1789

Uit Genealogie Limburg Wiki
Versie door Loe Giesen (overleg | bijdragen) op 13 jun 2008 om 13:05
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

mei

28 mei 1789
BELFELD - Verzoek om hulp aan de bisschop van Roermond wegens een onverklaarbare koeiensterfte.
Brief van schepen H. Joosten e.a. aan d 'Hoogweerde Heere' de bisschop van Roermond.
Bij Joannes Stroucken zijn vier koeien gestorven en een is nog ziek; drie van deze dieren heeft hij ingekocht. Bij Peter Dirricks zijn zeven koeien gestorven en een 'keetz' is weer ziek; een van deze dieren was ingekocht.
Beide inwoners van Belfelt verklaren tegenover burgemeester J. Schreurs dat hun koeien alle aan dezelfde ziekte zijn overleden, zoals door vier 'koymeesters' en de 'aefdoender' tegenover hen hebben verklaard. De 'aefdoender' heeft dit ook tegenover de burgemeester verklaard. Toch 'hebben dese inwoonders alle middelen aengewent nootsaekelijck voor smetlijcke en aensteckende kranckheden ingevolge raedt en ordonnantie van koymeesters met witten of kalck te bestrijcken den geheelen stal met reucken en uytdoen van mist, en hebben geenen ophout der kranckheytweder door dese middelen, nog door voorgaende nog door volgende middelen van medecijnen der koymeesters konnen becomen, maer ter contrarie gaet de kranckheyt voort, en de voornoembde hebben voor ons gedeclareert onder eedtstat en sijn altijt bereyt denselven te doen, dat de koymeesters hun geseyt hebben, dat sij de kranckheyt niet en kenden, en hun daervoor geene medecijnen konden geven, en daerdoor in suspicie gecomen sijn van andere boosheyt soo sijn deselve bij onsen pastor gegaen hem de saeck omstaendelijck voorgedraegen, dewelcken hun separatelijck geantwort heeft dat hij sig sulcks niet mogt ondernemen sonder teekenen en speciale permissie van sijne Hoogweerde, soo hebben sij van ons eene declaratie gevraegt, dewelcek wij sijn gevende mits dezen van de gestorvene en ingecogde beesten, versoeckende sijn Hoogweerde seer ootmoedelijck dese inwoonderen als brengeren deses briefs te hooren spreeken, en te ordonneeren als sijn hoogweerde salgoetvinden'.
w.g. H. Joosten, schepen, IJ. Schrurs, borgemeester en M. Stockx, borgemeester.
RHCL Maastricht, Bisschoppelijk Archief, inv.nr. 118.