Chirurgijn

De chirurgijn aan het werk.

De Chirurgijn komt vanaf de 17e eeuw voor als arts in steden en dorpen. Dit beroep is ontstaan uit het beroep barbier. In sommige steden had de chirurgijn zijn eigen verbandzaal, waar de patiënt vaak als proefkonijn werd gebruikt. Ook werden de lichamen van terechtgestelde misdadiger ontleed. Ook werd er les gegeven of werd anatomieles gegeven aan een hele groep of theater. De meest voorkomende handelingen waren het aderlaten, wondverzorging en de zorg voor botbreuken.