Custers

Uit Genealogie Limburg Wiki
Versie door Loe Giesen (overleg | bijdragen) op 22 okt 2006 om 15:54
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Algemene informatie

De familienaam Custers (ook: Kusters) is een beroepsnaam, ontleend aan het beroep koster. We komen de naam al vroeg tegen in Limburg (Weert, 1507).

Deze naam is op verschillende plaatsen ontstaan, zonder dat er sprake is van verwantschap. Bij de volkstelling van 1993 kwam de naam 894 maal voor, waarvan 779 keer in Limburg en 60 keer in Noord-Brabant. De variant Kusters kwam 2.312 keer voor, waarvan 950 in Limburg en 750 in Noord-Brabant. De naam kan dan ook met recht een Limburgse naam worden genoemd. De telefoongids van 1993 kende 669 abonnees met de naam Custers (vooral in Limburg) en 1.629 met de naam Kusters, waarbij het opvalt dat deze spellingsvariant in Midden-Limburg nauwelijks voorkomt.

Beesel

Hier komt de achternaam voor het eerst voor in de persoon van Gerardt Custers van Bijsel, die in 1602 optreedt wegens een boerderij in Beesel. Jan Kusters wordt in een getuigenverklaring uit 1621 genoemd als gerechtsbode van Beesel. De getuige zegt dat het waar is dat Jan van der Kissen en Willem in der Hoeven wegens een putketting en emmer die waren afgenomen, beiden door de bode Jan Kusters gevankelijk naar Kaldenkircken zijn gebracht en daar enkele dagen onder bewaking van schutten zijn geweest, waarbij Willem in der Hoeffen boeien heeft aangehad. Van een blijvende familienaam is in Beesel kennelijk geen sprake.

Belfeld

In 1589 legt Merten Custers van Belfelt de burgereed af in Venlo. Zijn dochter Christina trouwt in 1621 in Kaldenkirchen als Steijn Marten Custers dogter von Belfeldt. In een akte van 1612 is sprake van wijlen Peter Custers, in 1624 van Geertgen Custers en Vestgen (Silvester) Custers. Bastiaen Custers en zijn vrouw Lindertien Brellen worden genoemd in een akte uit 1651. Ook hierna wordt de naam nog verschillende keren genoemd.

Swalmen

Lenart Custers wordt in 1592 vermeld als een van de schepenen in Swalmen die kunnen schrijven. In een akte uit 1624 zien we de dan reeds overleden Willem Custers, eerder gehuwd met Marie Bolten. Rond 1625 doet Magdalena, weduwe van Lenart Kusters, ten behoeve van haar kinderen afstand gedaan van haar vruchtgebruiksrechten van enkele landerijen, waarop haar zonen Nijs en Joris Custers dit land verkopen. De hoofd- en beestenschat van 1654 noemt Hendrick Custers, Willem Custers soon en Willem Custers dochter, en Lendert Custers. Lindert Custers en zijn vrouw kopen in december 1660 enkele landerijen. In februari 1661 trouwt hij (mogelijk dus voor de tweede maal) met Petronella Peters alias Lindemans. Zijn zoon Peter (ged. 1671) zal later deze familielijn voortzetten.
Aleidis Custers, gehuwd met Willem Janssen, draagt in 1661 de achternaam Custers, in 1669 wordt ze echter Schoolmeesters genoemd, mogelijk omdat haar vader zowel koster als schoolmeester was. In 1670 ontmoeten we de vrijgezelle Nijs Custers, die in 1677 blijkt gehuwd met Maria Schuijren alias Arets of Erckens, vermoedelijk een dochter van Arnoldus in gen Scheur. Hun zoon Hendrik (geb. 1677) zorgt voor nakomelingen.
In 1667 trouwt Lambert Custers met Elsken Croonen alias Peters. Bij de doop van hun laatste dochter noteert de pastoor: Lambertus den Koehert 'alias Kusters' Lambert Custers en Elsken Croenen verkopen in 1672 hun huis te Beesel-Bussereind. Elsken Croonen geeft in 1719 toestemming tot de verpanding van een huisje aan de looimolen en een gedeelte van een huis in het Neerstraatje. Heel wat mensen in Midden-Limburg met de achternaam Custers stammen af van dit echtpaar.