Meuwissen

Uit Genealogie Limburg Wiki
Versie door Loe Giesen (overleg | bijdragen) op 8 jan 2009 om 14:04
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Algemene informatie

De familienaam Meuwissen (ook: Meeuwissen) is een patroniem afgeleid van de roepnaam Mewis, kort voor Bartholomaeus. Bij de volkstelling van 1947 droegen 647 personen de naam Meuwissen, waarvan 587 in Limburg. De variant Meewissen kende landelijk 773 vermeldingen, waarvan 121 in Limburg. De telefoongids uit 1993 noemt 430 abonnnees met de naam Meuwissen, met een concentratie rond de gemeente Echt. Ook de bij de variant Meeuwissen (landelijk 506 abonnees met een veel grotere spreiding) lag de nadruk in 1993 voor Limburg op het gebied rond Echt.

Een Beeselse akte uit 1621 illustreert mooi hoe de namen Meuwis en Meuwissen verband houden: Driessken Meuwis van Baerloe wordt in dezelfde akte ook Driessken Meuwissen genoemd. In een akte uit Asselt uit 1627 zien we een Meuwissen Merttens; het woord Meuwissen werd dus ook gebruikt als roepnaam en niet alleen als patroniem.

Swalmen

Al in 1600 is een Jan Meuwis schepen van Swalmen, maar lange tijd is hij de enige met deze achternaam. In 1675 trouwt een Ida Meuwissen in Swalmen met Jan Mertens en twee jaar later komen Jacobus Meuwissen en zijn vrouw Cornelia Dorssers (mogelijk vanuit Kessel) in Swalmen wonen. Hun zoon Barthomolaeus Mevissen wordt in 1677 gedoopt. In 1696 worden Jan en Neulken pachters van de Beekerhof. In 1697 trouwt een Judith Meuwissen (Mevis) met Jan Wildschuts. Bij de kinderen van Jan en Judith zien we o.a. Ida Meuwissen en Cornelia Dorssers als doopgetuigen. Alles wijst op onderlinge verwantschap.

Als pachter van een van de grootste boerderijen van Swalmen wordt Jacob Mewissen al snel een invloedrijk persoon. In de hoofdschat van 1686 wordt hij aangeslagen voor 5 knechten en 3 meiden. In 1697 (het jaar waarin ook zijn vrouw Cornelia overlijdt) probeert Jacob een eigen boerderij te kopen in de buurtschap Wieler, maar door naasting gaat dit niet door. In 1698 hertrouwt Jacob met Margaretha Knops. Volgens de beestenschat van 1703 heeft Jacob dan 81 schapen, 9 koeien, 3 runderen en 14 korven bijen. In datzelfde jaar wordt hij beëdigd als gezworene. Margaretha Knops verwisselt in januari 1705 het tijdelijke met het eeuwige en in juni 1705 trouwt Jacob voor de derde maal, ditmaal met de weduwe Anna Florack. Op de boerderij gaat het intussen goed: in 1706 is de veestapel toegenomen tot 125 schapen, 12 koeien, 4 runderen en 25 korven bijen. In 1715 wordt Jacob genoemd als laatschepen van de Asselterhof.

Jacob's dochter Maria Mevissen trouwt in 1700 met Hendrik Spee, in 1706 genoemd als pachter van de hoeve Boekweitsdries.
Zoon Tilmanus trouwt in 1713 met Petronella Wijnen, die o.a. het huis genaamd het Hoefijzer in Swalmen in het huwelijk brengt. Later blijken ze te boeren als pachters van de Baxhof. Als Petronella al in 1714 in het kraambed overlijdt, hertrouwt Tilmanus met Catharina Grommen uit Kessel, met wie hij zeven kinderen heeft, waaronder de zonen Jacob en Jan. Voor dit huwelijk wordt een huwelijksdispensatie gegeven wegens bloedverwantschap. Tilmanus' schoonmoeder Anna Florack is geen onbekende: Tilmanus blijkt gehuwd met een dochter van zijn stiefmoeder, een soort aangetrouwde halfzus dus.
Mevis Mevissen, de oudste zoon van Jacob, trouwt in 1715 met de weduwe Odilia Tobben uit Neer, die eerder samen met haar man Dirk aan de Boom wordt genoemd als pachtster op de Baxhof. Mevis neemt deze pacht over maar overlijdt al in 1722 zonder kinderen na te laten. Zijn vrouw is dan al vier jaar overleden, waarop hij in 1718 is hertrouwd met de alweer in 1720 overleden Catharina Nijmans. Zijn erfgenamen (waarvan er enkele in Kessel wonen) verkopen in 1728 twee huisjes op de Leuker in Swalmen, die Meewys Meeuwyssen eerder samen met Odilia had gekocht. Zijn jongere broer Tilmanus neemt de pacht van de Baxhof over.

Latere generaties Meuwissen in Swalmen en omgeving zijn dankzij goede documentatie prima te volgen.

Literatuur

  • Th.J. van Rensch, Johannes Meuwissen 1738-1827, in: Jaarboek Echter landj 2 (1989), blz. 164

Bronnen