Frissen

Uit Genealogie Limburg Wiki
Tree3c.jpgTree3c.jpgTree3c.jpg

GENEALOGIE FRISSEN

Generatie I

I.1 Leonardus FRISSEN
Op 10 november 1628 leende Lenert Frisschen, gehuwd met Judich Smismans, 300 gulden van Jan Habets de oude van Haasdal, met als onderpand, ca. een halve bunder weiland te Aalbeek, grenzend aan Willem Raven en Jan van Brommen, alsmede ca. drie morgen akkerland aldaar gelegen, grenzend aan Jan Knol de oude en de erfgenamen van Jan Paumbroeck.[1]
Op 5 maart 1639 Leonardt Frissen, gehuwd met Judit Smitsmans, 100 gulden tegen 6,25% van jonker Peter van Bock, gehuwd met Antonetta van Pollart
Tot onderpand stelde hij anderhalve morgen land in het Bosserveld, grenzend aan Jan Meijsen en de erfgenamen van Dirck Debets, alsmede anderhalve morgen land in de Scherpenbeck bij Aalbeek, grenzend aan Goessens Hermens en Willen Habets.[2]
Gehuwd voor de kerk op 13 mei 1627 te Wijnandsrade met Judith SMISMANS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Joannes (zie II.1).
  • 2. Wilhelmus, gedoopt op 4 augustus 1630 te Wijnandsrade (getuige(n): Wilhelmus Raven, Maria Tewis).
  • 3. Helena, gedoopt op 12 mei 1634 te Wijnandsrade (getuige(n): Goswinus Hermans, Anna Frissen), overleden op 28 november 1708 te Aalbeek-Hulsberg op 74-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 20-jarige leeftijd op 28 oktober 1654 te Schimmert met Wilhelmus WILLEMS, 22 jaar oud, schepen van Wijnandsrade, gedoopt op 6 maart 1632 te Schimmert (getuige(n): Servatius Willems, Maria Welsen), zoon van Petrus WILLEMS en Catharina COX.

Generatie II


II.1 Joannes FRISSEN, gedoopt op 16 maart 1628 te Wijnandsrade (getuige(n): Michael Moerens, Margriet Gielen), overleden op 5 juni 1711 te Nuth op 83-jarige leeftijd, zoon van Leonardus FRISSEN ( zie I.1) en Judith SMISMANS.
Lendert Frissen tot Wijnandtsraij nu Jan Frissen de soon onder Nutt woonachtig gelt iaerlijcx een vat ende een derde del van een vat rogge [aan het OLV-altaar van Hulsberg]
Onderpandt drij groote ende seven cleene roeden landts gelegen in de scherpenbeck genaemt op den botelaer reijgenooten oost Jan Ackermans west den voetpadt voornoemt noord de weduwe Geurt Frissen 't ander hooft Matthijs Habets[3]
Op 13 mei 1673 verkocht Maria Finiers, ongehuwd, aan Jan Frisschen, gehuwd met Barbara Pleugmeckers, 187 1/2 kleine roeden akkerland te Hunnecum onder Wijnandsrade, grenzend aan Geurd Maes, erfgenamen Stas Tesschers, Joannes Vorst en de Ludderweg, voor twintig stuivers per kleine roede.[4]
Op 31 mei 1676 verkocht Johan Maes, gehuwd met Catrijn Heuts, aan Jan Frisschen, gehuwd met Barbara Pleuchmeeckers, 90 kleine roeden akkerland op "lenen Damen voetpadt" onder Wijnandsrade, grenzend aan Jacob Smitsmans, het voetpad en de Raderweg, voor een gulden per kleine roede.[5]
Op 29 oktober 1684 leende Jan Houben, gehuwd met Maria Habets, 200 gulden tegen 6,25% van Jan Frisschen, gehuwd met Barbara Pleugmeckers.[6]
Op 21 januari 1686 verkochten Dirck Engelen, gehuwd met Margrieta Aelmans, en de ongehuwde Catharina Aelmans, aan Jan Frisschen, gehuwd met Barbara Pleugmekers, 58,5 kleine roeden akkerland "aen de oppemer hage" onder Wijnandsrade, grenzend aan Palm Coex, de weg en Servaes Spijckers, voor 23 stuivers per kleine roede.[7]
Op 25 januari 1689 verkocht Maria Finiers, ongehuwd en burgeres van Maastricht, aan Jan Frisschen, gehuwd met Barbara Pleugmeckers, 76 kleine roeden akkerland op de Raderweg "bij die cappuijns kuijl", oostwaarts Mees Willems, westwaarts weduwe Frans Snackers, hoofdzijde Frans Rentiens; en voorts 96,5 kleine roeden akkerland "aen ouden bosch" onder Wijnandsrade, oostwaarts de pastorie van Wijnandsrade, westwaarts Servaes Spijckers. Iedere kleine roede kostte twintig stuivers.[8]
Op 4 mei 1696 leende Werner Vleugels, gehuwd met Elisabeth Roecx, 200 gulden tegen 6,25% van Jan Frisschen, gehuwd met Barbara Pleugmeckers.[9]
Op 6 juni 1699 verkochten de erfgenamen van Maria Finiers aan Jan Frisschen, gehuwd met Barbara Pleumaeckers, achttien grote roeden weiland "d'overweijde" te Hunnecum onder Nuth, grenzend aan de weduwe Hendrick Municx, Dirck Engelen, de erfgenamen Palm Coocx en Jan Habets, belast met een half vat rogge aan de kerk van Nuth. Iedere kleine roede kostte 36 stuivers.[10]
Op 27 juli 1701 beleende Giel Pitsweggen voor 57,5 pattacon Jan Frisschen, gehuwd met Barbara Pleugmaeckers, met 176 kleine roeden akkerland te Nuth, grenzend aan Caspar Brandts, Corstgen Diebets, en hof Dael voor een periode van twaalf jaar.[11]
Op 23 april 1708 verklaarde Joannes Frissen, gehuwd met Barbara Pluijmeckers, dat zijn dochter Judith uit haar huwelijhk met wijlen Paulus Meijs een zoon had, genaamd Jacobus. Indien Judith zou hertrouwen en uit dat huwelijk kinderen geboren zouden worden, mochten die kinderen gelijkelijk meedelen in de erfenis, alsof allen uit hetzelfde huwelijk zouden stammen.[12]
Joannes Frissen, gehuwd met Berbken Pluijmeeckers, leende op 27 april 1711 aan Mathijs van der Hagen, gehuwd met Gertruijdt Urlinghs, 400 gulden tegen 5%.[13]
Gehuwd voor de kerk op 39-jarige leeftijd op 6 juli 1667 te Nuth met Barbara PLUCHMECKERS, 23 jaar oud, gedoopt op 12 februari 1644 te Nuth, overleden op 29 augustus 1712 te Nuth op 68-jarige leeftijd, dochter van Petrus PLUCHMECKERS en Maria RITSELVELT.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Leonardus (zie III.1).
  • 2. Catharina, gedoopt op 25 november 1672 te Nuth (getuige(n): Joannes Pleuchmeckers, Sophia Quix).
  • 3. Judith, gedoopt op 7 oktober 1675 te Wijnandsrade (getuige(n): Nicolaus Rameckers, Helena Frissen), overleden op 7 maart 1743 te Nuth op 67-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 24-jarige leeftijd op 4 februari 1700 te Nuth (getuige(n): Hermanus Meijs, Petrus Frissen) met Paulus MEIJS, geboren ca. 1672, overleden op 9 mei 1701 te Nuth, broer Petrus, gehuwd met Maria Weusten, zoon van Jacobus MEIJS, schepen, en Catharina NUCHELMANS.

  • 4. Maria, gedoopt op 26 januari 1679 te Wijnandsrade (getuige(n): Matthias Pluchmeckers, Johanna Roberts).
  • 5. Petrus (zie III.7).
  • 6. Joannes (zie III.9).


Generatie III


III.1 Leonardus FRISSEN, gedoopt op 5 december 1668 te Nuth (getuige(n): Leonardus Frissen, grootvader), overleden nov. 1715 te Wijnandsrade (overlijden ook in Hulsberg vermeld: op 24 november 1715 gestorven in Aalbeek, belastinginner onder Wijnandsrade), zoon van Joannes FRISSEN (zie II.1) en Barbara PLUCHMECKERS.
Op 28 januari 1698 verklaarden Lenaerdt Frissen en Jan Ackermans voor de schepenbank Klimmen dat zij van Willem Ceurffs, burger van Maastricht en gehuwd met Maria Offermans, diverse onroerende goederen gekocht hadden, zoals beschreven in een akte, op 16 juli 1697 opgesteld door notaris Roumans.
Het ging daarbij om:
a) huis en hof met toebehoor, gelegen binnen Aalbeek, grenzend aan Meijs Ackermans en de erfgenamen Peter Houbrichts;
b) een weide binnen Aalbeek gelegen, grenzend aan Hendrick Brouns en Jan Frissen;
c) een perceel akkerland achter deze weide, grenzend aan Lemmen Loijen en Hendrick Brouns;
d) een perceel akkerland "op die hoff", grenzend aan Jen Ackermans en Lemmen Loijen;
e) een perceel akkerland op de Trichterweg, grenzend aan Frans Snackers en Matthijs Habets;
f) een perccel akkerland "op den banden", grenzend aan Lambricht Creijen van Maastricht en Meijs Ackermans;
g) een perceel akkerland op de Mestweg, grenzend aan Jan Ackermans en Frans Overscheer;
h) een perceel akkerland, eveneens op de Mestweg, grenzend aan Leonard Houben en Meijs Ackermans;
i) een perceel akkerland "op het bosken", grenzend aan Meijs Ackermans en Simon Weusten;
j) een perceel akkerland "op 't heuvelken", grenzend aan Jan Kerckherderen en de weduwe Aelbert Thomissen.
Voor het geheel diende 1325 gulden betaald te worden.
Hiervan werd ter plaatse 700 gulden betaald door Leonard Frissen. Jan Ackermans beloofde het restant tegen aanstaande Sint Remigius te betalen.[14]
Op 20 november 1699 verkocht Jenne Wouters, weduwe Geurt Frissen, bijgestaan door zwager Jan Last en neef Peter Frissen, voogd van Meijken Frissen, haar dochter bij wijlen Geurt Frissen, aan Lenaert Frissen, gehuwd met Anna Schils, een huis met ca. 4,5 morgen weiland binnen het dorp van Aalbeek onder de bank Klimmen, grenzend aan de erfgenamen Lenaert Meijers en Willem Willems, hoofdzijden de verkoopster en de gemene straat.
Het geheel werd verkocht voor 775 gulden. De lasten, te weten een vat rogge aan de Armen van Hulsberg, alsmede een kop rogge en een kan olie aan de geestelijkheid van Hulsberg, werden gekort op de koopsom.[15]
Op 18 juni 1703, ten overstaan van notaris Bruijsterbos, verkocht Caspar von Crutz, luitenant-kolonel onder hertog Holsteijn, als man en voogd van Maria Catharina van Eijsden, aan Lenart Frissen, wonend te Aalbeek en gehuwd met Anna Schils:
a) de helft in 168 kleine roeden "aen de kakerts graeff", grenzend aan de erfgenamen Frans Boschouwers en Henrick Fleren(?);
b) de helft in 105 en driekwart kleine roeden aan de vijfbunder, grenzend aan Lamber Creijen en [niet ingevuld];
c) de helft in 156 kleine roeden in het Raderveld, grenzend aan de weduwe Hend, Hermans en Jan Loijen;
d) de helft in 210,5 kleine roeden in het Putterveld, grenzend aan de weduwe Hend. Hermans en Willem Willems;
e) de helft in 132 kleine roeden aan de Vinck, aan weerszijden grenzend aan Jan Cobben;
f) de helft in 169 kleine roeden, aan weerszijden grenzend aan Jan Cobben;
g) de helft in 107 kleine roeden "aen de opperhemhaege"(?), grenzend aan Hend. Cobben en Geurdt Maes;
h) de helft in 129 kleine roeden aan de Vinck, grenzend aan Jan Houben en Jan Cobben;
i) de helft in 208 kleine roeden "aen de Thienpert", grenzend aan Peter Dresen en de weg;
j) de helft in 106,5 kleine roeden grenzend aan Jan Cobben en en Wolter Michiel;
k) de helft in 195,5 kleine roeden grenzend aan baron de Bongart en Jan Houben;
l) de helft in 50 kleine roeden grenzend aan Wolter Michiel en Paulus Dresens;
m) de helft in 95 kleine roeden aan de Vinck, grenzend aan Jan Coemans, Jan Houben en Adam Fabritius.
Het geheel werd verkocht voor 525 gulden.[16]
Gehuwd voor de kerk op 28-jarige leeftijd op 16 juni 1697 te Nuth (getuige(n): Henricus Boots, Guilielmus Schpers, Maria Frisschen) met Anna SCHULS, overleden op 22 december 1734 te Wijnandsrade.
Op 9 februari 1729 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, op 19 juli 1721 opgesteld ten kantore van notaris Frens te Valkenburg.
Anna Schuls, weduwe Leen Frisschen, inwoonster van Aalbeek, bijgestaan door zoon Matthijs Frisschen, verklaarde vijftig pattacons ontvangen te hebben van Anthoon van Ocken, gehuwd met Agneta Bock.
Het geld was bestemd voor haar dochter Jenne Barbara Frisschen, die te Sittard in het klooster was gegaan.
Zij beloofde over het bedrag een rente van 5% te betalen en stelde tot onderpand een bunder akkerland "op de hoef" onder Aalbeek, grenzend aan Matthijs Habets en Joannes Hoeben, hoofdzijden Gerrit Linssen en Claes Hermens.[17]
NB: Er is geen dochter Joanna Barbara van het echtpaar Frissen-Schuls in de doopboeken van Wijnandsrade of Hulsberg aangetroffen, wel een dochter Barbara, maar die is in 1722 gehuwd!
Uit dit huwelijk:

  • 1. Barbara, gedoopt op 7 juli 1698 te Wijnandsrade (getuige(n): Paulus Driessen namens Wilh. Willems, Joanna Rootberts namens Maria Schuls), overleden op 8 december 1754 te Hellebroek-Nuth op 56-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 23-jarige leeftijd op 17 januari 1722 te Maastricht (getuige(n): Jacobus Meijs, Matthias Frissen), met toestemming van de pastoor van Nuth en dispensatie in de roepen, de bruid afkomstig uit Wijnandsrade met Joannes NUCHELMANS, 31 jaar oud, schepen, gedoopt op 28 december 1690 te Nuth (getuige(n): Henricus Scheefelarts, Elisabeth Corten namens Catharina Smeets), overleden op 18 oktober 1774 te Hellebroek-Nuth op 83-jarige leeftijd, begraven op 20 oktober 1774 te Nuth, zoon van Christianus NUCHELMANS en Elisabeth HENNEN.

  • 2. Matthias (zie IV.3).
  • 3. Joannes, gedoopt op 8 november 1703 te Wijnandsrade (getuige(n): Paulus Driessen namens Joannes Frissen, Joanna Rootbaerts namens Sophia Dassen).

Op 9 juni 1751 verkocht Joannes Frissen, gehuwd met Elisabeth Slangen, aan zijn zwager Jacobus Raemeckers, gehuwd met Marie Catharina Frissen, 76 kleine roeden akkerland in het Achterveld onder Nuth, grenzend aan Goris Gorissen, de beek en de Kinkevoerdersweg, voor 29 stuivers per kleine roede. Verder had de koper nog 100 latten geleverd.[18]
Gehuwd voor de kerk op 44-jarige leeftijd op 13 februari 1748 te Wijnandsrade met Elisabeth SLANGEN, 21 jaar oud, gedoopt op 18 maart 1726 te Nuth (getuige(n): Petrus Slangen (oom), Catharina van Esschen namens Anna Adrians (tante)), dochter van Joannes SLANGEN en Ida ADRIANS.

  • 4. Maria Catharina, gedoopt op 4 december 1707 te Wijnandsrade (getuige(n): Judith Frissen), overleden op 20 april 1760 te Hunnecum-Nuth op 52-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 29-jarige leeftijd op 2 februari 1737 te Maastricht (getuige(n): voor pater Ant. Rutten van de Minderbroeders en getuigen), met toestemming van de pastoor van Nuth met Jacobus RAMECKERS, 30 jaar oud, gedoopt op 7 november 1706 te Nuth (getuige(n): Franciscus Crijns (grootvader), Anna Cremers, e.v. Joannes Boesten), overleden op 1 maart 1795 te Hunnecum-Nuth op 88-jarige leeftijd, zoon van Jacobus RAMECKERS en Maria CRIJNS.

III.7 Petrus FRISSEN, gedoopt op 8 juni 1682 te Nuth (getuige(n): Arnoldus Smismans, Margaretha Deuss), overleden op 29 december 1709 te Hulsberg op 27-jarige leeftijd, zoon van Joannes FRISSEN (zie II.1) en Barbara PLUCHMECKERS.
Op 25 januari 1723 verklaarden Johan Quix en Johan Nuchelmans, voogden van de weeskinderen van Peter Frissen en Elisabeth Quix, dat zij een akkoord waren aangegaan met Peter Meijs en Matthias Hautvast, voogden van Jacob Bavo Meijs, alsmed diens moeder Judith Frissen. Er werden nu borgstelingen aangegaan betreffende de erfenis van de weeskinderen Frissen en het weeskind Meijs. Daarna konden Quix en Nuchelmans een overeenkomst sluiten met het klooster Agnetenberg te Sittard, waar wees Joanna Barbara Frissen als novice zou intreden. Voor haar werd een bebeficie van 600 pattacons gesticht staande op huis en hof nabij de kerk van Nuth, ca. een bunder weiland, grenzend aan Johan Janssen en de straat, alsmede 3 1/2 bunder akkerland aan het voorstercleef, grenzend aan de Nieuwenhof en Lemmen Meulenbergh.[19]
Gehuwd voor de kerk op 19-jarige leeftijd op 26 februari 1702 te Nuth (getuige(n): Joannes Oortmans, Matheus Silverentans) met de17-jarige Elisabeth QUIX, gedoopt op 11 februari 1685 te Hulsberg (getuige(n): Joannes Boschouwers, Joanna Brants), overleden op 3 augustus 1719 te Hulsberg op 34-jarige leeftijd, dochter van Rutgerus QUIX en Joanna JEUCKEN.
{Ondertrouwd (2) op 12 september 1711 te Klimmen, weduwnaar van Aalbeek, weduwe van Hulsberg, gehuwd op 25-jarige leeftijd op 27 september 1711 te Klimmen met de 40-jarige Petrus SNACKERS, geboren te Hulsberg, gedoopt op 24 november 1670 te Wijnandsrade (getuige(n): Bartholomeus Monen, Oda Ubachs), overleden op 17 oktober 1745 te Hulsberg op 74-jarige leeftijd, zoon van Franciscus SNACKERS en Maria UBACHS}. Uit dit huwelijk:

  • 1. Joanna Barbara, gedoopt op 4 augustus 1705 te Hulsberg.
  • 2. Maria, gedoopt op 17 april 1707 te Hulsberg.
  • 3. Joannes, gedoopt op 29 januari 1709 te Hulsberg.


III.9 Joannes FRISSEN, gedoopt op 19 augustus 1685 te Nuth (getuige(n): Servatius Roex, Maria e.v. Cornelius Lenssen), overleden op 28 juli 1763 te Driessen-Nuth op 77-jarige leeftijd, begraven op 30 juli 1763 te Nuth, in zijn familiegraf in de parochiekerk nabij de biechtstoel, zoon van Joannes FRISSEN (zie II.1) en Barbara PLUCHMECKERS.
'De familierelatie is afgeleid op basis van doopgetuigen, het uitsluiten van naamgenoten in Nuth en directe omgeving en vooral het feit dat zoon Joannes Wilhelmus de neef van Bavo Jacob Meijs genoemd wordt.
Op 12 februari 1738 verkocht Frans Willem van Bronsveldt, gehuwd met Odilia Goessens, aan Joannes Frissen, gehuwd met Elisabeth Crijns, 312 (bij meting 309) kleine roeden akkerland op de Achtbunder in het Grijzegrubberveld onder Nuth, oostwaarts Joannes Wolterus van Schaesbergh, westwaarts Arnold Bemelmans en Houb Biesjans, voor 16 stuivers per kleine roede; en voorts 170 kleine roeden akkerland in de Eertgrubbe, oostwaarts Merten a Campo, westwaarts Jan Herman, hoofdzijde erfgenamen Jan Cremers, voor 15 stuivers per kleine roede.[20]
Op 16 januari 1747 verkocht Simon Habets aan Joannes Frisschen, inwoner van Nuth en gehuwd met Elisabeth Crijns, een huis met schuur, moestuin en huisweide, laatgoed, gelegen aan de Dorpstraat te Hulsberg, oostwaarts Reijner Gieskens, westwaarts Willem Scholtissen. Het geheel werd verkocht voor 1250 gulden en was belast met anderhalve kop rogge aan de weduwe Wouter Limpens.[21]
Op 25 februari 1752 verkochten de erfgenamen van Joannes Bocken en Heriberta Meijs aan Joannes Frissen, gehuwd met Elisabeth Crijns, de goederen die hun grootvader Machiel Meijs op 21 juni 1714 bij erfenis verkregen had. Het ging om huis, hof, moestuin, weiland en akkerland op de Drieschen onder Nuth, grenzend aan Reiner Crijns, de dorpstraat en peter Cremers; voorts de "Neijweijde", grenzend aan Reijner Crijns, de erfgenamen Matthijs Hautvast en de straat; verder 92 kleine roeden akkerland "achter den bergh", grenzend aan Reijner Crijns, Hermen Snackers en de Bergerhof; en tenslotte een stuk akkerland "op de Bastaert", grenzend aan de weduwe Nelis Cremers en belast met een kop rogge. De totale koopsom bedroeg 2000 gulden, tweehonderd schoven rogge met stro en een koe ter waarde van 50 gulden. Een deel werd betaald door het overnemen van een schuld van 400 gulden, welke schuld op 28 oktober 1754 werd afgelost.[22]
Op 14 april 1752 verscheen Joannes Frissen, inwoner van Nuth en in eerste huwelijk met Elisabeth Crijns, voor notaris L'Allemand te Valkenburg.
Hij verkocht 175 kleine roeden weiland binnen Aalbeek onder Hulsberg, laatgoed, oostwaarts Frans Overzee, westwaarts weduwe Matthis Frissen, hoofdzijden de dorpstraat en Frans Overzee, belast met 3,5 kop rogge aan de pastorie van Wijnandsrade.
Kopers waren de de nagelaten minderjarige kinderen van Matthis Frissen bij Helena Rameckers, wonend te Aalbeek, waarvoor Joannes Frissen, gehuwd met Elisabeth Slangen, als voogd optrad.
Iedere kleine roede gold een halve rijksdaalder.
De koopsom van 315 gulden was reeds op 20 april 1750 overhandigd.
Op die dag had Willem Boer, gehuwd met Marie Catharina Snackers, deze weide aan hem verkocht, waarbij het de bedoeling was dat de weide gelijk overging naar genoemde kinderen.
De koopsom was betaald uit de verkoop van een schuur te Hunnecum, aan de moeder van genoemde kinderen bij lot toegevallen. Daarom werd afgesproken dat de moeder het vruchtgebruik op de weide zou krijgen.[23]
Gehuwd voor de kerk op 45-jarige leeftijd op 30 november 1730 te Maastricht (getuige(n): Joannes Cronen, Lambertus Brokels), gehuwd bij de Minderbroeders met toestemming van de pastoor van Nuth met Elisabeth CRIJNS, 18 jaar oud, gedoopt op 10 januari 1712 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Schepers namens Jacobus Meijs, Elisabetha Crijns, weduwe Wilhelmus Schuttjens), overleden op 19 juni 1790 te Driessen-Nuth op 78-jarige leeftijd, weduwe Petrus Frissen, dochter van Renerus CRIJNS, pachter van de Nieuwenhof, en Mechtildis MEIJS.
Op 22 december 1764 verkocht Claes Coenen, gehuwd met Anna Mechtild Meijs, aan Elisabeth Crijns, weduwe Joannes Frissen, 108 kleine roeden akkerland voor 37 stuivers per kleine roede. [Er werd geen nadere beschrijving van het stuk land gegeven!][24]
Op 19 maart 1772 verkocht Joannes Meijs, gehuwd met Joanna Limpens, aan Elisabeth Crijns, weduwe Joannes Frissen, een beemd die hij op 23 februari 1760 gekocht had van Christiaen Lahaije, gehuwd met Helena Eckermans. Het ging om een halve morgen beemd aan de Nierhovenerweg onder Nuth, grenzend aan Matthijs Schetters, Joannes Meijs zelf en de beemd van jonker Schaesbergh. De koopsom bedroeg twee gulden en acht stuivers per kleine roede.[25]
Op 18 maart 1772 ruilde Elisabeth Crijns, weduwe Joannes Frissen, bijgestaan door haar (schoon)kinderen Joannes Wilhelmus Canisius, gehuwd met Anna Mechtild Frissen, Leonardus Beckers, gehuwd met Maria Elisabeth Frissen, Franciscus en Reinerus Frissen, meerderjarig doch ongehuwd (allen mede voor de minderjarige Joannes Wilhelmus, Leonardus, Ludovicus en Joanna Maria Frissen), met Paulus Nicolai, gehuwd met Petronella Diederen. Zij gaven 151 3/4 kleine roeden weiland te Nierhoven onder Nuth, noordwaarts de gats, zuidwaarts het "broekxken", oostwaarts Leonard Onnou, westwaarts de Meulenweg, belast met een half vat rogge aan de jerk en een half vat rogge aan de Armen van Nuth. In ruil gaf Paulus Nicolai 100 kleine roeden weiland "boven de nieuwe weijde", oostwaarts de weduwe Caspar Brants, westwaarts hof Berg, hoofdzijde de weg naar de Drieschen;en voorts 80 kleine roeden akkerland op de Wijenweg, oostwaarts Jacobus Bemelmans, westwaarts Jacobus Souren. Omdat Paulus Nicolai meer land gaf werd de meermaat vergoed aan 45 stuivers per kleine roede, ofwel een bedrag van 63 gulden.[26]
Op 28 november 1782 verkochten Conraerdt Wijnckens, gehuwd met Anna Barbara Keuvers, en zijn broer Peter Wijnckens, gehuwd met Clara Aelfers, aan Elisabeth Crijns, weduwe Joannes Frissen, 135 kleine roeden beemd te Terstraten onder Nuth, grenzend aan Nicolaes Campo, Joannes Hermens, de straat en de gemeente, voor een gulden per kleine roede.[27]
Op 4 december 1782 verkocht Joanna Limpens, weduwe Joannes Meijs, aan Elisabeth Crijns, weduwe Joannes Frissen, 100 kleine roeden akkerland op het Bergerveld onder Nuth, oostwaarts en zuidwaarts de Bergerhof, westwaarts de weduwe Joannes Frissen en noordwaarts de weg, voor twee gulden per kleine roede.[28]
Op 19 februari 1787 verkochten Paulus Leunissen, gehuwd met Maria Elisabeth Lentzen, en Wilhelmus Helgers, gehuwd met Maria Helena Limpens, aan Joannes Diederen, gehuwd met Helena Meijs, en Elisabeth Crijns, weduwe Joannes Frissen, 33 3/4 kleine roeden akkerland "aen de vaert" achter Terstraten onder Nuth, waarvan 27 3/4 kleine roeden voor Joannes Diederen, grenzend aan de weduwe Frissen, Nicolaes Rousop, weduwe Joannes Leunissen en Joannes Diederen zelf, en zes kleine roeden voor de weduwe Frissen, grenzend aan haarzelf, Joannes Diederen en de weduwe Joannes Limpens, voor 45 stuivers per kleine roede.[29]
Op 24 februari 1787 verkocht Barbara Hennen, weduwe Nicolaas Snackers, samen met haar (schoon)kinderen, aan Elisabeth Crijns, weduwe Joannes Frissen, 93 kleine roeden akkerland "aen de vaert" in het Grijzegrubberveld onder Nuth, grenzend aan de weduwe Joannes Frissen zelf, Wilhelmus Biesjans en de Maastrichterweg, voor drie gulden en vijf stuivers per kleine roede.[30]
Op 31 juli 1788 verkocht Thomas Anthonius de Lahaije, gehuwd met Maria Helena Vreuls, aan Elisabeth Crijns, weduwe Joannes Frissen, 37 1/2 kleine roeden beemd "den haeversolder" te Grijzegrubben onder Nuth, grenzend aan Joannes Adamus de Lahaije, de weduwe Joannes Frissen zelf, de erfgenamen Jacobus Bemelmans en de weg, voor vier gulden per kleine roede.[31]
Uit dit huwelijk:

  • 1. Maria Elisabeth, gedoopt op 8 juni 1732 te Nuth (getuige(n): Reinerus Crins, Judith Frissen), overleden op 8 juni 1732 te Nuth.
  • 2. Anna Mechtildis, gedoopt op 1 juli 1733 te Nuth (getuige(n): Jacobus Ramaeckers, Mechtildis Crins).

Gehuwd voor de kerk op 19-jarige leeftijd op 20 november 1752 te Spaubeek met Joannes Wilhelmus CANISIUS, 22 jaar oud, gedoopt op 8 november 1730 te Spaubeek, zoon van Servatius CANISIUS en Helena JANSSEN.

  • 3. Joannes Petrus, gedoopt op 11 december 1735 te Nuth (getuige(n): Matthias Frissen, Mechtild Meijs), overleden op 11 december 1735 te Nuth, bij zijn op 27 november 1735 gedoopte naamgenoot staat ten onrechte "obijt", waarschijnlijk heeft de pastoor zich vergist en wordt deze Joannes Petrus Frissen bedoeld!
  • 4. Maria Elisabeth, gedoopt op 25 januari 1738 te Nuth (getuige(n): Hermannus Meijs, Elisabeth Crins), overleden op 5 oktober 1808 te Nuth op 70-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 26-jarige leeftijd op 19 januari 1765 te Nuth met Leonardus BECKERS, 29 jaar oud, gedoopt op 8 september 1735 te Jabeek, overleden op 10 maart 1819 te Nuth op 83-jarige leeftijd, zoon van Joannes BECKERS en Mechtildis LIMPENS.

  • 5. Joanna Barbara, gedoopt op 19 januari 1740 te Nuth (getuige(n): Joannes Pricken namens Martinus a Campo, Judith Frissen), overleden op 29 maart 1820 te Nierhoven-Nuth op 80-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 24-jarige leeftijd op 8 januari 1765 te Nuth met Servatius BRANTS, 23 jaar oud, gedoopt op 27 augustus 1741 te Nuth (getuige(n): Matthias Brandts, Anna Vroemen), overleden op 8 augustus 1780 te Echt op 38-jarige leeftijd.
Zoon van Casparus BRANTS en Maria Odilia VROEMEN.
Op 29 december 1773 werd vastgelegd dat Servaes Brants, die van plan was om als halfwin op de pachthof de Horsel onder Echt te gaan wonen, met dat doel 300 tot 400 gulden mocht lenen. Zijn moeder Maria Ida Vroemen, weduwe Caspar Brants, en de zwagers Peter Claessens en Joannes Bemelmans, gaven toestemming om daartoe zijn kindsdeel tot onderpand te stellen.[32]

  • 6. Franciscus, gedoopt op 8 juli 1741 te Nuth (getuige(n): Franciscus Crins, Anna Mechtildis Meijs).
  • 7. Bavo Jacobus, gedoopt op 20 juni 1743 te Nuth (getuige(n): Bavo Jacobus Meijs (secretaris), Helena Hautvast).
  • 8. Reinerus, gedoopt op 18 november 1744 te Nuth (getuige(n): Reinerus Crins (grootvader), Maria Catharina Frissen).
  • 9. Maria Josepha, geboren te Driessen-Nuth, gedoopt op 28 juli 1746 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Cobben, Barbara Frissen).
  • 10. Reinerus (zie IV.23).
  • 11. Joannes Wilhelmus, schout (1775-1779) en secretaris schepenbank Nuth, geboren te Driessen-Nuth, gedoopt op 13 juli 1750 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Schutjens, Maria Anna Catharina Albrechts), overleden op 16 april 1811 te Nuth op 60-jarige leeftijd.

Op 27 maart 1775 leende J.W. Frissen, ongehuwd en secretaris van Nuth, 200 gulden tegen 5% aan Servaes Brants, gehuwd met Joanna Barbara Frissen.[33]
Op 8 januari 1778 leende J.W. Frissen, schout van Nuth, 100 gulden tegen 5% aan Anna Meex, ongehuwd en woonachtig te Nierhoven-Nuth.
Deze lening werd afgelost op 14 juni 1780.[34]
Op 30 december 1778 leende schout J.W. Frissen 100 gulden tegen 5% aan Gerard Goossens, koster te Nuth en gehuwd met Joanna Boesten.
Deze lening werd op 3 november 1781 afgelost. [35]
Tijdens de genachting van 29 oktober 1779 werd hij (her)benoemd tot secretaris van de schepenbank Nuth.[36]
Op 10 november 1779 leende secretaris J.W. Frissen 200 gulden tegen 5% aan Hubertus Weustenraedt, gehuwd met Catharina Bemelmans.[37]
Op 10 januari 1780 schonk J.B. Meijs, gewezen secretaris van Nuth, aan zijn neef J.W. Frissen, secretaris te Nuth, zijn huis met schuur, stallen, moestuin en huisweide onder Nuth, grenzend aan de gats, Cornelia Janssen, Willem Biesjans en de Platsbeek. Hij wilde daarmee de trouwe diensten, reeds ongeveer tien jaar lang, belonen. Wel mocht de schenker gedurende zijn leven nog gebruik maken van de goederen.[38]
Op 1 maart 1780 leende secretaris J.W. Frissen 100 gulden tegen 5% aan Machiel Debets, gehuwd met Anna Schepers.[39]
Op 4 oktober 1780 verkocht Petrus Meijs, inwoner van Hulsberg en weduwnaar van Maria Weusten, aan secretaris J.W. Frissen, 100 kleine roeden akkerland in de Sijpen onder Nuth, grenzend aan hof Nieuwenhof, Joannes Gorissen, de vloedgraaf en het Voorstercleef, voor dri gulden per kleine roede.[40]
Op 7 februari 1781 leende secretaris J.W. Frissen, handelend namens de Armenkas van Nuth, 100 gulden tegen 5% aan Willem Biesjans, gehuwd met Maria Winthagen.
De lening werd op 8 oktober 1792 afgelost.[41]
Op 1 augustus 1782 leende secretaris J.W. Frissen 100 gulden tegen 5% aan Joannes Slangen, inwoner van Grijzegrubben-Nuth en gehuwd met Joanna Maria Bruls.
Deze lening werd op 28 mei 1794 afgelost.[42]
Op 13 mei 1784 leende secretaris J.W. Frissen 100 gulden tegen 5% aan Caspar Heuts, inwoner van Grijzegrubben-Nuth en gehuwd met Elisabet Willems.
Deze lening werd op 15 november 1787 afgelost. [43]
Op 2 januari 1786 leende secretaris J.W. Frissen 200 gulden tegen 5% aan Jacobus Curvers, inwoner van Tervoorst-Nuth en gehuwd met Joanna Tissen.
Deze lening werd op 22 januari 1788 afgelost.[44]
Op 24 juli 1786 nam secretaris J.W. Frissen een lening van 100 gulden over van Arnoldus Houben, gehuwd met Maria Catharina van Diest. Deze lening stond ten laste van Joannes Rietrae, gehuwd met Maria Houben.[45]
Op 2 oktober 1786 leende secretaris J.W. Frissen 200 gulden tegen 5% aan Joannes Petrus Mennens, gehuwd met Maria Catharina Ruijters.
Deze lening werd op 21 november 1803 afgelost.[46]
Op 6 oktober 1786 leende secretaris J.W. Frissen 200 gulden tegen 5% aan Joannes Petrus Bemelmans, ongehuwd en wonend te Tervoorst-Nuth.
Deze lening werd op 9 oktober 1797 afgelost.[47]
Op 15 mei 1789 verkocht Joannes Mannens, inwoner van Vaesrade en gehuwd met Joanna Catharina Claessen, aan J.W. Frissen, secretaris van Nuth en gehuwd met Anna Elisabeth Geilekercken, 120 kleine roeden beemd in de Vinkebeemden bij Kathagen onder Nuth, grenzend aan de kinderen van Matthijs Jongen, de weg en de beek, voor 171 gulden.
Deze beemd werd vervolgens op 7 juli 1789 voor hetzelfde bedrag genaast door Joannes Mannens, gehuwd met Maria Catharina Bemelmans.[48]
Op 2 oktober 1790 verkocht Ferdinand de Raedt, burger van Antwerpen en gehuwd met Maria Ida Craen, aan J.W. Frissen, secretaris van Nuth en gehuwd met A.E. Geilekercken, 200 kleine roeden akkerland aan het Nuther Kruis in het Grijzegrubberveld onder Nuth, zoals hem toebedeeld uit de nalatenschap van Joannes Meijs, grenzend aan Jacobus Curvers, erfgenamen Maria Alofs, Bartel Bemelmans en de Wijenweg, voor 91 stuivers per kleine roede. Dit bedrag had de koper op de veiling van 9 juli 1790 geboden.
Op 28 december 1791 verkocht J.W. Frissen het land voor hetzelfde bedrag door aan zijn broer Reinerus Frissen, wonend te Hulsberg en gehuwd met Maria Agnes L'Ortije.[49]
Op 11 november 1791 verkocht Joanna Barbara Frissen, weduwe Servaes Mathijs Brants, bijgestaan door broer Francis Frissen, aan secretaris J.W. Frissen, gehuwd met Anna Elisabeth Geilekercken, als meestbiedende 76 kleine roeden weiland boven de Nierhoverweide onder Nuth, grenzend aan Joannes Hautvast, de Holleweg en de Neijerweg, voor vier gulden en tien stuivers per kleine roede. De koopsom bedroeg 342 gulden. Echter was er nog een schuld van 350 gulden voor een lening en vervallen rente aan de koper J.W. Frissen, zodat 8 gulden overbleven.
Vervolgens verklaarde J.W. Frissen dat hij uit deze weide 50 1/4 kleine roeden voor hetzelfde bedrag verkocht aan Paulus Leunissen, gehuwd met Maria Elisabeth Lentzen.[50]
Op 3 oktober 1793 verkocht Matthijs Slangen, gehuwd met Anna Catharina Houfsteeder, aan J.W. Frissen, gehuwd met Anna Elisabeth Geilekercken, 50 kleine roeden akkerland boven het Voorstercleef onder Nuth, grenzend aan Caspar Crijns, Peter Vernaus, de pastorie van Nuth en de weg, voor vijf gulden en tien stuivers per kleine roede, zoals de verkoper het zelf op 16 september 1793 van zijn schoonzus Maria Margaretha Housteder gekocht had.[51]
Op 15 februari 1791 ruilde secretaris J.W. Frissen, gehuwd met Anna Elisabeth Geilekercken, goederen met Joannes Nuchelmans, ongehuwd. Frissen gaf 70 kleine roeden beemd "op den Pesch" onder Nuth, grenzend aan Christiaen Hautvast, Wilhelmus Kleintjens en Wilhelmus Hautvast, belast met twee malder haver in de cijnskaart Bergh; alsmede 48 kleine roeden beemd onder de Bergerbrug, grenzend aan Henric Bemelmans, de erfgenamen Maria Alofs, Jacobus Drummen en de Platsbeek. Nuchelmans gaf 100 kleine roeden beemd achter de Nuinhof "neffens het Stufken" onder Nuth, grenzend aan de hof Nuinhof, Jacobus Wolters, Jacobus Rameckers en de hof Bergh. Verder gaf Nuchelmans nog twee Franse kronen.[52]
Op 6 maart 1792 verklaarde Paulus Nicolai, gehuwd met Petronella Diederen, dat hij op 22 maart 1790, samen met zijn aangetrouwde neef Henricus Moulin, gehuwd met Maria Catharina Dols, aan secretaris J.W. Frissen, gehuwd met Anna Elisabeth Geilekercken, een bouwplaats met moestuin en weiland te Nierhoven onder Nuth verkocht had, zoals vastgelegd voor de leenhof Merkelbeek. Er was toen afgesproken dat de verkoper het gedurende zijn leven mocht gebruiken. Maar nu was hij van plan de bouw te verplaatsen en op eigen grond te herbouwen. Hij had nu 50 gulden van Frissen ontvangen en beloofde binnen veertien dagen het pand te ruimen.[53]
Op 26 oktober 1792 leende secretaris J.W. Frissen, gehuwd met Anne Elisabeth Geilekercken, 200 gulden tegen 5% aan Christiaen Frijns, weduwnaar Catharina Meijers, thans gehuwd met Anna Maria Janssen.
Deze lening werd op 1 februari 1796 afgelost.[54]
Gehuwd voor de kerk op 38-jarige leeftijd op 18 januari 1789 te Nuth met Anna Elisabeth GELEKERCKEN, 21 jaar oud, gedoopt op 7 maart 1767 te Hulsberg, overleden op 11 juni 1837 te Nuth op 70-jarige leeftijd, dochter van Winandus GELEKERCKEN en Maria Catharina GEUSKENS.

  • 12. Joannes, geboren te Driessen-Nuth, gedoopt op 27 december 1752 te Nuth (getuige(n): Stephanus Eggen namens E.H. Joannes Willems (premissarius), Mechtildis Meijs), overleden op 27 december 1752 te Nuth.
  • 13. Nicolaus, geboren te Driessen-Nuth, gedoopt op 7 november 1753 te Nuth (getuige(n): Nicolaus Campo, Catharina Ramaeckers), overleden op 7 november 1753 te Nuth.
  • 14. Leonardus, geboren te Driessen-Nuth, gedoopt op 25 april 1755 te Nuth (getuige(n): Joannes Pricken namens Jacobus Ramaeckers jr., Anna Hermens), overleden op 16 juni 1836 te Driessen-Nuth op 81-jarige leeftijd.

Gehuwd op 51-jarige leeftijd op 13 oktober 1806 te Nuth met Maria Ida SLANGEN, 35 jaar oud, geboren te Nuth, gedoopt op 10 juli 1771 te Nuth (getuige(n): Gerardus Goossens namens Joannes Wilms, Elisabeth Slangen), dochter van (Joannes) Wilhelmus SLANGEN en Anna Maria HOUBEN.

  • 15. Joannes Ludovicus FRISSCHEN, geboren te Driessen-Nuth, gedoopt op 25 juni 1758 te Nuth (getuige(n): Thomas Slangen, Mechtild Meijs), overleden op 21 december 1805 te Nuth op 47-jarige leeftijd.
  • 16. Joanna Maria, geboren te Driessen-Nuth, gedoopt op 12 maart 1760 te Nuth (getuige(n): Nicolaus Campo, Joanna Maria Eijmael), overleden op 5 mei 1826 te Grijzegrubben-Nuth op 66-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 33-jarige leeftijd op 26 februari 1794 te Nuth met Petrus Matthias HAUTVAST, 33 jaar oud, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 4 oktober 1760 te Nuth (getuige(n): Petrus Hautvast, Maria Magdalena Hutzen), overleden op 20 maart 1837 te Grijzegrubben-Nuth op 76-jarige leeftijd, zoon van Paulus HAUTVAST en Maria Catharina SIJSTERMANS.

Generatie IV


IV.3 Matthias FRISSEN, gedoopt op 2 september 1700 te Wijnandsrade(getuige(n): Joanna Rootbaerts namens Joanna Wetsels). Jacobus Wetzels zou al peetoom optreden maar verscheen niet; evenmin verscheen een plaatsvervanger, overleden op 14 mei 1748 te Amby op 47-jarige leeftijd, zoon van Leonardus FRISSEN (zie III.1) en Anna SCHULS.
Gehuwd voor de kerk op 31-jarige leeftijd op 16 februari 1732 te Wijnandsrade met Helena RAMECKERS, 22 jaar oud, gedoopt op 30 oktober 1709 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Schepers namens Michael Rameckers (oom), Elisabetha Crijns, weduwe Wilhelmus Scheuttgens), overleden op 14 januari 1771 te Hulsberg op 61-jarige leeftijd, dochter van Jacobus RAMECKERS en Maria CRIJNS.
Op 17 mei 1736 verscheen Matthijs Frissen, inwoner van Aalbeek en gehuwd met Helena Ramaeckers, voor notaris Veugen te Maastricht.
Hij verklaarde 600 gulden, in Franse pistolen, tegen 6% geleend te hebben van Jean de Noijer, burger van Maastricht en gehwd met Esther Springer.
Tot onderpand stelde hij de volgende, meest te Hulsberg onder de bank Klimmen gelegen, onroerende goederen, zijnde het vierde deel uit de nalatenschap van zijn vader:
a) 132,5 kleine roeden land in het Putterveld, grenzend aan Joannes Frissen en Lenart Willems;
b) 152 kleine roeden land in de Eggersdal, oostwaarts Wouter Limpens, westwaarts lot C;
c) 155 kleine roeden land aldaar gelegen langs de weg, grenzend aan Jacob Ramaeckers en Jan Frissen, waarvan 44 kleine roeden tiendevrij;
d) 211 kleine roeden dorpsweide aldaar gelegen, grenzend aan Pieter Snackers en lot C;
e) 77 kleine roeden weiland aldaar gelegen naast de erfgenamen Matthijs Habets;
f) 111 kleine roeden land aldaar gelegen achter de dorpsweide;
g) 155 kleine roeden land aldaar op de Groenepaal, oostwaarts Clement Habets, westwaarts Jan Huben;
h) 84 kleine roeden land aldaar gelegen in het Bosserveld, grenzend aan Pieter Wouters en heer Keuten;
i) 75 kleine roeden land aldaar op Capoenskuil, grenzend aan Goris Gorissen en Jacob Rameeckers;
j) een nieuwe schuur bij zijn ouderlijk huis.[55] Op 14 april 1752 verscheen Joannes Frissen, inwoner van Nuth en in eerste huwelijk met Elisabeth Crijns, voor notaris L'Allemand te Valkenburg.
Hij verkocht 175 kleine roeden weiland binnen Aalbeek onder Hulsberg, laatgoed, oostwaarts Frans Overzee, westwaarts weduwe Matthis Frissen, hoofdzijden de dorpstraat en Frans Overzee, belast met 3,5 kop rogge aan de pastorie van Wijnandsrade.
Kopers waren de de nagelaten minderjarige kinderen van Matthis Frissen bij Helena Rameckers, wonend te Aalbeek, waarvoor Joannes Frissen, gehuwd met Elisabeth Slangen, als voogd optrad.
Iedere kleine roede gold een halve rijksdaalder.
De koopsom van 315 gulden was reeds op 20 april 1750 overhandigd.
Op die dag had Willem Boer, gehuwd met Marie Catharina Snackers, deze weide aan hem verkocht, waarbij het de bedoeling was dat de weide gelijk overging naar genoemde kinderen.
De koopsom was betaald uit de verkoop van een schuur te Hunnecum, aan de moeder van genoemde kinderen bij lot toegevallen. Daarom werd afgesproken dat de moeder het vruchtgebruik op de weide zou krijgen.[56]
Uit dit huwelijk:

  • 1. Anna Maria, gedoopt op 26 april 1733 te Nuth (getuige(n): Jacobus Ramaeckers (grootvader), Anna Schuls).
  • 2. Anna Maria, gedoopt op 26 december 1734 te Nuth (getuige(n): Reinerus Crins, Judith Frissen), overleden op 12 augustus 1798 te Hulsberg op 63-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 31-jarige leeftijd op 26 september 1766 te Klimmen met Joannes VONCKEN, geboren ca. 1727, overleden op 2 maart 1811 te Hulsberg.

  • 3. Maria Elisabeth, gedoopt op 24 november 1737 te Nuth (getuige(n): Regina Crins namens Joannes Frissen en Maria Crins), overleden op 14 oktober 1793 te Grijzegrubben-Nuth op 55-jarige leeftijd, begraven op 15 oktober 1793 te Nuth.

Gehuwd voor de kerk op 28-jarige leeftijd op 24 augustus 1766 te Nuth met Leonardus SMEETS, 35 jaar oud, gedoopt op 28 mei 1731 te Nuth (getuige(n): Elisabeth Maessen), overleden op 29 januari 1803 te Nuth op 71-jarige leeftijd.
Zoon van Leonardus SMEETS en Catharina BEMELMANS.

  • 4. Maria Barbara, gedoopt op 8 december 1740 te Wijnandsrade (getuige(n): Jacobus Ramaekers, Barbara Frissen), overleden op 7 januari 1810 te Nuth op 69-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 23-jarige leeftijd op 7 oktober 1764 te Nuth met Paulus HORSTMANS, 39 jaar oud, timmerman, gedoopt op 11 maart 1725 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Ackermans (oom), Lucia Horstmans (tante)), zoon van Joannes HORSMANS en Maria ACKERMANS.

  • 5. Anna Catharina, gedoopt op 5 juni 1744 te Amby, overleden op 28 februari 1816 te Hulsberg op 71-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 21-jarige leeftijd op 16 juni 1765 te Hulsberg met Wilhelmus HABETS, overleden op 28 maart 1773 te Hulsberg.

  • 6.Leonardus, gedoopt op 28 mei 1747 te Amby.


IV.23 Reinerus FRISSEN, geboren te Driessen-Nuth, gedoopt op 10 januari 1748 te Nuth (getuige(n): Reinerus Crins (grootvader), Helena Meijs namens Anna Crins), overleden op 9 mei 1832 te Driessen-Nuth op 84-jarige leeftijd, zoon van Joannes FRISSEN (zie III.9) en Elisabeth CRIJNS.
Op 26 april 1785 ruilde Reinerus Frissen, gehuwd met Maria Agnes Lortije, goederen met Joannes Henricus Ackermans, gehuwd met Maria Margaretha Loijens. Reinerus Frissen gaf:
a) 107,5 kleine roeden weiland, met bijbehorende stallen, poort en panhuis, gelegen op de Kamp te Nuth, zoals dit op 4 september 1741 aan Joannes Adolphus Hessingh verbleven was, vallend onder de Leenhof Merkelbeek en grenzend aan Joannes Henricus Ackermans zelf, Wilhelmus Frijns en de Wijenweg;
b) 33 7/8 kleine roeden akkerland "de Roscamp" in het Nierhovenerveld onder Nuth, grenzend aan Joannes Henricus Acker,ans zelf, Koningsgoederen en Bartholomeus Drummen, vallend onder de de leenhof Merkelbeek en belast met anderhalve kop rogge aan het huis Wijnandsrade;
c) 20 kleine roeden akkerland "in de clapersdael" onder Nuth, grenzend aan Joannes Henricus Ackermans zelf, Wilhelmus Cobben en Gerardus Eijmael, vallend onder de leenhof Merkelbeek en belast net vijftig gulden voor een jaargetijde in de kerk van Nuth;
d) 46 1/8 kleine roeden akkerland, af te meten uit een groter stuk "in de clapersdael" onder Nuth, grenzend aan Reinerus Frissen zelf, Joannes Henricus Ackermans zelf en de hof Leeuw, vallend onder de Leenhof Merkelbeek.
In ruil gaf Joannes Henricus Ackermans:
a) 52,5 kleine roeden akkerland op de Sittarderweg onder Nuth, vallend onder de leenhof Merkelbeek, grenzend aan de weduwe Caspar Brants, Reinerus Frissen zelf en het Sittarder voetpad;
b) 85 kleine roeden akkerland "op de Geijsbergh" onder Nuth, grenzend aan Bartholomeus Drummen, Joannes Hautvast, Renerus Frissen zelf en het voetpad;
c) 47,5 kleine roeden akkerland "op den grootenbosch" onder Nuth, grenzend aan Reinerus Frissen zelf, de weduwe Henric van Looen Paulus Horstmans.
Verder kreeg Reinerus Frissen ter plekke nog 305 gulden uitbetaald.[57]
Op 5 maart 1787 verkocht Nicolaes Nicolai, burger van Maastricht en gehuwd met Maria Agnes Lenarts drie percelen akkerland, gelegen onder Nuth, aan Renerus Frissen, gehuwd met Maria Agnes L'Ortije. Het betrof:
a) 100 kleine roeden akkerland "op den grootenbosch", grenzend aan Matthijs Frijns, Paulus Nicolai en de Wijenweg;
b) 84 kleine roeden akkerland in de Narregats, grenzend aan Willem Biesjans, Peter Houben, Nicolaus Cordeweners en de Narregats;
c) 50,5 kleine roeden akkerland in de Baersgrubbe, grenzend aan Leonardus Smeets, Paulus Nicolai, Hermanus Meijs en Mevis Geurts.
Iedere kleine roede kostte drie gulden en tien stuivers.[58]
Op 14 april 1788 verkocht Reinerus Frissen, inwoner van Hulsberg en gehuwd met Maria Agnes Lortije, aan Paulus Nicolai de 100 kleine roeden en 84 kleine roeden akkerland die hij op 5 maart 1787 gekocht had, voor drie gulden en tien stuivers per kleine roede.[59]
Gehuwd voor de kerk op 34-jarige leeftijd op 26 november 1782 te Wijnandsrade met Maria Agnes L'ORTYE, 24 jaar oud, gedoopt op 18 september 1758 te Wijnandsrade, dochter van Udalricus L'ORTYE en Catharina HABETS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Maria Elisabeth, geboren op 18 november 1784 te Driessen-Nuth, gedoopt op 18 november 1784 te Nuth (getuige(n): Joannes Wilhelmus Lortije (Wijnandsrade), Maria Elisabetha Frissen (Nuth) namens Elisabetha Crijns (Nuth)), overleden op 9 december 1835 te Kamp-Nuth op 51-jarige leeftijd.

Gehuwd op 35-jarige leeftijd op 21 april 1820 te Nuth met Petrus Leonardus FRIJNS, 36 jaar oud, geboren op 7 februari 1784 te Leeuw-Nuth, gedoopt op 7 februari 1784 te Nuth (getuige(n): Joannes Petrus Houben (Nuth), Anna Maria Rameckers (Nuth)), overleden op 10 februari 1856 te Kamp-Nuth op 72-jarige leeftijd, zoon van Wilhelmus FRIJNS, pachter hoeve Leeuw-Nuth, en Maria Josepha NUCHELMANS.

  • 2. Maria Joanna, gedoopt op 26 september 1786 te Hulsberg, overleden op 30 juli 1817 te Nuth op 30-jarige leeftijd.
  • 3. Anna Mechtildis, gedoopt op 30 mei 1788 te Hulsberg.
  • 4. Maria Helena, gedoopt op 26 februari 1790 te Hulsberg.
  • 5. Maria Catharina (Barbara), gedoopt op 21 februari 1792 te Hulsberg, overleden op 11 april 1818 te Nuth op 26-jarige leeftijd.

Gehuwd met Joannes Franciscus FRIJNS, geboren te Leeuw-Nuth, gedoopt op 9 juli 1768 te Nuth (getuige(n): Joannes Nuchelmans (oom), Anna Frins namens Maria Frins), zoon van Wilhelmus FRIJNS, pachter hoeve Leeuw-Nuth, en Maria Josepha NUCHELMANS.

  • 6. Joannes, gedoopt op 4 mei 1794 te Hulsberg, overleden op 3 december 1837 te Driessen-Nuth op 43-jarige leeftijd.
  • 7. Maria Helena, gedoopt op 22 oktober 1797 te Hulsberg, overleden op 19 augustus 1841 te Nuth op 43-jarige leeftijd.

Gehuwd op 28-jarige leeftijd op 17 juni 1826 te Nuth met Joannes Wilhelmus SPIJCKERS, 34 jaar oud, geboren op 18 juli 1791 te Hunnecum-Nuth, gedoopt op 18 juli 1791 te Nuth (getuige(n): Joannes Wilhelmus Slangen (Nuth), Anna Catharina Hermens (Nuth)), overleden op 24 april 1835 te Driessen-Nuth op 43-jarige leeftijd, zoon van Joannes Godefridus SPIJCKERS en Maria Helena SLANGEN.

  • 8. Anna Catharina, gedoopt op 24 mei 1800 te Hulsberg, overleden op 7 mei 1883 te Nuth op 82-jarige leeftijd.

Gehuwd op 39-jarige leeftijd op 11 juli 1839 te Nuth met Mathias Josephus SPIJCKERS, 38 jaar oud, gedoopt op 14 juli 1800 te Nuth, overleden op 2 juli 1871 te Nuth op 70-jarige leeftijd, zoon van Joannes Godefridus SPIJCKERS en Maria Helena SLANGEN.

Losse eindjes

I Johan Jacob Frissen aus Wikipedia, der freien Enzyklopädie

Johann Jacob Frissen OT (* 1. Mai 1645; † 8. Juni 1702 in Lüttich) war Priester des Deutschen Orden

Nachdem Frissen in die Ballei Alden Biesen eingetreten war und in der Kommende Neuenbiesen zu Maastricht sein Noviziat absolviert hatte, legte er am 16. Oktober 1672 seine Profess ab. Wohl auch weiterhin in Maastricht lebend, wurde er 1675 Küchenmeister und Ökonom der Landkommende Alden Biesen, was er bis 1677 blieb. Gleichzeitig besaß er eine Altarpfründe in Saint-Andre, wo ihn der Landkomtur am 17. Oktober 1677 zum Pfarrer nominierte. Durch den Papst zum Apostolischen Protonotaren ernannt, wurde Frissen 1684 auch noch Kanoniker an der Stiftskirche Sint-Jan-Evangelist.


II Joannes Leonardus FRISSEN, gemeenteveldwachter, geboren op 01-09-1852 te Ulestraten, overleden op 05-05-1930 te Ulestraten op 77-jarige leeftijd, zoon van (Jan) Mathijs FRISSEN, Landbouwer (en wethouder in de periodes 1830 - 1843 en 1851 - 1861 ?), geboren op 06-04-1788 te Schimmert (?), en Maria Elisabeth MARTENS. Gehuwd op 28-jarige leeftijd op 18-11-1880 te Ulestraten met Maria Josephina JACOBS, geboren op 26-02-1853 te Ulestraten, overleden op 24-03-1934 te Ulestraten op 81-jarige leeftijd, dochter van Cornelis JACOBS en Johanna Gertrudis SCHOENMAKERS.

Uit dit huwelijk:

  • 1. Maria Hubertina, geboren op 30-08-1882 te Ulestraten.
  • 2. Cornelis Hubertus Joseph, geboren op 10-09-1883 te Ulestraten.
  • 3. Johannes Nicolaas, geboren op 23-11-1885 te Ulestraten en overleden op 04-01-1949.
  • 4. Maria Anna, geboren op 19-01-1888 te Ulestraten en aldaar op 23-11-1911 gehuwd met Jacobus Stultiens.
  • 5. Hubertus Johannes Matthijs, geboren op 08-03-1890 te Ulestraten en overleden op 01-06-1961.
  • 6. Cornelis Hubertus, leidinggevende op de Staatsmijn Maurits, geboren op 22-08-1891 te Ulestraten en aldaar overleden op 19-05-1959, weduwnaar van Petronella Stultiens, zonder beroep, geboren op 12-04-1892 en overleden te Ulestraten op 26-12-1950.

Uit dit huwelijk werden tussen 1917 en 1939 tien kinderen geboren, vier dochters en zes zonen. Per stand 01-01-2007 zijn hiervan nog twee dochters en vier zonen in leven. Twee zonen en twee dochters bleven kinderloos. In totaal wamen achttien kleinkinderen ter wereld, welke per 01-01-2007 alle nog in leven zijn. De eerste kinderloze dochter heeft twee stiefkinderen uit een tweede huwelijk na het overlijden van haar eerste echtgenoot bij een bedrijfsongeval. Ook deze kinderen zijn nog in leven.

  • 7. Johanna Josephina, geboren op 14-10-1892 te Ulestraten.
  • 8. Gerardus Wilhelmus, geboren op 15-02-1899 te Ulestraten.

Bronnen

  1. HCL-01.075 LvO 7083, 133r
  2. HCL-01.075 LvO 7083, 239v
  3. HCL-01.075 LvO 388, 4190r
  4. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 168, 153
  5. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 168, 148
  6. HCL-01.075 LvO 1756, 88v
  7. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 168, 150
  8. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 168, 203
  9. HCL-01.075 LvO 1756, 73r
  10. HCL-01.075 LvO 1756, 104r
  11. HCL-01.075 LvO 1756, 161v
  12. HCL-01.075 LvO 1756, 222r
  13. HCL-01.075 LvO 1757, 29r
  14. HCL-01.075 LvO 7092, 72
  15. HCL-01.075 LvO 7092, 266
  16. HCL-Notarieel Archief 1528 Bruijsterbos Maastricht
  17. HCL-01.075 LvO 7097, 402; HCL-09.001 Notariële Archieven 4165 Frens Valkenburg (1721), 88
  18. HCL-01.075 LvO 1760, 203r
  19. HCL-01.075 LvO 1757, 151r
  20. HCL-01.075 LvO 1758, 98v
  21. HCL-01.075 LvO 7100, 80
  22. HCL-01.075 LvO 1759, 78v
  23. HCL-01.075 LvO 7101, 281
  24. HCL-01.075 LvO 1760, 78vr
  25. HCL-01.075 LvO 1760, 224r
  26. HCL-01.075 LvO 172, 82v
  27. HCL-01.075 LvO 1762, 41r
  28. HCL-01.075 LvO 1762, 152v
  29. HCL-01.075 LvO 1763, 119v
  30. HCL-01.075 LvO 1763, 141r
  31. HCL-01.075 LvO 1763, 217r
  32. HCL-01.075 LvO 1760, 265r en 273v
  33. HCL-01.075 LvO 1760, 273v
  34. HCL-01.075 LvO 1761, 78r
  35. HCL-01.075 LvO 1761, 230r
  36. HCL-01.075 LvO 1740
  37. HCL-01.075 LvO 1761, 157r
  38. HCL-01.075 LvO 1761, 166r
  39. HCL-01.075 LvO 1761, 171r
  40. HCL-01.075 LvO 1761, 192r
  41. HCL-01.075 LvO 1761, 215r
  42. HCL-01.075 LvO 1762, 123v
  43. HCL-01.075 LvO 1762, 246r
  44. HCL-01.075 LvO 1763, 51r
  45. HCL-01.075 LvO 1763, 92v
  46. HCL-01.075 LvO 1763, 100r
  47. HCL-01.075 LvO 1763, 101v
  48. HCL-01.075 LvO 1763, 264v
  49. HCL-01.075 LvO 1764, 217
  50. HCL-01.075 LvO 1764, 281
  51. HCL-01.075 LvO 1764, 325
  52. HCL-01.075 LvO 1764, 133
  53. HCL-01.075 LvO 1764, 222
  54. HCL-01.075 LvO 1764, 257
  55. HCL-01.075 LvO 7098, 527
  56. HCL-01.075 LvO 7101, 281
  57. HCL-01.075 LvO 1763, 25r
  58. HCL-01.075 LvO 1763, 123r
  59. HCL-01.075 LvO 1763, 210v

Medewerkers

Harry Luijten, eerste versie op 26 december 2006
J.H.Th. Frissen, los eindje
Harry Luijten, bijgewerkte versie op 18 februari 2024