Wijzigingen

De Limburgse familie Brassé stamt af van Bernardus Brassé, die gedoopt werd in 1693 in [[Aubel]] (B). Hij was een onwettige zoon van een Brandenburgse legerkapitein genaamd Bernardus Bras (of Brassé?) en Joanna á Campo. Bernardus junior trouwde te Aubel en kreeg daar 2 kinderen, waarna hij tegen 1730 naar [[Margraten]] verhuisde met zijn gezin, alwaar hij als [[gerechtsbode]] werkzaam was. Twee van zijn zonen trouwden: de één werd een beruchte '[[Bokkenrijder]]', Frans Antoon Brassé alias "De Mox"; de ander werd de voorvader van alle nog levende Brassé's in [[Limburg]], Hermanus Bernardus Brassé. Hij trouwde met een meisje uit [[Nuth]] en vestigde zich daar ook.  

De Limburgse familie Brassé stamt af van Bernardus Brassé, die gedoopt werd in 1693 in [[Aubel]] (B). Hij was een onwettige zoon van een Brandenburgse legerkapitein genaamd Bernardus Bras (of Brassé?) en Joanna á Campo. Bernardus junior trouwde te Aubel en kreeg daar 2 kinderen, waarna hij tegen 1730 naar [[Margraten]] verhuisde met zijn gezin, alwaar hij als [[gerechtsbode]] werkzaam was. Twee van zijn zonen trouwden: de één werd een beruchte '[[Bokkenrijder]]', Frans Antoon Brassé alias "De Mox"; de ander werd de voorvader van alle nog levende Brassé's in [[Limburg]], Hermanus Bernardus Brassé. Hij trouwde met een meisje uit [[Nuth]] en vestigde zich daar ook.  

Zijn zoon Paulus Brassé kreeg in Nuth 3 zonen, die de 3 hoofdtakken van de familie vormden. Van de oudste zoon, Jean André, stamt de tak ''[[Hoensbroek]]'', waarvan een aantal nakomelingen door toedoen van de Hoensbroekse [[burgerlijke stand]] als Brassée door het leven gaan. Van de middelste zoon, Jean Pierre, stamt de tak ''[[Vaals]]'', de kleinste tak. Van de jongste zoon, Jean Jacques, stamt de tak ''[[Nuth]]'', de grootste tak.

Zijn zoon Paulus Brassé kreeg in Nuth 3 zonen, die de 3 hoofdtakken van de familie vormden. Van de oudste zoon, Jean André, stamt de tak ''[[Hoensbroek]]'', waarvan een aantal nakomelingen door toedoen van de Hoensbroekse [[Burgerlijke Stand]] als Brassée door het leven gaan. Van de middelste zoon, Jean Pierre, stamt de tak ''[[Vaals]]'', de kleinste tak. Van de jongste zoon, Jean Jacques, stamt de tak ''[[Nuth]]'', de grootste tak.

In 1947 woonden in Limburg 111 nakomelingen van hem met de naam Brassé (waarvan 47 te Nuth) en 19 met de naam Brassée. Één nakomeling Brassé woonde verder te Eindhoven en één te Amsterdam.

In 1947 woonden in Limburg 111 nakomelingen van hem met de naam Brassé (waarvan 47 te Nuth) en 19 met de naam Brassée. Één nakomeling Brassé woonde verder te Eindhoven en één te Amsterdam.