Schepeneed

Uit Genealogie Limburg Wiki
Versie door Loe Giesen (overleg | bijdragen) op 3 sep 2006 om 19:39
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

De schepeneed was de eed die door schepenen moest worden afgelegd voordat zij definitief konden worden benoemd als lid van de schepenbank. De eed moest schriftelijk worden overhandigd aan de drossaard. Onderstaande eed werd afgelegd door een schepen van Beesel en Belfeld in 1784.

Ik beloove en sweere dat ik houw en getrouw zal zijn de Hoog Mogende Heeren Staaten Generael der Vereenigde Nederlanden als Hertog van Gelre onse aller genadigsten heeren en landtfursten, gelijk mede Zijne Hoogheydt den Heere Prince van Orange en Nassau als heere ende de inwoonderen deeser ampte en heerlijkheydt Montfort, der zelver argste warhnen en wehren, ende het beste beforderen, hunne regten, privilegien, vrijheden en alden herkomen getrouwlick voorstaen ende onderhalden zal ende wil ook van deezen dag hier voorts tot aller ende een jeder tijdt, als sich dat na alden herkomen ende gebruyk eygen en gebeuren zal, gehoorzamelick in het gericht komen, het zelven helpen besitten ende getrouwelijk waernemen die parthijen in hunne schriftelijke ende muntelijken voordraegen, naar noodtdruft verhooren, daerop regtveerdigh oordeel spreken en mij geenswegs daartegens bewegen laeten, ook van de parthijen oft jemandt anders wegens eenige saeken aan het gericht hangende, giften, gaeven geschink oft eenig profijt door mij selven of anderen wie sulx menschen sinnen erdenken muchten niet neemen of tot mijnen profijte laeten nemen ofte ontfangen, insgelijx geene van de parthijen ongebeurlijke affectie of toegenegendtheydt thoonen ook met raede nog waerschouwen die saeken uyt quader meyninge niet ophalden of vertrekken, die oordeelen, recessen ofte afscheyden tot dat dieselve den parthijen niet gerichtelijk metgedeyldt en zijn, gantsch ende geheel heelen en verswijgen die regts oorcont in saeken die voor mij als eenen schepen gehouden werden ontfangen, daer van geloofweerdig berigt aan den gerichte doen ende regte getuygenisse wie sulx gebeurt, draegen, zal ook geen verschrijvinge of anderen brieflijken schijn ende bescheyde besegelen sonder bij voorgaende voorleesing ofte verhael van den inhalt van den zelven bevonden te hebben dat hetselve alsoo is gepasseerdt en gekendt, Thoe den des gerichts geheymenisse ende raadtslaege niemandt en veropenbaeren, mich der Cristelijker Catholischer Roomsche Religion jeder tijdt gemeeshalden en sunst alles doen ende laeten dat eenen eerlijken opregten vroomen scheepen van regt ende goede gewoonheydt toe staat en gebeurt, alles getrouwelick ende ongefehrlich en eyndelijk verklaere ende sweere ik nog dat ik om deze provisioneele scheepens plaetse te bekomen aen niemandt, zo in als buyten de regeeringe of wie het zoude mogen wesen, eenige giften of gaaven heb belooft of gegeven nog beloven of geeven zal, direct of indirect, zo helpe mij Godt en alle zijne lieve heyligen.'