Meurse Pandschap

Uit Genealogie Limburg Wiki

Op 29 augustus 1364 verpandde Eduard, hertog van Gelder, de landen van Millen en Waldvucht, de tol te Lobith en zijn inkomsten uit de ambten Kessel en Krieckenbeck, uitgezonderd de hoef van Kritsrade bij Gangelt, die aan zijn nicht de abdis van Thorn behoorde, aan zijn raad graaf Jan van Meurs. Deze verpanding werd later bekend onder de naam Meurse pandschap. Deze verpanding werd nooit afgelost en zou blijven bestaan tot aan de Franse Tijd, waarna ze over ging in handen van de Nederlandse Domeinen.

Gegevens over leenmannen, eigenaren en andere belanghebbenden van goederen en rechten vallend onder de Meurse pandschap zijn terug te vinden in o.a. het Archief van de Nassause Domeinraad [1] en mogelijk ook het archief van de koning van Pruisen.