Osen

Uit Genealogie Limburg Wiki
Kasteel Osen

Algemene informatie

Osen is tegenwoordig een gehucht in de gemeente Maasgouw, gelegen tussen de sluiscomplexen van Heel en Linne. Tot het begin van de 20e eeuw bestond het landgoed Osen uit het gelijknamige kasteel en bijbehorende pachthoeve.

Ligging

Het gehucht Osen en het vroegere landgoed Osen zijn gelegen in een grote meander van de Maas, vaak aangeduid met de naam “de lus van Linne”. In de loop der eeuwen werd de meander vergroot door de afzet van zand en gesteente in de Maasbocht. Dit kwam ten goede van de bezitters van het landgoed Osen aangezien de Maas zich steeds verder naar buiten uitbreidde. Dit ging ten koste van de grondeigenaren een kant van Herten en Linne.
Door de ligging aan het water kreeg Osen ook vaak te maken met de gevaren van het water zoals overstromingen. Daarom beschermde de heren van Osen hun landgoed al vroeg door “batten” en dijken aan te leggen. Tegenwoordig ligt het gehucht ingeklemd tussen de twee sluizen in de oude Maasarm en het Lateraalkanaal.

Geschiedenis

Eerste vermeldingen

"den hoff ten Osen" in 1550

De eerste vermelding komt uit 1326 toen Osen genoemd werd in de leenregisters van Gelre, met als leenman Heynrick van Oze. Het goed werd in die tijd ook wel Wesemael genoemd. In 1473 is Heynrick Snijdewind de heer van Osen en een jaar later is er sprake van de “Nyehoff te Oesen”. In 1522 is de familie Drijvener in het bezit van Osen. Een jaar daarna werd de leenhoeve met alle onderlenen “van de Masen weggespuelt”. Op een kaart uit 1550 is Osen voor het eerst te zien als “den hoff ten Osen” met dichtbij de “den nye dijck”.
Antoon van de Steen, gehuwd met Catharina Drijvener, werd in 1606 genoemd als nieuwe eigenaar. Via een dochter van dit echtpaar kwam het landgoed in het bezit van de familie Van Meer.

Familie de Meer (de Osen)

Osen op de Tranchot-kaart rond 1803

Rond 1635 trouwde Anna van de Steen, vrouwe van Osen met Wolter van Meer, drossaard te Valkenburg. De familie Van Meer (later ook “de Meer d’Osen” genoemd) bleef generaties lang in het bezit van Osen.
Wolter van Meer werd opgevolgd door zijn zoon Antoon Gerard de Meer (1647-1734), die zichzelf baron noemde. Hij trouwde met Maria Hieronima Theresia van Rossum uit Roosteren en was waarschijnlijk de eerste die Osen daadwerkelijk zelf bewoond heeft. Het echtpaar kreeg vier kinderen, waarvan er drie gedoopt werden in Heel. Osen vererfde op oudste zoon Joannes Renerus Josephus (Renier) de Meer (1688- 1770) en op zoon Frederik Victor de Meer (1691-1765). De eerstgenoemde bleef ongehuwd. Frederik Victor kwam door zijn huwelijk in 1730 in het bezit van kasteel en heerlijkheid Moorsel in België. In 1727 had hij reeds de heerlijkheid Daelenbroeck aangekocht. Hij verviel echter in financiële problemen en werd uiteindelijk zelfs onder curatele gesteld. Hij stierf op Osen in 1765.
Zijn oudste zoon Reiner Frederik de Meer (1733-1809) werd zijn curator en opvolger als heer van Daelenbroeck en Osen. Hij bleef ongehuwd en zijn bezittingen vererfde op zijn neef Frederic Joseph Ramon Felix Manoël, baron de Meer (1785-1869), gehuwd met gravin de Affaytadi de Ghistelles. Zijn kinderjaren had de baron doorgebracht in Spanje waar zijn vader carrière had gemaakt in het Spaanse leger. Hijzelf besloot Daelenbroeck te verkopen en zijn kasteel in Osen te gaan bewonen. Het echtpaar kreeg samen één dochter waardoor Osen voor het eerst sinds 1635 eigendom werd van een andere familie.

Graaf de Geloes

Emilia Josephina, barones de Meer de Osen trouwde in 1844 te Linne met graaf Theodoor Maurus Constantijn Karel de Geloes d’Elsloo. Hij was naast Osen ook in het bezit van o.a. kasteel Elsloo, kasteel Groot Buggenum te Grathem en Exaten te Horn.
Financieel ging het de graaf niet voor de wind. In nog geen tien jaar tijd was hij genoodzaakt om al zijn bezittingen in Nederland te verkopen waarna hij zich terugtrok op zijn kasteel Lauvergnac in Frankrijk waar hij in 1893 overleed. Uit de overleveringen staat de graaf bekend als een gokker die zijn bezittingen simpelweg kwijtgespeeld heeft. Osen was in 1887 aan de beurt. Het landgoed bestond uit het kasteel en de pachthoeve Osen en hoeve Pannenhof te Beegden, toentertijd circa 300 hectaren grond. Het werd openbaar verkocht voor notaris Boots van Amby en Linssen van Roermond aan de familie Jurgens uit het Brabantse Oss voor 490.000 gulden. Zij kochten overigens in hetzelfde jaar ook het kasteel van Elsloo voor 250.000 gulden.
Na het overlijden van haar man keerde Emilia de Meer terug naar Limburg. Zij bleef tot haar dood in Heel wonen. Ze overleed in 1905 en werd in Elsoo bijgezet in het familiegraf van de familie De Geloes.


Sluizencomplex en kanalisatie

De familie Jurgens kwam in 1887 in het bezit van Osen. De handelsfamilie had een fortuin verdiend met de oprichting van de eerste stoomboterfabriek en de latere margarinefabrieken in Oss. Zij wisten hun bezittingen hierdoor enorm uit te breiden. Arnoldus Joannes Jurgens (1842-1912) kwam in het bezit van Osen. Dit vererfde na zijn dood op zijn dochter Maria Theodora Jurgens, gehuwd met grondeigenaar Van Basten Batenburg.
Uit een krantenbericht uit 1894 blijkt dat men bezig is met de sloop van het kasteel. Het is onduidelijk of er nog een nieuw kasteel voor in de plaats is gekomen. Lang heeft het er in ieder geval niet gestaan. In 1915 besloot de regering om de Maas tussen Mook en Maasbracht te kanaliseren en dat de aanleg van stuwen en sluizen noodzakelijk was. In 1918-1920 werd gestart met de aanleg van de stuw en bijbehorende sluis in Osen. In 1925 werd het complex geopend door Koningin Wilhelmina. Kasteel en pachthoeve Osen zijn toen definitief verdwenen.

Grindwinning en natuurgebied

Door de sloop van het kasteel en de aanleg van de sluis had Osen al een hele verandering meegemaakt. Toch werd het winnen van grind de belangrijkste gebeurtenis in Osen in de 20e eeuw. De Nederlandse Spoorwegen had veel grind nodig vanwege de uitbreiding van het spoornet. Osen was de enige plaats waar grind werd gewonnen voor de Spoorwegen. In 1921 nemen zij het winnen van grind in eigen beheer door een overeenkomst met de “NV Maatschappij ter exploitatie van het landgoed Osen”. In Linne wordt een grinderij aangelegd waar het grind gebroken werd en per paard werd overgeladen op treinwagons. Tijdens de “grindperiode” is er ongeveer 8 miljoen m3 grind gewonnen. Hierdoor ontstonden onder andere de Gerlingsplas en de Spoorplas. Ook tijdens de Tweede Wereldoorlog gingen de werkzaamheden gewoon door. In 1944 werd er in Osen hevig gevochten aangezien Osen nog lang bezet werd door Duitse soldaten.
Na de oorlog werd het gehucht bewoond door ambtenaren en sluiswachters die werkzaam waren op het sluizencomplex. In 1971 werd begonnen met de aanleg van het Lateraalkanaal en werd een tweede sluis in Osen gebouwd. Inwoners van het gehucht gingen in Heel naar de kerk en hun kinderen bezochten ook in Heel de school. Van oudsher behoorde Osen echter nog steeds tot de gemeente Linne. In 1974 deden de inwoners een verzoek bij de regering omdat zij zich bij de gemeente Heel en Panheel wilde voegen. Op 30 juni 1976 volgde de grenswijziging en behoorde Osen bij Heel. Ondertussen ging de ontgrinding van het terrein door. Pas in 1990 werden de werkzaamheden stilgelegd. Daarna ontwikkelde het gebied zich als recreatie- en fietsparadijs. Vanaf 1994 is de stuw een snelle fietsverbinding tussen Heel en Linne.
In 2009 is Ballast Nedam eigenaar geworden van het grootste deel van de grond in de Lus van Linne. In de loop der jaren zal er opnieuw zand en grind gewonnen worden, naar schatting zo’n 6 miljoen m3. Daarnaast worden de bestaande natuurgebieden uitgebreid en geoptimaliseerd. Het doel is het vergroten van de ecologische waarde binnen het gebied en het verbeteren van de stromingen bij hoogwater.

Eigenaren en bewoners

Eigenaren

Naam Genoemd in Opmerkingen
Heynrick van Oze 1326 genoemd in de Gelderse leenregisters[1]
Heynrick Snijdewind 1473
fam. Drijvener 1522
Cornelis Antoon van de Steen 1721 - 1729 gehuwd met Catharina Drijvener, vrouwe van Osen
Wolter van Meer 1635 - 1685 gehuwd met Anna van de Steen, vrouwe van Osen
Antoon Gerard, baron van Meer 1685 - 1734 zoon van vorige
Frederik Victor de Meer 1734 - 1765 zoon van vorige
Reinerus Josephus Fredericus Ghislenus de Meer 1765 - 1809 zoon van vorige, ongehuwd
Frédéric Joseph Ramon F.M., baron de Meer 1809 - 1869 neef van vorige
Theodoor Maurus Constantijn Karel, graaf de Geloes 1869 - 1887 gehuwd met Emilia Josephina, barones de Meer, verkocht Osen in 1887.
fa. Jurgens te Oss 1887 - ondergebracht in de "NV Maatschappij ter exploitatie van het landgoed Osen"

Pachters

Naam Genoemd in Opmerkingen
Nelis Thonissen “van Oesden” 1667 oud 77 jaar, “op de hoeff van Oesden woenende” (1667)[2]
Lambertus Jeucken 1676 overleden 1676 ”villicus ex Oossen”[3]
- hiaat -
Joannes van Ass x Maria Peters <1779 - 1780 vermeld als “villicus in Osen”, mogelijk al vanaf 1759.[4]
Herman van Ass x Maria Joanna Schreurs 1780 - 1785 zoon van vorige, vertrok 1785 naar kasteelhoeve Daelenbroeck te Herkenbosch.
Mathias Suijlen x Anna Catharina van Ass 1785 - 1802 zwager van vorige
wed. Suijlen- van Ass 1802 - 1805
Joannes Theelen x Anna Catharina van Ass 1805 - 1805
wed. Theelen- van Ass 1805 - 1808
Joannes Schreurs x Anna Catharina van Ass 1808 - 1810
Joannes Mathias Suijlen x Maria Thersia Theuwen 1810 - 1821 zoon van vorige “geboeren en woenachtig op den bouwhof Osen”
wed. Suijlen- Theuwen 1821 - 1823
Arnold Verheggen x Maria Theresia Theuwen 1823 - >1830
- hiaat -
Joannes Cuijpers x Joanna Nijskens 1848 - 1867 voorheen pachter te Limmel (kasteelhoeve Bethlehem) en Born (kasteelhoeve).
Joannes Hubertus Cuijpers x Elisabeth Petronella H. Driessen 1867 - 1880 tevens rentmeester, daarna pachter op Pannenhof te Beegden.
Petrus Josephus Hubertus Theelen x Henrica Emilia Verheggen 1880 - 1912 daarna pachter te Schaloen, Valkenburg.
Martinus Jacobs x Petronella Driessen 1912 - 1918 daarna pachter op Pannenhof te Beegden.

Bronnen:

  1. H. Beurskens en P. Derks: Rond de Toren, 1990
  2. RHCL - Schepenbank Heel, inv.nr. 3, rolregisters civiele rechtspraak
  3. Kerkregisters St. Stephanus-parochie, Heel
  4. Ass, H.J.J. van; Theunissen, H.J.J., Van Ass : genealogie van een geslacht uit Midden-Limburg, met aantekeningen over afstammelingen in vrouwelijke lijn, 's-Gravenhage/Roermond 1998.



Archieven

Kerkelijke behoorde Osen bij de parochie van Heel. Rechterlijk behoorde het tijdens het Acien Regime bij de schepenbank van Linne. Na de Franse overheersing werd Osen onderdeel van de gemeente Linne. In 1976 werd Osen bij de gemeente Heel en Panheel gevoegd.

Parochie St. Stephanus Heel:

  • Dopen: vanaf 1620
  • Trouwen: vanaf 1621 (ontbreken tussen 1647 en 1662)
  • Begraven: vanaf 1663

Zie ook deze link DTB-registers.


Schepenbank Linne:
Het archief van de schepenbank Linne is te raadplegen in het RHCL te Maastricht onder toegang 01.017.


Familiearchief De Meer d’Osen:
Het archief van de familie De Meer d’Osen is te raadplegen in het RHCL te Maastricht onder toegang 16.0754.

Literatuur

Links