Vroemen

Uit Genealogie Limburg Wiki

GENEALOGIE VROEMEN

Generatie I


I.1 Henricus VROEMEN, collecteur schepenbank Nuth, herbergier "in de Boone", overleden op 15 april 1688 te Nuth.
Op 29 mei 1669 verkocht Vaes Hamers, gehuwd met Jenne Crousen, 60 kleine roeden en 13 voet akkerland aan de Wijenweg, grenzend aan Henrick Vroemen, Dirck Slangen en Jan Debets, aan Henrick Vroemen, gehuwd met Truijtgen Lijmpens. Elke kleine roede kostte 22 stuivers. Daarnaast was nog een ham en een halve kan "cleen bier" inbegrepen.[1]
Op 19 oktober 1682 ruilde Henrick Kreckels, gehuwd met Gertrout Crousen, een morgen land "omtrent die watercoul", grenzend aan Vaes Hamers, Jacob Hautvast, Henrick Vroemen en de Wijenweg, met de weduwnaar Hendrick Vroemen tegen een rode koe en 32 gulden.[2]
Op 31 december 1694 werd de nalatenschap van Hendrick Vroemen, in leven collecteur van Nuth, verdeeld door zijn kinderen Servaes, Hendrick, Joannes, Ida (vertegenwoordigd door haar man Leonaert Limpens), Metgen (vertegenwoordigd door haar man Jan Pijls), Maria en Sophia Vroemen. Servaes, de oudste zoon, behield huis, hof, weide en beemden, waarvoor hij evenredig de schulden zou overnemen. Verder zouden door de andere zes kinderen 15 morgen gelijkelijk verdeeld worden, waarvoor elk 100 gulden schuld zou overnemen. Verder zou Servaes aan Hendrick, Joannes, Maria en Sophia elk twee tinnen schalen en een tweejarig rund geven, en aan Hendrick, Joannes, Maria, Sophia en Ida een paar nieuwe "kempen slaeplaecken".[3]
Ondertrouwd op 2 juni 1660 te Heerlen. Hendrick Vromen uit Oirsbeek, Gertruit Limpens uit Nuth, gehuwd voor de kerk op 27 juni 1660 te Heerlen met Gertrudis LIJMPENS, 22 jaar oud, gedoopt op 25 juni 1638 te Valkenburg (getuige(n): Joannes Erkens, Anna Brants), achternaam moeder niet genoemd, overleden op 24 september 1676 te Nuth op 38-jarige leeftijd, zij is in ieder geval voor 19 oktober 1682 overleden, dochter van Servatius LIJMPENS en Maria BOONEN.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Ida, gedoopt op 6 juni 1661 te Nuth (getuige(n): Guilhelmus Bruls, Petronella e.v. Joannes Bemelmans), overleden op 23 mei 1725 te Terstraten-Nuth op 63-jarige leeftijd.

Gehuwd met Leonardus LIJMPENS, schepen, gedoopt op 13 februari 1663 te Nuth (getuige(n): Henr. Schepers namens Godefridus Hermans), overleden op 6 augustus 1740 te Terstraten-Nuth op 77-jarige leeftijd, zoon van Gabriel LIJMPENS en Joanna CARIS.

  • 2. Servatius (zie II.3).
  • 3. Mechtildis, gedoopt op 2 februari 1666 te Nuth (getuige(n): Joannes Lijmpens, Joanna Caris).

Gehuwd voor de kerk op 26-jarige leeftijd op 5 oktober 1692 te Schinnen met Joannes PIJLS.

  • 4. Maria, geboren ca. 1668.
  • 5. Sophia, gedoopt op 16 november 1670 te Nuth (getuige(n): Margaretha Cortten, e.v. Leonardus Lijmpens).
  • 6. Henricus, gedoopt op 27 april 1673 te Nuth (getuige(n): Henricus Vroemen, Ida Lijmpens), overleden op 8 oktober 1757 te Grijzegrubben-Nuth op 84-jarige leeftijd.

Op 1 augustus 1699 beleenden Jan Pijls, gehuwd met Mechtel Vroemen, en Hendrick Vroemen, ongehuwd, kinderen van Hendrick Vroemen en Gertruijdt Limpens, Daniel Sleijpen, gehuwd met Ida Limpens, voor 267 gulden en vijftien stuivers met 204 kleine roeden akkerland achter de moestuinen te Grijzegrubben obder Nuth, grenzend aan Jacob Hautvast, This Theunissen, Vaes Hamers en de moestuin van Paulus Goessens, voor een termijn van twaalf jaar.[4]
Gehuwd voor de kerk op 64-jarige leeftijd op 8 oktober 1737 te Nuth met Sophia GORESSEN, 52 jaar oud, gedoopt op 1 februari 1685 te Nuth (getuige(n): Joannes Gruels namens Severinus Goris, Catharina Robroeck namens Sibilla Maes), overleden op 11 november 1747 te Nuth op 62-jarige leeftijd, dochter van Henricus GORISSEN en Godefrida MAES.

  • 7. Joannes, gedoopt op 28 maart 1676 te Nuth (getuige(n): Godefridus Hermans, Catharina Nuchelmans).


Generatie II


II.3 Servatius VROEMEN, geboren ca. 1664, overleden op 31 oktober 1743 te Grijzegrubben-Nuth, zoon van Henricus VROEMEN (zie I.1) en Gertrudis LIJMPENS.
Op 9 april 1695 leende Servaes Vroemen, wonend te Grijzegrubben onder Nuth, 400 gulden tegen 6% van Johan Lufkens, koopman te Maastricht. Hij borgde met:
a) zijn huis met weide en moestuin te Grijzegrubben, grenzend aan Jan Cremers, Corst Crousen en Peter Cremers;
b) een morgen en 75 kleine roeden weiland "den Camp" tegenover zijn huis, grenzend aan Matthijs Reijnkens en Jan Limpens;
c) 40 kleine roeden akkerland te Nierhoven onder Nuth, grenzend aan Jan Odekercken en Matthijs Hautvast.[5]
Op 16 augustus 1706 verkocht Hendrick Strengartz, voogd van de kinderen van wijlen Peter Slangen en Elisabeth van der Hoeve, aan Servaes Vroemen de volgende, onder Nuth gelegen, onroerende goederen:
a) een halve bunder akkerland "op den geijsberg", grenzend aan Jan Wustenraede, Jan Schillarts, de koninklijke domeinen en het voetpad, belast met een half vat haver in de cijnskaart Bergh, alsmede vijf penningen en een kwart in een keur van tien pattacons;
b) een morgen en 70 kleine roeden akkerland "aen den heuvel", grenzend aan Thijs Hautvast, de Sittarderweg en de Wijenweg;
c) anderhalve morgen akkerland "in de eertgrubbe", grenzend aan Jan Cremers, juffrouw Schaesberch en "het driesken", belast met vijf malder rogge in de cijnskaart Bergh;
d) drie morgen en 28 kleine roeden akkerland "in de witte hegge", grenzend aan Jacob Meijs, heer a Blisia, Jan Cremers en Willem Hautvast;
e) twee morgen en 97 kleine roeden akkerland "op de thiende vrij", grenzend aan de Beckerweg, Willem Janssen, Geurt Goessens en de overste Wijenweg, komend uit de hof Printhagen.
Iedere grote roede werd verkocht voor vijftien gulden.[6]
Op 6 september 1706 leende Servaes Vroemen, gehuwd met Maria Spiertz, 400 gulden tegen 5% van Gertruijdt Gielen, burgeres van Maastricht, en stelde daartoe tot onderpand de volgende, onder Nuth gelegen, onroerende goederen:
a) alle goederen die hij op 16 augustus 1706 gekocht had, zoals hiervoor beschreven;
b) zijn huis met hof te Grijzegrubben, groot een bunder.[7]
Op 11 november 1715 verkocht Lenert Hermens, weduwnaar Meijken Roebroeck, aan Servaes Vroemen, gehuwd met Maria Spierts, 67 kleine roeden beemd "in de latte" te Grijzegrubben onder Nuth, grenzend aan Matthias Hautvast, de beek, de verkoper zelf en Lenaert Limpens, voor twee gulden per kleine roede. Met het geld zou een lening van 150 gulden, eertijds verstrekt door Matthijs Nijpels, betaald worden. De beemd had hij zo'n veertig jaar eerder gekocht van zijn broer Jan Hermens.[8]
Op 9 december 1715 verkocht Jan Bouts, gehuwd met Meijtjen Reuckens, 70 kleine roeden akkerland omtrent de vaart aan de Trichterweg, grenzend aan Jan Cremers en Jan Goessens, Henderick van Drummen, Thijs Rentiens en de Trichterweg, aan Vaes Vroemen, gehuwd met Maria Spierts. Hij betaalde voor elke kleine roede 18 stuivers. Daarnaast zou hij nog een half vat bier leveren.[9]
Op 18 juni 1740 leende Servaes Vroemen, inwoner van Grijzegrubben-Nuth en weduwnaar van Maria Speerts, bijgestaan door zoon Leonaerd Vroemen en schoonzoon Willem Erenst, 300 gulden tegen 4 1/2% van het Wittevrouwenklooster te Maastricht. Met het geld zou een lening, in 1695 afgesloten met heer Leuffkens maar nu toebehorend aan Mathijs Boomhouer, worden afgelost. Tot speciaal onderpand diende zijn huis met moestuin, weide, gelegen te Grijzegrubben, oostwaarts de weduwe Jan Kremers en de erfgenamen Corst Crousen, westwaarts de erfgenamen Peter Cremers.
De (schoon)kinderen van Hendrick Vroemen hadden op 29 mei 1740 een akte van toestemming opgesteld, ondertekend door Caspar Brants, Leonaerdus Vroemen, Wilhelmus Erens, Joannes Henderijck Vroemen en Joannes Habets.[10]
Gehuwd met Maria SPIERTS, gedoopt op 28 maart 1666 te Heerlen, overleden op 4 juli 1725 te Grijzegrubben-Nuth op 59-jarige leeftijd, dochter van Leonardus SPIERTS en Ida PIJLS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Gertrudis, gedoopt op 18 augustus 1696 te Nuth (getuige(n): W. Canisius namens Joannes Limpens, Ida Pijls).

Gehuwd met Wilhelmus ERENS, woonde te Maastricht.

  • 2. Leonardus (zie III.4).
  • 3. Joannes Henricus, gedoopt op 9 februari 1700 te Nuth (getuige(n): Joannes Hermens, Mechtildis Spijrts).

Genachting van 22 september 1718: Hendrick, zoon van Servaes Vroomen was op 13 september 1718 zodanig geslagen dat voor zijn leven gevreesd werd. Leonard Limpens de jonge, zoon van schepen Leonard Limpens was de schuldige en werd in hechtenis genomen.[11]
Op 11 januari 1727 verkocht Lemmen Beckers, bijgestaan door zoon Matthias, aan Joannes Henricus Vroemen, 113 kleine roeden akkerland "aen den heuvel" onder Nuth, grenzend aan Jan Catsbergh, erfgenamen Rameckers en de weg, voor een gulden per kleine roede.[12]
Op 22 februari 1751 leende Joannes Henderijck Vroemen, wonend te Grijzegrubben onder Nuth, 150 gulden tegen 5% van Lambertus schepen van Hees, schepen te Maastricht, handelend namens pastoor Frambach. Tot onderpand dienden de volgende, onder Nuth gelegen, onroerende goederen ham toegevallen bij de deling op 15 april 1744:
a) de helft in de onderste weide te Grijzegrubben, 123 kleine roeden, grenzend aan Pieter Meijs en Joannes Habets met het wederdeel, belast met een half malder rogge aan de kerk van Nuth;
b) 25 kleine roeden beemd "in de schattbempden", grenzend aan Jan Hermens en de weduwe Houb Houben;
c) 23 kleine roeden en vijf voet akkerland "aen de waetercoul", grenzend aan Arnold Bemelmans en de landstraat;
d) 54 kleine roeden en veertien voet akkerland uit een groter perceel "aen het wijtje", oostwaarts Caspar Brants met het wederdeel, westwaarts Leonaerd Slangen;
e) 116 kleine roeden en 11 voet akkerland "in de withegge", grenzend aan Joannes Limpens en Niclaes Kampo met het wederdeel;
f) 115 kleine roeden akkerland op de Beckerweg "in het midden", grenzend aan de bovenste Wijenweg en Niclaes Kampo.
Verder borgde hij nog met:
g) vijf grote en een kleine roede akkerland "aen die waetercoul", grenzend aan Arnold Bemelmans;
h) vijf grote en tien kleine roeden "op die aght bounders", oostwaarts Dirck Leunissen, westwaarts Jacob Meijers.
Zijn erfgenamen losten de lening op 4 december 1785 af.[13]

  • 4. Ida, gedoopt op 13 oktober 1701 te Nuth (getuige(n): W. Canisius namens Lambertus Dieteren, Odilia Spierts, e.v. Matthias Peskens), overleden op 9 februari 1786 te Nuth op 84-jarige leeftijd. Grachtweg, woonde haar laatste levensjaren in bij zus Anna, weduwe Leonardus Eggen.

Gehuwd voor de kerk op 35-jarige leeftijd op 27 september 1737 te Wijnandsrade met Joannes HABETS, 35 jaar oud, gedoopt op 6 december 1701 te Heerlen, zoon van Antonius HABETS en Elizabeth MERTENS (a Campo).

  • 5. Maria Odilia, gedoopt op 27 augustus 1703 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Schepers namens Joannes Jansen, Odilia Speertz), overleden op 25 december 1789 te Nierhoven-Nuth op 86-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 31-jarige leeftijd op 25 november 1734 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Brandts, Anna Vroemen) met Casparus BRANTS, 43 jaar oud, gedoopt op 21 december 1690 te Nuth (getuige(n): Matthias Hautvast, Elisabetha Brants), overleden op 16 oktober 1760 te Kathagen-Nuth op 69-jarige leeftijd, zoon van Mathias BRANTS en Catharina HAUTVAST.

  • 6. Mechtildis, gedoopt op 19 juli 1705 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Schepers namens Franciscus Sperts, Catharina Meijs), overleden 1745/1746.

Gehuwd voor de kerk op 38-jarige leeftijd op 1 februari 1744 te Heerlen met Petrus VAESSEN, 45 jaar oud, gedoopt op 18 mei 1698 te Heerlen, overleden op 2 januari 1769 te Grijzegrubben-Nuth op 70-jarige leeftijd, achternaam echtgenote Heuts! Begraven op 4 januari 1769 te Nuth, zoon van Stephanus VAESSEN en Maria REUMKENS.

  • 7. Anna, gedoopt op 11 augustus 1707 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Schepers namens Joannes Speerts (oom), Judith Limpens namens Ida Vroemen (uit Maastricht)), overleden op 6 november 1793 te Hulsberg op 86-jarige leeftijd.

Op 15 februari 1791 verklaarde Anna Vroemen, weduwe Leonaert Eggen, wonend aan de Grachtweg te Nuth, dat zij al lange tijd door haar zoon Mathijs werd bijgestaan en dat zij door zijn hulp zoveel voorspoed kende dat zij als weduwe in staat was geweest om verscheidene onroerende goederen te verwerven. Zij besloot dan ook om aan haar zoon een schenking te doen. Allereerst schonk zij 102 kleine roeden akkerland "op den berg" onder Hulsberg, grenzend aan Peter Houben, Joannes Rietrae, Lambertus Eggen en het voetpad. Verder gaf zij nog 200 kleine roeden weiland met moestuin en de daaropstaande bebouwing, gelegen te Helle en Aalbeek onder Hulsberg, grenzend aan Joannes Wouters, Joannes Schepers en de beek.
Omdat haar zoon ook nog eens financieel had bijgedragen aan het onderhoud van haar huis schonk zij hem een driejarig veulen en haar bruine hengst en tevens alle bijbehorende paardentuig.
Tevens schonk zij hem een koe en een nieuw kleed, want dat hadden de andere kinderen bij hun huwelijk ook ontvangen.[14]
Herroeping op 3 december 1791, woonde toen bij schoonzoon en dochter Maria Ida in Helle-Aalbeek onder Hulsberg.[15]
Gehuwd voor de kerk op 29-jarige leeftijd op 5 maart 1737 te Nuth (getuige(n): Henricus Vromen, Henricus Eggen), met dispensatie in de drie roepen met Leonardus EGGEN, 32 jaar oud, gedoopt op 9 maart 1704 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Hautfast, Catharina Limpens), overleden op 22 september 1762 te Grijzegrubben-Nuth op 58-jarige leeftijd, begraven op 24 september 1762 te Nuth, zoon van Petrus EGGEN en Helena LIJMPENS.
Buitenechtelijk kind:
Maria HEUTS, gedoopt op 4 november 1694 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Canisius namens Henricus Vroemen, Agnes Meijs), overleden voor 13 mei 1697, zoals blijkt uit processtukken[16], dochter van Gertruda HEUTS.

Generatie III


III.4 Leonardus VROEMEN, gedoopt op 31 oktober 1697 te Nuth (getuige(n): Leonardus Lijmpen, Agnes Pelser namens Elisabeth Spierts), overleden op 9 oktober 1758 te Grijzegrubben-Nuth op 60-jarige leeftijd, zoon van Servatius VROEMEN (zie II.3) en Maria SPIERTS.
Op 25 januari 1745 leende Leonaerd Vroemen, gehuwd met Gertruijd Bemelmans, 400 gulden tegen 5% van de weduwe Canisius [Maria Elisabeth Canisius, weduwe van der Meer] en stelde tot onderpand:
a) zijn deel in de bebouwing, gelegen te Grijzegrubben, genaamd "de Boon", bestaande uit panhuis met stallen, mestplaats en 60 kleine roeden weiland, grenzend aan Laurens Cremers, Peter Vaessen met het wederdeel en de straat;
b) 60 kleine roeden akkerland op de Geijsberg, grenzend aan Joannes Curfs en Joseph Helders;
c) 39 kleine roeden akkerland "aen het wijtgen", grenzend aan Simon Herts en Willem Boogers;
d) 52 kleine roeden akkerland in de Withegge, grenzend aan de erfgenamen Leonaerd Limpens;
e) 63 kleine roeden akkerland aan de vaart, grenzend aan Jacobus Drummen, Leonaerd Slangen en de Trichterweg;
f) 70 kleine roeden huis "de Boon" te Grijzegrubben, met de "overste" moestuin, grenzend aan Matthijs Hautvast en Peter Vaessen;
g) 67 kleine roeden akkerland in de Eertgrubbe, grenzend aan Leonaert Slangen en Caspar Brants;
h) 78 kleine roeden akkerland "de deugeniet" in het Nagelbekerveld onder Schinnen, grenzend aan Peter Vaessen, de graaf en de erfgenamen Mathijs Brants.
De lening werd op 18 juli 1782 afgelost door Maria [Vroemen], weduwe Kasper Brants namens de weeskinderen.[17]
Op 2 januari 1745 verkocht Leonaerd Eggen, gehuwd met Anna Vroemen, aan zijn zwagers Leonaert Vroemen, gehuwd met Gertruijd Bemelmans, en Joannes Habets, gehuwd met Ida Vroemen, zijn deel uit de nalatenschap van Servaes Vroemen en Maria Spierts. Het ging daarbij om het huis "de Boone" met moestuin, oostwaarts Sijmon Herts, westwaarts Leonaerd Vroemen, 134 kleine roeden weiland "de campweijde", zoals beschreven in het te overhandigen document van verdeling, alsmede vier percelen akkerland, alles gelegen onder Nuth. Hiervoor had de verkoper 1240 gulden ontvangen en vervolgens Joannes Habets datgene betaald waarop hij volgens de erdeling recht had.
Er werd nu afgesproken dat Leonaert Vroemen het huis met de moestuin voor 440 gulden zou verwerven. Joannes Habets betaalde vijf schillingen per kleine roede voor het weiland. De vier percelen akkerland zouden ze verdelen, te weten 110 kleine roeden op de Achtbunder en 50 kleine roeden op de Geijsberg voor Leonaerd Vroemen en 67 kleine roeden "het witgen" boven de Eertgrubbe en 78 kleine roeden in het Nagelbekerveld voor Joannes Habets.[18]
Op 2 oktober 1748 verkocht Leonaerd Vroemen, gehuwd met Gertruijd Bemelmans, aan zijn zwager Matthevis Bemelmans, gehuwd met Gertruijd Crans, het vierde deel in via zijn vrouw toegevallen goederen:
a) vierde deel in 95 kleine roeden huis met weiland te Hunnecum, grenzend aan Adam Eckermans en de erfgenamen Peter Frissen, belast met een halve kop rogge aan de kerk van Nuth;
b) het vierde deel in 47 1/4 kleine roeden akkerland "aen Lambrichtswijden", oostwaarts Matthevis Bemelmans, westwaarts Dirck Bemelmans;
c) het vierde deel in 88 kleine roeden "in den Eggersdael" onder Wijnandsrade, grenzend aan de weduwe Joannes Douven en de weg.
Het huis met weiland werd verkocht voor 119 gulden en vijftien stuivers, het akkerland werd verkocht voor 22 stuivers per kleine roede. Daarnaast gaf de koper nog twee vaten rogge.[19]
Gehuwd met Gertrudis BEMELMANS, gedoopt op 19 maart 1712 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Schepers namens Theodorus Plumeckers, Catharina Plumeckers, weduwe Merten Palmen), overleden op 4 oktober 1758 te Grijzegrubben-Nuth op 46-jarige leeftijd, dochter van Arnoldus BEMELMANS en Catharina PLUCHMECKERS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Maria Catharina, gedoopt op 30 november 1745 te Nuth (getuige(n): Henricus Vromen (oom), Catharina Plumaeckers (grootmoeder)).
  • 2. Ida, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 1 december 1748 te Nuth (getuige(n): Joannes Habets, Judith Limpens namens Maria Bemelmans (tante)), overleden op 6 januari 1795 te Grijzegrubben-Nuth op 46-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 24-jarige leeftijd op 24 augustus 1773 te Nuth (getuige(n): Servatius Vroomen, Gerardus Goossens) met Theodorus CLOOTS, 28 jaar oud, gedoopt op 1 april 1745 te Hulsberg (getuige(n): Gerardus Sijen, Maria Slangen), zoon van Michael CLOOTS en Catharina SLANGEN.

  • 3. Maria Gertrudis, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 2 april 1751 te Nuth (getuige(n): Joannes Pricken namens Matthias Bemelmans (oom), Maria Vromen (tante)), achternaam bij doop Vromen.
  • 4. Wilhelmus Servatius, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 17 januari 1754 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Erens, Gertrudis Krans), overleden op 23 juli 1795 te Beek op 41-jarige leeftijd.

Op 20 oktober 1787 verkocht Servatius Vroemen, inwoner van Oensel onder Beek en gehuwd met Maria Ida Pierons, aan Gabriel Beckers, weduwnaar van Maria Catharina Deumens, 52 kleine roeden akkerland in de Witte Hegge onder Nuth, grenzend aan de koper (twee zijden), Joannes Diederen en Martinus a Campo, voor vier gulden per kleine roede.[20]
Ondertrouwd op 28 april 1781 te Beek, gehuwd voor de kerk op 27-jarige leeftijd op 13 mei 1781 te Beek met Maria Ida PIRONGS, 20 jaar oud, gedoopt op 2 mei 1761 te Schimmert, overleden op 20 juni 1842 te Beek op 81-jarige leeftijd, dochter van Cornelis PIRONGS en Maria SCHILLINGS.

Bronnen

  1. HCL-01.075 LvO 1755, 267v
  2. HCL-01.075 LvO 1746 processtukken Vroemen vs Hamers
  3. HCL-01.075 LvO 1756,40v
  4. HCL-01.075 LvO 1757, 70r
  5. HCL-01.075 LvO 1756, 30v
  6. HCL-01.075 LvO 1756, 199v
  7. HCL-01.075 LvO 1756, 198r
  8. HCL-01.075 LvO 1757, 89v
  9. HCL-01.075 LvO 1757, 91r
  10. HCL-01.075 LvO 1758, 138v
  11. HCL-01.075 LvO 1735
  12. HCL-01.075 LvO 1757, 196r
  13. HCL-01.075 LvO 1759, 60v
  14. HCL-01.075 LvO 1764, 196
  15. HCL-01.075 LvO 1764, 207
  16. HCL-01.075 LvO 1725
  17. HCL-01.075 LvO 1758, 216v
  18. HCL-01.075 LvO 1758, 218r
  19. HCL-01.075 LvO 1759, 26v
  20. HCL-01.075 LvO 1763, 179r

Medewerkers


Harry Luijten, eerste versie op 21 november 2007