Anonieme gebruiker

Wijzigingen

Uit Genealogie Limburg Wiki
11 bytes toegevoegd ,  27 februari
geen bewerkingssamenvatting
Regel 65: Regel 65:  
'''Van Noord naar Zuid'''
 
'''Van Noord naar Zuid'''
   −
Johannes Hubertus trok naar Harderwijk. Hier was een oud oom van hem ook al naar toe gegaan om dienst te nemen in het leger. Johannes Hubertus deed dat eveneens. In Harderwijk was het koloniaal werfdepot, hier werden de mannen voor Nederlands Oost-Indë klaargestoomd. Harderwijk werd toendertijd ook wel het riool van Europa genoemd. Waarschijnlijk omdat er veel kroegen en andere etablissementen waren om de soldaten te vermaken. Maar misschien ook omdat er niet veel vragen werden gesteld bij de indiensttreding en het derhalve ook veel ongure sujetten aantrok. Het handgeld werd vaak vooraf betaald, dus die mannen hadden veel geld om uit te geven. Johannes Hubertus werd op 14 Augustus 1867 ingescheept. Hij diende bij verschillende Infanterie bataljons op Bali, Celebes, Java en Sumatra. Hij vocht mee tijdens de Atjeh oorlog en kreeg hiervoor een medaille. Hij diende ook bij de stad Bangka op het eiland [[Billitong]] (''Belitueng'') bij Sumatra, hier had hij vooral Bentengdienst (kazernedienst). Op 24 December 1882 verliet hij de dienst als sergeant, met een pensioen van Fl. 300 per jaar.<ref>Nationaal Archief Militairen KNIL, Nummer toegang: 2.10.50, inventarisnummer: 159, stamboeknummer Indie: 59498</ref> Hij trad in het huwelijk met Antje Jansen. [[Johannes Hubertus Gerards en Antje Janssen 14-11-1883.jpg|thumb|Johannes Hubertus Gerards en Antje Janssen 14-11-1883]]
+
Johannes Hubertus trok naar Harderwijk. Hier was een oud oom van hem ook al naar toe gegaan om dienst te nemen in het leger. Johannes Hubertus deed dat eveneens. In Harderwijk was het koloniaal werfdepot, hier werden de mannen voor Nederlands Oost-Indë klaargestoomd. Harderwijk werd toendertijd ook wel het riool van Europa genoemd. Waarschijnlijk omdat er veel kroegen en andere etablissementen waren om de soldaten te vermaken. Maar misschien ook omdat er niet veel vragen werden gesteld bij de indiensttreding en het derhalve ook veel ongure sujetten aantrok. Het handgeld werd vaak vooraf betaald, dus die mannen hadden veel geld om uit te geven. Johannes Hubertus werd op 14 Augustus 1867 ingescheept. Hij diende bij verschillende Infanterie bataljons op Bali, Celebes, Java en Sumatra. Hij vocht mee tijdens de Atjeh oorlog en kreeg hiervoor een medaille. Hij diende ook bij de stad Bangka op het eiland [[Billitong]] (''Belitueng'') bij Sumatra, hier had hij vooral Bentengdienst (kazernedienst). Op 24 December 1882 verliet hij de dienst als sergeant, met een pensioen van Fl. 300 per jaar.<ref>Nationaal Archief Militairen KNIL, Nummer toegang: 2.10.50, inventarisnummer: 159, stamboeknummer Indie: 59498</ref> Hij trad in het huwelijk met Antje Jansen. [[Afbeelding:Johannes Hubertus Gerards en Antje Janssen 14-11-1883.jpg|thumb|Johannes Hubertus Gerards en Antje Janssen 14-11-1883]]
    
Deze Harderwijkse kasteleinsdochter werd op 19 April 1866 geboren. Zij traden op 14 November 1883 te [[Harderwijk]] in het huwelijk. Hij was in 1884 "koffijhuishouder" (herbergier) te Harderwijk. Na de geboorte van hun eerste twee kinderen trokken ze naar Tegelen. Hier woonde een halfbroer van Johannes Hubertus. Vervolgens ging het naar Waubach. Van 1889 tot 1903 was hij hier werkzaam als veldwachter. Hij werkte vanaf januari 1889 als gemeente veldwachter in Waubach voor een bezoldiging van Fl. 250 per jaar. De huur van het huis (eigendom van pastoor) waar zij gingen wonen bedroeg Fl. 50 per jaar. Een latere aanvraag om Rijksveldwachter te worden werd afgewezen deels door een veroordeling wegens insubordinatie in 1871 in Indië<ref>Nationaal Archief, Oost-Indisch boek Onderofficieren en minderen, folio:13143</ref>. Hiervoor zat hij 6 maanden in de gevangenis. Hij werd in 1903 na klachten over het uitoefenen van een niet toegestane nevenfunctie ontslagen. Hij was oproeper bij verschillende openbare verkopingen geweest.
 
Deze Harderwijkse kasteleinsdochter werd op 19 April 1866 geboren. Zij traden op 14 November 1883 te [[Harderwijk]] in het huwelijk. Hij was in 1884 "koffijhuishouder" (herbergier) te Harderwijk. Na de geboorte van hun eerste twee kinderen trokken ze naar Tegelen. Hier woonde een halfbroer van Johannes Hubertus. Vervolgens ging het naar Waubach. Van 1889 tot 1903 was hij hier werkzaam als veldwachter. Hij werkte vanaf januari 1889 als gemeente veldwachter in Waubach voor een bezoldiging van Fl. 250 per jaar. De huur van het huis (eigendom van pastoor) waar zij gingen wonen bedroeg Fl. 50 per jaar. Een latere aanvraag om Rijksveldwachter te worden werd afgewezen deels door een veroordeling wegens insubordinatie in 1871 in Indië<ref>Nationaal Archief, Oost-Indisch boek Onderofficieren en minderen, folio:13143</ref>. Hiervoor zat hij 6 maanden in de gevangenis. Hij werd in 1903 na klachten over het uitoefenen van een niet toegestane nevenfunctie ontslagen. Hij was oproeper bij verschillende openbare verkopingen geweest.
510

bewerkingen