Schinnen

Uit Genealogie Limburg Wiki
Versie door Ron4 (overleg | bijdragen) op 1 mei 2013 om 16:16 (→‎Archieven)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Algemene informatie

Schinnen (Limburgs: Sjènne) is een dorp in het zuiden van de provincie Limburg. Het is de hoofdplaats van de gelijknamige gemeente Schinnen en telt ongeveer 3000 inwoners. Schinnen was vóór 1795 een heerlijkheid in het Land van Valkenburg

Kernen

Bij de heerlijkheid en parochie Schinnen hoorden van oudsher de volgende kernen:

In de verschillende lijsten worden enkele hoeven en buurtschappen soms apart vermeld. Toen Schinnen in de Franse tijd een gemeente werd kreeg het Daniken (parochie Geleen) erbij. Vanaf 1982 zijn de voormalige gemeenten Oirsbeek en Amstenrade (deels) bij de gemeente Schinnen gevoegd, en ging het stukje Windraak over naar de nieuwe gemeente Sittard.

Sweikhuizen kreeg in 1739-1740 een eigen kapel, met vanaf 1854 een rector en in 1934 een pastoor; ook Puth werd in 1934 een zelfstandige parochie.

Geschiedenis

Naamsverklaring

Oudere schrijfwijzen zijn: 1164 en 1148 vals ca. 1175 Schinne, 1208 Scinne, 1211 Skines.

Over de herkomst van de naam Schinnen bestaat nog geen eenduidigheid. Er is geopperderd dat Schinnen een verbastering zou kunnen zijn van een oude Romeinse naam, namelijk die van de Sunici, een stam die door de Romeinen vanuit Germaans gebied naar deze streek zou zijn gebracht. De namen Schinveld en Schin op Geul, en mogelijk ook Schimmert, zouden eveneens naar deze stam kunnen verwijzen. Zie ook Obsinnich.
Een tweede naamsverklaring is de volgende. Het zou hier oorspronkelijk een waternaam betreffen, verwant met *skîn- ‘schijnen, schitteren’.[1]

Legende

De volgende vrome overlevering mag alleen als curiosum worden vermeld. Zij wil doen geloven dat keizer Karel de Grote tijdens een van zijn trektochten was verdwaald. Plots zag hij in de verte een licht schijnen (Schinnen) en een licht schimmeren (Schimmert). Als dank voor het weer terugvinden van de weg liet Karel op de plek waar hij beide lichtverschijnselen waarnam een kapel bouwen.

Schinnen in de oude tijd

Schinnen behoorde tot de oudste heerlijkheden van het Land van Valkenburg. Uit 1285 dateert de eerste vermelding van Schinnen als heerlijkheid. Tenminste vanaf het jaar 1381 werd Schinnen als gedeelde heerlijkheid (Gebroken Schin) vermeld, aangezien de heerlijke rechten over het dorp in gedeeld bezit waren van de Heren van Schinnen en de Heren van Valkenburg. De ouderdom van de heerlijke rechten wordt mogelijk verklaard door de voorname positie van het geslacht Van Schinnen in de vroege middeleeuwen. Zij bezaten goederen in zowel Schinnen, Spaubeek, Wijnandsrade als Opgeleen. Zetel van de heerlijkheid vormde het kasteel Huis Terborgh. Van deze vermoedelijk oorspronkelijke motteburcht werd in de zeventiende eeuw de voorburcht tot het huidige kasteel verbouwd. Van de eigenlijke middeleeuwse burcht resteert alleen nog een begroeid eilandje met een gracht eromheen, maar de kasteelhoeve en watermolen verkeren in goede staat. Het kasteel Terborgh bezat een eigen leenhof met tachtig leengoederen, die grotendeel in Schinnen lagen, maar waartoe eveneens de grote pachthoeven Ten Eijsden, Beekhoven en De Biesen in Opgeleen en Grijzegrubben en het kasteel Reijmersbeek te Nuth behoorden. Het leenhof van Sint-Jansgeleen bij Hobbelrade tussen Opgeleen en Spaubeek heeft van oorsprong waarschijnlijk één leenhuis gevormd met dat van Schinnen. De heren van Spaubeek en Wijnandsrade stamden van de oude heren van Schinnen af. De heren van deze heerlijkheden verkregen dusdanig in de late Middeleeuwen het gezamenlijke benoemingsrecht van de pastoor van de Sint-Dionysiuskerk te Schinnen. De heren van Spaubeek verkregen daarnaast ook nog een deel van de leengoederen, wat mogelijk verklaart, dat een groot deel van de leengoederen van het Huis Sint-Jansgeleen binnen de grenzen van de heerlijkheid Schinnen liggen. Daartoe behoorden onder andere de belangrijke pachthoeven Stammen bij Sweikhuizen, Groot- en Klein-Breinderade bij Nagelbeek en Strijthagen te Hegge. Ook het in de achttiende eeuw verdwenen herenhuis Te Broeck in Hegge -waar in de zeventiende eeuw o.a. de schoutenfamilie Van Randeraedt woonde- was leenroerig aan het Huis Sint-Jansgeleen. Het laathof van kasteel Terborgh werd in de loop der tijd uitgebreid met de binnen Schinnen gelegen goederen van het Huis Valkenburg, kasteel Reijmersbeek en het goed Mulrade bij Thull. De grote pachthoeve Krekelberg bezat een eigen laathof met overwegend laatgoederen te Doenrade. Deze hoeve was eigendom van de familie Huyn van Amstenrade. In de zeventiende eeuw werd een deel van de oude heerlijkheid Daniken aan Schinnen toegevoegd. Het dorpje zelf, bleef echter onderdeel van de parochie Geleen. Het kasteel Reijmersbeek te Nuth lag niet binnen de Schinner grenzen, maar behoorde daarentegen wel tot de parochie Schinnen. In dezelfde periode werd de Schinner galg van de Hondskerk bij Puth naar de Danikerberg bij Sweikhuizen verplaatst.

In de 18de eeuw werd Schinnen bekend door de eerste bokkenrijdersbende die hier ontstaan is in de buurtschap Wolfhagen. In hetzelfde buurtschap woonde de schoutenfamilie Fabritius, waarvan één lid abt van de abdij Kloosterrade werd. Deze familie bouwde in 1615 het huidige monumentale Fabritiushuis.

Mijnverleden

Tot medio 1993 stond in Schinnen nog een voormalige mijnschacht (Schacht 4) van de Staatsmijn Emma. Deze schacht was gelegen direct naast de spoorlijn van Heerlen naar Sittard en de autosnelweg A76. De schacht is in 1961 in bedrijf genomen en is vanaf 1963 enkel als ventilatieschacht in gebruik geweest. Op het terrein van Schacht 4 is tegenwoordig een Amerikaanse bevoorradingsbasis gevestigd, de United States Army Garrison Schinnen. De basis bestaat uit een groot winkelcentrum, banken en enkele restaurants. De voormalige mijnspoorweg liep van Brunssum, Hoensbroek en Nuth via Thull langs de Geleenbeek over het grondgebied van de gemeente Schinnen, en kruiste in Schinnen de Stationsstraat en de Veeweg via een ongelijkvloerse kruising. Ter hoogte van het terrein van Schacht 4 verliet de mijnspoorweg het grondgebied van de gemeente Schinnen en vervolgde haar weg via het grondgebied van de gemeenten Spaubeek en Geleen haar route naar de haven van Stein. Eind jaren '50, begin jaren '60 kochten de Staatsmijnen het gebied gelegen rondom de Muldermolen in de buurtschap Thull. In dit gebied was een oude molen gelegen en enkele boerderijen. Gedurende enkele jaren werd in dit gebied mijnslik en mijnsteen geloosd afkomstig van de voormalige Staatsmijn Emma in Hoensbroek. Nadat de mijnen waren gesloten was het terrein in handen gekomen van DSM en ontstond er een natuurgebied met zeldzame plantengroei. In de jaren '90 is het gebied overgegaan van DSM naar de gemeente Schinnen en is het gebied deel uit gaan maken van Landschapspark 'De Graven'. Dit heeft er onder meer toe geleid dat het hele gebied opnieuw werd ingericht met wandelpaden, het terugbrengen van de in het gebied stromende Geleenbeek in haar natuurlijke loop (gedurende de periode dat in het gebied mijnslik werd gestort, is de Geleenbeek gekanaliseerd en om het gebied heen geleid) en het aanleggen van een grote visvijver in het voormalige slik.

Archieven

  • De oude schepenbanksarchieven van Schinnen berusten in het Regionaal Historisch Centrum Limburg te Maastricht.
  • De Doopregisters beginnen in 1609, de Huwelijksregisters in 1611 en de Overlijdensregisters in 1622 (parochie H. Dionysius). Het archief van de parochie en het dekenaat Schinnen berust in het Stadsarchief Sittard-Geleen te Born. Zie verder deze link Burgerlijke Stand.
  • De oudere gemeentelijke archieven zijn eveneens te raadplegen in het Stadsarchief Sittard-Geleen.
  • Daarnaast beschikt de Vereniging Historie Schinnen over fotokopieën van kerkregisters en over een uitgebreide fotocollectie en andere verzamelingen.

Belangwekkende personen en families

  • familie Canisius, stichtte de stroopfabriek Canisius-Henssen[1]
  • Hans Erkens, voormalig voetballer bij Ajax [2]
  • Henk van der Linden, filmmaker [3]
  • Henri Pijls, voormalig burgemeester en amateur-historicus, stammend uit een oud Schinnens geslacht
  • Familie Meens, stichtte de Alfa bierbrouwerij in de buurtschap Thull [4]
  • Familie Cals (leverde een minister-president)

Noot

  1. Berkel, G. van; K. Samplonius (2006): Nederlandse plaatsnamen. Herkomst en historie.

Literatuur

  • Henri Pijls, Bijdrage tot de geschiedenis van de Heerlijkheid Schinnen, Schinnen 1988 (herdruk uit Publications 1928)
  • Vereniging Historie Schinnen, tijdschrift Schinnen (1984-1987); jaarboek Historie Schinnen (1988-1994), jaarboek Historiek (1995-); behandelt tevens de voormalige gemeenten Oirsbeek en Amstenrade

Externe links