Vullings

Uit Genealogie Limburg Wiki
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.

De familienaam Vullings is een patroniem, ontleend aan de roepnaam Vullinck. Deze voornaam treffen we in de regio Roermond-Venlo vanaf circa 1425 vooral aan bij de adellijke familiesVan Holtmeulen en Van Kessel. Pas in het midden van de 16e eeuw zien we in Belfeld-Geloo en omgeving uit dit patroniem een blijvende familienaam ontstaan.


Naam

Het Meertensinstituut legt de volgende relatie:
Vullings (Veulings, Foolen (!, AJW), Völlings) < Vullinghs

Het instituut geeft de volgende verklaring:

  • Vermoedelijk is sprake van een patronymische afleiding van een Germaanse naam, die van oorsprong het woord volk- bevat, bijvoorbeeld Vollaard, Volbert of Volmar.
  • Daarnaast wordt de mogelijkheid geopperd dat bij sommige varianten een 'vullynghe' wordt bedoeld, in het Duits 'fülling', een aanvullend stuk land, dat op de een of andere manier op het water veroverd was, waarschijnlijk door demping van een poel.

Naamsvermeldingen en literatuurreferenties:

Noord-Limburg
• Gerart Vollinghs, Sevenum 1602 [Bron: P.G.H. Vullings, Vollinc. Onderzoek naar de geschiedenis en herkomst van de familienaam Vulling(h)s in Nederland, Panningen 2000].
• Rutger Vullinghs (Sevenum 1744-Beesel 1790) [Bron: P.G.H. Vullings, 'Deserteur Rutger Vullinghs opgepakt in Belfeld', Jb. Maas- en Swalmdal 22 (2002),41-51].
• [Hekket-1975].

Elders
• Janne Vullinck, Leuven 1487 [WFB].
• Claus Folingk, Goslar 1557.
• Henning Völling, Lebenstedt 1702 [Zoder-1968].
• Janne Vullinck, Leuven 1487 [WFB].
• Claus Folingk, Goslar 1557.
• Henning Völling, Lebenstedt 1702 [Zoder-1968].

De voornaam Vullinck

De voornaam Vullinck (ook: Feulling, Fullinck, Vollingh) komt vanaf het begin van de 15e eeuw o.a. voor bij Vullinck Van Holtmeulen, o.a. schepen van Roermond en eigenaar van een huis op de Swalmerstraat aldaar. Hij had tevens bezittingen te Beesel (een aandeel in de hof Tgen Raede) en Sevenum (de hof op gheen Sondart). In het midden van de 15e eeuw treffen we hem ook aan binnen de adellijke familie Van Kessel, toen Vullinck van Kessel Johanszoon en Vullinck en Godert van Kessel, respektievelijk vader en zoon, hun boerderij genaamd Noetengoed onder Belfeld-Geloo verkochten. In en akte uit 1500 is sprake van Johan van Holtmeulen Vullingszoon als leenman van kasteel Holtmeulen in Tegelen. In 1506 werd Sibert van Holtmoelen Vullingszoon beleend met de omgrachte kasteelboerderij De Munt in Tegelen. Op 22 mei 1506 oorkondde Johan van Holtmullen dat Johan van Holtmullen Vullingszoon en Angness Roevers, echtelieden, voor hem en zijn leenmannen aan Sybert van Holtmullen en Helwick van Brockhuysen, ook echtelieden, al hun goederen onder de klokkeslag van Tegelen gelegen verkocht hadden, namelijk het huis gher Munten, de hof ghen Bonghart en hun aandeel in de tienden en in het Vullinghhuijs. Een akte uit 1510 noemt te Venlo o.a. Fullinck van Kessel en zijn vrouw Guede. In 1535 werd Vullinck van Holtmoelen Evertszoon beleend met enkele tienden te Venlo.
Al met al zien we, dat de roepnaam Vullinck zich - in ieder geval voor zover het de omgeving van Roermond en Venlo betreft - tot het midden van de 16e eeuw vrijwel uitsluitend beperkt tot de families Van Holtmeulen en Van Kessel.

De familienaam Vullings en Belfeld-Geloo

De eerste generaties Vullings zijn vooralsnog te fragmentarisch om te kunnen spreken van een aaneensluitende genealogie. De bakermat lijkt echter in de buurtschap Geloo - ook: gen Loe genoemd - te liggen, tussen Belfeld en Tegelen en daarmee op de grens van Gelre en Gulik. In een akte uit 1558 vinden we Vollinck Leisten en zijn vrouw Thrijn in Belfeld vermeld. In 1587 verkochten Fullinck Leonartz an gen Loe en zijn vrouw Jutte hun bezittingen te Belfeld-Geloo. In 1589 verkocht Goerdt Feullincks land te Belfeld-Geloo, dat vervolgens werd genaast door Lem Feullincks. Een jaar later worden ook Thijs en Jan Feullincks genoemd. Uit een akte van 1594 blijkt dat Theisken Fullincks de stiefvader van Lem Fullincks 'an gen Loe' was. Diezelfde dag droeg Geerdtgen Fullincks, ongehuwd, haar aandeel in een huisplaats te Belfeld over aan Lem Fullincks. Twee maanden later wordt ook nog een Peter Foellynx vermeld. In 1597 kochten Heinrich Fullincks (elders: Fullinxs) en zijn vrouw Griedtgen enkele landerijen te Geloo.

Zijn al deze vermeldingen nog erg versnipperd, op 31 mei 1602 wordt een akte opgemaakt die wat meer duidelijkheid geeft:
Coram Gerhardten Wolffertz in stadt dess scholtissen und Goerdt up der Hoeffen beide schepen 1601 den lesten daich maij, hefft Thissken Lambertz sohn an gen Lhoe crafft erffcaups up und overgedragen Lemmen Follings Metten eheleuden et heredibus, dat Nije erff beneven Wilhelmken Holtz ter einer und Jacob Wagens goeth ter anderer sijden gelegen mit einen op Welken Emontz goeth, und mit den anderen feurheufft up Derich Follings erff uitschietende, und naedem verkeuper goeder bethalungh dess kauppenninxs bedanckt ist die ahnerffungh geschiet. Verners hebben die voirss. Lemmens broder und sustere offt geviele dat hiernaemaels vorgerurte erffschafft nae dess voerss. Thissen afsterven voer die helfde hun ahnsterven wurde, in dempfal auch gedachtten Lemmen und Metten eheleuden dat voerss. Nije erff up und overgedragen ende sich dessen mit handt halm ende monde onterfft, und ist gemelter Lem daerin gesat ende geerfft, te weten door Peter, Dierick, Thijs, Emondt, Hendrixsken ende Heinrich Fullings more solito.
In wat gemakkelijker Nederlands: Ten overstaan van Gerhardt Wolffertz, stadhouder, en Goerdt up der Hoeffen, schepenen te Beesel, draagt Thissken, zoon van Lambert an gen Lhoe, het Nije Erff erf gelegen tussen Wilhelmken Holtz en Jacob Wagens' goed, met één korte zijde grenzend aan Welken Emontz' goed, en de andere aan Derich Follings' erf, voor een niet genoemd bedrag over aan Lem Follings en Mette, echtelieden. Peter, Dierick, Thijs, Emondt, Hendrixsken en Heinrich Fullings, broers en zussen van Lem Fullings voornoemd, zien ten gunste van Lem en Mette voornoemd af van hun erfrechten bij overlijden van Thiss.

Dankzij de transportprotocollen van de schepenbank Beesel en Belfeld (die beginnen rond 1560) treffen we de achternaam Vullings in de loop van de 17e eeuw steeds vaker aan, zoals in de persoon van Peter Fullincks en Billy, echtelieden (1608). Rond 1610 verkocht Goerdtgen Fullings huis en hof in gen Neije Erven an gen Loe gelegen tussen Hendrichsken Fullings en de Schmeelen, verder grenzend aan de gemeente, voor een niet genoemd bedrag aan Derick Fullings en Thrine, echtelieden. In maart 1611 kochten Ehemundt Fullinxs (ook: Fullincxs) en Egtgen in gen Eckrick, ook echtelieden, land bij Geloo.

Op basis van bovenstaande fragmenten laat zich het volgende samenstellen:

NN tr. ... met NN; zij hertrouwt met Matthias (Theisken), vermeld als stiefvader van Lem Vullings.
Uit dit huwelijk:

  1. Lambertus (Lem) Vullings, tr. met Mechtildis (Mette).
  2. Petrus (Peter) Vullings, tr. met Sibilla (Billy).
  3. Theodorus (Derick) Vullings, tr. met Catarina (Thrine).
  4. Matthias (Thijs) Vullings.
  5. Emondus (Emond) Vullings, tr. met Agatha (Egtgen) in gen Eckrick.
  6. Henrica (Hendriksken) Vullings.
  7. Henricus (Heinrich) Vullings, tr. met Margaretha (Grietgen).

In 1634 treffen we de naam Vullings voor het eerst ook aan in Baarlo, als Helena Follinx (een dochter van Lem) daar trouwt met Petrus op Heys. Enkele jaren later (z.d.) kochten Jan Deckers en Jenneken Vullinghx een stuk land genaamd de Blockencamp onder Beesel gelegen. In de jaren daarna wordt het rond Belfeld echter stil rond de naam Vullings. In 1661 draagt Jan Fullingh namens de gezamenlijke erfgenamen van Emondt Fullincx, nog drie stukken akkerland over. In 1665 verkoopt Thomas in der Stiegen, als man en voogd van zijn echtgenote Leen Vullincx, enkele landerijen bij Rijkel onder Beesel. In Tegelen geeft in 1671 een Trienecken von Brussel haar ja-woord aan Theisgen op der Seip. Bij de dopen van hun kinderen blijkt de moeder echter ook Catharina Vullings te worden genoemd. Een lijst van geleden schade uit 1673 noemt voor Beesel o.a. Wouter Vullinghs en Leenken Vullings.

Hoewel de voornaam Vulling in de late 17e eeuw nog sporadisch voorkomt, wordt de achternaam Vullings voor de omgeving van Belfeld een steeds grotere zeldzaamheid.