Hamers, weduwe Arnold Raven, wonende te Bekergenhout, ten behoeve van haar kinderen en met toestemming van hun voogd Claes Hamers, aan haar zwager Joseph Meijs, gehuwd met Ida Raven, en aan Gertruijd Eggen, weduwe Laurens Cremers, 638 kleine roeden akkerland en weide onder Nuth, waarvan de gegevens bij de kopers bekend waren. Deze goederen, belast met anderhalve kop koren aan de Armen van Nuth en een halve malder zaad aan de kerk van Nuth, werden verkocht voor 30 gulden per grote roede. De verkoopster gebruikte het geld om de goederen die ze op 9 november 1761 van haar zwager Jacob Erckens gekocht had te betalen.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1759, 270r</ref><br>
<i>RHCL-LvO 1760, 236v: Op 21 oktober 1769 verkocht de ongehuwde Willem Raeven aan zijn zwager Joseph Meijs, gehuwd met Ida Raeven, 90 kleine roeden akkerland op het Grefken onder Nuth, grenzend aan Joannes Queijsen, Nelis Lemmens, Joannes Schoorens en de Nelisweg. Iedere kleine roede kostte 35 stuivers.</i><br>
+
<i>Op 21 oktober 1769 verkocht de ongehuwde Willem Raeven aan zijn zwager Joseph Meijs, gehuwd met Ida Raeven, 90 kleine roeden akkerland op het Grefken onder Nuth, grenzend aan Joannes Queijsen, Nelis Lemmens, Joannes Schoorens en de Nelisweg. Iedere kleine roede kostte 35 stuivers.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1760, 236v</ref><br>
<i>RHCL-NA 71 (1773): Op 13 april 1773, ten overstaan van notaris Stijnen te Beek, verklaarde Joseph Meijs, weduwnaar Ida Raven, wonend te Terstraten onder Nuth, ca. 66 jaar oud, gezond en wel, dat hij op 24 februari 1758 van de nagelaten kinderen van Arnoldus Raven en Elisabet Hermens 210 kleine roeden in het Helleveld gekocht had.</i><br>
+
<i>Op 13 april 1773, ten overstaan van notaris Stijnen te Beek, verklaarde Joseph Meijs, weduwnaar Ida Raven, wonend te Terstraten onder Nuth, ca. 66 jaar oud, gezond en wel, dat hij op 24 februari 1758 van de nagelaten kinderen van Arnoldus Raven en Elisabet Hermens 210 kleine roeden in het Helleveld gekocht had.</i><br>
 
<i>Ook had hij van hen op 23 januari 1762 nog 2,5 morgen gekocht.</i><br>
 
<i>Ook had hij van hen op 23 januari 1762 nog 2,5 morgen gekocht.</i><br>
 
<i>Van de eerste aankoop was een handgeschreven verklaring en van de tweede een akte van notaris Philippens, gerealiseerd te Nuth op 12 juli 1762.</i><br>
 
<i>Van de eerste aankoop was een handgeschreven verklaring en van de tweede een akte van notaris Philippens, gerealiseerd te Nuth op 12 juli 1762.</i><br>
 
<i>Er was toen bepaald dat de goederen na zijn overlijden en het overlijden van zijn echtgenote gedeeld zouden worden tussen de kinderen uit het eerste huwelijk van zijn echtgenote en hun gezamenlijke dochter.</i><br>
 
<i>Er was toen bepaald dat de goederen na zijn overlijden en het overlijden van zijn echtgenote gedeeld zouden worden tussen de kinderen uit het eerste huwelijk van zijn echtgenote en hun gezamenlijke dochter.</i><br>
<i>Maar omdat er geen geld van de voorkinderen meee gemoeid was, maar slechts een verzoek van zijn vrouw aan ten grondslag lag, herriep hij deze bepaling en liet vastleggen dat alles naar zijn dochter Helena Meijs zou gaan, gehuwd met Joannes Diederen.</i><br>
+
<i>Maar omdat er geen geld van de voorkinderen mee gemoeid was, maar slechts een verzoek van zijn vrouw aan ten grondslag lag, herriep hij deze bepaling en liet vastleggen dat alles naar zijn dochter Helena Meijs zou gaan, gehuwd met Joannes Diederen.</i><ref>HCL-009.001 Notariële Archieven 71 (1773) Stijnen Beek</ref><br>
<i>RHCL-LvO 1760, 278v: Op 23 juni 1775 verkocht Joseph Meijs, weduwnaar Ida Raeven, samen met zijn schoonzoon Joannes Dederen, gehuwd met Helena Meijs, aan de nog ongehuwde broers Geurt en Matthijs Hermens 70 kleine roeden beemd te Helle onder Nuth, grenzend aan de beek, Joannes Hermens, de &quot;quatelensack&quot; en de erfgenamen Joannes Hermens, voor 50 stuivers per kleine roede.</i><br>
+
<i>RHCL-LvO 1760, 278v: Op 23 juni 1775 verkocht Joseph Meijs, weduwnaar Ida Raeven, samen met zijn schoonzoon Joannes Dederen, gehuwd met Helena Meijs, aan de nog ongehuwde broers Geurt en Matthijs Hermens 70 kleine roeden beemd te Helle onder Nuth, grenzend aan de beek, Joannes Hermens, de &quot;quatelensack&quot; en de erfgenamen Joannes Hermens, voor 50 stuivers per kleine roede.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1760, 278v</ref><br>
 
Gehuwd voor de kerk op 31-jarige leeftijd op 2 februari 1742 te Maastricht (getuige(n): Paulus Thönissen, Antonius la Fleur), <i>met toestemming van de pastoor van Nuth gehuwd bij de Minderbroeders</i> met <b>Ida RAVEN</b>, 32 jaar oud, gedoopt op 5 september 1709 te Wijnandsrade (getuige(n): Joannes Raven (oom), Anna Tummers), <i>doop ook ingeschreven in Nuth</i>, overleden op 15 mei 1772 te Nuth op 62-jarige leeftijd, dochter van <b>Lambertus RAVEN</b> en <b>Maria TIMMERS</b>. {Zij was eerder gehuwd voor de kerk op 24-jarige leeftijd op 29 oktober 1733 te Maastricht (getuige(n): Ludovicus Anckers, Hubertus van Herck), <i>met toestemming van de pastoor van Nuth gehuwd bij de Minderbroeders</i> met <b>Leonardus LIMPENS</b>, 25 jaar oud, gedoopt op 4 april 1708 te Nuth (getuige(n): Leonardus Limpens namens Joannes Schroeders, Maria Coenen (grootmoeder)), overleden op 17 januari 1741 te Nuth op 32-jarige leeftijd, <i>na een fatale val nabij de kapel genaamd het Voorstercleef de volgende dag dood aangetroffen [ex fatali lapsu prope sacellum nuncupatum het Vorsten Kleef postridie inventus est mortuus]</i>, zoon van <b>Joannes LIJMPENS</b> en <b>Maria PETERS</b>.}<br>
 
Gehuwd voor de kerk op 31-jarige leeftijd op 2 februari 1742 te Maastricht (getuige(n): Paulus Thönissen, Antonius la Fleur), <i>met toestemming van de pastoor van Nuth gehuwd bij de Minderbroeders</i> met <b>Ida RAVEN</b>, 32 jaar oud, gedoopt op 5 september 1709 te Wijnandsrade (getuige(n): Joannes Raven (oom), Anna Tummers), <i>doop ook ingeschreven in Nuth</i>, overleden op 15 mei 1772 te Nuth op 62-jarige leeftijd, dochter van <b>Lambertus RAVEN</b> en <b>Maria TIMMERS</b>. {Zij was eerder gehuwd voor de kerk op 24-jarige leeftijd op 29 oktober 1733 te Maastricht (getuige(n): Ludovicus Anckers, Hubertus van Herck), <i>met toestemming van de pastoor van Nuth gehuwd bij de Minderbroeders</i> met <b>Leonardus LIMPENS</b>, 25 jaar oud, gedoopt op 4 april 1708 te Nuth (getuige(n): Leonardus Limpens namens Joannes Schroeders, Maria Coenen (grootmoeder)), overleden op 17 januari 1741 te Nuth op 32-jarige leeftijd, <i>na een fatale val nabij de kapel genaamd het Voorstercleef de volgende dag dood aangetroffen [ex fatali lapsu prope sacellum nuncupatum het Vorsten Kleef postridie inventus est mortuus]</i>, zoon van <b>Joannes LIJMPENS</b> en <b>Maria PETERS</b>.}<br>
 
Uit dit huwelijk:<br>
 
Uit dit huwelijk:<br>
Regel 831: Regel 835:  
<br>
 
<br>
 
V.41 <b>Laurentius MEIJS</b>, gedoopt op 16 november 1712 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Schepers namens Cornelis Loenissen (uit Maastricht), Maria Meijs namens Maria a Campo e.v. Michael Meijs), overleden op 14 november 1791 te Helle-Nuth op 78-jarige leeftijd, zoon van <b>Hermanus MEIJS</b> (zie IV.29) en <b>Helena HAUTVAST</b>.<br>
 
V.41 <b>Laurentius MEIJS</b>, gedoopt op 16 november 1712 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Schepers namens Cornelis Loenissen (uit Maastricht), Maria Meijs namens Maria a Campo e.v. Michael Meijs), overleden op 14 november 1791 te Helle-Nuth op 78-jarige leeftijd, zoon van <b>Hermanus MEIJS</b> (zie IV.29) en <b>Helena HAUTVAST</b>.<br>
<i>RHCL-LvO 1759, 191r: Op 15 maart 1733 kocht Laurens Meijs van zijn zwager Claes Coenen, gehuwd met Anna Mechtild Meijs, 84 kleine roeden akkerland &quot;aen het Stepken&quot; aan de Nelisweg, oost Jan Timmers, west de erven a Blisia, voor 25 stuivers per kleine roede.</i><br>
+
<i>Op 15 maart 1733 kocht Laurens Meijs van zijn zwager Claes Coenen, gehuwd met Anna Mechtild Meijs, 84 kleine roeden akkerland &quot;aen het Stepken&quot; aan de Nelisweg, oost Jan Timmers, west de erven a Blisia, voor 25 stuivers per kleine roede.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1759, 191r</ref><br>
<i>RHCL-LvO 1759, 191v: Op 3 december 1734 kocht Laurens Meijs van zijn vader Herman Meijs 112 kleine roeden laatgoed, akkerland, gelegen in het Helleveld, oost Gabriel Limpens, west erven Thevis Hermans, voor 112 gulden.</i><br>
+
<i>Op 3 december 1734 kocht Laurens Meijs van zijn vader Herman Meijs 112 kleine roeden laatgoed, akkerland, gelegen in het Helleveld, oost Gabriel Limpens, west erven Thevis Hermans, voor 112 gulden.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1759, 191v</ref><br>
<i>RHCL-LvO 1320, 98: Op 18 maart 1752 verkocht Laurens Meijs, gehuwd met Margaretha Donders, aan Stas Maes, gehuwd met Anna Schurgers, een moestuin te Lutterade onder Geleen. Het geheel was laatgoed, 13,5 kleine roede groot en grensde aan de steeg, Joannes Lentgens, Lodewijk Keulers en Joannes Crousen. Hij ontving als koopsom 33 gulden en 15 stuivers. Het land was weinig vruchtbaar en diende behoorlijk bemest te worden.</i><br>
+
<i>Op 18 maart 1752 verkocht Laurens Meijs, gehuwd met Margaretha Donders, aan Stas Maes, gehuwd met Anna Schurgers, een moestuin te Lutterade onder Geleen. Het geheel was laatgoed, 13,5 kleine roede groot en grensde aan de steeg, Joannes Lentgens, Lodewijk Keulers en Joannes Crousen. Hij ontving als koopsom 33 gulden en 15 stuivers. Het land was weinig vruchtbaar en diende behoorlijk bemest te worden.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1320, 98</ref><br>
 
<i>RHCL-NA 4183: Op 24 mei 1753 verklaarde Hermen Meijs, weduwnaar Helena Hautvast, dat hij op 5 of 6 oktober 1749 van zijn zoon Laurens, gehuwd met Margriet Donders, had ontvangen: 30 dukaten, vijf oude Franse pistoletten, een verdugadijn, een merliton, 35 zilveren guldens, het geheel ter waarde van 400 gulden om een lening af te betalen aan de heer Heldevier. Verder had hij van zijn zoon nog 34 gulden en 25 vaten rogge gekregen, zijn inkomsten gedurende de zes jaar dat hij als schaapherder te Hely bij Valenciennes en in andere plaatsen in Frans-Vlaanderen had gewerkt. Omdat Herman Meijs zijn zoon niet kon terugbetalen, kreeg hij daarvoor twee merries en zoogveulens, twee koeien, een zeug met twee biggen, 33 schapen en 16 lammeren, een kar met ploeg en eg, alle huisraad en alle staande gewassen. Verder werd nog melding gemaakt van het feit dat Laurens 14 jaar bij zijn vader gewoond en gewerkt had en zijn tweede vrouw anderhalf jaar.</i><br>
 
<i>RHCL-NA 4183: Op 24 mei 1753 verklaarde Hermen Meijs, weduwnaar Helena Hautvast, dat hij op 5 of 6 oktober 1749 van zijn zoon Laurens, gehuwd met Margriet Donders, had ontvangen: 30 dukaten, vijf oude Franse pistoletten, een verdugadijn, een merliton, 35 zilveren guldens, het geheel ter waarde van 400 gulden om een lening af te betalen aan de heer Heldevier. Verder had hij van zijn zoon nog 34 gulden en 25 vaten rogge gekregen, zijn inkomsten gedurende de zes jaar dat hij als schaapherder te Hely bij Valenciennes en in andere plaatsen in Frans-Vlaanderen had gewerkt. Omdat Herman Meijs zijn zoon niet kon terugbetalen, kreeg hij daarvoor twee merries en zoogveulens, twee koeien, een zeug met twee biggen, 33 schapen en 16 lammeren, een kar met ploeg en eg, alle huisraad en alle staande gewassen. Verder werd nog melding gemaakt van het feit dat Laurens 14 jaar bij zijn vader gewoond en gewerkt had en zijn tweede vrouw anderhalf jaar.</i><br>
<i>RHCL-LvO 1759, 113v: Op 29 maart 1754 kocht Laurens Meijs van Anthoon Waltmans, in tweede huwelijk met Elisabet Bruls, diens huis met moestuin en mesthof, gelegen aan de Nelisweg te Helle-Nuth, grenzend aan Maria Ackermans en Hendrik Eggen, voor 300 gulden. Bepaald werd dat de verkoper, die het geheel op 15 augustus 1751 van Anthon Frissen gekocht had, tot en met 30 april 1754 in het huis mocht blijven wonen.</i><br>
+
<i>Op 29 maart 1754 kocht Laurens Meijs van Anthoon Waltmans, in tweede huwelijk met Elisabet Bruls, diens huis met moestuin en mesthof, gelegen aan de Nelisweg te Helle-Nuth, grenzend aan Maria Ackermans en Hendrik Eggen, voor 300 gulden. Bepaald werd dat de verkoper, die het geheel op 15 augustus 1751 van Anthon Frissen gekocht had, tot en met 30 april 1754 in het huis mocht blijven wonen.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1759, 113v</ref><br>
<i>RHCL-LvO 1759, 162v: Op 15 juli 1757 verklaarde Laurens Meijs dat hij via naasting twee stukken akkerland had verworven, te weten 392 kleine roeden in het Helleveld, oost Joannes Frisschen, west Peter Eggen en Mathevis Hermans, zuid Joannes Beckers, afkomstig van Joannes Hermans. Het tweede stuk, 201,5 kleine roeden aldaar gelegen, oost Nicolaas a Campo, west Herman Snackers, afkomstig van Nicolaes a Campo, schepen van Nuth, die beide stukken kocht voor 25 stuivers per kleine roede.</i><br>
+
<i>Op 15 juli 1757 verklaarde Laurens Meijs dat hij via naasting twee stukken akkerland had verworven, te weten 392 kleine roeden in het Helleveld, oost Joannes Frisschen, west Peter Eggen en Mathevis Hermans, zuid Joannes Beckers, afkomstig van Joannes Hermans. Het tweede stuk, 201,5 kleine roeden aldaar gelegen, oost Nicolaas a Campo, west Herman Snackers, afkomstig van Nicolaes a Campo, schepen van Nuth, die beide stukken kocht voor 25 stuivers per kleine roede.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1759, 162v</ref><br>
<i>RHCL-LvO 1759, 190r: Op 16 juni 1758 leende Laurens Meijs 200 gulden tegen 5% van de Proviseurs van de armen van Nuth. Tot onderpand dienden:</i><br>
+
<i>Op 16 juni 1758 leende Laurens Meijs 200 gulden tegen 5% van de Proviseurs van de armen van Nuth. Tot onderpand dienden:</i><br>
 
<i>a) huis, hof en weide te Helle aan de Nelisweg</i><br>
 
<i>a) huis, hof en weide te Helle aan de Nelisweg</i><br>
 
<i>b) 112 kleine roeden land in het Helleveld</i><br>
 
<i>b) 112 kleine roeden land in het Helleveld</i><br>
 
<i>c) 84 kleine roeden land aan het Stepken</i><br>
 
<i>c) 84 kleine roeden land aan het Stepken</i><br>
 
<i>d) 100 kleine roeden land in het Stratenerveld &quot;in de swartcuijl&quot;, oost Marten a Campo, west Gerard Boesten, belast met vijf molster haver in de cijnskaart van Berg</i><br>
 
<i>d) 100 kleine roeden land in het Stratenerveld &quot;in de swartcuijl&quot;, oost Marten a Campo, west Gerard Boesten, belast met vijf molster haver in de cijnskaart van Berg</i><br>
<i>Zijn schoonzoon Joseph Raven loste de lening op 22 april 1782 af.</i><br>
+
<i>Zijn schoonzoon Joseph Raven loste de lening op 22 april 1782 af.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1759, 190r</ref><br>
<i>RHCL-LvO 1321, 240: Op 13 december 1758 verkochten Laurens Meijs, gehuwd met Margaretha Donners, zijn zwager Petrus Scheijen, gehuwd met Anna Elisabetha Donners en schoonzus Maria Donners, mede voor de afwezige Joannes Donners, aan Joannes Hoedemaeckers, gehuwd met Maria Rijckardts, 53,5 kleine roeden akkerland onder Geleen, grenzend aan Joannes Keulers en de hof Ophoven, voor 44 stuivers per kleine roede. Dit land was hun na overlijden van Ida Donners toegevallen.</i><br>
+
<i>Op 13 december 1758 verkochten Laurens Meijs, gehuwd met Margaretha Donners, zijn zwager Petrus Scheijen, gehuwd met Anna Elisabetha Donners en schoonzus Maria Donners, mede voor de afwezige Joannes Donners, aan Joannes Hoedemaeckers, gehuwd met Maria Rijckardts, 53,5 kleine roeden akkerland onder Geleen, grenzend aan Joannes Keulers en de hof Ophoven, voor 44 stuivers per kleine roede. Dit land was hun na overlijden van Ida Donners toegevallen.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1321, 240</ref><br>
<i>RHCL-LvO 1761, 247v: Op 25 juni 1768 verkocht Laurens Meijs, bijgestaan door zoon Herman, aan zijn broer Joseph Meijs, gehuwd met Ida Raven, 70 kleine roeden beemd te Helle, tussen Joannes Hermens en oostwaarts de &quot;quatelensack&quot; voor 133 gulden en 15 stuivers.</i><br>
+
<i>Op 25 juni 1768 verkocht Laurens Meijs, bijgestaan door zoon Herman, aan zijn broer Joseph Meijs, gehuwd met Ida Raven, 70 kleine roeden beemd te Helle, tussen Joannes Hermens en oostwaarts de &quot;quatelensack&quot; voor 133 gulden en 15 stuivers.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1761, 247v</ref><br>
<i>RHCL-LvO 1760, 167r: Op 19 maart 1770 kocht Laurens Meijs van Hendrik Eggen, weduwnaar van Maria Ornstee, bijgestaan door Cornelia en Mathijs Eggen, 58 kleine roeden akkerland aan de Beckerweg tussen Claes Snackers, erven Nicolaes a Campo en Gereth Timmers voor 116 gulden. De knoppen van de staande gewassen zouden naar de verkopers gaan</i><br>
+
<i>Op 19 maart 1770 kocht Laurens Meijs van Hendrik Eggen, weduwnaar van Maria Ornstee, bijgestaan door Cornelia en Mathijs Eggen, 58 kleine roeden akkerland aan de Beckerweg tussen Claes Snackers, erven Nicolaes a Campo en Gereth Timmers voor 116 gulden. De knoppen van de staande gewassen zouden naar de verkopers gaan</i><ref>HCL-01.075 LvO 1760, 167r</ref><br>
 
<i>In het schatboek van Nuth (ca. 1774) stonden voor Laurentius Meijs van Helle de volgende goederen geregistreerd.</i><br>
 
<i>In het schatboek van Nuth (ca. 1774) stonden voor Laurentius Meijs van Helle de volgende goederen geregistreerd.</i><br>
 
<i>1. 110 kleine roeden land op het Helveld, noord Hermen Snackers, zuid Gabriel Limpens, oost erven Lendert Limpens, west Geurt Hermens</i><br>
 
<i>1. 110 kleine roeden land op het Helveld, noord Hermen Snackers, zuid Gabriel Limpens, oost erven Lendert Limpens, west Geurt Hermens</i><br>
Regel 856: Regel 860:  
<i>8. 103 kleine roeden weide in de Hell, noord Willem Raeven, zuid Joannes Meijs, oost de weduwe Mathias Moenen, west Joannes Raeven</i><br>
 
<i>8. 103 kleine roeden weide in de Hell, noord Willem Raeven, zuid Joannes Meijs, oost de weduwe Mathias Moenen, west Joannes Raeven</i><br>
 
<i>9. 10,5 kleine roeden huis met schuur en stallen in de Hell, oost en zuid hijzelf, west de straat en noord Hendrik Eggen.</i><ref>Rijckheyt-Archief Nuth 1, 161</ref><br>
 
<i>9. 10,5 kleine roeden huis met schuur en stallen in de Hell, oost en zuid hijzelf, west de straat en noord Hendrik Eggen.</i><ref>Rijckheyt-Archief Nuth 1, 161</ref><br>
<i>RHCL-LvO 1763, 240r: Op 21 maart 1776 kocht Laurens Meijs van zijn zoon Herman 90 kleine roeden akkerland &quot;aen het stepken&quot; tussen Jan Timmers en Nelis Lemmens, doorsneden door de Trichterweg, voor 270 gulden.</i><br>
+
<i>Op 21 maart 1776 kocht Laurens Meijs van zijn zoon Herman 90 kleine roeden akkerland &quot;aen het stepken&quot; tussen Jan Timmers en Nelis Lemmens, doorsneden door de Trichterweg, voor 270 gulden.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1753, 240r</ref><br>
<i>RHCL-LvO 1763, 60v: Eveneens op 21 maart 1776 kocht Laurens Meijs van Joannes Petrus Frissen, gehuwd met Anna Habets, circa 80 kleine roeden beemd in het Hooren, grenzend aan Joseph Meijs en Thevis Bemelmans, voor 45 stuivers per kleine roede, het geheel belast met twee kapoenen aan de pastorie van Beek.</i><br>
+
<i>Eveneens op 21 maart 1776 kocht Laurens Meijs van Joannes Petrus Frissen, gehuwd met Anna Habets, circa 80 kleine roeden beemd in het Hooren, grenzend aan Joseph Meijs en Thevis Bemelmans, voor 45 stuivers per kleine roede, het geheel belast met twee kapoenen aan de pastorie van Beek.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1763, 60v</ref><br>
<i>RHCL-LvO 1763, 61v: Deze beemd, bij meting slechts 59,5 kleine roeden groot, verkocht hij op 10 februari 1786 aan Joannes Petrus Mennens, gehuwd met Maria Catharina Ruijters, voor 174 gulden, zeven stuivers en twee oort. Mennens bleef 100 gulden schuldig die hij beloofde te betalen na de dood van zijn schoonmoeder Elisabeth Deckers.</i><br>
+
<i>Deze beemd, bij meting slechts 59,5 kleine roeden groot, verkocht hij op 10 februari 1786 aan Joannes Petrus Mennens, gehuwd met Maria Catharina Ruijters, voor 174 gulden, zeven stuivers en twee oort. Mennens bleef 100 gulden schuldig die hij beloofde te betalen na de dood van zijn schoonmoeder Elisabeth Deckers.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1763, 61v</ref><br>
<i>RHCL-LvO 1762, 102r: Op 19 april 1782 deed Laurens Meijs afstand van het vruchtgebruik op zijn goederen onder Helle, omtrent anderhalve bunder groot, opdat zijn schoonzoon Joseph Raeven een lening van 400 gulden kon afsluiten met E.H. Cruts, rijproost van Vaesrade. Met het geld loste hij een lening van zijn schoonvader af, alsmede enige openstaande rekeningen.</i><br>
+
<i>Op 19 april 1782 deed Laurens Meijs afstand van het vruchtgebruik op zijn goederen onder Helle, omtrent anderhalve bunder groot, opdat zijn schoonzoon Joseph Raeven een lening van 400 gulden kon afsluiten met E.H. Cruts, rijproost van Vaesrade. Met het geld loste hij een lening van zijn schoonvader af, alsmede enige openstaande rekeningen.</i><ref>HCL-01.075 LvO 1762, 102r</ref><br>
 
Gehuwd voor de kerk (1) op 32-jarige leeftijd op 28 januari 1745 te Nuth (getuige(n): Hermannus Hermens, Joannes Pricken) met <b>Anna RAEVEN</b>, 26 jaar oud, gedoopt op 17 januari 1719 te Nuth (getuige(n): Henricus Cobben, Helena Welschen), overleden op 13 juni 1745 te Nuth op 26-jarige leeftijd, <i>in puerperio (kraambed)</i>, dochter van <b>Lambertus RAVEN</b> en <b>Maria TIMMERS</b>.<br>
 
Gehuwd voor de kerk (1) op 32-jarige leeftijd op 28 januari 1745 te Nuth (getuige(n): Hermannus Hermens, Joannes Pricken) met <b>Anna RAEVEN</b>, 26 jaar oud, gedoopt op 17 januari 1719 te Nuth (getuige(n): Henricus Cobben, Helena Welschen), overleden op 13 juni 1745 te Nuth op 26-jarige leeftijd, <i>in puerperio (kraambed)</i>, dochter van <b>Lambertus RAVEN</b> en <b>Maria TIMMERS</b>.<br>
 
Gehuwd voor de kerk (2) op 38-jarige leeftijd op 10 oktober 1751 te Nuth met <b>Margaretha DONNERS</b>, 36 jaar oud, gedoopt op 28 februari 1715 te Geleen, overleden op 12 februari 1781 te Helle-Nuth op 65-jarige leeftijd, begraven op 14 februari 1781 te Nuth, dochter van <b>Christianus DONNERS</b> en <b>Elisabetha KUIJPERS</b>.<br>
 
Gehuwd voor de kerk (2) op 38-jarige leeftijd op 10 oktober 1751 te Nuth met <b>Margaretha DONNERS</b>, 36 jaar oud, gedoopt op 28 februari 1715 te Geleen, overleden op 12 februari 1781 te Helle-Nuth op 65-jarige leeftijd, begraven op 14 februari 1781 te Nuth, dochter van <b>Christianus DONNERS</b> en <b>Elisabetha KUIJPERS</b>.<br>
Regel 870: Regel 874:  
V.50 <b>Jacobus MEIJS</b>, gedoopt op 14 januari 1714 te Hulsberg, overleden op 9 augustus 1777 te Hulsberg op 63-jarige leeftijd, <i>60 circiter annorum</i>, zoon van <b>Petrus MEIJS</b> (zie IV.50) en <b>Maria WEUSTEN</b>.<br>
 
V.50 <b>Jacobus MEIJS</b>, gedoopt op 14 januari 1714 te Hulsberg, overleden op 9 augustus 1777 te Hulsberg op 63-jarige leeftijd, <i>60 circiter annorum</i>, zoon van <b>Petrus MEIJS</b> (zie IV.50) en <b>Maria WEUSTEN</b>.<br>
 
<i>RHCL-NA 4447, 111</i><br>
 
<i>RHCL-NA 4447, 111</i><br>
<i>RHCL-LvO 7105, 244: Op 11 maart 1768 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Ruijters te Maastricht op 7 maart 1768</i><br>
+
<i>Op 11 maart 1768 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Ruijters te Maastricht op 7 maart 1768</i><br>
 
<i>Hendrik Geuskens, wonend te Luik en gehuwd met Barbara de Fiere, verkocht aan zijn zwager Jacobus Meijs, gehuwd met Margaretha Geuskens, zijn kindsdeel, zoals hem op 1 maart 1768 was toebedeeld uit de nalatenschap van zijn ouders Reinerus Geuskens en Catharina Habets.</i><br>
 
<i>Hendrik Geuskens, wonend te Luik en gehuwd met Barbara de Fiere, verkocht aan zijn zwager Jacobus Meijs, gehuwd met Margaretha Geuskens, zijn kindsdeel, zoals hem op 1 maart 1768 was toebedeeld uit de nalatenschap van zijn ouders Reinerus Geuskens en Catharina Habets.</i><br>
 
<i>Het betrof:</i><br>
 
<i>Het betrof:</i><br>
Regel 880: Regel 884:  
<i>f) 40 kleine roeden en 91 kleine roeden land uit een groter perceel gnaamd &quot;de becker&quot; af te meten naar het bos langs Arnold Frissen, oostwaarts Jan Joseph Habets met het wederdeel;</i><br>
 
<i>f) 40 kleine roeden en 91 kleine roeden land uit een groter perceel gnaamd &quot;de becker&quot; af te meten naar het bos langs Arnold Frissen, oostwaarts Jan Joseph Habets met het wederdeel;</i><br>
 
<i>g) 69 kleine roeden land &quot;omtrent de haasdel&quot; uitschietend op de weg van Hulsberg naar Aalbeek, oostwaarts Jan Meesens, westwaarts Jan Habets</i><br>
 
<i>g) 69 kleine roeden land &quot;omtrent de haasdel&quot; uitschietend op de weg van Hulsberg naar Aalbeek, oostwaarts Jan Meesens, westwaarts Jan Habets</i><br>
<i>Het geheel werd verkocht voor 2000 gulden waarvan 1200 gulden rer plekke betaald werden. De resterende 800 gulden zouden aankomende oktober betaald worden.</i><br>
+
<i>Het geheel werd verkocht voor 2000 gulden waarvan 1200 gulden rer plekke betaald werden. De resterende 800 gulden zouden aankomende oktober betaald worden.</i><ref>HCL-01.075 LvO 7105, 244</ref><br>
<i>RHCL-LvO 7105, 373: Op 24 december 1768 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Ruijters te Maastricht op 22 december 1768.</i><br>
+
<i>Op 24 december 1768 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Ruijters te Maastricht op 22 december 1768.</i><br>
 
<i>Jacobus Meijs, wonend te Hulsberg en gehuwd met Maria Margaretha Geuskens,</i><br>
 
<i>Jacobus Meijs, wonend te Hulsberg en gehuwd met Maria Margaretha Geuskens,</i><br>
 
<i>verkocht aan Maria Margaretha Keuten, burgeres van Maastricht en weduwe Engelb. L'Herminotte de ca. vier bunder akkerland onder Hulsberg op Adams- of Keutensberg, die hij via ruil op 29 september verkregen had, grenzend aan advocaat Limpens en de Kinkevoerderweg.</i><br>
 
<i>verkocht aan Maria Margaretha Keuten, burgeres van Maastricht en weduwe Engelb. L'Herminotte de ca. vier bunder akkerland onder Hulsberg op Adams- of Keutensberg, die hij via ruil op 29 september verkregen had, grenzend aan advocaat Limpens en de Kinkevoerderweg.</i><br>
Regel 891: Regel 895:  
<i>d) 449 gulden en 16 stuivers die hij enkele jaren eerder van de koopster geleend had.</i><br>
 
<i>d) 449 gulden en 16 stuivers die hij enkele jaren eerder van de koopster geleend had.</i><br>
 
<i>Verder was er nog sprake van 91 gulden en vijf stuivers en een bedrag van 57 gulden en tien stuivers dat Meijs ter plekke ontving.</i><br>
 
<i>Verder was er nog sprake van 91 gulden en vijf stuivers en een bedrag van 57 gulden en tien stuivers dat Meijs ter plekke ontving.</i><br>
<i>Hiervoor beleende hij de koopster met vier grote en vijf kleine roede akkerland te Husberg achter zijn huiswei, oostwaarts Peter Geuskens, westwaarts Martinus a Campo, voor de duur van zes jaar.</i><br>
+
<i>Hiervoor beleende hij de koopster met vier grote en vijf kleine roede akkerland te Husberg achter zijn huiswei, oostwaarts Peter Geuskens, westwaarts Martinus a Campo, voor de duur van zes jaar.</i><ref>HCL-01.075 LvO 7105, 373</ref><br>
<i>RHCL-LvO 7106, 9: Op 12 februari 1770 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Ruijters te Maastricht op 25 januari 1770</i><br>
+
<i>Op 12 februari 1770 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Ruijters te Maastricht op 25 januari 1770</i><br>
 
<i>Jacobus Meijs, inwoner van Hulsberg en gehuwd met Marg. Geuskens, verkocht samen met zijn zwager Matth. Habets, gehuwd met Catharina Meijs, twee percelen land aan Maria Margaretha Keuten, weduwe L'Herminotte.</i><br>
 
<i>Jacobus Meijs, inwoner van Hulsberg en gehuwd met Marg. Geuskens, verkocht samen met zijn zwager Matth. Habets, gehuwd met Catharina Meijs, twee percelen land aan Maria Margaretha Keuten, weduwe L'Herminotte.</i><br>
<i>[...]</i><br>
+
<i>[...]</i><ref>HCL-01.075 LvO 7106, 9</ref><br>
<i>RHCl-LvO 7106, 80: Op 31 mei 1770 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Corstius te Maastricht op 29 mei 1770</i><br>
+
<i>Op 31 mei 1770 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Corstius te Maastricht op 29 mei 1770</i><br>
 
<i>Jacobus Meijs, inwoner van Hulsberg en gehuwd met Marg. Geuskens, verklaarde 2500 gulden tegen 4,5% geleend te hebben van Nicolaes de Loo, burger en koopman van Maastricht.</i><br>
 
<i>Jacobus Meijs, inwoner van Hulsberg en gehuwd met Marg. Geuskens, verklaarde 2500 gulden tegen 4,5% geleend te hebben van Nicolaes de Loo, burger en koopman van Maastricht.</i><br>
 
<i>Tot onderpand dienden de goederen die hij van zijn ouders verkregen had, gelegen onder Hulsberg, zoals beschreven in lot A op 21 april 1769 door landmeter Frissen</i><br>
 
<i>Tot onderpand dienden de goederen die hij van zijn ouders verkregen had, gelegen onder Hulsberg, zoals beschreven in lot A op 21 april 1769 door landmeter Frissen</i><br>
<i>Verder dienden tot onderpand de eveneens te Hulsberg gelegen goederen die op 1 maart 1768 waren toebedeeld uit de nalatenschap van zijn schoonouders.</i><br>
+
<i>Verder dienden tot onderpand de eveneens te Hulsberg gelegen goederen die op 1 maart 1768 waren toebedeeld uit de nalatenschap van zijn schoonouders.</i><ref>HCL-01.075 LvO 7106, 80</ref><br>
<i>RHCL-LvO 7107, 437:  Op 19 mei 1775 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Ruijters te Maastricht op 16 mei 1775.</i><br>
+
<i>Op 19 mei 1775 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Ruijters te Maastricht op 16 mei 1775.</i><br>
 
<i>Jacobus Meijs, wonend te Hulsberg en gehuwd met Margaretha Geuskens,</i><br>
 
<i>Jacobus Meijs, wonend te Hulsberg en gehuwd met Margaretha Geuskens,</i><br>
<i>verkocht aan Maria Margaretha Keuten, burgeres van Maastricht en weduwe Engelb. L'Herminotte, acht grote en zestien kleine roeden akkerland te Hulsberg &quot;aade Dorbeck of Prikkensteen&quot;, oostwaarts de koopster, westwaarts de Kinkevoerdersweg, voor 36 stuivers per kleine roede.</i><br>
+
<i>verkocht aan Maria Margaretha Keuten, burgeres van Maastricht en weduwe Engelb. L'Herminotte, acht grote en zestien kleine roeden akkerland te Hulsberg &quot;aade Dorbeck of Prikkensteen&quot;, oostwaarts de koopster, westwaarts de Kinkevoerdersweg, voor 36 stuivers per kleine roede.</i><ref>HCL-01.075 LvO 7107, 437</ref><br>
 
Gehuwd voor de kerk op 26-jarige leeftijd op 14 februari 1740 te Hulsberg met <b>Margaretha GEUSKENS</b>, 26 jaar oud, gedoopt op 2 augustus 1713 te Hulsberg, overleden op 30 september 1794 te Hulsberg op 81-jarige leeftijd, <i>vidua 75 circiter annorum</i>, dochter van <b>Renerus GEUSKENS</b> en <b>Catharina HABETS</b>.<br>
 
Gehuwd voor de kerk op 26-jarige leeftijd op 14 februari 1740 te Hulsberg met <b>Margaretha GEUSKENS</b>, 26 jaar oud, gedoopt op 2 augustus 1713 te Hulsberg, overleden op 30 september 1794 te Hulsberg op 81-jarige leeftijd, <i>vidua 75 circiter annorum</i>, dochter van <b>Renerus GEUSKENS</b> en <b>Catharina HABETS</b>.<br>
 
Uit dit huwelijk:<br>
 
Uit dit huwelijk:<br>
Regel 911: Regel 915:  
*6. <b>Anna Elisabetha</b>, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 26 februari 1748 te Nuth (getuige(n): Joannes Josephus Habets, Catharina Meijs).<br>
 
*6. <b>Anna Elisabetha</b>, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 26 februari 1748 te Nuth (getuige(n): Joannes Josephus Habets, Catharina Meijs).<br>
 
*7. <b>Anna Margaretha</b>, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 23 juli 1750 te Nuth (getuige(n): Martinus a Campo, Catharina Meijs (tante)), overleden op 4 juli 1825 te Hulsberg op 74-jarige leeftijd.<br>
 
*7. <b>Anna Margaretha</b>, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 23 juli 1750 te Nuth (getuige(n): Martinus a Campo, Catharina Meijs (tante)), overleden op 4 juli 1825 te Hulsberg op 74-jarige leeftijd.<br>
Gehuwd voor de kerk op 31-jarige leeftijd op 18 november 1781 te Hulsberg met <b>Wilhelmus SCHOUTETEN</b>, 30 jaar oud, gedoopt op 15 december 1750 te Hulsberg, overleden op 2 februari 1828 te Hulsberg op 77-jarige leeftijd. <i>RHCL-LvO 7110, 53</i><br>
+
Gehuwd voor de kerk op 31-jarige leeftijd op 18 november 1781 te Hulsberg met <b>Wilhelmus SCHOUTETEN</b>, 30 jaar oud, gedoopt op 15 december 1750 te Hulsberg, overleden op 2 februari 1828 te Hulsberg op 77-jarige leeftijd. <i>RHCL-LvO 7110, 53</i>, zoon van <b>Gerardus SCHOUTETEN</b> en <b>Joanna PREVOST</b>.<br>
<i>RHCL-LvO 7111, 409;803</i><br>
  −
<i>RHCL-LvO 7113, 44</i>, zoon van <b>Gerardus SCHOUTETEN</b> en <b>Joanna PREVOST</b>.<br>
   
*8. <b>Maria Helena</b>, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 29 januari 1752 te Nuth (getuige(n): Paulus Meijs (oom), Margaretha Geuskens (tante)), overleden op 17 juni 1835 te Hulsberg op 83-jarige leeftijd.<br>
 
*8. <b>Maria Helena</b>, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 29 januari 1752 te Nuth (getuige(n): Paulus Meijs (oom), Margaretha Geuskens (tante)), overleden op 17 juni 1835 te Hulsberg op 83-jarige leeftijd.<br>
 
Ondertrouwd op 8 november 1785 te Klimmen, <i>bruidegom van Hulsberg, bruid geboren te Grijzegrubben, wonend te Hulsberg</i>, gehuwd voor de kerk op 33-jarige leeftijd op 27 november 1785 te Hulsberg met <b>Henricus KNUBBEN</b>, 24 jaar oud, gedoopt op 15 mei 1761 te Hulsberg (getuige(n): Wilhelmus Knubben, Anna Elisabetha van Oppen), overleden op 21 oktober 1846 te Hulsberg op 85-jarige leeftijd, zoon van <b>Mathias KNUBBEN</b> en <b>Maria van OPPEN</b>.<br>
 
Ondertrouwd op 8 november 1785 te Klimmen, <i>bruidegom van Hulsberg, bruid geboren te Grijzegrubben, wonend te Hulsberg</i>, gehuwd voor de kerk op 33-jarige leeftijd op 27 november 1785 te Hulsberg met <b>Henricus KNUBBEN</b>, 24 jaar oud, gedoopt op 15 mei 1761 te Hulsberg (getuige(n): Wilhelmus Knubben, Anna Elisabetha van Oppen), overleden op 21 oktober 1846 te Hulsberg op 85-jarige leeftijd, zoon van <b>Mathias KNUBBEN</b> en <b>Maria van OPPEN</b>.<br>
Regel 933: Regel 935:  
<br>
 
<br>
 
VI.24 <b>Joannes Wilhelmus MEIJS</b>, halfwin Scheulderhof (1778), arbeider (1796), metselaar (1805), gedoopt op 7 augustus 1744 te Voerendaal (getuige(n): Wilhelmus Raeven, Maria Maes), overleden op 8 augustus 1805 te Maastricht op 61-jarige leeftijd, <i>20 Thermidor XIII rue de Chassis</i>, zoon van <b>Martinus MEIJS</b> (zie V.17) en <b>Maria Catharina GOFFIN</b><br>
 
VI.24 <b>Joannes Wilhelmus MEIJS</b>, halfwin Scheulderhof (1778), arbeider (1796), metselaar (1805), gedoopt op 7 augustus 1744 te Voerendaal (getuige(n): Wilhelmus Raeven, Maria Maes), overleden op 8 augustus 1805 te Maastricht op 61-jarige leeftijd, <i>20 Thermidor XIII rue de Chassis</i>, zoon van <b>Martinus MEIJS</b> (zie V.17) en <b>Maria Catharina GOFFIN</b><br>
<i>RHCL-LvO 7334, 530: Op 4 april 1774 werd voor de schepenbank Meerssen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Wilmar te Meerssen op 29 maart 1774.</i><br>
+
<i>Op 4 april 1774 werd voor de schepenbank Meerssen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Wilmar te Meerssen op 29 maart 1774.</i><br>
 
<i>Johannes Wilhelmus Meijs, wonend te Weustenrade onder Klimmen, gehuwd met Maria Catharina Limpens, verkocht aan Johannes Schoenmakers, inwoner van Raar onder Meerssen en gehuwd met Anna Elisabeth Pluijmakers, tien grote en tien kleine roeden akkerland op het Reutjen bij Raar, grenzend aan de koper, Matthijs Frisschen en de erfgenamen Arnoldus Stassen, hoofdzijden klooster Sint Gerlach en het Amstenroodt.</i><br>
 
<i>Johannes Wilhelmus Meijs, wonend te Weustenrade onder Klimmen, gehuwd met Maria Catharina Limpens, verkocht aan Johannes Schoenmakers, inwoner van Raar onder Meerssen en gehuwd met Anna Elisabeth Pluijmakers, tien grote en tien kleine roeden akkerland op het Reutjen bij Raar, grenzend aan de koper, Matthijs Frisschen en de erfgenamen Arnoldus Stassen, hoofdzijden klooster Sint Gerlach en het Amstenroodt.</i><br>
<i>Dit land, nagelaten door zijn schoonouders Johannes Limpens en Maria Catharina Sleijpen, werd verkocht voor 35 gulden per grote roede.</i><br>
+
<i>Dit land, nagelaten door zijn schoonouders Johannes Limpens en Maria Catharina Sleijpen, werd verkocht voor 35 gulden per grote roede.</i><ref>HCL-01.075 LvO 7334, 530</ref><br>
<i>RHCL-LvO 6576, 106: Op 31 augustus 1774 werd voor de schepenbank Houthem een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Philippens te Houthem op 27 augustus 1774.</i><br>
+
<i>Op 31 augustus 1774 werd voor de schepenbank Houthem een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Philippens te Houthem op 27 augustus 1774.</i><br>
 
<i>Joannes Wilhelmus Meijs, wonend te Weustenrade onder Klimmen, gehuwd met Maria Catharina Limpens, verkocht aan Henricus Jacobs, inwoner van Houthem en gehuwd met Ther. Philippens, de volgende onroerende goederen, bij deling van de schoonouderlijke goederen op 18 maart 1773 toebedeeld:</i><br>
 
<i>Joannes Wilhelmus Meijs, wonend te Weustenrade onder Klimmen, gehuwd met Maria Catharina Limpens, verkocht aan Henricus Jacobs, inwoner van Houthem en gehuwd met Ther. Philippens, de volgende onroerende goederen, bij deling van de schoonouderlijke goederen op 18 maart 1773 toebedeeld:</i><br>
 
<i>a) zes grote en 7,5 kleine roeden land in het Sint Gerlachveld onder Houthem, grenzend aan Jan van der Schuren en Arnold Roebroeckx, hoofdzijden Matthis van Caldenberg en heer Philippens;</i><br>
 
<i>a) zes grote en 7,5 kleine roeden land in het Sint Gerlachveld onder Houthem, grenzend aan Jan van der Schuren en Arnold Roebroeckx, hoofdzijden Matthis van Caldenberg en heer Philippens;</i><br>
Regel 942: Regel 944:  
<i>c) twee grote en zestien kleine roeden land boven Jan van der Schurenland onder Houthem, noord- en westwaarts het klooster van Sint Gerlach, zuidwaarts heer Philippens, oostwaarts weduwe Jan Schroders.</i><br>
 
<i>c) twee grote en zestien kleine roeden land boven Jan van der Schurenland onder Houthem, noord- en westwaarts het klooster van Sint Gerlach, zuidwaarts heer Philippens, oostwaarts weduwe Jan Schroders.</i><br>
 
<i>Iedere grote roede werd verkocht voor 50 gulden.</i><br>
 
<i>Iedere grote roede werd verkocht voor 50 gulden.</i><br>
<i>Als garantie voor een goede verkoop borgde hij met 10 grote en een kleine roede land, in twee percelen gelegen onder Klimmen, dezelfde dag voor genoemde notaris gekocht van Joannes Raven, gehuwd met Cecilia Delahaij, te weten zes grote en achttien kleine roeden &quot;op de justie&quot; en drie grote en drie kleine roeden achter de heggen van de weide van Terveren.</i><br>
+
<i>Als garantie voor een goede verkoop borgde hij met 10 grote en een kleine roede land, in twee percelen gelegen onder Klimmen, dezelfde dag voor genoemde notaris gekocht van Joannes Raven, gehuwd met Cecilia Delahaij, te weten zes grote en achttien kleine roeden &quot;op de justie&quot; en drie grote en drie kleine roeden achter de heggen van de weide van Terveren.</i><ref>HCL-01.075 LvO 6576, 106</ref><br>
<i>RHCL-LvO 7107, 69: Op 28 juni 1776 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Swildens te Voerendaal op 26 januari 1776.</i><br>
+
<i>Op 28 juni 1776 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Swildens te Voerendaal op 26 januari 1776.</i><br>
 
<i>Johan Willem Meijs, inwoner van Weustenrade onder Klimmen en gehuwd met Maria Catharina Limpens, verkocht aan Hubertus Goffin, halfwin van Terveren en gehuwd met Maria Joanna Sommia, ca. 70 kleine roeden akkerland te Weustenrade &quot;in het hugterveld&quot;, oostwaarts de heer van Puth, westwaarts de heer van Terveren, voor drie gulden per kleine roede.</i><br>
 
<i>Johan Willem Meijs, inwoner van Weustenrade onder Klimmen en gehuwd met Maria Catharina Limpens, verkocht aan Hubertus Goffin, halfwin van Terveren en gehuwd met Maria Joanna Sommia, ca. 70 kleine roeden akkerland te Weustenrade &quot;in het hugterveld&quot;, oostwaarts de heer van Puth, westwaarts de heer van Terveren, voor drie gulden per kleine roede.</i><br>
<i>Tevens zou de koper nog een paar &quot;karzeel&quot;, een toom en een ton bier, het geheel gewaardeerd aan twintig gulden, geven.</i><br>
+
<i>Tevens zou de koper nog een paar &quot;karzeel&quot;, een toom en een ton bier, het geheel gewaardeerd aan twintig gulden, geven.</i><ref>HCL-01.075 LvO 7107, 69</ref><br>
<i>RHCL-AHW 163, nr. 10: Tijdens een buitengewone zitting van de schepenbank Wijnandsrade op 26 september 1777 werd melding gemaakt van een vechtpartij en ruzie in het Panhuis van Wijnandsrade de voorafgaande maandag.</i><br>
+
<i>Tijdens een buitengewone zitting van de schepenbank Wijnandsrade op 26 september 1777 werd melding gemaakt van een vechtpartij en ruzie in het Panhuis van Wijnandsrade de voorafgaande maandag.</i><br>
 
<i>Hans Willem Meijs had een woordenwisseling gehad met ene Schreurs van Hulsberg, ruiter in Hollandse dienst.</i><br>
 
<i>Hans Willem Meijs had een woordenwisseling gehad met ene Schreurs van Hulsberg, ruiter in Hollandse dienst.</i><br>
 
<i>Hij had vervolgens Schreurs geschopt en met een stok geslagen.</i><br>
 
<i>Hij had vervolgens Schreurs geschopt en met een stok geslagen.</i><br>
Regel 957: Regel 959:  
<i>De broer van de bode kreeg, toen hij de gedaagden wilde tegenhouden, eveneens slagen in het gezicht.</i><br>
 
<i>De broer van de bode kreeg, toen hij de gedaagden wilde tegenhouden, eveneens slagen in het gezicht.</i><br>
 
<i>De stokken waren met ijzer en koper beslagen, hetgeen deze tot ongeoorloofde en dodelijke wapens maakte.</i><br>
 
<i>De stokken waren met ijzer en koper beslagen, hetgeen deze tot ongeoorloofde en dodelijke wapens maakte.</i><br>
<i>Derhalve eiste de aanklager een straf conform de wet.</i><br>
+
<i>Derhalve eiste de aanklager een straf conform de wet.</i><ref>HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 163, nr. 10</ref><br>
<i>RHCL-LvO 7108, 376: Op 5 mei 1778 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld 14 april 1778 door notaris Casareus uit Aken</i><br>
+
<i>Op 5 mei 1778 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld 14 april 1778 door notaris Casareus uit Aken</i><br>
<i>Jan Willem Meijs, gehuwd met Maria Catharina Limpens, verkocht aan baron von Furth 101 en een kwart kleine roeden land, grenzend aan hof Terveren, Hendrik Rameckers, het voetpad en de weg, zoals geërfd van zijn ouders, voor 55 stuivers per kleine roede.</i><br>
+
<i>Jan Willem Meijs, gehuwd met Maria Catharina Limpens, verkocht aan baron von Furth 101 en een kwart kleine roeden land, grenzend aan hof Terveren, Hendrik Rameckers, het voetpad en de weg, zoals geërfd van zijn ouders, voor 55 stuivers per kleine roede.</i><ref>HCL-01.075 LvO 7108, 376</ref><br>
<i>RHCL-LvO 7110, 596: Op 6 maart 1786 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Swildens te Voerendaal op 15 april 1778.</i><br>
+
<i>Op 6 maart 1786 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Swildens te Voerendaal op 15 april 1778.</i><br>
<i>Hubertus Meijs, inwoner van Weustenrade en gehuwd met Maria Catharina Voncken, verkocht aan zijn broer Johan Willem Meijs, halfwin op de Scheulderhof en gehuwd met Maria Catharina Limpens, 117 kleine roeden akkerland te Weustenrade, grenzend aan hof Terveren en Johan Snackers, hoofdzijde weduwe Crous, voor twee gulden per kleine roede.</i><br>
+
<i>Hubertus Meijs, inwoner van Weustenrade en gehuwd met Maria Catharina Voncken, verkocht aan zijn broer Johan Willem Meijs, halfwin op de Scheulderhof en gehuwd met Maria Catharina Limpens, 117 kleine roeden akkerland te Weustenrade, grenzend aan hof Terveren en Johan Snackers, hoofdzijde weduwe Crous, voor twee gulden per kleine roede.</i><ref>HCL-01.075 LvO 7110, 596</ref><br>
<i>RHCL-LvO 7108, 611: Op 28 juli 1779 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, op 23 juli 1779 opgesteld door notaris Nolens te Maastricht.</i><br>
+
<i>Op 28 juli 1779 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, op 23 juli 1779 opgesteld door notaris Nolens te Maastricht.</i><br>
 
<i>Joannes Willem Meijs, inwoner van Weustenrade en gehuwd met Maria Catharina Limpens, verklaarde 1000 gulden tegen 4,5% opgenomen te hebben van Anna Maria Eickholtz, echtgenote van overste Hendrik Vonck, wonend te Maastricht.</i><br>
 
<i>Joannes Willem Meijs, inwoner van Weustenrade en gehuwd met Maria Catharina Limpens, verklaarde 1000 gulden tegen 4,5% opgenomen te hebben van Anna Maria Eickholtz, echtgenote van overste Hendrik Vonck, wonend te Maastricht.</i><br>
 
<i>Tot onderpand zouden de goederen dienen die hij dezelfde dag van zijn zwager Joannes Snackers, gehuwd met Johanna Maria Meijs, zou kopen, welke op 30 november 1776 waren toebedeeld door landmeter Mertens, te weten:</i><br>
 
<i>Tot onderpand zouden de goederen dienen die hij dezelfde dag van zijn zwager Joannes Snackers, gehuwd met Johanna Maria Meijs, zou kopen, welke op 30 november 1776 waren toebedeeld door landmeter Mertens, te weten:</i><br>
Regel 971: Regel 973:  
<i>e) 96,5 kleine roede land te Wijnandsrade &quot;aan 't heijlig&quot;, westwaarts Hubert Goffin;</i><br>
 
<i>e) 96,5 kleine roede land te Wijnandsrade &quot;aan 't heijlig&quot;, westwaarts Hubert Goffin;</i><br>
 
<i>f) 92 kleine roeden land &quot;aan 't buschken&quot;, oostwaarts weduwe Vlecken, westwaarts Joannes Willem Wijdershoven, noordwaarts de rader rein;</i><br>
 
<i>f) 92 kleine roeden land &quot;aan 't buschken&quot;, oostwaarts weduwe Vlecken, westwaarts Joannes Willem Wijdershoven, noordwaarts de rader rein;</i><br>
<i>Verder borgde hij nog met 117 kleine roeden land te Weustenrade, grenzend aan de goederen van Terveren en Joannes Snackers, door hem gekocht van zijn broer Hubert Meijs op 15 april 1778 voor notaris Swildens</i><br>
+
<i>Verder borgde hij nog met 117 kleine roeden land te Weustenrade, grenzend aan de goederen van Terveren en Joannes Snackers, door hem gekocht van zijn broer Hubert Meijs op 15 april 1778 voor notaris Swildens</i><ref>HCL-01.075 LvO 7108, 611</ref><br>
<i>RHCL-LvO 7109, 116: Op 28 augustus 1780 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Swildens te Voerendaal op 21 augustus 1780.</i><br>
+
<i>Op 28 augustus 1780 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Swildens te Voerendaal op 21 augustus 1780.</i><br>
<i>Johan Willem Meijs, inwoner van Weustenrade, gehuwd met Maria Catharina Limpens, verkocht aan Peter Odekerken, inwoner van Weustenrade en gehuwd met Odilia Muters, 130 kleine roeden akkerland nabij Weustenrade &quot;op de justie&quot;, grenzend an Severinus Beckers en de heer van Terveeren, hoofdzijde de beemd van Peter Luijten en de weg naar Brommelen, voor 390 gulden.</i><br>
+
<i>Johan Willem Meijs, inwoner van Weustenrade, gehuwd met Maria Catharina Limpens, verkocht aan Peter Odekerken, inwoner van Weustenrade en gehuwd met Odilia Muters, 130 kleine roeden akkerland nabij Weustenrade &quot;op de justie&quot;, grenzend an Severinus Beckers en de heer van Terveeren, hoofdzijde de beemd van Peter Luijten en de weg naar Brommelen, voor 390 gulden.</i><ref>HCL-01.075 LvO 7109, 116</ref><br>
<i>RHCL-LvO 7110, 598-612: Op 6 maart 1786 werden voor de schepenbank Klimmen diverse akten gerealiseerd, opgesteld door notaris Cotzhuijzen te Heerlen op 22 februari 1786.</i><br>
+
<i>Op 6 maart 1786 werden voor de schepenbank Klimmen diverse akten gerealiseerd, opgesteld door notaris Cotzhuijzen te Heerlen op 22 februari 1786.</i><br>
 
<i>Joannes Willem Meijs, inwoner van Weustenrade en gehuwd met Maria Catharina Limpens, verkocht aan Matthijs Ubags, inwoner van Retersbeek en gehuwd met Elisabeth Widdershoven, 334 kleine roeden land &quot;op den bovender&quot;, grenzend aan goederen van Terveren en de weduwe Coen Sporcken, hoofdzijde Hans Willem Pluimackers, alsmede 118 kleine roeden land &quot;op den bovender&quot;, grenzend aan Peter Pluijmaekers en de weduwe Joannes Rademeckers, hoofdzijde Hans Willem Pluijmeckers, voor vier gulden per kleine roede,</i><br>
 
<i>Joannes Willem Meijs, inwoner van Weustenrade en gehuwd met Maria Catharina Limpens, verkocht aan Matthijs Ubags, inwoner van Retersbeek en gehuwd met Elisabeth Widdershoven, 334 kleine roeden land &quot;op den bovender&quot;, grenzend aan goederen van Terveren en de weduwe Coen Sporcken, hoofdzijde Hans Willem Pluimackers, alsmede 118 kleine roeden land &quot;op den bovender&quot;, grenzend aan Peter Pluijmaekers en de weduwe Joannes Rademeckers, hoofdzijde Hans Willem Pluijmeckers, voor vier gulden per kleine roede,</i><br>
 
<i>Aan Mathijs Geelen, inwoner van Retersbeek en gehuwd met Maria Catharina Schoemaeckers, 120,5 kleine roede &quot;op den bovender&quot;, grenzend aan Joannes Wilhelmus Widdershoven en Steven Schroders, hoofzijde weduwe Dirck Spee, voor vier gulden per kleine roede.</i><br>
 
<i>Aan Mathijs Geelen, inwoner van Retersbeek en gehuwd met Maria Catharina Schoemaeckers, 120,5 kleine roede &quot;op den bovender&quot;, grenzend aan Joannes Wilhelmus Widdershoven en Steven Schroders, hoofzijde weduwe Dirck Spee, voor vier gulden per kleine roede.</i><br>
Regel 992: Regel 994:  
<i>f) 96,5 kleine roede &quot;aen het heijlig&quot; onder Wijnandsrade, grenzend aan Hubertus Goffin en de koper, belast met een vat rogge.</i><br>
 
<i>f) 96,5 kleine roede &quot;aen het heijlig&quot; onder Wijnandsrade, grenzend aan Hubertus Goffin en de koper, belast met een vat rogge.</i><br>
 
<i>Iedere kleine roede werd verkocht voor vier gulden.</i><br>
 
<i>Iedere kleine roede werd verkocht voor vier gulden.</i><br>
<i>Het geheel was belast met een schuld van 1200 gulden aan de Wittevrouwen van Maastricht die uit de koopsom afgelost zou worden.</i><br>
+
<i>Het geheel was belast met een schuld van 1200 gulden aan de Wittevrouwen van Maastricht die uit de koopsom afgelost zou worden.</i><ref>HCL-01.075 LvO 7110, 598-612</ref><br>
<i>RHCL-LvO 7110, 670: Op 31 maart 1786 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Swildens op 24 juli 1779</i><br>
+
<i>Op 31 maart 1786 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Swildens op 24 juli 1779</i><br>
<i>Johan Willem Meijs, inwoner van Weustenrade en gehuwd met Maria Catharina Limpens, verklaarde dat zijn zwager Johannes Snackers, gehuwd met Johanna Maria Meijs, inwoner op hof Terstraten onder Nuth, op 22 juli 1778, aan Peter Odekercken, gehuwd met Odilia Muijters, voor 1000 gulden goederen verkocht had uit de nalatenschap van zijn schoonmoeder en dat Johan Willem Meijs deze goederen wenste te naasten.</i><br>
+
<i>Johan Willem Meijs, inwoner van Weustenrade en gehuwd met Maria Catharina Limpens, verklaarde dat zijn zwager Johannes Snackers, gehuwd met Johanna Maria Meijs, inwoner op hof Terstraten onder Nuth, op 22 juli 1778, aan Peter Odekercken, gehuwd met Odilia Muijters, voor 1000 gulden goederen verkocht had uit de nalatenschap van zijn schoonmoeder en dat Johan Willem Meijs deze goederen wenste te naasten.</i><ref>HCL-01.075 LvO 7110, 670</ref><br>
 
<i>RHCL-09.001 NA 463, nr. 20 en 31 (waarbij Leonard Ruijop deze goederen claimt voor de kinderen van Snackers-Meijs)</i><br>
 
<i>RHCL-09.001 NA 463, nr. 20 en 31 (waarbij Leonard Ruijop deze goederen claimt voor de kinderen van Snackers-Meijs)</i><br>
 
<i>RHCL-03.001 Frans Archief 1062d: onder nr. 912 werd J.W. Meijs ingeschreven, arbeider, 50 jaar oud, wonend te Berghem en sinds 1786 wonend te Gulpen, Zijn echtgenote, M.C. Limpens was 48 jaar oud en verder woonden nog zijn zoon H.P. Meijs, 20 jaar, en dochter Mar.C. Meijs, 18 jaar, bij hem, alsmede nog een kind onder de twaalf jaar.</i><br>
 
<i>RHCL-03.001 Frans Archief 1062d: onder nr. 912 werd J.W. Meijs ingeschreven, arbeider, 50 jaar oud, wonend te Berghem en sinds 1786 wonend te Gulpen, Zijn echtgenote, M.C. Limpens was 48 jaar oud en verder woonden nog zijn zoon H.P. Meijs, 20 jaar, en dochter Mar.C. Meijs, 18 jaar, bij hem, alsmede nog een kind onder de twaalf jaar.</i><br>
Regel 1.074: Regel 1.076:  
Gehuwd op 22-jarige leeftijd op 23 juli 1807 te Nuth met <b>Arnoldus FRIJNS</b>, 37 jaar oud, geboren te Hellebroek-Nuth, gedoopt op 15 januari 1770 te Nuth (getuige(n): Arnoldus Bemelmans, Anna Frins), zoon van <b>Petrus Casparus FRIJNS</b> en <b>Anna Maria BEMELMANS</b>.<br>
 
Gehuwd op 22-jarige leeftijd op 23 juli 1807 te Nuth met <b>Arnoldus FRIJNS</b>, 37 jaar oud, geboren te Hellebroek-Nuth, gedoopt op 15 januari 1770 te Nuth (getuige(n): Arnoldus Bemelmans, Anna Frins), zoon van <b>Petrus Casparus FRIJNS</b> en <b>Anna Maria BEMELMANS</b>.<br>
 
*7. <b>Maria Josepha</b>, geboren op 27 maart 1787 te Swier, gedoopt op 27 maart 1787 te Wijnandsrade (getuige(n): Maria Anna Odekercken, Henricus Ritzen namens Petrus Josephus Kerrens).<br>
 
*7. <b>Maria Josepha</b>, geboren op 27 maart 1787 te Swier, gedoopt op 27 maart 1787 te Wijnandsrade (getuige(n): Maria Anna Odekercken, Henricus Ritzen namens Petrus Josephus Kerrens).<br>
*8. <b>Franciscus Ignatius</b>, soldaat, geboren op 17 februari 1790 te Sint-Odiliënberg, gedoopt op 18 februari 1790 te Sint-Odiliënberg (getuige(n): Joannes Petrus Doutsenbergh uit Heerlen, vrouwe Anna Catharina Driessen uit Echt, wonend in Oosten), overleden op 9 maart 1810 te Parijs op 20-jarige leeftijd. <i>Op 1 januari 1812 werd te Wijnandsrade het overlijden vastgelegd van Frans Meijs.</i><br>
+
*8. <b>Franciscus Ignatius</b>, soldaat, geboren op 17 februari 1790 te Sint-Odiliënberg, gedoopt op 18 februari 1790 te Sint-Odiliënberg (getuige(n): Joannes Petrus Doutsenbergh uit Heerlen, vrouwe Anna Catharina Driessen uit Echt, wonend in Oosten), overleden op 9 maart 1810 te Parijs op 20-jarige leeftijd. <i>Op 1 januari 1812 werd te Wijnandsrade het overlijden vastgelegd van Frans Meijs.</i><br>
 
<i>Volgens schrijven van de burgemeester van het 9e arrondissement van Parijs was Francois Meijs op 9 maart 1810 overleden in het ziekenhuis, zijnde soldaat in het 15e regiment infanterie en geboren te Voilenbeck in het departement van de Nedermaas.</i><br>
 
<i>Volgens schrijven van de burgemeester van het 9e arrondissement van Parijs was Francois Meijs op 9 maart 1810 overleden in het ziekenhuis, zijnde soldaat in het 15e regiment infanterie en geboren te Voilenbeck in het departement van de Nedermaas.</i><br>
*9. <b>Joannes Mathias</b>, geboren op 20 april 1792 te Sint-Odiliënberg, gedoopt op 20 april 1792 te Sint-Odiliënberg (getuige(n): Petrus Frecken namens Joannes Mathias Somers uit Wijnandsrade, Isabella Vlodrop namens Margareta Odekirken uit Wijnandsrade), overleden op 23 april 1793 te Sint-Odiliënberg op 1-jarige leeftijd, <i>bij de doopaantekening staat obiit</i>.<br>
+
*9. <b>Joannes Mathias</b>, geboren op 20 april 1792 te Sint-Odiliënberg, gedoopt op 20 april 1792 te Sint-Odiliënberg (getuige(n): Petrus Frecken namens Joannes Mathias Somers uit Wijnandsrade, Isabella Vlodrop namens Margareta Odekirken uit Wijnandsrade), overleden op 23 april 1793 te Sint-Odiliënberg op 1-jarige leeftijd, <i>bij de doopaantekening staat obiit</i>.<br>
 
<br>
 
<br>
 
VI.60 <b>Hermanus MEIJS</b>, gedoopt op 4 juni 1745 te Nuth (getuige(n): Hermanus Meijs (grootvader), Ida Raven namens Maria Timmers), overleden op 4 maart 1828 om 15.00 uur te Grijzegrubben-Nuth op 82-jarige leeftijd, zoon van <b>Laurentius MEIJS</b> (zie V.41) en <b>Anna RAEVEN</b>.<br>
 
VI.60 <b>Hermanus MEIJS</b>, gedoopt op 4 juni 1745 te Nuth (getuige(n): Hermanus Meijs (grootvader), Ida Raven namens Maria Timmers), overleden op 4 maart 1828 om 15.00 uur te Grijzegrubben-Nuth op 82-jarige leeftijd, zoon van <b>Laurentius MEIJS</b> (zie V.41) en <b>Anna RAEVEN</b>.<br>
1.303

bewerkingen