Anonieme gebruiker

Wijzigingen

Uit Genealogie Limburg Wiki
99 bytes toegevoegd ,  5 jun 2019 10:27
geen bewerkingssamenvatting
Regel 13: Regel 13:  
Een naam bestond eerst alleen maar uit een “voornaam”. Toen de mensheid in aantal toenam en in grotere gemeenschappen ging wonen was een simpel  Johannes, Pavel, Maria, Lucius of Brun niet meer genoeg. Er moest iets bij om een onderscheid te maken tussen verschillende personen met dezelfde voornaam.
 
Een naam bestond eerst alleen maar uit een “voornaam”. Toen de mensheid in aantal toenam en in grotere gemeenschappen ging wonen was een simpel  Johannes, Pavel, Maria, Lucius of Brun niet meer genoeg. Er moest iets bij om een onderscheid te maken tussen verschillende personen met dezelfde voornaam.
   −
De toenaam of achternaam werd gemeengoed en ontwikkelde in de loop der tijd tot een familienaam. Het duidelijkst is dat te zien bij de Romeinen. Zij gebruikten een naam die bestond uit twee of drie delen. De voornaam (praenomen), de familienaam (nomen gentile) en soms een bijnaam (cognomen) bv Marcus Tulius Cicero. Dit was Marcus uit de familie Tulius met een kenmerkend iets, namelijk een erwt vormige wrat op zijn gezicht. Cicer betekent kikkererwt. Een zeer bekende Romein is natuurlijk Gaius Julius Caesar. Het was Gaius uit de familie Julii. Het cognomen Caesar slaat volgens één theorie op de beharing van de eerste drager van deze bijnaam (caesarie betekent haar). Pas enkele heersers verder werd Caesar de titel voor de opperbaas. Caesar werd door de Romeinen uitgesproken als Kaisar, vandaar dan ook Kaiser en keizer en Czaar. Na de Romeinse tijd nam het gebruik van achternamen weer af.
+
De toenaam of achternaam werd gemeengoed en ontwikkelde in de loop der tijd tot een familienaam. Het duidelijkst is dat te zien bij de Romeinen. Zij gebruikten een naam die bestond uit twee of drie delen. De voornaam (praenomen), de familienaam (nomen gentile) en soms een bijnaam (cognomen) bv Marcus Tulius Cicero. Dit was Marcus uit de familie Tulius met een kenmerkend iets, namelijk een erwt vormige wrat op zijn gezicht. Cicer betekent kikkererwt. Een zeer bekende Romein is natuurlijk Gaius Julius Caesar. Het was Gaius uit de familie Julii. Het cognomen Caesar slaat volgens één theorie op de beharing van de eerste drager van deze bijnaam (caesarie betekent haar), een voorouder van Gaius Julius . Pas enkele heersers verder werd "Caesar" de titel voor de opperbaas. Caesar werd door de Romeinen uitgesproken als Kaisar, vandaar dan ook Kaiser en keizer en Czaar. Na de Romeinse tijd nam het gebruik van achternamen weer af.
    
In de tweede helft van de Middeleeuwen nam het gebruik van toenamen weer toe. Er kwamen eenvoudig gezegd gewoon weer meer mensen. Grof gezegd kan men stellen dat er vier groepen zijn waar namen uit ontstaan zijn:  
 
In de tweede helft van de Middeleeuwen nam het gebruik van toenamen weer toe. Er kwamen eenvoudig gezegd gewoon weer meer mensen. Grof gezegd kan men stellen dat er vier groepen zijn waar namen uit ontstaan zijn:  
 
#Afstammingsnaam. Dit zijn de vadersnaam (patronymicum) en de moedersnaam (metronymicum). Deze wijze komt zeer veel voor oa: Gielissen, Jansen, Pietersen en Trienekens (van Catharina of Triena). Maar ook uit voornamen die nu niet meer gebruikelijk zijn ontstonden familienamen zoals Grispen (Chrispiaen), Geurts/Geurten (Godefridus), Meuwissen/Meijs (Bartholomeus), Goswins (Gozewijn) of Stassen (Eustachius).
 
#Afstammingsnaam. Dit zijn de vadersnaam (patronymicum) en de moedersnaam (metronymicum). Deze wijze komt zeer veel voor oa: Gielissen, Jansen, Pietersen en Trienekens (van Catharina of Triena). Maar ook uit voornamen die nu niet meer gebruikelijk zijn ontstonden familienamen zoals Grispen (Chrispiaen), Geurts/Geurten (Godefridus), Meuwissen/Meijs (Bartholomeus), Goswins (Gozewijn) of Stassen (Eustachius).
#Beroepennaam. Ook veel voorkomend en voor een ieder duidelijk herkenbaar. Bakker, de Boer, IJzerman, Brasseur en Bressers (Brouwers), Timmerman enz enz. Of iets lastiger te herkennen: Pisters van Pistorius, latijn voor bakker of Tuiten van de rondtrekkende kooplui die teuten genoemd werden en Damoiseaux van het Oud Franse damoisel, een heerboer. Een echte Limburgse beroepennaam is Smeets. Nagenoeg ieder dorp had wel een smid, ''"d'r Schmeet"''. De kinderen waren dus ''"kinjer va der Schmeet, Schmeets zien kinjer"''. Nog zo'n Limburgse namen zijn Curfs of Curvers en Körvers. Limburgers herkennen daar het woord ''"Kurref"'' in, korf. Zij stammen af van een mandenvlechter.
+
#Beroepennaam. Ook veel voorkomend en voor een ieder duidelijk herkenbaar. Bakker, de Boer, IJzerman, Brouwers, Timmerman enz enz. Of iets lastiger te herkennen: Pisters van Pistorius, latijn voor bakker of Tuiten van de rondtrekkende kooplui die teuten genoemd werden en Damoiseaux van het Oud Franse damoisel, een heerboer. Brasseur, de franse versie van Brouwers en Bressers, de limburgse versie van Brasseur. Een echte Limburgse beroepennaam is Smeets. Nagenoeg ieder dorp had wel een smid, ''"d'r Schmeet"''. De kinderen waren dus ''"kinjer va der Schmeet, Schmeets zien kinjer"''. Nog zo'n Limburgse namen zijn Curfs of Curvers en Körvers. Limburgers herkennen daar het woord ''"Kurref"'' in, korf. Zij stammen af van een mandenvlechter.
 
#Herkomstnaam. Mensen waren in tegenstelling tot wat wij nu denken altijd al redelijk mobiel. Handelaren trokken rond, mensen verhuisden door oorlogen of armoede. Of doordat ze ergens anders gingen werken (iets pachten). De streek of plaats waar men vandaan kwam werd dan vaker als achternaam gebruikt. Van Aken, de Liege, Lardinois (uit de Ardennen), van Kan (het dorp Canne bij Maastricht), De La Haye (het gehucht La Haye in het land van Dahlem), van Gulik, Hodiamont en Dodemont (deze twee hebben dezelfde oorsprong namelijk een plaats in het land van Hervé) enz enz. Maar ook een plek in of nabij het dorp werd gebruikt. Bijvoorbeeld, van t Veld, vanden Heuvel, Hof, Delamboix (bij het hout cq bos), Gebroek (een plek langs de rivier), van Soest (een hofstede in Limburg). Met adel had dit Van eigenlijk weinig te maken.
 
#Herkomstnaam. Mensen waren in tegenstelling tot wat wij nu denken altijd al redelijk mobiel. Handelaren trokken rond, mensen verhuisden door oorlogen of armoede. Of doordat ze ergens anders gingen werken (iets pachten). De streek of plaats waar men vandaan kwam werd dan vaker als achternaam gebruikt. Van Aken, de Liege, Lardinois (uit de Ardennen), van Kan (het dorp Canne bij Maastricht), De La Haye (het gehucht La Haye in het land van Dahlem), van Gulik, Hodiamont en Dodemont (deze twee hebben dezelfde oorsprong namelijk een plaats in het land van Hervé) enz enz. Maar ook een plek in of nabij het dorp werd gebruikt. Bijvoorbeeld, van t Veld, vanden Heuvel, Hof, Delamboix (bij het hout cq bos), Gebroek (een plek langs de rivier), van Soest (een hofstede in Limburg). Met adel had dit Van eigenlijk weinig te maken.
 
#Kenmerknamen. Zij vertelden iets over een typische eigenschap van de drager. Meestal betrof het een lichaamseigenschap, de Neus, de Zwart, Krombeen, de Lange. Maar ook Naaktgeboren, dit is waarschijnlijk een verbastering van het duitse Nachgebohren. Een kind dat geboren werd nadat de vader overleden was.
 
#Kenmerknamen. Zij vertelden iets over een typische eigenschap van de drager. Meestal betrof het een lichaamseigenschap, de Neus, de Zwart, Krombeen, de Lange. Maar ook Naaktgeboren, dit is waarschijnlijk een verbastering van het duitse Nachgebohren. Een kind dat geboren werd nadat de vader overleden was.
510

bewerkingen