Wessem

Uit Genealogie Limburg Wiki
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.
Het stadje Wessem op de Ferrariskaart van 1777 als "enclave de Gueldres"

Wessem (Limburgs: Wisheim of Wèssem) is een kleine stad in de gemeente Maasgouw, in de Nederlandse provincie Limburg. Wessem was een zelfstandige gemeente tot de gemeentelijke herindeling van 1991, waardoor het tot de nieuwe gemeente Heel ging behoren. Sinds 2007 maakt het deel uit van de gemeente Maasgouw.

Geschiedenis

Stadje uit de middeleeuwen

Het ontstaan van Wessem wordt geschat tussen 600 en 900 met de eerste vermelding uit het jaar 965. Het gebied is in 1118 in handen van aartsbisschop Bruno van St. Pantaleon te Keulen, samen met het muntrecht en het visrecht. Het stadje kwam tot bloei door de scheepvaart op de Maas en de textielhandel. Vandaar waarschijnlijk ook de stadsrechten en het slaan van een eigen munt.
Tussen 1305 en 1329 kwam Wessem in eigendom van de heren van Horn, welke het gebied al sinds 1219 in erfpacht hadden. Wessem was een Gelders leen. Het land van Horn bestond uit het Graafschap Horn (Maesland) en de plaatsen Weert, Nederweert en Wessem. Tot het grondgebied van Wessem behoort dan ook de versterking Groot Buggenum (bij Grathem), Kelpen, Oler, Exaten, Katert en de hoeve Bosmeulen. Vanaf het einde van de 14e eeuw lijkt de handel op de Maas zich te verplaatsen naar Roermond en het muntrecht lijkt zich rond 1400 te verplaatsen naar Weert. In ieder geval werd Wessem in 1525 samen beheert met Weert en Nederweert door de heren van Horn. Dit veranderde in 1568 toen de laatste graaf van Horn werd onthoofd. Het land van Horn werd opgesplitst. De Loonse lenen (het Graafschap Horn) kwam toe aan het Prinsbisdom Luik. De Gelderse lenen (Weert, Nederweert en Wessem) viel onder het Overkwartier van Gelre (Opper-Gelre).

Gelre

Rond 1570 was Wessem en omgeving definitief onderdeel van het Overkwartier van Gelre (Opper-Gelre) met Roermond als hoofdstad. Neder-Gelre bestond uit de overige drie kwartieren: het graafschap Zutphen, kwartier van de Veluwe en het kwartier van Nijmegen. Neder-Gelre was vanaf de tachtigjarige oorlog in handen van de Republiek, terwijl het Overkwartier in handen kwam van de Spaanse koning en deel uitmaakte van de Zuidelijke Nederlanden. In Roermond zat het rechtstreekse bestuur voor het Overkwartier: het Hof van Gelre, samen met de kanselarij en de rekenkamer. De inkomsten uit belastingen werden dan ook aan Roermond uitbetaald. Het gebied van Wessem bestond uit de stad Wessem en de vier “buitenkwartieren”: Kelpen, Oler, Katert en de helft van Ell. De buitenkwartieren grensden niet aan Wessem maar waren enclaves.
Deze situatie veranderde bij het begin van de Spaanse Successieoorlog in 1700. Door het kinderloos sterven van de Spaanse koning werd Wessem vanaf 1700 bestuurd door de Republiek. In 1713 volgde de Vrede van Utrecht en in 1715 het Barrièretractaat waardoor het Overkwartier van Gelre definitief verdeeld werd in vier kwartieren. Weert, Nederweert en Wessem vielen onder het Oostenrijks Overkwartier van Gelre. Roermond bleef nog altijd de hoofdstad.
Dat het bestuur vanuit Roermond niet goed lag bij de bevolking blijkt wel in 1789 wanneer inwoners zich massaal aansluiten bij de Brabantse omwenteling. Op 21 september 1790 trekken zo’n 98 gewapende en 40 ongewapende Wessemers met trom en wapperende vaandels naar Roermond. Een aantal dagen eerder waren twee dorpsgenoten gearresteerd en in Roermond gevangen gezet. Klachten over het tweetal kwam uit eigen dorp: scholtis Costerius, pastoor Hollen en schepen Joosten. Het tweetal had kleine galgen geplaatst voor de pastorie en het raam van de weduwe Joosten. Zij hadden zich hierdoor bedreigd gevoeld. De gemeenschap scheurde hierdoor in 1790 in tweeën. Eén deel zette zich af tegen de regering en wilde zich aansluiten bij de Patriotten. De magistraat (schepenen en bestuurders) en de pastoor wilde de oude rechten en staten behouden. Dit had tot gevolg dat de scholtis ontslag nam en ook de secretaris na vijftig dienstjaren ontslag nam.
Uiteindelijk werd Limburg in 1794 geannexeerd door de Franse troepen waardoor de oude gebieden en rechten kwamen te vervallen.

Schepenbank Wessem

Wapen van Wessem

De schepenbank werd voor het eerst vermeld in 1275 en had zowel de lage als de hoge justitie. De scholtis werd als voorzitter van de schepenbank aangesteld door de heer, vanaf 1715 door het Hof van Gelre te Roermond. De schepenbank bestond uit zeven schepenen: vijf uit de stad Wessem en twee uit de buitenkwartieren Kelpen, Oler, Katert en Ell. De twee schepenen uit de buitenkwartieren waren echter vaak afwezig bij vergaderingen vanwege de grote afstand. Het schepenambt blijft in Wessem jarenlang binnen dezelfde families die op diverse manieren aan elkaar verwant waren. Een aantal voorbeelden zijn de families Dencken, Garé, Jacobi, Joosten, Valckenborgh en Vogels.
Naast de lokale schepenbank was Wessem een hoofdgerecht voor de plaatsen Beegden, Nederweert, Pol en Panheel, Weert en het Belgische Ophoven. Vanuit deze plaatsen ging men in hoger beroep (appel) in Wessem. Vanuit Wessem kon men in appel in Aken. Na de inlijving door Gelre werd dit de Souvereine Raad te Roermond en werd het zelfs verboden om nog naar Aken te gaan in processen.
De hoofdvaart op Wessem verdween echter in de loop van de 17e eeuw. Vanaf 1700 is het aantal processen zeer klein. In eerste helft van de 17e eeuw waren er circa 180 processen, in de tweede helft 91 processen. In de eerste helft van de 18e eeuw nog maar 32 zaken en in de tweede helft slechts 6. Alleen de schepenbank Beegden en die van Pol en Panheel deden blijkbaar nog een beroep op Wessem.

Gemeente Wessem

Bij de inlijving van de omgeving bij het de Franse Republiek werd ook de gemeente Wessem opgericht. In eerste instantie bestond het uit Wessem, Kelpen, Oler en Katert zoals het tijdens het Ancien Régime ook was geweest. In 1818 volgde een herindeling: Kelpen en Oler vielen daarna onder de gemeente Grathem. Katert werd opgesplitst over Grathem en de gemeente Heel en Panheel. Tevens werd de gemeente Pol en Panheel opgesplitst. Panheel vormde samen met Heel de nieuwe gemeente Heel en Panheel. Het kleine Pol werd nu onderdeel van de gemeente Wessem.
Deze samenstelling bleef zo totdat de gemeente Wessem in 1991 samenging met Beegden en Heel en Panheel tot de gemeente Heel. Vanaf 2007 behoord Wessem tot de gemeente Maasgouw.

Monumenten

St. Medarduskerk te Wessem gezien vanuit de Groenstraat

St. Medarduskerk

De St. Medarduskerk, oorspronkelijk gebouwd omstreeks het jaar 946 in romaanse stijl en later verbouwd in gotische stijl, werd in 1944 grotendeels verwoest toen de Duitsers en Geallieerden elkaar bestookten vanaf beide maasoevers. Op 10 november van dat jaar bliezen Duitse troepen de toren op, die vervolgens bovenop het schip viel. Alleen de onderbouw van de toren, de muren van het koor en de zijbeuken, alsmede een aantal pilaren met Maaskapitelen, overleefden de verwoesting.
De plannen van pastoor J. Steinhart om de restanten te slopen en te vervangen door een geheel nieuwe kerk op een centralere plek in het dorp werden verhinderd door toedoen van architect en monumentenzorger F.P.J. Peutz, die het kerkbestuur van het belang van de restanten wist te overtuigen. Peutz was hierna een voor de hand liggende keuze voor de herbouw van de kerk. Door de vondst van belangrijke overblijfselen van de vroegromaanse kerk in 1946 werd de bouw van de nieuwe kerk flink vertraagd. Pas eind 1948 ging de restauratie van start.
Op 31 december 1949 was het gebouw, met uitzondering van de toren, hersteld en kon de kerk in gebruik worden genomen. Peutz had zich bij de herbouw deels laten leiden door de oude situatie en gebruik maakte van de restanten. Het restant van de oude toren werd echter gesloopt om het schip met een travee verlengd te kunnen verlengen. De toren werd vervolgens in 1950-1951 enkele meters meer naar het westen en iets hoger herbouwd, waarbij voor het onderstuk rivierstenen afkomstig van de oude toren werden gebruikt terwijl voor het bovenstuk mergel werd gebruikt. Bovendien werd het schip breder uitgevoerd, met gebruikmaking van de middeleeuwse pilaren die iets verplaatst werden, en werden de zijbeuken versmalt tot processiegangen. Ook kreeg het schip een lichtbeuk in een romaans aandoende stijl, waardoor een basilicale opzet ontstond. De historisch belangrijke archeologische overblijfselen van het vroegromaanse kruisbasiliekje met klaverbladvormige oostpartij werden in het nieuwe kerkgebouw verwerkt.

Beschermd dorpsgezicht

Wessem heeft een vestingachtige opbouw en een stedelijke karakter van een oud centrum met een netwerk van straatjes, verhard met maaskeitjes. Een groot deel van de oude bebouwing is bewaard gebleven en is daarom een beschermd dorpsgezicht. Onder andere op de Steenweg en de Groenstraat zijn veel rijksmonumenten te zien waarvan sommige stammen uit het begin van de 17e eeuw. Een bezienswaardigheid is het marktplein voor het voormalige gemeentehuis, waarop met maaskeitjes het gemeentewapen van de voormalige gemeente Wessem is uitgebeeld.

Bevolking

Volkstellingen

Bij de Franse volkstelling uit 1796 werden er 970 personen geteld in de gemeente Wessem:

  • 557 personen te Wessem
  • 80 personen te Katert
  • 151 personen te Oler
  • 182 personen te Kelpen
Volkstellingen Wessem in de 19de en 20e eeuw
Jaar 1796 1830 1840 1849 1859 1869 1879 1889 1899 1909 1920 1930 1947
Inwoners 557 752 825 892 902 953 976 991 897 931 1001 1098 1217


De onderstaande tabel is aangegeven hoe vaak een bepaalde familienaam in de kerkregisters van Wessem werd geregistreerd als dopeling of als bruidegom c.q. bruid in de periode 1638 -1797. (Gegevens ontleend aan GenDaLim 6.)

Familienaam Aantal dopen Aantal huwelijken
Valckenborgh 141 53
Smeets 85 23
Dencken 85 22
Vogels 78 25
Garé 73 22
Joosten 65 27
Scheeren 58 10
Heuvelmans 51 11
Driessen 43 19
van der Sanden 41 13
Hillen 40 16
Bours 31 9
Hennissen 27 8
Roumen 26 10
Wolfhagen 24 9
Verheggen 24 8
Stevens 20 11

Personen



Archieven

Schepenbank

Wessem had een zelfstandige schepenbank als heerlijkheid Wessem, samen met de buitenkwartieren Kelpen, Oler, Katert en Ell. Daarnaast was de schepenbank Wessem het hoofdgerecht voor de plaatsen Weert, Nederweert, Pol en Panheel, Beegden en het Belgische Ophoven.
Het archief van de schepenbank Heel is te raadplegen in het RHCL te Maastricht onder toegang 01.012. Tevens is dit archief te raadplegen in kopie- vorm in het RHIDOC te Thorn.

De inventaris is digitaal in te zien op: Inventaris van de archieven der Schepenbank en Gemeente Wessem 1481-1937 door J.H. Hanssen, hierin staan ook klappers op de procesdossiers en lijsten van o.a. schepenen en andere functies.

Schepenbank Wessem:

  • Contentieuze rechtspraak 1580 - 1795.
  • Voluntaire rechtspraak 1582 - 1796. Scans digitaal in te zien op Archieven.nl
  • Schepenbank als hoofdgerecht, processen 1540 - 1791.

DTB-registers

Doop- huwelijks- en overlijdensregisters Sint Medardusparochie Wessem

Zie verder deze link DTB-registers op zoekakten.nl

Burgerlijke Stand

  • Geboortes: vanaf 1797
  • Huwelijken: vanaf 1797
  • Overlijden: vanaf 1797

Zie ook deze link Burgerlijke Stand op zoekakten.nl.

Literatuur

  • Hanssen, J.H., Inventaris van de archieven der Schepenbank en Gemeente Wessem 1481-1937, Maastricht, 1986.
  • Hasselt, van, J. en Sangers, W., Wessem een stadje met allure, Beek, 1975.
  • Linssen, J., Over de vroegste geschiedenis van Wessem, in: Publications de la société historique et archéologique dans le Limbourg, 1962 – 1963.
  • Smeets, T., Families van Wessem, 1639 – 1900, 2004.
  • Smeets, T., Tussen Medardus en knapkoek; een wandeling door Wessem, Thorn, 2003.
  • Overzicht van literatuur over Wessem in de Koninklijke Bibliotheek (KB).



Externe links