Hautvast

Uit Genealogie Limburg Wiki
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.
Tree3c.jpgTree3c.jpgTree3c.jpg

GENEALOGIE HAUTVAST


Generatie I

I.1 Joannes HAUTVAST
Gehuwd voor 28 mei 1589 met Catharina VLEUGELS, overleden op 14 maart 1648 te Nuth.
Op 14 oktober 1613 verkochten Jan Maes alias Bremers, gehuwd met Irmgart Hermans van Hunnecum en zijn ongehuwde broer Lenaert Maes, 18 tot 19 jaar oud, aan Jan Hautvast van Grijzegrubben vier grote en een halve kleine roeden akkerland boven Grijzegrubben "aent wins", grenzend aan hof Berg en Jan Hautvast zelf, geldend drie koppen rogge erfpacht per morgen aan hof Hulsberg. Iedere kleine roede kostte achttien stuivers.[1]
Op 13 maart 1649 is er sprake van onroerende goederen die Peter Brouns, weduwnaar Beel Aerts waren "aenerstorven door d'aflivicheijt van Jan Hautvast", welke goederen werden overgelaten aan diens kinderen. Deze verkochten het geheel aan Matthias Brouns, gehuwd met Gertruid Cloets.[2]
Uit dit huwelijk:
1. Jacobus, gedoopt op 28 mei 1589 te Nuth (getuige(n): Joannes Mas...., Petrus Weustenraedt senior, Mathias Engelen, Maria e.v. Maes Sloertzen, Catharina e.v. Peter Hautvast).
2. Petrus (zie II.2).
3. Anna, gedoopt op 29 augustus 1595 te Nuth (getuige(n): Rolandus Meijs, Joannes Bruls, Johanna Slortzen, Maria e.v. Werneri Boems(?), Catharina dochter van Joannes Severini), huwde te Nuth op 15 (waarschijnlijk september of oktober) 1653 met Godefridus HORSTMANS.
4. Mathias, gedoopt op 9 augustus 1598 te Nuth (getuige(n): Joannes Brullius, Theodorus Slangen, Anna Wasmans, Trintgen dochter van Mathias Engelen).
5. Mathias (zie II.6).

Generatie II

II.2 Petrus HAUTVAST, gedoopt op 2 januari 1593 te Nuth (getuige(n): Leonardus Huntgens, Goswinus ex inferno (Helle), Joannes Snijders, Johanna e.v. Godefridus Bruns, Maria Matthis, dochter van Andreas), zoon van Joannes HAUTVAST (zie I.1) en Catharina VLEUGELS.
Op 16 mei 1650 verkocht Peter Hautvast, gehuwd met Gertruijd Bosch, 47 kleine roeden weiland met moestuin te Grijzegrubben onder Nuth gelegen, grenzend aan Areth Janssen, Meijken Hautvast, de gemeente en Anna Nijs, aan Areth Janssen, gehuwd met Encken Hautvast, voor drie gulden per kleine roede. Het geheel was belast met een half malder rogge aan de kerk van Nuth. De koper zou verder nog twaalf gulden en vijf stuivers geven voor de hopstaken en het hout in de moestuin.[3]
Op 12 januari 1651 verklaarde Peter Hautvast, gehuwd met Truwe Bosch, aan Anna Rijckarts, buiten lands verblijvende, en Jenne Rijcarts, dochter van wijlen Jacob Rijcarts, elk 150 gulden schuldig te zijn.
Hij had namelijk de goederen, gelegen te Grijzegrubben, op 2 mei 1650 genaast die Leonaert Caris van hen gekocht had uit de nalatenschap van wijlen hun vader respectievelijk grootvader Henrich Rijcarts.
Het bedrag bleef als lening uitstaan tot het gevorderd zou worden, waarvoor Peter Hautvast borgde met zijn huis en hof te Grijzegrubben, een morgen groot en grenzend aan Willem Bruls, Vaes Limpens, de Nijerweg en de straat door Grijzegrubben; verder de helft van een perceel akkerland in de Schabbedellen, grenzend aan Thijs Ruijschgens, Peter Hautvast en Thijsken Cremers.[4]
De goederen, genaast door Peter Hautvast, en op 17 februari 1650 gekocht door Lenaert Caris, gehuwd met Heijleken Hermens, van de broers Gercken en Tonis en Jan Rijcarts (mede voor zus Encken en het kind van wijlen hun broer Jacob), bestonden uit een huis en hof te Grijzegrubben, een morgen groot, grenzend aan Willem Bruls, Vaes Lijmpens en de straat; voorts anderhalve morgen achter Lijedeckersbos, grenzend aan de gats en Anna Nijs; en verder 2,5 morgen akkerland achter Schabbedellen, grenzend aan Thijs Ruijschgens en Jan Nuchelmans. Caris moest voor alle delen in totaal 720 gulden betalen.[5]
Op 13 januari 1651 verklaarde Lunijs Rijkarts voor de schepenen van Geleen dat hij van Peter Hautvast 147 gulden en twaalf stuivers ontvangen had vanwege het aandeel van diens dochter Jenne Rijckarts in een huis en hof te Grijzegrubben, grenzend aan Willem Broels en Vaes Lijmpens en in twee percelen akkerland aldaar gelegen.[6]
Gehuwd met Gertrudis BOSCH.
Uit dit huwelijk:
1. Gertrudis, gedoopt op 14 februari 1626 te Nuth (getuige(n): Servatius Huntgens, Elisabetha e.v. Joannes Snijders).
2. Gertrudis, gedoopt op 1 maart 1629 te Nuth (getuige(n): Joannes Cortten, Petronella Renckens).

II.6 Mathias HAUTVAST, gedoopt op 7 oktober 1599 te Nuth (getuige(n): Joannes Knolken, Rolandus Gerards, Joannes Engelen, Maria Heuntgens, Maria Coppen), overleden op 7 oktober 1665 te Nuth op 66-jarige leeftijd, waarschijnlijk!, zoon van Joannes HAUTVAST (zie I.1) en Catharina VLEUGELS.
Op 4 december 1651 verkocht Matthijs Houstermans, gehuwd met Elijsabeth Diederen, aan Thijs Hautvast, gehuwd met Encken Offergelt, de volgende onroerende goederen:
a) 47,5 kleine roeden weiland, grenzend aan Areth Jans, Tijs Hautvast, de straat en Anna Nijs, belast met een malder rogge aan de kerk van Nuth;
b) 99 kleine roeden akkerland "in de swartcoul", grenzend aan Tijs Ruijschen, goederen van de heer van Schinnen, Willem Bruls en jonker Schaesbergh.
De weide kostte 132 gulden en het akkerland 27 stuivers per kleine roede.[7]
Op 2 mei 1652 verkocht Peter Nuchelmans, gehuwd met Heijleken Offergelts, aan zijn zwager Thijs Hautvast, gehuwd met Encken Offergelts, 75 kleine roeden weiland "de Neij" onder Nuth, grenzend aan Thijs Hautvast en de straat, voor 150 gulden en vijftien stuivers, belast met een cijns uit 50 gulden staande t.b.v. de schutterij van Nuth, te korten op de koopsom.[8]
Ongedateerd verslag over enige soldaten die het huis van Mathijs Hautvast waren binnengedrongen en daar voedsel en drank hadden genomen. Als de leeftijd van de eveneens genoemde Jan Hermans (22 jaar) klopt, moet dit in 1664 gebeurd zijn.[9]
Gehuwd voor de kerk op 24-jarige leeftijd op 5 september 1624 te Nuth met Anna OFFERGELTS, mogelijk gedoopt op 25 oktober 1599 te Nuth, overleden op 8 maart 1667 te Nuth, vermoedelijk dochter van Coenradus OFFERGELTS (OFFERMANS) en Catharina GEELEN. Haar zus Helena Offergelts was gehuwd met Peter Nuchelmans
Uit dit huwelijk:
1. Joannes, geboren ca. 1625, vermoedelijk!
2. Jacobus (zie III.4).
3. Elisabeth, gedoopt op 25 maart 1632 te Nuth (getuige(n): Leonardus Caris, de echtgenote van Franciscus Snijders), naam moeder niet vermeld.
4. Coenradus (zie III.7).
5. Catharina, gedoopt op 10 april 1635 te Nuth (getuige(n): Maximiliaen Timmers, Maria e.v. Servatius Huntgens), achternaam moeder Heurkens, overleden op 21 maart 1679 te Nuth op 43-jarige leeftijd. Trijn Offergelts, gehuwd met Steven Roex!
Gehuwd voor de kerk op 23-jarige leeftijd op 28 juni 1658 te Valkenburg met Stephanus ROEX, 33 jaar oud, gedoopt op 2 februari 1625 te Nuth, overleden op 2 juni 1694 te Nuth op 69-jarige leeftijd, zoon van Johannes ROEX en Aleidis TIMMERS.
6. Mathias (zie III.11).
7. Petrus, gedoopt op 17 januari 1642 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Lindelauff(?), Maria Bruls), naam moeder niet vermeld.

Generatie III

III.4 Jacobus HAUTVAST, gedoopt op 4 april 1629 te Nuth (getuige(n): Joannes Hautfast, Catharina e.v. Mattheus Ruijters), achternaam moeder niet vermeld, overleden op 19 januari 1713 te Nuth op 83-jarige leeftijd, zoon van Mathias HAUTVAST (zie II.6) en Anna OFFERGELTS.
Op 8 oktober 1663 verkochten broer en zus Joannes en Marie Nijs aan Coen Hautvast, gehuwd met Berb Bemelmans, een halve bunder en 92 kleine roeden weiland te Terstraten onder Nuth in twee percelen. Het ene perceel, 152 kleine roeden, grensde aan Lintgen Bosch en de Groeneweg; het andere perceel, 140 kleine roeden, zijnde de huisweide met huis, grensde aan Lintgen Caris, Coen Hautvast, de straat naar de "haelhegge" en de verkopers. Iedere kleine roede kostte drie gulden. Het geheel was belast met een vat rogge aan de kerk van Nuth.[10]
Op 3 november 1663, ten overstaan van notaris van der Stam, verklaarde Coen Hautvast van Nuth, gehuwd met Barbara Bemelmans, 500 gulden tegen 6,25% geleend te hebben van Gijssel Ramaekers, weduwe Otto Haghmans.
Tot onderpand stelde hij:
a) een morgen en drie kleine roeden weide op de Berg, grenzend aan de straat en Lenert Bosch;
b) drie morgen en twintig kleine roeden akkerland op het Helleveld, grenzend aan Joannes Nijst en Caspar Maes;
c) een morgen land in de Swartecoul, grenzend aan Jacob Hautvast.[11]
Op 29 juli 1666 verkocht Jacop Hautvast, gehuwd met Trijneken Bruls, circa een morgen land in Lambrichtsweijde, grenzend aan hof Bergh, Tijs Moberts, Geurt Limpens en het voetpad, aan korporaal Hendrik Tribels, gehuwd met Berbe Maes, voor 22 stuivers per roede.[12]
Op 7 februari 1707 verkocht Gerardt Wijnen, gehuwd met Catharina Peters, voor 21 stuivers per roede land aan Jacob Hautvast en zijn zonen Mathijs en Coen. Het land, bij meting groot 189 1/4 roede, lag in het Grijzengrubberveld tussen Jacob Hautvast, altaarland van Schinnen en de weduwe Hendrik Nijbelen.[13]
Gehuwd voor de kerk op 23-jarige leeftijd op 8 juli 1652 te Nuth (getuige(n): Conrardus Hautvast, Gertrudis Bruls) met Catharina BRULS, 24 jaar oud, gedoopt op 17 oktober 1627 te Nuth, achternaam moeder niet gegeven! Overleden op 17 januari 1713 te Nuth op 85-jarige leeftijd, dochter van Wilhelmus BRULS en Catharina SEVERENS.
Uit dit huwelijk:
1. Joannes, gedoopt op 25 september 1653 te Nuth (getuige(n): Godefridus Horsmans, Theodorus Tribels, Catharina Ruijschen).
2. Wilhelmus, gedoopt op 12 oktober 1655 te Nuth (getuige(n): Joannes Hautvast), overleden op 4 september 1737 te Nuth op 81-jarige leeftijd.
Op 12 december 1722 verkocht Maria Leunissen, met volmacht van haar echtgenoot Joannes Nicolaes Bour, bijgestaan door haar zoon Peter Horstmans en haar broer Jan Leunissen, aan Willem Hautvast, gehuwd met Cornelia Bouts(!), 266 kleine roeden weiland "op den Brandt" onder Wijnandsrade, grenzend aan Thijs Eggen, Jan Eggen, de gats en de beek, voor 18 stuivers per kleine roede.[14]
Op 20 februari 1737 maakte Willem Hautvast, gehuwd met Cornelia Bosch, zijn testament. Aan zijn broer Coen, gehuwd met Jenne Hermens, zijn zuster Anna, weduwe Jan Drummen, en de kinderen van Severen Bemelmans en Catharina Hautvast liet hij na:
a) 60 kleine roeden in de "Swartecoul" tussen de weduwe Ercken Hermans en Jan Heijnen;
b) 50 kleine roeden "onder de heuvel" tussen de weduwe Jan Drummen en Lenaert Slangen;
c) 50 kleine roeden land "aen brounskoulke" tussen Nijst Aloffs en Peter Meijs.
Aan zijn broer Mathijs en zijn zwager Hendrik Drummen dienden zij elk een dukaat te geven.[15]
Gehuwd voor de kerk op 44-jarige leeftijd op 2 oktober 1700 te Nuth (getuige(n): Guilelmus Schepers, Tevis Tribels) met Cornelia BOSCH overleden op 6 oktober 1743 te Brand-Nuth, waarschijnlijk dochter van Leonardus BOSCH en Elisabeth SCHEUTJANS.
3. Elisabetha, geboren ca. 1660, (geschat), overleden op 19 oktober 1734 te Nuth.
Gehuwd voor de kerk op 26 januari 1690 te Nuth (getuige(n): Conrardus Hautvast, Maria Drummen) met Henricus DRUMMEN, geboren 1660/1665, overleden op 27 september 1741 te Grijzegrubben-Nuth, zoon van Melchior DRUMMEN en Elisabeth MUIJTERS.
4. Matheus, gedoopt op 6 maart 1663 te Nuth (getuige(n): Petrus Hautvast, Anna Offergelts).
5. Matthias, gedoopt op 7 juni 1665 te Nuth (getuige(n): Henricus Schepers namens Joannes Smeets, Anna Hagens).
24 april 1731 schenkt hij al zijn bezittingen aan zwager Jan Drummen in ruil voor kost en inwoning, drank, kleding en een goede begrafenis.[16]
6. Anna, gedoopt op 23 december 1666 te Nuth (getuige(n): Henricus Vromen, Maria Hamers, weduwe van Servatius Huntgens), overleden op 26 september 1747 te Nuth op 80-jarige leeftijd.
Gehuwd voor de kerk op 37-jarige leeftijd op 9 april 1704 te Nuth (getuige(n): Conrardus Hautvast, Margaritha Drummen) met Joannes DREMMEN, 34 jaar oud, gedoopt op 18 maart 1670 te Nuth (getuige(n): Theodoor Habets namens Joannes Muiters), overleden op 11 december 1735 te Grijzegrubben-Nuth op 65-jarige leeftijd, zoon van Melchior DRUMMEN en Elisabeth MUIJTERS.
7. Catharina, geboren 1667/1668 te Nuth, (geschat), overleden op 27 oktober 1714 te Nuth.
Gehuwd voor de kerk op 25 november 1688 te Nuth (getuige(n): Conrardus Hautvast, Elizabetha Hautvast, Hermanus Odekercken) met Severinus BEMELMANS, 24 jaar oud, gedoopt op 8 juni 1664 te Nuth (getuige(n): Henricus Cortten), overleden op 28 maart 1709 te Grijzegrubben-Nuth op 44-jarige leeftijd, zoon van Severinus BEMELMANS en Margaretha CEULEN.
8. Jacobus, gedoopt op 13 maart 1669 te Nuth (getuige(n): Joannes Bruls, NN Hamers).
9. Coenradus (zie IV.13).
10. Joanna, gedoopt op 23 november 1671 te Nuth (getuige(n): Henricus Scheepers namens Jacobus Simons, Anna Hagens e.v. Mathias Hautvast namens Gertrudis Jurgens).
11. Maria, gedoopt op 28 september 1675 te Nuth (getuige(n): Joannes Bruls, Barbara Nuchelmans).

III.7 Coenradus HAUTVAST, geboren ca. 1634, overleden op 29 december 1695 te Nuth, zoon van Mathias HAUTVAST (zie II.6) en Anna OFFERGELTS.
Op 8 oktober 1663 verkochten broer en zus Joannes en Marie Nijs aan Coen Hautvast, gehuwd met Berb Bemelmans, een halve bunder en 92 kleine roeden weiland te Terstraten onder Nuth in twee percelen. Het ene perceel, 152 kleine roeden, grensde aan Lintgen Bosch en de Groeneweg; het andere perceel, 140 kleine roeden, zijnde de huisweide met huis, grensde aan LIntgen Caris, Coen Hautvast, de straat naar de "haelhegge" en de verkopers. Iedere kleine roede kostte drie gulden. Het geheel was belast met een vat rogge aan de kerk van Nuth.[17]
Op 24 januari 1696 verkochten Maria en Anna Hautvast, ongehuwde dochters van wijlen Coen Hautvast, bijgestaan door hun oom Mathias Hautvast, aan Johan Leuffkens, koopman te Maastricht:
a) hun huis met hof, land weiden en toebehoor, gelgen Terstraten onder Nuth, oostwaarts erfgenamen Gabriel Limpens, westwaarts Claes Hermens, hoofdzijden de straat en de erfgenamen Geurt Bemelmans;
b) een weiland "op den bergh", oostwaarts Thijs Theunissen, westwaarts Hendrick Eggen;
c) een beemd aan het Horen, oostwaarts Gabriel Limpens, westwaarts Lins Meijs, hoofdzijden de straat en de beek;
d) een akkerland in de Helle, oostwaarts Hendrick Houben, westwaarts erfgenamen Geurt Bemelmans, hoofdzijden Jan Paumbroeck en de huisweide;
e) een akkerland in het Helleveld, oostwaarts erfgenamen Geurt Bemelmans, westwaarts Laurens Meijs, hoofdzijden de weide van de erfgenamen Hendrick Frisschen en de goederen van heer Welters;
f) een akkerland in het Helleveld, oostwaarts Lins Meijs, westwaarts de erfgenamen Gabriel Limpens, hoofdzijden de erfgenamen Geurt Bemelmans en de erfgenamen Coen Hautvast;
g) een akkerland in het Helleveld, oostwaarts Engel Maes, westwaarts Claes Hermens, hoofdzijden de weide van de erfgenamen Gabriel Limpens en de erfgenamen Leonaert Wolfs;
h) een akkerland op het Helleveld, oostwaarts erfgenamen Geurt Bemelmans, westwaarts erfgenamen Leonaert Wolfs, hoofdzijden Maijken Severens en de erfgenamen Leonaert Wolfs;
i) een akkerland op het Helleveld, oostwaarts Hendrick Eggen, westwaarts de erfgenamen Gerardt(?), hoofdzijden Lens Meijs en Hendrick Eggen;
j) een akkerland op de Groeneweg, oostwaarts erfgenamen Peter Teunissen, westwaarts erfgenamen Gabriel Limpens, hoofzijden de groeneweg en de "hollheijwegh";
k) een stuk akkerland aan de groene heuvel in het Grijzegrubberveld, oostwaarts Jacob Hautvast, westwaarts Vaes Hamers, hoofdzijden de Sittarderweg en Mathis Hautvast.
Het geheel was ca. zes bunders groot en werd verkocht voor 25 stuivers per kleine roede. Aan lasten stonden een half vat rogge en een kan smout aan de kerk van Nuth, een vat rogge aan de armen van Nuth en twee kapoenen aan de pastoor van Beek; voorts 300 gulden en enige rente aan Catharina van der Meer, 180 gulden en enige rente aan de Armen van Nuth en 1200 gulden met verlopen rente aan de koper, de heer Leuffkens, welke lasten op de koopsom gekort werden.[18]
Gehuwd voor de kerk op 8 februari 1661 te Valkenburg met Barbara BEMELMANS, 26 jaar oud, gedoopt op 21 februari 1634 te Nuth (getuige(n): Joannes Corten senior, Ida Lijmpens), overleden op 25 december 1695 te Terstraten-Nuth op 61-jarige leeftijd, dochter van Arnoldus BEMELMANS en Maria GEERLINX
Uit dit huwelijk:
1. Maria, gedoopt op 23 augustus 1666 te Nuth (getuige(n): Agnes, e.v. Leonardus Wolffs).
2. Anna, gedoopt op 18 december 1667 te Nuth (getuige(n): Stephanus Roecx, Margaretha Schaffs).
3. Arnoldus, gedoopt op 5 februari 1670 te Nuth (getuige(n): Theodorus Habets namens Wilhelmus Walen, Anna Hagens).
4. Joannes, gedoopt op 23 maart 1671 te Nuth (getuige(n): Severinus Bemelmans, Maria Stijffs, e.v. Godefridus Bemelmans (van Driessen-Nuth)).

III.11 Mathias HAUTVAST, schepen, geboren ca. 1638, (geschat), overleden op 30 juli 1725 te Nuth, zoon van Mathias HAUTVAST (zie II.6) en Anna OFFERGELTS.
Op 28 januari 1667 verkocht Encken Bemelmans, weduwe Jan Nuchelmans, met toestemming van haar zwagers Peter Willems en Jan Coumans, aan Encken Offergelts en haar zoon Tijsken Hautvast, gehuwd met Encken Hagens, een halve morgen moestuin te Nuth, grenzend aan Jan Loenis, Tonis Coenen, de straat en Lintgen Caris de jonge, voor twe gulden per kleine roede.[19]
Op 4 oktober 1667 liet Thijsken Hautvast een akte realiseren, opgesteld op 3 oktober 1667 voor de schepenbank Nuth. Eduard Caris, gehuwd met Sara Hanssen was een goederenruil aangegaan met Thijs Hautvast, gehuwd met Enken Haegens. Caris gaf een morgen en dertig kleine roeden weiland "nieuwe weijde" te Grijzegrubben, grenzend aan Thevis Coenen, Jan Nuchelmans erven, de holleweg en Thijs Hautvast zelf; voorts een morgen en twintig kleine roeden akkerland "aen den heuvel", grenzend aan Lens Meijs, Lintien Hermans, Vaes Hamers en nogmaals Lintien Hermans. Hautvast gaf in ruil een halve bunder akkerland "op de hoeff" onder Spaubeek, grenzend aan Thijs Cuijperjans en de erven Cuiperjans[20]
Op 17 januari 1668 werden verschillende mensen ondervraagd aangaande een ruzie ten huize van Jan Bemelmans op Nierhoven. Mathijs Hautvast, omtrent dertig jaar oud, verklaarde niets gehoord noch gezien te hebben van enige scheldpartij of messentrekkerij tussen Simon Rousschen en Peter Tessers.[21]
Op 11 september 1683 werd Mathijs Hautvast door Jan Wuestenraedt voor 100 gulden voor de periode van 24 jaar beleend met anderhalve morgen weiland te Grijzegrubben, grenzend aan Mathijs Hautvast, Jan Schellarts en Lemmen Limpens.[22]
Op 12 augustus 1694 ruilde Mathis Hautvast goederen met Maria Resen, weduwe van Dionysius Nijpels. Hautvast ontving:
a) 220 kleine roeden beemd, oostwaarts Vaes Hamers, westwaarts heer Canisius
b) 259 kleine roeden weiland naast Symon Rouschen
c) 606 kleine roeden land achter deze weide
d) 221 3/4 kleine roeden land tussen oost Corst Diebets, west Paulus Horstmans
e) 200,5 kleine roeden land, oostwaarts Lenart Corfs
f) 216 kleine roeden land in de Withegge, westwaarts Jan Cremers
g) 109 kleine roeden land in de Swartecuijl, oostwaarts Jan Drummen
h) 224 kleine roeden land eveneens aldaar in de Swartecuijl
i) 155 1/3 kleine roeden land aan de Beckerweg, oostwaarts Lens Meijs
In ruil hiervoor droeg Hautvast een huis met hof, moestuin, weide en akkerland over, gelegen onder de hoofdbank Beek.[23]
Op 17 oktober 1694 verkocht Mattijs Haltvast, inwoner van Nuth, man en voogd van Anna Hagens, aan Mathijs Habets, gehuwd met Anna Kuijpers, voor twintig stuivers per kleine roede:
a) 107 kleine roeden akkerland te Groot Genhout, aan weerszijden grenzend aan Steven Hagens, hoofdzijde de Bekerweg;
b) 109 kleine roeden akkerland aldaar gelegen, grenzend aan de landscommandeur en de weg van Groot Genhout naar Klein Genhout;
c) 202 kleine roeden akkerland "int clein veltien", grenzend aan Jan Lemmens en de erfgenamen Otto Wouters, hoofdzijde erfgenamen Marten Boeckx;
d) 150 kleine roeden akkerland "op den drij kuil", grenzend aan de landscommandeur en Wouter Wolters.[24]
Op 9 november 1699 werd officieel vastgelegd dat Mathis Hautvast op 10 juni 1699 als meestbiedende voor 455 gulden en zestien stuivers een huis met hof en land te Grijzegrubben gekocht had. De verkoop vond plaats op last van de weduwe Nijst Nijpels ten nadele van Simon Rousschen. Volgens de meting van 17 juni 1699 ging het om:
a) 214 kleine roeden weiland, west Mathis Hautvast, oost erven Jan Coumans
b) 64,5 kleine roeden land achter deze weide
c) 53 3/4 kleine roeden bos, oost Vaes Hamers, west Lenert Hermens
d) 100 1/3 kleine roeden land achter de moestuinen, west This Hautvast
e) 26 3/4 kleine roeden land, oost Corst Crousen, west Vaes Hamers
f) 54 kleine roeden drie voet in de swartecuijl, west This Hautvast
g) 37 kleine roeden vier voet land, oost Jan Goossens, west erven H. Vroemen
h) 75 kleine roeden zes voet land achter Schaesberghweide
i) uit bijna 300 kleine roeden weiland met daarbij 12 kleine roeden bouwplaats het vijfde deel van Simon Rousschen, te weten het middenstuk van de huiswei, de bouw en de koeienstal, totaal 62 kleine roeden.[25]
Op 19 februari 1703 verkochten Peter Meijs, gehuwd met Catharina Cremers, Maria Waelen, mede voor Willem Waelen, en haar oom van moederszijde Frans Crijns, aan schepen Mathias Hautvast 105 kleine roeden land in de Eertgrubbe tussen Lenert en Jan Curfs, voor 22 stuivers per kleine roede.[26]
Op 24 mei 1703 verkocht Daniel Sleijpen, gehuwd met Ida Limpens, aan schepen Mathijs Hautvast 67 kleine roeden land op de Brounsberg, grenzend aan Mathijs Hautvast en Ercken Meijs, voor 18 stuivers per kleine roede en twee vaten rogge. Het land was belast met drie molster haver en een penning in de cijnskaart van Bergh.[27]
Op 27 september 1706 kocht schepen Mathijs Hautvast van Arnoldus Lemmens, inwoner van Munstergeleen en gehuwd met Gertruijdt Cleuters, ongeveer een morgen land aan de wijnweg, grenzend aan Mathis Hautvast, erven Vaes Hamers en Willem Schorkens, voor 21,5 stuiver per kleine roede.[28]
Op 30 september 1706 verkocht Mathis Rouckx, gehuwd met Elisabeth Brants, aan zijn oom Matthis Hautvast 66,5 kleine roeden land in de Schabbedellen achter Grijzegrubben tussen Mathis en Jacob Hautvast, Ercken Meijs en Severen Bemelmans, belast met drie molster haver en vijf oort in de cijnskaart van de Nieuwenhof, alsmede 63,5 kleine roeden land in de Swartecoul aan de wijnweg tussen Trijneken Robroeck, heer Blisia en erven Schaesbergh, elke kleine roede voor achttien stuivers.[29]
Op 4 april 1707 verkocht schepen Mathijs Hautvast aan Peter Sijben, gehuwd met Trijntgen Ramaeckers, 51 kleine roeden land aan de Trichterweg tussen de erven Schaesbergh en de weduwe Tummers en 51 kleine roeden land tussen de weduwe Tummers, erven Schaesbergh en heer . Blisia, voor achttien stuivers per kleine roede. Het land was belast met het derde deel van een half vat rogge aan het klooster St.-Gerlach.[30]
Op 27 februari 1713 ruilde schepen Mathias Hautvast goederen met Jan Hamers, gehuwd met Meijken Vleeshouwers. Hautvast ontving 256,5 kleine roeden akkerland te Grijzegrubben aan de wijenweg, laatgoed, grenzend aan hemzelf en Jan Cremers. Hij gaf hiervoor 31 hamelschapen.[31]
Ondertrouwd op 31 december 1663 te Beek. Tijsken Hautvast jongeman van Nutt met Anna Hagens jongedochter van Genhout, gehuwd voor de kerk op 20 januari 1664 te Beek met Anna HAGENS, 24 jaar oud, gedoopt op 24 oktober 1639 te Beek (getuige(n): Franciscus Hagens, Heiliken, e.v. Stephanus Cuijpers), overleden op 13 maart 1728 te Nuth op 88-jarige leeftijd, dochter van Gijsbert HAGENS en Helena CUIJPERS.
Uit dit huwelijk:
1. Antonius, gedoopt op 16 april 1664 te Beek (getuige(n): Antonius Denijs, Heliken Cuijpers).
Gehuwd voor de kerk op 33-jarige leeftijd op 15 december 1697 te Nuth. Antonius, zoon van Mathias uit Grijzegrubben; met dispensatie vanwege de gesloten periode (advent); pastoor heeft naam echtgenote niet ingevuld! Echtgenote is Anna van den DIESCH, alleen bekend bij doop Jacobus, zoon van Matthias Hautvast jr.
Anton Haltvast geboortig van Nuth is borger afgeroepen door de bode Clomp in het brouwersambacht en heeft op 8 maart 1698 de eed afgelegd.[32]
Op de genachting van 18 oktober 1728 werd door de erfgenamen Boomhouer 300 pattacons en 194 gulden en tien stuivers rente gevorderd van Anthoen Hautvast, staande op een obligatie van 12 maart 1720, ondertekend door wijlen Matthijs Hautvast, staande op diens huis en land, en bij erfenis nu tot laste aan genoemde Anthoen Hautvast.
De erfgenamen eisten beslaglegging en openbare verkoop van de belaste goederen.
De openbare verkoop vond plaats op 13 februari 1729 om 11 uur 's morgens.
Secretaris Meijs bracht het hoogste bod uit, groot 1000 gulden.
Op 12 april 1729 werd secretaris Meijs in de goederen bevestigd.[33]
2. Maria, gedoopt op 28 augustus 1666 te Nuth (getuige(n): Henricus Schepers namens Lambertus Lamboi, Anna Offergelts namens Barbara Bemelmans, e.v. Conrardus Hautvast), overleden op 13 november 1738 te Sint-Nicolaas-Maastricht op 72-jarige leeftijd. Gehuwd voor de kerk op 30-jarige leeftijd op 6 januari 1697 te Sint Nicolaas-Maastricht (getuige(n): Simon Teunissen, Antonius Hauvast, Gertrud Houtbeckers) met Cornelis THEUNISSEN, bakker, woonde in het huis "de Roos" in de Wolfsstraat te Maastricht
3. Catharina, geboren ca. 1668 te Nuth, overleden 1740/1744.
Gehuwd voor de kerk op 31 januari 1690 te Nuth (getuige(n): Matthias Hautvast, Joannes Brants) met Mathias BRANTS, geboren ca. 1663, overleden op 16 november 1744 te Nierhoven-Nuth, zoon van Casparus BRANTS en Anna STASSEN.
4. Anna, gedoopt op 12 april 1671 te Nuth (getuige(n): Arnoldus Penris, Maria Huntgens, e.v. Joannes Hagens).
Gehuwd met Gerard KEUTEN, koopman, burger van Maastricht.
5. Mathias (zie IV.29).
6. Helena, gedoopt op 16 maart 1678 te Nuth (getuige(n): Leonardus Caris, Maria Roussen), overleden op 30 juli 1752 te Nuth op 74-jarige leeftijd.
Gehuwd voor de kerk op 25-jarige leeftijd op 30 januari 1704 te Nuth (getuige(n): Guil. Schepers, Mechtildis Meijs) met Hermanus MEIJS, 30 jaar oud, gedoopt op 3 oktober 1673 te Nuth (getuige(n): Joannes Dremmen, Joanna Caris), overleden op 15 januari 1756 te Terstraten-Nuth op 82-jarige leeftijd, zoon van Laurentius MEIJS en Mechtildis HERMANS.
7. Joannes (zie IV.33).

Generatie IV

IV.13 Coenradus HAUTVAST, gedoopt op 25 maart 1670 te Nuth (getuige(n): Henricus Scheepers namens Anthonius Hautvast, Anna Bouts e.v. Antonius Keijsers), overleden op 22 oktober 1756 te Grijzegrubben-Nuth op 86-jarige leeftijd, zoon van Jacobus HAUTVAST (zie III.4) en Catharina BRULS.
Op 24 februari 1710 verwierven Jan Drummen, gehuwd met Anna Hautvast, en Coen Hautvast, gehuwd met Joanna Hermens, ieder de helft in 38 kleine roeden moestuin te Grijzegrubben, grenzend aan de gats, het voetpad, Mathijs Hautvast, Peter Meijs en Willem Hamers. Iedere kleine roede kostte 35 stuivers. Dit land was afkomstig van Catharina Bouts, die ingetreden was in het Wittevrouwenklooster te Maastricht.
Over deze aankoop ontstond een conflict met de weduwe Ercken Meijs, die de moestuin op basis van het recht van naasting opeiste. Uiteindelijk werd besloten dat zij de helft zou verwerven, zijnde het deel van Jan Drummen, die daarvoor de helft van de koopsom van 66 gulden 15 stuivers zou krijgen.[34]
Gehuwd voor de kerk op 34-jarige leeftijd op 31 augustus 1704 te Nuth (getuige(n): Wolterus Schaesbergh, Maria Hermans) met Joanna HERMANS, 30 jaar oud, gedoopt op 11 maart 1674 te Nuth (getuige(n): Joannes Dremmen, Mechtildis Hermans), achternaam moeder niet in doopaantekening, dochter van Godefridus HERMANS en Catharina CRACHS.
Uit dit huwelijk:
1. Jacobus (zie V.1).
2. Catharina, gedoopt op 31 januari 1707 te Nuth (getuige(n): Wilh. Schepers namens Joannes Meijs (timmerman), Anna Hagens namen Cornelia Bosch), overleden op 8 april 1780 te Nierhoven-Nuth op 73-jarige leeftijd, begraven op 10 april 1780 te Nuth.
Tijdens de genachtingen van 18 februari 1732, 17 maart 1732, 31 maart 1732 werd de aanklacht van Catharina Hautvast tegen Gabriel Limpens behandeld. Catharina Hautvast klaagde Gabriel Limpens, zoon van Leonaerd Limpens uit Terstraten aan. Hij had haar ontmaagd en zwanger gemaakt en zij eiste nu dat hij zijn huwelijksbeloften nakwam. Bij de geboorte van het kind op 22 maart 1732 had zij vroedvrouw Anna Bellen gezworen dat Gabriel Limpens de vader van het kind was. Het jongetje werd daags erna Gabriel gedoopt en overleed nog diezelfde dag.[35]
Gehuwd ca. 1737 met Wilhelmus KESSELS gedoopt op 11 april 1708 te Würm[36], overleden op 16 maart 1785 te Nierhoven-Nuth op 76-jarige leeftijd, begraven op 19 maart 1785 te Nuth, zoon van Adamus KESSEL en Anna STOEPEN.
3. Godefridus, gedoopt op 8 december 1708 te Nuth (getuige(n): Henricus Drimmen, Helena Onnou), overleden op 6 januari 1767 te Grijzegrubben-Nuth op 58-jarige leeftijd, beroerte, begraven op 8 januari 1767 te Nuth.
4. Wilhelmus (zie V.7).
5. Anna Maria, gedoopt op 29 december 1713 te Nuth (getuige(n): Wilh. Schepers namens Matthias Hautvast, Maria Hermens (tante)).
6. Joannes, gedoopt op 8 mei 1716 te Nuth (getuige(n): Thomas Bruls, Catharina namens Ida Kraegs).
7. Anna, gedoopt op 14 april 1718 te Nuth (getuige(n): Jacobus Kraegs, Anna Hautvast), overleden op 23 juli 1802 te Schimmert op 84-jarige leeftijd.
Gehuwd voor de kerk op 24-jarige leeftijd op 8 oktober 1742 te Schimmert met Theodorus DEBETS.

IV.29 Mathias HAUTVAST, schepen, geboren ca. 1675 te Nuth, overleden op 6 november 1746 te Nuth., zoon van Mathias HAUTVAST (zie III.11) en Anna HAGENS.
Op de genachting van 30 januari 1702 werd de aanklacht in behandeling genomen van de dochter van Thomas Aussems uit Waterval. Zij beweerde dat Mathijs Hautvast de jonge haar zwanger gemaakt had.
Er werd verzocht om arrest op zijn kindsdeel.
Op de genachting van 20 april 1702 verscheen Barbara Aussems voor het schepengerecht van Nuth en verklaarde dat zij op 3 juni 1701 "vleselijcke conversatie" had gehad met Mathijs Hautvast, waaruit op 26 februari 1702 een dochter geboren was.
Mathijs Hautvast ontkende alles, drong aan op borgstelling van haar kant, aangezien Waterval onder de Staten van Holland viel.
De komende maanden volgden nog enige maanbrieven van Hautvast en dan breekt de zaak af.[37]
Op 28 december 1714 kocht Mathijs Hautvast, gehuwd met Catharina Meijs, van zijn zwager Jan Hennen, gehuwd met Melken Meijs, diens erfdeel zoals dat bij overlijden van schoonvader Jacob Meijs was toebedeeld, zowel landerijen als vee als meubilair, met uitzondering van een beemd aan de Heijsterbrug onder Schinnen. De koopsom bedroeg 3296 guldens en vijf stuivers.[38]
Op 18 maart 1715 verkochten Peter Meijs, gehuwd met Maria Weusten, en Lenart Frissen, voogd van Bavo Jacob Meijs, zoon van Paulus Meijs en Judith Frissen, aan Mathijs Hautvast, gehuwd met Catharina Meijs, hun twee delen (uit vier delen), verworven na overlijden van hun vader Jacob Meijs, in een huis met bijbehorende gebouwen en weiland, groot ca. 281 kleine roede, grenzend aan Jan Drummen, de weduwe Peter Coumans en de straat, belast met een half vat rogge aan de kerk van Wijnandsrade; en voorts 35 kleine roeden moestuin "Kempelkoelhoff" op de Houvenast. Mathijs Hautvast betaalde voor elk deel 550 gulden.[39]
Op 20 januari 1722 verkocht Matthijs Hautvast de jonge, gehuwd met Catharina Meijs, aan Jan Drummen, gehuwd met Anna Hautvast, ca. 100 kleine roeden weiland "den Reimersbeck" te Grijzegrubben onder Nuth, grenzend aan Nelis Schettiens, Nijst Aloffs, de straat en Jan Cremers. De koopsom bedroeg 170 gulden.[40]
Op 20 januari 1728, ten overstaan van notaris Veugen, verkocht Mathias Haudvast, inwoner van Grijzegrubben onder Nuth en gehuwd met Catharina Meijs, aan Gerard Keutten, burger en koopman van Maastricht en gehuwd met Anna Haudtvast, twee percelen akkerland in het Grijzegrubberveld onder Nuth.
Het ene perceel, 82,5 kleine roede, grensde oostwaarts aan het wederdeel en westwaarts aan de koper; het andere perceel, 75 kleine roeden, grensde oostwaarts aan dekoper, westwaarts op de Leeghde met het wederdeel.
Iedere kleine roede gold 20 stuivers.
Verder ruilden zij ook nog twee percelen die bij erfdeling waren toegewezen.
Het betrof percelen "aan de peut" onder Nuth die hier niet nader werden beschreven.[41]
Op 30 maart 1729 verscheen Matthijs Hautvast, gehuwd met Catharin Meijs, wonend tot Grijzegrubben onder Nuth, voor notaris Caris te Maastricht.
Hij verkocht aan Peter Strouven, koopman te Maastricht, 266 kleine roeden akkerland met het staande gewas, gelegen in de Molshaag onder Schinnen, grenzend aan heer Negri en de Trichterweg, hoofdzijden baron a Blisia en de erfgenamen Pieter Limpens, voor 19,5 stuiver per kleine roede[42]
Op 2 augustus 1729, ten overstaan van notaris Thielen, verkochten de kinderen en erfgenamen van Hendrick Boomhouer aan Gerard Keuten, burger van Maastricht en gehuwd met Anna Hautvast, en Mathijs Hautvast, inwoner van Nuth en gehuwd met Catharina Meijs, de landerijen, weiden en beemden en het zevende deel van een huis te Grijzegrubben onder Nutm in totaal twee bunder en 84 kleine roeden, alsmede het zevende deel in drie morgen weide met bebouwing, eveneens onder Nuth gelegen.
Deze goederen hadden zij op 13 februari 1729 tijdens een openbare verkoop te Nuth verworven en waren op 28 mei 1729 gegicht. De geoderen waren afkomstig van Antonius Hautvast, die als erfgenaam van Matthias Hautvast en Anna Hagens bij de verdeling door landmeter Ackermans dit lot had verkregen.
De kopers verklaarden bekend te zijn met de specificaties van deze goederen en betaalden voor het geheel 1000 gulden.[43]
Op 10 maart 1730 ruilden Gerard Keutten, burger en koopman te Maastricht en gehuwd met Anna Hautvast, en Matthijs Hautvast, gehuwd met Catharina Meijs, onroerende goederen met Peter Meijs, gehuwd met Maria Weusten. Het betrof hun twee (van de zes) delen uit het huis van Mathijs Hautvast en Anna Hagens, zoals bij de deling door landmeter Ackermans beschreven was. Peter Meijs droeg hiervoor anderhalve morgen land, met de gewassen, gelegen in het Schinnerveld onder Schinnen, over. Dit land grensde aan de erven Schaesbergh en de Negri. Verder zou Peter Meijs nog 125 gulden aan Cornelis Theunissen betalen.[44]
Op 18 april 1730 leenden Matthijs Hautvast, gehuwd met Catharina Meijs, en zijn zwager Herman Meijs, gehuwd met Helena Hautvast, 200 oude Franse pistolen of Louis d'or tegen 5% van Frederick Willem van Wijlre Terworm, deken van de OLV-kerk te Aken. Het geld was bestemd voor hun gemeenschappelijke handel in schapen. Mathijs Hautvast borgde met 3,5 bunder op de zevenmorgen "aen de pertskuijl", grenzend aan Johan Kremer en Paulus Leunissen, en met 2,5 bunder op de Tienvrij, grenzend aan Vaes Dormans en Geurt Kremers. Herman Meijs borgde met negen bunders in twee percelen in het Helleveld gelegen en grenzend aan Geurt Snackers.[45]
Op 17 mei 1731 sloten Matthijs Hautvast, gehuwd met Catharina Meijs, en Herman Meijs, gehuwd met Helena Hautvast, een lening af met Frederick Wilhelm van Wijlre Terworm, deken van de OLV-kerk te Aken. Ten behoeve van hun gemeenschappelijke handel in schapen leenden zij 600 Rijksdaalders of pattacons tegen 5%. Matthijs Hautvast borgde met zijn huis, hof, tuin en huisweide, groot een bunder en gelegen tot Grijzegrubben onder Nuth; voorts met een bunder weiland, grenzend aan Michiel en Peter Meijs; verder nog drie bunder weide "de houvenats", grenzend aan Jan Drummen, Jacob Meijs en de weg. Herman Meijs borgde met zijn huis, hof, tuin en huiswei, gelegen te Terstraten onder Nuth, groot vijf morgen; voorts met 250 kleine roeden beemd, grenzend aan de weduwe Jan Cremers; en verder nog 150 kleine roeden beemd, grenzend aan Paulus en Jacob Meijs.[46]
Op 9 oktober 1731 leenden Matthijs Hautvast, gehuwd met Catharina Meijs, en Hermen Meijs, gehuwd met Helena Hautvast, van de heer van der Meer, gehuwd met Maria Elisabeth Canisius, 400 pattacons tegen 5%. Matthijs Hautvast borgde met drie bunders akkerland nabij de watercuijl, grenzend aan de erfgenamen Matthijs Rentgens, Arnold Bemelmans, Servaes Vroemen en de erfgenamen Schaesbergh. Hermen Meijs borgde met drie bunders in drie percelen in de Withegge, het eerste grenzend aan Nijst Aloffs en Jan Slangen; het tweede grenzend aan de erfgenamen Curffs en de weduwe van Jan Cremers; het derde grenzend aan de Beckerweg, Lenaert Limpens en Geurt Snackers.[47]
Op 29 mei 1732 leenden Matthijs Hautvast, gehuwd met Catharina Meijs, en Hermen Meijs, gehuwd met Helena Hautvast, 1500 rijksdaalders of 6000 gulden tegen 5% van overste Jean Jacques Heldevier. Matthijs Hautvast borgde met drie bunders weiland, genaamd de Overweijde, grenzend aan Giel Cremers en Hendrick Drummen, voorts een bunder met huis, moestuin en huiswei, grenzend aan Vaes Dormans en Jan Drummen; verder een bunder weiland genaamd de Neij, grenzend aan Giel en Peter Meijs; voorts twee bunders akkerland in de Swartcuijl, grenzend aan Jacob Bemelmans en Gerard Keuten. Hermen Meijs borgde met anderhalve bunder huis, moestuin en weiland, grenzend aan Geurt Snackers en Jan Limpens; en verder met vijf bunders akkerland achter de huiswei, grenzend aan Geurt Snackers en Lenaert Limpens.[48]
Op 28 maart 1736, ten overstaan van notaris Ruijters, verklaarde Mathijs Hautvast van Nuth, met Matthijs Ruijters en Theodorus Theunissen als getuigen, dat hij aan Mathijs Boomhouwer 160 gulden rente wilde op een lening van 900 rijksdaalders maar dat deze het geld geweigerd had, zeggende dat hij de hele lening afgelost wilde hebben.
Vervolgens had hij het geld aangeboden aan diens stiefmoeder maar ook zij had geweigerd en verlangde gehele aflossing van de lening.
Er werd nu bezwaar gemaakt tegen deze gang van zaken.[49]
Op 6 juli 1737 lieten Matthijs Hautvast, gehuwd met Catharina Meijs, en Herman Meijs, gehuwd met Helena Hautvast, een wisselbrief notarieel vastleggen. In die brief verklaarden zij dat zij op 16 februari 1734 van luitenant-kolonel Jean Jacques Heldevier 1600 gulden hadden geleend. Zij hadden beloofd dat bedrag binnen zes maanden terug te betalen. Een schriftelijk bewijs hiervan werd ter plekke overhandigd. Zij waren na zes maanden echter niet in staat die belofte na te komen en evenmin drie jaar later, gezien de slechte tijd, om aan de erfgenamen van overste Heldevier het bedrag te overhandigen. Daarom werd de schuld nu omgezet in een lening. Johan Willem Heldevier, raad van Maastricht, aanvaardde deze oplossing. Matthijs Hautvast stelde tot onderpand:
a) drie bunders weiland "de overweijde", grenzend aan Giel Cremers en Hendrick Drummen;
b) een bunder huis, moestuin en huiswei, grenzend aan Vaes Dormans en Jan Drummen;
c) een bunder weiland "de neij", grenzend aan Peter en Giel Meijs; twee bunders akkerland "in de swartcuijl", grenzend aan Jacob Bemelmans en Gerard Keuten;
d) ca. twee morgen beemd aan de Narregats, grenzend aan juffrouw Canisius en Hans Wolter van Schaesbergh;
e) anderhalve morgen beemd op de Pesch, grenzend aan Vaes Vroemen en de straat;
f) ca. 2,5 morgen akkerland "de paltsman", grenzend aan Jan Cremers en Nicolaes Coenen.
Herman Meijs stelde tot onderpand een halve bunder en 21 kleine roeden beemd te Terstraten, grenzend aan Peter Eggen en de weg; voorts anderhalve morgen weiland "de veltweijde", grenzend aan Geurt Snackers en Nicolaes Coenen; en anderhalve morgen weiland "de Berghweijde", grenzend aan Leonaerd Limpens en Peter Eggen.
De lening werd op 11 januari 1744 afgelost.[50]
Op 29 december 1738 verklaarde Matthijs Hautvast, gehuwd met Catharina Meijs, dat hij recentelijk land verkocht had aan Joannes Limpens, gehuwd met Gertruijd Mercken. Het betrof 200 kleine roeden op de witheggergraaf in het Grijzegrubberveld, grenzend aan Servaes Vroemen, Dionijs Aloffs en Geurt Snackers; en verder nog 172 kleine roeden aldaar gelegen, grenzend aan Nijst Aloffs, Claes Hermens, Geurt Snackers en Hermen Meijs. Joannes Limpens betaalde een gulden per kleine roede en moest verder nog "een paer mans en een paer vrouwe muijlen" leveren.[51]
Op 24 februari 1741, ten overstaan van notaris Royen uit 's-Gravenvoeren, verklaarde Mevis Hagens, schepen van Schinnen en gehuwd met Magdalena Mertens, de kapel van Sweikhuizen te funderen met 100 gulden.
Dit bedrag had schepen Matthis Hautvast van Nuth volgens handschrift op 30 juni 1737 geleend. Hautvast beloofde dit bedrag binnen een jaar aan de kapel te betalen.[52]
Op 19 december 1743 verkochten Catharina Meijs en haar meerderjarige zoon Paulus Hautvast, met toestemming van zijn vader Mathijs Hautvast, 126 kleine roeden akkerland in de Baexgrubbe onder Nuth, laatgoed en door Catharina Meijs via erfenis van haar ouders verkregen, grenzend aan Nijst Aloffs, de vloedgraaf en Jan Bouts. Koper was Dionisius Haenen, burger en koopman van Maastricht, gehuwd met Maria Pleuskens. Hij betaalde per kleine roede 35 stuivers.[53]
Op 3 maart 1744 leende Matthijs Hautvast, gehuwd met Catharina Meijs, 506 gulden en twee stuivers van het kapittel van de Pieterkerk te Sittard. Hij borgde daartoe met een tiende, genaamd Meijken Lenssentiende, gelegen in het Grijzengrubberveld onder Nuth, grenzend aan de erfgenamen jonker Schaesbergh en de cijnskaart Doenrade; en verder met ca. een halve bunder beemd op de Pesch, grenzend aan Servaes Vroemen, de beek en de straat.[54]
Op 16 maart 1744 verkocht Matthijs Hautvast, gehuwd met Catharina Meijs, aan Dionisius Aloffs twee stukken akkerland in het Grijzegrubberveld "aen de waetercuijl". Het ene stuk, 433 kleine roeden, grensde aan Joannes Drummen, Matthijs Brants, Arnold Bemelmans en Matthijs Hautvast. Het tweede stuk, 250 kleine roeden, grensde aan de erfgenamen Servaes Vroemen, Vaes Dormans, Gerard Keuten en de waterkuil. De koopsom bedroeg 305 pattacons (1220 gulden) en verder werd nog een vat gerst in de koop bedongen.[55]
Gehuwd voor de kerk op 9 januari 1707 te Nuth (getuige(n): Joes Hautvast, Guilh. Scheepers) met Catharina MEIJS, 23 jaar oud, gedoopt op 15 augustus 1683 te Nuth (getuige(n): Nicolaus Walen, Ida Smeets), overleden op 14 februari 1776 te Grijzegrubben-Nuth op 92-jarige leeftijd, begraven op 17 februari 1776 te Nuth, dochter van Jacobus MEIJS, schepen, en Catharina NUCHELMANS.
Op 25 oktober 1747 verscheen Catharina Meijs, weduwe Matthias Hautvast, met haar kinderen Jacobus Hautvast, gehuwd met Anna Elisabeth Thevissen, en de ongehuwde Peter, Paulus en Christiaen Hautvast, voor de schepenen van Nuth. Zij verklaarden dat hun goederen belast waren met een schuld van 1000 gulden uit 1737, welke schuld op 10 juni 1747 was afgelost. Daarvoor hadden zij op die dag 1000 gulden geleend tegen 5% van Cecilia van Bronsveldt, weduwe Joannes Deideren, wonend te Schinnen. Tot onderpand van deze lening dienden:
a) drie morgen akkerland "aen het peulken", grenzend aan Claes Hermens en de weduwe Nijsten;
b) anderhalve bunder akkerland aldaar gelegen, grenzend aan Hendrick Drummen en Judith Limpens;
c) circa twee morgen akkerland "in de barsgrubbe", grenzend aan de vloedgraaf en Nijst Aloffs;
d) circa een morgen akkerland "in de Eertgrubbe", grenzend aan Thomas Bruls en Nelis Cremers.'[56]
Uit dit huwelijk:
1. Mattheus, gedoopt op 5 december 1707 te Nuth (getuige(n): Wilh. Scheepers namens Jacobus Meijs (grootvader), Anna Hagens (grootmoeder)).
2. Catharina, gedoopt op 25 oktober 1709 te Nuth (getuige(n): Laurentius Meijss, Helena Hautvast, e.v. Hermanus Meijss).
3. Jacobus (zie V.15).
4. Anna, gedoopt op 17 januari 1713 te Nuth (getuige(n): Matthias Brants, Judith Frissen namens Elisabeth Hennen).
5. Paulus (zie V.18).
6. Joannes Servatius (zie V.20).
7. Petrus, gedoopt op 22 maart 1719 te Nuth (getuige(n): Petrus Meijs, Sophia Goris), overleden op 27 mei 1765 te Grijzegrubben-Nuth op 46-jarige leeftijd, beroerte, begraven op 29 mei 1765 te Nuth.
8. Henricus, gedoopt op 13 augustus 1721 te Nuth (getuige(n): Henricus Drummen, Catharina Haemers, e.v. Paulus Meijs).
9. Christianus (zie V.25).
10. Maria Anna, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 16 april 1728 te Nuth (getuige(n): Joannes Hautvast (oom), Judith Meijs).
Op 2 juli 1785 schonk Maria Anna Hautvast, gehuwd met baron van Rahier, aan haar broer Paulus Hautvast 133 1/3 kleine roeden akkerland op de Wijenweg, grenzend aan Willem Biesjans, schepen Ackermans, hof Dael en de Wijenweg, zoals haar was toebedeeld uit de nalatenschap van secretaris Meijs.[57]
Gehuwd met Ludovicus Claudius Josephus de RAHIER, geboren 1722, overleden op 19 januari 1809 te Florzé (B), baron de Rahier, heer van Bomal, zoon van Ferdinand de RAHIER en Maria Agnes de BERLAIMONT.[58]

IV.33 Joannes HAUTVAST, gedoopt op 24 juli 1681 te Nuth (getuige(n): Antonius Hautvast, Maria Didden), overleden op 8 mei 1734 te Nuth op 52-jarige leeftijd, zoon van Mathias HAUTVAST (zie III.11) en Anna HAGENS.
Op 8 maart 1727, ten overstaan van notaris Veugen, verkocht Joannes Hautvast, inwoner van Grijzegrubben onder Nuth en gehuwd met Sophia Gorissen, aan Gerard Keutten, gehuwd met Anna Hautvast, 166 kleine roeden akkerland te Grijzegrubben onder Nuth, grenzend aan Jan Cremers en heer a Blisia, hoofdzijden heer de Negri en Jan Cremers, voor 20 stuivers per kleine roede.[59]
Op 14 mei 1732 verkocht Joannes Hautvast, gehuwd met Sophia Goressen, inwoner van Grijzegrubben-Nuth, aan Gerard Keuten, burger en koopman van Maastricht, gehuwd met Anna Hautvast
a) 107 kleine roeden beemd te Nuth, oostwaarts de weduwe Canisius, westwaarts de koper met zijn wederdeel, voor 25 stuivers per kleine roede;
b) 63,5 kleine roeden "in de swartcuijl" onder Nuth, grenzend aan de erfgenamen Leentgen Hermens, Pieter Heijnen, heer a Blisia en Willem Hautvast, voor 18 stuivers per kleine roede;
c) 166 kleine roeden akkerland "omtrent het weijcken: in het Grijzegrubberveld onder Nuth, grenzend aan Jan Cremers, heer a Blisia, heer de Negri en Jan Cremers, voor 20 stuivers per kleine roede.[60]
Op 16 januari 1734 verkocht Joannes Hautvast, gehuwd met Sophia Gorissen, aan zijn zwager Gerard Keutten, burger en koopman te Maastricht, ca. 125 kleine roeden akkerland "aen het severen cruijs" onder Nuth, oostwaarts erfgenamen Thijs Reintgens, westwaarts Paulus Meijs, voor 20 stuivers per kleine roede.[61]
Gehuwd voor de kerk op 30-jarige leeftijd op 3 februari 1712 te Nuth (getuige(n): Goris Gorissen, Maria Brants) met Sophia GORESSEN, 27 jaar oud, gedoopt op 1 februari 1685 te Nuth (getuige(n): Joannes Gruels namens Severinus Goris, Catharina Robroeck namens Sibilla Maes), overleden op 11 november 1747 te Nuth op 62-jarige leeftijd, dochter van Henricus GORISSEN en Godefrida MAES.
Uit dit huwelijk:
1. Henricus, gedoopt op 4 maart 1712 te Nuth (getuige(n): Henricus Gorissen (grootvader), Anna Hagens (grootmoeder)).
2. Anna, gedoopt op 19 maart 1714 te Nuth (getuige(n): Wilh. Schepers namens Antonius Hautvast, Margaretha Ambstenraedt namens haar moeder Anna Maes).
3. Maria, gedoopt op 25 januari 1716 te Nuth (getuige(n): Matthias Brants, Godefrida Maes namens Maria van der Bomen).[62]
Gehuwd met Abraham DOREWALT.
4. Godefridus, gedoopt op 3 mei 1717 te Nuth (getuige(n): Matthias Hautvast (oom), Elisabeth Crijns, e.v. Georgius Goris).
5. Joannes, gedoopt op 7 april 1719 te Nuth (getuige(n): Wilh. Scheepers namens Gerardus Keuten, Anna Gorissen).
6. Henricus, gedoopt op 27 maart 1721 te Nuth (getuige(n): Henricus Houben, Helena Hautvast).
7. Henricus, gedoopt op 10 juni 1722 te Nuth (getuige(n): Matthias Hautvast (grootvader) namens Cornelis Thonissen (uit Maastricht), Catharina Hautvast namens Amelia of Mel Gorissen).
8. Catharina, gedoopt op 8 maart 1725 te Nuth (getuige(n): Joannes Bruls namens Daniel Frissen uit Sittard, Elisabeth Brandts).
9. Matthias, geboren te Nierhoven-Nuth, gedoopt op 11 oktober 1727 te Nuth (getuige(n): Matthias Hautvast, Catharina Hautvast namens Cornelia Bousch).

Generatie V

V.1 Jacobus HAUTVAST, gedoopt op 17 juli 1705 te Nuth (getuige(n): Wilh. Schepers namens Jacobus Hautvast, Catharina Gras), overleden 1758/1771, zoon van Coenradus HAUTVAST (zie IV.13) en Joanna HERMANS.
Gehuwd voor de kerk (1) voor 1747 met Agnes LENSSEN, overleden op 26 juni 1757 te Nuth.
Gehuwd voor de kerk (2) op 53-jarige leeftijd op 24 augustus 1758 te Nuth met Catharina MEULENBERGH, 48 jaar oud, gedoopt op 16 mei 1710 te Nuth (getuige(n): Joannes Daemen namens Petrus Meulenberg, Gertrud Drummen), overleden op 24 november 1797 te Tervoorst-Nuth op 87-jarige leeftijd, dochter van Renerus MEULENBERGH en Elisabeth DREMMEN.
Uit het eerste huwelijk:
1. Joanna, gedoopt ca. 1747, overleden op 16 november 1804 te Nuth.
Gehuwd voor de kerk op 24 april 1782 te Nuth, derde graad bloedverwantschap met Jacobus DRIMMEN, 25 jaar oud, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 29 september 1756 te Nuth (getuige(n): Joannes Drimmen, Maria Catharina Brouwers), zoon van Jacobus DRUMMEN en Barbara DORMANS.
2. Simon (zie VI.3).
3. Conradus, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 13 december 1749 te Nuth (getuige(n): Joes Pricken namens Wilhelmus Lensen, Catharina Hautvast).
4. Godefridus, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 16 april 1751 te Nuth (getuige(n): Petrus Houben namens Godefridus Hautvast, Anna Linden namens Anna Nidekercken), overleden 1751/1754.
5. Severinus, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 31 december 1752 te Nuth (getuige(n): Mathhias Dormans, Anna Leijdenkercken).
6. Godefridus (zie VI.8).
7. Severinus, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 18 mei 1755 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Hautvast, Catharina Linssen), achternaam moeder Leunissen.

V.7 Wilhelmus HAUTVAST, gedoopt op 15 maart 1711 te Nuth (getuige(n): Wilh. Schepers namens Petrus Kempeners (uit Neerbeek), Catharina Hautvast), overleden op 18 oktober 1779 te Hunnecum-Nuth op 68-jarige leeftijd, buikloop, begraven op 19 oktober 1779 te Nuth, zoon van Coenradus HAUTVAST (zie IV.13) en Joanna HERMANS.
Op 13 april 1762 verkocht Willem Hautvast, gehuwd met Elisabeth Vleeshouwers, aan Willem Cleentjens, gehuwd met Elisabeth Hermens, 60 kleine roeden akkerland "in de swaert koul" onder Nuth, grenzend aan heer a Blisia, Willem Kessels, Joannes Frissen en de weg. Idere kleine roede kostte 33 stuivers.[63]
Op 18 maart 1763 leende Willem Hautvast, gehuwd met Elisabeth Vleeshouwers, 150 gulden tegen 5% van Joannes Habets, pastoor van Nuth, uit de fundatie van Marten Snijders. Hij stelde daartoe tot onderpand 120 kleine roeden weiland te Hunnecum onder Nuth, grenzend aan de Kempkensweg, de erfgenamen Jan Paes en de dorpstraat; en voorts 49,5 kleine roeden akkerland te Nuth, grenzend aan Jacobus Ramaekers en de erfgenamen Hermen Jongen. Het geld diende voor de aankoop van 99 kleine roeden akkerland op de Ludderweg onder Nuth.[64]
Gehuwd voor de kerk op 28-jarige leeftijd op 28 oktober 1739 te Nuth (getuige(n): Joannes Hautvast, Petrus Vleeschheuwers) met Elisabeth VLEESCHHEUWERS, 24 jaar oud, gedoopt op 20 december 1714 te Hulsberg, overleden op 13 september 1797 te Hunnecum-Nuth op 82-jarige leeftijd, dochter van Godefridus VLEIJSHOUWERS en Mechtildis GELDERS.
Uit dit huwelijk:
1. Joanna Maria, gedoopt op 30 augustus 1740 te Nuth (getuige(n): Godefridus Vleeschheuwers (grootvader), Joanna Hermens).
2. Anna Mechtildis, gedoopt op 23 mei 1742 te Nuth (getuige(n): Joannes Pricken namens Conrardus Hautvast, Mechtildis Gelders).
3. Joanna Maria, gedoopt op 24 oktober 1745 te Nuth (getuige(n): Joannes Pricken namens Jacobus Hautvast (oom), Mechtild Vleeschheuwers (tante)).
4. Petrus, geboren te Nierhoven-Nuth, gedoopt op 3 mei 1751 te Nuth (getuige(n): Petrus Vleeschheuwers (oom), Catharina Hautvast (tante)).
5. Maria Elisabeth, geboren te Nierhoven-Nuth, gedoopt op 9 januari 1754 te Nuth (getuige(n): Joannes Pricken namens Jacobus Vleeschheuwers, Agnes Lönissen), overleden op 8 oktober 1811 te Nuth op 57-jarige leeftijd.

V.15 Jacobus HAUTVAST, gedoopt op 15 maart 1711 te Nuth (getuige(n): Joannes Hennen, Helena Hautvast namens Anna van de Diesch, e.v. Antonius Hautvast), zoon van Mathias HAUTVAST (zie IV.29) en Catharina MEIJS.
Op 29 mei 1753 verkochten Christiaen Schiffelers, gehuwd met Barbara Paumen, en Jacobus Hautvast, gehuwd met Anna Elisabeth Tevissen, als erfgenamen van Catharina Paumen, aan Henric Houben, inwoner van Amstenrade en gehuwd met Elisabeth Wijnen, ca. 85,5 kleine roeden akkerland in de Treebeek, grenzend aan Peter Boonen en de weg langs Amstenrade, hoofdzijde de weg naar Merkelbeek, bezaaid met koren, voor 26 stuivers per kleine roede.
Omdat Schiffelers het land had ingezaaid zou hij per roede vijf stuivers meer krijgen dan Hautvast.[65]
Op 26 februari 1754 verkocht Francis Reinckens, weduwnaar en wonend te Susterseel, aan Jacobus Haudtvast, gehuwd met Anna Elisabet Tevis, zijn in het Merkelbekerveld onder de bank Oirsbeek gelegen onroerende goederen, te weten:
a) 300 kleine roeden land "in de platten van den velde", grenzend aan Reijner Puthmans, Dirck Pennas, de erfgenamen Lienard Kuijpers en de erfgenamen Thomas Wissenbosch, belast met een half vat rogge aan de kerk van Merkelbeek;
b) 130 kleine roeden land omtrent "de kleijkoulen", grenzend aan Aret Limpens en Dirck Pennas en Reijner Puthmans, hoofdzijden heer de Negri en Pauls Bloemen, belast met een kop rogge aan de koster van Merkelbeek;
c) 56 kleine roeden land "op den Cnoelsberch", grenzend aan Aret Limpens en Wilm Meulenberch, hoofdzijden de weduwe Aret Schoffelen en Joannes Herings.
Iedere kleine roede werd verkocht voor 31 stuivers.
Voor de lasten werd dertig gulden in mindering gebracht.
De akte werd op 7 maart 1754 gerealiseerd voor de schepenbank Oirsbeek.[66]
Op 28 oktober 1762, ten overstaan van notaris Royen uit Sint-Martensvoeren, legde Jacobus Hautvast, 51 jaar oud, wonend in Gen Hout onder Merkelbeek, een verklaring af op verzoek van prins de Ligne.
Hij zei dat hij had gezien dat al zo'n zes tot zeven jaar heer Joseph de Limpens alleen of samen met zijn knecht en een jachthond vrijelijk over de gewande van de hof Wigelrade onder Oirsbeek, toebehorend aan balije van Aldenbiessen, en op de Douvenberg en op de Kerscoul, vallend onder huis Amstenrade en alle velden daaromheen gelegen had gejaagd.[67]
Op 27 november 1765 verscheen Jacobus Hautvast, inwoner van Douvengenhout in de parochie Merkelbeek en gehuwd met Anna Elisabeth Thevissen, ten kantore van notaris Guichard te Maastricht.
Hij verklaarde van de pastoor en kerkmeester van de parochie St.-Nicolaa te Maastricht 2000 gulden tegen 4% geleend te hebben.[68]
Tot onderpand stelde hij:
a) 1300 kleine roeden weide met schuur, gelegen tegenover zijn huis en grenzend aan de groene hagen, de weg, het veld en diverse anderen;
b) ca. een bunder huis met hof, stallen en toebehoren, gelegen tot Douvengenhout, grenzend aan Hermanus Drummen en de weg;
c) ca. 20 bunder land in diverse percelen, gelegen in de bank Oirsbeek.
De akte werd gerealiseerd voor de schepenbank Oirsbeek op 21 januari 1766.
Op 3 december 1768 stelde Jacobus Hautvast, inwoner van Douvergenhout en gehuwd met Elisabeth Thewissen, zich medeborg voor de lening die zijn broers Paulus en Christiaen op 3 april 1758 waren aangegaan.[69]
Op 21 juni 1771 leende Jacobus Hautvast, gehuwd met Anna Elisabeth Thevissen en wonend te Douvengenhout, 288 rijksdaalders van het kapittel van Sint Pieter te Sittard. Tot onderpand stelde hij vijf zillen akkerland onder Douvengenhout, grenzend aan "heerdwild" en ca. vijf zillen "in den hooren bies" onder Douvengenhout, grenzend aan "wigelder gewande" en de weduwe Schoonhoven. De akte werd op 23 februari 1775 gerealiseerd voor de schepenbank Oirsbeek.[70]
Op 25 juli 1771 leende Jacobus Hautvast, inwoner van Douvengenhout in de parochie Merkelbeek en gehuwd met Anna Elisabeth Thevissen, 2000 gulden tegen 4% van T.H. Bonten, advocaat en schepen van Maastricht en gehuwd met Anna Elisabeth Kerens. Tot onderpand stelde hij zijn onroerende goederen onder de schepenbank Oirsbeek gelegen, ca. 30 bunders groot, en al zijn overige goederen, die, na aflossing van 2000 gulden aan de kerk van Sint Nicolaas te Maastricht nog belast waren met 4000 gulden die hij op 4 augustus 1770 van Bonten geleend had ten overstaan van notaris Hupkens te Maastricht, die ook deze akte opstelde. De akte werd daags erna gerealiseerd voor de schepenbank Oirsbeek.[71]
Op 14 juli 1774 verkocht Jacobus Hautvast, gehuwd met Anna Elisabeth Thevissen, aan Anthon Becx, inwoner van Schinveld en gehuwd met Anna Elisabeth Reijnders, 105 kleine roeden akkerland, laatgoed, gelegen "aen den Scheelbergh", grenzend aan Arnoldus Haertmans en baron de Negri, voor drie gulden per kleine roede. Realisatie dezelfde dag voor de schepenbank Oirsbeek.[72]
Op 28 februari 1776 verschenen de schepenen van Oirsbeek bij Jacobus Hautvast, gehuwd met Anna Elisabeth Thevissen. Jacobus, ziek te bed liggend, verklaarde ca. 200 gulden nodig te hebben om de tienden te betalen aan het kapittel van Sint Pieter te Maastricht. Daarvoor was reeds gereclameerd voor het gerecht van Oirsbeek. Maar omdat de pachters van Hautvast hem nog niet betaald hadden, was hij nu genoodzaakt bij de Eerwaarde heer Werden te Sittard 200 gulden te lenen tegen 5%. Daartoe borgde hij met ca. een bunder akkerland "op de latsmaer", grenzend aan de weduwe Hennen en Mechel Aerts, hoofdzijden Joannes Cuipers en Marten Douven.[73]
Gehuwd met Anna Elisabeth TEWISSEN, gedoopt op 9 maart 1713 te Merkelbeek, dochter van Everardus TEWISSEN en Maria PAUMEN.
Uit dit huwelijk:
1. Maria Catharina, gedoopt op 20 november 1739 te Merkelbeek.
Ondertrouwd op 31 augustus 1760 te Heerlen, bruidegom van Passart-Nieuwenhagen, bruid van Merkelbeek, gehuwd voor de kerk op 20-jarige leeftijd op 14 september 1760 te Heerlen met de 24-jarige Claudius Ernestus VONCKEN, gedoopt op 11 maart 1736 te Simpelveld, zoon van Christianus VONCKEN en Maria REUMERS.
2. Catharina Mechtildis, gedoopt op 26 december 1741 te Merkelbeek, overleden op 22 september 1747 te Merkelbeek op 5-jarige leeftijd.
3. Christianus, gedoopt op 3 september 1743 te Merkelbeek.
4. Everardus, gedoopt op 9 april 1745 te Merkelbeek.
5. Anna Margaretha, gedoopt op 27 juni 1747 te Merkelbeek.
6. Christianus, gedoopt op 20 juni 1749 te Merkelbeek.
7. Catharina Mechtildis, gedoopt op 15 november 1751 te Merkelbeek.
8. Mathias, gedoopt op 18 juni 1754 te Merkelbeek, overleden op 1 februari 1794 te Merkelbeek op 39-jarige leeftijd.
Op 30 augustus 1780 verkochten Mathijs Hautvast, gehuwd met M.E. Limpens, en Glaudius Voncken, gehuwd met Maria Catharina Hautvast, aan Matthijs Eggen, ongehuwd, 71 en een derde kleine roeden akkerland op de achtbunder in het Grijzegrubberveld onder Nuth, grenzend aan de weduwe Brants en Peter Meijs, hoofdzijde N. Hautvast.
Dit land was bij opbod voor 45 stuivers per kleine roede verbleven aan de genoemde Matthijs Eggen.
De akte werd dezelfde dag gerealiseerd voor de schepenbank Nuth.[74]
Op 4 november 1780 verklaarden Mathijs Hautvast, gehuwd met M.E. Limpens, en Glaudius Voncken, gehuwd met M.C. Hautvast, dat zij op 30 augustus 1780 tijdens een openbare verkoop aan Joannes Wilhelmus Welters, gehuwd met Maria Catharina Lemmens twee percelen land in het Grijzegrubberveld onder Nuth verkocht hadden, te weten:
a) 99 kleine roeden met het kleef, gelegen aan de Vaart, grenzend aan de vaart en Peter Meijs, hoofdzijde de Maastrichterweg;
b) land achter de Hauenaster [geen maten gegeven], grenzend aan Peter Meijs en de weide van Hautvast, vallend onder de cijnskaart Doenrade
Het geheel was verkocht voor 295 gulden.
De akte werd geraliseerd op 18 mei 1784 voor de schepenbank Nuth.[75]
Gehuwd voor de kerk op 25-jarige leeftijd op 5 april 1780 te Merkelbeek (getuige(n): Gladius Foncken, Daniel Celis) met de 27-jarige Maria Elisabeth LIMPENS, gedoopt op 28 oktober 1752 te Oirsbeek, overleden op 12 oktober 1832 te Vinck-Kerkrade op 79-jarige leeftijd, dochter van Walramus LIMPENS en Maria Catharina de LIMPENS.[76]
V.18 Paulus HAUTVAST, gedoopt op 14 juli 1715 te Nuth (getuige(n): Wilh. Schepers namens N. Keulen (burger van Maastricht), Judith Frissen), overleden op 15 oktober 1787 te Grijzegrubben-Nuth op 72-jarige leeftijd, zoon van Mathias HAUTVAST (zie IV.29) en Catharina MEIJS.
Op 15 mei 1747 leende Paulus Hautvast, gehuwd met Catharina Sijstermans, 80 pattacons of 320 gulden tegen 5% van Theodor Crous, gehuwd met Jenneke Meijers.
Tot onderpand stelde hij:
a) 117 kleine roeden huis met bouwplaats en weide aan het Overbroek te Hoensbroek, oostwaarts Jan Smeets, westwaarts Jan Beckers;
b) 414 kleine roeden weide aan het Overbroek, waarvan een deel oostwaarts de weduwe Jan van der Mullen, westwaarts Jan Heuten, noordwaarts de straat en het ander deel zuidwaarts de weduwe Jan van der Mullen, noordwaarts de erfgenamen Geurt Houben, oostwaarts de Vlatterstraat, westwaarts Jan Heuten
c) 248 kleine roeden weide "de langhweijde", oostwaarts Jan Beckers, westwaarts de markies, zuidwaarts Wilm Palmen.
Er werd vermeld dat de lening op 18 oktober 1759 volledig afgelost was.[77]
Op 3 april 1758 verkocht Peter Meijs, inwoner van Hulsberg en gehuwd met Maria Weusten, aan Paulus Hautvast, gehuwd met Maria Catharina Sijstermans, de volgende onroerende goederen:
a) huis met bijgebouwen en weide binnen het dorp Grijzegrubben gelegen, grenzend aan Joannes Hautvast, Giel Bouts en de weg;
b) een weide tegenover het huis gelegen "de overweijde", oostwaarts de weduwe Claes Hermens, westwaarts Houb Schobben, belast met twee malder haver en penningen in de cijnskaart Berg
c) zeven morgen en zeven kleine roeden akkerland in twee percelen in het Nagelbekerveld onder Schinnen en vallend onder de Leenhof Geleen, grenzend aan Jan Heijnen en Francis Peusens voor het ene en aan Leonard en Joannes Slangen voor het andere stuk;
d) 150 kleine roeden akkerland "achter de Hauwenast" en vallend onder de cijnskaart Doenrade, grenzend aan heer a Blisia en de weg;
e) 233 1/8 kleine roeden akkerland "op den achtbounder", grenzend aan Joannes Beckers en Servaes Meijs;
f) 172 kleine roeden akkerland "achter heufkensweijde", grenzend aan Joannes Beckers, Paulus Leunissen en de Houwenasterweg;
g) 311 1/8 kleine roeden akkerland in de Eertgrubbe, grenzend aan de erfgenamen Claes Snackers, Vaes Bemelmans, de vloedgraaf en Paulus Leunissen.
De koopsom bedroeg 3600 gulden en zouden de eerstkomende St.-Remigius (1 oktober 1758) betaald worden. Op de goederen stond een schuld van 2500 gulden die uit de koopsom voldaan zou worden.[78]
Op 1 juni 1758 verklaarden de broers Paulus Hautvast, gehuwd met Maria Catharina Sijstermans, en Christiaen Hautvast, gehuwd met Anna Elisabeth Wouters, dat zij op 4 april 1754, zoals per handschrift vastgelegd, 3000 gulden tegen 4% hadden geleend van Maria Anna Hautvast, gehuwd met baron Louis Claude Joseph de Rahier. Met het geld hadden zij schulden aan schepen Heldevier van Maastricht afgelost.
Tot onderpand stelde Paulus Hautvast 388 kleine roeden weide "den houwenast ofte overweijde" met inbegrip van de moestuin, grenzend aan Peter Cremers, erfgenamen Vaes Vroemen en Hendrick Drummen.
Christiaan Hautvast borgde met 402 kleine roeden weide "den houwenast", grenzend aan de Holleweg, Paulus Hautvast en Hendrick van Loo.
Gezamenlijk stelden zij nog tot onderpand hun huis met moestuin en weide te Grijzegrubben, ca. een bunder groot en grenzend aan de erfgenamen Vaes Dormans, en Bartel Drummen; voorts nog 286 kleine roeden weiland "de Neij", grenzend aan Joannes Meijs, Hendrick Vroemen en De Neijerweg; en verder nog 384 kleine roeden akkerland "aen het witgen in de swaertcuijl", grenzend aan Jacob Bemelmans, de erfgenamen Keuten en de broers Hautvast zelf.[79]
Op 19 december 1758 liet Paulus Hautvast, gehuwd met Maria Catharina Sijstermans, vastleggen dat hij sinds 17 november 1759 een lening van 1000 gulden tegen 4% had lopen bij de weduwe van schepen Matthies uit Maastricht. Als onderpand voor deze lening dienden:
a) halve bunder huis met moestuin en weide te Grijzegrubben onder Nuth, grenzend aan Joannes Hautvast, Jan Bouts en de dorpstraat, zoals recentelijk door hem berworven van Peter Meijs;
b) ca. drie morgen weiland "de overweijde" met moestuin te Grijzegrubben, grenzend aan Claes Hermens, Houb Schobben, de holleweg en de dorpstraat;
c) drie morgen akkerland "in de Eertgrubbe" in het Grijzegrubberveld, grenzend aan de weduwe Claes Snackers, Servaes Bemelmans en de vloedgraaf;
d) twee morgen akkerland "aen den houwenast", grenzend aan Paulus Leunissen, Joannes Beckers en de weg.[80]
Op 18 januari 1759 verkocht Paulus Hautvast, gehuwd met Maria Catharina Sijstermans, aan de weduwnaar Martinus Wouters, de goederen die hem op 18 september 1757 bij loting waren toebedeeld:
a) 111 kleine roeden akkerland op de Tiendevrij, grenzend aan Nicolaes a Campo en het wederdeel;
b) 192 kleine roeden land "aen 't witgen", grenzend aan de weduwe Matthijs en het wederdeel;
c) de helft in 907 kleine roeden op de zevenmorgen, grenzend aan Paulus Leunissen en het wederdeel;
d) de helft uit 210 kleine roeden akkerland "het palsmenken", grenzend aan Cornelis Cremers en het wederdeel;
e) de helft in 213 kleine roeden akkerland "aen het peetjen", grenzend aan het voetpad en het wederdeel;
f) de helft in 149,5 kleine roeden akkerland "aen het peulken", grenzend aan de weduwe Hendrick Drummen en het wederdeel.
Elke kleine roede kostte een gulden en tien stuivers.[81]
Op 30 maart 1759 verkocht Machiel Bouts, gehuwd met Joanna Heuts, aan Paulus Hautvast, gehuwd met Maria Catharina Sijstermans, negen kleine roeden moestuin, met inbegrip van de greppels, grenzend aan Paulus Hautvast zelf, Machiel Bouts, Houb Bouts en de meent van Grijzegrubben. De koopsom bedroeg 18 gulden en een vat rogge.[82]
Op 17 april 1759 verkochten de zwagers Dirck Meulenbergh, gehuwd met Maria Frissen, en Hendrick Ackermans, gehuwd met Elisabeth Frissen, aan Paulus Hautvast, gehuwd met Maria Catharina Sijstermans, 24 kleine roeden moestuin "op den houwenast", grenzend aan de erfgenamen Paulus Meijs en Joannes Meijs. Iedere kleine roede kostte 46 stuivers.[83]
Op 26 april 1759 gingen de schepenen van Nuth naar het huis van Paulus Hautvast te Grijzegrubben. Hij verklaarde dat hij onlangs een kleine plaats bij zijn huis en schuren had gekocht en dat hij die plaats graag wilde bebouwen. Er werd gekeken of niemand daar bezwaar tegen had en of de heer van Nuth toestemming wilde geven. Die toestemming werd op 8 juni 1759 verleend op voorwaarde dat, aangezien de bebouwing tot de rand van de weg zou komen, Hautvast de openbare weg tegenover de bebouwing zou verbreden.[84]
Op 21 juni 1763 leende Paulus Hautvast, gehuwd met Maria Catharina Sijstermans, 900 gulden tegen 5% van het Predikvrouwenklooster te Sittard. Hij borgde daartoe met 707 kleine roeden akkerland boven de Nagelbekergrubbe "op de Dreschen", grenzend aan de weduwe Jan Heijnen, Leonard Slangen en secretaris Meijs.[85]
Op 5 september 1766 leende Paulus Hautvast, gehuwd met Maria Catharina Sijstermans, 2700 gulden tegen 4% van de parochiekerk van St.-Nicolaas te Maastricht. Hij stelde daartoe tot onderpand:
a) ca. drie morgen huis, hof, schuur, stallen, weide en toebehoor, gelegen tot Grijzegrubben, grenzend aan Joannes Hautvast en Joannes Bouts;
b) 3,5 morgen weide met moestuin tegenover het huis gelegen, grenzend aan de weduwe Claes Hermens, Houb Schobben, de holleweg en de straat;
c) ca. drie morgen akkerland "in de Eertgrubbe" in het Grijzegrubberveld, grenzend aan de weduwe Claes Snackers, Servaes Bemelmans en de vloedgraaf;
d) twee morgen akkerland "aen den houwenast", grenzend aan Paulus Leunissen, Joannes Beckers en de weg;
e) een bunder akkerland "op de Tienvrij" aan de Trichterweg, grenzend aan Nicolaes a Campo en Marten Wouters;
f) drie zillen akkerland "op de achtbounders", grenzend aan Joannes Beckers en de erfgenamen Jan Drummen;
g) twee morgen akkerland "achter den houwenast", grenzend aan het voetpad, de Houwenasterweg en secretaris Meijs;
h) 185 kleine roeden land "aen de peutscoul", grenzend aan de weduwe Caspar Hermens en Wijnand Hermens.
Het geld was bestemd om drie leningen af te lossen, te weten 200 gulden aan de eerwaarde heer Werden, 900 gulden aan de Predikvrouwen te Sittard en 1600 gulden aan de weduwe Matthijs.
De lening van 2700 gulden werd op 17 mei 1791 door zoon Peter Mathijs Hautvast afgelost.[86]
Op 19 april 1768, ten overstaan van notaris Guichard, verklaard Pauls Hautvast van Grijzegrubben onder Nuth, gehuwd met Maria Catharina Sistermans, dat hij 900 gulden tegen 4% had geleend van de pastoor en kerkmeester van Sint-Nicolaas te Maastricht.
Tot onderpand stelde hij zeven morgen en zeven kleine roeden land in twee percelen in het Nagelbekerveld onder Schinnen, vallend onder de leenhof Geleen, grenzend aan Jan Heijnen en Frans Butens, en aan Leonard en Joannes Slangen en Peter Reijnarts.[87]
Op 28 april 1768 liet Paulus Hautvast, gehuwd met Maria Catharina Sijstermans, vastleggen dat hij op 22 april 1768 aan het klooster Agnetenberg te Sittard 800 gulden had betaald, zodat van de oorspronkelijke lening, op 21 juni 1763 aangegaan, nog 100 gulden bleven openstaan. Tot onderpand van dat bedrag borgde hij met een halve bunder akkerland in de Withegge onder Nuth, grenzend aan Claes ruijsop, erfgenamen Cornelis Cremers, Joannes Limpens en Joannes Hermens.[88]
Op 3 december 1768 werd vastgelegd dat de lening van 3000 gulden door Paulus Hautvast en diens broer Christiaen op 1 juni 1758 vastgelegd, door Maria Anna Hautvast was overgedragen aan de parochiekerk van St.-Nicolaas te Maastricht. Die kerk zou dan ook voortaan hun schuldeiser zijn. Jacobus Hautvast, gehuwd met Elisabeth Thevissen, stelde zich eveneens garant voor deze lening.
Het aandeel van Paulus Hautvast werd op 1 juni 1791 afgelost door Peter Mathijs Hautvast.[89]
Op 12 juli 1769 verklaarde Paulus Hautvast, gehuwd met Maria Catharina Sijstermans, dat hij aan zijn broer Christiaen Hautvast, gehuwd met Elisabeth Wouters, zijn helft in huis, gebouwen, moestuin en weide, gelegen te Grijzegrubben, oostwaarts Hermen Meijs, westwaarts Christiaan Hautvast, hoofdzijden de straat en de holleweg. De koopsom bedroeg 2000 gulden, waarvoor de koper 2/3 deel van een lening van 3000 gulden zou overnemen, staande op de Armentafel van St.-Nicolaas te Maastricht.[90]
Op 6 juni 1772 leende Paulus Hautvast 275 pattacons tegen 5% van de eerwaarde heer Franciscus Theodorus Werden. Hij borgde daartoe met ca. 700 kleine roeden akkerland "in de baersgrubben" bij Grijzegrubben, grenzend aan weduwe Heijnen, Joannes Slangen en baron de Negri; en verder met 550 kleine roeden weiland "hounastweijde", grenzend aan voetpad en secretaris Meijs.[91]
Op 12 maart 1773, ten overstaan van notaris Guichard, verklaarde Paulus Hautvast, wonend te Grijzegrubben onder Nuth en gehuwd met Maria Catharina Sistermans, 400 gulden tegen 4% geleend te hebben van Maria Elisabeth Kerens, weduwe schepen Boten.
Tot onderpand stelde hij 250 kleine roeden land onder Grijzegrubben, grenzend aan Barthel Thijssen en de erfgenamen a Campo, hoofdzijden Dirk Leunissen, alsmede 200 kleine roeden land aan de Peertsputcuijl, grenzend aan Wijnand Habets en de weduwe Caspar Hermans, hoofdzijde weduwe Pauls Leunissen.[92]
Op 17 juli 1775 verkochten Paulus Hautvast, gehuwd met Maria Catharina Sistermans, en zijn broer Christiaen Hautvast, in tweede huwelijk met Johanna Maria Lortije, aan Nicolaes a Campo, gehuwd met Anna Maria Beckers, een tiende, genaamd Linssentiende, in het Grijzegrubberveld gelegen in vier percelen, waarvan 1/3 aan de pastoor van Nuth toebehoorde. Het eerste perceel "aen de seven morgen" liep van Willem Kleintjens tot het "heufken", van "heufkens schornsteen" door de Eertgrubbe langs de vloedgraaf, het land van de weduwe Joannes Frissen tot de "peetskoul"; het tweede perceel "in de baertsgrubbe" van de weg tot Leonardus Smeets, Jacobus Drummen, heer Habets e.a.; het derde perceel op ca. een bunder land "aen de watercoul" van Wijnand Habets; en het vierde perceel "achter den houwenas" tussen het voetpad en de weduwe Caspar Brants. De koopsom bedroeg 950 gulden.
Christiaen Hautvast gebruikte zijn deel om schulden af te lossen die hij tijdens zijn eerste huwelijk had gemaakt.[93]
Op 2 maart 1774 leende Paulus Hautvast, gehuwd met Maria Catharina Sistermans, 1400 gulden tegen 4% van Anna Elisabeth Kerens, weduwe T.H. Boeten, en verklaarde tevens dat hij op 12 maart 1773 ook al 400 gulden van haar geleend had. Hij borgde daartoe met de volgende goederen:
a) 250 kleine roeden akkerland, grenzend aan Bartel Thijssen, erfgenamen a Campo en Dirck Leunissen;
b) 200 kleine roeden akkerland "op de peutskoul", grenzend aan Wijnand Habets, weduwe Caspar Hermens en weduwe Paulus Leunissen;
c) ca. zeven morgen akkerland "op de Baarsgrubben", grenzend aan de weduwe Heijnen, Joannes Slangen en baron de Negri;
d) 550 kleine roeden weiland "de Houwener", grenzend aan Christiaen Hautvast, het voetpad en heer Meijssen.
De lening werd op 14 november 1788 afgelost door Servaes Bemelmans.[94]
Op 13 april 1776 leende Paulus Hautvast, gehuwd met Maria Catharina Sistermans, 200 gulden tegen 4% van Anna Elisabeth Kerens, weduwe T.H. Boten. Hij borgde daartoe met de volgende goederen:
a) 250 kleine roeden akkerland, grenzend aan Bartel Thijssen, erfgenamen a Campo en Dirck Leunissen;
b) 200 kleine roeden akkerland "op de peutskoul", grenzend aan Wijnand Habets, weduwe Caspar Hermens en weduwe Paulus Leunissen;
c) ca. zeven morgen akkerland "op de Baarsgrubben", grenzend aan de weduwe Heijnen, Joannes Slangen en baron de Negri;
d) 550 kleine roeden weiland "de Houwener", grenzend aan Christiaen Hautvast, het voetpad en heer Meijs.
Deze goederen waren reeds belast met 1800 gulden aan dezelfde weduwe Boten.
De lening werd op 14 november 1788 afgelost.[95]
Op 7 maart 1778 verkochten Joannes Baptista Dispa uit Roermond, gehuwd met Maria Gertrudis Keutten, en Anna Maria Keutten, weduwe Matthis, aan hun neef Paulus Hautvast, gehuwd met Maria Catharina Sistermans, een aantal onroerende goederen onder Nuth gelegen, te weten:
a) 156 kleine roeden akkerland "aen de Backsgrubben", grenzend aan Gerardus Keutten en de erfgenamen Schaesbergh;
b) 124 kleine roeden akkerland "aen severen Cruijs", oostwaarts de erfgenamen Thijs Rentjens, westwaarts Paulus Meis;
c) 205 kleine roeden akkerland in het Grijzegrubberveld, grenzend aan de erfgenamen Matthis Renckens, de Beckerweg, Pierre Willems en de erfgenamen Hendrick Goessens;
d) 143 kleine roeden akkerland in het Grijzegrubberveld, grenzend aan Nijst Alofs, Anna Slangen, Lenert Slangen en de erfgenamen Jan Coumans;
e) 223 kleine roeden "aen de Winhegge graef" in het Grijzegrubberveld, grenzend aan de erfgenamen jonker Schaesbergh en Nijst Alofs;
f) 93 kleine roeden weiland "aen den vroeghop", grenzend aan Gerard Keuten, Mevis Crans, Paulus Leunis en de weduwe Michael Canisius.
De totale koopsom bedroeg 1416 gulden, waarvan de helft prompt betaald werd en de andere helft binnen zes weken aan de weduwe Matthis betaald zou worden.[96]
Op 1 april 1778 verkocht Paulus Hautvast, gehuwd met Maria Catharina Sistermans, 205 kleine roeden akkerland "op de Thienvrij" in het Grijzegrubberveld, grenzend aan Mevis Doemens, Merten a Campo, Bartel Bemelmans, de Beckerweg en Dirck Leunissen. Koper was de nog ongehuwde Joannes Bemelmans die voor iedere kleine roede 55 stuivers betaalde.[97]
Op 1 april 1778 verkocht Paulus Hautvast, gehuwd met Maria Catharina Sistermans, aan Hermen Meijs, gehuwd met Anna Maria Drummen, 124 kleine roeden akkerland in het Grijzegrubberveld "omtrent de vaert", grenzend aan Willem Kleijntjens, Hermen Meijs, Jacobus Drummen en Hendrick van Loo. Iedere kleine roede kostte 41 stuivers.[98]
Op 22 april 1778 verkocht Paulus Hautvast, gehuwd met Maria Catharina Sistermans, aan Joannes Schorens, gehuwd met Joanna Limpens, 180 kleine roeden weiland "de Nije weijde", grenzend aan Christiaen Hautvast, de weduwe Joannes Frissen, Leonardus Beckers en de weg; en voorts 200 kleine roeden akkerland "de Thienvreij", grenzend aan Nicolaes a Campo, Christiaen Hautvast, Merten a Campo en de Beckerweg. Iedere kleine roede weide kostte 48 stuivers en iedere kleine roede akkerland 50 stuivers.
Ter plaatse werd 232 gulden betaald. Het restant, 700 gulden, zou binnen twee weeken voldaan worden. Deze betaling werd op 29 mei 1778 vastgelegd.[99]
Vervolgens werd op 20 juli 1778 vastgelegd dat Servaes Bemelmans, gehuwd met Margaretha Hautvast, deze goederen genaast had.
Op 2 juli 1785 schonk Maria Anna Hautvast, gehuwd met baron de Rahier, aan haar broer Paulus Hautvast, 133 1/3 kleine roeden akkerland op de Wijenweg te Nuth, grenzend aan Willem Biesjans, schepen Ackermans, de hof Dael en de Wijenweg. Het land was afkomstig uit de nalatenschap van secretaris Meijs.[100]
Gehuwd voor de kerk op 30-jarige leeftijd op 3 oktober 1745 te Sittard (getuige(n): Anastasius Sistermans, Maria Anna Hautvast), met toestemming van de pastoor van Nuth bij de Predikheren te Sittard gehuwd met Maria Catharina SIJSTERMANS, 25 jaar oud, gedoopt op 18 juli 1720 te Hoensbroek, overleden op 2 juli 1779 te Grijzegrubben-Nuth op 58-jarige leeftijd, begraven op 4 juli 1779 te Nuth, dochter van Henricus SIJSTERMANS en Anna Helena STASSEN.
Uit dit huwelijk:
1. Anna Catharina, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 2 maart 1746 te Nuth (getuige(n): Joannes Pricken namens Matthias Hautvast (grootvader), Helena Sistermans (tante)).
2. Henricus (zie VI.27).
3. Anna Mechtildis, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 24 januari 1750 te Nuth (getuige(n): Jacobus Hautvast, Joanna Mechtildis Moberts), overleden op 27 november 1809 te Nuth op 59-jarige leeftijd.
4. Anna Margaretha, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 16 december 1752 te Nuth (getuige(n): Leonardus Senden, Catharina Meijs namens Margaretha Meijs), overleden op 6 juni 1811 te Nuth op 58-jarige leeftijd.
Gehuwd voor de kerk op 24-jarige leeftijd op 30 april 1777 te Nuth (getuige(n): Joannes Bemelmans, Mechtild Hautvast), met dispensatie in de vierde graad (met schema) met Servatius BEMELMANS, 45 jaar oud, gedoopt op 2 november 1731 te Nuth (getuige(n): Joannes Meijs, Agnes Dormans), overleden op 12 september 1807 te Nuth op 75-jarige leeftijd, zoon van Jacobus BEMELMANS en Joanna DORMANS.
5. Bavo Jacobus (zie VI.32).
6. Anna Maria, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 15 juni 1758 te Nuth (getuige(n): Christianus Hautvast, Anna Mechtild Meijs namens Anna Maria Keuten).
7. Petrus Matthias (zie VI.35).
8. Maria Gertrudis, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 27 september 1763 te Nuth (getuige(n): Jacobus Meijs, Elisabeth Wouters namens Maria Gertrudis Keuten).
Gehuwd (1) op 37-jarige leeftijd op 29 maart 1801 te Maastricht met Jacobus Nicolaas FRISSEN, 52 jaar oud, gedoopt op 6 december 1748 te Maastricht, overleden op 29 mei 1808 te Maastricht op 59-jarige leeftijd, zoon van Joseph Bernardus FRISSEN en Maria Gertrudis HUSSEN.
Gehuwd (2) op 49-jarige leeftijd op 26 mei 1813 te Maastricht met Joannes OHLENFORST.

V.20 Joannes Servatius HAUTVAST, schoenmaker, gedoopt op 14 mei 1717 te Nuth (getuige(n): Servatius Cortten, Anna Hagens (grootmoeder)), overleden op 30 januari 1805 te Nuth op 87-jarige leeftijd, zoon van Mathias HAUTVAST (zie IV.29) en Catharina MEIJS.
Op 6 januari 1761, ten overstaan van notaris Swildens te Voerendaal, vond een goederenruil plaats tussen Arnoldus Raven van Klimmen, gehuwd met Catharina Gelders, en Johannes Hautvast van Grijzegrubben onder Nuth, gehuwd met Maria Cath. Laheij.
Raven gaf 120 kleine roeden akkerland tussen Spaubeek en Nuth in het Hoogveld, oostwaarts Jacobus Drummen, westwaarts de erfgenamen Corn. Cremers, hoofdzijden dezelfde erfgenamen Cremers en de heer a Blisia.
In ruil gaf Hautvast 123,5 kleine roeden akkerland bij Aalbeek in de Scherpenbeck, grenzend aan Peter Habets en Joannes Laheij, hoofdzijden Gelis Gelders en de weg.
Raven gaf nog vijf gulden voor de meermaat.
Hautvast mocht nog van zijn met rogge bezaaid land de helft van de gewassen genieten, maar kaf en stro was voor Raven. [101]
Op 2 november 1761 verscheen Joannes Hautvast, inwoner van Nuth en gehuwd met Maria Cath. Lahaije, voor notaris Swildens te Heerlen.
Hij verkocht aan Joannes Lahaije, inwoner van Aalbeek onder de bank Klimmen en gehuwd met Maria Geertruij Strens, 95 kleine roeden weiland te Aalbeek achter Peter Habets, grenzend aan de weide van Peter Habets en de koper, hoofdzijde de weg.
De weide was laatgoed en belast met een kop rogge aan het gasthuis van Valkenburg en werd verkocht voor twee gulden per kleine roede.
De koper nam een bedrag van 50 gulden verlopen rente over, te korten op de koopsom.[102]
Op 14 maart 1763 verkocht Matthijs Frijns, gehuwd met Maria Horsmans, aan Joannes Hautvast, gehuwd met Maria Catharina Laheij, 76 kleine roeden weiland "op de nieuweijde" onder Nuth, grenzend aan Joannes Hautvast zelf, de weduwe Caspar Brants, de weg en de Holleweg. De koopsom bedroeg 168 gulden en vier stuivers en een essenboom ter waarde van 10 gulden. De weide was belast met een kop haver in de cijnskaart Berg.[103]
Gehuwd voor de kerk (1) op 33-jarige leeftijd op 19 juli 1750 te Nuth met Maria Catharina La HEIJ, geboren 1725/1730, overleden op 5 juni 1773 te Grijzegrubben-Nuth, begraven op 7 juni 1773 te Nuth, dochter van Conradus DELAHEIJ en Anna ACKERMANS.[104]
Gehuwd voor de kerk (2) op 61-jarige leeftijd op 12 januari 1779 te Nuth (getuige(n): Gerardus Goossens (Nuth), Helena Hermens (Nuth)) met Barbara DORMANS, 61 jaar oud, gedoopt op 2 mei 1717 te Nuth (getuige(n): Jacobus Bemelmans, Maria Coumans), overleden op 26 december 1796 te Nuth op 79-jarige leeftijd.
Dochter van Servatius DORMANS en Barbara COUMANS.
Uit het eerste huwelijk:
1. Anna Catharina, gedoopt op 5 april 1751 te Hulsberg.
2. Maria Elisabeth, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 9 september 1753 te Nuth (getuige(n): Joannes Pricken namens Joannes La Heij, Elisabeth Crins), overleden op 2 juni 1820 te Grijzegrubben-Nuth op 66-jarige leeftijd.
Gehuwd met Joannes Wilhelmus van de BROEK, geboren te Hellebroek-Nuth, gedoopt op 1 januari 1749 te Nuth (getuige(n): Bavo Wustenraedt, Anna Maria Vaessen), overleden op 15 december 1802 te Nuth op 53-jarige leeftijd, zoon van Joannes van de BROEK, soldaat in het keizerlijk leger onder De Los Rios, en Catharina VAESSEN.
3. Maria Elisabeth, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 11 januari 1756 te Nuth (getuige(n): Jacobus Houben, Maria Elisabeth Horstmans), overleden op 23 augustus 1781 te Nuth op 25-jarige leeftijd, buikloop, begraven op 24 augustus 1781 te Nuth.
Gehuwd voor de kerk op 25-jarige leeftijd op 24 mei 1781 te Nuth met Jacobus DRIMMEN, 24 jaar oud, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 29 september 1756 te Nuth (getuige(n): Joannes Drimmen, Maria Catharina Brouwers), zoon van Jacobus DRUMMEN en Barbara DORMANS.
4. Joannes Matthias, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 20 maart 1759 te Nuth (getuige(n): Christianus Laheij, Catharina Meijs).
5. Anna Elisabeth, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 3 februari 1762 te Nuth (getuige(n): Christianus Hautvast, Elisabeth La Heij), overleden op 21 januari 1810 te Nuth op 47-jarige leeftijd.
Gehuwd voor de kerk op 30-jarige leeftijd op 14 januari 1793 te Nuth met Laurentius SCHETTERS, 24 jaar oud, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 22 februari 1768 te Nuth (getuige(n): Laurentius Meijs, Agatha Dormans), zoon van Matthias Laurentius SCHETTERS en Catharina DORMANS.
6. Joannes Lambertus, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 3 maart 1765 te Nuth (getuige(n): Lambertus Ackermans, Margaretha Donners).

V.25 Christianus HAUTVAST, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 1 december 1723 te Nuth (getuige(n): Matthias Hautvast (grootvader), Judith Frissen namens Maria Wusten), overleden op 20 mei 1803 te Nuth op 79-jarige leeftijd, zoon van Mathias HAUTVAST (zie IV.29) en Catharina MEIJS.
Op 1 juni 1758 verklaarden de broers Paulus Hautvast, gehuwd met Maria Catharina Sistermans, en Christiaen Hautvast, gehuwd met Elisabeth Wouters, dat zij op 4 april 1758 van Maria Anna Hautvast, gehuwd met Louis Joseph, baron de Rahier, 3000 gulden geleend hadden tegen 4%. Met dit bedrag zouden zij een schuld aan schepen Heldevier van Maastricht aflossen. Daartoe borgde Paulus Hautvast met 388 kleine roeden weiland "aen de Houwenast oft overweijde", met inbegrip van de "kempkoelhoff", oostwaarts Peter Cremers en de erfgenamen Vaes Vroemen, westwaarts Hendrick Drummen. Christiaen Hautvast stelde tot onderpand 402 kleine roeden weiland "aen de Houwenast", oostwaarts de Holleweg, westwaarts Paulus Hautvast en Hendrick van Loo. Gezamenlijk borgden zij met:
a) hun deel in ca. een bunder huis, moestuin en huiswei te Grijzegrubben, grenzend aan de erfgenamen Vaes Dormans en Bartel Drummen;
b) hun deel in 286 kleine roeden weiland "de Neij" te Grijzegrubben gelegen, grenzend aan Joannes Meijs en Hendrick Vroemen, Joannes Frissen en de Nijerweg;
c) hun deel in 384 kleine roeden akkerland "aen 't witgen in de swartcuijl", grenzend aan Jacob Bemelmans en de erfgenamen Keuten.[105]
Op 10 maart 1760 leende Christiaen Hautvast uit Grijzegrubben 30 pattacons tegen 5% van Philip Werden. Tot borg diende een bunder akkerland in het Grijzegrubberveld, grenzend aan Paulus Hautvast, Nicolaes Kampo en de weduwe Cremers.[106]
Op 2 november 1763 leende Christiaen Hautvast, inwoner van Grijzegrubben-Nuth en gehuwd met Elisabeth Wouters, 100 pattacons of 400 gulden tegen 5% van Maria Elisabeth Canisius, weduw van der Meer. Hij borgde daartoe met de volgende, onder Nuth gelegen, goederen:
a) 200 kleine roeden akkerland "aen het peulken", grenzend aan Joannes Drummen, het voetpad en Nicolaes a Campo;
b) circa een halve bunder akkerland "aen het peetjen", grenzend aan de erfgenamen Claes Hermens, het voetpad en heer Habets;
c) anderhalve morgen akkerland op de Karrestraat, grenzend aan Bartel Drummen en de weg.[107]
Op 3 augustus 1764 leende Christiaen Hautvast, inwoner van Grijzegrubben-Nuth en gehuwd met Elisabeth Wouters, 600 gulden tegen 5% van het klooster der Augustijnen te Maastricht. Hij stelde daartoe tot onderpand de volgende, onder Nuth gelegen, goederen:
a) ca. vijftien grote roeden huis met moestuin en huiswei te Grijzegrubben, grenzend aan Mathijs Schetters en de erfgenamen Joannes Drummen;
b) een halve bunder akkerland "aen het Peulken", grenzend aan Joannes Drummen en het voetpad naar Spaubeek;
c) een halve bunder akkerland "aen het peetjen", grenzend aan de erfgenamen Claes Hermens en het voetpad;
d) anderhalve morgen akkerland op de Karrestraat, grenzend aan Bartel Drummen en de Wijenweg.
Met het geld werd de lening van 2 november 1763 aan de weduwe van der Meer afgelost.[108]
Op 3 december 1768 werd vastgelegd dat de lening van 3000 gulden, door Christiaen Hautvast samen met zijn broer Paulus op 4 april 1758 aangegaan, was overgedragen aan de parochiekerk van St.-Nicolaas te Maastricht ten behoeve van de Armentafel.[109]
Op 12 juli 1769 verklaarde Paulus Hautvast, gehuwd met Maria Catharina Sijstermans, dat hij aan zijn broer Christiaen, gehuwd met Anna Elisabeth Wouters, had overgedragen de helft van huis, hof en weide te Grijzegrubben onder Nuth, oostwaarts Hermen Meijs, westwaarts Christiaen Hautvast zelf, hoofdzijden de straat en de Holleweg, voor 2000 gulden. Als betaling zou hij 2/3 van een schuld van 3000 gulden aan de Armentafel van St.-Nicolaas te Maastricht overnemen.[110]
Op 17 juli 1773 verkochten Paulus Hautvast, gehuwd met Maria Catharina Sistermans, en zijn broer Christiaen Hautvast, in tweede huwelijk met Johanna Maria Lortije, aan Nicolaes a Campo, gehuwd met Anna Maria Beckers, een tiende in het Grijzegrubberveld, genaamd Linssentiende, waarvan 1/3 aan de pastoor van Nuth behoorde. De tiende stond op vier percelen, te weten een gebied lopend van de Zevenmorgen, palende tussen Willem Kleijntjens en het Heufken, tot "Heuffkens schorensteen", de heg van de huiswei van het Heufken, door de Eertgrubbe, langs de vloedgraaf van Willem Kleijntjens, land van de weduwe Joannes Frissen tot aan de "pertscoul". Het tweede perceel lag "in de baertsgrubben" tussen land van Leonardus Smeets, Jacobus Drummen en heer Habets. Het derde perceel lag "aen de watercoul" op ca. een bunder land van Wijnand Habets. He vierde perceel lag "achter den houwenas", tussen het voetpad, de weduwe Caspar Brants en de Houwenasterweg. De koopsom bedroeg 950 gulden.
Met het geld zouden schulden die Christiaen Hautvast tijdens zijn eerste huwelijk had gemaakt, afgelost worden.[111]
Op 11 oktober 1780 verkocht Christiaen Hautvast, gehuwd met Johanna Maria Lortij, aan Willem Slangen, gehuwd met Anna Maria Houben, twee stukken land die hij door vererving verworven had van wijlen secretaris Meijs. Het ging om 70 kleine roeden akkerland in de Sijpen, grenzend aan de weduwe Jaspar Cloots, de weduwe Crijns en de pastoriegoederen en belast met vijf koppen rogge aan de pastorie van Nuth; alsmede 75 kleine roeden akkerland, eveneens in de Sijpen, grenzend aan Joannes Slangen, Willem Slangen en de vloedgraaf. Iedere kleine roede kostte 58 stuivers.[112]
Op 30 januari 1786 leende Christiaen Hautvast, weduwnaar Elisabeth Wouters en nu in tweede huwelijk met Joanna Maria Laurtije, samen met zijn zonen Mathijs, Joannes Martinus en Joannes Petrus Hautvast 4000 gulden tegen 4% van juffrouw Ida Maurissen, rentenierse te Maastricht. Tot onderpand dienden de goederen die op 7 november 1785 door Christiaen Hautvast als hoogstbiedende bij een veiling namens Johan Baptista Dispa verworven waren. Het ging daarbij om:
a) 166 kleine roeden akkerland "aen het wetjen", grenzend aan heer a Blisia, Servaes Bemelmans, Hermanus Meijs en Lambert Dols, belast met twee malder haver en vijf oort in de Nieuwenhof, verkocht voor 61 stuivers per kleine roede;
b) 68 kleine roeden akkerland "in de Baersgrubben, genaemt tiendevrij" onder Schinnen, grenzend aan baron de Negri en Lambert Dols, verkocht voor 73 stuivers per kleine roede;
c) 390 kleine roeden akkerland "aen het Cruijs", grenzend aan Dirck Clootz, hof Reijmersbeek en de Wijenweg, verkocht voor 71 stuivers per kleine roede en belast met de 33e en 11e schoof;
d) 207 kleine roeden beemd "omtrent den vroeghop", grenzend aan de weduwe van der Meer, de beek en Paulus Hautvast, vallend onder de leenhof Schinnen, verkocht voor 56 stuivers per kleine roede.
De goederen waren bestemd voor zijn zonen, die zich medeborg stelden en tevens hun erfdeel, verworven bij verdeling der goederen van wijlen hun grootouders Marten Wouters en Sibilla Stassen op 30 oktober 1780.
De lening werd door de zonen op 25 maart 1788 afgelost.[113]
Gehuwd voor de kerk (1) op 27-jarige leeftijd op 29 augustus 1751 te Nuth met Elisabeth WOUTERS, 29 jaar oud, gedoopt op 27 januari 1722 te Spaubeek (getuige(n): Joannes Stassen, Elisabeth Hanssen), overleden op 7 maart 1772 te Grijzegrubben-Nuth op 50-jarige leeftijd, dochter van Martinus WOUTERS en Sybilla STASSEN.
Gehuwd voor de kerk (2) op 49-jarige leeftijd op 15 juni 1773 te Wijnandsrade met Anna Maria LORTIJE, 41 jaar oud, gedoopt op 14 maart 1732 te Nuth (getuige(n): Joannes Pricken namens heer Balthasar Jouppen, Maria Nelissen namens Anna Maria Lorti), achternaam bij doop Lorti, overleden op 31 maart 1805 te Oirsbeek op 73-jarige leeftijd, volgens Matthias Flesch, dochter van Nicolaas L'ORTYE en Maria COBBEN.
Uit het eerste huwelijk:
1. Matthias (zie VI.48).
2. Joannes Jacobus, gedoopt op 8 november 1753 te Amstenrade.
3. Joannes Martinus, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 25 december 1758 te Nuth (getuige(n): Joannes Wouters, Maria Catharina Sijstermans namens Maria Anna Hautvast).
4. Maria Sybilla, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 18 oktober 1760 te Nuth (getuige(n): Paulus Hautvast, Maria Wouters).
5. Joannes Petrus (zie VI.54).

Generatie VI

VI.3 Simon HAUTVAST, koopman, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 20 juli 1748 te Nuth (getuige(n): Joannes Pricken namens Simonis Mentz, Elisabeth Vleeschheuwers), overleden op 16 december 1811 te Brunssum op 63-jarige leeftijd, zoon van Jacobus HAUTVAST (zie V.1) en Agnes LENSSEN. Op 29 januari 1788 verkocht Simonis Hautvast, gehuwd met Barbara Cordie en wonend te Brunssum, aan zijn zwager Jacobus Drummen, gehuwd met Joanna Hautvast, 90 kleine roeden weiland te Grijzegrubben onder Nuth, grenzend aan de weduwe Jacobus Curfs, Willem Kleijntjens, de Holleweg en de weduwe Jacobus Drummen, voor 400 gulden, welk bedrag als lening tegen 4% bleef uitstaan. Naast de gekochte weide stelde de koper tot onderpand zijn woonhuis te Grijzegrubben, grenzend aan de weduwe Joannes Curfs, Wilhelmus Kleijntjens en de straat. De weide was belast met vijf malder rogge aan de Armen van Nuth.[114]
Gehuwd voor de kerk op 27-jarige leeftijd op 14 november 1775 te Brunssum (getuige(n): Antonius Thonissen, Joannes Petrus Raeven) met Maria Barbara CORDIER, 26 jaar oud, gedoopt op 12 mei 1749 te Brunssum. Haar moeder huwde 8 juli 1770 te Brunssum met Joannes Franciscus Cordier. Dochter van Maria PARREN.[115]
Uit dit huwelijk:

  • 1. Joanna Catharina, gedoopt op 3 oktober 1776 te Brunssum (getuige(n): Franciscus Cordier, Joanna Houtvaast).
  • 2. Joannes Gerardus, gedoopt op 19 april 1779 te Brunssum (getuige(n): Gerardus Hautvaest, wonend te Voerendaal, Maria Anna Raeven, wonend te Brunssum), de vader was afwezig en verbleef in Brabant.
  • 3. Hubertus, geboren op 11 januari 1782 te Brunnsum, gedoopt op 11 januari 1782 te Brunssum (getuige(n): Hubertus Parren uit Brunssum, Maria Gertrudis Siestermans uit Heerlen).
  • 4. Mateus, geboren op 11 januari 1782 te Brunssum, gedoopt op 11 januari 1782 te Brunssum (getuige(n): nooddoop door vroedvrouw Barbara Raedemakers), overleden op 11 januari 1782 te Brunssum, 0 dagen oud.
  • 5. Anna Barbara, gedoopt op 10 juni 1783 te Brunssum (getuige(n): Theodorus Haenraets uit Brunssum namens Severinus Hautvast uit Heerlen, Anna Barbara Joosten uit Brunssum).

VI.8 Godefridus HAUTVAST, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 13 mei 1754 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Kessel namens Godefridus Hautvast, Elisabeth Vleeschheuwers namens Catharina Lenssen), zoon van Jacobus HAUTVAST (zie V.1) en Agnes LENSSEN.
Op 12 februari 1780, ten overstaan van notaris Swildens te Voerendaal.verkocht Geurt Houtvast, inwoner van Brunssum en gehuwd met Cornelia Senden, aan zijn ongehuwde meerderjarige zwager Johan Leonard Senden, wonend te Voerendaal, 28 kleine roeden akkerland babij Kunrade op de Schwelsberg, grenzend aan Peter Meijers van de Veurdt en Laurens Bouwmans, hoofdzijden Steven Bemelmans en de weg, voor 24 stuivers per kleine roede.[116]
Op 24 februari 1783 verkocht Godefridus Hautvast van Grijzegrubben, gehuwd met Cornelia Zenden, aan zijn zwager Jacobus Drummen, gehuwd met Joanna Hautvast, twee percelen akkerland in het Grijzegrubberveld onder Nuth, te weten 42 kleine roeden "op den nagel", grenzend aan Henric Heunen en Matthijs Bruls,hoofdzijden de erfgenamen Jacobus Drummen en Lambert Ackermans; het ander, groot 43 kleine roeden "op den geijsberg", grenzend aan Dirck Clootz en Jacobus Frijns, hoofdzijden Arnoldus Bemelman en het voetpad. Ieder klein roede gold twee gulden en tien stuivers.[117]
Ondertrouwd op 19 juni 1779 te Heerlen, gehuwd voor de kerk op 25-jarige leeftijd op 4 juli 1779 te Heerlen met Cornelia SENDEN, 20 jaar oud, gedoopt op 31 januari 1759 te Voerendaal, dochter van Ulricus SENDEN en Margaretha MURERS.
Uit dit huwelijk:
1. Maria Agnes, gedoopt op 4 mei 1780 te Brunssum.
2. Joanna Maria, geboren op 3 april 1782 te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 3 april 1782 te Nuth (getuige(n): Severinus Hautvast (Wijnandsrade), Helena Hermens (Grijzegrubben-Nuth) namens Joanna Maria Senden (Voerendaal)).
3. Jacobus, geboren op 1 september 1787 te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 2 september 1787 te Nuth (getuige(n): Jacobus Drummen (Nuth), Maria Catharina Scheren namens Anna Maria Schreurs (Voerendaal)), voornaam vader Mathias; vader verbleef ten tijde van geboorte in Holland.
4. Anna Barbara, geboren op 26 december 1791 te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 26 december 1791 te Nuth (getuige(n): Leonardus Houben namens Wilhelmus Senden (Voerendaal), Joanna Hautvast (Nuth) namens Maria Barbara Cordier (Brunssum)).

VI.27 Henricus HAUTVAST, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 23 december 1747 te Nuth (getuige(n): Joannes Pricken namens Andreas Sijstermans (oom), Catharina Meijs (grootmoeder)), HCL-LvO 1763, 110r, zoon van Paulus HAUTVAST (zie V.18) en Maria Catharina SIJSTERMANS.
Gehuwd voor de kerk op 36-jarige leeftijd op 16 mei 1784 te Nuth met Maria EIJSSEN, geboren te Beek.
Uit dit huwelijk:
1. Paulus Arnoldus, geboren op 6 april 1785 te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 6 april 1785 te Nuth (getuige(n): Leonardus Houben namens Paulus Hautvast (Nuth), Maria Agnes Eisschen (Spaubeek)).
2. Maria Joanna, geboren op 12 december 1786 te Terstraten-Nuth, gedoopt op 12 december 1786 te Nuth (getuige(n): Petrus Eijssen (Beek), Maria Margaretha Haudtvast (Nuth)).

VI.32 Bavo Jacobus HAUTVAST, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 24 augustus 1755 te Nuth (getuige(n): Joannes Pricken namens Jacobus Bavo Meijs, schout te Vaesrade en secretaris te Nuth, Catharina Meijs (grootmoeder) namens Maria Anna Hautvast (tante)), zoon van Paulus HAUTVAST (zie V.18) en Maria Catharina SIJSTERMANS.
Gehuwd voor de kerk op 23-jarige leeftijd op 16 januari 1779 te Nuth (getuige(n): Henricus Hautvast (Nuth), Maria Gertrudis Dederen (Nuth)), dispensatie in de drie roepen met Maria Gertrudis PAPPERS, 17 jaar oud, geboren te Vaesrade, gedoopt op 8 augustus 1761 te Nuth (getuige(n): Laurentius Pappers (oom). Anna Maria Debij namens Maria Crans), overleden op 22 augustus 1790 te Vaesrade op 29-jarige leeftijd, dochter van Michael PAPPERTS en Catharina PALMEN.
Uit dit huwelijk:
1. (zoon), geboren op 8 juli 1780 te Vaesrade, gedoopt op 8 juli 1780 te Vaesrade, nooddoop door de vroedvrouw, overleden op 8 juli 1780 te Vaesrade, begraven op 9 juli 1780 te Nuth.
2. Paulus, geboren op 7 augustus 1781 te Vaesrade, gedoopt op 7 augustus 1781 te Nuth (getuige(n): Leonardus Houben namens Paulus Hautvast (Grijzegrubben), Alegunda Coenen (Hellebroek) namens Margaretha Knooren (Vaesrade)).
3. Michael, geboren op 17 oktober 1783 te Vaesrade, gedoopt op 18 oktober 1783 te Nuth (getuige(n): Michael Papperts (Hoensbroek), Anna Mechtildis Haudtvast (Nuth)).
4. Maria Catharina, geboren op 25 december 1785 te Vaesrade, gedoopt op 26 december 1785 te Nuth (getuige(n): Michael Bruns (Voerendaal), Allegonda Coenen namens Maria Margaretha Hautvast (Grijzegrubben-Nuth)).
Gehuwd op 19-jarige leeftijd op 28 januari 1805 te Vaesrade met Joannes Hermanus MANNENS, 23 jaar oud, geboren op 9 augustus 1781 te Vaesrade, gedoopt op 9 augustus 1781 te Nuth (getuige(n): Hermanus Mannens (Vaesrade), Maria Agnes Claessens (Merkelbeek) namens Helena Sleijpen (Vaesrade)), zoon van Joannes MANNENS en Joanna Catharina CLAESSEN.
5. Joannes Leonardus, geboren op 29 augustus 1788 te Vaesrade, gedoopt op 29 augustus 1788 te Nuth (getuige(n): Hermanus Jospehus Coenen (Wijnandsrade) namens Leonardus Broen (Voerendaal), Anna Mechtildis Hautvast (Nuth) namens Anna Maria Hautvast (Nuth)).
6. Anna Catharina, geboren op 25 juni 1790 te Vaesrade, gedoopt op 26 juni 1790 te Nuth (getuige(n): Leonardus Houben namens Andreas Sijstermans (Hoensbroek), Anna Mechtildis Hautvast (Nuth)).

VI.35 Petrus Matthias HAUTVAST, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 4 oktober 1760 te Nuth (getuige(n): Petrus Hautvast, Maria Magdalena Hutzen), overleden op 20 maart 1837 te Grijzegrubben-Nuth op 76-jarige leeftijd, zoon van Paulus HAUTVAST (zie V.18) en Maria Catharina SIJSTERMANS.
Op 27 oktober 1788 leenden Petrus Mathias Hautvast en zijn zuster Anna Mechtildis Hautvast, meerderjarige ongehuwde kinderen van wijlen Paulus Hautvast en Maria Catharina Sijstermans, wonend te Grijzegrubben-Nuth, 700 gulden tegen 5% van de priester Franciscus Nicolaus de Limpens. Tot onderpand diende 192 kleine roeden akkerland "op den Houwenas", grenzend aan heer a Blisia, de Houwenasterweg en Peter Mertens; en voorts 200 kleine roeden akkerland in de Withegge, grenzend aan de erfgenamen Wijnand Habets, Peter Moonen, Gabriel Beckers en Wilhelmus Coumans.[118]
Op 7 mei 1791 verkocht Paulus Leunissen, gehuwd met Maria Elisabeth Linssen, aan Petrus Mathias en Anna Mechtildis Hautvast, meerderjarige kinderen van Paulus Hautvast en Maria CAtharina Sijstermans, 80 kleine roeden akkerland "aen den Houwenas", grenzend aan de kinderen van Paulus Hautvast, Joannes Hermens, Nicolaus a Campo en de weg, voor 76 stuivers per kleine roede, zoals hij het zelf op 8 april 1791 verworven had.[119]
Gehuwd voor de kerk op 33-jarige leeftijd op 26 februari 1794 te Nuth met Joanna Maria FRISSEN, 33 jaar oud, geboren te Driessen-Nuth, gedoopt op 12 maart 1760 te Nuth (getuige(n): Nicolaus Campo, Joanna Maria Eijmael), overleden op 5 mei 1826 te Grijzegrubben-Nuth op 66-jarige leeftijd, dochter van Joannes FRISSEN en Elisabeth CRIJNS.
Uit dit huwelijk:
1. Joannes Franciscus, geboren op 8 januari 1795 te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 8 januari 1795 te Nuth (getuige(n): Franciscus Frissen (Nuth), Anna Mechtildis Hautvast (Nuth)), overleden op 9 december 1864 te Nuth op 69-jarige leeftijd.
2. Anna Elisabetha, geboren op 23 mei 1796 te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 23 mei 1796 te Nuth (getuige(n): L. Slangen namens Jacobus Hautvast (Nuth), Maria Elisabetha Frissen (Nuth)), overleden op 28 maart 1864 te Nuth op 67-jarige leeftijd.
3. Joannes Wilhelmus, gedoopt op 4 november 1797 te Nuth, overleden op 20 januari 1851 te Grijzegrubben-Nuth op 53-jarige leeftijd.
4. Petrus Leonardus, geboren op 25 december 1798 te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 25 december 1798 te Nuth, overleden op 19 maart 1869 te Grijzegrubben-Nuth op 70-jarige leeftijd.
5. Joanna Barbara, geboren op 25 december 1798 te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 25 december 1798 te Nuth, overleden op 25 februari 1883 te Nuth op 84-jarige leeftijd.
6. Mathias Jacobus, geboren op 30 maart 1804 te Nuth.

VI.48 Matthias HAUTVAST, gedoopt op 24 juli 1752 te Amstenrade, overleden op 4 oktober 1811 te Wehr (D) op 59-jarige leeftijd, zoon van Christianus HAUTVAST (zie V.25) en Elisabeth WOUTERS.
Op 1 februari 1786 verkocht Joannes Baptista Dispa, advocaat te Maastricht, 390 kleine roeden akkerland aan het Kruis onder Nuth, grenzend aan hof Reijmersbeek, Dirck Clootz en de Wijenweg, voor drie gulden en dertien stuivers per kleine roede aan de kinderen van Christiaen Hautvast en Elisabeth Wouters, te weten Mathias Hautvast, gehuwd met Catharina Roebroeck, Joannes Martinus en Joannes Petrus Hautvast.[120]
SA Sittard, NA Delahaye 1807, 649: Op 25 oktober 1807 sluiten Mathias Hautvast en Joanna Maria Wilms een pachtcontract voor de Hoeve Haagsittard, met als borg Martin Hautvast wonende te Hulsberg (mededeling Toine Hendriks).
SA Sittard, NA Delahaye 1814, 70: Op 10 november 1814, na de dood van beide echtelieden, wordt een regeling getroffen met de eigenaar door de voogd Jean Martin Hautvast, wonende te Haagsittard, en toeziend voogd Jean Guillaume Willems te Brunssum. Op 22 november 1811 was al inventaris opgemaakt (akte is verloren gegaan, notaris Delahaye, 1811 no 386)(mededeling Toine Hendriks).
SA Sittard, NA Delahaye 1817, 418: Op 9 april 1817 volgt een openbare verkoop van alles wat los en vast zit, beschreven in een uitvoerig en interessante akte, waarbij elk stukje apart is beschreven (mededeling Toine Hendriks).
Gehuwd voor de kerk (1) op 31-jarige leeftijd op 19 oktober 1783 te Hulsberg met Catharina ROBROEX, overleden op 12 maart 1790 te Hulsberg.
Gehuwd voor de kerk (2) op 38-jarige leeftijd op 6 maart 1791 te Hulsberg met Anna Maria WILLEMS, 26 jaar oud, gedoopt op 18 februari 1765 te Amstenrade, overl. op 9 juli 1809 te Wehr (D) op 44-jarige leeftijd, dochter van Joannes WILLEMS en Margaretha HOUBEN.
Uit het eerste huwelijk:
1. Christianus, gedoopt op 4 juli 1784 te Hulsberg.
2. Joannes Petrus, gedoopt op 16 januari 1786 te Hulsberg.
3. Joannes Martinus, gedoopt op 15 maart 1788 te Hulsberg.
4. Petrus Matthias, gedoopt op 12 maart 1790 te Hulsberg.
Uit het tweede huwelijk:
5. Christianus, gedoopt op 4 september 1791 te Hulsberg.
6. Joannes, gedoopt op 22 december 1792 te Hulsberg.
7. Ludovicus, geboren op 30 november 1794 te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 30 november 1794 te Nuth (getuige(n): Joannes Martinus Hautvast (Nuth), Maria Catharina Willems namens Catharina Elisabetha Willems (Amstenrade)).
8. Petrus Josephus, gedoopt op 19 januari 1796 te Hulsberg.
9. Maria Catharina, gedoopt op 6 november 1798 te Hulsberg.
Gehuwd op 21-jarige leeftijd op 11 februari 1820 te Nuth met Joannes Petrus LIMPENS, 21 jaar oud, gedoopt op 8 december 1798 te Nuth, zoon van Joannes Casparus LIMPENS en Maria Catharina SMEETS.
10. Johan Wilhelmus Hautfast (zie VII.1)

VI.54 Joannes Petrus HAUTVAST, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 31 oktober 1762 te Nuth (getuige(n): Matthias Habets namens Petrus Meijs, Anna Maria Stassen), overleden op 23 februari 1834 te Nuth op 71-jarige leeftijd, zoon van Christianus HAUTVAST (zie V.25) en Elisabeth WOUTERS.
Gehuwd voor de kerk op 32-jarige leeftijd op 4 oktober 1795 te Nuth met Anna Elisabetha DRUMMEN, 26 jaar oud, geboren te Grijsegrubben-Nuth, gedoopt op 6 november 1768 te Nuth (getuige(n): Mathias Bemelmans, Elisabetha Maessen), overleden op 23 december 1829 te Nuth op 61-jarige leeftijd, dochter van Bartholomeus DRIMMEN en Maria Catharina CÖRFFS.
Uit dit huwelijk:
1. Christianus, geboren op 14 november 1796 te Nierhoven-Nuth, gedoopt op 15 november 1796 te Nuth (getuige(n): Christianus Hautvast (grootvader), Catharina Curfs (grootmoeder)), overleden op 26 juni 1868 te Nuth op 71-jarige leeftijd, informatie over gezin van Matthias Flesch via Marie-Luise Carl (D).
Gehuwd op 30-jarige leeftijd op 13 januari 1827 te Nuth met Maria Barbara EIJMAEL, 23 jaar oud, geboren op 25 december 1803 te Nuth, overleden op 16 augustus 1878 te Nuth op 74-jarige leeftijd, dochter van Joannes Leonardus EIJMAEL, hoefsmid, en Johanna Catharina SLANGEN.
2. Anna Maria, geboren op 27 oktober 1798 te Grijzegrubben-Nuth.
3. Joanna Elisabeth, geboren op 11 februari 1801 te Nuth.
Gehuwd op 27-jarige leeftijd op 8 januari 1829 te Nuth met Jacobus BEMELMANS, 37 jaar oud, geboren op 14 maart 1791 te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 14 maart 1791 te Nuth (getuige(n): Jacobus Bavo Hautvast (Nuth), Anna Maria Eggen (Nuth) namens Joanna Catharina Bemelmans (Nuth)), zoon van Servatius BEMELMANS en Anna Margaretha HAUTVAST.
4. Maria Catharina, geboren op 28 augustus 1803 te Nuth.
5. Jan Mathijs, geboren op 12 februari 1806 te Nuth.
6. Bartholomeus, geboren op 22 februari 1809 te Nuth.
7. Maria Elisabeth, geboren op 13 juni 1811 te Nuth.
Gehuwd op 21-jarige leeftijd op 4 oktober 1832 te Nuth met Jan Adam VRENCKEN, 26 jaar oud, geboren op 30 juni 1806 te Nuth, overleden op 27 november 1878 te Nuth op 72-jarige leeftijd, zoon van Joannes VRENCKEN en Maria Sibilla de la HAIJE.

Generatie VII

VII.1 Johan Wilhelmus HAUTFAST, zadelaar, gedoopt op 22 augustus 1801 te Hulsberg, overleden op 16 maart 1867 te Spaubeek op 65-jarige leeftijd, zoon van Matthias HAUTVAST (zie VI.48) en Anna Maria WILLEMS.
Gehuwd op 15 october 1825 te Spaubeek op 24-jarige leeftijd met Maria Theresia COUMANS, geboren op 26 juni 1802 te Spaubeek, overleden op 15 juni 1880 te Spaubeek op 77-jarige leeftijd, dochter van Johan Mathias COUMANS en Maria Agnes HANSSEN.
Uit dit huwelijk:
1. Joannes Bernardus, geboren op 19 augustus 1826 te Spaubeek, overleden te Spaubeek op 16 juli 1887.
2. Joannes Henricus, geboren op 11 januari 1828 te Spaubeek, overleden te Spaubeek op 17 januari 1828.
3. Catharina Elisabeth, geboren op 5 december 1828 te Spaubeek, overleden te Spaubeek in 1855.
4. Maria Gertrudes, geboren op 23 maart 1831 te Spaubeek, overleden te Spaubeek op 28 augustus 1835.
5. Anna Helena Hubertina, geboren op 12 maart 1833 te Spaubeek, overleden te Spaubeek op 15 december 1893, gehuwd te Spaubeek op 17 november 1871 met Joannes Pieter MEEX, geboren op 4 december 1826 te Spaubeek, overleden te Spaubeek op 27 jan 1887.
6. Henricus, geboren op 15 maart 1835 te Spaubeek, overleden te Spaubeek op 14 augustus 1914.
7. Maria Gertrudis, geboren op 25 maart 1837 te Spaubeek, overleden te Spaubeek op 2 juli 1842.
8. Pieter Joseph, geboren op 12 augustus 1839 te Spaubeek, overleden te Spaubeek op 3 maart 1918, volgt VIII.1.
9. Anna Maria, geboren op 4 december 1841 te Spaubeek, overleden te Spaubeek op 31 juli 1908.

Losse eindjes

Op 27 april 1614 huwt te Nuth Antonius Hautvast met Agnes Beltgens.
Vermoedelijk heeft het echtpaar Mathias Hautvast en Anna Offergelts ook een zoon Antonius, peetoom bij Joannes, zoon van Matthias en Anna Hagens. Hij wordt vervangen bij de doop van Coenradus, zoon van Jacobus en Catharina Bruls.

De volgende deelgenealogie Hautvast te Hoensbroek kan (nog) niet aan Hautvast te Nuth gekoppeld worden.

Generatie I
I.1 Joannes HAUTVAST.
Gehuwd met Catharina NN.
Uit dit huwelijk:

  • 2. Catharina, gedoopt op 12 november 1613 te Hoensbroek (getuige(n): Petrus Tummers, Nicolaus Spikers).

Gehuwd voor de kerk op 30-jarige leeftijd op 19 oktober 1644 te Hoensbroek (getuige(n): Petrus Hautvast, Henricus Jongen) met Petrus JONGEN.

Generatie II
II.1 Matthias HAUTVAST, gedoopt op 14 februari 1608 te Hoensbroek (getuige(n): Joannes Sijmons, Sophia e.v. Eijmael), zoon van Joannes HAUTVAST (zie I.1) en Catharina NN.
Gehuwd voor de kerk op 39-jarige leeftijd op 24 oktober 1647 te Hoensbroek (getuige(n): E.H. Alardus Aelfers, Joannes ab Elderen) met Margaretha CREMERS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Gertrudis, gedoopt op 18 oktober 1648 te Hoensbroek (getuige(n): Petrus Jongen, Anna Offergelt), overleden op 10 april 1713 te Hoensbroek op 64-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 36-jarige leeftijd op 8 oktober 1685 te Hoensbroek met Caspar MOBERTS, overleden op 3 november 1696 te Hoensbroek.

  • 2. Joannes (zie III.3).


Generatie III
III.3 Joannes HAUTVAST, gedoopt op 20 april 1651 te Hoensbroek (getuige(n): Lintgen Lenarts, Catharina, e.v. Palm Heuten), begraven op 25 maart 1713 te Hoensbroek op 61-jarige leeftijd, zoon van Matthias HAUTVAST (zie II.1) en Margaretha CREMERS.
Op 6 april 1688 verklaarden Jan Haltfast, gehuwd met Elsken Meijers, same met zijn zwager Jan Meijers, gehuwd met Trijneken Moberts en diens broers en zussen Reijner, Lenart, Ittien en Trijn Meijers, dat zij op 15 februari aan Jan Sistermans, gehuwd met Maria Kreiten, ca. 200 kleine roeden land verkocht hadden, grensend aan de verkopers en Gillis Vreuls, voor 32,5 pattacon.[121]
Op 29 mei 1693 verkochten Jan Hautvast, gehuwd met Elsken Meijers, en zijn zwager Jaspar Mobaerts, gehuwd met Gertruijdt Hautvast, aan Willem Heunen, gehuwd met Neesken Olmans, hun deel van het patrimonieel erfgoed "aen die Arck" tot Caumer, vallend onder de cijnskaart Ursfelt, metende een zil en 36 kleine roeden en grenzend voor de zil aan Marie Vrens en Peter Vroen, hoofdzijde Peter Dautzenberg, en voor de 36 kleine roeden grenzend aan de Molenweg.
De koopsom bedroeg 79 rijksdaalders inclusief de lasten[122]
Op 6 december 1710 verklaarde Jan Hautvast, in tweede huwelijk met Neleken Schillings, bijgestaan door zijn voorzoon Linnert Hautvast, alsmede met Giertruid Hautvast, dat Peter van Nuijs van de Caumer 100 gulden in handen had, hun toekomende vanwege hun overleden tante.
Van Nuijs wilde dit bedrag niet overhandigen uit vrees dat zekere Frederick Ketels, al jaren vermist, zou terugkeren en dit bedrag zou vorderen.
Daarom stelden Jan en Linnert tot garantie 56 kleine roeden weiland naast genoemde Gertruid Hautvast en 17 kleine roeden land op de Caumer, naast genoemde Gertruid Hautvast en de erfgenamen Claes Heuten.
Gertruid Hautvast borgde met haar deel in genoemde 56 kleine roeden weide en haar huis met ca. 20 kleine roeden weide, grenzend aan genoemde Jan Hautvast en de erfgenamen Giel Papperts.[123]
Gehuwd voor de kerk (1) op 34-jarige leeftijd op 7 november 1685 te Hoensbroek met Elisabeth MEIJERS, 29 jaar oud, gedoopt op 24 september 1656 te Heerlen, overleden op 1 juli 1696 te Hoensbroek op 39-jarige leeftijd, dochter van Leonardus MEIJERS en Elisabeth WIJNGAERTS
De afstamming van Elisabeth Meijers blijkt uit deze akte:
Op 6 april 1688 verklaarde Jan Meijers, gehuwd met Trijneken Mobarts, mede voor zijn broers en zussen Reijner, Lenart, Ittien en Elsken, gehuwd met Jan Haltvast, dat hij op 15 februari 1688 aan Jan Sistermans, gehuwd met Marie Kreiten, ca. 200 kleine roeden land verkocht had.
Het land grensde aan Thijs Vroomen en de verkopers, hoofdzijden de koolhof van de verkopers en Gielis Vruls.
Het land, cijnsplichtig in de kaart van de Wijer, werd verkocht voor 32,5 pattacon.
Het geld werd besteed aan het aflossen van een schuld aan de gravin van Stirum.[124]
Gehuwd voor de kerk (2) op 46-jarige leeftijd op 26 november 1697 te Hoensbroek met Cornelia SCHILLINGS, begraven op 13 april 1713 te Hoensbroek.
Uit het eerste huwelijk:

  • 1. Leonardus (zie IV.1).
  • 2. Matthias, gedoopt op 12 juni 1689 te Hoensbroek (getuige(n): Casparus Mobarts, Catharina Mobarts).
  • 3. Elisabeth, gedoopt op 2 juni 1692 te Hoensbroek (getuige(n): Petrus Aelmans, Gertrudis Hautvast), begraven op 26 september 1747 te Hoensbroek op 55-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 27-jarige leeftijd op 1 november 1719 te Hoensbroek met Gerardus SENDEN.

  • 4. Margaretha, gedoopt op 15 maart 1696 te Hoensbroek (getuige(n): Andreas Jongen).


Generatie IV
IV.1 Leonardus HAUTVAST, gedoopt op 4 oktober 1686 te Hoensbroek (getuige(n): Gerardus Cremers, Catharina Meiers), begraven op 18 juni 1753 te Hoensbroek op 66-jarige leeftijd, zoon van Joannes HAUTVAST (zie III.3) en Elisabeth MEIJERS.
Op 9 maart 1719 verkocht Peter Moberts, gehuwd met Catharina Bruls, aan Lennert Hautvast, gehuwd met Idgen Bemelmans, 28 kleine roeden koolhof aan het Overbroek, grenzend aan Hendrick Sijstermans en de koper, hoofdzijden Hendrick Sijstermans en de straat, voor 16 pattacons.
Het geheel was belast met een malder tarwe en een kwart kapoen in de hoeve van Aelfer Spitsen en te betalen aan huis Hoensbroek.[125]
Op 28 december 1720 verklaarde Lenert Hautvast, gehuwd met Idgen Bemelmans, dat hij van Jan Eijmael, gehuwd met Enken Heuten, 100 gulden verkregen had, staande op de armenkas van Hoensbroek, waarvoor hij bij deze Eijmael vrijwaarde.
Tot onderpand stelde hij 34 kleine roeden koolhof aan het Overbroek, grenzend aan Hend. Sijstermans, de straat en Gerrit Senden, alsmede 43 kleine roeden land aldaar gelegen, grenzend aan schout Fransen en Willem Coenen, hoofdzijden de straat en de rein.[126]
Gehuwd voor de kerk op 26-jarige leeftijd op 12 oktober 1712 te Nuth (getuige(n): Petrus Snackers, Leonardus Frissen) met Ida BEMELMANS, begraven op 20 mei 1745 te Hoensbroek.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Joannes, gedoopt op 25 maart 1714 te Hoensbroek (getuige(n): Renerus Meijers, Elisabeth of Elsken Hautvast).
  • 2. Maria, gedoopt op 8 september 1715 te Hoensbroek (getuige(n): Nicolaus Bemelmans, Maria Crijns).
  • 3. Elisabeth, gedoopt op 9 juli 1718 te Hoensbroek (getuige(n): Anna Stassen namens Catharina Meijers).

Gehuwd voor de kerk op 31-jarige leeftijd op 25 januari 1750 te Hoensbroek met Wilhelmus COENEN.

  • 4. Joannes, gedoopt op 1 februari 1721 te Hoensbroek (getuige(n): Andreas Rietraedt namens Joannes Meijers, Joanna Rameckers namens Maria Bemelmans).
  • 5. Leonardus, gedoopt op 4 februari 1725 te Hoensbroek (getuige(n): Joannes Smeets senior, Gertrude Spitsen), overleden op 19 juli 1777 te Hoensbroek op 52-jarige leeftijd, begraven op 21 juli 1777 te Hoensbroek.

Op 9 maart 1759 verkocht Leonard Hautvast, gehuwd met Elisabeth Janssen, als erfgenaam van Joannes Janssen, aan Willem Biesjans, gehuwd met Maria Winthagen, 63 kleine roeden weiland "de kreckelweijde", grenzend aan de Meulenweg en de koper, hoofdzijde de gemeente en het wederdeel dat diezelfde dag door zijn schoonzus Judith eveneens aan Willem Biesjans verkocht werd.
De koopsom bedroeg 33 pattacons, te voldoen in twee termijnen. De eerste termijn verviel eind augustus, de tweede termijn aankomende Kerstmis.
Leonardus Hautvast verklaarde op 9 november 1760 volledig betaald te zijn.[127]
Op 1 september 1770, ten overstaan van notaris l'Allemand, kantoor houdend te Nuth in het woonhuis van Willem Biesjans, werd het testament opgesteld van Leonardus Hautvast en zijn echtgenote Elisabeth Janssen, wonend op het Overbroek onder Hoensbroek.
Het kinderloze echtpaar, gezond en bij volle verstand, maakte een testament op de langstlevende.[128]
Op 6 juni 1772 leende Lenard Hautvast, gehuwd met Elisabeth Janssen, 50 gulden tegen 5% van pastoor Heijnen, collecteur van de Weustenraadse beurs.
Tot onderpand stelde hij:
a) 130 kleine roeden akkerland in het Maandagsveld aan het Overbroek "op het bielen", grenzend aan de erfgenamen Jan Haseliers en Geret Senden, hoofdzijden de weg en Peter Horstmans;
b) 58 kleine roeden land aan de Coumer, grenzend aan Joannes Beckers en Joannes Bueckers, hoofdzijde de weg naar de Wingartshof;
c) 36 kleine roeden land in het Maandagsveld, grenzend aan Geret Senden en Joannes Beckers, hoofdzijden Joannes Beckers en de weduwe Reiner Bruls;
d) 94 kleine roeden weiland in de Muisstraat genaamd "laeckweijde", grenzend aan Lenard Senden en Hendrick Eijmael, hoofdzijde Willem Coenen.
Hij ondertekende als Leonardus Hautvast.[129]
Gehuwd voor de kerk op 24-jarige leeftijd op 19 oktober 1749 te Hoensbroek met Elisabeth JANSSEN, 32 jaar oud, gedoopt op 19 februari 1717 te Nuth (getuige(n): Jacobus Helgers, Anna Meijs), overleden op 19 september 1798 te Hoensbroek op 81-jarige leeftijd, 3 jour complet VI; overleden in het huis van Reiner Dresen; als leeftijd werd 84 jaar gegeven, dochter van Joannes JANSSEN en Elisabeth CANISIUS.

  • 6. Nicolaus, gedoopt op 29 augustus 1729 te Hoensbroek (getuige(n): Gerardus Senden, Margareta Otterman), begraven op 9 maart 1747 te Hoensbroek op 17-jarige leeftijd.



Bronnen

  1. HCL-01.075 LvO 7080, 234v
  2. HCL-01.075 LvO 1755, 77r
  3. HCL-01.075 LvO 1755, 88r
  4. HCL-01.075 LvO 1755, 106r; zie ook HCL-01.075 LvO 1766, 83 in de kantlijn
  5. HCL-01.075 LvO 1755, 82v
  6. HCL-01.075 LvO 1310
  7. HCL-01.075 LvO 1755, 121v
  8. HCL-01.075 LvO 1755, 128v
  9. HCL-01.075 LvO 1725, 166
  10. HCL-01.075 LvO 1755, 225v
  11. HCL-Notarieel Archief 1430 van der Stam Maastricht
  12. HCL-01.075 LvO 1755, 253r
  13. HCL-01.075 LvO 1756, 208v
  14. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 170, 67
  15. HCL-09.001 Notariële Archieven 4181 (1737), 1
  16. HCL-01.075 LvO 1757, 272v
  17. HCL-01.075 LvO 1755, 225v
  18. HCL-01.075 LvO 1756, 48r
  19. HCL-01.075 LvO 1755, 257v
  20. HCL-01.075 LvO 1312, 264
  21. HCL-01.075 LvO 1725, 37
  22. HCL-01.075 LvO 1756, 84r
  23. HCL-01.075 LvO 1756, 37r
  24. HCL-01.075 LvO 4133
  25. HCL-01.075 LvO 1756, 112v
  26. HCL-01.075 LvO 1756, 125v
  27. HCL-01.075 LvO 1756, 213v
  28. HCL-01.075 LvO 1756, 131v
  29. HCL-01.075 LvO 1756, 132r
  30. HCL-01.075 LvO 1756, 213v
  31. HCL-01.075 LvO 1757, 50v
  32. HCL-20.001A 918, 191
  33. HCL-01.075 LvO 1736
  34. HCL-01.075 LvO 1757, 25r
  35. HCL-01.075 LvO 1736 en LvO 1747, processtukken
  36. mededeling via e-mail van Wolfram Jungbluth
  37. HCL-01.075 LvO 1734
  38. HCL-01.075 LvO 1757, 83v
  39. HCL-01.075 LvO 1757, 83r
  40. HCL-01.075 LvO 1757, 145v
  41. HCL-Notarieel Archief 1835 Veugen Maastricht
  42. HCL-Notarieel Archief 1977 Caris Maastricht; HCL-01.075 LvO 2075, 22
  43. HCL-Notarieel Archief 1913 Thielen Maastricht
  44. HCL-01.075 LvO 1758, 42r
  45. HCL-01.075 LvO 1757, 255v
  46. HCL-01.075 LvO 1757, 282v
  47. HCL-01.075 LvO 1757, 304v
  48. HCL-01.075 LvO 1757, 303r
  49. HCL-Notarieel Archief 2027 Ruijters Maastricht
  50. HCL-01.075 LvO 1758, 82v
  51. HCL-01.075 LvO 1758, 111r
  52. Rijksarchief Hasselt-Notarieel Archief 3841 (1741), 26: notaris Royen 's-Gravenvoeren
  53. HCL-01.075 LvO 1758, 204v
  54. HCL-01.075 LvO 1758, 207v
  55. HCL-01.075 LvO 1758, 209v
  56. HCL-01.075 LvO 1759, 11r
  57. HCL-01.075 LvO 1763, 42v
  58. Habets, Heerlijkheid Nuth, 21
  59. HCL-Notarieel Archief 1834 Veugen Maastricht
  60. HCL-01.075 LvO 1757, 307v
  61. HCL-01.075 LvO 1758, 39r
  62. vermeld met echtgenote in op 29 mei 1747 te Dusseldorf geschreven volmacht, toegevoegd aan HCL-01.075 LvO 1759, 9v-11r
  63. HCL-01.075 LvO 1762, 262v
  64. HCL-01.075 LvO 1759, 281v
  65. HCL-01.075 LvO 1851, 175
  66. HCL-01.075 LvO 1851, 179
  67. Rijksarchief Hasselt-Notarieel Archief 3955 (1762): notaris Royen Sint-Martensvoeren
  68. HCL-01.075 LvO 1852, 292
  69. HCL-01.075 LvO 1760, 128v
  70. HCL-01.075 LvO 1853, 465
  71. HCL-01.075 LvO 1853, 91
  72. HCL-01.075 LvO 1853, 425
  73. HCL-01.075 LvO 1853, 534
  74. HCL-01.075 LvO 1761, 181r
  75. HCL-01.075 LvO 1762, 248v
  76. gezin Hautvast-Limpens genoemd in J. Belonje Chevremont en de Gouden Spoor in Land van Herle 1958, 106
  77. Rijckheyt-002 Schepenbank Hoensbroek LvO 1674, 46
  78. HCL-01.075 LvO 1759, 177r
  79. HCL-01.075 LvO 1759, 187v
  80. HCL-01.075 LvO 1759, 192v
  81. HCL-01.075 LvO 1759, 200r
  82. HCL-01.075 LvO 1759, 208v
  83. HCL-01.075 LvO 1759, 210r
  84. HCL-01.075 LvO 1759, 205r
  85. HCL-01.075 LvO 1760, 7r
  86. HCL-01.075 LvO 1760, 73r
  87. HCL-Notarieel Archief 2080 Guichard Maastricht
  88. HCL-01.075 LvO 1760, 126r
  89. HCL-01.075 LvO 1760, 129v
  90. HCL-01.075 LvO 1760, 169r
  91. HCL-01.075 LvO 1760, 253r
  92. HCL-Notarieel Archief 2083 Guichard Maastricht
  93. HCL-01.075 LvO 1760, 275r
  94. HCL-01.075 LvO 1760, 256v
  95. HCL-01.075 LvO 1761, 76r
  96. HCL-01.075 LvO 1761, 83r
  97. HCL-01.075 LvO 1761, 85r
  98. HCL-01.075 LvO 1761, 86r
  99. HCL-01.075 LvO 1761, 88v
  100. HCL-01.075 LvO 1763, 42v
  101. HCL-09.001 Notariële Archieven 4444 Swildens Voerendaal (1761), 3
  102. Rijckheyt-001 inv.nr. 4321x
  103. HCL-01.075 LvO 1759, 280v
  104. Herten in het Woud VI, 204
  105. HCL-01.075 LvO 1759, 187v
  106. HCL-01.075 LvO 1760, 252r
  107. HCL-01.075 LvO 1760, 11v
  108. HCL-01.075 LvO 1760, 25v
  109. HCL-01.075 LvO 1760, 129v
  110. HCL-01.075 LvO 1760, 169r
  111. HCL-01.075 LvO 1760, 275r
  112. HCL-01.075 LvO 1761, 208r
  113. HCL-01.075 LvO 1763, 64r
  114. HCL-01.075 LvO 1763, 207r
  115. N.A. Hamers Geschiedenis van het Brunssumse geslacht Hamers II, 471-472
  116. HCL-09.001 Notariële Archieven 4455, 7: Swildens Voerendaal
  117. HCL-01.075 LvO 1762, 176v
  118. HCL-01.075 LvO 1763, 223v
  119. HCL-01.075 LvO 1764, 157 en 158
  120. HCL-01.075 LvO 1763, 69v
  121. Rijckheyt-002 LvO 1671, 22
  122. Rijckheyt-001 LvO 6514 laathof Ursfelt
  123. Rijckheyt-002 LvO 1671, 366
  124. Rijckheyt-002 LvO 1671, 22
  125. Rijckheyt-002 LvO 1672, 157
  126. Rijckheyt-002 LvO 1672, 217
  127. HCL-01.075 LvO 1762, 236r
  128. HCL-09.001 Notariële Archieven 4186 l'Allemand Valkenburg
  129. Rijckheyt-002 LvO 1676, 86

Medewerkers

Harry Luijten, eerste versie op 23 december 2006
Harry Luijten, herziene versie op 21 februari 2007 (met dank aan Willi Pelz voor zijn commentaar)
Harry Luijten, toevoeging bij Simon Hautvast (generatie V) op 18 juli 2007
Harry Luijten, zevende en achtste generatie en aanvullende informatie zesde generatie toegevoegd op basis van gegevens verstrekt door Toine Hendriks op 7 oktober 2007
Harry Luijten, bijgewerkte versie op 19 februari 2024
Harry Luijten, los eindje aangevuld met deelgenealogie Hautvast Hoensbroek