Slangen, Schlangen, Slanghen

Uit Genealogie Limburg Wiki
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.

500 jaar Slangen, Schlangen en Slanghen in Zuid-Limburg

De naam Slangen ontstond rond 1450 in Nuth. Zo goed als alle Slangen en Schlangen die nu in Zuid-Limburg wonen stammen af van deze voorouders in Nuth. De eerste waarvan de naam bekend is is Thijs Schlangen, die rond 1480-1500 geboren is. Rond 1550 zijn er twee namen bekend, Willem Thijs Schlangensoen in Hellebroek en Wilhelmus Slangen van berge in Grijzegrubben. Er moeten er toen echter al meer geweest zijn. Rond 1580-1600 woonden er minstens 8 gezinnen met de naam Slangen in Nuth en twee waren vanuit Nuth naar Schimmert en Craubeek (Klimmen) vertrokken. De meesten hadden na een of twee generaties geen mannelijke nakomelingen meer. Alleen Theodorus, die in Nuth woonde, en Eustachius, die rond 1590 naar Maastricht verhuisde, hadden voldoende nakomelingen.

Eustachius Slangen

De tak van Eustachius, die in Maastricht en Gulpen bleef wonen stierf daar echter rond 1750 uit. Ze waren belangrijke mensen in Maastricht; er zijn er veel in de kerk begraven. Ze waren o.a. lakenfabrikant en schepen van Maastricht. Balthasar Slangen, die notaris en stadhouder van Gulpen en Margraten was, liet in 1732 zelfs een familiewapen ontwerpen.

Theodorus Slangen

Theodorus die rond 1565 in Nuth geboren is, is stamvader van de huidige Slangen / Schlangen. Hij had 3 zonen.

Arnoldus Slangen

Van de oudste zoon, Arnoldus, stamt de Hoensbroekse tak van Slangen af. Deze tak speelde een belangrijke rol in Hoensbroek, o.a. als schepen, raadslid, wethouder en burgemeester. Via Heerlen kwamen nakomelingen in Kerkrade terecht, waar de familie zich na 1850 sterk uitbreidde. Een tweede tak nakomelingen van Arnoldus woonde rond Oirsbeek, Schinnen en Sittard. Dit was een zeer armoedige tak. Velen hadden als beroep wolspinner; een was er zelfs bedelaar. Deze tak nam rond 1850 behoorlijk in aantal af; alleen in Sittard werd hij voortgezet.

De derde tak nakomelingen van Arnoldus woonde eerst vooral in de omgeving van Beek en verplaatste zich later naar Heer, Bunde en Amby. In deze tak zijn het vooral dagloners en arbeiders. Een van de nakomelingen trouwde in Grave en was stamvader van een “Hollandse” tak.

Joannes Slangen

De afstammelingen van Joannes, de tweede zoon van Theodorus, bleven voor het grootste deel in Nuth wonen. Na 1700 waren het over het algemeen welgestelde boeren. Enkelen waren raadslid of kerkmeester. De Nuthse tak is rond 1900 geheel uitgestorven.

Een zoon van Joannes was vermoedelijk ook Cornelius. Een doopakte van hem is niet meer te vinden, dus het is niet helemaal zeker dat Joannes zijn vader was. De nakomelingen van Cornelius vinden we vooral in Schimmert, Beek, Meerssen en Maastricht. Rond 1780 ging een van hen naar België (Lanaken), waar tot nu toe afstammelingen wonen. Na 1850 gingen een aantal familieleden naar België (rond Luik en Verviers) en naar Duitsland (vooral in de regio Aken en Stolberg. De armoede die in die tijd in Limburg heerste was de reden dat de jongeren daar werk zochten en er ook trouwden. Afstammelingen wonen daar nog steeds; ze zijn echter nog niet allemaal bekend.

Laurentius Slangen

De derde zoon van Theodorus was Laurentius, die trouwde met Anna Herinx uit Brunssum. Deze tak lijkt rond 1700 te zijn uitgestorven.

Verwijzing Kroniek Slangen

Op www.kroniekslangen.nl is de genealogie van de familie Slangen (Schlangen, Slanghen) te vinden. Deze site bevat informatie over meer dan 200 gezinnen. Behalve de gebruikelijke genealogische gegevens bevat de site ook veel informatie over het leven van deze families. Hieronder enkele voorbeelden.

IX.8 Christianus Slangen en Anna Margretha Roosenboom / Maria Catharina Haenraets; Schinnen

Christianus (Cretien) is geboren op 2-6-1773 in Oirsbeek. Toen hij 6 jaar oud was waren beide ouders al overleden. Hij trouwde op 12-9-1801 in Wijnandsrade met de weduwe Anna Margretha Roosenboom, geboren in 1765 in Duitsland. Beiden woonden voor hun huwelijk in Wijnandsrade. Christian was toen wolspinner van beroep. Er zijn geen kinderen bekend. Margaretha had wel een dochter uit een eerder huwelijk.Margaretha stierf op 6-11-1830 in Beek; ze woonde toen bij haar schoonzoon. Bij het overlijden van Margaretha wordt Christiaan als overleden gemeld. Christiaan stierf echter pas 15 jaar later. Margaretha was blijkbaar bij hem vertrokken en had in Beek verteld dat haar man dood was. Christian had daarna een relatie met Maria Catharina Haenraets, geboren in Brunssum op 9-3-1790 (een huwelijksakte is er niet). Zij gingen als bedelaar door het leven. Op 17-7-1832 kregen ze in Neeroeteren een dochter Margarita. Ze woonden daar niet; als beroep staat in de geboorte-akte bedelaar. Christian overleed op 17-3-1845 in Schinnen (dorp), 71 jaar oud. Catharina woont daarna in Brunssum; ze overlijdt op 24-4-1860 in Stokkem (B), 70 jaar oud. Volgens de overlijdensakte is haar beroep bedelaarster. Dochter Margarita trouwde op 5-9-1866 in Mechelen (provincie Antwerpen) met Christiaan Damm. Hij is geboren in Merten (bij Bonn) op 25-9-1834. Hij was marskramer en woonde in Kerpen-Mödrath. Margarita is ook marskramer en woont in Mechelen. Ze hadden al twee onwettige kinderen. De eerste, Jean Damm, werd geboren op 20-10-1863 in Stevoort (Belgisch Limburg). Christiaan woonde toen in Luik en Margaritha in Brunssum. De tweede, Leonard Slangen, werd geboren op 21-6-1866 in Mechelen, waar Margaritha sinds eind 1865 woonde op Heembeemd 23 in het centrum van de stad. Vanaf 1870 woonden ze in Tongeren en kregen ze nog twee kinderen. Christiaan is overleden op 6-9-1884 in Bilzen, 50 jaar oud. Margarita overleed in Tongeren op 27-8-1898, 66 jaar oud.

IX.25 Joannes Henricus Slangen en Marie Rosalie Josepha Lecomte; Nuth

Jan Hendrik is geboren op 1-7-1762 in Nuth (Molenveld) en is gestorven op 20-12-1805 in Kapovar in Hongarije, 43 jaar oud. Hij trouwde met Marie Rosalie Josepha (Rosa) Lecomte (Conte). Zij is geboren rond 1760 in Serre legrand in Zuid-Frankrijk en is gestorven op 6-3-1842 in Tervoorst, meer dan 80 jaar oud. Jan Hendrik was militair in het leger van Napoleon. Hij maakte als timmerman deel uit van het 30e Regiment Infanterie de Ligne en overleed in Kapovár (Hongarije) op 24 december 1805 aan de gevolgen van koorts en werd daar katholiek begraven. Het regiment nam tussen 1796 en 1800 deel aan veldslagen in Noord Italië, daarna in Zuid Duitsland (Ulm) en aan de grote veldslag in Austerlitz (Moravië). Drie weken na de slag bij Austerlitz overleed Jan Hendrik. Rosa trok ook met het leger mee en ze kregen onderweg 3 kinderen. De vrouwen die het leger volgden werden vivandiéres genoemd; ze verkochten voedsel en drank. Het leger zelf zorgde daar niet voor. Het waren officiële baantjes waarvoor je moest solliciteren; je kreeg een schriftelijk bewijs dat je het leger mocht volgen. De vrouwen reisden achter het leger aan. Een paard was toegestaan en wagens werden oogluikend toegestaan. Daarin bevonden zich kippen in een kooi, vaten wijn en brandewijn, een tent, kookspullen, kinderen en de bezittingen van de familie. De soldaten bivakkeerden onder de heldere hemel, ongeacht het weer, met de overjas als enige bescherming. De tent van de vivandière had dus een belangrijkere functie als ontmoetingsplaats. Rosa was vermoedelijk zelf ook een dochter van een vivandiére en geen echte Francaise, haar moeder was een Nederlandse. Ze ging na de dood van haar man met haar kinderen, waarvan de jongste net één jaar was, in Nuth wonen. Ze hadden 3 kinderen.

  1. Jean Henri is geboren op 3-7-1795 in Olmuts (Moravie)en gestorven op 11-12-1871 in Hellebroek, 76 jaar oud. Hij trouwde op 4-3-1815 in Nuth met Marie Gertrude Bruls, geboren in Nuth in 1788 en gestorven op 21-4-1859 in Hellebroek, 71 jaar oud.
  2. Joseph Desideratus is geboren op 22-11-1797 in Owen (Würtemberg, bij Stuttgart) en gestorven op 23-2-1828 in Vaesrade, slechts 30 jaar oud. Hij trouwde op 17-7-1822 in Nuth met Maria Clara Mannens, geboren op 20-11-1793 in Nuth en gestorven op 9-3-1846 in Vaesrade, 52 jaar oud.
  3. Catharina Francisca is geboren op 18-2-1804 in Lemberg (Oekraïne). Ze is in Lemberg door de pastoor van het regiment gedoopt en is gestorven op 30-10-1877 in Nuth, 73 jaar oud. Zij trouwde op 24-10-1829 in Nuth met Jan Mathias Mulkens. Hij is geboren op 2-1-1805 in Nuth en daar gestorven op 24-4-1891, 86 jaar oud. In 1850 was hij van beroep wever en woonde in Tervoorst. Later waren ze pachter van de hoeve Reymersbeek en vanaf 1860 akkerbouwer in Tervoorst..


IX.29 Henricus Michael Slangen en Marie Claire Agnes de Beefe / Phillipina Weijergang; Makassar

Michael is geboren op 8-4-1788 in Maastricht. Hij noemt zich Jean Michel en is gestorven op 23-5-1839 in Makassar (Indonesie), 51 jaar oud. Hij werkte in 1810 op het stadhuis van Maastricht en trouwde op 22-11 van dat jaar met Marie Claire Agnes de Beefe. Zij is geboren op 22-2-1790 in Maastricht en borduurster van beroep. Haar grootvader was de uit Luik afkomstige Maastrichtse klokkenmaker en stadshorlogemaker Franciscus de Beefe. Enkele maanden na het huwelijk, op 11-4-1811 stierf ze, 21 jaar oud. Dit was drie dagen na de bevalling van een zoon, Antoine Gaspar Hubert, die werd geboren op 8-4-1811; hij is vermoedelijk kort daarna overleden. Ze woonden in Maastricht in de Bouillonstraat. Jean Michel ging op 21-6 1814 in het Nederlandse leger als sergeant bij het 3e Batallion Infanterie, dat gelegerd was in Bergen (B). Hij tekende een contract voor 6 jaar. Op 22 -5-1815 werd hij bevorderd tot 2e luitenant. Hij vocht tegen Napoleon in de slag bij Waterloo (18 juni 1815). Rond 1820 vertrok hij naar Indië en was gelegerd in Makassar (Celebes). Michael hertrouwde op 7-10-1824 in Makassar met Phillipina Jacoba Helena Weijergang. Zij is geboren op 28-8-1811 in Makassar en daar gestorven op 18-9-1871, 60 jaar oud. Phillipina is dochter van de Duitser Philip Weijergang, geboren in 1761 in Hamburg; hij had op Celebes handelskantoren en rederijen. De familie Weijergang bleef grote invloed uitoefenen op het maatschappelijke leven van Makassar, totdat hun bedrijf in 1886 failliet ging. In 1823 ging Michael naar Samarang waar hij adjunct-inspecteur van de militaire administratie werd. Begin 1829 ging hij, 40 jaar oud, met pensioen en op 23 september ging hij met zijn vrouw met de boot terug naar Makassar. Knderen waren er op de boot niet bij, dus vermoedelijk hadden ze die niet.

Externe Links