Mikkenie

Uit Genealogie Limburg Wiki
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.
Tree3c.jpg

Algemene informatie

De familienaam Mikkenie is een voorbeeld van adaptatie: een buitenlandse naam die getransformeerd werd in een meer Nederlands klinkende en gespelde naam. De stamvader van deze familie was een Schotse militair, Daniel genaamd, die aan het eind van de zeventiende eeuw diende in een regiment van het Staatse leger. Dit leger onder bevel van de Oranjes bestond voor een groot deel uit buitenlandse militairen, vooral uit Engeland, Schotland, Zwitserland en Duitsland. Schotse regimenten hebben eeuwenlang deel uitgemaakt van dit leger en veel van de militairen uit deze regimenten trouwden met Nederlandse vrouwen en kregen kinderen. Zij zorgden voor heel wat nakomelingen die nu nog steeds een Schotse of een van het Schots afgeleide achternaam dragen. Zo werden bij de volkstelling van 1947 (raadpleegbaar in de Nederlandse Familienamen Databankvan het Meertens Instituut) de namen Makkinje (afgeleid van Mackenzie) 157, Stuart 411 en Ross 207 keer geteld. De naam Mikkenie werd 16 keer geteld: 9 in Limburg, 2 in Gelderland, 2 in Amsterdam, 2 in Noord-Holland en 1 keer in Utrecht.

Uit genetisch onderzoek is gebleken dat het Y-chromosoom van de mannelijke leden van de familie Mikkenie sterk overeenkomt met dat van Schotse families en in iets mindere mate met dat van Ierse families. Sterke overeenkomsten met het DNA van Nederlandse families zijn er niet. Y-chromosomen worden van vader op zoon doorgegeven, net zoals de familienaam. Daarmee kan met grote zekerheid geconcludeerd worden dat de eerste drie letters van de naam Mikkenie ooit 'Mac' geweest moeten zijn. Het Y-chromosoom van de Mikkenies draagt het Scots Modal Haplotype, waarvan beweerd wordt dat het afstamt van de Scotti uit het koninkrijk Dalriada of de Picten.

Het is niet duidelijk welke achternaam de eerder genoemde militair Daniel precies had. Zijn vrouw heette Catharina Goossens. Bij de dopen van hun vijf kinderen, in Bergen op Zoom, Maastricht, Grave en nog een keer Maastricht werd de achternaam steeds anders gespeld: Makelij (1698), Macin (1701), Mertie of Mecke (moeilijk leesbaar, tweeling, 1705) en Macké (1709). Op basis van de doopplaatsen zou het heel goed mogelijk kunnen zijn dat Daniel overigens niet in een Schots regiment diende. Tijdens de dopen van de kinderen waren er twee andere (Hollandse) regimenten in de desbetreffende plaatsen: het regiment Zoutelande en het regiment Van Goor/d'Ivoy. Na 1709 werd er niets meer vernomen van Daniel en werden alle verdere DTB-gebeurtenissen bij zijn vrouw en kinderen ineens niet meer gereformeerd maar katholiek afgehandeld . Het is zeer goed mogelijk dat zijn regiment deelnam aan de Slag bij Malplaquet op 11 september 1709. Tijdens deze slag sneuvelden heel veel soldaten van het Staatse Leger, waaronder ook velen van beide genoemde regimenten.

Twee kinderen van Daniel trouwden in Maastricht en vestigden daarmee de latere familie Mikkenie in deze stad. Omdat Daniel en een groot deel van zijn nageslacht waarschijnlijk niet konden schrijven werd de achternaam bij vermeldingen in doop-, trouw- en begraafboeken steeds zo opgeschreven als de diensdoende pastoor of dominee hem verstaan had. Dit leverde een groot aantal naamsvarianten op, die soms zelfs behoorlijk uiteenliepen. In chronologische volgorde werden de namen als volgt geschreven (het betreft hier vooral varianten zoals beschreven in doopboeken): Makelij (1698), Macin (1701), Macké (1709), Mackine (1721), Mecquiné (1722), Mecquene (1726), Micquene (1728), Mickené (1732), Meckinet (1734), Meckené (1734), Mickiné (1738), Mickeni (1739), Mickenai (1743), Minquenes (1746), Miequene (1757), Mickenee (1759), Mekene (1759), Mickienie (1760), Micchini (1765), Micquini (1772), Mickini (1777), Mikkini (1792), Mikkenie (1794), Mickenie (1797) en Micquenie (1799). Vlak na de invoering van de Burgerlijke Stand in Maastricht in 1794 kwam er een einde aan het ontstaan van nieuwe varianten. De familieleden werden geregistreerd onder de naam zoals die vermeld stond bij hun bijschrijving in de doopboeken, en hun kinderen zouden in het vervolg ook de geregistreerde achternaam dragen. Slechts drie varianten op de oorspronkelijke naam werden na de invoering van de BS daadwerkelijk over meerdere generaties overgeërfd. Zo ontstonden in de negentiende eeuw drie families: Mikkenie, Mickenie en Mickené. Inmiddels is de enige overlevende naamsvariant de naam Mikkenie. Beide andere takken zijn uitgestorven, Mickenie in 1909 en Mickené in 2004.

In de achttiende en begin negentiende eeuw waren de Mikkenie's vooral werkzaam als metselaars en leidekkers (Egidius Micquene (1734-1811) was zelfs meester-leidekker). In de tweede helft van de negentiende eeuw gingen veel Mikkenie's als glasslijper en aardewerker aan de slag in de glas- en aardewerkindustrie van de familie Regout in Maastricht. Deze industrie (onder andere bestaande uit de 'Sphinx'- en 'Mosa'-fabrieken) verschafte destijds aan een groot deel van de Maastrichtse bevolking werk.

Joseph Mikkenie (1869-1944) was de eigenaar van een hotel aan het Vrijthof. Twee van zijn zonen, Frans en Jean Mikkenie, kregen landelijke en internationale bekendheid als impresario's. Zij zetten een impresariaat op, geïnspireerd door werk dat zij verricht hadden in het hotel van hun vader. Dit impresariaat bracht onder meer Toon Hermans in de Amsterdamse theaters tijdens de tweede wereldoorlog, haalde buitenlandse circussen naar Nederland en verzorgde optredens van grote orkesten uit eigen land en het buitenland (onder andere voor de KRO).

Frans Mikkenie werd vlak voor het uitbreken van de tweede wereldoorlog mededirecteur van een circus, vanaf dat moment Circus Mikkenie-Strassburger genaamd, van de joodse familie Strassburger die even daarvoor Duitsland ontvlucht was. Na de oorlog stichtte Frans Mikkenie het Nationaal Nederlands Circus Frans Mikkenie met hulp van overheidssubsidies. Circus Frans Mikkenie is daarmee nog steeds het enige gesubsidieerde circus ooit. Er werd een peperdure aluminium kiosk gefabriceerd door de firma Ribbens uit Bergen op Zoom, waarin 4000 toeschouwers plaats konden nemen. Men ging op toernee door Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk, Spanje, Duitsland en Italië. Dit 'grootste circus van Europa' hield echter op te bestaan vlak nadat Frans Mikkenie overleed in 1954. Eind jaren zeventig, begin jaren tachtig reisde nog een Circus Mikkenie met als directeur Rob Ritman door Nederland, genoemd naar het eerdere circus van Frans Mikkenie. Rob Ritman staat nu aan het hoofd van een tentenverhuurbedrijf in Hollandsche Rading, Mikkenie BV.

De parenteel van Daniel 'Mikkenie' kunt u vinden op [1].