Cobben

Uit Genealogie Limburg Wiki
Tree3c.jpgTree3c.jpgTree3c.jpg

GENEALOGIE COBBEN, een oude familie uit Wijnandsrade.

Generatie I


I.1 Laurentius COBBEN, geboren ca. 1605, overleden voor 1698.
9 mei 1658 schatheffer van Wijnandsrade[1]
Op 12 november 1669 verkocht Laurens Cobben, gehuwd met Maria Cuijpers, aan Jan Kerckherderen, gehuwd met Maria Roebroeck, drie grote roeden akkerland "op de vijff buijnder" onder Wijnandsrade, grenzend aan Cornelis Jekermans, Jan Geraerts, heer Paludanus en Adam Schillinghs, voor 22 stuivers per kleine roede.[2]
Op 30 maart 1679 verkocht Laurens Cobben, gehuwd met Meijcken Kuijpers, aan zijn zoon Jan Cobben, gehuwd met Meijcken Welden, zijn nieuwe huis op de Vink onder Wijnandsrade, met bijbehorende plaats en mesthof, gelegen tegenover het oude huis, voor 225 gulden. Afgesproken werd dat het oude huis, zolang het bewoond was, het recht van uitvaart had langs de nieuwe mestplaats en schuur van het nieuwe huis.[3]
Op 25 oktober 1681 treedt Laurens Cobben als erfgenaam van wijlen zijn echtgenote op met kinderen en nakomelingen van kinderen van het echtpaar Cuijpers-Bredenrade, reden om aan te nemen dat zijn echtgenote ook uit dit gezin stamt.[4]
Op 19 februari 1682 legde Lins Cobben, ca. 77 jaar oud, beperkt in zijn bewegingen door een "quade voet" in zijn huis op de Vink onder Wijnandsrade, een verklaring af.
Hij verklaarde, op verzoek van de schepenen van Klimmen, dat Dirck Ouwercks, in zijn leven koster tot Hulsberg was en gehuwd met Maria, dochter van Gils Spee, en dat hij hem geassisteerd had.[5]
Gehuwd voor de kerk op 22 november 1626 te Wijnandsrade met Maria CUIJPERS, geboren ca. 1605, overleden op 5 mei 1680 te Wijnandsrade, dochter van Johannes CUIJPERS, halfwin Printhagen (Beek), en Maria van BREIDENRATH. Uit dit huwelijk:

  • 1. Wilhelmus (zie II.1).
  • 2. Petrus (zie II.3).
  • 3. Odilia, gedoopt op 18 september 1630 te Wijnandsrade (getuige(n): Georgius Roen, Cornelia Bosheuwers), overleden op 28 november 1697 te Wijnandsrade op 67-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk 1650 te Wijnandsrade met Joannes TEWIS.

  • 4. Joannes (zie II.7).

Generatie II


II.1 Wilhelmus COBBEN, gedoopt op 13 september 1627 te Wijnandsrade (getuige(n): Wernerus van den Bongart, heer van Wijnandsrade, Johanna Speckheuwers), zoon van Laurentius COBBEN (zie I.1) en Maria CUIJPERS.
Gehuwd met Catharina COX, overleden op 18 april 1677 te Nuth.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Laurentius, gedoopt op 22 juli 1664 te Wijnandsrade (getuige(n): Joannes Tewis, Elisabet Meisen).
  • 2. Mechtild, gedoopt op 18 augustus 1666 te Nuth (getuige(n): Henricus Schepers namens Arnoldus Penris, Joanna, e.v. Henricus Frissen), achternaam moeder Coenen.

Op 12 december 1703 maakte Mechtild Cobben, wonend te Hunnecum, haar testament. Zij liet aan de kapellanie twee morgen land "ter amelioratie" en aan de kerk van Nuth een morgen land na voor haar zieleheil.
De overige nog ongedeelde goederen zouden zes weken na haar overlijden toevallen aan haar broer Merten.[6]

  • 3. Martinus (zie III.2).


II.3 Petrus COBBEN, geboren ca. 1630, hypothetische afstamming, zoon van Laurentius COBBEN (zie I.1) en Maria CUIJPERS.
Gehuwd met Elisabeth GROOTJANS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Joannes (zie III.4).
  • 2. Hubertus, gedoopt op 11 april 1664 te Wijnandsrade (get.: Joannes Gerets, Maria Welden).
  • 3. Henricus, gedoopt op 11 februari 1666 te Wijnandsrade (get.: Joannes Simons, Maria Loijens).
  • 4. Henricus, gedoopt op 10 augustus 1667 te Wijnandsrade (get.: Godefridus Schoutet, Catharina Cox).

Op 21 augustus 1744 maakte Hendrick Cobben, ziek te bed liggend in zijn huis op de Vink te Wijnandsrade en beroofd van zijn gezichtsvermogen, zijn testament.
Aan de kinderen van zijn nicht Catharina Cobben, gehuwd met Ferdinand Lutgens, liet hij:
a) zijn huis met weide en 18 kleine roeden moestuin, grenzend aan Peter Cobben, Willem Schreurs en Adam Schadts;
b) 66 kleine roeden "de onderste weijde", grenzend aan Peter Cobben, Claes Lortije en Adam Schadts;
c) een halve morgen akkerland, grenzend aan Adam Schadts, Mathijs Bude en Ferdinand Lutgens;
d) 36,5 kleine roede akkerland op het voetpad naar Hunnecum, grenzend aan Willem Cobben en Jan Bruls.
e) alle roerende goederen, behalve zijn grote kist, die voor Anna CAtharina Lutgens bestemd was.
De erfgenamen zouden zorgdragen voor een goede begrafenis en voor twee gezongen en twee gelezen missen.
Ferdinand Lutgens en Catharina Cobben zouden de goederen hun leven lang mogen gebruiken maar niet mogen vervreemden.
Zijn overige goederen zouden verdeeld worden onder de vijf kinderen van wijlen zijn broer Joannes Cobben en wijlen diens echtgenote Meijcken Bruls.
Wel zouden alle staande gewassen naar de kinderen van Ferdinand Lutgens en Catharina Cobben gaan.[7]
Op 12 mei 1746 schonk Hendrick Cobben, bijgenaamd de blinde, aan zijn nicht Catharina Cobben, gehuwd met Ferdinand Lutgens, vanwege de goed zorgen tijdens zijn ziekte, een halve morgen akkerland uit een stuk van 150 kleine roeden, gelegen op de Vink onder Wijnandsrade, grenzend aan de heer van Wijnandsrade, Willem Schreurs en Peter Cobben, af te meten langs Peter Cobben.[8]

II.7 Joannes COBBEN, schepen, gedoopt op 25 januari 1634 te Wijnandsrade (getuige(n): Leonardus de Beeck), overleden op 31 mei 1716 te Wijnandsrade op 82-jarige leeftijd, zoon van Laurentius COBBEN (zie I.1) en Maria CUIJPERS.
Op 12 april 1658 verkocht Peter Tessers, gehuwd met Neleken Eijmael, aan Jan Cobben, gehuwd met Meijcken Welden, een huis met schuur, stallen, bijgebouwen, moestuin en huisweide, gelegen te Hunnecum onder Nuth, voor 950 gulden. Daarvan zou 400 gulden binnen veertig dagen betaald worden, 200 gulden verrekend worden door het overnemen van een schuld van 200 gulden en de rest als lening tegen 6,25% blijven uitstaan.
Verder moest de koper nog 100 schoven leveren.[9]
Op 30 maart 1679 verkocht Laurens Cobben, gehuwd met Meijcken Kuijpers, aan zijn zoon Jan Cobben, gehuwd met Meijcken Welden, zijn nieuwe huis op de Vink onder Wijnandsrade, met bijbehorende plaats en mesthof, gelegen tegenover het oude huis, voor 225 gulden. Afgesproken werd dat het oude huis, zolang het bewoond was, het recht van uitvaart had langs de nieuwe mestplaats en schuur van het nieuwe huis.[10]
Op 8 mei 1689 kocht Jan Cobben, gehuwd met Marie Welden, ca. anderhalve morgen akkerland in het Vinkeveld onder Wijnandsrade, oostwaarts erfgenamen Paludanus, westwaarts erfgenamen Lens Cobben, zuidwaarts Jan Cobben, noordwaarts een perceel genaamd "die Egge", voor elf stuivers per kleine roede. De verkoopster, Marie Finiers, noende Jan Cobben haar neef. Zij behield het gebruiksrecht op de helft van het land en verklaarde dat de koopsom pas na haar dood in de erfenis ingebracht moest worden.[11]
Op 13 januari 1690 schonk Marie Finiers, "geestelijke dochter", wonend te Maastricht, aan haar neef Jan Cobben, gehuwd met Marie Welden, de volgende onroerende goederen onder Wijnandsrade gelegen:
a) drie morgen akkerland "op het groot stuck", grenzend aan Frans Boschouwers en Willem Willems;
b) anderhalve morgen akkerland aldaar, grenzend aan juffrouw Paludanus, heer Olislagers van Maastricht en Frans Boschouwers;
c) een halve bunder akkerland langs de vloedgraaf, grenzend aan de heer Olislagers, de vloedgraaf, Frans Boschouwers en Jan Cobben zelf.[12]
Op 25 april 1691 ruilde Jan Cobben, schepen van Wijnandsrade en gehuwd met Maria Welden, onroerende goederen met Maximiliaen Schepers, koster te Nuth. Jan Cobben gaf ca. een halve bunder weiland te Hunnecum, grenzend aan de erfgenamen Hendrick Tessers, erfgenamen Jan Nuchelmans, de straat en de Bergerhof. In ruil kreeg hij 2,5 morgen akkerland op de Vink onder Wijnandsrade, grenzend aan Jan Cobben zelf en het Meulenvoetpad. Bovendien betaalde Maximiliaen Schepers nog 65 gulden.[13]
Op 8 september 1694 verkocht J. Bogermannus, met volmacht van Trijn Ritzervelt, weduwe Hans Willem Cobben, aan Jan Cobben, gehuwd met Maria Welden, een weiland [geen maten gegeven] te Oppem onder Wijnandsrade, oostwaarts Thijs Frisschen, westwaarts erfgenamen Paludanus, zuidwaarts de Buskensweg, noordwaarts de weg van Oppem naar Aalbeek, voor 112 gulden en 10 stuivers. Hiervan werd 41,5 gulden ter plekke betaald. De rest beloofde de koper komende St.-Remigius te betalen.[14]
Op 27 juni 1698 werd er een overeenkomst gesloten tussen schepen Victor Poilvache, namens Jan Joseph Poilvache, erfgenaam Laurens Barwasser, en Jan Cobben, gehuwd met Meijken Welden. Het ging om verschuldigde rente ten bedrage van 1075 gulden drie stuivers en twee oort op een lening die wijlen Laurens Cobben, vader van voornoemde Jan, op 15 november 1657 bij voornoemde Barwasser had opgenomen. Jan Cobben nam die lening van 600 gulden tegen 6,25% nu over. Er werd afgesproken dat hij slechts 900 gulden achterstallige rente hoefde te betalen, te voldoen in negen jaarlijkse termijnen. Verder zou hij jaarlijks een vet lam en 25 pond boter leveren. Tevens werd bij deze nog een lening van 200 gulden tegen 5% verstrekt. Tot onderpand voor al deze verplichtingen diende:
a) huis, hof en weide op de Vink te Wijnandsrade, grenzend aan Jan Tevissen en de weduwe Peter Cobben;
b) elf grote en zestien kleine roeden weide achter zijn schuur gelegen en onlangs verworven.[15]
Op 6 oktober 1701 liet schepen Jan Cobben een akte van borg opstellen ten behoeve van zijn proces te Heerlen tegen Jan Meens
Op 23 november 1701 werd daar speciaal voor gespecificeerd anderhalve bunder akkerland onder Wijnandsrade, grenzend aan de weg, de erfgenamen Paludanus, erfgenamen Olislagers en Heldernis.'[16]'
Op 28 december 1715 droeg Jan Cobben, weduwnaar en schepen van Wijnandsrade, vanwege zijn hoge ouderdom aan zijn zoon Jan Cobben, gehuwd met Aldegonde Coenen, de volgende goederen over:
a) huis met schuur, stallen en plaats, gelegen op de Vink onder Wijnandsrade, grenzend aan Jan Tevissen en Lins Schouteten, waarvoor zijn zoon 700 gulden betaald had aan schuldeisers
b) ca. 560 kleine roeden weiland op de Vink onder Wijnandsrade, grenzend aan hof Nijthuizen en de erfgenamen Peter Cobben, waarvoor 25 stuivers per kleine roede gerekend werd. Ook dit bedrag was gebruikt om schulden te betalen.[17]
Gehuwd voor de kerk op 21-jarige leeftijd op 11 september 1655 te Wijnandsrade met Maria WELDEN, 20 jaar oud, gedoopt op 27 september 1634 te Nuth (getuige(n): Leonardus Caris jr., Catharina Moenen), overleden op 28 november 1714 te Wijnandsrade op 80-jarige leeftijd, dochter van Hendrik WELDEN en Joanna JUNGEN.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Henricus, gedoopt op 11 oktober 1657 te Wijnandsrade (get.: Joannes Beckers, Gertrudis Raven).

Op 13 januari 1740 maakte Hendrick Cobben, ongehuwd en wonend bij Jan Brouns op de Vink te Wijnandsrade, zijn testament.
De helft van zijn bezittingen was voor zijn broer Laurens Cobben, gehuwd met Elisabeth Driessen, de andere helft voor de kinderen van Nicolaus Lortije en Maria Cobben, en Willem Cobben, gehuwd met Elisabeth Raemeckers, dochter en zoon van zijn broer Jan.
Verder is sprake van een buitenechtelijke dochter Maria Cobben bij Joanna Boesten die 30 pattacons zou krijgen, te verstrekken door de erfgenamen.
Voorts zou Hendrick Cobben, zoon van zijn buitenechtelijke dochter Maria "eenen bije, geenen van de beste ende oock niet van de slechtste" erven, terwijl de rest der bijen gedeeld zou worden door Paulus, zoon van Laurens Cobben, en Jacobus, zoon van Willem Cobben.
De hoofderfgenamen zouden gezamenlijk 50 gulden geven aan de kerk van Wijnandsrade voor een "baarcleet", welk kleed vervolgens door de kerk gebruikt zou kunnen worden bij elke begrafenis, waarbij de gebruiker een schilling aan de pastoor moest betalen, indien het een inwoner van Wijnandsrade betrof en twee schillingen voor een vreemde. Van de opbrengst zouden zielemissen voor zijn nagedachtenis gelezen worden.[18]

  • 2. Joannes (zie III.10).
  • 3. Laurentius (zie III.12).
  • 4. Elisabeth, gedoopt op 8 april 1674 te Nuth (getuige(n): Joannes Raven, Anna Caris).

Generatie III


III.2 Martinus COBBEN, gedoopt op 8 februari 1668 te Wijnandsrade (getuige(n): Teodorus Tribels, Anna Bouts), overleden op 8 maart 1744 te Hunnecum-Nuth op 76-jarige leeftijd, zoon van Wilhelmus COBBEN (zie II.1) en Catharina COX.
Op 16 april 1707 verkocht Marten Cobben, gehuwd met Marie Coumans, aan Ida Raeven, weduwe Paulus Eggen, en haar kinderen Mathijs en Marie Eggen, 174 kleine roeden akkerland op de Nelisweg onder Nuth, grenzend aan Jacob van der Schuijren, de Nelisweg, Guilliam Dael en de goederen van Ida Welden, weduwe Ercken Tummers, voor 18,5 stuiver per kleine roede.[19]
Op 25 april 1712 leende Marten Cobben, gehuwd met Maria Coumans, 100 gulden tegen 6,25% van Michiel Canisius, gehuwd met Catharina Franssen. Hij borgde daartoe met 2,5 morgen weiland te Hunnecum onder Nuth, grenzend aan Jacob Rameckers, weduwe Jan Frissen, Peter Maes en het veld.
Deze lening werd op 2 oktober 1776 afgelost.[20]
Op 8 november 1735 verkochten de erfgenamen van Marten Cobben en wijlen Maria Coumans, te weten Willem Cobben, ongehuwd, Joannes Cobben, gehuwd met Cornelia Frissen en Peter Cobben, ongehuwd, aan Willem Cobben, gehuwd met Elisabeth Rameckers, 77 kleine roeden akkerland op de Vink onder Wijnandsrade, oost- en zuidwaarts de koper, westwaarts "den groenen voetpatt", noordwaarts Jan Tevissen, voor 25 stuivers per kleine roede.
Dit land was in belening bij de erfgenamen Laurens Schouteten en Maria Loijens, welke erfgenamen, vertegenwoordigd door Lenard Snijders, gehuwd met Gertruijd Schouteten, van Willem Cobben 77 kleine roeden op de Vinck in ruil kregen.[21]
Gehuwd voor de kerk op 28-jarige leeftijd op 23 oktober 1696 te Wijnandsrade met Maria COUMANS, 22 jaar oud, gedoopt op 16 november 1673 te Wijnandsrade, overleden op 10 juni 1731 te Hunnecum-Nuth op 57-jarige leeftijd, dochter van Joannes COUMANS en Maria NUCHELMANS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Wilhelmus (zie IV.1).
  • 2. Joannes, gedoopt op 9 februari 1702 te Nuth (getuige(n): Jacobus Meijs, Maria Welden).
  • 3. Joannes, gedoopt op 21 juni 1704 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Schepers namens Joannes Coumans, Maria NN namensElisabetha Driessen), overleden op 23 juni 1750 te Hunnecum-Nuth op 46-jarige leeftijd.

Op 27 februari 1750 ontving Joannes Cobben, inwoner van Hunnecum en weduwnaar van Cornelia Frissen, tien pattacons van zijn zwagers Matthijs Frissen en Gerard Boesten. Hij deed hiervoor afstand van het vruchtgebruik op een huis te Hunnecum, hem via vererving van wijlen zijn vrouw toegevallen. Vervolgens verkochten Matthias Frissen, gehuwd met Maria Peters, en zijn zwager Gerard Boesten, weduwnaar Petronella Frissen, bijgestaan door zijn enige zoon Michiel Boesten, gehuwd met Catharina Lenssen, het geheel aan Anthonius Timmers, gehuwd met Sophia Weustenraedt. Het ging om een huis met schuur en stallen, met daarbij ca. 100 kleine roeden weiland te Hunnecum, grenzend aan Mathevis Bemelmans, Peter Grootjans, Houb Laheij, Joannes Cobben en de straat. Het geheel was belast met drie vaten rogge aan de kerk en de pastorie van Nuth. Het geheel kostte 408 gulden.[22]
Gehuwd voor de kerk op 22-jarige leeftijd op 23 februari 1727 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Cobben, Mechtild Meijs), ex Hunnecom met Cornelia FRISSEN, 40 jaar oud, gedoopt op 23 juli 1686 te Nuth (getuige(n): NN Seelis, Anna Wolfs namens Maria van Nirve), achternaam moeder niet vermeld, overleden op 15 februari 1749 te Hunnecum-Nuth op 62-jarige leeftijd, dochter van Petrus FRISSEN en Margaretha CELISSEN.

  • 4. Laurentius, gedoopt op 25 april 1706 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Schepers namens Joannes Cobben, Elisabeth Driessen namens Elisabetha Hennen).
  • 5. Petrus (zie IV.7).
  • 6. Martinus, gedoopt op 30 april 1713 te Nuth (getuige(n): Stephanus Schlangen, Anna Tewissen).
  • 7. Maria, gedoopt op 10 juni 1715 te Nuth (getuige(n): Leonardus Schoorens, Maria Vanderlinden).


III.4 Joannes COBBEN, geboren ca. 1660, overleden op 23 januari 1733 te Wijnandsrade, zoon van Petrus COBBEN (zie II.3) en Elisabeth GROOTJANS.
Op 24 november 1694 leende Jan Cobben van Swier, gehuwd met Meijcken Bruls, 100 gulden tegen 6,25% van Lemmen Loijen, gehuwd met Meijcken Driessen. Tot onderpand diende zijn huis en of met weide te Swier onder Wijnandsrade, grenzend aan Thijs Bruls, Frans Sijben en de straat.[23]
Op 9 mei 1696 verkocht Jan Cobben, gehuwd met Meijcken Bruls, aan Peter Driessen een weiland "aen den woonenbergh" onder Wijnandsrade, grenzend aan de erfgenamen Cortien Offermans, erfgenamen Giel Heuts, de beek en de drift, belast met een kapoen in huis Wijnandsrade en de schat van veertig kleine roeden, voor 8 1/2 pattacon.[24]
Op 26 februari 1698 verklaarde Jan Cobben, gehuwd met Meijcken Bruls, dat hij van zijn zwager Thijs Bruls, gehuwd met Christijn Frens, in totaal 82 gulden ontvangen had. Voor dit bedrag beleende hij zijn zwager met 23 kleine roeden mestuin en 66 kleine roeden akkerland vallend onder de hof Swier en bezaaid met gewassen, grenzend aan Thijs Bruls zelf en Frans Crijns, voor een periode van drie jaar. [25]
Op 22 maart 1701 verkocht Jan Cobben, gehuwd met Meijcken Bruls, aan zijn zwager Mathias Bruls, gehuwd met Christijn Frents, 102 kleine roeden akkerland "reserverende voor sijne quote thien kleijn roeden die uijtte naebuerlijcke erven, onder andere, gevonden souden moeten worden", gelegen onder Wijnandsrade, oostwaarts de gewande van Brommelen, westwaarts de koper, zuidwaarts "de sijp", noordwaarts Jan Douven en madame Buretti, voor negentien stuivers per kleine roede.[26]
Op 22 december 1706 verkocht Jan Habets, inwoner van Nuth engehuwd met Meijcken Vleeshouwers, aan Jan Cobben, zoon van Petrus Cobben en gehuwd met Meijcken Breuls, een morgen en 17 kleine roeden akkerland achter de Vink onder Wijnandsrade, oostwaarts Jan Houben, westwaarts Jan Cobben, zoon van schepen Jan Cobben, zuidwaarts Merten Cobben, noordwaarts Erken Bemelmans, voor 29 stuivers per kleine roede.
Op de koopsom werd de prijs van een varken in mindering gebracht dat Jan Cobben aan Jan Habets geleverd had. Daarnaast werd afgesproken dat de verkoper de helft van het wassende koren zou krijgen, de andere helft met kaf en stro voor de koper zou zijn.[27]
Op 16 juli 1708 verkocht Jan Cobben, gehuwd met Meijcken Breuls, samen met zijn broer Hendrick, zonen van Peter Cobben en Lijbeth Grootjans, 50 kleine roeden akkerland "in de del aen den ouden bosch" onder Wijnandsrade, oostwaarts Joannes Keuijten, westwaarts weduwe Jan Scheurkens, overige zijden de heer van Wijnandsrade. De koper was Jan Routen die zestien stuivers per kleine roede betaalde.[28]
Gehuwd met Maria BRULS, gedoopt op 18 juli 1655 te Hoensbroek (getuige(n): Lens Lenssen, Trijntgen Seugraedts), overleden dec. 1728 te Wijnandsrade, dochter van Wilhelmus BRULS en Catharina MUIJS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Wilhelmus, gedoopt op 25 maart 1686 te Klimmen (get.: Henricus Cobben, Christina Freens)..
  • 2. Petrus (zie IV.12).
  • 3. Maria, gedoopt op 7 april 1691 te Wijnandsrade (get.: Joannes Routen, Mechtildis Hubrechs).

Gehuwd met Nicolaus VORST.

  • 4. Elisabeth, gedoopt op 20 februari 1694 te Wijnandsrade.
  • 5. Catharina, overleden op 18 oktober 1767 te Wijnandsrade, genoemd als zus van Peter Cobben in diens testament.

Gehuwd voor de kerk op 31 januari 1735 te Wijnandsrade met Ferdinand LUTGENS.

III.10 Joannes COBBEN, schepen van Wijnandsrade, gedoopt op 29 juni 1669 te Nuth (getuige(n): Bernardus Welden, Elisabeth Grootjans), overleden op 20 augustus 1726 te Wijnandsrade op 57-jarige leeftijd, zoon van Joannes COBBEN (zie II.7) en Maria WELDEN.
Op 4 maart 1705 leende Jan Cobben de jonge, gehuwd met Aleth Coenen, 100 gulden tegen 5% van Joannes Jacobus Claener, secretaris van de Landscommandeur, en stelde daartoe tot onderpand:
a) ca. 90 kleine roeden akkerland op de Ludderweg lopend van Hunnecum naar Aalbeek, oost- en westwaarts Hendrick Wijnen, zuidwaarts de Ludderweg, noordwaarts naar Helle Peter Snackers;
b) een bunder en 28 kleine roeden in twee percelen genaamd "kuijl en Egge", belast met 2 1/2 kop rogge aan de pastorie van Wijnandsrade
c) goederen zoals beschreven in het ransportregister van Wijnandsrade op 26 mei 1700.[29]
Op 14 september 1718 verkocht Lins Cobben, gehuwd met Elisabeth Driessen, aan Jan Cobben, gehuwd met Aleth Coenen, 44 kleine roeden akkerland op de Vink onder Wijnandsrade, oostwaarts Hend. Cobben, west- en noordwaarts de koper, zuidwaarts het Meulenvoetpad; en voorts het derde deel uit 50 kleine roeden moestuin aldaar gelegen, oostwaarts het huis van Jan Cobben, westwaarts Hend. Cobben, zuidwaarts Jan Cobben en noordwaarts het Meulenvoetpad, belast met een halve kapoen aan huis Wijnandsrade en 32 1/2 stuiver aan de kapellanie van het Raedt. Het akkerland werd verkocht voor twee schillingen per kleine roede en het stukje moestuin voor de vermelde lasten.[30]
Op 14 februari 1719 kocht schepen Jan Cobben van zekere Jan Cobben 10 kleine roeden moestuin op de Vink onder Wijnandsrade, oostwaarts de koper, westwaarts de straat, voor 19 gulden.[31]
Op 29 maart 1719 verkocht Wolter Limpens aan schepen Jan Cobben 107 kleine roeden akkerland onder Wijnandsrade, oostwaarts hof Ophem, west- en noordwaarts Marten Cobben, zuidwaarts erfgenamen Heldernisse, voor 25 stuivers per kleine roede.[32]
Op 18 [maand niet ingevuld, gezien plaats in register januari of februari] 1721 verkocht Peter Frissen, gehuwd met Margaretha Selissen, aan Jan Cobben, schepen van Wijnandsrade en gehuwd met Aleth Coenen, drie morgen weiland op de Vink onder Wijnandsrade, oost- en westwaarts de koper, zuidwaarts de weg naar Aalbeek, noordwaarts hof Nijthuizen, belast met drie vaten rogge aan huis Terheijden, voor 28 stuivers per kleine roede.[33]
Op 24 oktober 1724 verkochten de erfgenamen van Dirck Cobben, te weten Bastiaen Mies, gehuwd met Maria Cobben, de ongehuwde Elisabeth Cobben en Peter Cobben, gehuwd met Barbara Boumans, mede voor de van haar verstand beroofde Maria Cobben, aan Jan Cobben, collecteur en gehuwd met Aleth Coenen, 43,5 kleine roede akkerland op de Vink onder Wijnandsrade, grenzend aan de koper en de erfgenamen Lins Schouteten, welk land de koper in belening had. Hij betaalde de verkopers nog zes gulden.[34]
Op 30 juni 1726 schonk Jan Cobben, gehuwd met Aleth Coenen, ziek te bed liggend in zijn huis op de Vink te Wijnandsrade, aan zijn zoon Willem Cobben, gehuwd met Elisabeth Rameckers, een moestuin op de Vink te Wijnandsrade, oostwaarts Jan, zoon van Peter Cobben, westwaarts de straat, zuidwaarts het Meulenvoetpad, belast met 32,5 stuiver aan de kapel van het Roedt en een kapoen aan het huis Wijnandsrade. Verder zou zijn zoon bij het overlijden van Jan Cobbenook alle kleren erven, speciaal zijn mantel en "snaphaen", maar uitgezonderd een stoffen, gespikkelde grauwe rok. De schenking werd gedaan vanwege zijn trouwe diensten.[35]
Gehuwd voor de kerk op 28-jarige leeftijd op 30 juni 1697 te Wijnandsrade met Aldegonda COENEN, overleden op 4 juli 1746 te Dael-Nuth, villa den Dael.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Wilhelmus (zie IV.21).
  • 2. Maria, gedoopt op 16 juli 1700 te Wijnandsrade (get.: Joannes Baltes, Cornelia Schouteten), overleden op 17 april 1735 te Wijnandsrade op 34-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 21-jarige leeftijd op 21 juni 1722 te Wijnandsrade met Nicolaas L'ORTYE, 34 jaar oud, gedoopt op 19 januari 1688 te Hervé (B), gedoopt als Nicolas Lourteille, overleden op 17 juni 1779 te Wijnandsrade op 91-jarige leeftijd, begraven in de kerk, halfwin op de Dael te Nuth en na 1731 halfwin op de Vink te Wijnandsrade, zoon van Jean LOURTEILLE en Margaretha de HESELLE.

III.12 Laurentius COBBEN, geboren ca. 1670, overleden op 1 juni 1746 te Hunnecum-Nuth, zoon van Joannes COBBEN (zie II.7) en Maria WELDEN.
Op 3 maart 1708 leende Laurens Cobben, inwoner van Hunnecum-Nuth en gehuwd met Elisabeth Dressen, van Johannes Jacobus Claner, secretaris van de Landscommandeur, 200 gulden tegen 5%, Hij borgde darrtoe met zijn twee nast elkaar gelegen huizen te Hunnecum onder Nuth, grenzend aan Jan Meulenberg, Wouter Nichels en de straat, met de aanpalende weide groot een bunder.[36]
Op 21 april 1708 verkocht Jan Tribels, gehuwd met Eva Bastijns, aan Lens Cobben, gehuwd met Elisabeth Driessens, een huis met plaats en weide, gelegen te Hunnecum onder Nuth, grenzend aan Lens Cobben en de erfgenamen Encken Tesschers, voor 51 pattacons.[37]
Op 14 september 1718 verkocht Lins Cobben, gehuwd met Elisabeth Driessen, aan Jan Cobben, gehuwd met Aleth Coenen, 44 kleine roeden akkerland op de Vink onder Wijnandsrade, oostwaarts Hend. Cobben, west- en noordwaarts de koper, zuidwaarts het Meulenvoetpad; en voorts het derde deel uit 50 kleine roeden moestuin aldaar gelegen, oostwaarts het huis van Jan Cobben, westwaarts Hend. Cobben, zuidwaarts Jan Cobben en noordwaarts het Meulenvoetpad, belast met een halve kapoen aan huis Wijnandsrade en 32,5 stuiver aan de kapellanie van Wijnandsrade. Het akkerland werd verkocht voor twee schillingen per kleine roede en het stukje moestuin voor de vermelde lasten.[38]
Op 18 juli 1741 verkocht Lins Cobben, gehuwd met Elisabeth Driessen, aan Gerard Keuten, gehuwd met Catharina Driessen, 171,5 kleine roede weiland "de berghweijde" onder Wijnandsrade, oostwaarts de weg, westwaarts Willem Cobben, zuidwaarts de pastorie, noordwaarts de heer van Wijnandsrade, voor 32 pattacons. Het geheel was belast met twee vaten rogge aan de schutterij van Wijnandsrade.[39]
Op 27 juli 1745 verkocht Laurens Cobben, gehuwd met Elisabeth Driessen, aan Nicolaes Lortije, weduwnaar Maria Cobben, 53 kleine roeden akkerland op de Vink onder Wijnandsrade, oostwaarts Jacob Gerets, westwaarts Peter Cobben, zuidwaarts het voetpad, voor 30 stuivers per kleine roede.[40]
Gehuwd voor de kerk op 8 januari 1695 te Wijnandsrade met Elisabeth DRIESSENS, gedoopt op 1 maart 1666 te Wijnandsrade, overleden op 31 mei 1749 te Nuth op 83-jarige leeftijd, niet zeker!, dochter van Paulus DRIESSENS en Catharina HOUTBECKERS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Joannes, gedoopt op 24 april 1695 te Wijnandsrade, overleden op 26 juli 1763 te Hunnecum-Nuth op 68-jarige leeftijd, begraven op 28 juli 1763 te Nuth.

Op 4 oktober 1755 verklaarde Joannes Cobben, gehuwd met Anna Maria van Dorpe, dat hij op 28 april 1754 aan Anthoen Timmers, gehuwd met Sophia Weustenraedt 50 kleine roeden akkerland "in 't achtervelt" onder Nuth verkocht had, grenzend aan de koper, Willem Cobben en de weduwe Peter Nuchelmans, voor 31 stuivers per kleine roede.[41]
Op 21 mei 1762 leende Joannes Cobben, gehuwd met Anna Maria van Dorpe, 150 gulden tegen 5% van de erfgenamen van pastoor Wolters uit diens gesticht jaargetijde. Tot onderpand diende zijn huis met moestuin en weide te Hunnecum onder Nuth, groot 159 kleine roeden, grenzend aan de erfgenamen Peter Cobben, erfgenamen Paulus Cobben, Baltus a Campo en de straat.[42]
Gehuwd voor de kerk op 48-jarige leeftijd op 30 november 1743 te Nuth (getuige(n): Joannes Pricken, Hermanus Ortmans) met Anna Maria van DORPE, vroedvrouw, geboren ca. 1700, overleden op 10 maart 1773 te Hellebroek-Nuth, begraven op 12 maart 1773 te Nuth, dochter van Joannes van DORPE en Sibilla PLUIJMEN.

  • 2. Paulus (zie IV.27).
  • 3. Petrus (zie IV.29).
  • 4. Henricus, gedoopt op 22 maart 1703 te Nuth (getuige(n): Henricus Cobben, Catharina Plumeckers).
  • 5. Catharina, gedoopt op 30 augustus 1705 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Schepers namens Henricus Cobben, Catharina van Aubel).
  • 6. Maria, gedoopt op 28 februari 1708 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Schepers namens Joannes Trijbels, Aleth Coenen namens Agnes Crijns (uit Craubeek)), overleden op 9 september 1781 te Hunnecum-Nuth op 73-jarige leeftijd, begraven op 9 september 1781 te Nuth.

Gehuwd voor de kerk op 23-jarige leeftijd op 6 december 1731 te Nuth (getuige(n): Petrus Cobben, Theodorus Grootjans) met Christianus CRIJNS, 18 jaar oud, gedoopt op 30 december 1712 te Schimmert (getuige(n): Nicolaes Wauben, Catharina Peters), zoon van Petrus CRIJNS en Maria WAUBEN.

  • 7. Catharina, gedoopt op 16 augustus 1714 te Wijnandsrade.


Generatie IV

IV.1 Wilhelmus COBBEN, gedoopt op 5 maart 1698 te Nuth (getuige(n): Hubertus Coumans, Mechtel Cobben), overleden op 25 september 1747 te Hunnecum-Nuth op 49-jarige leeftijd, zoon van Martinus COBBEN (zie III.2) en Maria COUMANS.
Gehuwd voor de kerk op 45-jarige leeftijd op 24 juni 1743 te Nuth (getuige(n): Paulus Cobben, Joannes Pricken) met Catharina WALTMANS, geboren ca. 1716, overleden op 7 oktober 1766 te Hellebroek-Nuth, begraven op 9 oktober 1766 te Nuth, mogelijk dochter van Joannes WALTMANS en Cornelia JONGEN.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Maria Catharina, geboren te Hunnecum-Nuth, gedoopt op 4 juni 1746 te Nuth (getuige(n): Nicolaus Cörffs, Cornelia Jongen).


IV.7 Petrus COBBEN, gedoopt op 29 juli 1710 te Nuth (getuige(n): Joannes Frissen, Elisabetha Driessen namens Elisabetha Hennen), overleden op 22 september 1773 te Hunnecum-Nuth op 63-jarige leeftijd, begraven op 24 september 1773 te Nuth, zoon van Martinus COBBEN (zie III.2) en Maria COUMANS.
Gehuwd voor de kerk op 30-jarige leeftijd op 25 januari 1741 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Cobben, Nicolaus Bemelmans) met Maria EIJCKERMANS, 31 jaar oud, gedoopt op 1 maart 1709 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Schepers namens Petrus Clemens, Catharina Ceulen), overleden op 19 mei 1778 te Hunnecum-Nuth op 69-jarige leeftijd, begraven op 21 mei 1778 te Nuth, dochter van Godefridus EECKERMANS en Anna CLEMENS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Maria Anna, gedoopt op 27 november 1741 te Nuth (getuige(n): Joannes Cobben, Helena Eijckermans).
  • 2. Anna Mechtildis, gedoopt op 6 juli 1743 te Nuth (getuige(n): Paulus Cobben, Cornelia Frissen).
  • 3. Catharina, gedoopt op 10 december 1744 te Nuth (getuige(n): Joannes Slangen, Catharina Waltmans).
  • 4. Maria Elisabeth, geboren te Hunnecum-Nuth, gedoopt op 1 augustus 1746 te Nuth (getuige(n): Servatius Comans, Maria Cobben).
  • 5. Martinus, geboren te Hunnecum-Nuth, gedoopt op 24 september 1748 te Nuth (getuige(n): Joannes Cobben (oom), Anna Maria van Dorpe), overleden op 19 september 1781 te Hunnecum-Nuth op 32-jarige leeftijd, begraven op 20 september 1781 te Nuth.

Op 10 juni 1779 verkocht Joannes Cobben, gehuwd met Maria Gorissen, aan de ongehuwde Martinus Cobben van Hunnecum 197 kleine roeden huis met bebouwing, moestuin en weide te Hunnecum onder Nuth, grenzend aan Jacous Raemeckers, secretaris Meijs, Martinus Cobben en de dorpstraat, voor 1950 gulden. Het geheel was belast met twee koppen rogge aan de kerk van Nuth. 1450 gulden werd betaald door het overnemen van schulden.[43]
Op 18 oktober 1780 leende Martinus Cobben, ongehuwd inwoner van Hunnecum onder Nuth, 400 gulden tegen 5% van de kapellanie van de parochie St.-Martinus te Maastricht. Tot borgstelling dienden de goederen die volgens een bijgevoegde specificatie uit 1770 door de secretaris van Nuth was opgemaakt, welke goederen hij van zijn vader had geërfd, te weten:
a) 106 kleine roeden akkerland "op den knippert", noordwaarts Jacobus Rameckers, zuidwaarts Claes Hermens, oostwaarts de Bergerhof, westwaarts Matthias Bemelmans;
b) 77 kleine roeden aldaar, noordwaarts Peter Cobben, zuidwaarts de Bergerhof, oostwaarts de Bergerhof, westwaarts Joannes Peter Frissen;
c) 84 kleine roeden aldaar, noordwaarts Claes Hermens, zuidwaarts de Bergerhof, oostwaarts weduwe Matthijs Frissen, westwaarts Peter Grootjans;
d) 77 kleine roeden "in het achtervelt", noordwaarts Jacob Rameckers, zuidwaarts de weg, oostwaarts het vinckenvoetpad, westwaarts Geurt Snackers;
e) 205 kleine roeden "agter het kempken", noord- en westwaarts Baltus a Campo, zuidwaarts de kempensweg, oostwaarts Jacob Paes;
f) 112 kleine roeden achter Hunnecum, noordwaarts secretaris Meijs, zuidwaarts de weg, oostwaarts Jacob Wolters, westwaarts Nicolaes van Can;
g) 270 kleine roeden weiland te Hunnecum, noordwaarts Willem Cobben, zuid- en westwaarts Jacob Rameckers, oostwaarts secretaris Meijs;
h) 100 kleine roeden weiland in de Putweg, noordwaarts secretaris Meijs, zuidwaarts Christiaen Laheije, oostwaarts de weg, westwaarts de gats.
Deze lening werd door de erfgenamen afgelost op 1 maart 1782[44]
Op 28 juni 1781 liet Martinus Cobben, ongehuwd inwoner van Hunnecum, vastleggen dat hij op 10 juni 1779 bij aankoop van een huis met moestuin te Hunnecum van Joannes Cobben, een schuld van 1300 gulden aan Nicolaes van Kan, gehuwd met Maria Gorissen, had overgenomen. Hiervoor borgde hij nu met de volgende onder Wijnandsrade gelegen onroerende goederen, hem toegevallen van zijn ooms Joannes en Wilhelmus Cobben en van zijn vader Peter Cobben, waarvan hij het enige nog levende kind was, te weten:
a) 93,5 kleine roeden akkerland "aen den blauwen steen", grenzend aan Christiaen Hautvast en de erfgenamen Servaes Spijckers;
b) 82 kleine roeden akkerland "aen den vrachelder", grenzend aan de heer van Wijnandsrade en Nicolaus Schiffelers;
c) 78 kleine roeden akkerland "aen den Vinck", grenzend aan Joannes Lortije en Peter Grootjans;
d) 60 kleine roeden akkerland aldaar, grenzend aan Matheus Bemelmans en Joannes Lortije;
e) 57 kleine roeden akkerland "op den Vincke voetpadt", grenzend aan Nicolaus Schiffelers en Jan Tevissen;
f) 102,5 kleine roeden akkerland "op de bel", grenzend aan Joannes Lortije en Jacobus Rameckers;
g) 46,5 kleine roeden akkerland aldaar gelegen, grenzend aan Jacobus Rameckers en Joannes Lortije;
h) 113 kleine roeden akkerland op de Wijnandsraderweg, grenzend aan de weduwe Joannes Frissen en Baltasar a Campo;
i) 95 kleine roeden akkerland aldaar gelegen, grenzend aan Baltasar a Campo en de erfgenamen Leonardus Limpens;
j) 75,5 kleine roeden akkerland "op de ludderweg", grenzend aan Joannes Petrus Frissen en de weduwe Joannes Dussen;
k) 90 kleine roeden akkerland aldaar gelegen, grenzend aan Jacobus Rameckers;
l) 120 kleine roeden akkerland "in den eggersdael", grenzend aan Reijner Ceulen en Petrus Cremers;
m) 103 kleine roeden akkerland "aen lambrichts wijden", grenzend aan het voetpad en Joannes Slangen;
n) 80 kleine roeden akkerland aldaar gelegen, grenzend aan Willem Coumans en Jacobus Raemeckers;
o) 73 kleine roeden akkerland aldaar gelegen, grenzend aan Jacobus Raemeckers en Baltasar a Campo.
Nicolaes van Kan werd bij deze van de schuld verlost en Martinus Cobben beloofde voortaan de rente te betalen aan juffrouw Maria Theodora van der Vrecken.
De lening werd door de erfgenamen afgelost[45]
Op 20 oktober 1781 werden de goederen van Martinus Cobben publiekelijk verkocht door zijn erfgenamen, zoals blijkt uit de volgende akten die allen op 8 april 1782 werden opgemaakt voor de schepenbank Nuth:
Wijnand Wilderjans, gehuwd met Maria Crijns, kocht een huis met bijgebouwen, moestuin en huiswei te Hunnecum onder Nuth, groot 124 kleine roeden, grenzend aan Geurt Houben en de straat; en verder nog 47 kleine roeden akkerland "op de Belle" onder Wijnandsrade, Hij bood 87 stuivers per kleine roede voor het huis met toebehoor en 61 stuivers per kleine roede voor het akkerland, samen uitkomend op 716 gulden, 17 stuivers en drie oort.[46]
Andries Lortije, halfwin op Laar en gehuwd met Maria Snackers, kocht een huis met bijgebouwen, moestuin en weide te Hunnecum onder Nuth, groot 470 kleine roeden, grenzend aan Jacobus Ramaekers, Peter Paes en de straat, met "eenen vrijen winckel" voor de weduwe van Willem Cobben, zoals eertijds bij de verkoop van Joannes Cobben aan Martinus Cobben afgesproken was. Het geheel was belast met twee koppen rogge aan de kerk van Nuth, te korten met 20 gulden. De totale koopsom bedroeg 2710 gulden.[47]
Joannes Schepers, gehuwd met Anna Catharina Frissen, kocht 273,5 kleine roeden akkerland "op den knippert" onder Nuth, grenzend aan Geurt Hermens, erfgenamen Frans Habets en de Eggersdalerweg, belast met een malder haver en twee "brabantse" in de cijnskaart Nuinhof; en voorts 103 kleine roeden akkerland "aen lambertswijen", grenzend aan Joannes Slangen, Joannes Gorissen en de vloedgraaf, belast met een kop rogge aan de armen en een kan smout aan de kerk van Wijnandsrade. Het eerste perceel kostte 58 en het tweede 56 stuivers per kleine roede, hetgeen met bijkomende kosten een bedrag van 1118 gulden en zes stuivers opleverde.[48]
Laurens Cobben, gehuwd met Sibilla Oortmans, kocht 105 kleine roeden akkerland "op de knippert" onder Nuth, grenzend aan Joannes Schepers, Jacobus Rameckers en de Bergerhof; en verder 82 kleine roeden "aen den ouden bosch" onder Wijnandsrade, grenzend aan Matthevis Bemelmans en Joannes Thevissen. Voor het eerste perceel bood hij 65 stuivers, voor het tweede perceel 42 stuivers per kleine roede. De totale koopsom bedroeg 539 gulden, twee stuivers en twee oort.[49]
Leonardus Coumans, gehuwd met Cornelia Oortmans, kocht het huis "de Beeck" te Hunnecum onder Nuth, met de huisweide groot 55 kleine roeden, grenzend aan de weg en de erfgenamen Matthis Jongen; voort 97,5 kleine roeden weiland met moestuin in de Putweg onder Hunnecum, grenzend aan Nicolaes Ruijsop, de erfgenamen Matthis Jongen en de weduwe Matthijs Mulckens, belast met een vat rogge aan de pastorie van Nuth. Mechel Limpens en de weduwe Mulckens hadden recht van overpad en de koper had zelf recht van overpad door de moestuin van de weduwe Mulckens. Voor het huis was 550 gulden geboden, voor het perceel aan de Putweg 67 stuivers per kleine roede. De totale koopsom bedroeg 878 gulden.[50]
Paulus Cobben, weduwnaar Anna Maria Fransen, kocht 77 kleine roeden akkerland "in het achtervelt" onder Nuth, grenzend aan het voetpad, Geurt Snackers en de weg, waarvoor hij 72 stuivers per kleine roede had geboden. De totale koopsom bedroeg 291 guldens, een stuiver en een oort.[51]
Wilhelmus Slangen, gehuwd met Anna Maria Houben, kocht 205 kleine roeden akkerland "op de kinckeveurderswegh" onder Nuth, grenzend aan a Campo en Joannes Slangen, waarvoor 67 stuivers per kleine roede geboden was.[52]

IV.12 Petrus COBBEN, gedoopt op 23 januari 1689 te Wijnandsrade (getuige(n): Henricus Cobben, Maria Welden), overleden op 3 december 1747 te Wijnandsrade op 58-jarige leeftijd, zoon van Joannes COBBEN (zie III.4) en Maria BRULS.
Op 3 februari 1747 sloten Peter Cobben, gehuwd met Catharina Barbiers, en zijn zwager Ferdinand Lutgens, gehuwd met Catharina Cobben, een akkoord aangaande enige bepalingen in het testament van Hendrick Cobben de blinde. Zij spraken nu af dat Ferdinand Lutgens 25 bussel stro zou leveren, waarvan de helft zomerstro. Peter Cobben gaf in ruil een vat rogge.
Verder werden er nog onroerende goederen geruild. Lutgens ontving 55 kleine roeden akkerland op de Vink onder Wijnandsrade, grenzend aan Willem Schreurs, Willem Cobben en Ferdinand Lutgens zelf, alsmede 25 kleine roeden akkerland "op het halfbounder" onder Wijnandsrade, grenzend aan Adam Schants, Ferdinand Lutgens zelf en Peter Cobben. In ruil gaf hij aan Peter Cobben 80 kleine roeden aldaar uit een stuk van 110 kleine roeden, grenzend aan Willem Schreurs, Willem Cobben en Ferdinand Lutgens.[53]
Op 1 december 1747 maakte Peter Cobben, gehuwd met Anna Catharijn Barbarees, zijn testament.
Aan zijn petekind Anna Maria [Lutgens], oudste kind van zijn zus Catharina, liet hij een halve morgen akkerland na, gelegen in het Vinkeveld onder Wijnandsrade, oostwaarts de gewande van huis Wijnandsrade, westwaarts Willem Schreurs.
Aan zijn buitenechtelijke zoon Peter Cobben, verwekt bij Barbara van Geul, liet hij 700 gulden na, door zijn erfgenamen uit te keren na het overlijden van zijn echtgenote Anna Catharina Barbarees, of aan diens erfgenamen indien hij eerder zou overlijden.
Zijn huidige echtgenote kreeg, ter restitutie van de 33 pattacons die zij had ingebracht, een morgen akkerland in het Vinkeveld nabij de halve morgen die hij aan zijn petekind had nagelaten.
Tenslotte legateerde hij een halve morgen akkerland nabij de moestuin van Jan Brouns op de vink voor een jaargetijde. De bezitter van het land diende jaarlijks twee schillingen aan de kerk, twee schillingen aan de pastoor en een schilling aan de koster. De kerk zou daarvoor altaarkaarsen branden en twee kaarsen tijdens de jaardienst.
Tot universele erfgenamen benoemde hij zijn broers en zussen.[54]
Gehuwd (1) met Barbara BOUMANS, overleden op 24 februari 1742 te Wijnandsrade.
Gehuwd (2) met Anna Catharina BARBAREES.
Uit de buitenechtelijke relatie met Barbara van GEUL.

  • 1. Petrus (zie V.7).


IV.21 Wilhelmus COBBEN, halfwin hof de Dael, gedoopt op 15 augustus 1698 te Wijnandsrade, overleden op 30 september 1760 te Hunnecum-Nuth op 62-jarige leeftijd, zoon van Joannes COBBEN (zie III.10) en Aldegonda COENEN.
Op 24 oktober 1724 verkochten Lijsbeth en Marij Cobben, zussen, resp. 24 en 22 jaar oud, aan Willem Cobben, gehuwd met Elisabeth Rameckers, 48 kleine roeden akkerland op de Vink onder Wijnandsrade, oostwaarts Jan Cobben, vader van de koper, westwaarts Marten Cobben, zuidwaarts Hendrick Cobben, voor een gulden per kleine roede. De staande gewassen zouden gedeeld worden.[55]
Op 30 juni 1726 schonk Jan Cobben, gehuwd met Aleth Coenen, ziek te bed liggend in zijn huis op de Vink te Wijnandsrade, aan zijn zoon Willem Cobben, gehuwd met Elisabeth Rameckers, een moestuin op de Vink te Wijnandsrade, oostwaarts Jan, zoon van Peter Cobben, westwaarts de straat, zuidwaarts het Meulenvoetpad, belast met 32,5 stuiver aan de kapel van het Roedt en een kapoen aan het huis Wijnandsrade. Verder zou zijn zoon bij het overlijden van Jan Cobben ook alle kleren erven, speciaal zijn mantel en "snaphaen", maar uigezonderd een stoffen, gespikkelde grauwe rok. De schenking werd gedaan vanwege zijn trouwe diensten.[56]
Op 7 februari 1730 verkocht Willem Coenen, gehuwd met Maria Houben, aan Willem Cobben, gehuwd met Elisabeth Raemaeckers, 50 kleine roeden weiland "langs de lange weijde" onder Wijnandsrade, grenzend aan Steven van Geul, erfgenamen Goffin en de beek, zijnde het deel dat de verkoper uit de erfenis van landdeken Coenen verkregen had. De koopsom bedroeg vijftien pattacons.[57]
Op 12 februari 1730 verkocht Joannes Vleugels, gehuwd met Maria Smeets, aan Willwm Cobben, gehuwd met Elisabeth Raemaeckers, 117 kleine roeden akkerland "aen den ouden bosch" onder Wijnandsrade, grenzend aan Joannes Maes, erfgenamen Thijs Roex, Thijs Roex van het Molenveld en de weg, voor een gulden per kleine roede.[58]
Op 5 juni 1731 verkocht Willem Coenen, gehuwd met Maria Houben, aan Nicolaes Lortije, gehuwd met Maria Cobben en diens zwager Willem Cobben, gehuwd met Elisabeth Rameckers, 266 kleine roeden akkerland "op de Hartmansbergh" onder Wijnandsrade, oostwaarts de weg, westwaarts de kopers, zuidwaarts "den ouden bosch", voor 20 pattacons.[59]
Op 23 februari 1734 verkocht Jacob Crijns, gehuwd met Maria Roex, aan Willem Cobben, gehuwd met Elisabeth Raemeckers, voor 70 gulden en 16 stuivers een perceel akkerland [geen maten gegeven] "achter den alden bosch" onder Wijnandsrade, oostwaarts de koper, westwaarts Leonard Roex, zuidwaarts de weg van Hellebroek naar Aalbeek.[60]
Op 8 november 1735 verkochten de erfgenamen van Marten Cobben en wijlen Maria Coumans, te weten Willem Cobben, ongehuwd, Joannes Cobben, gehuwd met Cornelia Frissen en Peter Cobben, ongehuwd, aan Willem Cobben, gehuwd met Elisabeth Rameckers, 77 kleine roeden akkerland op de Vink onder Wijnandsrade, oost - en zuidwaarts de koper, westwaarts "den groenen voetpatt", noordwaarts Jan Tevissen, voor 25 stuivers per kleine roede.
Dit land was in belening bij de erfgenamen Laurens Schouteten en Maria Loijens, welke erfgenamen, vertegenwoordigd door Lenard Snijders, gehuwd met Gertruijd Schouteten, van Willem Cobben 77 kleine roeden op de Vinck in ruil kregen.[61]
Op 5 april 1736 verklaarde Willem Cobben, gehuwd met Elisabeth Raemeckers, dat hij na de deling van de nalatenschap van zijn ouders met zijn zwager Nicolaes Lortije op 15 januari 1735 tot zijn last had genomen een lening van 1200 gulden. Zijn zwager was bij deze van iedere betalingsplicht ontslagen.[62]
Op 12 september 1739 verkocht Nicolaes Vorst, gehuwd met Maria Cobben, aan Wilem Cobben, gehuwd met Elisabeth Raemeckers, twee percelen akkerland op de Vink onder Wijnandsrade, te weten 67 kleine roeden, oostwaarts weduwe Cornelia Houben, westwaars Lenard Snijders, zuidwaarts Marten Cobben; en verder 37 kleine roeden, oostwaarts Willem Schreurs, westwaarts Hendrick Cobben de blinde, zuidwaarts het voetpad. De koopsom bedroeg 30 1/2 pattacon.[63]
Op 7 april 1745 gaf Hubertus Joppen, licentiaat in beide rechten, in pacht aan Wilhelmus Kobben, gehuwd met Elisabeth Rameckers, zijn adellijk huis met alle landerijen en toebehoren, gelijk Wilhelmus Kobben die reeds 12 jaar als halfwin in pacht had. Het betrof het huis de Dael (hier genoemd als Aelbroek), gelegen onder Nuth. De verpachter behield voor zichzelf de vijvers en "sijn quartier". De pachttermijn bedroeg twaalf jaar, beginnend half maart 1746. De pachtsom was 550 gulden per jaar. Deze pachtsom werd na zes jaar verhoogd tot 600 gulden.[64]
Op 6 maart 1747 verklaarde Peter Herts, gehuwd met Ida Maes, dat hij onlangs via goederenruil zijn huis en weide te Hunnecum onder Nuth had overgedragen aan Willem Cobben, en dat toen was afgesproken dat Willem Cobben nog 100 gulden zou betalen. Dat bedrag werd nu overhandigd.[65]
Op 22 april 1747 ruilde Peter Frissen, weduwnaar Margaretha Celissen, onroerende goederen met Willem Cobben, gehuwd met Elisabeth Raemaeckers. Peter Frissen gaf ca. 80 kleine roeden weiland te Hunnecum onder Nuth, oostwaarts secretaris Meijs, westwaarts Willem Cobben zelf, zuidwaarts Joaanes Cobben, noordwaarts de weg. In ruil kreeg hij van Willem Cobben een morgen akkerland in het Vinkeveld onder Wijnandsrade, oostwaarts Lens Cobben, westwaarts Geurd Habets van de Oppemer hof, zuidwaarts Wolter Limpens, noordwaarts Claes Huntgens, belast met een vat rogge aan het huis Wijnandsrade.[66]
Op 8 mei 1747 ruilde Peter Frissen, weduwnaar Margaretha Celissen, onroerende goederen met Willem Cobben, gehuwd met Elisabeth Raemaeckers. Peter Frissen gaf ca. 80 kleine roeden weiland te Hunnecum onder Nuth, oostwaarts secretaris Meijs, westwaarts Willem Cobben zelf, zuidwaarts Joannes Cobben, noordwaarts de weg. Willem Cobben gaf een halve morgen akkerland in de Oppemer hof onder Wijnandsrade, oostwaarts Wolter Limpens, westwaarts Nicolaes Lortije, zuidwaarts de weg naar Valkenburg, noordwaarts Jan Wijnen, belast met een half vat rogge aan het huis Wijnandsrade. Beide stukken land werden gewaardeerd op 85 gulden.[67]
Op 8 mei 1747 leende Willem Cobben, gehuwd met Elisabet Ramaeckers, 400 gulden tegen 5% van advocaat van der Meer, gehuwd met Maria Elisabeth Canisius. Tot onderpand dienden:
a) 170 kleine roeden akkerland "op de Bell" onder Wijnandsrade, oostwaarts erfgenamen Merten Cobben, westwaarts juffrouw Bemelmans, zuidwaarts de Oppemer hof, noordwaarts Jacob Ramaeckers;
b) ca. een halve bunder akkerland "den vleugel" nabij "ouden bosch" onder Wijnandsrade, oostwaarts Peter Houben, westwaarts Lenard Roex, zuidwaarts de weg, nordwaarts erfgenamen Matthijs Meex;
c) een morgen akkerland in het Vinkeveld onder Wijnandsrade, oostwaarts Oppemer hof, west- en noordwaarts erfgenamen Marten Cobben, zuidwaarts heer Heldernis;
d) 80 kleine roeden akkerland op de Vink onder Wijnandsrade, oostwaarts Willem Schreurs, westwaarts hof Oppem, zuidwaarts Willem Cobben zelf, noordwaarts weduwe Leonard Snijders. [68]
Op 10 mei 1747 verklaarde Willem Cobben, wonend te Nuth en gehuwd met Elisabeth Ramaeckers, dat hij op 8 februari 1734 van Baltasar Joppen 500 gulden tegen 4% geleend had. Johan Francois Graven, gehuwd met Elisabeth Joppen, erfgenamen, verlangden nu terugbetaling of een goede borgstelling. Daarom borgde hij nu met zijn huis, hof en landerijen op de Vink te Wijnandsrade.[69]
Op 21 mei 1747 verkocht Peter Frissen, weduwnaar Margaretha Celissen, aan Willem Cobben, gehuwd met Elisabeth Raemaeckers, een morgen akkerland in het Vinkeveld onder Wijnandsrade, oostwaarts Lens Cobben, westwaarts Geurd Habets, zuidwaarts Wolter Limpens van hof Oppem, noordwaarts Claes Huntgens, voor 180 gulden. Het land was belast met een vat rogge aan het huis Wijnandsrade.[70]
Op 3 juni 1747 leende Willem Cobben, gehuwd met Elisabeth Raemaeckers, 200 gulden tegen 5% van advocaat van der Meer, gehuwd met Maria Elisabeth Canisius. Hij borgde daartoe met een bunder en tien kleine roeden akkerland "aen het broexken" op de Vink onder Wijnandsrade, oostwaarts Willem Schreurs, westwaarts Nicolaus Lortije.[71]
Op 7 januari 1749 leende Willem Cobben, gehuwd met Elisabeth Rameckers, 100 gulden tegen 5% van pastoor Wolters van Nuth, handelend als proviseur van de Armenkas. Als onderpand stelde hij 120 kleine roeden weiland te Hunnecum onder Nuth, grenzend aan de erfgenamen Peter Frissen en Jacob Rameckers.
Deze lening werd op 15 maart 1782 afgelost.[72]
Op 2 april 1749 sloot Willem Cobben, pachter van hof de Dael te Nuth en gehuwd met Elisabeth Rameckers, een akkoord met Elisabeth Kerckherderen, weduwe Wolter Limpens, aangaande de pachtgelden staande op twee percelen land onder Wijnandsrade, lopend van 1 oktober 1738 tot 1 oktober 1748, aangaande land "op de Steijnbergh" van 1742 tot half maart 1749 en aangaande drie morgen weiland onder Wijnandsrade van 1 oktober 1738 tot 1 oktober 1748. Het ging om vijf vaten, drie koppen en twee malder rogge jaarlijks. De totale schuld had een waarde van 268 gulden en vijftien stuivers, welke Willem Cobben op dat moment niet kon betalen. Hij leende vervolgens van voornoemde weduwe Wolters in totaal 300 gulden tegen 5% om zijn schuld te voldoen en stelde daartoe tot onderpand:
a) 2 1/2 morgen weiland te Hunnecum onder Nuth en deels onder Wijnandsrade, grenzend aan Peter Cobben en de Bergerhof;
b) 93 kleine roeden weiland te Hunnecum onder Nuth, grenzend aan Helena Rameckers, weduwe Matthijs Frissen en Jacob Rameckers;
c) 139 1/4 kleine roeden akkerland "op de tegger" onder Nuth, grenzend aan Matthijs Frissen, Peter Cobben, Jan Wouters, erfgenamen Lens Cobben en Peter Crijns;
d) 80 kleine roeden akkerland "in de sijpen" onder Nuth, grenzend aan de weduwe Jan Boesten en Peter Nuchelmans;
e) 90 kleine roeden akkerland "achter het kempken" nabij Hunnecum onder Nuth, grenzend aan Marten Cobben en de weduwe Joannes Douven;
f) 150 kleine roeden akkerland "in de eggersdael" onder Wijnandsrade, grenzend aan lijs daemen voetpad en Hendrick Snackers.[73]
Op 19 mei 1752 liet Willem Cobben, gehuwd met Elisabeth Rameckers een borgstellingsakte opstellen vanwege zijn benoeming tot kerkmeester. Tot onderpand stelde hij een halve bunder huis en weide te Hunnecum onder Nuth, oostwaarts Jacob Bavo Meijs, westwaarts Jacobus Rameckers.[74]
Op 31 januari 1752 verkocht Baltus a Campo, gehuwd met Catharijna Ramaeckers, aan Wilhelmus Cobben, gehuwd met Elijsabeth Ramaeckers, 32 kleine roeden en vier voet akkerland "aen die wijden" onder Wijnandsrade, grenzend aan Peter Cobben, weduwe Matthijs Frissen en de Bergerhof. Verder verkocht hij 94 kleine roeden vier voet akkerland aan de Raderweg onder Wijnandsrade, grenzend aan Christiaen Crijns, weduwe Matthijs Frissen en de verkoper, belast met 3,5 malder rogge aan de pastorie van Wijnandsrade. De totale koopsom bedroeg 178 gulden en drie stuivers.[75]
Op 6 augustus 1752 verkocht Willem Cobben, gehuwd met Elijsabetha Ramaeckers, aan zijn zwager Baltus a Campo, gehuwd met Catharina Ramaeckers, 158 1/2 kleine roeden akkerland onder Wijnandsrade, grenzend aan Henricus Jongen en het voetpad van Hunnecum naar Brand, voor twee gulden per kleine roede. Verder verkocht hij 90 kleine roeden akkerland "in het achtervelt" onder Nuth, grenzend aan de erfgenamen Marten Cobben, de erfgenamen Joannes Douven, de weg van "ouden bosch" naar Aalbeek en Dirck Bemelmans, voor 30 stuivers per kleine roede.[76]
Op 5 februari 1754 verklaarde Willem Cobben, halfwin hof den Dael en gehuwd met Elisabeth Rameckers, dat hij op 16 april 1747 400 gulden ontvangen had van Steven Coenen uit Hoensbroek, gehuwd met Elisabeth Jongen. Voor deze lening, tegen 5% rente, borgde hij met:
a) huis met moestuin, weide en bebouwing te Hunnecum onder Nuth, groot een halve bunder, grenzend aan Jacob Bavo Meijs, Jacobus Rameckers, de straat en de erfgenamen Marten Cobben;
b) 120 kleine roeden akkerland "op het stuxken" onder Wijnandsrade, grenzend aan de pastoriegoederen van Wijnandsrade, Joannes Frisschen en de weg;
c) 60 kleine roeden akkerland aldaar gelegen, grenzend aan Joannes Frisschen, erfgenamen Jan Boesten en de weg.
Deze lening werd op 24 juli 1781 afgelost.[77]
Gehuwd voor de kerk op 23-jarige leeftijd op 4 augustus 1722 te Wijnandsrade met Elisabeth RAMECKERS, 18 jaar oud, gedoopt op 26 september 1703 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Schepers namens Joannes Raemeeckers, Ida Kerckraij namens Elisabetha Crijns), dochter van Jacobus RAMECKERS en Maria CRIJNS.
Op 15 januari 1761 sloot Elisabeth Rameckers, weduwe Willem Cobben een overeenkomst met haar zoon Francis Cobben om zodoende een einde te maken aan de procedure die Peter Ruijters had aangespannen aangaande achterstallige betaling op een lening van 300 gulden. Ze droeg over aan haar zoon:
a) 250 kleine roeden weiland te Hunnecum onder Nuth, grenzend aan de Bergerhof, Jacobus Rameckers en de Putweg;
b) 80 kleine roeden akkerland "in de sijpen" onder Nuth, grenzend aan Joannes Jongen, weduwe Peter Nuchelmans en de vloedgraaf;
c) 150 kleine roeden akkerland "in het achterveld" bij Hunnecum onder Nuth, grenzend aan weduwe Peter Nuchelmans, Anthoen Timmers, Matth. Frisschen, Jacobus Rameckers en de Pastoriegoederen van Wijnandsrade.
Iedere kleine roede kostte 30 stuivers.
Francis Cobben betaalde door het overnemen van voornoemde lening met verlopen rente, alsmede door het overnemen van een schuld van 100 gulden aan de Armenkas, eveneens met verlopen rente.[78]
Op 10 juni 1779 werd bepaald dat Elisabeth Rameckers, weduwe Willem Cobben haar verdere leven in het huis mocht blijven wonen, hoewel het verkocht was aan Martinus Cobben.[79]
Uit dit huwelijk:

  • 1. Joannes (zie V.9).
  • 2. Jacobus (zie V.11).
  • 3. Mathias, gedoopt op 30 oktober 1727 te Wijnandsrade.
  • 4. Franciscus, gedoopt op 18 februari 1730 te Wijnandsrade.
  • 5. Wilhelmus (zie V.15).
  • 6. Reinerus (zie V.17).
  • 7. Ludovicus Balthasar (zie V.19).
  • 8. Paulus (zie V.21).
  • 9. Lambertus (zie V.23).


IV.27 Paulus COBBEN, gedoopt op 30 juli 1697 te Nuth (getuige(n): Henricus Boots namens Paulus Kreekels, Maria Welden), achternaam moeder Krekels! Overleden op 25 november 1760 te Hunnecum-Nuth op 63-jarige leeftijd, zoon van Laurentius COBBEN (zie III.12) en Elisabeth DRIESSENS.
Gehuwd voor de kerk op 46-jarige leeftijd op 24 november 1743 te Nuth (getuige(n): Matthias Keulen, Reinerus Keulen) met Margaretha KEULEN, 27 jaar oud, gedoopt op 14 juni 1716 te Merkelbeek, overleden op 24 maart 1748 te Hunnecum-Nuth op 31-jarige leeftijd, dochter van Leonardus CEULEN en Elisabeth DOUVEN.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Anna Elisabeth, gedoopt op 22 november 1744 te Nuth (getuige(n): Joannes Pricken namens Laurentius Cobben, Elisabeth Douven).

Op 11 december 1752 gingen Gabriel Limpens en Leonaerd Keulen, voogden van Elijsabet Cobben, kind van Paulus Cobben en wijlen Margaretha Keulen, een goederenruil aan met Baltus a Campo, gehuwd met Catharina Rameckers.
Baltus a Campo ontving 155 5/8 kleine roeden huis met bijgebouwen, moestuin en weide te Hunnecum onder Nuth, thans bezit van Paulus Cobben, grenzend aan Baltus a Campo zelf, erfgenamen Peter Cobben en de straat.
Verder ontving hij 83,5 kleine roede akkerland uit een stuk van 199 kleine roeden op de Valkenburgerweg onder Wijnandsrade, grenzend aan Claes Lortij en Paulus Cobben
Baltus a Campo gaf in ruil 178,5 kleine roede huis met stallen, moestuin en huisweide te Hunnecum onder Nuth, grenzend aan Joannes Cobben, de gats, Mathevis Bemelmans en de straat.
Daarnaast nam Baltus a Campo een schuld over van 283 gulden aan de paters Augustijnen te Maastricht en gaf hij de voogden nog 139 gulden.[80]
Gehuwd met Joannes VRENCKEN.

  • 2. Maria, gedoopt op 24 december 1747 te Nuth (getuige(n): Matthias Keulen, Mechtildis Vleschheuwers namens Elisabeth Driessen (grootmoeder)), jong overleden.


IV.29 Petrus COBBEN, gedoopt op 23 juli 1700 te Nuth (getuige(n): Petrus Schouteten, Catharina Driessens), overleden op 18 juli 1745 te Hunnecum-Nuth op 44-jarige leeftijd, zoon van Laurentius COBBEN (zie III.12) en Elisabeth DRIESSENS.
Gehuwd voor de kerk op 31-jarige leeftijd op 15 juli 1732 te Nuth (getuige(n): Joannes Waltmans, Wilhelmus Cobben) met Anna Maria WALTMANS, 23 jaar oud, gedoopt op 4 februari 1709 te Hoensbroek, overleden op 12 januari 1773 te Hunnecum-Nuth op 63-jarige leeftijd, begraven op 14 januari 1773 te Nuth, dochter van Joannes WALTMANS en Cornelia JONGEN.
Op 16 augustus 1753 werd een ruil van onroerende goederen vastgelegd ten overstaan van de timmerlieden Merten Meijs en Joannes Bruls. Partijen waren de weeskinderen van Peter Cobben en Maria Waltmans, in deze vertegenwoordigd door de voogden Willem Ackermans en Willem Cobben, enerzijds en Baltus a Campo anderzijds. Baltus a Campo ontving een plaats, gelegen te Hunnecum tussen zijn bouw en de bouw van de weeskinderen Cobben, 21 duim breed en 21 voet lang, waartoe het gebouw van de kinderen Cobben 21 duim "uijt den haek gesiedt" is. A Campo gaf in ruil een plaats gelegen op de mestplaats bij hetzelfde gebouw, vijf voet breed en 39 voet lang.[81]
Uit dit huwelijk:

  • 1. Elisabeth, gedoopt op 28 maart 1733 te Nuth (getuige(n): Joannes Waltmans (grootvader), Elisabeth Driessen).

Gehuwd met Laurentius PELSER, woonde te Neeroeteren.

  • 2. Paulus, gedoopt op 1 februari 1739 te Wijnandsrade, overleden op 28 december 1827 te Nuth op 88-jarige leeftijd.

Op 4 september 1771 kocht Paulus Cobben, gehuwd met Anna Maria Franssen, van zijn broer Laurens Cobben, gehuwd met Sybilla Ortmans, tweevierde delen uit de onverdeelde nalatenschap van Margaretha Cobben, zoals vastgelegd op 24 maart 1768, en aan de verkoper en wijlen diens zus Elisabeth Cobben, gehuwd met Laurens Pelser van Neeroeteren, nagelaten. Het deel van Elisabeth had Laurens op 31 augustus 1768 verworven. Paulus betaalde voor de delen 48 gulden.
Aan de akte werd een overzicht gehangen van hetgeen Paulus Cobben op 23 april 1773 uit de erfenis van zijn zus Margaretha toebedeeld gekregen had:
a) keuken en koestal te Hunnecum "sonder deuren ofte vensters", gewaardeerd op hooguit vier pistolen of 60 gulden
b) anderhalve kleine roede buiten de bouwplaats op de mestplaats "met de dackdruppe" en nog 17,5 kleine roede moestuin, gewaardeerd op 64 gulden en vijftien stuivers.
Hiervan moest veertig gulden afgetrokken worden voor betaalde begraafkosten. Bovendien was nog 21 gulden, drie stuivers en drie oort bestemd voor het kind dat bij Laurens Cobben in de kost was. Dit kind was van Joannes Schoungart en Maria Josepha Cobben.[82]
Op 8 april 1782 werd door de erfgenamen Martinus Cobben de verkoop vastgelegd van 77 kleine roeden akkerland "in het achtervelt" onder Nuth, grenzend aan Geurt Snackers, het voetpad en de weg, aan Paulus Cobben, weduwnaar Anna Maria Franssen. Bij de openbare verkoop op 20 oktober 1781 had hij 72 stuivers per kleine roede geboden. De totale koopsom bedroeg 291 gulden, een stuiver en een oort.[83]
Op 14 februari 1787 verkocht Laurentius Cobben, gehuwd met Sibilla Ortmans, 50 kleine roeden akkerland "op de knippert" onder Nuth, af te meten uit een perceel van 105 kleine roeden, grenzend aan de verkoper, Joannes Slangen, Joannes Petrus Frissen, Joannes Steijns, Gerardus Eijmael en de Bergerhof, aan zijn broer Paulus Cobben, weduwnaar Anna Maria Franssen. Iedere kleine roede kostte vier gulden.[84]
Op 8 mei 1787 leende Paulus Cobben, weduwnaar Anna Maria Franssen, van de ongehuwde Anna Catharina Snackers, dochter van Nicolaus en Barbara Hennen, 400 gulden tegen 5% en stelde daartoe tot onderpand:
a) 77 kleine roeden akkerland "in het achtervelt" onder Nuth, grenzend aan het voetpad, Geurt Snackers, Jacobus Rameckers en de weg;
b) 105 kleine roeden akkerland "op de knippert" onder Nuth, grenzend aan Jacobus Rameckers en de Bergerhof;
c) 46 kleine roeden akkerland "achter Curfs weijde", grenzend aan Jacobus Paes, Dirck Meulenbergh, Joannes Wilhelmus Helders en Jacobus Rameckers.
De lening werd op 12 maart 1804 afgelost.[85]
Gehuwd met Anna Maria FRANSSEN.

  • 3. Laurentius, gedoopt op 29 oktober 1741 te Wijnandsrade, overleden op 31 december 1788 te Hunnecum-Nuth op 47-jarige leeftijd.

Op 4 september 1771 verkocht Laurens Cobben, inwoner van Hunnecum-Nuth en gehuwd met Sybilla Ortmans, aan zijn broer Paulus Cobben, gehuwd met Anna Maria Franssen, twee vierde delen uit de erfenis van wijlen Margaretha Cobben, zoals volgens testament van 24 maart 1764 aan hem en wijlen zijn zus Elisabeth Cobben, gehuwd met Laurens Pelser, was toebedeeld, Het deel van zijn zus had hij op 31 augustus 1768 verworven. De koopsom bedroeg 48 gulden, waarvan 28 gulden binnen twee maanden en de rest voor augustus 1772 betaald moest worden.[86]
Op 1 maart 1782 leende Laurens Cobben, inwoner van Hunnecum-Nuth en gehuwd met Sibilla Ortmans, 400 gulden tegen 5% van de St.-Martinusparochie te Maastricht, welk geld bedoeld was voor de betaling van de aankoop van twee stuken land uit de erfenis van Martinus Cobben, te weten 106 kleine roeden op de Knippert onder Nuth, grenzend aan Jacobus Raemeckers en Nicolaes Hermens; en 82 kleine roeden onder den ouden bosch" te Wijnandsrade, grenzend aan Mathias Bemelmans en Joannes Tevissen. Naast deze goederen stelde hij tot onderpand zijn huis met moestuin en weide, gelegen te Hunnecum-Nuth, 139 kleine roeden, grenzend aan de erfgenamen Baltasar a Campo.
Deze lening werd op 9 augustus 1786 afgelost.[87]
Op 8 april 1782 verkochten de erfgenamen van Martinus Cobben aan Laurens Cobben, gehuwd met Sibilla Ortmans twee stukken land, te weten 105 kleine roeden akkerland op de Knippert onder Nuth, grenzend aan Joannes Schepers, Jacobus Raemeckers en de Bergerhof, voor 65 stuivers per kleine roede; en 82 kleine roeden akkerland "aen den ouden bosch" onder Wijnandsrade, grenzend aan Matthevis Bemelmans, Joannes Thevissen en het bos, voor 42 stuivers per kleine roede. Met bijkomende kosten leverde dit een koopsom op van 539 gulden en twee stuivers.
Deze goederen had Laurens Cobben op 20 oktober 1781 reeds als hoogstbiedende bij de openbare verkoop van de goederen van Martinus Cobben verworven.[88]
Op 14 februari 1786 verkocht Laurentius Cobben, gehuwd met Sibilla Ortmans, aan zijn broer Paulus Cobben, weduwnaar Anna Maria Franssen, 50 kleine roeden akkerland uit een stuk van 105 kleine roeden, gelegen op de Knippert onder Nuth, grenzend aan Laurentius Cobben zelf, Joannes Slangen, Joannes Petrus Frissen, Joannes Schepers, Gerardus Eijmael en de Bergerhof, voor vier gulden per kleine roede.[89]
Op 9 augustus 1786 verkocht Laurentius Cobben, gehuwd met Sibilla Ortmans, 55 kleine roeden akkerland op de Knippert onder Nuth, grenzend aan Jacobus Raemeckers, Paulus Cobben, Mathevis Bemelmans en de hof Berg, aan de ongehuwde Henricus Houben voor vier gulden per kleine roede.[90]
Op 14 augustus 1788 leende Laurentius Cobben, inwoner van Hunnecum-Nuth en gehuwd met Sibilla Ortmans, 200 gulden tegen 5% van Elisabeth La Meere, ongehuwde burgeres te Maastricht. Tot onderpand diende 139 kleine roeden huis met moestuin en huisweide, gelegen te Hunnecum-Nuth, grenzend aan de weduwe Baltazar a Campo en de straat; en voorts 82 kleine roeden akkerland "aen de ouden bosch" onder Wijnandsrade, grenzend aan de erfgenamen Matthevis Bemelmans, Joannes Thevissen en het bos.[91]
Gehuwd voor de kerk op 23-jarige leeftijd op 12 februari 1765 te Nuth (getuige(n): Simon Rousop, Gerardus Goossens) met Anna Sibilla ORTMANS, 40 jaar oud, gedoopt op 19 september 1724 te Nuth (getuige(n): Arnoldus Ortmans, Maria Claessen namens Sybilla Ploumen), overleden op 23 maart 1793 te Hunnecum-Nuth op 68-jarige leeftijd, dochter van Cornelius ORTMANS en Anna Maria van DORPE, vroedvrouw.

  • 4. Margaretha, gedoopt op 12 juni 1744 te Nuth (getuige(n): Andreas Dooven, Margaretha Keulen), overleden op 28 april 1768 te Hunnecum-Nuth op 23-jarige leeftijd, begraven op 30 april 1768 te Nuth.


Generatie V

V.7 Petrus COBBEN, gedoopt op 15 maart 1720 te Wijnandsrade, buitenechtelijk, zoon van Petrus COBBEN (zie IV.12) en Barbara van GEUL.
Gehuwd voor de kerk op 26-jarige leeftijd op 19 oktober 1746 te Wijnandsrade met Elisabeth RUIJTERS, overleden op 23 februari 1780 te Wijnandsrade.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Maria Helena, gedoopt op 8 januari 1754 te Wijnandsrade, overleden op 8 april 1814 te Oirsbeek op 60-jarige leeftijd.

Gehuwd op 42-jarige leeftijd op 18 november 1796 te Oirsbeek met Michael de TROIX, 49 jaar oud, geboren te Vaesrade, gedoopt op 18 juli 1747 te Nuth (getuige(n): Michael Hartmans, Maria Severens), zoon van Joannes de TROIX en Ida WUSTENRAEDT.

  • 2. Maria Barbara, gedoopt op 26 november 1756 te Wijnandsrade.

Gehuwd voor de kerk (1) op 24-jarige leeftijd op 18 september 1781 te Wijnandsrade met Joannes ONNOUW, 21 jaar oud, gedoopt op 28 november 1759 te Nuth (getuige(n): Joannes Brouns, Maria Snijders namens Anna Maria Onnouw), zoon van Leonardus ONNOUW en Joanna BROUNS.
Gehuwd (2) op 43-jarige leeftijd op 29 juli 1800 te Oirsbeek met Henricus WOUTERS, 41 jaar oud, gedoopt op 23 oktober 1758 te Nuth (getuige(n): Henricus Weustenraet namens Henricus Ackermans, Elisabeth Crins), overleden op 19 mei 1821 te Nuth op 62-jarige leeftijd, zoon van Joannes WOUTERS en Joanna HORSTMANS.

V.9 Joannes COBBEN, gedoopt op 3 februari 1723 te Wijnandsrade, overleden op 18 januari 1806 te Nuth op 82-jarige leeftijd., zoon van Wilhelmus COBBEN (zie IV.21) en Elisabeth RAMECKERS.
Op 25 januari 1769 verkochten Francis Cobben, ongehuwd, Ludovicus Cobben, gehuwd met Alet Henderix, Willem Cobben, ongehuwd, Reijner Cobben, gehuwd met Elisabeth Douven, Paulus Cobben, ongehuwd, en Lambertus Cobben, ongehuwd, aan hun broer Joannes Cobben, gehuwd met Elisabeth Gorissen, hun huis met huisweide, plaats en moestuin, groot een halve bunder en gelegen te Hunnecum onder Nuth, afkomstig van hun vader Willem Cobben, grenzend aan Jacobus Raemeckers, schout Meijs, Peter Cobben en de dorpstraat, belast met twee koppen rogge aan de kerk van Nuth. Hun moeder Elisabeth Raemeckers zou haar verdere leven in het huis mogen blijven wonen. De koper verplichtte zich haar kost en inwoning te verschaffen. De koper nam als betaling van de koopsom van 1000 gulden een aantal schulden over, te weten 100 pattacons aan Steven Coenen met 40 gulden verlopen rente, 100 gulden aan de armen van Nuth, 350 gulden die broer Francis Cobben nog op te eisen had, en voorts nog "eenige gereijde schulden". Het restant was bestemd voor hun moeder. Indien hun broer Jacobus Coenen, die afwezig was, bezwaar zou maken tegen de verkoop, zou diens deel teruggegeven moeten worden. Hij zou dan wel moeten bijdragen in de schulden en in het onderhoud van zijn moeder. Jacobus Cobben, gehuwd met Helena Coenen, verklaarde echter op 3 februari 1769 de verkoop goed te keuren.[92]
Op 8 juni 1775 verklaarde Joannes Cobben, inwoner van Hunnecum-Nuth en gehuwd met Elisabeth Gorissen, dat zijn zwager Nicolaes van Can, wonende op de hof Wingersbergh onder Geul en gehuwd met Maria Gorissen, 1300 gulden tegen 4% geleend had van juffrouw van der Vrecken, wonend in het klooster achter de St.-Servatiuskerk van Maastricht. Deze lening was op 27 mei 1775 vastgelegd bij notaris Hupkens. Deze lening werd nu door Joannes Cobben overgenomen. Tot onderpand dienden:
a) huis met bijgebouwen en huisweide te Hunnecum onder Nuth, grenzend aan Jacobus Raemeckers, schout Meijs en de dorpstraat, een halve bunder groot en belast met een half vat rogge aan de kerk van Nuth;
b) 176 kleine roeden weiland te Tervoorst onder Nuth, grenzend aan Servaes Spijckers, de erfgenamen Meulenbergh en de straat, belast met het derde deel in een half vat rogge en het derde deel van een kan smout aan de kerk van Nuth;
c) ca. een halve bunder akkerland achter de Curfsweide onder Wijnandsrade, grenzend aan de weduwe Lendert Limpens, de weduwe Vaes Spijckers en Jacob Paes, belast met twee gulden aan advocaat Limpens van Aalbeek;
d) 87 kleine roeden akkerland uit een groter stuk aan de Ludderweg onder Wijnandsrade, grenzend aan Peter Paes en de weg;
e) 57 kleine roeden akkerland aan de Ludderweg onder Wijnandsrade, grenzend aan Christiaen Lahaije en de weduwe Limpens, belast met een half vat rogge aan de schutterij van Wijnandsrade;
f) 112 kleine roeden akkerland in het Hellebroekerveld onder Nuth, grenzend aan Jan Nuchelmans en Jan Drummen.
Deze lening werd op 10 juni 1779 overgenomen door Martinus Cobben.[93]
Op 10 juni 1779 verkocht Joannes Cobben, inwoner van Hunnecum-Nuth en gehuwd met Elisabeth Gorissen, aan de ongehuwde Martinus Cobben, eveneens wonend te Hunnecum, 197 kleine roeden huis met bijgebouwen, moestuin en huiswei, gelegen te Hunnecum en grenzend aan Jacobus Raemeckers, secretaris Meijs, Martinus Cobben en de dorpstraat, voor 1950 gulden. Martinus Cobben nam als betaling twee schulden over, te weten 1300 gulden aan Nicolaas van Can en 100 gulden aan de Armenkas van nUth, staande op de huiswei, en betaalde het restant ter plaatse aan de verkoper. Verder werd nog bepaald dat de verkoper de goederen nog tot 1 mei 1780 mocht gebruiken, op voorwaarde dat hij de lasten zou betalen. Tevens werd bepaald dat Elisabeth Raemeckers, moeder van de verkoper, haar leven lang vrije in- en uitgang zou behouden.[94]
Op 19 februari 1780 leende Joannes Cobben, inwoner van Hunnecum-Nuth en gehuwd met Elisabeth Gorissen, 400 gulden tegen 4 1/2% van het Beggaerdenklooster te Maastricht. Tot onderpand stelde hij:
a) 176 kleine roeden weiland te Tervoorst onder Nuth, grenzend aan Dirck Meulenberg, Joannes Spijckers en de Voorstraat, thans bebouwd met een nieuw huis;
b) 100 kleine roeden weide aan de Putweg, grenzend aan Baltus Campo en Jacobus Paes;
c) 161 kleine roeden akkerland achter de Curfsweide, grenzend aan de weduwe Limpens, de erfgenamen Servaes Spijckers en Martinus Cobben.[95]
Gehuwd voor de kerk op 26-jarige leeftijd op 9 november 1749 te Sittard (getuige(n): Petrus Knoren, Maria Elisabeth Leistens), met dispensatie in de derde graad en met toestemming van de pastoor van Nuth gehuwd bij de Predikheren met Elisabeth GORISSEN, 24 jaar oud, gedoopt op 31 oktober 1725 te Nuth (getuige(n): Joannes Quaetackers, Catharina Crins (tante)), dochter van Georgius GORISSEN, schepen, en Elisabeth CRINS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Maria Elisabeth, gedoopt op 23 mei 1750 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Cobben (grootvader), Elisabetha Crins (grootmoeder)).
  • 2. Catharina, gedoopt op 19 november 1753 te Bemelen, overleden op 24 mei 1801 te Nuth op 47-jarige leeftijd.
  • 3. Joannes Wilhelmus, geboren te Dael-Nuth, gedoopt op 27 mei 1755 te Nuth (getuige(n): Joannes Goressen (oom), Anna Francisca Moltet, vrouwe uit Luik), overleden op 4 juni 1811 te Maastricht op 56-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 26-jarige leeftijd op 10 juni 1781 te Gronsveld met Maria Anna JACOBS, 21 jaar oud, geboren op 18 februari 1760 te Ekkelrade, gedoopt op 19 februari 1760 te Gronsveld, overleden op 10 augustus 1838 te Maastricht op 78-jarige leeftijd, dochter van Gerardus JACOBS en Lucia BESSEMS.

  • 4. Maria Magdalena, geboren te Dael-Nuth, gedoopt op 6 december 1756 te Nuth (getuige(n): Jacobus Cobben (oom), Magdalena Grous).
  • 5. Joannes Matthias (zie VI.11).
  • 6. Joannes Nicolaus, geboren te Dael-Nuth, gedoopt op 26 maart 1766 te Nuth (getuige(n): Gerardus Goossens namens Nicolaus van Kan, Helena Wouters namens Catharina Rameckers).
  • 7. Maria Josepha, geboren te Dael-Nuth, gedoopt op 5 oktober 1767 te Nuth (getuige(n): Balthasar a Campo, Maria Catharina Consten).

Gehuwd voor de kerk op 25-jarige leeftijd op 25 november 1792 te Hulsberg met Arnoldus MARCK, 28 jaar oud, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 9 februari 1764 te Nuth (getuige(n): Arnoldus Bemelmans, Catharina Bemelmans namens Anna Thijssens), zoon van Franciscus MARX en Agnes BEMELMANS.

V.11 Jacobus COBBEN, gedoopt op 26 augustus 1725 te Wijnandsrade, overleden op 20 maart 1801 te Nuth op 75-jarige leeftijd, zoon van Wilhelmus COBBEN (zie IV.21) en Elisabeth RAMECKERS.
Op 24 maart 1783 verkocht de ongehuwde Franciscus Meex, wonend te Nierhoven-Nuth, aan Jacobus Cobben, gehuwd met Maria Helena Coenen, 41,5 kleine roeden akkerland in het Nierhoverveld "op den Bergh", grenzend aan de erfgenamen van der Meer, Jacobus Frijns, Bartel Drummen en Franciscus Meex, voor twee gulden en elf stuivers per kleine roede.[96]
Zoon van Wilhelmus COBBEN (zie IV.21) en Elisabeth RAMECKERS.
Gehuwd voor de kerk op 27-jarige leeftijd op 7 juli 1753 te Nuth met Maria Helena COENEN, 21 jaar oud, gedoopt op 8 september 1731 te Nuth (getuige(n): Arnoldus Coenen, Helena Hautvast), overleden op 4 september 1791 te Nierhoven-Nuth op 59-jarige leeftijd, dochter van Nicolaas COENEN en Anna Mechtildis MEIJS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Wilhelmus, geboren te Nierhoven-Nuth, gedoopt op 13 juni 1754 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Cobben (grootvader), Mechtild Meijs).
  • 2. Nicolaus, gedoopt op 21 mei 1756 te Nuth (getuige(n): Woltherus Gorissen namens Nicolaus Coenen (grootvader), Anna Maria van Dorpe namens Elisabeth Ramaeckers).
  • 3. Maria Elisabeth, geboren te Nierhoven-Nuth, gedoopt op 2 oktober 1758 te Nuth (getuige(n): Joannes Pricken namens Joannes Cobben, Anna Coenen).
  • 4. Maria Mechtildis, geboren te Nierhoven-Nuth, gedoopt op 9 oktober 1761 te Nuth (getuige(n): Franciscus Cobben (oom), Anna Maria Coenen (tante)).
  • 5. Mathias, geboren te Nierhoven-Nuth, gedoopt op 27 november 1764 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Cobben, Anna Mechtildis Coenen).
  • 6. Lambertus, geboren te Nierhoven-Nuth, gedoopt op 22 december 1765 te Nuth (getuige(n): Gerardus Goossens namens Lambertus Coenen, Anna Mechtild Meijs namens Elisabetha Gorissen).
  • 7. Reinerus, geboren te Nierhoven-Nuth, gedoopt op 17 september 1768 te Nuth (getuige(n): Reinerus Cobben, Mechtild Meijs namens Maria Margaretha Gubbels).
  • 8. Ludovicus, gedoopt op 22 december 1770 te Nuth, volgens gegevens uit huwelijksakte, niet in doopboek aangetroffen!


V.15 Wilhelmus COBBEN, gedoopt op 16 juni 1732 te Wijnandsrade, overleden op 12 augustus 1822 te Hoensbroek op 90-jarige leeftijd, zoon van Wilhelmus COBBEN (zie IV.21) en Elisabeth RAMECKERS.
Gehuwd voor de kerk op 39-jarige leeftijd op 1 maart 1772 te Sittard, met toestemming pastoor van Nuth en dispensatie in de drie roepen met Anna Catharina ROUSCHOP, 23 jaar oud, geboren te Terstraten-Nuth, gedoopt op 12 september 1748 te Nuth (getuige(n): Petrus Houben namens Joannes Lönissen, Anna Vrancken (grootmoeder)), dochter van Nicolaus RUIJSCHOP, timmerman, en Mechtildis LIMPENS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Nicolaus, geboren te Hunnecum-Nuth, gedoopt op 18 december 1772 te Nuth (getuige(n): Nicolaus Ruijschop, Elisabetha Gorissen), overleden op 11 september 1781 te Hoensbroek op 8-jarige leeftijd.
  • 2. Leonardus, geboren te Hunnecum-Nuth, gedoopt op 10 juli 1775 te Nuth (getuige(n): Joannes Casparus Goossens namens Leonardus Rousop, Elisabetha Ramekers).
  • 3.Maria Mechtildis, gedoopt op 25 december 1780 te Hoensbroek.
  • 4.Maria Josepha, gedoopt op 5 oktober 1785 te Hoensbroek.
  • 5.Joannes Nicolaus, gedoopt op 4 april 1788 te Hoensbroek.
  • 6.Lambertus, gedoopt op 27 oktober 1791 te Hoensbroek.


V.17 Reinerus COBBEN, gedoopt op 21 oktober 1735 te Nuth (getuige(n): Joannes Frissen, Maria Crins namens Aldegundis Offermans), zoon van Wilhelmus COBBEN (zie IV.21) en Elisabeth RAMECKERS.
Gehuwd voor de kerk op 22-jarige leeftijd op 14 november 1757 te Nuth met Catharina Elisabetha DOUVEN, 22 jaar oud, gedoopt op 10 februari 1735 te Nuth (getuige(n): Joannes Berghmans, Elisabeth Boeckholt), overleden op 21 september 1794 te Hunnecum-Nuth op 59-jarige leeftijd, dochter van Joannes DOUVEN en Maria Helena ECKERMANS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Wilhelmus, geboren te Hunnecum-Nuth, gedoopt op 10 april 1758 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Cobben, Helena Eekermans).
  • 2. Maria Helena, geboren te Hunnecum-Nuth, gedoopt op 6 mei 1761 te Nuth (getuige(n): Christianus La Haije, Elisabetha Rameckers).
  • 3. Joannes Franciscus, geboren te Hunnecum-Nuth, gedoopt op 22 april 1764 te Nuth (getuige(n): Franciscus Cobben, Cornelia Duven).
  • 4. Maria Elisabeth, geboren te Hunnecum-Nuth, gedoopt op 19 februari 1767 te Nuth (getuige(n): Michael Douven, Anna Maria Ramaeckers).
  • 5. Mathias, geboren te Hunnecum-Nuth, gedoopt op 6 november 1769 te Nuth (getuige(n): Pauluis Cobben namens Wilhelmus Cobben, Maria Eeckermans).
  • 6. Anna Catharina, geboren te Hunnecum-Nuth, gedoopt op 13 december 1771 te Wijnandsrade (getuige(n): Joannes Cobben, Helena Eeckermans), volgens vermelding in DTB-Nuth gedoopt te Wijnandsrade.
  • 7. Maria Elisabeth, geboren te Hunnecum-Nuth, gedoopt op 22 oktober 1774 te Nuth (getuige(n): Martinus Cobben, Elisabetha Gorissen).


V.19 Ludovicus Balthasar COBBEN, gedoopt op 22 juni 1738 te Nuth (getuige(n): Joannes Brouwers namens Balthasar Joppen, Maria Crins namens Catharina Rameckers), verhuisd naar Bemelen, zoon van Wilhelmus COBBEN (zie IV.21) en Elisabeth RAMECKERS.
Gehuwd voor de kerk op 29-jarige leeftijd op 1 oktober 1767 te Nuth met Aleidis HENDRIX, 25 jaar oud, gedoopt op 12 januari 1742 te Nuth (getuige(n): Casparus Hendrix (grootvader), Maria Thönissen (grootmoeder)), dochter van Henricus HENDRIX en Maria WOLTERS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Joannes Wilhelmus, geboren te Hunnecum-Nuth, gedoopt op 5 juli 1768 te Nuth (getuige(n): Joannes Cobben, Maria Catharina Hendrix).


V.21 Paulus COBBEN, gedoopt op 11 juli 1741 te Nuth (getuige(n): Paulus Cobben, Catharina Brandts), zoon van Wilhelmus COBBEN (zie IV.21) en Elisabeth RAMECKERS.
Gehuwd voor de kerk op 29-jarige leeftijd op 9 juni 1771 te Nuth met Gertrudis VRANCKEN.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Maria Elisabetha, geboren te Reuken-Nuth, gedoopt op 27 februari 1772 te Nuth (getuige(n): Joannes Cobben, Anna Maria Heunen namens Anna Maria Vrancken).
  • 2. Maria Catharina, geboren te Reuken-Nuth, gedoopt op 1 oktober 1774 te Nuth (getuige(n): Goswinus Goossens, Anna Maria Heunen namens Elisabetha Raemackers).
  • 3. Joanna Maria, gedoopt op 14 februari 1777 te Wijnandsrade.
  • 4. Maria Elisabeth, gedoopt op 19 februari 1779 te Wijnandsrade.
  • 5. Maria Catharina, gedoopt op 6 september 1781 te Wijnandsrade.


V.23 Lambertus COBBEN, gedoopt op 2 januari 1744 te Nuth (getuige(n): Lemmen Raven, Maria Catharina Frissen), woonde te Amby, zoon van Wilhelmus COBBEN (zie IV.21) en Elisabeth RAMECKERS.
Gehuwd voor de kerk op 25-jarige leeftijd op 16 april 1769 te Wolder met Joanna Maria BEMELMANS, 24 jaar oud, gedoopt op 3 april 1745 te Oud-Valkenburg, overleden op 22 januari 1799 te Amby op 53-jarige leeftijd, dochter van Petrus BEMELMANS en Maria Joanna Le KEUX.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Maria Joanna, geboren te Hunnecum-Nuth, gedoopt op 5 juli 1769 te Nuth (getuige(n): Joannes Cobben, Aleidis Hendrix namens Maria Frissen), overleden op 15 januari 1844 te Amby op 74-jarige leeftijd.

Gehuwd met Joannes VAESSEN.

Generatie VI

VI.11 Joannes Matthias COBBEN, geboren te Dael-Nuth, gedoopt op 1 september 1761 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Cobben (oom), Maria Catharina Consten), zoon van Joannes COBBEN (zie V.9) en Elisabeth GORISSEN.
Gehuwd voor de kerk (1) op 22-jarige leeftijd op 18 juli 1784 te Sittard met Maria Margaretha DRUMMEN, 27 jaar oud, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 1 oktober 1756 te Nuth (getuige(n): Petrus Drimmen, Maria Hermens), achternaam bij doop Drimmen, overleden op 2 juni 1795 te Grijzegrubben-Nuth op 38-jarige leeftijd, dochter van Joannes DRUMMEN en Catharina Clara HERMENS.
Gehuwd (2) op 35-jarige leeftijd op 20 november 1796 te Nuth, gehuwd voor de kerk op 22 november 1796 te Nuth met Maria Helena PETERS, geboren te Susterseel (D), dochter van Paulus PETERS en Elisabeth GEELEN.
Uit het eerste huwelijk:

  • 1. Joannes, geboren op 22 juli 1784 te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 22 juli 1784 te Nuth (getuige(n): Joannes Cobben (Nuth), Joanna Maria L'Ortij (Nuth) namens Catharina Hermens (Nuth)).
  • 2. Catharina Elisabeth, geboren op 28 juni 1785 te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 28 juni 1785 te Nuth (getuige(n): Joannes Drummen (Nuth), Maria Elisabeth Gorissen (Nuth)).
  • 3. Joannes Henricus, geboren op 24 mei 1789 te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 24 mei 1789 te Nuth (getuige(n): Henricus Drummen (Nuth), Maria Anna Cobben (Nuth)).
  • 4. Joannes Mathias, geboren op 9 maart 1793 te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 9 maart 1793 te Nuth (getuige(n): Joannes Leonardus Slangen namens Joannes Franciscus Hermens, Maria Magdalena Cobben).
  • 5. Joannes Wilhelmus, geboren op 1 maart 1794 te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 2 maart 1794 te Nuth (getuige(n): Joannes Leonardus Slangen namens Joannes Wilhelmus Cobben, Anna Maria Paes).

Uit het tweede huwelijk:

  • 6. Joannes Wilhelmus, gedoopt op 21 augustus 1797 te Nuth.
  • 7. Joannes Jacobus, gedoopt op 12 november 1799 te Nuth.


Losse eindjes

De volgende tak Cobben uit Nuth kon (nog) niet in de voorgaande genealogie ingepast worden:

Generatie I

I.1 Joannes COBBEN, overleden op 30 oktober 1708 te Nuth, aen den Bergher Put.
Gehuwd voor de kerk op 13 oktober 1693 te Nuth (getuige(n): Servatius Vroemen, Ida Moberts) met Maria HABETS, overleden op 19 november 1729 te Nuth.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Joannes (zie II.1).
  • 2. Maria, gedoopt op 11 februari 1697 te Nuth (getuige(n): Joannes Weustenrae, Maria Coumans namens Maria Schreurs), overleden op 10 september 1772 te Nuth op 75-jarige leeftijd, van de Put.

Maria Cobben, woonachtig bij neef Dirk Cobben, gehuwd met Joanna Onnou, in het huis "aen den Puth" onder Nuth, verklaarde op 25 april 1770 dat zij haar testament wilde herroepen. Haar buitenechtelijke dochter Maria Philippens, van wie zij steun en onderhoud had verwacht, had haar in de steek gelaten. Daarom werd zij onterfd en neef Dirk haar nieuwe erfgenaam, op voorwaarde dat hij zijn tante kost en inwoning zou verschaffen en na haar dood voor de begrafenis zou zorgen. Dirk zou dan het aandeel van zijn tante in huis en weide, gelegen "aen de Puth", erven.[97]

Generatie II
II.1 Joannes COBBEN, gedoopt op 8 december 1694 te Nuth (getuige(n): Godefridus Snackers namens Hermannus Moberts, Maria Lönis), achternaam moeder Moberts, overleden op 12 april 1758 te Nuth op 63-jarige leeftijd, van den Puth, zoon van Joannes COBBEN (zie I.1) en Maria HABETS. Op 21 februari 1740 werd vastgelegd dat Joannes Cobben, gehuwd met Ida Drummen, op 23 november 1739 een stuk land verworven. Deze 60 kleine roeden akkerland, gelegen te Hunnecum onder Nuth achter de Hoogweide, grensden aan Peter Crijns en Geurt Vleeshouwers. Het land was belast met een half vat rogge jaarlijks aan de kerk van Nuth. Hij verkocht het land aan Mathijs Frissen, gehuwd met Maria Peters, voor 21 stuivers per roede[98]
Op 28 februari 1741 ruilde Jacob Rameckers, gehuwd met Maria Crijns, land met Joannes Cobben, gehuwd met Ida Drummen. Jacob Ramaekers gaf 62 kleine roeden akkerland op 't stuxken onder Wijnandsrade, grenzend oostwaarts aan Joannes Frissen, westwaarts aan de weduwe Boesten, zuidwaarts Joannes Douven en noordwaarts de weg. Joannes Cobben gaf in ruil 50 kleine roeden weiland te Hunnecum onder Nuth, grenzend aan Jacob Ramaekers zelf, Lens Cobben en de straat. [99]
Gehuwd voor de kerk op 31-jarige leeftijd op 28 februari 1726 te Nuth (getuige(n): Martinus Meijs, Leonardus Limpens) met Ida DRUMMEN, 32 jaar oud, gedoopt op 22 juni 1693 te Nuth (getuige(n): Leonardus Meis, Catharina Nuchelmans), overleden op 15 november 1750 te Nuth op 57-jarige leeftijd. Puth, dochter van Theodorus DRUMMEN en Helena MAES.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Joannes, gedoopt op 6 augustus 1726 te Nuth (getuige(n): Joannes Voncken (oom), Maria Cobben (tante)).
  • 2. Theodorus (zie III.2).
  • 3. (dochter), gedoopt op 25 februari 1730 te Nuth (getuige(n): Petrus Maes, NN namens Helena Drummen).
  • 4. Godefridus, gedoopt op 10 september 1732 te Nuth (getuige(n): Godefridus Meulenbergh, Mechtildis Moberts).
  • 5. Joannes Henricus, gedoopt op 8 januari 1736 te Nuth (getuige(n): Henricus Eggen, Catharina Meulenbergh), overleden op 1 augustus 1780 te Hunnecum-Nuth op 44-jarige leeftijd, begraven op 3 augustus 1780 te Nuth.

Generatie III
III.2 Theodorus COBBEN, gedoopt op 18 januari 1728 te Nuth (getuige(n): Theodorus Drummen, Maria Habets), overleden op 14 maart 1803 te Nuth op 75-jarige leeftijd, zoon van Joannes COBBEN (zie II.1) en Ida DRUMMEN.
Maria Cobben, woonachtig bij neef Dirk Cobben, gehuwd met Joanna Onnou, in het huis "aen den Puth" onder Nuth, verklaarde op 25 april 1770 dat zij haar testament wilde herroepen. Haar buitenechtelijke dochter Maria Philippens, van wie zij steun en onderhoud had verwacht, had haar in de steek gelaten. Daarom werd zij onterfd en neef Dirk haar nieuwe erfgenaam, op voorwaarde dat hij zijn tante kost en inwoning zou verschaffen en na haar dood voor de begrafenis zou zorgen. Dirk zou dan het aandeel van zijn tante in huis en weide, gelegen "aen de Puth", erven.[100]
In het schatboek van Nuth stonden voor Dirck Cobben uit Hunnecum de volgende goederen geregistreerd:
a) 29 kleine roeden moestuin, gelegen aan de Put, noordwaarts Claes Corvers, zuidwaarts zijn huisweide, oostwaarts de Bergerhof en westwaarts de straat, gewaardeerd twee guldens en 10 stuivers in de schat
b) 24 kleine roeden weiland, noordwaarts zijn moestuin, zuidwaarts Houb Bouts, oostwaarts de Bergerhof en westwaarts de straat, gewaardeerd een gulden 15 stuivers in de schat
c) zes kleine roeden huis met kamer, noord- en oostwaarts aan zijn eigen goederen, zuidwaarts Houb Bouts, westwaarts de straat, gewaardeerd 15 guldens in de schat.[101]
Gehuwd voor de kerk op 22-jarige leeftijd op 25 januari 1750 te Nuth met Joanna ONNOUW, 33 jaar oud, gedoopt op 17 december 1716 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Onnou, Joanna Henryx), overleden op 18 oktober 1792 te Nuth op 75-jarige leeftijd, aen den Put, dochter van Joannes ONNOUW en Gertrudis FABRITIUS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Joannes Wilhelmus (zie IV.1).
  • 2. Helena, geboren te Hunnecum-Nuth, gedoopt op 8 januari 1752 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Swarten, Helena Drimmen), overleden op 26 januari 1822 te Nuth op 70-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 37-jarige leeftijd op 26 mei 1789 te Nuth met Matthias HILGERS, 43 jaar oud, gedoopt op 16 september 1745 te Nuth (getuige(n): Winandus Zelissen (grootvader), Catharina Hilgers (tante)), zoon van Jacobus HELGERS en Cornelia CELIS.

  • 3. Wilhelmus, geboren te Hunnecum-Nuth, gedoopt op 22 juni 1754 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Goffing, Catharina Roejen).
  • 4. Maria Gertrudis, gedoopt op 16 september 1757 te Nuth (getuige(n): Laurentius Broders (oom), Agatha Onnouw (tante)), ingeschreven als Maria Gertrudis Drimmen! (Drummen is de achternaam van grootmoeder van vaderskant!). Laurens Broeders is een oom van haar vader!

Gehuwd voor de kerk op 35-jarige leeftijd op 2 juni 1793 te Nuth met Arnoldus SLEIJPEN, geboren te Meerssen, zoon van Petrus SLEIJPEN en Maria PESSERS.

  • 5. Maria Elisabeth, geboren te Tervoorst-Nuth, gedoopt op 20 juli 1760 te Nuth (getuige(n): Theodorus Drummen, Elisabeth Ackermans), overleden op 16 maart 1804 te Hulsberg op 43-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 35-jarige leeftijd op 15 november 1795 te Hulsberg met Joannes Wijnandus LAHAIJE, 30 jaar oud, geboren te Nuth, gedoopt op 18 februari 1765 te Nuth (getuige(n): Gerardus Goossens namens Joannes Wauben, Joanna Maria Vreuls), overleden op 30 november 1835 te Schimmert op 70-jarige leeftijd. Herten in het woud VI, 212, zoon van Leonardus LAHAYE en Catharina Elisabeth GERARTS.

Generatie IV
IV.1 Joannes Wilhelmus COBBEN, gedoopt op 31 mei 1750 te Nuth (getuige(n): Joannes Cobben (grootvader), Elisabetha Onnouw (tante)), overleden op 18 maart 1826 te Grijzegrubben-Nuth op 75-jarige leeftijd, zoon van Theodorus COBBEN (zie III.2) en Joanna ONNOUW.
Op 25 juni 1787 deed Barbara Dormans, weduwe Jacobus Drummen, afstand van haar rechten op het erfdeel van haar dochter Anna Barbara Drummen, gehuwd met Laurens Crijns. Vervolgens werd dit erfdeel door Laurens Crijns verkocht aan zijn zwager Joannes Wilhelmus Cobben, gehuwd met Maria Catharina Drummen. Het erfdeel betrof het achtste deel in huis en landerijen onder Nuth en werd op twee gulden en tien stuivers per roede gewaardeerd.[102]
Gehuwd voor de kerk op 30-jarige leeftijd op 13 mei 1781 te Nuth (getuige(n): Godefridu Geurts, Maria Helena Cobben) met Maria Catharina DRUMMEN, 31 jaar oud, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 4 november 1749 te Nuth (getuige(n): Joannes Pricken namens Joannes Hautvast, Catharina Dormans), achternaam bij doop Drummen, overleden op 25 april 1830 te Grijzegrubben-Nuth op 80-jarige leeftijd, dochter van Jacobus DRUMMEN en Barbara DORMANS.
Op 19 november 1830 werd aangifte gedaan van de nalatenschap van Maria Catharina Drummen door haar kinderen Maria Helena Cobben, wonend te Geilekirken, Michael Cobben, wonend te Aalbeek, Johanna Catharina Cobben, wonend te Wijlre en Maria Gertruid Cobben wonend te Grijzegrubben. De nalatenschap bestond uit:
a) helft in een huisje met tuin te Grijzegrubben, grenzend aan Jan Willem Urlings en Jan Peter Caris;
b) tien roeden land, grenzend aan de weduwe Dautzenberg en de weg;
c) tien roeden land, grenzend aan Andries Bemelmans en Jan Peter Drummen;
d) negen roeden land, grenzend aan heer Ruijters en anderen;
e) negen roeden beemd, grenzend aan Matthijs Schetters en Jan Leonard Eijmael;
f) acht roeden beemd, grenzend aan heer Limpens en de beek;
g) elf roeden en drie ellen weiland, grenzend aan Peter Karis en Willem Mulkens.[103]
Uit dit huwelijk:

  • 1. Anna Catharina, gedoopt op 23 december 1781 te Hulsberg (getuige(n): Theodorus Kobben, Anna Barbara Drummen).
  • 2. Petrus Theodorus, gedoopt op 25 september 1783 te Hulsberg (getuige(n): Jacobus Drummen, Joanna Onnou).
  • 3. Maria Helena, gedoopt op 5 april 1786 te Hulsberg (getuige(n): Henricus Drummen, Maria Helena Cobben)

Gehuwd op 24 februari 1811 te Geilenkirchen (D) met Heinrich VONDERHAGEN uit Immendorf (D), zoon van Wilhelm Heinrich VONDERHAGEN en Marie Eva PELZ. Volgens de inschrijving was zij in 1787 in Wustenrath geboren als Maria Magdalena Kobben, dochter van Johann Wilhelm Kobben en Maria Catharina Drummen.[104].

  • 4. Joannes Michael, gedoopt op 5 november 1788 te Hulsberg (getuige(n): Joannes Michael Meijs, Anna Drummen).
  • 5. Joanna Catharina, gedoopt op 21 maart 1792 te Hulsberg (getuige(n): Matthias Helgers, Joanna Houdtvast).
  • 6. Maria Gertrudis, gedoopt op 12 maart 1795 te Hulsberg (getuige(n): Joannes Drummen, Maria Catharina Kobben).


Bronnen

  1. HCL-Notarieel Archief 1284
  2. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 168, 63
  3. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 168, 25
  4. HCL-01.075 LvO 1313, 441
  5. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 168, 77
  6. Rijckheyt-Archief St.-Bavo
  7. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 170
  8. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 171, nr. 33
  9. HCL-01.075 LvO 1755, 195r
  10. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 168, 25
  11. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 168, 207
  12. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 168, 208
  13. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 168, 263
  14. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 168, 265
  15. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 169, 58
  16. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 169, 119
  17. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 170, 1
  18. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 170, 230
  19. HCL-01.075 LvO 1756, 238v
  20. HCL-01.075 LvO 1757, 44r
  21. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 170, 184
  22. HCL-01.075 LvO 1759, 44r
  23. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 168, 258
  24. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 169, 16
  25. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 169, 44
  26. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 169, 114
  27. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 169, 194
  28. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 169, 237
  29. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 171, nr. 46
  30. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 170, 37
  31. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 170, 42
  32. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 170, 47
  33. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 170, 57
  34. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 170, 87
  35. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 170, 127
  36. HCL-01.075 LvO 1757, 179v
  37. HCL-01.075 LvO 1756, 222r
  38. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 170, 37
  39. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 170, 270
  40. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 170, realisatie 5 april 1747
  41. HCL-01.075 LvO 1759, 154r
  42. HCL-01.075 LvO 1759, 262r
  43. HCL-01.075 LvO 1761, 131v
  44. HCL-01.075 LvO 1761, 201v
  45. HCL-01.075 LvO 1762, 114v
  46. HCL-01.075 LvO 1762, 103v
  47. HCL-01.075 LvO 1762, 107r
  48. HCL-01.075 LvO 1762, 109r
  49. HCL-01.075 LvO 1762, 111r
  50. HCL-01.075 LvO 1762, 112v
  51. HCL-01.075 LvO 1762, 122r
  52. HCL-01.075 LvO 1762, 125r
  53. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 171, nr. 28
  54. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 171, nr. 27
  55. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 170, 83
  56. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 170, 127
  57. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 170, 128
  58. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 170, 129
  59. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 170, 141
  60. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 170, 162
  61. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 170, 184
  62. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 170, 181
  63. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 170, 227
  64. HCL-01.075 LvO 1759, 115v
  65. HCL-01.075 LvO 1769, 7v
  66. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 171, nr. 30
  67. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 171, nr. 25
  68. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 171, nr. 22
  69. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 171, nr. 17
  70. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 171, nr. 26
  71. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 171, nr. 36
  72. HCL-01.075 LvO 1760, 80r
  73. HCL-01.075 LvO 1759, 41v
  74. HCL-01.075 LvO 1759, 85v
  75. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 171, nr. 11
  76. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 171, nr. 14
  77. HCL-01.075 LvO 1759, 111r
  78. HCL-01.075 LvO 1760, 67v
  79. HCL-01.075 LvO 1761, 132v
  80. HCL-01.075 LvO 1759, 94v
  81. HCL-01.075 LvO 1759, 128v
  82. HCL-01.075 LvO 1762, 120r
  83. HCL-01.075 LvO 1762, 122r
  84. HCL-01.075 LvO 1763, 175v
  85. HCL-01.075 LvO 1763, 155v
  86. HCL-01.075 LvO 1762, 120r
  87. HCL-01.075 LvO 1762, 58v
  88. HCL-01.075 LvO 1762, 111r
  89. HCL-01.075 LvO 1763, 175v
  90. HCL-01.075 LvO 1763, 95r
  91. HCL-01.075 LvO 1763, 219r
  92. HCL-01.075 LvO 1760, 176r
  93. HCL-01.075 LvO 1760, 277r
  94. HCL-01.075 LvO 1761, 131v
  95. HCL-01.075 LvO 1761, 172r
  96. HCL-01.075 LvO 1762, 187r
  97. HCL-01.075 LvO 1760, 171r
  98. HCL-01.075 LvO 1758, 133r
  99. HCL-01.075 LvO 1758, 174r
  100. HCL-01.075 LvO 1760, 171r
  101. Rijckheyt-Archief Nuth 1, 117
  102. HCL-01.075 LvO 1763, 172v
  103. HCL-Memories van Successie Nuth 1830
  104. Ahnentafel Marie-Luise Carl-Herwegh

Medewerkers

Harry Luijten, eerste versie op 24 februari 2007
Harry Luijten, aanvulling los eindje op 25 februari 2007
Harry Luijten, bijgewerkte versie op 13 februari 2024