Anonieme gebruiker

Wijzigingen

Uit Genealogie Limburg Wiki
14.145 bytes toegevoegd ,  16 mei 2012 10:03
k
''Bewerkt naar Wikipedia''

Een '''toponiem''' is een plaatsnaam (uit het Grieks, τόπος = plaats, όνομα = naam). De studie van de toponiemen heet de toponymie.

Het Belgisch Nationaal Geografisch Instituut definieert een toponiem als de eigennaam van een geografische entiteit. Anders gezegd, niet alleen de naam van een stad, plaats of dorp is een toponiem, maar ook de naam van een landschapselement zoals een rivier, eiland, polder, moerasgebied, bergketen of woestijn.

==Oorsprong==

Gehuchten, dorpen, steden en landstreken kregen vaak hun naam door de geografische verschijningsvorm, de persoon die er woonde, of een gebeurtenis die er plaatsvond. Geografische verschijningsvormen in plaatsnamen zijn te onderscheiden in landschappen (berg, duin, bos), bodemgesteldheid (zand, veen, zout) en menselijke activiteit (dam, burg, kanaal).

===Namen===
Namen kunnen heel goed uit talen afkomstig zijn die ter plekke al lang niet meer gesproken worden. In Nederland en Vlaanderen worden sinds ongeveer 350 alleen Germaanse dialecten gesproken (die zich ontwikkeld hebben tot de huidige dialecten en de Nederlandse en Friese standaardtaal), en de meeste namen zijn daaruit afkomstig; maar sommige zijn ouder, bijvoorbeeld van Romeinse oorsprong, zoals Utrecht (''Trajectum''), of Keltische, zoals Nijmegen (''Noviomagus''). Ook van een Germaanse naam is vaak nog wel aan de hand van de vorm de ouderdom ongeveer in te schatten, omdat de taal zich ontwikkeld heeft en ook de gewoonten in naamgeving steeds veranderen. Plaatsnamen die eindigen op herkenbare woorden zoals /-donk/, /-holt/, /-horst/, /-laar/ en /-bos/ stammen van na het jaar 1000. In veel namen zijn niet direct Nederlandse woorden te herkennen - zo komt de naam Zutphen van "zuidveen".

Ook worden namen waarin de oorspronkelijke woorden niet meer herkend worden soms verbasterd doordat men er andere woorden in herkent - dit wordt wel volksetymologie genoemd, bijvoorbeeld:

*Bazuin heeft niets met een 'bazuin' (muziekinstrument) te maken, maar komt van ''byzueden'' ('ten zuiden van')
*Ridderkerk heeft niets met 'ridders' te maken, maar komt van ''Riederkerk'' ('kerk te Ried')
*Zwammerdam heeft niets te maken met 'zwammen', maar komt van ''Zwadener dam'', waarbij Zwade al een naam was; een zwade is een strook gemaaid gras.

De verbastering maakt het soms moeilijk de oorsprong te vinden. Zo komt Farmsum van ''Fretmarashem''(naar een persoonsnaam Fretmar).

We weten hier veel over omdat er vanaf ongeveer het jaar 1000 overal archieven zijn bijgehouden; de meeste huidige toponiemen die in die tijd al bestonden komen daarin wel een of meer keer voor, zodat we hun ontwikkeling door de tijd heen kunnen volgen. Dit is niet altijd eenvoudig: er was geen standaard spelling, veel handschriften zijn slecht leesbaar, veel teksten zijn geschreven door personen die de naam in kwestie niet kenden, met veel fouten als gevolg. Ook zijn nogal wat handschriften vervalst ...

===Achternamen===
Veel achternamen zijn ontstaan uit toponiemen. Een blik in het telefoonboek zegt genoeg, ze zijn het vaakst te herkennen aan het voorzetsel 'Van'. De achternaam Van Woerden ontstond uit de plaatsnaam Woerden, Van Brussel en Brusselmans ontstonden uit het toponiem Brussel. De naam Van Simpel ontstond als verbastering uit de stadsnaam Saint Pol.

Ook het omgekeerde komt voor: zo is de plaatsnaam Van Brienenoordbrug genoemd naar het Van Brienenoord, dat genoemd is naar Arnoud Willem van Brienen van de Groote Lindt, wiens familienaam verwijst naar het dorp Brienen bij Kleef.

====Voorvoegsel /''ver-''/====
We komen bij toponiemen in plaats van het voorzetsel ''van'' soms ook wel de vorm ''/ver-/'' tegen als voorvoegsel in [[herkomstnaam|herkomst-]] of [[adresnaam|adresnamen]] als Verbeek, Vermeer en Verstraelen. Het betreft hier een "samentrekking van het voorzetsel 'van' en het lidwoord 'der', een verbogen vorm van 'de' (datief), waaruit men kan opmaken dat het grondwoord als vrouwelijk woord geïnterpreteerd wordt, hoewel bij de naamsvorming het woordgeslacht veelal niet meer in ogenschouw is genomen" (Meertens Instituut -- Databanken -- Nederlandse Familienamenbank [NFB]<ref>Component /ver-/ in adresnamen [http://www.meertens.knaw.nl/nfb/detail_naam.php?info=component&component=ver&nfd_naam=Vermeer&gba_lcnaam=&operator=eq&taal=] NFB Meertens Instituut</ref>). In Noord-Limburg kon zo het voorvoegsel /ver-/ worden gebruikt om uit de naam van een hoeve een familienaam te construeren: [[Blerick#Blerickse_toponiemen|Versundert]] voor de pachter op hoeve De Sondert. Zie ook [[Verbaesdonck]]. In Brabant vinden we namen als Verdaasdonk en Verdonschot. Limburgse adresnamen zijn verder nog: Verberk(t), Verhaegh en Verstappen.

==Bestanddelen van een toponiem==
===Keltische bestanddelen===

De Kelten hebben ons vooral namen van rivieren ([[hydroniemen]]) en van strategische, vaak aan rivieren gelegen plaatsen, nagelaten. De meeste namen bevatten dan ook de Keltische benaming voor water, waterloop of rivier. Enkele voorbeelden:

*Rivieren:
::IJzer: wordt vermeld in 846 als ''Isera'' (<''Is-ara'', 'woelig water')
::Maas: afkomstig van het pre-Keltische ''Mosa'', wat 'vochtig' betekent
::Leie: in de 10de eeuw vermeld als ''Legia'' (Keltisch voor 'waterloop')
::Dender: afkomstig van het Keltische ''Tanara'' ('bruisend, kolkend water')
::Durme: afgeleid van het Keltische ''Dorma'' ('woelige beek')
::Demer: in 908 vermeld als ''Tamara'' ('donker water')
*Strategische plaatsen aan waterlopen:
::Temse: in 870 vermeld als ''Temsica''. Het is vermoedelijk dezelfde naam als 'Thames', die teruggaat op een grondwoord dat in het Middel-Iers als ''teim'' ('duister, grijs, grauw') terug te vinden is.
::Gent: afkomstig van ''Ganda'', wat 'monding' betekent. Gent ligt aan de monding van de Leie in de Schelde.
*Andere Keltische plaatsnamen:
::Nijmegen: ontstaan uit ''Noviomagus'', de Romeinse plaatsnaam die direct is afgeleid van de Keltische woorden ''nowyos'' ('nieuw') en ''magos'' ('veld' of 'vlakte').

===Gallo-Romeinse bestanddelen===

De toponiemen die we overhouden aan vijf eeuwen Romeinse bezetting, schetsen een beeld van de maatschappelijke organisatie. De meeste plaatsnamen zijn elementen uit het legioen en bezettingen.

::''Castellum'' ('fort'): Kassel, Kessel, Kessel-Lo, Casteau
::''Castra'' ('legerplaats'): Kester, Kasterlee, Chastre, Kesteren
::''Traiectum'' ('oversteekplaats'): Maastricht, Utrecht
::''Vicus'' ('dorp, gehucht, wijk'): Katwijk, Opwijk, Noorderwijk, Oisterwijk, Oudwijk, Wijk bij Duurstede
::''Villa'' ('landgoed'): ''Villariacum'' (Wilrijk)
::De uitgang /(i)acum/ of /(i)anum/ ('bezit'): ''Villariacum'', ''Blariacum'' (Blerick), ''Cortoriacum'' (Kortrijk), ''Orola(u)num'' (Aarlen).

===Germaanse bestanddelen===

*Veel namen van beken, rivieren en meren met Aa of Aam, Ee, Ie of IJ zijn terug te leiden naar het Oudgermaanse woord ''aha, ama'' of ''ara'' dat 'water' betekent. Voorbeelden: Drentsche Aa en in verbasterde vorm: Amstel, Diem, Dokkumer Ee, Eems en het IJ. Plaatsnamen met dit bestanddeel zijn bijvoorbeeld:

::Breda: ontstaan bij de natuurlijke samenvloeiing van de rivieren Aa of Weerijs en Mark [geografisch juist, maar als etymologie betwist].
::Pekela: gelegen aan de Pekel A ('zout water').
::IJlst, in het Fries met lidwoord Drylts: de oude benaming ''Ylike'' verwijst naar het riviertje (''like'' of ''leke'') de Ee (Y).

*Het Germaanse woord ''lauha(z)'' ('open plek in een bos; bosje op hoge zandgrond') is in heel veel plaatsnamen terug te vinden als /loo/ of /le/. Voorbeelden: Almelo, Baarle, Dinxperlo, Heiloo, Leuven (van ''Lo-ven''), Lotenhulle, Waterloo, Wattrelos.

*In de plaatsnamen vinden we sporadisch een Saksisch element, zoals /-tun/ (Autun, Tungelroy), wat 'omheining' betekent. Een ander - verbasterd - voorbeeld is Waasten, waarvan de vroegere benaming ''Warnasthun'' verwijst naar 'hoeve van Warino'. We vinden deze uitgang nog steeds terug in het Engelse ''town''. in Engeland vinden we voorbeelden als Norton, Easton, Wootton, Northampton en Southampton.

*Het grootste aantal plaatsnamen in West-Europa is van Frankische[bron?] oorsprong. Zeer productief waren de constructies met een [[patronymicum]] in de genitief meervoud op /-inga/, gevolgd door /-sala/, /-isala/, /-ghem/, /-haim/ of /-gham/. Deze betekenen allemaal woning of 'woonplaats'. Enkele voorbeelden:

::Dadizele: in 1147 vermeld als ''Dadingisila'' (''Dado-inga-sala'', 'woonplaats van Dado')
::Poperinge: in 877 vermeld als ''Pupringahem'' (''Pupurn-inga-haim'')
::Zwevegem: in 1063 beschreven als ''Sueuenghem'' (''Swivo-inga-haim'')
::Betekom: in 1243 vermeld als ''Betenghem'' (''Betto-inga-haim'')
::Doetinchem: in een 10e-eeuw handschrift vermeld als ''Ductinghem'' (''Dutto-inga-haim'')

De nederzettingen rond de burchten of forten uit de feodale tijd leidden tot namen op '/-burg/, die in sommige streken werd verfranst naar /-bourg/. Voorbeelden zijn Oostburg, Luxembourg (afkomstig van ''Lutzelinburg'': 'de kleine burcht', nu nog heel duidelijk te zien aan de Luxemburgse naam ''Lëtzebuerg''), Straatsburg, Limburg, Batenburg, Spakenburg, Den Burg, Dennenburg, Kraggenburg, Middelburg, Tilburg.

===Christelijke bestanddelen===

Aanvankelijk was de toponymische bijdrage van het christendom zeer beperkt. Dit was vooral te wijten aan het feit dat meer heidense volkeren (Germanen, Franken, Romeinen) in onze gewesten hun stempel op het maatschappelijke leven drukten. Toch zijn er woorden waarin we duidelijke religieuze invloeden kunnen terugvinden, zoals klooster (''monasterium''), dat we bijvoorbeeld terugvinden in Waasmunster (in 1019 vermeld als ''Wasmonasterium''), Munsterbilzen, Ingelmunster, Nieuwmunster, Munstergeleen, Monster, Kloosterburen en Kloosterzande.

Uiteraard zijn vele plaatsnamen ook verwijzingen naar een kerk of kapel, zoals Zuienkerke (in 1110 vermeld als ''Siuuancherka'': 'kerk gesticht door Swivo'), Serooskerke, Grijpskerke, Kerkenveld, Kerksken, 's-Heer Abtskerke, Wissenkerke en Kapellebrug.

Vanaf de 12de eeuw lag vaak de lokale patroonheilige aan de basis van de plaatsnaam. In vele gevallen verdween zelfs de oude naam, waardoor hij nu bijna onherkenbaar is. Voorbeelden zijn Sint-Omaars (vroeger ''Sitdiu'') en Sint-Truiden (aanvankelijk ''Sarchinium''). Minder verbasterde voorbeelden zijn Sint-Niklaas, Sint Annaland, Sint Annaparochie, Sint Annen, Sint Anthonis, Sint Geertruid, Sint Gerlach, Sint Hubert, Sint Isidorushoeve, Sint-Jacobiparochie, Sint Jansklooster, Sint Jansteen, Sint Johannesga, Sint Kruis, Sint Laurens, Sint Maarten, Sint Maartensbrug, Sint-Maartensdijk, Sint Maartensvlotbrug, Sint Maartenszee, Sint Michielsgestel, Sint Nicolaasga, Sint Odiliënberg, Sint Oedenrode, Sint Pancras, Sint Philipsland, Sint Willebrord, Sint-Job-in-'t-Goor, Sint-Lenaarts, Sint-Martens-Leerne, Sint-Amandsberg en Sint-Denijs-Westrem.

==Herleiding==
===Suffixen, stammen en prefixen in toponiemen zijn onder andere:===

Akker
Aarde
Bake, bakel, baken
Balderij
Beek
Beemd
Berg of Bergen
Bos
Braak
Brand
Broek
Brug
Bruul
Burg
Chem
Daal, dael, dal of del(le)
Dam
Deel
Dijk(e)
Donk
Doorn
Dorp
Drecht
Dries
Gem

Gestel
(H)em, heem
Hoek
Holt of hout
Hoorn
Horn
Horst
Hoven of hof, hoof
Hurk
(I)acum
Ingen
Kapel(le) of Cappel(le): kapel, kapelle, kappel
Karspel, Kerspel
Kerk: kerk, kerke, kerken
Klooster
Koog
Laar
Lies, lis-, luisse(l)
Lo(o), -le of -el
Loon
Made, mede, maat, meet
Mark
Meer
Molen
Muiden
Munster of monster

Pomp
Poort
Rode
Sel, selle, zele, sele
Schot(e), schoot
Speet
Stad
Terp
Til
Vliet
Voord(e) of voort
Vorst
Vroen of vroon
Waard
Wal(s) of Wassen
Waes
Werf
Wierde, werd, warden
wik
Winkel
Wolde of woud(e)
Wolfs
Zand(e)
Zeel, zeil
Zijl, ziel
Zwet

==Toponymische woordenboeken==

Er bestaan verschillende verklarende plaatsnaamkundige woordenboeken:

'''Nederland en Vlaanderen'''

*''Woordenboek der Noord- en Zuid-Nederlandse plaatsnamen'', dr. J. de Vries, Aula-pocket, uitgeverij Het Spectrum, 1962
*''Toponymisch Woordenboek van België, Nederland, Luxemburg, Noord-Frankrijk en West-Duitsland (vóór 1226)'', Maurits Gysseling, 1960

'''België'''

*''Woordenboek der Toponymie van Westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu.'' 18 dln. Brugge, 1914-1938: K. De Flou

'''Nederland'''

*''Lexicon van Nederlandse Toponiemen tot 1200'', Künzel R., D. Blok en J. Verhoeff, uitg. Meertens Instituut, Amsterdam, 1989
*''Nederlandse plaatsnamen'', Gerald van Berkel, uitg. Spectrum 1995
*''Nederlandse plaatsnamen, Herkomst en historie'', G. van Berkel en K. Samplonius, uitg. Spectrum 2007

==Noot==
<references/>

==Externe links==
* [http://www.wulfila.be/tw/ Toponymisch Woordenboek van België, Nederland, Luxemburg, Noord-Frankrijk en West-Duitsland (vóór 1226)], Maurits Gysseling (1960)
* [http://www.henkbeijersarchiefcollectie.nl/publicaties/Aabeemd_Zwijnsput/index.htm Van d'n Aabeemd tot Zwijnsput, Toponiemen in de cijnskring Helmond vóór 1500 in naamkundig en nederzettingshistorisch perspectief], Henk Beijers, uitg. Van Bussel Document Services 1996
* [http://www.mijngelderland.nl/uploads/media/Toponiemenstudie.pdf De taal van het landschap. Toponiemen in de Berkelstreek.] Een verkennend onderzoek naar de bruikbaarheid van geografische namen voor het reconstrueren van de geschiedenis van het Oost-Nederlandse landschap, J.C. ter Laak, uitg. Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten 2005
* [http://www.loegiesen.nl/toponiemen/Toponiemen-Beesel.htm Tussen Maas en Meerlebroek - Toponiemen in Beesel, Reuver en Offenbeek.] Loe Giesen (1990, online versie 2012)
* [http://www.loegiesen.nl/toponiemen/Toponiemen-Swalmen.htm Van Biesweerd tot Boeshei - Toponiemen in Swalmen en Asselt.] Loe Giesen (alleen online versie, 2012)

[[categorie: Genealogisch woordenboek]]
6.420

bewerkingen