Van Kessel genaamd Van den Oever

Uit Genealogie Limburg Wiki
Tree3c.jpg

De familie Van Kessel genaamd Van den Oever (latijn: de Littore) is een zijtak van de adellijke familie Van Kessel. Deze zijtak had als voornaamste bezitting het huis genaamd Den Oever, hoog op de Maasoever gelegen ten zuiden van de kerk van Kessel.

Gadert van den Oever, stond in 1364 borg voor ridder Matthijs van Kessel en diens zoon Johan.

Gobelinus van den Oever, aangeslagen onder Beesel in de pondschatting van 1369. Hij wordt onder 12 maart herdacht in het jaargetijdenboek van Kessel (anniversarium Gobbellini de Littore). Zijn vrouw Margaretha wordt in datzelfde boek herdacht onder 10 juli.

Matthijs van den Oever, in 1382 vermeld als laat van Hendrik van Ertzerbach wegens bezittingen onder Beesel-Offenbeek. Hij wordt onder 21 maart herdacht in het jaargetijdenboek van Kessel, samen met zijn vrouw Catharina. In het begin van de 15e eeuw was Matthijs zelf eigenaar van een laathof, verbonden aan de latere Klaashof te Reuver-Offenbeek. Op verzoek van Mathijs van den Oever van Kessel werden Dirick Moeren, burger te Venlo en diens vrouw Gebel in april 1407 beleend met een hoeve te Offenbeek, die van het kapittel van Sint Servaas te Maastricht in erfcijns werd gehouden. In september 1407 verklaarden Mathijs van den Oever van Kessel en zijn vrouw Katherina met toestemming van hun zoon Goedaert, dat zij een hoeve te Offenbeek hadden overgedragen aan Dirick Moeren, burger te Venlo en Gebel.

Godart van van Oever, vermeld 1407 samen met zijn ouders. Gadaert deed in 1424 met toestemming van zijn moeder Catharina nogmaals afstand van zijn recht en aanspraken op lijfgewinsgoederen te Offenbeek.