Anonieme gebruiker

Wijzigingen

Uit Genealogie Limburg Wiki
7.200 bytes toegevoegd ,  16 jan 2009 22:59
''Tekst in eerste versie overgenomen uit de Nederlandse Wikipedia''

'''Schunck''' is een voormalig mode- en warenhuis in [[Heerlen]], de ''Firma Schunck''. Het is ook de naam van een serie gebouwen waar de Firma Schunck in gehuisvest is geweest, waarvan de bekendste het [[Glaspaleis]] is, dat tot een van de meest invloedrijke gebouwen van de 20e eeuw is uitgeroepen door de [[Union of International Architects]] en tegenwoordig een cultureel centrum is.

De Firma Schunck groeide uit van een kleine weverszaak tot het grootste warenhuis in Heerlen en het innovatieve centrum toen de kolenmijnen verdwenen. Gedurende meer dan een eeuw is het gerund door vier opeenvolgende generaties van de familie Schunck.

==Prelude - een weversfamilie==
In [[Kettenis]] in [[Duitsland]] (nu in het Duitstalige deel van [[België]], nabij [[Eupen]]), is in de archieven te lezen dat daar in 1776 een wever genaamd 'Schunck' gevestigd was. Zijn zoon, Nikolaus Severin Schunck, had vijf zonen, waarvan er uiteindelijk maar een in die zaak zou blijven en een andere, genaamd Arnold, later de firma in Heerlen zou stichten. Tot op de dag van vandaag is er een weverij in Kettenis in handen van nakomelingen van Nikolaus.

===Wanderbursche===
De familiediscussies over of traditioneel of gemechaniseerd weven de toekomst had deed Arnold besluiten zijn verplichte reizen als 'Wanderbursche' (reizende leerjongen) te gebuiken om voor zichzelf te beslissen. Nadat zijn moeder stierf in 1858 ging hij naar Eupen in België om het vak te leren en een 'Meisterweber' te worden. Daarna, in 1860, reisde hij (grotendeels te voet) naar [[Silezië]] (een centrum voor mechanisch weven), [[Mannheim]], [[München]], [[Neurenberg]], [[Berlijn]] en [[Hamburg]], maar dat resulteerde slechts in een paar baantjes als handwever en hij kwam nooit in een mechanische weverij te werken omdat de eigenaren van deze moderne fabrieken weinig respect hadden voor de traditionele Wanderburschen. Bijgevolg bleef hij van dat moment trouw aan het handweven. Hij keerde terug naar Kettenis om bij zijn vader te werken. Zijn broer Nicolas, die in [[Aken (stad)|Aken]] bij de Delius textielfabriek had gewerkt, die belangrijke internationale connecties had, werd in 1863 overgehaald om een weeffabriek op te zetten in Białystok in [[Rusland]] (nu [[Polen]]), een belangrijk centrum van de textielindustrie op het kruispunt van de belangrijke routes [[Sint-Petersburg]] - Berlijn en [[Kaliningrad]] - [[Odessa (stad)|Odessa]]. Maar hij wilde niet alleen gaan, dus gingen Arnold en een derde broer mee. Maar Arnold keerde een jaar later terug, een nuttige ervaring rijker.

Toen vader Schunck stierf in 1865, wilde Severin-Joseph, die de zaak over zou nemen, mechaniseren, maar ontbeerde het geld daarvoor. Dus besloten zijn broers hem de erfenis te laten. Nu hij niet langer de handweefgetouwen nodig had, kregen zij er ieder een en vijf jaar later zouden zij daarenboven 1000 Rheinische thaler en door Severin-Joseph geweven stoffen ontvangen. Gelukkig gaf de unificatie van Duitsland in 1870 de economie zulk een impuls dat hij makkelijk zijn belofte kon houden.

==Peter Schunck==
'''Peter Schunck''' ([[Hergenrath]] ([[België]]), [[31 oktober]] [[1873]] - [[Heerlen]] ([[Nederland]]), [[13 juli]] [[1960]]) was een [[Nederland]]s [[ondernemer|zakenman]] die bekend werd als eigenaar van het Heerlense warenhuis [[Schunck]] en de opdrachtgever voor de bouw van het [[Glaspaleis]], dat heden ten dage een van de belangrijkste gebouwen van Heerlen is.

===Jeugd en werk===
Schunck was de oudste zoon van de wever Arnold Schunck en Anna Maria Küppers. Op heel jonge leeftijd kwam hij met zijn ouders naar [[Heerlen]]. Van jongs af aan hielp hij mee in de zaak van zijn ouders. Na zijn middelbare school werkte hij er de hele week. Bij de dood van zijn vader had het bedrijf al zestig medewerkers. Peter had het zakelijk talent geërfd van zijn moeder. Hij was de eerste, die in Heerlen spiegelruiten in zijn zaak liet zetten, voor die tijd een sensatie. Zijn talent en vooral zijn doorzettingsvermogen werden tien jaar later, tijdens de Eerste Wereldoorlog, flink op de proef gesteld. Door de [[Eerste Wereldoorlog]] ontstond schaarste aan textiel, er moesten hoge prijzen voor worden betaald. Maar aan het einde van de oorlog waren de prijzen aan geweldige schommelingen onderhevig. Schunck kocht bijvoorbeeld stoffen in tegen 12 [[Nederlandse gulden|gulden]] per meter en moest die dezelfde dag weer voor 7 gulden per meter verkopen. Twee jaar later, toen de aanvoer weer normaal was, werd voor dezelfde stof 70 cent per meter betaald.

===Crisistijd===
In de jaren twintig kreeg hij te maken met een moordende concurrentie uit Duitsland: door de inflatie was de mark gedevalueerd tot een cent. In [[Aken (stad)|Aken]] kon men het mooiste kostuum kopen voor 17 gulden, in Heerlen kostte het 70 gulden. Peter Schunck wist zich toch te handhaven, hij kocht zelfs vier autobussen, waarmee hij de klanten vanuit [[Sittard]], [[Valkenburg (Limburg)|Valkenburg]] en [[De Locht]] naar zijn winkel liet vervoeren. Tijdens de crisis in de jaren dertig, toen de [[Staatsmijnen in Limburg|mijnen]] het diepste dal van hun bestaan beleefden, wist Schunck toch nog winst te maken. In 1935 werd zelfs een nieuw pand betrokken, het nog altijd bestaande [[Glaspaleis]] aan de Bongerd. Dit gebouw van glas en beton van de architekt [[Frits Peutz|Peutz]] was voor die tijd zeer vooruitstrevend.

===Tweede Wereldoorlog===
De Tweede Wereldoorlog bracht voor het Schunckgebouw veel ellende; drie keer werd het Glaspaleis door bommen getroffen. Eind 1944 werd het pand gevorderd om als hoofdkwartier voor de Amerikaanse generaals [[George Patton|Patton]] en [[Simpson]] te dienen. Enkele maanden later werd het "restcenter" voor de Franse "[[maquis]]" (verzetstroepen). Vooral de laatste bewoners zijn niet bepaald zachtzinnig met het interieur omgesprongen.. Na de oorlog gingen de zaken weer voorspoedig, zelfs zó goed, dat in 1954 een tweede zaak in Geleen werd geopend. De nadruk in deze zaak lag op dameskleding.

===Nevenactiviteiten===
Peter Schunck bleef ondanks deze successen een bescheiden en goedmoedige man, die zeer geliefd was bij zijn personeel en zijn grote familie. Onvergeten blijven met name bij zijn kleinkinderen de bezoeken aan de "daktuin", het penthouse op het glaspaleis. Naast zijn drukke werkzaamheden nam hij nog deel aan het verenigingsleven. Hij was lid van het kerkelijk zangkoor St. Pancratius, beschermheer van de Koninklijke Harmonie St. Caecilia, bestuurslid van de Vincentiusverenigung en van de Spaarbank St. Pancratius, die nu is opgegaan in de SNS Bank. Voor zijn vele verdiensten kreeg hij de pauselijke onderscheidung "''Pro Ecclesia et Pontifice''". Peter Schunck overleed op 86-jarige leeftijd, een half jaar na zijn vrouw Christine.

==Verspreiding==
Uit [http://www.meertens.knaw.nl/nfd/detail_naam.php?naam=Schunck], blijkt dat de naam in 2007
in Nederland 83 dragers telde.

==Externe link==
[http://www.aachen-webdesign.de/stamboom/glaspaleis.php?ID=51&lang=nl www.aachen-webdesign.de] een van de vele paginas op deze site over de familie en de zaak, waar veel van de informatie voor deze tekst uit is gehaald.
24.525

bewerkingen