Pattacon

Uit Genealogie Limburg Wiki
Pattacon uit 1631, geslagen onder Philips IV (1621-1665).

De pattacon (ook: patagon, patacon) was in de zuidelijke Nederlanden een veelgebruikte munt en rekeneenheid; hij was dan ook bij veel van onze voorouders bekend. De zilveren munt wordt ook aangeduid als kruisdaalder, kruisrijksdaalder of kortweg rijksdaalder (Beesel, 1659). In oude akten spreekt men vaak over specie pattacons; hiermee bedoelt men een bedrag in klinkende munt.

De munt werd ingevoerd in 1612 (tijdens de Tachtigjarige Oorlog) onder bewind van de aartshertogen Albrecht en Isabella (1598-1621) en was gangbaar tot ver in de 18e eeuw. Het duurde enkele jaren voordat de nieuwe naam gemeengoed was. In de omgeving van Roermond treffen we de pattacons aan vanaf ongeveer 1632.

De munt blonk uit door zijn kwaliteit, niet enkel qua gewicht en gehalte, maar ook qua ontwerp en afwerking. Dat neemt niet weg dat bewaard gebleven exemplaren vaak veel sporen van slijtage vertonen.

Op de voorzijde is een gekroond St-Andrieskruis (vandaar ook: kruisdaalder) te zien met in het midden de vuurslag en het Gulden Vlies. Op de keerzijde zien we het gekroonde Bourgondische wapen tussen de ketting van het Gulden Vlies. De munt werd op tal van plaatsen geslagen en omdat hij bovendien lange tijd in roulatie was, zien we ook verschillende versies.

waarde en muntverhouding

De pattacon had aanvankelijk een waarde van 48 stuiver - 2 gulden 8 stuiver - en groeide al snel uit tot een belangrijke handelsmunt die tot ver buiten het oorspronkelijke muntgebied werd gebruikt. 1 pattacon werd verdeeld in 8 schelling of schilling.
De pattacon was, zoals al gezegd, vaak ook een rekeneenheid. De feitelijke betaling vond dan plaats in andere munt, zoals bijvoorbeeld gerande ducaten of Zeeuwse rijksdaalders. Deze 'vertaalslag' vergde soms heel wat rekenwerk. In archieven bevinden zich soms koerslijsten of omrekentabellen (zie het voorbeeld onder aan deze pagina). Het omrekenen naar huidige bedragen kan slechts bij benadering: een huis was vroeger niet voorzien van alle luxes die tegenwoordig standaard zijn. Grondbezit speelde voor onze voorouders een heel andere rol dan tegenwoordig en ons bestedingspatroon ten opzichte van ons inkomen is heel anders dan enkele tientallen of honderden jaren geleden.


De waarde van de pattacon veranderde mettertijd zodat we mogen spreken van een veranderende geldkoers. Dit vertaalt zich in formuleringen als "gangbaar in de Meelwaegh" (Roermond, 1775) of "'in coopmanschappe binnen de stadt Ruremonde ganckbaer" (Swalmen, 1792). De waarde van 1 pattacon schommelde dus door de jaren heen:

  • 2 gulden 8 stuiver Brabants (1669, 1694, Beesel 1758)
  • 3 gulden 2 stuiver (Swalmen, 1669)
  • 1/2 gouden ducaat (1677)
  • 3 gulden 4 stuiver Roermonds (Asselt, 1700-1764) oftewel 64 stuiver Roermonds (Swalmen, 1701)
  • 8 schelling 8 stuiver (Roermond, 1717)
  • 3 gulden 16 stuiver Kleefs (Beesel, 1753)
  • 4 gulden Kleefs (Beesel, 1754, 1790) oftewel 80 stuiver Kleefs (1790)
  • 80 stuiver Luiks (Roermond, 1782)

De waarde van de pattacon kan ook worden uitgedrukt in goederen. Prijzen betaald voor huizen en landerijen zijn hierbij minder geschikt, omdat vaak onvoldoende bekend is over kwantiteit en kwaliteit van de overgedragen onroerende goederen. Ditzelfde geldt helaas - zij het in mindere mate - ook voor roerende goederen. Enkele prijsvoorbeelden zijn:

  • 1 varken: 4 pattacons (Asselt, 1690)
  • 1 paard: 42 pattacons (Beesel, 1757)
  • 1 rund: 5 pattacons (Beesel, 1770)
  • 1 malder rogge: 5 pattacons (Beesel, 1775)



ECHT ‑ Muntverhoudingen als volgt (1778):

gld st. holl.
1 Louis d'Or 11 0
1 Franse Croon 2 15
1 Ducaet 5 5
1 Franse of andere pistool 9 0
1 Soupistool 10 18
1½ Nax d'Or voor 1 Carlijn 11 0
1 Zeeuwse pattacon 2 10
2 stuiver Cleefs 0 1
oude en nieuwe souvereinen 15 6
1 Hollandse gulden 1 0
1 Franse pattacon 2 10
1 Spaanse pattacon 2
1 Spaanse ducaton 3
1 kopstuiver 0 7
1 Brabantse Croon 2 11½
1 Beiers kwartje ("quartje") 0 10
1 Convents daler 2 9
"ackersensenten" (?) 0 89/4 of 17½ st Cleefs

RHCL Maastricht, Nassause Domeinen, inv.nr. 160.