Kasteel Hillenraad

Uit Genealogie Limburg Wiki
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.
Kasteel Hillenraad te Swalmen.

Voorloper

In 1339 werd ridder Seger van Swalmen, zoon van wijlen Willem van Broeckhuysen, door graaf Dirk van Loon, heer van Heinsberg en Blankenberg, beleend met enkele landerijen in Swalmen. Vader Willem had al eerder zes bunder aan de graaf in onderpand gegeven in ruil voor een lening en ditmaal had zoon Seger nogmaals acht bunder verpand, gelegen in Hoppenrade. Van een kasteel is in deze akte nog geen sprake. Toch is deze akte belangrijk voor de vroegste geschiedenis van het kasteel, omdat Hoppenrade later samen met het kasteel één leengoed zal vormen. Hoppenrade is tegenwoordig een stuk land dat grenst aan het huidige kasteel. Omdat het kasteel in de voorgaande akte nog niet wordt genoemd, is het waarschijnlijk dat het slot na 1339 werd gebouwd en dat de familie Van Swalmen nog op het huis Rathem woonde, later ook wel Oudborg of Naborch genoemd.

Hillenraad in 1774 volgens landmeter J.J. Smabers.

Familile van Oest

Het huis Hillenraad wordt voor het eerst genoemd op 28 juni 1380, toen twee mannen verklaarden dat zij bereid waren om vrijwillg in leisting te gaan op het huis Hellenrade in geval zij in gebreke zouden blijven wegens een borgstelling voor een schuld die Didderic van Oest had aan Gerard van Tegelen. Op 7 december 1392 sloot Dirk van Oest een verbond sloot met de stad Keulen. Daarin verplichtte zich om, indien de stad in oorlog zou komen met aartshertog Frederik, de stad met alle middelen te helpen en zijn huis Hellenroide open te stellen ten behoeve van de stad.

Het kasteel dat Van Oest openstelde, zal er heel anders hebben uitgezien dan het huidige slot. Over bouw en vroege verbouwingen van Hillenraad is weinig bekend. Het oudste gedeelte (eind 14e eeuw) bestond waarschijnlijk uit een rechthoekig woongedeelte met een ronde toren. Deze toren was op basis van het dunnere muurwerk gesitueerd aan de zuidhoek van de woonblok en was nog aanwezig in 1607. Over hoogte en doorsnee van de toren is niets bekend. De voorhof wordt al vermeld in 1577, toen deze in brand werd gestoken en afbrandde. In 1648 liet Arnold Dirk Schenck van Nydeggen de voorburcht verbouwen, getuige muurankers van dat jaar; hij overleed in 1653 en werd opgevolgd door zijn zoon Christoffel.

De familie Schenck van Nydeggen

Door het huwelijk van Isabella van Oest met Arnold Schenck van Nydeggen kwam Hillenraad in 1486 in handen van een ander geslacht.

Hillenraad zal er in de 14e eeuw heel anders hebben uitgezien. Vermoedelijk was het weinig meer dan een groot rechthoekig huis, met op een van de hoeken een ronde toren. Deze toren wordt nog genoemd in een akte uit 1607. De toren zal hebben gelegen op de zuidhoek van de oorspronkelijke rechthoekige burcht, waar de muren het minst dik zijn. Muurankers met het jaartal 1648 geven aan dat de voorhof van Hillenraad op het eind van de Tachtigjarige Oorlog veranderingen onderging, mogelijk ook pas werd gebouwd. Deze verbouwing zal hebben plaatsgevonden in opdracht van Dirk Schenck van Nijdeggen en zijn vrouw Maria d'Oyenbrugge van Duras.

Na het overlijden van Dirk Schenck werd Hillenraad eigendom van zoon Christoffel Schenck van Nydeggen. Deze kocht in 1655 de rechtspraak in Swalmen en Asselt terug van de hertog van Gelre, een recht dat de heren van Swalmen in 1314 waren kwijtgeraakt. Met deze aankoop steeg de familie Schenck, tevens eigenaren van de heerlijkheden Swalmen en Asselt, sterk in aanzien. Door het overlijden van een metselaar weten we dat Hillenraad in 1665 werd verbouwd. Mogelijk moest op dat moment de toren plaats maken voor de nieuwe feestzaal. In 1668 was de toren in ieder geval verdwenen.

In 1703 werd de achtjarige Christoffel Arnold Adriaan Schenck van Nijdeggen al spelend met een geladen geweer dodelijk gewond. Zijn vader, Arnold Schenck, vermaakte daarop al zijn bezittingen aan zijn vrouw Maria Catharina markgravin van Hoensbroeck. Deze trouwde in 1661 met Philipinna Anna d'Oyenbrugge en liet de ronde toren slopen. Die sloop gebeurde mogelijk in 1665, toen Antonius Nelissen overleed bij een verbouwing van het kasteel. In 1667 kreeg Christoffel Schenck van Nydeggen van de stad Roermond toestemming om in Asselt kalk te lossen mits deze zou worden aangewend "totte reparatien van sijn adelijck geseess". Toen enkele Swalmenaren het in 1668 hadden over 'den ronden thoorn des huis Hillenraet, den welcken alsnu affgebroken ende den nieuwen sael op de plaetse getimmert is', was de verbouwing waarschijnlijk nog niet lang afgerond.

Hillenraad Oranjerie 01.jpg Hillenraad Oranjerie 02.jpg

Het markgrafelijk geslacht Van Hoensbroeck

In 1733 werd Willem Adriaan van Hoensbroeck met Hillenraad beleend. Hij werd in 1738 opgevolgd door Frans Arnold van Hoensbroeck. Een van beiden zal verantwoordelijk zijn voor de uitbreiding met twee zijvleugels. Een boekje gemaakt ter gelegenheid van het huwelijk van Sophia Carola van Hoensbroeck met Clemens Lotharius van Fürstenberg in 1755 laat schetsmatig zien hoe Hillenraad er in die jaren ongeveer uitzag.

In 1766 overleed Joannes Gereght uit Born bij werkzaamheden aan Hillenraad ('tegularius qui tecto in Hillenrath dilapsus subito obiit'). Dit ongeval komt vrijwel overeen met het jaartal 1767 dat is verwerkt in een chronogram met de tekst DoMIne hInC fVLgVra qVaeso repeLLas. Met deze verbouwing, waarbij in rekeningen de naam van architect Soiron uit Maastricht wordt genoemd, kreeg Hillenraad in grote lijnen zijn huidige uiterlijk, met op de vier hoeken torenachtige paviljoens.

Hillenraad fronton.jpg

Een schilderijtje uit het eind van de 18e eeuw laat Hillenraad zien in al zijn glorie, met op de voorgrond een koets met zes paarden. In 1837 werd een klok aangebracht op de voorgevel.

Graaf Wolff Metternich

Op 26 augustus 1909 droeg Frans Eugenius rijksgraaf Von und zu Hoensbroeck het kasteel met graanmolen, lusttuin en verdere toebehoren ter waarde van fl. 750.000 over aan Herman Jozef graaf Wolff Metternich en zijn vrouw Amélie gravin von Schall Riaucour. Zij introduceerden de blauw-witte luiken en poorten die menig Swalmens gebouw sieren als symbool van de verbondenheid met Hillenraad en de familie Wolff Metternich.

Fronton boven de toegangspoort.

Graaf Wolff Metternich liet vooral de bijgebouwen tussen 1909 en 1922 ingrijpend verbouwen. Tweedehands bouwmaterialen afkomstig van de sloop werden in november 1912 te koop aangeboden en nog diezelfde maand werden metselaars en bouwlieden aangetrokken. In december 1913 werden opnieuw deuren, vensters en een poort verkocht. Op 10 augustus 1914 verklaarde koningin Wilhelmina de zuidelijke Nederlanden in staat van oorlog. Gedurende de oorlog was de graaf, luitenant in een kurassiersregiment, veel afwezig. In november en december 1918, na het einde van de Eerste Wereldoorlog, bood Hillenraad korte tijd onderdak aan de Duitse ex-kroonprins. Over de rol van de graaf werd in de pers openlijk getwijfeld, waarbij Henri Hermans het opnam voor de graaf. Op 7 november 1919 bracht prins Hendrik een bezoek aan het kasteel. De voorburcht werd uitgebreid met een westelijke vleugel om zo een U-vorm te krijgen met de open zijde naar het kasteel. In de nieuwe vleugel, rechts van de poort, kwam een nieuwe, grotere slotkapel. De vrijstaande toegangspoort werd opgenomen in de nieuwe vleugel. Gedurende de verbouwingen werden de tuinen geregeld gebruikt voor feesten, terwijl de grachten 's winters werden gebruikt als ijsbaan, waarvoor zelfs geregeld werd geadverteerd in de kranten. Tenslotte kreeg het fronton boven de poort het alliantiewapen Wolff Metternich - Von Schall Riaucour met daaronder op een banderol het jaartal 1922: het jaar waarin de restauratiewerkzaamheden werden voltooid.

De tuinen van kasteel Hillenraad worden enkel bij speciale gelegenheden opengesteld voor het publiek.

De landerijen van Hillenraad omvatten tegenwoordig ongeveer 175 hectare.

Kasteel Hillenraad met links de hoofdburcht en rechts de voorburcht.

Externe links