Van Baexen

Uit Genealogie Limburg Wiki


Genealogie in bewerking - LG

De familienaam Van Baexen (ook: Van Baexem, Van Baixen, Van Baxen, Van Baxsen) wordt gevoerd door diverse families, waaronder tenminste één adellijke met de titels jonkheer en jonkvrouwe. Onderstaand lijstje laat zien dat de familienaam al vroeg voorkomt in Midden-Limburg:

  • 1418 Heyn van Baexen, laat van het kapittel van Sint Servaas te Maastricht.
  • 1421 Johan van Baexen, schepen te Roermond, tevens als zodanig vermeld 1421, 1430 en 1440.
  • 1542 Johan van Baexen, leenman van Horn, is getuige bij overdracht van goederen te Asselt.

De adellijke familie Van Baexen stamt uit het hertogdom Gulik en het stift Keulen en verwerft rond 1565 de Baxhof te Swalmen[1]. Omdat er op enkele latere momenten meerdere personen zijn met eenzelfde voor- én achternaam, voegen zij zelf vaak hun bezittingen toe aan hun familienaam: Van Baexen tot de Hoeve (Swalmen), Van Baexen tot Nieuwenbroeck (Beesel) en Van Baexen tot de Raay (Baarlo).

Van Baexen, adellijke linie Effeld-Swalmen-Beesel-Baarlo

Generatie 1

I. Hendrik van Baexen, overl. 1495. Tr. met NN. Heynrick van Baexen wordt in 1458 genoemd onder de leenmannen en borgen van de graaf van Horn.
Uit dit huwelijk:

  1. Hendrik van Baexen, vermeld in 1488.
  2. Level van Baexen, vermeld in 1488.
  3. Dirk van Baexen, volgt II.
  4. Gielis van Baexen, vermeld in 1488.


Generatie 2

II. Dirk van Baexen tot Effeld, overl. 1502. Tr. volgens huwelijkscontract van 23-10-1435 met Barbara de Wilde van Mersen, overl. 1520, dochter van Joost de Wilde van Mersen, Johanszoon, en Barbara van Baexen, Hendriksdochter. Dirk werd in 1488 beleend met goederen te Elmpt, die hij in 1491 weer afstond.
Uit dit huwelijk:

  1. Hendrik van Baexen, volgt III.


Generatie 3

III. Hendrik van Baexen, schepen van Wassenberg 1537, overl. 1567. Tr. 1) met Elisabeth van Hemmerich tot Routenberg, dochter van Dirk van Hemmerich en Elisabeth Emmerick. Routenberg was een riddermatig goed te Tönisvorst bij Kempen (D). Tr. 2) met Gertrudis von Schilling zu Güstorf, overl. 1569.
Uit het eerste huwelijk:

  1. Mattheus van Baexen tot Effeld, volgt IVa.

Uit het tweede huwelijk:

  1. 'Willem van Baexen', volgt IVb.

Generatie 4

IVa. Mattheus van Baexen tot Effeld. Tr. met Gertrud von der Rur, een dochter van Johan von der Rur en Margarete van Grein tot Nierstein.
Uit dit huwelijk:

  1. Johan van Baexen, volgt Va.
  2. Werner van Baexen, in mei 1614 benoemd tot drost van het ambt Montfort en raadsheer van het Hof van Gelder te Roermond.
  3. Karel van Baexen, volgt Vb.
  4. Elisabeth van Baexen, vermeld 1598.


IVb. Willem van Baexen tot de Hoeve, tr. met Aleid van Kosseler, dr. van Peter van Kosseler zu Körrenzig en NN von Rommel zu Ertzelbach. Door zijn huwelijk verwierf hij het riddermatig huis Körrenzig waarvan hij al in 1566 als eigenaar wordt genoemd. Willem van Baexen verhief in 1568 de Rodebosche tiende te Swalmen, zijnde een Horns leen verbonden aan de Baxhof (de Hoeve) te Swalmen. Dit maakt het aannemelijk dat hij de moated site de Baxhof tussen 1563 en 1568 aankocht. Zijn weduwe Aleid van Kosseler verkocht in 1595 met haar zonen Willem, Gerard en Hendrik van Baexen 'zur Hofen' een beemd in Körrenzig. Uit dit huwelijk:

  1. Willem van Baexen, volgt Vc.
  2. Gerard van Baexen. Gerard van Baexen trouwde in 1616 met Elisabeth van Horrich tot Glimbach en bracht het huis Körrenzig mee. Hij zette de linie van Baexen tot Körrenzig voort.
  3. Hendrik van Baexen. Hendrik van Baexen werd kanunnik in Kerpen en overleed op 1-10-1613.
  4. Clara van Baexen, geb. 1566, van 1614 tot haar overlijden op 4-11-1636 abdis van het klooster Dalheim (D).
  5. Geertruid van Baexen, overl. Helden 10-9-1634. Tr. met Reiner van Hillen.
  6. Anna van Baexen. Tr. met Johan van Broeckhuysen tot de Borgh (eigenaar Kasteel de Borggraaf te Lottum), zoon van Jacob van Broeckhuysen (van Oeyen) en Lijffert van Asselt.
  7. Barbara van Baexen.

Generatie 5

Va. Johan van Baexen tot Effeld, overl. tussen 1621 en 1636. Tr. met Anna van Randerath tot Horrich, een dochter van Johan van Randerath en Agnes van Ruischenberg tot Lüppenau.
Uit dit huwelijk:

  1. Mattheus van Baexen, volgt VIa.
  2. Ferdinand van Baexen, volgt VIb.


Vb. Karel van Baexen, heer van Veynau en Neufville, keurvorstelijk Keulse raad en kamerling. Tr. 1) trouwde met Margaretha von Schöller, een dochter van Rutger von Schöller en Agnes van Efferen-Hall, overl. april 1614. Tr. 2) met haar zus Agnes von Schöller, de weduwe van Bertram von Nesselrode, die in oktober 1623 kinderloos overleed. Hij was de stadvader van de tak Van Baexen tot Veynau.
Uit het eerste huwelijk:

  1. Frans van Baexen, volgt VIc.


Vc. Willem (ook: Johan Willem of Hans Willem) van Baexen tot Nieuwenbroeck, overl. 1607. Tr. vóór 1594 met Anna van Holthuysen, jongste dr. van Johan van Holthuysen en Helwig van Holtmeulen. Willem, al eigenaar van de Baxhof te Swalmen, werd door dit huwelijk tevens erfgenaam van huis Nieuwenbroeck te Beesel. Zijn kinderloze schoonzus Irmgard van Holthuysen, gehuwd met Arnold van Lynden, behield het vruchtgebruik. In 1596 werd Willem tevens beleend met de Munt en de Bongart te Tegelen.
Uit dit huwelijk:

  1. Gerard van Baexen, volgt VId.
  2. Hans Willem van Baexen, samen met zijn broer in 1621 beleend met huis Nieuwenbroeck. Volgt VIe.
  3. Helwig Aleid van Baexen, vermeld in 1621.
  4. Clara van Baexen, vermeld in 1621 en 1626.
  5. MOGELIJK Maria Elisabeth van Baexen, vóór 1621 geprofest in het klooster Dalheim, overl. ald. 6-4-1665.
vanaf hier nog aanvullingen en herziening van de nummering

Generatie 6

IVa. Gerard van Baexen tot Nieuwenbroeck, tr. vóór 1626 met Anna van Waes zu Itter, overl. vóór 16-6-1645, zus van Walraven van Waes heer te Borchitter en Hessingen, en van Jacob van Waes. Gerard wordt in 1649 samen met zijn broer Hans Willem door de graaf van Bentheim gemaand om alle afgescheiden goederen van Nieuwenbroeck weer terug te kopen op straffe van verlies van het leengoed. Gerard van Baexen schreef in 1655 aan de Staten van het Overkwartier dat hij had vernomen dat enige van zijn vaderlijke kwartieren hier te lande onbekend waren en verzoekt hen, die door adellijke personen uit het vorstendom Gulik en uit het sticht Keulen te mogen laten bezweren. In 1657 was Gerard verhuisd naar Maaseik en had hij het vruchtgebruik van Nieuwenbroeck overgedragen aan zijn oudste zoon Hans Willem. In 1659 woonde Gerard echter weer te Beesel. Uit dit huwelijk:

  1. Hans Willem van Baexen tot Nieuwenbroeck, als oudste zoon erfgenaam van Nieuwenbroeck, op 24-5-1664 en 26-4-1672 beschuldigd van samenwonen met zijn dienstmeid. ongehuwd overl. ... vóór 7-2-1684.
  2. Anna Francoise van Baexen, rond 1658 geprofest in het adellijk stift genaamd Fürstenberg bij Xanten. Tr. ... vóór 16-5-1664 met Reinier Albert van Holthuysen. Samen verkochten ze in 1668 hun erfdeel van Nieuwenbroeck.
  3. Maria Anna van Baexen, verm. geprofest in het klooster O.L.V. Munster te Roermond vóór 9-7-1649, later non in het klooster Fürstenberg, vermeld ald. 20-9-1664 en 10-4-1674, overl. Fürstenberg 30-11-1697.
  4. Hans Hendrik van Baexen, vóór 9-7-1649 geprofest in het klooster te St.-Corneli-Munster, vermeld ald. 6-10-1650 en 4-4-1668. Doet op 22-7-1671 afstand van zijn rechten te Swalmen.
  5. Clara Bernarda van Baexen, geprofest in het klooster O.L.V. Munster te Roermond rond 9-7-1649, overl. Roermond 16-9-1653.
  6. Walraven van Baexen, in 1669 (als Walramus de Baxen) vermeld als doopgetuige te Belfeld, rond 1683 in dienst van de bisschop van Münster.
  7. Anthoin van Baexen, rond 1683 in dienst van de bisschop van Münster, overl. Beesel 4-7-1698. Tr. ... vóór 1672 met Lucia van Keppel. Volgt Va.

IVb. Johan Willem (ook: Hans Willem) van Baexen tot de Hoeve en tot de Raay. Tr. met Catharina van der Horst. Hans Willem werd in 1621 (samen met zijn broer Gerard) beleend met Nieuwenbroeck te Beesel, in 1626 met de Munt en de Bongart te Tegelen. Hans Willem en zijn vrouw verpandden in 1640 zowel de Baxhof als de Raay. Het echtpaar woonde in 1660 te Baarlo. Uit dit huwelijk:

  1. Caspar van Baexen, tr. ca. 1661 met Gertrudis, dr. van Emanuel van Broekhuizen en Josina van der Horst, waarvan 13 kinderen. Volgt Vb.
  2. Hans Willem van Baexen tot de Hoeve, erft in 1657 de Baxhof te Swalmen en de Munt te Tegelen. Van hem zes buitenechtelijke kinderen bij meerdere vrouwen: Henricus (ged. Swalmen 7-10-1659), Catharina (ged. 23-5-1661), Wilhelmus (ged. 6-8-1663), Gerardus (ged. 30-10-1667), Joanna (ged. 2-12-1669) en Thomas (ged. 30-1-1672). Hans Willem verkocht in 1667 zijn tiendrechten te Swalmen aan de eigenaren van kasteel Hillenraad aldaar, in 1672 tevens de Baxhof.
  3. Catharina van Baexen, vóór 1657 ingetreden in het adellijk Cisterciënserinnenklooster Schledenhorst te Haldern.
  4. Joanna Margararetha van Baexen, erft in 1657 een tiende te Beesel en de windmolen te Maasbree.
  5. Johanna Maria van Baexen,ged. Baarlo 17-7-1639. Erft in 1657 tienden van Sevenum. Zij trouwt op 17-7-1659 met Hendrik van Gaelen.
  6. Alexandrina (Sanderijn) van Baexen, ged. Baarlo 8-12-1642, overl. op den Weert te Mook 19-12-1671. Ontvangt in 1657 7.000 gulden Roermonds.

Generatie 5

Va. Anthoin van Baexen, heer van Nieuwenbroeck, overl. Beesel 4-7-1698. Tr. vóór 1672 met Lucia Frederica van Keppel, op 18-8-1728 wnd. te Ophoven. De bruid was niet-katholiek - de kerkvisitatie van Beesel uit 1672 schrijft dat ze wel naar de kerk gaat maar niet ter communie en die van 1703 omschrijft haar als ketters - en hoewel de doopregisters van Beesel vóór 1714 niet bewaard zijn, mogen we aannemen dat haar kinderen als zuigeling niet werden gedoopt. Anthoin werd in 1695 toegelaten tot de Staten van het Overkwartier. Lucia van Keppel verkocht Nieuwenbroeck in 1712 aan Anna Catharina Charpentier, weduwe van Johan Bosman. Uit dit huwelijk:

  1. Johan Arnold van Baexen, oudste zoon, op 22-5-1700 toegelaten tot de Ridderschap, op 24-12-1703 vermeld als ritmeester onder het vaandel van de keurvorst van de Palts.
  2. Maria Theodora van Baexen, vermeld 24-12-1703. Tr. 1) ... met NN; 2) ... vóór 18-8-1728 met Franciscus Casparus Adolphus van Aach te St.-Thönisberg (D). Zij gaf op 24-12-1703 toestemming voor de verpanding van Nieuwenbroeck.
  3. Gerardus Georgius (Gerard Jurgen) van Baexen, ged. Roermond 11-6-1697 op 14-jarige leeftijd (zie boven). Tr. Effeld 3-10-1719 met Maria Margaretha Adolphina Felicitas van Baexen, dr. van Johan Adam van Baexen tot Effeld en Johanna Catharina van Balderich genaamd Barich. Volgt VIa.
  4. Albertus Walrandus van Baexen, vermeld 24-12-1703, op 26-9-1732 beleend met de Hof op den Berg te St.-Thönisberg. Volgt VIb.
  5. Jacobus Franciscus van Baexen, vermeld 24-12-1703, begr. Beesel 22-12-1714.
  6. Joannes Wilhelmus van Baexen, geb. rond 1696, vermeld 24-12-1703, vermeld op 15-12-1710 als zijnde oud 14 jaar.
  7. VERMOEDELIJK Joanna Henrica van Baexen, vermeld als doopgetuige te Beesel 23-5-1718 en dan gehuwd met NN Schenck. Zij is mogelijk dezelfde als:
  8. VERMOEDELIJK Anna Alexandrina van Baexen, overl. Beesel 15-10-1730. Tr. ... met Adolphus [[Schenck van Nydeggen], overl. Beesel 4-7-1730.

Vb. Caspar van Baexen. Tr. ca. 1661 met Gertrudis van Broeckhuysen tot Kell, dr. van Emanuel van Broeckhuysen en Josina van der Horst. Uit dit huwelijk 13 kinderen, waaronder:

  1. Conrard Emanuel van Baexen tot de Raay. Volgt VIc.

Generatie 6

VIa. Gerardus Georgius (Gerard Jurgen) van Baexen tot Nieuwenbroeck, ged. Roermond 11-6-1697 op 14-jarige leeftijd. Tr. Effeld 3-10-1719 met Maria Margaretha Adolphina Felicitas van Baexen, dr. van Johan Adam van Baexen tot Effeld en Johanna Catharina van Balderich genaamd Barich. In 1703 vrijwilliger in het regiment van generaal Slangenborgh, in 1704 verblijvend te Gulpen en in 1719 luitenant in het regiment van de overste Roulie, gelegerd te Nijmegen.

VIb. Albertus Walrandus van Baexen, vermeld 24-12-1703, op 26-9-1732 beleend met de Hof op den Berg te St.-Thönisberg. Tr. ... met ...
Uit dit huwelijk:

  1. Antonius Ludovicus vrijheer van Baexen en van Nieuwenbroeck, overl. vóór 9-9-1756. Tr. ... met Christina Agnes Juliana Antonetta van Aerdt. Op 6-3-1756 beleend met de Hof op den Berg te St.-Thönisberg. Volgt VIIa.

VIc. Conrard Emanuel van Baexen tot de Raay, maakt op 22-11-1695 huwelijksvoorwaarden met Maria Sophia van Spittael, overl. 1698 in het kraambed. Tr. 2) Straelen 1711 met Maria Catharina Josepha van Haeften.
Uit het eerste huwelijk:

  1. Maria Barbara Bernardina van Baexen, ged. 8-9-1698.
  2. Hendrik Leopold van Baexen, ged. Baarlo 20-4-1698, overl. Straelen 9-11-1776. Volgt VIIb.

Generatie 7

VIIa. Antonius Ludovicus vrijheer van Baexen en van Nieuwenbroeck, overl. vóór 9-9-1756. Tr. ... met Christina Agnes Juliana Antonetta van Aerdt. Op 6-3-1756 beleend met de Hof op den Berg te St.-Thönisberg. Uit dit huwelijk:

  1. Maria Francisca Josephina Antonia Barones van Baexen de Berg, vrouwe van Berg (onder St. Tönisberg), geboren huis Berg 11-4-1754, overleden Nieukerk 29-1-1829. Tr. Roermond 13-9-1768 met Philippus Ludovicus Antonius van Lom, heer van Grathem en Terbiest, gedoopt Gelder 27-5-1754, overleden St. Tönisberg (bij Krefeld) 2-4-1782, erft kasteel de Borggraef te Lottum, zoon van Petrus Mathias Egbertus van Lom en Maria Albertina Antonetta Barones van Aerd tot Lottum.

VIIb. Hendrik Leopold Van Baexen, overl. Straelen 9-11-1776. Tr. met Anna Margaretha Louisa van Spittael. Koopt in 1756 huis Kaldenbroek Uit dit huwelijk:

  1. Sophia Charlotta Maria Eleonora van Baexen, werd op 1-3-1765 door haar vader onterfd. Tr. 1765 met Alexander de la Marck.

Literatuur

  • M. Flokstra, Kasteel De Raay, in: Kastelen in het Land van Kessel, (Venray, 2005) blz. 82-115.
  • L. Giesen, Twee lastige heerschappen op huis Nieuwenbroeck, in: Jaarboek Maas- en Swalmdal 18 (1998), blz. 114-133.

Bronnnen

Noot

  1. Zie: [1], of: Van Biesweerd tot Boeshei - Toponiemen in Swalmen en Asselt Loe Giesen (alleen online versie, 2012)