Wildenrade, van

Uit Genealogie Limburg Wiki

Van Wildenrade (Von Wildenrath)

Beesel

Emont van Wilderoide was de oudst bekende leenman van de Hof Tgen Raede of 'Rayerhof' te Beesel. In 1361 wordt hij voor het eerst vermeld als 'knape'.

  • 3 mei 1361 (datering is onjuist!)
"des dinsdages nae sente Walborgen dage virginis"
ROERMOND Willem van Elmpt, ridder, Emont van Wilderoide, knape, en Johan van Kessel, ridder, bekennen dat zij 42 goede zware guldens schuldig zijn aan Guert Keeken, burger van Roermond.
--> Sivré, deel III, blz. 238. Vgl. 5-5-1367 voor een vrijwel gelijkluidende akte. Waarschijnlijk betreft het dezelfde akte die in dat geval verkeerd is overgenomen.

Op 1 augustus 1368 werd hij beleend met den goede toe Besel geleghen ten Raede en met de hof Ooijen bij Broekhuizenvorst. In een belastinglijst uit 1369 wordt hij onder Beesel aangeslagen voor de maximale acht pond. Vermoedelijk was hij familie van de ridders Willem van Elmpt en Johan van Kessel. In 1381 bezegelde een zekere Wynricus van Wildray een akte waarbij Eva van der Masen haar aandeel in een huis te Beesel verkocht aan haar neef Peter van de Masen. Dezelfde Wynricus van Besel was enige tijd leenman van het Gelderse leengoed genaamd Alphen onder Echt, dat later vererfde op Ritschart van der Biessen. In 1427 verkochten Rytsart van der Biesen en zijn vrouw Fya van Wildenraide cijnsrechten op land te Rijkel aan het klooster Maria Weide te Venlo. Ook was de familie Van Wildenrade waarschijnlijk leenman van de hof Oyen bij Broekhuizenvorst. In 1439 ontving Ritzken van den Biessen van zijn vrouw Fye van Wildenrade het vruchtgebruik van haar aandeel van het goed dat Derck van Wildenrade eerder van de hertog van Gelre had ontvangen. Derck droeg de hoff tot Oen in 1449 over aan zijn zoon Evert. Evert van Wilderade verkocht zijn deel van het leen genaamd Besel (d.w.z. Alphen onder Echt) in 1484 aan Willem van Vlodorp. Als Byssel wordt dit leengoed in 1527 voor het laatst in de leenakteboeken vermeld.

Literatuur

Jaarboek Maas- en Swalmdal [1]] met index:

  • Wilderade, Van - : (1986) 104, 105.
Derck (Dirck) van - : (1986) 104.
Emond van - : (1986) 102, 103, 105, 106, 108, (1997) 153.
Evert van - : (1986) 104.
Fye van - : (1986) 104.
  • Wilderoide, Emond van - : (1986) 103.

Verdere bronnen

Voor de familie Van Wildenrade zie verder:

  • Franz Maijer: 'Zur Geschichte des Adels im Heinsberg-Wassenberger Lande'. In: Heimatkalender der Heinsberger Lande, 1928 blz. 26-27:

Van Wildenrath. Adellijk geslacht, afkomstig van 1) de hof Wildenrath bij Wassenberg, of 2) de hof Wildenrath bij Wanlo, of 3) de hof Wildenrath bij Bedburdyck. De oudste bekende eigenaar van Wildenrath bij Wassenberg was Rabodo van Odenkirchen, die in 1298 door hertog Johan II van Brabant het recht ontving om het nodige brandhout voor zijn hof Wildenrath uit de tot Wassenberg behorende bossen te halen. Zijn opvolger was Dietrich van Wildenrath, waarschijnlijk door huwelijk met een dochter van Rabodo. Deze aanname is gebaseerd op het feit dat de zoon van Dietrich de verder zeldzame naam Rabodo kreeg. Het was toen een algemene regel dat kinderen werden vernoemd naar de grootouders. De genealoog Fahne houdt de Van Wildenraths voor een zijtak van het geslacht Van Brempt. Daar de Van Odenkirchens hetzelfde wapen voeren als de Van Wildenraths, kan de voornaam Rabodo zelfs van de familie Van Brempt komen, waar hij eveneens reeds rond 1300 aanwijsbaar is. Het wapen van de Van Brempts telt 5, dat van Van Wildenrath en Van Odenkirchen 3 dwarsbalken.

  • Franz Maijer: 'Zur Geschichte von Wildenrath'. In: Die Heimat, 1930 nr. 9/10, blz. 65-69:

Dietrich (Dirk) van Wildenrath had twee zonen: Wilhelm en Rabod. Dirk werd in 1350 door de hertog van Brabant beleend met huis Wildenrath, de houtgerechtigheid en een hoeve te Golkerath. Dietrich was in 1357 [zie 7-2-1357] onder de borgen bij de huwelijkse voorwaarden tussen Gotfried van Heinsberg en Philippa van Jülich. In 1360 wordt hij vermeld als ridder en drost van het ambt Wassenberg. In 1369 vond slechting plaats van een oude vede tussen ridder Diedrich van Wildenrath, zijn zoon Wilhelm, Wilhelm vom Stege en hun helpers enerzijds, en Godart von der Heiden, Johan van Gronsfeld, Gerhard van Nievenheim, Reinard von Vlodrop en hun helpers anderzijds (oork. in Quir die Rimburg, blz. 182). In 1371 was Wilhelm, Dirkszoon, onder de helpers van de aan hem verwante Gerhard von Odenkirchen, de meest gevreesde roofridder van zijn tijd. Deze Willem verkocht in 1379 land bij Wevelinghoven aan ridder Johan van Harf. Deze oorkonde werd mede bezegeld door zijn vader Dietrich, zijn broer Rabodo en zijn oom Wilhelm Bel van Wevelinghoven, hetgeen mogelijk betekent dat Willem was gehuwd met een Bel van Wevelinghoven en het verkochte land van haar zijde afkomstig was. Willem had twee zonen, Wilhelm en Dietrich, en een dochter Sophia. Wilhelm erfde huis Wildenrath, terwijl Dietrich de hof Biessen bij Doveren ontving; hun zus Sophia kreeg een afkoopsom.

--> Maijer noemt diverse Van Wildenraths die hij niet kan plaatsen: a) Wilhelm, zoon van Hendrik, die in 1355 een rente verkocht aan het kapittel te Wassenberg; b) Gerhardt van Wildenrath [vgl. 21-12-1374], die rond 1380 land bezat in het land van Valkenburg; c) Rabod van Wildenrath, vóór 1350 beleend met 50 morgen land bij Odenkirchen, mogelijk echter dezelfde als de eerdergenoemde zoon van Dietrich; d) Wynrich van Wildenrath [vgl. Beesel 22-7-1381], rond 1380 genoemd als schepen te Sittard. Hij zegelde met 3 dwarsbalken van het Wildenrather wapen.

Bron

Baronesse op 21-1-2006 [2]