Schunck

Uit Genealogie Limburg Wiki
Versie door Ron4 (overleg | bijdragen) op 16 jan 2009 om 22:59 (→‎Crisistijd)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Tekst in eerste versie overgenomen uit de Nederlandse Wikipedia

Schunck is een voormalig mode- en warenhuis in Heerlen, de Firma Schunck. Het is ook de naam van een serie gebouwen waar de Firma Schunck in gehuisvest is geweest, waarvan de bekendste het Glaspaleis is, dat tot een van de meest invloedrijke gebouwen van de 20e eeuw is uitgeroepen door de Union of International Architects en tegenwoordig een cultureel centrum is.

De Firma Schunck groeide uit van een kleine weverszaak tot het grootste warenhuis in Heerlen en het innovatieve centrum toen de kolenmijnen verdwenen. Gedurende meer dan een eeuw is het gerund door vier opeenvolgende generaties van de familie Schunck.

Prelude - een weversfamilie

In Kettenis in Duitsland (nu in het Duitstalige deel van België, nabij Eupen), is in de archieven te lezen dat daar in 1776 een wever genaamd 'Schunck' gevestigd was. Zijn zoon, Nikolaus Severin Schunck, had vijf zonen, waarvan er uiteindelijk maar een in die zaak zou blijven en een andere, genaamd Arnold, later de firma in Heerlen zou stichten. Tot op de dag van vandaag is er een weverij in Kettenis in handen van nakomelingen van Nikolaus.

Wanderbursche

De familiediscussies over of traditioneel of gemechaniseerd weven de toekomst had deed Arnold besluiten zijn verplichte reizen als 'Wanderbursche' (reizende leerjongen) te gebuiken om voor zichzelf te beslissen. Nadat zijn moeder stierf in 1858 ging hij naar Eupen in België om het vak te leren en een 'Meisterweber' te worden. Daarna, in 1860, reisde hij (grotendeels te voet) naar Silezië (een centrum voor mechanisch weven), Mannheim, München, Neurenberg, Berlijn en Hamburg, maar dat resulteerde slechts in een paar baantjes als handwever en hij kwam nooit in een mechanische weverij te werken omdat de eigenaren van deze moderne fabrieken weinig respect hadden voor de traditionele Wanderburschen. Bijgevolg bleef hij van dat moment trouw aan het handweven. Hij keerde terug naar Kettenis om bij zijn vader te werken. Zijn broer Nicolas, die in Aken bij de Delius textielfabriek had gewerkt, die belangrijke internationale connecties had, werd in 1863 overgehaald om een weeffabriek op te zetten in Białystok in Rusland (nu Polen), een belangrijk centrum van de textielindustrie op het kruispunt van de belangrijke routes Sint-Petersburg - Berlijn en Kaliningrad - Odessa. Maar hij wilde niet alleen gaan, dus gingen Arnold en een derde broer mee. Maar Arnold keerde een jaar later terug, een nuttige ervaring rijker.

Toen vader Schunck stierf in 1865, wilde Severin-Joseph, die de zaak over zou nemen, mechaniseren, maar ontbeerde het geld daarvoor. Dus besloten zijn broers hem de erfenis te laten. Nu hij niet langer de handweefgetouwen nodig had, kregen zij er ieder een en vijf jaar later zouden zij daarenboven 1000 Rheinische thaler en door Severin-Joseph geweven stoffen ontvangen. Gelukkig gaf de unificatie van Duitsland in 1870 de economie zulk een impuls dat hij makkelijk zijn belofte kon houden.

Peter Schunck

Peter Schunck (Hergenrath (België), 31 oktober 1873 - Heerlen (Nederland), 13 juli 1960) was een Nederlands zakenman die bekend werd als eigenaar van het Heerlense warenhuis Schunck en de opdrachtgever voor de bouw van het Glaspaleis, dat heden ten dage een van de belangrijkste gebouwen van Heerlen is.

Jeugd en werk

Schunck was de oudste zoon van de wever Arnold Schunck en Anna Maria Küppers. Op heel jonge leeftijd kwam hij met zijn ouders naar Heerlen. Van jongs af aan hielp hij mee in de zaak van zijn ouders. Na zijn middelbare school werkte hij er de hele week. Bij de dood van zijn vader had het bedrijf al zestig medewerkers. Peter had het zakelijk talent geërfd van zijn moeder. Hij was de eerste, die in Heerlen spiegelruiten in zijn zaak liet zetten, voor die tijd een sensatie. Zijn talent en vooral zijn doorzettingsvermogen werden tien jaar later, tijdens de Eerste Wereldoorlog, flink op de proef gesteld. Door de Eerste Wereldoorlog ontstond schaarste aan textiel, er moesten hoge prijzen voor worden betaald. Maar aan het einde van de oorlog waren de prijzen aan geweldige schommelingen onderhevig. Schunck kocht bijvoorbeeld stoffen in tegen 12 gulden per meter en moest die dezelfde dag weer voor 7 gulden per meter verkopen. Twee jaar later, toen de aanvoer weer normaal was, werd voor dezelfde stof 70 cent per meter betaald.

Crisistijd

In de jaren twintig kreeg hij te maken met een moordende concurrentie uit Duitsland: door de inflatie was de mark gedevalueerd tot een cent. In Aken kon men het mooiste kostuum kopen voor 17 gulden, in Heerlen kostte het 70 gulden. Peter Schunck wist zich toch te handhaven, hij kocht zelfs vier autobussen, waarmee hij de klanten vanuit Sittard, Valkenburg en De Locht naar zijn winkel liet vervoeren. Tijdens de crisis in de jaren dertig, toen de mijnen het diepste dal van hun bestaan beleefden, wist Schunck toch nog winst te maken. In 1935 werd zelfs een nieuw pand betrokken, het nog altijd bestaande Glaspaleis aan de Bongerd. Dit gebouw van glas en beton van de architekt Peutz was voor die tijd zeer vooruitstrevend.

Tweede Wereldoorlog

De Tweede Wereldoorlog bracht voor het Schunckgebouw veel ellende; drie keer werd het Glaspaleis door bommen getroffen. Eind 1944 werd het pand gevorderd om als hoofdkwartier voor de Amerikaanse generaals Patton en Simpson te dienen. Enkele maanden later werd het "restcenter" voor de Franse "maquis" (verzetstroepen). Vooral de laatste bewoners zijn niet bepaald zachtzinnig met het interieur omgesprongen.. Na de oorlog gingen de zaken weer voorspoedig, zelfs zó goed, dat in 1954 een tweede zaak in Geleen werd geopend. De nadruk in deze zaak lag op dameskleding.

Nevenactiviteiten

Peter Schunck bleef ondanks deze successen een bescheiden en goedmoedige man, die zeer geliefd was bij zijn personeel en zijn grote familie. Onvergeten blijven met name bij zijn kleinkinderen de bezoeken aan de "daktuin", het penthouse op het glaspaleis. Naast zijn drukke werkzaamheden nam hij nog deel aan het verenigingsleven. Hij was lid van het kerkelijk zangkoor St. Pancratius, beschermheer van de Koninklijke Harmonie St. Caecilia, bestuurslid van de Vincentiusverenigung en van de Spaarbank St. Pancratius, die nu is opgegaan in de SNS Bank. Voor zijn vele verdiensten kreeg hij de pauselijke onderscheidung "Pro Ecclesia et Pontifice". Peter Schunck overleed op 86-jarige leeftijd, een half jaar na zijn vrouw Christine.

Verspreiding

Uit [1], blijkt dat de naam in 2007 in Nederland 83 dragers telde.

Externe link

www.aachen-webdesign.de een van de vele paginas op deze site over de familie en de zaak, waar veel van de informatie voor deze tekst uit is gehaald.