Meijs

Uit Genealogie Limburg Wiki
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.
Tree3c.jpgTree3c.jpgTree3c.jpg

GENEALOGIE MEIJS

Algemeen

Onderstaande familie Meijs woont in Nuth en directe omgeving.
Een verbinding met de familie Meijs die rond 1600 in Maastricht woonde kon niet gelegd worden.

Generatie I

I.1 Lens MEIJS, geboren ca. 1565.

Zeer waarschijnlijk zijn de drie genoemde kinderen broers en zus.

Kinderen:

  • 1. Laurentius (zie II.1).
  • 2. Paulus (zie II.3).
  • 3. Catharina, geboren ca. 1610 (geschat).

Gehuwd met Renerus CREMERS, gedoopt op 24 februari 1609 te Nuth (getuige(n): Joannes de Bie, Wilhelmus Bruls, Wilhelmus Slangen, Helena Schuijnen Jans huijs[vrouw], Jutta Henrick Clutts huijs[vrouw], Hermanus Woestenraedt), zoon van Leonardus CREMERS en Anna SLANGEN.[1]

Generatie II

II.1 Laurentius MEIJS, geboren ca. 1600, overleden op 7 juni 1680 te Nuth. Lens Meijs de oude, zoon van Lens MEIJS (zie (I.1).
Op 4 december 1638 verkochten Claes Crans en Tijs Meulenbergh als voogden van Gertruijt Crans, dochter van wijlen Mees Crans bij de dochter van Weren Harmans [= Petronella Hartmans], aan Lens Meijs een morgen akkerland "het paelken" te Grijzegrubben onder Nuth, grenzend aan de goederen van Schalsborgh, Jan Nuchelmans en Willem Bins(?). Een koopsom werd niet genoemd.[2]
Op 13 april 1641 verkocht Lemmen Brant, gehuwd met Ida Beltgens, aan Lens Meijs 38 kleine roeden beemd te Hellebroek onder Nuth, grenzend aan Jan Corten de oude, Ercken Bemelmans, Jan Corten de jonge en Jan Jongen, voor twee gulden per kleine roede. Het geld was bestemd om een schuld van Jan Brant te betalen.[3]
Op 25 november 1651 verscheen Laurens Meijs, akkerman wonend te Hellebroek onder Nuth en gehuwd met Lut Smets, voor notaris de Bombaye te Maastricht.
Hij verklaarde 200 gulden tegen 6,25% geleend te hebben van Nicolaes Mapa, burger en hoedenmaker van Maastricht.
Tot onderpand stelde hij zijn huis en hof te Grijzegrubben onder Nuth en zijn andere onroerende goederen.[4]
Op 10 mei 1652 kocht Lens Meijs, gehuwd met Jeut Smiets, onroerende goederen van Geet Crenskens, weduwe van Dirck Overzee, bijgestaan door de voogden Frans Overzee en Jan Gerits. De weduwe Overzee moest tot verkoop overgaan omdat zij zwaar in de schulden zat. De verkochte goederen betroffen anderhalve morgen akkerland aan de Trichterweg nabij Terstraten onder Nuth, grenzend aan Geurt Hermans, Frans Crousen, Lenaert Caris en Vaes Lijmpens; en verder anderhalve morgen aldaar gelegen, grenzend aan Geurt Bouts, Vaes Hamers, Vaes en Lemmen Lijpens, Vaes Lijmpens en heer Passert van Voerendaal. Naast 30 stuivers per kleine roede betaalde Lens Meijs nog vier vaten rogge, gewaardeerd aan drie gulden vijf stuivers per vat. Verder zou Lens Meijs nog mest uitrijden op het land dat de weduwe Overzee van haar schoonmoeder in pacht had. Ook was er nog sprake van vier gulden executiegeld, voldaan door Lens Meijs. Voorts zou de helft van het wassende rogge op het verkochte land voor de verkoopster zijn.[5]
Gehuwd met Judith SMETS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Leonardus, gedoopt op 23 januari 1628 te Hoensbroek (getuige(n): Lemmen ...kers, Mettel S..kers).
  • 2. Laurentius (zie III.2).
  • 3. Henricus, gedoopt op 21 november 1632 te Nuth (getuige(n): Mathias Ramaeckers, Ida Limpens), overleden op 28 mei 1673 te Nuth op 40-jarige leeftijd, hypothetisch huwelijk vanwege leeftijdverschil.

Gehuwd voor de kerk op 27-jarige leeftijd op 1 februari 1660 te Valkenburg. Henderijck Meessen, jongman van Nuth, Grietgen Huntgens, weduwe Vaes Corten van Nuth met Margaretha HUNTGENS, geboren ca. 1620, overleden op 22 december 1674 te Nuth, dochter van Servatius HUNTGENS (Canisius) en Ida JACOBS.
{Zij was eerder gehuwd voor de kerk op 28 januari 1643 te Nuth (getuige(n): [geen getuigen vermeld]) met Servatius CORTEN, 31 jaar oud, gedoopt op 13 december 1611 te Nuth (getuige(n): Arnoldus Coenen, Dionysius in de Straten, Thijsken Becks e.v. Servatius Cremers uit Sittard), overleden op 8 augustus 1658 te Nuth op 46-jarige leeftijd, zoon van Joannes CORTEN en Joanna TIMMERS.}

  • 4. Matheus, gedoopt op 7 augustus 1634 te Nuth (getuige(n): Arnoldus Bemelmans, Gertrudis Elsraeck junior).
  • 5. Maria, gedoopt op 15 oktober 1639 te Nuth (getuige(n): Winandus Henrici, Catharina Meijs e.v. Egidius Wintraecken).
  • 6. Agnes, gedoopt op 7 juni 1642 te Nuth (getuige(n): Nicolaus Schillings namens Petrus Pelsers, Maria Maessen), overleden op 8 oktober 1705 te Nuth op 63-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 25-jarige leeftijd op 28 september 1667 te Nuth met Lambertus LIJMPENS, 27 jaar oud, gedoopt op 13 september 1640 te Nuth (getuige(n): Matthias Ruijschen, Margareta Meessen), overleden op 5 november 1703 te Nuth op 63-jarige leeftijd, zoon van Servatius LIJMPENS en Maria BOONEN.

  • 7. Joannes (zie III.10).


II.3 Paulus MEIJS, geboren ca. 1605, overleden op 25 april 1664 te Nuth, zoon van Lens MEIJS (zie I.1)
Pauls Lens Meijs soon als laet van iij morgen lants gelegen aen de hoeller hegge onder den heller voetpadt regenoot des hoffs erf in den helhoff gilt sjaers iii penninghen
Naer doodt van Pouls Meijs heeft Jacob Meijs het voorn pandt ontfangen den 28 julij 1664[6]
Pauls Meijs is laet van vijf morgen lants gelegen aent severens crutz en heeft voornaels geheeten hemels goet van der straeten gilt jaerlix viii penn.
Naer doodt van Pauls Meijs [...] Jost Meijs soone van Pauls Meijs 13 9bris 1666
Naer d'afflivigheijt van Jost Meijs heft desselfs soone Pauls Meijs ontfangen 20 9bris 1670[7]
Op 29 maart 1635 bekende Pauwels Meijs, wonend te Grijzegrubben en gehuwd met Gertruid Elsrack, dat hij 100 gulden geleend had van Anthonetta Beckers, wonend op huis Reijmersbeek.
Tot onderpand stelde hij een morgen akkerland [akte beschadigd] ... aan het Kruis, grenzend aan [akte beschadigd] Tijsken Cremers.[8]
Op 29 januari 1647 werd land geruild tussen Thonis Schorkens, weduwnaar Mettel Jacops, en Pauls Meijs, weduwnaar Neulen Jacops, enerzijds en Geet Jacops, weduwe Peter Nuchelmans, anderzijds. Geet Jacops zou het (schoon)vaderlijk erfdeel van Thonis Schorkens en Pauls Meijs krijgen, nagelaten door haar vader Jacop Jacops en gelegen te Schrijversheide onder Heerlen. Zij gaf daarvoor de goederen onder Hellebroek, afkomstig van haar schoonvader Jan Nuchelmans alsmede een halve morgen weide te Hellebroek, die Willem Eijmael had verzet aan Jacop Jacops voor 86 gulden.[9]
Op 3 april 1647 verkocht Pauls Meijs, mede namens zijn oom Tonis Schorens, negen kleine roeden moestuin tussen Grietgen Jahae en Jan Cortten aan Vaes Cortten, gehuwd met Margaretha Huntgens, voor drie gulden per kleine roede. De bomen die op het land stonden, mocht de verkoper rooien. Het geld was bestemd voor zijn kinderen, verwekt bij wijlen Neel Jacobs.[10]
Gehuwd voor de kerk (1) op 30 november 1632 te Nuth (getuige(n): Marcellis Pesch, Stephanus de Grissebrubben). Paulus Mees, Gertrudis Elsroeck met Gertrudis van ELSROECK, 25 jaar oud, gedoopt op 4 februari 1607 te Nuth (getuige(n): Goessen ... van den Berg, Maria [Nuchelmans] uxor Maes Sloertzen, Griet(?) filia Servatii Huntgens), doopnaam Gerijtgen, overleden voor 1640, dochter van Jodocus van ELSROECK en Gerarda NN.
Gehuwd (2) ca. 1640 met Cornelia JACOBS, overleden op 14 januari 1646 te Nuth, dochter van Jacobus JACOBS en Margaretha SYLLEN (Cornelii).
Gehuwd voor de kerk (3) op 5 februari 1648 te Nuth met Maria ERCKENS, geboren ca. 1615, dochter van Joannes ERCKENS (van Busselken) en Margaretha SLANGEN.
Uit het eerste huwelijk:

  • 1. Maria, gedoopt op 2 oktober 1633 te Nuth (getuige(n): Gerardus Cox, Judith Wustenrae), overleden op 8 april 1695 te Nuth op 61-jarige leeftijd, begraven op 10 april 1695 te Nuth

Gehuwd voor de kerk op 27-jarige leeftijd op 30 april 1661 te Valkenburg, jongeman van Nut, jongedochter van Nut met Theodorus DRUMMEN, geboren ca. 1633, geschat, overleden op 31 januari 1699 te Nuth, zoon van Theodorus DRUMMEN en Maria NN.

  • 2. Judocus (zie III.14).

Uit het tweede huwelijk:

  • 3. Laurentius (zie III.16).
  • 4. Jacobus (zie III.18).


Generatie III

III.2 Laurentius MEIJS, gedoopt op 21 maart 1630 te Nuth (getuige(n): Paulus Meijs, Catharina Joris), overleden op 12 oktober 1690 te Nuth op 60-jarige leeftijd, zoon van Laurentius MEIJS (zie II.1) en Judith SMETS.
Hypothetische afstamming!: in de doopaantekening zijn de namen van de ouders nagenoeg onleesbaar. Aangezien er echter sprake is van een Laurentius Meijs de oude komt deze Laurentius als de jonge in aanmerking.
Op 15 april 1684 verkocht Lins Meijs, weduwnaar Meijken Spee, samen met zijn ongehuwde dochters Mel, Margriet en Judith en schoonzoon Jan Pijls, weduwnaar Marie Meijs, aan Jan Erckens, gehuwd met Marie Wijnen, een morgen weiland onder Wijnandsrade nabij Hulsberg gelegen, grenzend aan Jan Habets, Gilis Habets, de straat en de gewande van Nijthuizen, voor 25 stuivers per kleine roede.
Het geld zou gebruikt worden voor het betalen van een schuld, ontstaan door aankoop van onroerende goederen van zijn broer Jan Meijs.[11]
Op 20 juni 1687 verklaarde Lins Meijs, bijgestaan door zijn kinderen Hendrick Vleugels, Margriet en Judith Meijs, dat hij van wijlen zijn broer alle vaderlijke erfgoederen onder Nuth gekocht had en daarvoor aan zijn broer Jan of diens erfgenamen 900 gulden beloofd had. Omdat er nog 425 gulden betaald moest worden beloofde hij daarover aan de nakomelingen, bijgestaan door de voogden Lemmen en Lens Haerden, een rente van 6,25% te betalen. Hij borgde daartoe met al zijn goederen en speciaal zijn huis en hof te Nierhoven onder Nuth.[12]
Op 31 december 1697, ten overstaan van notaris Vanderkercken, verklaarden Nicolaas Mapa, Nicolaas en Rut Reijners, erfgenamen van Nicolaas Mapa, dat Nicolaes Lino Vranck van Nuth, Jan Pils van Puthen Mathijs Wijnants van Maastricht, als schoonzonen van wijlen Laurens Meijs van Nuth, 100 gulden hadden afgelost, resterend van een lening van 200 gulden met verlopen rente, zoals door wijlen Laurens Meijs op 25 november 1651 voor notaris Bombaye van wijlen Nicolaas Mapa verkregen.[13]
Op 17 mei 1700 werd een schrijven van Sijmen Meijs en zijn zus Elisabeth Meijs, erfgenamen van Jan Meijs, vastgelegd.
Zij verklaarden een vordering van achterstallige rente op een lening van 425 gulden te hebben op Claes Lina Vranck die gehuwd was met een dochter van Laurens Meijs.
Het bedrag, inmiddels opgelopen tot 317 gulden en twaalf stuivers, was ondanks herhaald verzoek, niet betaald.
Zij verzochten nu om spoedige betaling van rente en lening.
Deze zaak zou nog een poos spelen want Claes Lina Vranck was niet van plan om alleen voor de kosten op te draaien en liet daartoe op 23 juni 1701 een verklaring noteren.
Vanwege de boedelscheiding was hij belast met 330 gulden en zouden de resterende 95 gulden verdeeld worden tussen hem, Jan Pijls, Matthias Winckens en Hendrick Vleugels.
Daartoe had hij de andere partijen verzocht om borgstelling te geven, hetgeen Jan Pijls en Matthias Wincken gedaan hadden.
Hendrick Vleugels was al overleden en zijn weduwe uit tweede huwelijk, Trijn Beckers, was inmiddels hertrouwd met Joannes Odekercken.
Daarom werd Odekercken verzocht om garant te staan.[14]
Gehuwd voor de kerk op 21-jarige leeftijd op 13 oktober 1651 te Nuth (getuige(n): Henricus Schepers, Joannes Nuchelmans) met Maria SPEE, geboren ca. 1630, overleden op 11 juli 1664 te Nuth, afstamming op basis van doopheffers, dochter van Petrus SPEE en Maria WIJNGAERTS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Maria, gedoopt op 28 juli 1652 te Nuth (getuige(n): Christianus Wijngarts, Maria Spee), overleden op 2 mei 1683 te Schinnen op 30-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 25-jarige leeftijd op 19 oktober 1677 te Schinnen met Joannes PIJLS, overleden op 12 januari 1705 te Puth-Schinnen.

  • 2. Petrus, gedoopt op 5 oktober 1653 te Nuth (getuige(n): Joannes Debets, Maria e.v. Anthonius Schorkens).
  • 3. Petrus, gedoopt op 15 december 1654 te Nuth (getuige(n): Lambertus Brants).
  • 4. Mel, gedoopt op 24 augustus 1656 te Nuth (getuige(n): Simon R [rest niet ingevuld!]), vader vermeld als Laurens Meijs junioris, overleden dec. 1687 te Nuth, zus van Judith Meijs, gehuwd met Claes Lino Vranck.

Gehuwd voor de kerk ca. 1684 met Henricus VLEUGELS, overleden op 26 september 1695 te Nierhoven-Nuth.
{Hij is later gehuwd voor de kerk op 12 augustus 1688 te Nuth met Catharina BECKERS, overleden op 18 februari 1718 te Nuth. Catharina Helgers vidua Joannis Odekercken (vanwege deze vermelding mogelijk een dochter van Petrus Helgers alias Beckers en Helena Proosten).}

  • 5. Judith, geboren ca. 1660, overleden op 3 mei 1736 te Nierhoven-Nuth.

Gehuwd voor de kerk op 26 juni 1690 te Nuth. Nicolus Lino Vranck met toestemming van de pastoor van Munstergeleen met Nicolaus Lino VRANCK, overleden op 25 januari 1727 te Nierhoven-Nuth.

  • 6. Margaretha, geboren ca. 1660, begraven op 21 mei 1699 te Sint Catharina Maastricht. Joodestraat.

Gehuwd met Mathias WIJNANTS.

  • 7. Laurentius, gedoopt op 9 juni 1662 te Nuth (getuige(n): Matthias Limpens, Margaretha Huntgens e.v. Henricus Meijs).


III.10 Joannes MEIJS, overleden voor 26 juni 1687[15], zoon van Laurentius MEIJS (zie II.1) en Judith SMETS.
Ondertrouwd op 3 juli 1661 te Beek Leneken Haerden van Lombrich en Jan Meijs van Hoensbroek met Helena HAERDEN.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Simon, geboren ca. 1665 te Limbricht? Overleden op 26 december 1734 te Limbricht.

Gehuwd met Elisabeth PENRES.

  • 2. Elisabeth, geboren ca. 1670 te Limbricht?

Gehuwd voor de kerk op 13 juni 1700 te Limbricht met Wilhelmus KERIS.

III.14 Judocus MEIJS, gedoopt op 6 oktober 1635 te Nuth (getuige(n): Servatius Huntgens, Margaretha Jacobs), overleden op 16 augustus 1670 te Nuth op 34-jarige leeftijd, vermeld als Joost Meijs, zoon van Paulus MEIJS (zie II.3) en Gertrudis van ELSROECK.
Op 10 juli 1664 leende Joest Meijs, inwoner van Grijzegrubben en gehuwd met Anna Hermans, 200 gulden tegen 5% van Wilhelmus Garretius, sacrist van de Biessen te Maastricht. Tot onderpand dienden anderhalve morgen weiland in de Helle, grenzend aan Steven Tummers, Dirck van Drummen, de Nelisweg en Anna Tummers; en voorts anderhalve morgen land aldaar gelegen, grenzend aan Dirck van Drummen, Steven Tummers, de vloedgraaf en Guiliam Dael.[16]
Op 18 augustus 1666 leende Joest Meijs, inwoner van Grijzegrubben en gehuwd met Anna Hermans, 50 gulden tegen 5% van Guelmus Garretius, sacrist van huis de Biessen te Maastricht. Hij borgde daartoe met 180 kleine roeden land "aen den hounast", grenzend aan Vaes Hamers, de erfgenamen Antonius Crousen en jonker Schaesberg.[17]
Gehuwd voor 17 september 1664 met Anna HERMENS, geboren ca. 1638, overleden op 4 februari 1706 te Nuth, dochter van Hermanus HERMENS, smid, en Maria DIEDEREN. {Zij was eerder ondertrouwd op 19 november 1660 te Valkenburg, jongeman en jongedochter van Nuth met Joannes HAUTVAST, geboren ca. 1625, overleden op 12 oktober 1661 te Nuth, zoon van Mathias HAUTVAST en Anna OFFERGELTS.
Zij is later gehuwd voor de kerk op 25 november 1671 te Nuth met Joannes DRUMMEN, 40 jaar oud, gedoopt op 13 april 1631 te Nuth (getuige(n): Joannes N, Cornelia N), overleden op 18 januari 1691 te Nuth op 59-jarige leeftijd, zoon van Theodorus DRUMMEN en Maria NN.}
Uit dit huwelijk:

  • 1. Paulus (zie IV.16).
  • 2. Agatha, gedoopt op 17 april 1667 te Nuth (getuige(n): Petrus Hoen, Helena Hermens (e.v. Leonardus Caris)), overleden op 19 oktober 1741 te Grijzegrubben-Nuth op 74-jarige leeftijd, caelebs.


III.16 Laurentius MEIJS, geboren ca. 1640 te Nuth, overleden op 1 maart 1714 te Nuth, zoon van Paulus MEIJS (zie II.3) en Cornelia JACOBS.
Op 14 maart 1668 verklaarde Geurt Meijs, in de 20 jaar oud, dat Lens Meijs, schoonzoon van Hermen Hermens, zijn oom Ercken Hermens voor oude schelm had uitgemaakt. Jan Cremers, ruim 70 jaar oud, en Jan Odekercken, in de 30 jaar oud, bevestigden deze verklaring.[18]
Op 1 januari 1677 kocht Lens Meijs, gehuwd met Mettel Hermans, van Jan Drummen, gehuwd met Anna Hermans, weduwe Jost Meijs, bijgestaan door de voogden Claes Hermans, Jacob Meijs en Dirk Drummen, de helft van een huis met schuur en plaats, gelegen op de Drieschen, 40 kleine roeden in de huisweide en de helft van de Bergweide nabij de Bergerbrug. Hij betaalde hiervoor 475 gulden en gaf aan Paulus, zoon van Jost Meijs nog zes gulden voor een kleed. In plaats van contante betaling nam hij enkele schulden van Jost Meijs over.[19]
Op 10 september 1690 verschenen voor de schepenbank Beek de broers Jan en Peter Hoen, mede voor hun afwezige zwager Jan Hartmans, man en voogd van Egtgen Hoen. Zij verkochten aan Lins Meijs, inwoner van Nuth en gehuwd met Mechel Hermans, twee percelen akkerland, samen groot 161 kleine roeden, voor zestien stuivers per kleine roede.
De koper nam als deel van de betaling een schuld van 100 gulden over die Peter Hoen, vader van de verkopers, op het land had staan.
Het ene perceel was gelegen "op het Cromp bounder", grenzend aan Andries Mutsenger en de erfgenamen Jacob Fremmen, hoofdzijde de Maastrichterweg. Het tweede perceel was gelegen "in het grunnendael", grenzend aan Hend. Damhouwers en Thijs Schols, hoofdzijden het voetpad en Gercken Martens[20]
Op 29 mei 1693 verkocht de echtgenote van Johannes Schroders, met volmacht van haar man, aan Lents Meijs, gehuwd met Mechtel Hermens, 101 kleine roeden 12 voet land op het Helleveld tussen Claes Hermans en Maes Maessen, alsmede 115 kleine roeden beemd "lattebempt" naast Vaes Hermans, het land aan 50 en de beemd aan 25 stuivers per kleine roede.[21]
Op 6 september 1695 verkocht Catharina Haemers, weduwe Maximiliaan Schepers, aan Laurens Meijs een halve bunder land op de Trichterweg tussen Lenert Limpens en de erven Jan Nuchelmans, alsmede 80 kleine roeden land tussen Jan Nuchelmans, Coen Hautvast en Lens Meijs, voor 13 stuivers per kleine roede.[22]
Op 23 februari 1701 verschenen voor notaris God. Schaepen te Maastricht, Matthijs Hautvast, Jacob Meijs en Laurens Meijs, schapenhandelaren, wonend te Nuth.
Zij machtigden Jean Essers, koopman en burger van Maastricht om namens hen naar Luik te gaan en in hun zakelijk conflict met koopman Mouchet te verklaren dat zij wel degelijk goede en gezonde schapen hadden geleverd, zoals op 8 oktober 1697 geschied en op 23 maart 1698 bevestigd.[23]
Op 11 december 1702 kocht Laurens Meijs van Dirck Slangen, mede namens zijn zusters Anna en Marie en het kind van zijn broer Aret Slangen handelende, een halve morgen land achter Terstraten tussen Laurens Meijs, erven Dirck Slangen en de Hagensweide, voor 10 stuivers per kleine roede.[24]
Op 14 juni 1707 lieten Laurens Meijs en zijn zieke vrouw Mechtel Hermans - die zes dagen later zou overlijden - testamentair vastleggen dat alle zes kinderen en alle kleinkinderen gelijkelijk zouden delen in de erfenis.[25]
Gehuwd met Mechtildis HERMANS, gedoopt op 22 oktober 1640 te Nuth (getuige(n): Leonardus Caris jr., Mechtild e.v. Gerardus Hermans), overleden op 20 juni 1707 te Nuth op 66-jarige leeftijd, uxor Laurentius Meijs, dochter van Hermanus HERMENS, smid, en Maria DIEDEREN.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Maria, gedoopt op 29 maart 1665 te Nuth (getuige(n): Laurentius Meijs sr., Helena, e.v. Leonardus Caris), overleden op 13 april 1754 te Wijnandsrade op 89-jarige leeftijd, apoplexia; prope nonagenaria; sepulta in ecclesia ante altari Sti Stephani.

Gehuwd voor de kerk (1) op 23-jarige leeftijd op 18 januari 1689 te Wijnandsrade met Wilhelmus WAELEN, 25 jaar oud, gedoopt op 17 februari 1663 te Wijnandsrade (getuige(n): Petrus Frasien, Maria Cloeten), overleden op 1 november 1691 te Wijnandsrade op 28-jarige leeftijd, zoon van Wilhelmus WAELEN en Maria MOORS.
Ondertrouwd (2) op 20 september 1692 te Heerlen (getuige(n): Johan Waelen, Melken Mees), jongeman van Vranck, weduwe uit Wijnandsrade, gehuwd voor de kerk op 27-jarige leeftijd op 5 oktober 1692 te Wijnandsrade met Martinus a CAMPO, 23 jaar oud, pachter Nijthuizen, gedoopt op 29 september 1669 te Heerlen (getuige(n): Antonius Quaedfliegh), overleden op 3 april 1749 te Wijnandsrade op 79-jarige leeftijd, villicus in villa de Nitissen prope nonagenarius, zoon van Merten MERTENS (ALIAS a CAMPO) (à Campo) en Heriberta HAGELSTEIN.

  • 2. Michael (zie IV.23).
  • 3. Cornelia, gedoopt op 20 juni 1670 te Nuth (getuige(n): Helena Lijmpens), begraven op 6 maart 1748 te Sint Jacob Maastricht op 77-jarige leeftijd, sepulta est in ecclesia sancti Jacobi Cornelia Meys ex plat. monetae.

Op 4 april 1725 verkochten Cornelia Meijs, weduwe Libert Jegers, burgeres van Maastricht, bijgestaan door haar zwager Merten a Campo, halfwin van Nijthuizen onder Wijnandsrade, en haar zwagers Jan Cloes en Hubertus Jeuckens, land aan Maria Terfs, weduwe Gerard Houben. [ook verkoop op 5 april][26]
Op 6 april 1725, ten overstaan van notaris Vaessen, verklaarde Peter van Gulpen de jonge, brouwer te Eijsden, dat een schuld was afgelost van Arnold Jegers, zwager van Cornelia Meijs, weduwe Libert Jegers, Jan Cloes, wduwnaar Maria Jegers en Hibert Jeuckens. man en voogd van Joanna Jeuckens(!).[27]
Op 24 april 1726 werd voor het Luiks Hooggerechtshof te Maastricht een akte gerealiseerd, dezelfde dag opgesteld door notaris Ruijters te Maastricht.
Joannes Groenen, gehuwd met Mechtel Bun, verklaarde van zijn schoonmoeder Cornelia Meijs, weduwe Bernard Bun en weduwe Christiaen Fabers, 100 pattacons of 400 gulden tegen 4% geleend te hebben.
Hij borgde daartoe met het kindsdeel van zijn echtgenote, zijnde een deel in een huis op de Boeckstraat, grenzend aan Jan Nijst.
Daartoe had haar grootmoeder Hendrina van der Vooren, weduwe Hend. Bun, volgens akte verleden voor notaris Ruijters op 12 april 1726, de tocht gedood.[28]
Op 24 oktober 1726, ten overstaan van notaris Ruijters, verkocht Cornelia Meijs, weduwe Christiaen Fabers, aan Martinus a Campo, inwoner van Wijnandsrade en gehuwd met Maria Meijs, 119 en een kwart kleine roeden weiland en moestuin te Nuth in drie percelen, het een grenzend aan Machiel Meijs en het veld; het ander "de bergweijde", grenzend aan Geurt Horsmans; en het moestuintje "over de straat, grenzend aan "de bergweijde". Iedere kleine roede kostte twee gulden en tien stuivers.[29]
Eveneens op 24 oktober 1726, ten overstaan van notaris Ruijters, ruilde Cornelia Meijs, weduwe Christiaen Fabers, goederen met Merten a Campo, gehuwd met Maria Meijs. Zij gaf 190 kleine roeden akkerland te Nuth, grenzend aan Vaes Limpens en de erfgenamen Leuffkens; voorts 118 kleine roeden akkerland "den Mullen" onder Nuth, grenzend aan Lambert Heijnen en de erfgenamen Schaesbergh, en tenslotte 23 kleine roeden akkerland "den groenenwegh", zuidwaarts grenzend aan Geurt Snackers. Merten a Campo gaf in ruil een halve bunder weiland onder Heerlen "op de Hulsse", grenzend aan hof Cardemich en de weg; voorts 100 kleine roeden akkerland te Heerlen "den kerckthooren", grenzend aan de erfgenamen Heuts en het voetpad naar de "hontsrugge".[30]
Op 11 december 1739, ten overstaan van notaris Ruijters, maakte Cornelia Meijs, weduwe van Bernardus Bun, Libertus Jegers en Christianus Fabers, ziek te bed liggend maar bij volle verstand, haar testament.
Zij doneerde een pattacon aan de Maasbrug en twee stuivers aan Sint Lambrechts bouw te Luik.
Aan Maria Conelia Groenen, kind van Joannes Groenen, liet zij een zilveren vork met de initialen CMB.
De "katoene winckel" behoorde toe aan haar dochter Maria Anna Jegers, waarvoor zij 160 gulden ontvangen had om bij de kooplieden te Luik af te rekenen.
Universele erfgenamen waren haar dochter Catharina Mechtild Bun, gehuwd met Joannes Groenen, en Maria Anna Jegers.
Maria Anna Jegers zou vooruit 100 pattacons ontvangen, aangezien Catharina Mechtild Bun en haar echtgenoot in totaal ook dat bedrag al gekregen hadden.
Indien een van de dochters haar te Nuth gelegen land wilde hebben, moest daarvoor een evenredige waarde uit de resterende erfenis aan de ander worden gelaten.
Catharina Mechtild zou vijf zilveren en Maria Anna vier zilveren lepels vooraf ontvangen.
De roerende goederen en winkelwaar mocht gedeeld worden op voorwaarde dat de rekeningen betaald werden.[31]
Gehuwd voor de kerk (1) op 28-jarige leeftijd op 18 september 1698 te Sint Nicolaas Maastricht (getuige(n): Franciscus Bunnen, Dionisius Nijsten, Mechtilde Meijs e.v.a.), rode zegel met Bernardus BUN, begraven op 4 december 1704 te Sint Jacob Maastricht, sepultus est apud patres predicatores Bernardus Bun ex platea vulgo de munt, zoon van Henricus BUN en Hendrina van der VOOREN.
Gehuwd voor de kerk (2) op 36-jarige leeftijd op 26 september 1706 te Sint Jan Maastricht (getuige(n): Sebastianus Donay, Maria Houben) met Libertus JEGERS, begraven op 19 juli 1709 te Sint Jacob Maastricht, apud patres predidatores Libertus Jaghers ex platea vulgo de munt (Maastricht).
Gehuwd voor de kerk (3) op 43-jarige leeftijd op 6 november 1713 te Sint Nicolaas Maastricht (getuige(n): Tilmanus Fabers, Maria Catharina Bun) met Christianus FABERS, begraven op 27 februari 1724 te Sint Jacob Maastricht, begr. in de Nicolaaskerk met vermelding Munt

  • 4. Hermanus (zie IV.29).
  • 5. Paulus (zie IV.31).
  • 6. Agatha, gedoopt op 17 november 1679 te Nuth (getuige(n): Joannes Diederen, Catharina Nuchelmans), jong overleden.
  • 7. Mechtildis, gedoopt op 17 november 1679 te Nuth (getuige(n): Joannes Schorens, Cornelia Houben), jong overleden.
  • 8. Mechtildis, gedoopt op 13 april 1681 te Nuth (getuige(n): Theodorus Dremmen, Catharina Daemen), overleden op 1 juni 1760 te Nuth op 79-jarige leeftijd, op de Nieuwenhof.

Gehuwd voor de kerk op 30-jarige leeftijd op 14 april 1711 te Nuth (getuige(n): Joannes van Leijen, Wilhelmus Schutjens) met Renerus CRIJNS, 29 jaar oud, pachter van de Nieuwenhof, gedoopt op 18 december 1681 te Nuth (getuige(n): Petrus Brouns (schout te Nuth), Maria Habets namens Agnes Crans), overleden op 6 mei 1753 te Nieuwenhof-Nuth op 71-jarige leeftijd, zoon van Franciscus CRIJNS, pachter Nieuwenhof, schepen, en Elisabeth HOUBEN.

  • 9. Margaretha, gedoopt op 13 april 1684 te Nuth (getuige(n): Petrus Cremers, Maria Hermens), jong overleden.


III.18 Jacobus MEIJS, schepen, gedoopt op 28 juni 1643 te Nuth (getuige(n): Renerus Cremers, Maria Bemelmans e.v. Arnoldus Bemelmans van de Drinck), overleden op 29 november 1713 te Grijzegrubben-Nuth op 70-jarige leeftijd, zoon van Paulus MEIJS (zie II.3) en Cornelia JACOBS.
Op 10 maart 1697 verkocht Joannes Rutten, gehuwd met Judith Canisius, aan schepen Jacob Meijs 201 kleine roeden akkerland achter Grijzegrubben, afgetrokken een roede vijf voet voor het voetpad, grenzend aan Jan Cremers, Willem Bruls, Willem Canisius, Jan Ramaekers en Jan Limpens.Iedere kleine roede kostte 18 stuivers.[32]
Op 14 januari 1700 verklaarde Leonaert Limpens dat hij op 4 december 1698 aan schepen Jacob Meijs 122,5 kleine roeden land in de Eertgrubbe, grenzend aan Willem Bruls, Jacob Hautvast en Claes Coenen, verkocht had. Iedere kleine roede kostte 25 stuivers. Jacob Meijs droeg dit land bij surrogatie over aan Jan Curfs, gehuwd met Catharina Bruls.[33]
Op 28 juni 1700 verkocht Joanna Limpens, enige dochter van wijlen Peter Limpens, aan Jacob Meijs ca. anderhalve zil akkerland op de Deugniet, grenzend aan de erfgenamen Willem Coumens en de koper, hoofdzijden de grubbe en de erfgenamen Vaes Haemers, voor 25 pattacons.
Het geld werd ter plekke overhandigd aan Geret Hennen die dit bedrag een jaar eerder aan de verkoopster had voorgeschoten.[34]
Op 27 januari 1701 kocht schepen Jacob Meijs van Gerard Hennen voor 500 gulden een beemd, groot ca. drie morgen en gelegen tegen het varkenbroek (onder Geleen?), grenzend aan Jan Nijpels en Stas Custers, en een halve bunder land, gelegen aan de Wijenweg onder Nuth, grenzend aan de vloedgraaf en de erfgenamen Vaes Limpens.[35]
Op 5 februari 1701 verkocht Gerard Hennen, gehuwd met Meijcken Limpens, aan Jacob Meijs, gehuwd met Catharina Nuchelmans, de goederen die hem bij akkoord met de erfgenamen Linten Linpens op 27 januari 1701 waren toebedeeld.
Het ging hierbij om:
a) een halve bunder en 66 kleine roeden land op de Molshaag, grenzend aan heer Negri en de Trichterweg, hoofdzijden heer a Blisia en de erfgenamen Peter Limpens;
b) 858 kleine roeden land op de Driesschen, grenzend aan de erfgenamen Mathis Rameckers en de koper, hoofdzijden erfgenamen Mathis Rameckers en Aret Caldenbergh;
Het geheel werd verkocht voor 1250 gulden.[36]
Jacobus Meijs staat met een aantal andere welvarende dorpsgenoten garant voor een lening van 800 rijksdaalders of 3200 gulden. Deze lening was door schout Protin, op bevel van de Heer van Nuth, op 21 september 1705 gesloten met heer Frencken van Maastricht. Het geld werd overhandigd aan de ontvanger van het land van Valkenburg en was bestemd om de belastingverplichtingen van de gemeente te voldoen.
Deze actie was noodzakelijk omdat de inwoners van Nuth op 7 augustus van dat jaar door een enorme hagelbui getroffen waren. Daardoor was de oogst goeddeels verwoest en hadden ook vele huizen schade opgelopen.
De verarmde bevolking kon nu de belasting niet betalen, waardoor de welgestelden moesten bijspringen.[37]
Uit een akte van 3 november 1713 bleek dat Jacob Meijs in 1698 aan Abraham Japin 400 gulden betaald had. Peter Mulkens nam op genoemde 3 november 1713 een lening op en betaalde hieruit 400 gulden aan Peter Meijs, handelend namens zijn zieke vader.[38]
Gehuwd voor de kerk op 27-jarige leeftijd op 4 februari 1671 te Nuth met Catharina NUCHELMANS, 24 jaar oud, gedoopt op 8 september 1646 te Nuth (getuige(n): [geen doopgetuigen vermeld]), er wordt geen naam vermeld! Het is derhalve niet zeker dat Catharina op deze dag gedoopt is, begraven op 17 september 1703 te Nuth op 57-jarige leeftijd, dochter van Petrus NUCHELMANS en Mella WIJNGAERTS.
Buitenechtelijk kind:

  • 1. Cornelia, gedoopt op 15 juli 1671 te Nuth (getuige(n): Maria Tonissen), buitenechtelijk, dochter van Catharina WOLFFS.

Uit het huwelijk met Catharina Nuchelmans:

  • 2. Paulus (zie IV.38).
  • 3. Mechtildis, gedoopt op 13 augustus 1673 te Nuth (getuige(n): Joannes Coumans, Mechtildis Hermans), overleden op 20 december 1742 te Ophoven-Oirsbeek op 69-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 20-jarige leeftijd op 7 februari 1694 te Nuth (getuige(n): Hilgerus Fabritius, Maria Meijs), met toestemming van de pastoor van Oirsbeek met Joannes HENNEN, overleden op 28 december 1729 te Ophoven-Oirsbeek, zoon van Gerardus HENNEN, schepen, en Maria LIMPENS.
{Hij was eerder gehuwd voor de kerk op 3 februari 1684 te Schinnen met Elisabeth PIJLS, 23 jaar oud, gedoopt op 19 september 1660 te Schinnen, overleden op 4 juni 1688 te Schinnen op 27-jarige leeftijd, dochter van Paschasius PIJLS en Catharina PIJLS.}

  • 4. Petrus, gedoopt op 23 oktober 1675 te Nuth (getuige(n): Laurentius Cremers, Elisabetha Nuchelmans), overleden 1676/1681
  • 5. Maria, gedoopt op 9 december 1676 te Nuth (getuige(n): Nicolaus Coenen, Anna Swanemans)
  • 6. Margaretha, gedoopt op 1 december 1680 te Nuth (getuige(n): Henricus Vroemen, Maria Cathagens), overleden 1680/1686
  • 7. Petrus, gedoopt op 16 januari 1682 te Nuth (getuige(n): Joannes Leunis, Anna Hermens), overleden 1682/1688
  • 8. Catharina, gedoopt op 15 augustus 1683 te Nuth (getuige(n): Nicolaus Walen, Ida Smeets), overleden op 14 februari 1776 te Grijzegrubben-Nuth op 92-jarige leeftijd, begraven op 17 februari 1776 te Nuth.

Gehuwd voor de kerk op 23-jarige leeftijd op 9 januari 1707 te Nuth (getuige(n): Joes Hautvast, Guilh. Scheepers) met Mathias HAUTVAST, schepen, geboren ca. 1675 te Nuth, overleden op 6 november 1746 te Nuth, zoon van Mathias HAUTVAST, schepen, en Anna HAGENS.

  • 9. Margaretha, gedoopt op 29 april 1686 te Nuth (getuige(n): Max. Scheepers namens Petrus Willems, Maria Meijs), dochter van Jacobus MEIJS (zie III.18) en Catharina NUCHELMANS.
  • 10. Jacobus, gedoopt op 20 oktober 1687 te Nuth (getuige(n): Matthias Renckens, Agnes Gruijls)
  • 11. Petrus (zie IV.50).
  • 12. Christianus, gedoopt op 16 september 1691 te Nuth (getuige(n): Gerardus Horstmans, Catharina Roebroeks)


Generatie IV

IV.16 Paulus MEIJS, gedoopt op 17 september 1664 te Nuth (getuige(n): Arnoldus Hermens), overleden op 27 juni 1752 te Grijzegrubben-Nuth op 87-jarige leeftijd, senex, ouders vermeld in LvO 1756, 136r-137r (1 mei 1677/14 juli 1698), zoon van Judocus MEIJS (zie III.14) en Anna HERMENS.
Gehuwd (1) ca. 1697 met Catharina HAMERS, geboren ca. 1660, overleden op 27 maart 1722 te Nuth. Trineken Hamers, dochter van Servatius HAMERS en Joanna CROUSEN.
Gehuwd voor de kerk (2) op 59-jarige leeftijd op 29 oktober 1723 te Nuth (getuige(n): Matthias Hautvast, Joannes Pricken en vele anderen!), viduus et vidua met Catharina SLANGEN, geboren ca. 1660, overleden op 30 september 1730 te Grijzegrubben-Nuth, dochter van Petrus SLANGEN en Christina ROEX.
Op 18 februari 1728 regelde Catharina Slangen, in tweede huwelijk met Paulus Meijs, "onvoorsien van wettige lijfserven" haar nalatenschap. Zij schonk aan Leonardus Slangen, zoon van haar broer, al haar erfgoederen. Voorwaarde was wel dat hij een schuld van 150 gulden over zou nemen en zijn tante in ziekte en nood zou bijstaan. Aan Joannes Slangen [achternaam doorgehaald en gewijzigd in Bruls!], zoon van haar broer, verwekt bij Encken Peters, schonk zij 60 kleine roeden in het Grijzegrubberveld "achter de broonsbergh", grenzend aan Joannes Horstmans en de erfgenamen Matthijs Hautvast.[39]
{Zij was eerder gehuwd voor de kerk febr. 1693 te Nuth (getuige(n): de koster) met Nicolaus TIETZ, overleden op 14 december 1722 te Grijzegrubben-Nuth.}
Uit het eerste huwelijk:

  • 1. Servatius, gedoopt op 16 april 1698 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Ruijters, Mechtild Hermens namens Catharina Nuchelmans), overleden op 4 oktober 1769 te Helle-Nuth op 71-jarige leeftijd.

Op 9 mei 1752 werd voor de schepenbank Nuth een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Caris te Maastricht op 22 april 1752.
Servatius Meijs, bejaard jonkman en wonend te Grijzegrubben onder Nuth, verklaarde 100 dukaten of 500 gulden tegen 4,5% geleend te hebben van de armentafel van Sint Maarten te Maastricht.
Tot onderpand stelde hij zijn onverdeelde helft in de volgende, onder Nuth gelegen, onroerende goederen:
a) ca. drie morgen huis, weide en koolhof te Grijzegrubben, genaamd "op den Bergh", grenzend aan Leonard Smeets en Hendrick van Loe, hoofdzijde de weg, waarvan een morgen bezwaard voor een jaargetijde;
b) 50 kleine roeden weide te Terstraten, grenzend aan Hendrick Eggen en Joannes Frissen;
c) een morgen akkerland in het Grijzegrubberveld op de Trichterweg, grenzend grenzend aan Joannes Beckers en de Trichterweg, hoofdzijde de Witheggerweg;
d) een morgen akkerland aan de Heuvel, grenzend aan Leonard Slangen en Leonard Smeets, uitschietend op de Sittarderweg;
e) een morgen akkerland op de Houwenast, grenzend aan de erfgenamen Nelis Cremers en Peter Meijs, aanpalend de Houwenasterweg;
f) een morgen en tien kleine roeden akkerland op de Beckerweg, grenzend aan weerszijden aan Claes Coenen, hoofdzijde de erfgenamen Leonard Limpens;
g) 60 kleine roeden akkerland "in de Swaertcuijl", grenzend aan Jan Heijnen en Hendrick Eggen;
h) een morgen en tien kleine roeden akkerland aldaar gelegen, grenzend aan Leonaerd Smeets en Wijnand Habets, hoofdzijde Gerardus Timmers;
i) 60 kleine roeden land "aen het witgen", grenzend aan Nicolaes a Campo;
j) 323 kleine roeden akkerland in de Withegge, aan weersijden grenzend aan Wijnand Habets, hoofdzijde Joannes Meijs;
k) 60 kleine roeden land op de Kempkensweg, grenzend aan goederen van de pastorie van Wijnandsrade en de Kempkensweg;
l) een morgen beemd op de Pesch, grenzend aan secretaris Jacob Bavo Meijs en de weduwe Canisius, hoofdzijde de beek;
m) een morgen beemd aldaar gelegen, grenzend aan Joannes Frissen en Herman Snackers.
Paulus Meijs, zijn vader, weduwnaar van Catharina Hamers, had ten behoeve van deze lening op 18 april 1752 de tocht gedood opdat zijn zoon deze lening kon opnemen.[40]
Op 18 november 1760, ten overstaan van notaris Swildens, werd een goederenruil gesloten tussen Servaes Meijs, gehuwd met Maria Crijns, wonend te Helle onder Nuth, en Johannes Hermans, pachter op hof Gitsbach onder Heerlen en gehuwd met Cath. Meens.
Servaes Meijs droeg de volgende percelen akkerland over:
a) 114 kleine roeden aan de Houvenasterweg bij Grijzegrubben, grenzend aan de weduwe Cremers en Jacobus Drummen, hoofdzijde de Houvenasterweg;
b) 102 kleine roeden aldaar omtrent gelegen op de drie morgen, westwaarts Wijnandus Habets, oostwaarts erfgenamen Paulus Meijs, hoofdzijde Gabriel Limpens;
c) 59 kleine roeden aldaar omtrent gelegen "in de swartcoul", grenzend aan Dirck Loenissen en de weduwe Heijnen, hoofdzijde de overste wijenweg.
In ruil gaf Johannes Hermans twee percelen akkerland:
a) 100 kleine roeden nabij Helle op het Hagenbos in het Putterveld, grenzend aan Johannes Sijben en Leonard Habets, hoofdzijde de weg;
b) 100 kleine roeden in het Hunnecummerveld op de Knippert, grenzend aan Claes Hermans en Leonard Ceulen, hoofdzijden Claes Hermans en de weg, zijnde laatgoed onder Wijnandsrade.
Vanwege de meermaat gaf Johannes Hermans nog 93 gulden en vijftien stuivers.
De goederen die Meijs overdroeg waren nog belast met 50 gulden aan de Biessen te Maastricht en werden zonder korting overgenomen door Hermans.
Er werd afgesproken dat het kaf en stro op het land bleef bij degene die het land in de ruil had ingebracht.[41]
Gehuwd voor de kerk op 60-jarige leeftijd op 19 juni 1758 te Nuth met Maria CRIJNS, 56 jaar oud, gedoopt op 25 augustus 1701 te Schin op Geul, overleden op 26 december 1791 te Helle-Nuth op 90-jarige leeftijd, begraven op 27 december 1791 te Nuth, dochter van Laurentius CRIJNS en Maria HUNTGENS.
Zij wordt op 12 juni 1764 genoemd in het testament van haar broer Frans Crijns.[42]
Op 6 oktober 1770 sloot Maria Crijns, weduwe Joannes Sijben, een overeenkomst met Benedictus Wielen, gehuwd met Helena Meijs. Maria Crijns verklaarde vanwege haar ouderdom niet meer in staat te zijn haar goederen zelf te onderhouden. Benedictus Wielen en zijn vrouw zouden in haar huis te Helle komen wonen en haar goederen mogen gebruiken, mits er sprake was van goed onderhoud en betaling van de cijnsen. Bovendien droeg zij al haar roerende goederen over. In ruil zouden zij Maria Crijns verzorgen en na haar dood haar begrafenis regelen. De begrafenis zou echter wel betaald worden uit de onroerende goederen die, zoals op 11 maart 1740 testamentair vastgelegd was, zouden gaan naar de pastoor van de parochie Nuth.[43]
{Zij was eerder gehuwd voor de kerk op 30-jarige leeftijd op 4 juni 1732 te Nuth (getuige(n): Joannes Pricken, Adam Gossens) met Joannes SIJBEN, overleden op 21 maart 1757 te Helle-Nuth.}

  • 2. Anna Maria, gedoopt op 9 december 1699 te Nuth (getuige(n): Nicolaus Hermans namens Joannes Hamers, Agatha Meijs namens Judith Wijngaerts).
  • 3. Bavo, gedoopt op 14 maart 1701 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Schepers namens Wolterus Bosch, Mechtild Hermans namens Anna Tribels).
  • 4. Paulus (zie V.5).


IV.23 Michael MEIJS, halfwin hof Kunrade, gedoopt op 2 oktober 1667 te Nuth (getuige(n): Jacobus Meijs, Margaretha Huntgens e.v. Henricus Meijs), zoon van Laurentius MEIJS (zie III.16) en Mechtildis HERMANS.
Op 17 mei 1701 werden op verzoek van Michiel Meijs, halfwin van hof Kunrade, door de schepenen van Heerlen diverse landerijen van hof Kunrade gevisiteerd.
Daarbij bleek een groot deel van de gewassen in slechte staat te zijn.[44]
Op 29 december 1723 leende Michiel Meijs, gehuwd met Maria Crampen(!), 100 pattacons tegen 5% van Jan Jacob de Heldevier, en stelde tot onderpand zijn huis, hof en weide op de Drieschen onder Nuth, groot 147 kleine roeden en grenzend aan de Stratenerweg, Reinier Crijns, de weide van Cornelia Meijs, het huis van Reinier Crijns en Peter Cremers; 81 kleine roeden weide, genaamd de Nieuweweide, grenzend aan Mathijs Hautvast, Ercken Hermens en de Nieuwe Weg; 92 kleine roeden land nabij de Drieschen achter de Berg, grenzend aan Geurt Snackers, Reinier Crijns en de Bergerhof.[45]
Op 24 oktober 1726 verkocht Michiel Meijs, inwoner van Heerlen en gehuwd met Maria a Campo, 150 kleine roeden akkerland "de bastaert" te Terstraten onder Nuth, grenzend aan Peter Eggen en Leonaert Limpens. De koper, Merten a Campo, gehuwd met Meijken Meijs, betaalde 25 stuivers per kleine roede.[46]
Gehuwd met Maria a CAMPO, gedoopt op 23 oktober 1671 te Heerlen, dochter van Merten MERTENS (ALIAS a CAMPO) (a Campo) en Heriberta HAGELSTEIN.[47]
Uit dit huwelijk:

  • 1. Maria Heriberta, gedoopt op 19 april 1696 te Heerlen (getuige(n): Gulielmus a Campo, Anna a Campo), overleden op 11 maart 1735 te Nuth op 38-jarige leeftijd.

Ondertrouwd op 6 januari 1720 te Heerlen, bruidegom van Ubachsberg, bruid van Kunrade, gehuwd voor de kerk op 23-jarige leeftijd op 21 januari 1720 te Heerlen met Joannes BOCKEN, 28 jaar oud, gedoopt op 26 december 1691 te Voerendaal (getuige(n): Godefridus Wilhelmus Ubaghs, Elisabetha Feuren), overleden op 13 januari 1750 te Driessen-Nuth op 58-jarige leeftijd, zoon van Laurentius BOCKEN en Maria UBACHS.
{Joannes Bocken is later gehuwd voor de kerk op 48-jarige leeftijd op 18 oktober 1740 te Nuth (getuige(n): Godefridus Maes, Gerardus Daemen). Joannes Bocken viduus met Agnes DORMANS, 30 jaar oud, gedoopt op 15 december 1709 te Schinnen, overleden op 21 april 1757 te Terstraten-Nuth op 47-jarige leeftijd, dochter van Servatius DORMANS en Barbara COUMANS.}

  • 2. Mechtildis, gedoopt op 16 juni 1697 te Heerlen (getuige(n): Martinus a Campo, Mechtildis Hermens).
  • 3. Anna, gedoopt op 6 januari 1699 te Voerendaal (getuige(n): Theodorus Habets namens Joannes Limpens, Barbara Frens namens Catharina a Campo).
  • 4. Petrus Laurentius (zie V.11).
  • 5. Anna Isabella, gedoopt op 13 september 1701 te Voerendaal (getuige(n): Theodorus Habets namens Bernardus Bunn, Ida Rietraet namens vrouwe Anna Isabella van Schaesbergh), overleden op 9 januari 1788 te Kerkrade op 86-jarige leeftijd, anno aetatis 87.

Op 29 mei 1788 werd voor de schepenbank Heerlen een akte gerealiseerd, opgestels door notaris Cotzhuijsen op 16 mei 1788.
De gezamenlijke erfgenamen van Isabella Meijs, weduwe Jacobus Voraetsen, verkochten aan Wilh. Mertens, halfwin in het Leen en gehuwd met Johanna Maria Merckelbag, 123 en driekwart kleine roeden land in het Keulserveld op de Wolfskuil, oostwaarts Willem Boest, zuidwaarts het voetpad, noordwaarts de Scheijterweg, voor 37 kronen.
De last van 13 malder rogge en 14 malder haver in de Staatsdomeinen werd niet gekort op de koopsom.
De erfgenamen waren:
1) Machiel Meijs, halfwin van Driesch en gehuwd met Maria Catharina a Campo, die zijn broers en zussen in de verkoop vertegenwoordigde;
2) Martinus Meijs, wonend in Henegouwen en gehuwd met Maria Cecilia Dubois;
3) Henricus Spierts, inwoner in de Drek, mede voor de kinderen van Catharina Meijs;
4) Joannes Meijs, halfwin van Put, mede voor zijn broer en zus en namens Joannes en Hubertus Meijs van Swier en Anna Meijs, gehuwd met Willem Ruijters, en Machiel Meijs;
5) Christoffel Colacker [= Quaetackers] te Hoensbroek en Leonard Eurlings van Nuth namens Hubertus Meijs.[48].
Gehuwd voor de kerk (1) op 46-jarige leeftijd op 2 december 1747 te Kerkrade met Joannes SCHWARTZ, overleden op 17 maart 1754 te Kerkrade.
Gehuwd voor de kerk (2) op 53-jarige leeftijd op 17 januari 1755 te Schaesberg met Jacobus VORAGE, overleden op 19 september 1779 te Schaesberg.

  • 6. Martinus (zie V.17).
  • 7. Joannes (zie V.19).
  • 8. Michael (zie V.21).
  • 9. Cornelia, gedoopt op 15 augustus 1707 te Voerendaal (getuige(n): Theodorus Habets namens E.H. Cuipers kanunnik St.-Albert, Catharina Jongen namens Cornelia Meijs), overleden op 22 januari 1768 te Voerendaal op 60-jarige leeftijd.

Ondertrouwd op 12 oktober 1737 te Heerlen (getuige(n): Helger Heuts, Elisabeth Meis), jongeman van Voerendaal, jongedochter van Kunrade, gehuwd voor de kerk op 30-jarige leeftijd op 27 oktober 1737 te Heerlen met Wilhelmus RAVEN, 42 jaar oud, gedoopt op 29 mei 1695 te Wijnandsrade (getuige(n): Hilgerus Heuts, Christina Eggen), overleden op 14 januari 1768 te Voerendaal op 72-jarige leeftijd, zoon van Wilhelmus RAVEN en Judith HEUTS.

  • 10. Paulus (zie V.25).
  • 11. Elisabetha, gedoopt op 5 april 1710 te Voerendaal (getuige(n): Theodorus Habets namens Theobald a Campo, Mechtildis Meijs), overleden op 3 februari 1764 te Voerendaal op 53-jarige leeftijd, innupta.
  • 12. Wilhelmus (zie V.28).
  • 13. Petrus, gedoopt op 8 september 1713 te Voerendaal (getuige(n): Theodorus Habets namens Petrus Scetters, Maria Palmen namens Mechtildid Lumpens).
  • 14. Theodorus, gedoopt op 16 november 1714 te Voerendaal (getuige(n): Theodorus Habets namens Theodorus Dautzenbergh).
  • 15. Catharina, gedoopt op 7 juni 1716 te Voerendaal (getuige(n): Theodorus Habets namens Martinus Meijers, pastoor te Voerendaal, Elisabeth Scull), overleden op 2 april 1768 te Craubeek-Klimmen op 51-jarige leeftijd.

Ondertrouwd op 3 januari 1739 te Heerlen, jm en jd van Kunrade, gehuwd op 22-jarige leeftijd op 18 januari 1739 te Heerlen, gehuwd voor de kerk op 9 januari 1739 te Voerendaal met Theodorus SENDEN, 22 jaar oud, gedoopt op 21 februari 1716 te Voerendaal, overleden op 2 september 1807 te Ham-Kerkrade op 91-jarige leeftijd, als leeftijd werd 94 jaar gegeven; ouders niet vermeld, zoon van Theodorus SENDEN en Maria TUMMERS.

IV.29 Hermanus MEIJS, gedoopt op 3 oktober 1673 te Nuth (getuige(n): Joannes Dremmen, Joanna Caris), overleden op 15 januari 1756 te Terstraten-Nuth op 82-jarige leeftijd, zoon van Laurentius MEIJS (zie III.16) en Mechtildis HERMANS.
Op 14 maart 1712 kocht Hermen Meijs, gehuwd met Heleen Hautvast, 183,5 kleine roeden land nabij Lambrichtsweide in het Horenveld te Nuth, grenzend aan Jan Moberts, Ercken Bemelmans, Lins Heuts en de rein naar Aalbeek, voor twintig stuivers per kleine roede van schepen Frans Crijns.[49]
Op 8 december 1714 kocht Hermen Meijs, gehuwd met Helena Hautvast, ten overstaan van notaris G. Schaepen, van de advocaten Willem Philip Veugen en Joan Baptist Leufkens, gelijk zij hem op 9 september 1714 hadden overgedragen, een huis met hof en landerijen te Terstraten, welke goederen hij reeds in pacht had, voor 950 rijksdaalders.[50]
Op 5 mei 1718 (vastgelegd op 6 maart 1719) kocht Hermen Meijs, gehuwd met Helena Hautvast, van zijn broer Paulus, gehuwd met Windelinde Vroomen, een halve bunder land aan de Trichterweg, grenzend aan Thijs Eggen, Lenart en Jan Limpens; 101 kleine roeden en acht voet land op het Helleveld tussen de weduwe Geurt Hermens, Jan Limpens en Mathijs Eggen; en een halve morgen aldaar tussen Geurt Snackers, Jan Limpens en Hermen Meijs. Hij betaalde in totaal 300 gulden.[51]
Op 31 maart 1719 leende Mathias, zoon van bankier Hendrik Boomhouer uit Maastricht, 900 rijksdaalders tegen 5% aan Hermen Meijs, gehuwd met Helena Hautvast, Peter Meijs, gehuwd met Maria Weusten, Mathijs Hautvast, gehuwd met Helena Meijs en Joannes Hautvast, gehuwd met Sophia Gorissen. Een juridisch geschil omtrent deze lening werd op 6 juli 1737 geschikt.[52]
Op 15 september 1722, ten overstaan van notaris Brull, leenden Hermen Meijs, gehuwd met Helena Hautvast, Peter Meijs, gehuwd met Maria Weusten en Mathijs Hautvast, gehuwd met Helena Meijs, 600 rijksdaalders tegen 6% van Henricus Boomhouer, burger en bankier van Maastricht.[53]
Op 2 augustus 1724, ten overstaan van notaris Brull, leende Hermen Meijs, gehuwd met Heijleken Hautvast, 350 rijksdaalders van bankier Hermanus Boomhouwer en borgde met zijn huis, hof en landerijen te Terstraten. Van deze lening werd op 14 maart 1782 door zijn nakomelingen 200 gulden afgelost. Omdat zij onvermogend waren werd de rest kwijtgescholden.[54]
Op 13 maart 1727 verkocht Herman Meijs, gehuwd met Helena Hautvast, aan Nijst Aloffs 182 kleine roeden weiland te Grijzegrubben, grenzend aan Jan Slangen, heer Keutten en Nijst Aloffs, afkomstig uit de erfenis van zijn schoonvader Mathias Hautvast, voor drie gulden per kleine roede.[55]
Op 10 maart 1730 verkocht Hermen Meijs, gehuwd met Helena Hautvast, zijn zesde deel uit het schoonouderlijk huis te Grijzegrubben met de huiswei aan Pieter Meijs, inwoner van Hulsberg en gehuwd met Maria Weusten, voor 250 gulden.[56]
Op 18 april 1730 leenden Herman Meijs, gehuwd met Helena Hautvast, en zijn zwager Mathijs Hautvast, gehuwd met Catharina Meijs, van Frederik Willem van Wijlre Terworm, deken van de OLV-kerk van Aken, 200 oude Franse pistolen of Louis d'or ten behoeve van hun schapenhandel. Herman Meijs stelde tot borg circa negen bunders in twee stukken land in het Helleveld, grenzend aan land van Geurt Snackers. Matthijs Hautvast borgde met 3,5 bunder land op de zevenmorgen, grenzend aan Johan Kremer en Paulus Leunissen; en voorts met 2,5 bunder land aan de Tienvrij, grenzend aan Vaes Dormans en Geurdt Kremers.[57]
Op 17 mei 1731 leenden zij wederom geld van voornoemde deken. Nu namen zij 600 rijksdaalders op tegen 5% rente. Herman Meijs stelde nu zij huis, hof, tuin en huiswei te Terstraten, groot vijf morgen, alsmede 250 kleine roeden beemd, grenzend aan de weduwe Jan Cremers, en 150 kleine roeden land, grenzend aan Jacob en Paulus Meijs, tot onderpand. Mathijs Hautvast borgde met zijn huis, hof, tuin en huiswei te Terstraten, groot een bunder; met een bunder weide, grenzend aan Peter en Michiel Meijs; drie bunder weide "de houvenast", grenzend aan Jan Drummen en Jacob Meijs.[58]
Op 9 oktober 1731 leenden zij vierhonderd pattacons tegen 5% van licenciaat van der Meer, gehuwd met Maria Elisabeth Canisius. Hermen Meijs stelde tot borg drie percelen in de Withegge met een oppervlak van ongeveer drie bunders. Een bunder grensde aan Nijst Alofs en Jan Slangen, een halve bunder grensde aan de erfgenamen Leonard Curffs en de weduwe Jan Cremers, en een bunder grensde aan de Bekkerweg, Leonaert Limpens en Geurt Snackers. Matthijs Hautvast borgde met ca. drie bunder akkerland aan de Waterkuil, grenzend aan de erfgenamen Matthijs Rentgens, Arnold Bemelmans en aan Servaes Vroemen en de erfgenamen Schaesbergh.[59]
Op 29 mei 1732 leenden Hermen Meijs en Mathias Hautvast 1500 rijksdaalders van luitenant-kolonel Jean Jacques Heldevier. Hermen Meijs verhypothekeerde zijn huis, hof en weide, groot anderhalve bunder, grenzend aan Geurt Snackers en Jan Limpens; alsmede ruim vijf bunder land achter de huisweide, grenzend aan Geurt Snackers en Lenaert Limpens. Mathijs Hautvast borgde met drie bunder weide "Overweijde", grenzend aan Giel Cremers en Hendrick Drummen; verder met zijn huis, moestuin en weide, groot een bunder, grenzend aan Vaes Dormans en Jan Drummen; voorts met een bunder weide "de Neij", grenzend aan Giel en Peter Meijs; en tenslotte twee bunder akkerland "in de Swartcuijl", grenzend aan Jacob Bemelmans en Gerard Keuten.[60]
Op 16 februari 1734 leenden zij van dezelfde Heldevier 400 pattacons, getuige een wisselbrief die op 6 juli 1737 bij notaris Hupkens te Maastricht t.b.v. de erven Heldevier werd bevestigd.
Hermen Meijs borgde met 221 kleine roeden beemd te Terstraten, grenzend aan Peter Eggen en de weg; anderhalve morgen weide in de Veltweide, grenzend aan Geurt Snackers en Nicolaes Coenen; en anderhalve morgen in de Bergweide, grenzend aan Leonaerd Limpens en Peter Eggen.
Mathijs Hautvast borgde met drie bunder weide "Overweijde", grenzend aan Giel Cremers en Hendrick Drummen; verder met zijn huis, moestuin en weide, groot een bunder, grenzend aan Vaes Dormans en Jan Drummen; voorts met een bunder weide "de Neij", grenzend aan Giel en Peter Meijs; verder met twee bunder akkerland "in de Swartcuijl", grenzend aan Jacob Bemelmans en Gerard Keuten; voorts met ca. twee morgen beemd, gelgen aan de Narregats, grenzend aan juffrouw Canisius en Hans Wolter van Schaesbergh; anderhalve morgen beemd "op de Pesch", grenzend aan Vaes Vroemen en de straat; en tenslotte 2,5 morgen akkerland "de Paltsman", grenzend aan Jan Cremers en Nicolaes Coenen.[61]
Op de genachting van de schepenbank Nuth op 29 november 1734 klaagde Herman Meijs Vaes Bemelmans van Spaubeek aan. Bemelmans zou een schaap van Meijs zonder toestemming weggenomen hebben.[62]
Op 30 maart 1735 verkocht Hermen Meijs, gehuwd met Helena Hautvast, aan Gerard Keutten, burger van Maastricht en gehuwd met Anna Hautvast, 156 kleine roeden land aan de Bachgrubbe in het Grijzegrubberveld tussen Gerard Keutten en de erven Schaesbergh, voor 21 stuivers per kleine roede. De op het land wassende tarwe zou naar de verkoper gaan, die ook beloofde de schat over 1735 te betalen.[63]
Op 24 februari 1736 verkocht Herman Meijs, gehuwd met Helena Hautvast, aan Reijner Crijns, gehuwd met Mechtild Meijs, in totaal 381 kleine roeden land voor twee schillingen per kleine roede, te weten 75 kleine roeden tussen Peter Bouts en Servaes Vroemen, 131 kleine roeden tussen weduwe Canisius en Joannes Hautvast, genaamd Disteldries, 100 kleine roeden naast de weduwe Hautvast en erven Jacob Hautvast, en 75 kleine roeden aan de Sittarderweg naast de erven Lintgen Hermans.[64]
Op 6 juli 1737 verschenen voor notaris Thielen Mathijs Boomhouer Hendrix burger en bankier van Maastricht enerzijds, en Mathijs Hautvast, gehuwd met Catharina Meijs, inwoner van Nuth, Sophia Gorissen, weduwe Johan Hautvast, eveneens van Nuth, Herman Meijs, gehuwd met Helena Meijs, ook van Nuth, en Pieter Meijs, wonend te Hulsberg en gehuwd met Maria Weusten, anderzijds.
Tussen partijen was voor de schepenbank Klimmen protest ontstaan over een lening van 900 rijksdaalders, gepasseerd voor notaris Brull op 31 maart 1719 en gerealiseerd voor de schepenbank Klimmen op 28 mei 1736.
Er werden nu borgstellingen gedaan.[65]
Op 18 juli 1744 verkocht Herman Meijs, gehuwd met Helena Hautvast, aan zijn zwager Reijner Crijns, gehuwd met Mechtild Meijs, de volgende vijf goederen:
a) 142 kleine roeden aan de Witheggergraaf, grenzend aan de erfgenamen Leonaert Limpens, Claes Hermens en Nijst Alofs;
b) 226 kleine roeden in de Withegge, grenzend aan Gerard Keutten
c) 108 kleine roeden aan de Beckerweg en Maastrichterweg, grenzend aan de erfgenamen Leonaert Limpens en Paulus Meijs;
d) 106 kleine roeden beemd "lattenbempt", grenzend aan Leonaerd Slangen, de erfgenamen Leonaerd Limpens en Reijner Crijns;
e) 70 kleine roeden beemd op de Pesch, grenzend aan Paulus Meis en Jacob Bavo Meijs, belast met twee molster haver in de cijnskaart van Amstenrade.
Reijner Crijns betaalde voor de 106 kleine roeden beemd 30 stuivers per kleine roede en voor de overige kleine roeden elk 36 stuivers.[66]
Op 24 juli 1750, ten overstaan van notaris L'Allemand, verklaarden Mathijs Meex, 86 tot 87 jaar oud, inwoner van Nierhoven en weduwnaar van Maria Schettjens, eertijds burgemeester van Nuth, Paulus Leunis, inwoner van Grijzegrubben, gehuwd met Agnes Boesten en 69 jaar oud, alsmede Herman Meijs, inwoner van Terstraten, gehuwd met Helena Hautvast en 76 tot 77 jaar oud, ter rekwisitie van de heer van Nuth, baron van Eijnatten, dat zij nog nooit hadden gehoord van een stemrecht van de inwoners van Vaesrade bij de benoeming van een koster in de parochie Nuth. De akte gaat verder in op de procedure van de kosterbenoeming.[67]
Op 3 oktober 1750 legden Hermen Meijs en zijn zieke echtgenote Helena Hautvast hun testament vast. Aan zoon Laurens werd, wegens een bedrag van 100 gulden dat hij hun had voorgeschoten, anderhalve morgen weide "de veltweide" te Terstraten gelegen, gegeven. Hun dochter Lijsken kreeg anderhalve morgen weide "de Berghweide aen het valderen" te Terstraten. Joseph Meijs kreeg een morgen akkerland op het Helleveld tussen Thevis Hermans en Joannes Meijs. Dochter Sijcken Meijs zou voor haar goede zorgen twee van de beste koeien krijgen.[68]
Op 24 april 1752 verkocht Hermen Meijs, gehuwd met Helena Hautvast, aan Nicolaes a Campo, gehuwd met Anna Hermens, 153 kleine roeden in de veldweide te Terstraten, oostwaarts Lens Limpens, westwaarts Nicolaes a Campo, voor 51 stuivers per kleine roede.[69]
Op de genachting van de schepenbank Nuth van 9 april 1753 bleek dat Herman Meis (sic!) 350 gulden rente achterstallig was, lopende vanaf 2 augustus 1745. Deze rente stond op een lening verstrekt door de heer Boomhouer (zie hierboven onder 4 augustus 1724), die nu nog 1000 gulden groot was. Boomhouwer eiste betaling van de schuld, hetgeen werd toegezegd.[70]
Op 17 augustus 1753 gaven de kinderen van Herman Meijs, weduwnaar Helena Hautvast, (te weten Laurens Meijs, gehuwd met Margaretha Donners, Joseph Meijs, gehuwd met Ida Raven, de ongehuwde Sophia [hier wordt Lucia bedoeld!] Meijs, en Claes Coenen, gehuwd met Anna Mechtildis Meijs) aan hun vader toestemming de lening van 1500 gulden die hij van wijlen de deken Wijlre Terworm had ontvangen middels een lening voor hetzelfde bedrag van de pastoor van St.-Maarten te Wijk, aan de erfgenamen van de deken af te lossen.[71]
Op 18 augustus 1753 werd deze lening notarieel vastgelegd. Negen bunder land in het Helleveld werden tot onderpand gesteld.[72]
Op 8 januari 1756 schonk Hermen Meijs aan zijn dochter Lucia een levend schaap, drie tinnen schotels, een half dozijn telloren, een bed met toebehoor, de zijen pot met de grote ijzeren ketel, het vuurijzer met toebehoor en de middelste koperen ketel.[73]
Op de genachting van de schepenbank Nuth van 22 november 1756 werden de goederen van wijlen Hermen Meijs publiekelijk verkocht omdat er enorme schulden waren.
a) Joseph Meijs verwierf voor 29 stuivers per kleine roede 424 kleine roeden land op het Helleveld, oost Joannes Beckers, west Geurt Snackers.
b) De heer Roemers verwierf 89,5 kleine roede op het Helleveld "het Kevelke", oost Gabriel Limpens, west Geertruijdt Eggen, voor een gulden per kleine roede.
c) De heer Roemers verwierf 201,5 kleine roede op het Helleveld, oost en west Geurt Snackers, voor een gulden per kleine roede.
d) Joannes Hermans verwierf voor 21 stuivers per kleine roede 392 kleine roeden land "aen de vaert", oost Jan Frissen, west de erfgenamen Th. Hermens.
e) Joannes Beckers verwierf voor 25 stuivers per kleine roede 469 en een kwart kleine roeden land te Helle, grenzend aan Lenart Limpens en Geurt Snackers.
f) De heer Heldevier verwierf voor 2000 gulden het huis met hof, moestuin en weide, circa anderhalve bunder groot, grenzend aan Geurt Snackers en de erfgenamen van Jan Limpens.
g) De heer Heldevier verwierf circa negen morgen land achter de huisweide voor een gulden en veertien stuivers per kleine roede.
Op 11 januari 1757 werd met de kopers afgerekend.[74]
Gehuwd voor de kerk op 30-jarige leeftijd op 30 januari 1704 te Nuth (getuige(n): Guil. Schepers, Mechtildis Meijs) met Helena HAUTVAST, 25 jaar oud, gedoopt op 16 maart 1678 te Nuth (getuige(n): Leonardus Caris, Maria Roussen), overleden op 30 juli 1752 te Nuth op 74-jarige leeftijd, dochter van Mathias HAUTVAST, schepen, en Anna HAGENS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Anna Mechtildis, gedoopt op 17 januari 1705 te Nuth (getuige(n): Jacobus Meijs, Catharina Hautfast namens haar moeder Anna Hagens), overleden op 16 september 1781 te Hellebroek-Nuth op 76-jarige leeftijd, buikloop, begraven op 17 september 1781 te Nuth.

Op 1 december 1766 verkocht Anna Mechtildis Meijs, weduwe Claes Coenen, bijgestaan door haar kinderen, aan Joannes Limpens, gehuwd met Barbara Spijckers, en diens zwager Peter Spijckers, weduwnaar Helena Hermens, 469 kleine roeden akkerland in het Hellebos onder Nuth, oostwaarts Hermen Snackers en Gertruid Eggen, westwaarts Gabriel Limpens en Nicolaes a Campo, hoofdzijde erfgenamen Thevis Hermens. Iedere kleine roede kostte 41 stuivers.
Het land was belast met een vat rogge aan de armen van Nuth. Als betaling werd een lening van 800 gulden, eertijds aan Claes Coenen verstrekt door de E.H. Werden uit Sittard, overgenomen. Het restant werd ter plekke uitbetaald.[75]
Op 4 maart 1768 verklaarde Anna Mechtildis Meijs, weduwe Claes Coenen, dat zij door de grote schulden, door haar man achtergelaten, gedwongen was om onroerende goederen te verkopen. Zij verkocht nu aan de weduwnaar Nicolaes a Campo, ca. anderhalve morgen weiland "Schreursweijde" te Terstraten onder Nuth, grenzend aan Gertruijd Eggen, weduwe Leonaert Limpens, weduwe Joannes Leunissen, weduwe Joannes Frissen en de "hoolkerkweg?", voor twee gulden per kleine roede.[76]
Op 3 november 1769 deed Anna Mechtildis Meijs, weduwe Claes Coenen, afstand van het vruchtgebruik op al haar onroerende goederen, om haar kinderen de vrije hand te geven in het aflossen van de zware schulden. Lambertus en Nicolaes Coenen, hun zwager Joannes Ceulen, gehuwd met Maria Coenen, en hun ongehuwde (schoon)zus Mechtild Coenen, verkochten vervolgens hun erfdelen in huis, hof, weide, moestuin en landerijen te Terstraten onder Nuth, grenzend aan Hermen Snackers en de weduwe Laurens Cremers, aan hun zwager Stas Heuten, gehuwd met Anna Coenen, onder de volgende voorwaarden:
a) Stas Heuten nam een schuld van 1000 gulden, staande op deze goederen, over;
b) Stas Heuten nam alle verdere lasten, staande op deze goederen over;
c) Stas Heuten betaalde aan alle verkopers binnen drie maanden 50 gulden;
d) Stas Heuten zou zijn schoonmoeder de rest van haar leven van kost en kleding voorzien, en na haar dood haar begrafenis regelen. Indien hij of zijn vrouw voor zijn schoonmoeder zou overlijden, of indien zijn schoonmoeder elders zou gaan wonen, zou zij jaarlijks zes pattacons uitbetaald krijgen.[77]
Op 28 november 1769 werd vastgelegd dat, na afstand van het vruchtgebruik door Anna Mechtildis Meijs, het erfdeel van Joannes Cobben, gehuwd met Helena Coenen, voor 18 pattacons verkocht was aan Stas Heuten, gehuwd met Anna Coenen.[78]
Gehuwd voor de kerk op 23-jarige leeftijd op 9 januari 1729 te Nuth (getuige(n): Stephanus Coenen, Laurentius Campo)[79] met Nicolaas COENEN, 33 jaar oud, gedoopt op 25 april 1695 te Nuth (getuige(n): Henricus Boots namens Joannes Haenen, Maria Onnouw), overleden op 12 juli 1766 te Terstraten-Nuth op 71-jarige leeftijd, begraven op 14 juli 1766 te Nuth, zoon van Lambertus COENEN en Anna HAEN(en).

  • 2. Maria, gedoopt op 10 februari 1707 te Nuth (getuige(n): Mathias Hautvast (grootvader), Mechtild Meijs namens haar moeder Mechtild Hermens), overleden op 10 oktober 1736 te Hulsberg op 29-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 26-jarige leeftijd op 5 juli 1733 te Nuth (getuige(n): Arnoldus Raven, Joseph Meijs) met Joannes RAVEN, 28 jaar oud, gedoopt op 27 januari 1705 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Schepers namens Godefridus Meijs, Maria Welsschen), overleden op 27 november 1783 te Helle-Nuth op 78-jarige leeftijd, begraven op 29 november 1783 te Nuth, zoon van Lambertus RAVEN en Maria TIMMERS.
{Hij is later gehuwd voor de kerk 1737/1739 met Maria SNIJDERS, gedoopt op 21 februari 1709 te Wijnandsrade, overleden op 3 april 1797 te Helle-Nuth op 88-jarige leeftijd, 14 Germinal V, dochter van Leonardus SNIJDERS en Gertrudis SCHOUTETEN.}

  • 3. Maria Catharina, gedoopt op 5 augustus 1708 te Nuth (getuige(n): Martinus a Campo, Catharina Hautvast).
  • 4. Josephus (zie V.39).
  • 5. Laurentius (zie V.41).
  • 6. Lucia, gedoopt op 13 december 1715 te Nuth (getuige(n): Mathias Hautvast namens Christiaan Fabri (uit Maastricht), Maria Meijs namens Anna van de Dries), overleden op 26 februari 1780 te Grijzegrubben-Nuth op 64-jarige leeftijd, begraven op 28 februari 1780 te Nuth.
  • 7. Helena, gedoopt op 24 september 1719 te Nuth (getuige(n): Godefridus Snackers namens Joannes Hermens, Cornelia Bosch), overleden op 20 september 1739 te Nuth op 19-jarige leeftijd.
  • 8. Catharina, gedoopt op 23 maart 1721 te Nuth (getuige(n): Reinerus Crijns (pachter op Nieuwenhof), Sophia Gorissen e.v. Joannes Hautvast), overleden op 18 december 1743 te Nuth op 22-jarige leeftijd.


IV.31 Paulus MEIJS, gedoopt op 1 december 1676 te Nuth (getuige(n): Laurentius Meijs senior, Johanna Rameckers) zoon van Laurentius MEIJS (zie III.16) en Mechtildis HERMANS.
Op 19 juli 1696 werd Paulus Meijs mishandeld door Coen Hautvast. Hierover werden verschillende getuigen verhoord. Gertruid Limpens, vrouw van Lens Heuts, verklaarde dat zij, terwijl zij reeds op bed lag, hulpgeroep had gehoord. Zij was met haar dochter naar buiten gegaan en trof op de mestplaats Coen Hautvast met de knecht van Paulus Goossens aan. Coen Hautvast had Paulus Meijs in bedwang. Zij trok de beide mannen uit elkaar. Paulus Meijs vluchtte vervolgens haar huis in en sloot de deur. Coen Hautvast sloeg nu haar dochter en ging vervolgens hard op de deur slaan.
Lijsbet Drummen, dienstmeid van Lens Meijs, verklaarde eveneens dat Coen Hautvast Gertruid, de dochter van Lens Heuts, had geslagen.
Mechtild Hermans, de echtgenote van Lens Meijs, verklaarde dat haar zoon gras was gaan maaien. Zij hoorde hoe hij bij de Bergerbrug zijn zeis stond te slijpen. Coen Hautvast en de knecht van Pauls Goossens kwamen vervolgens voorbij en spraken hem aan waarop haar zoon iets zei als "coen laet mich in vreden"
Zij vreesde dat er ruzie zou ontstaan en riep haar dienstmeid.
Samen zijn ze de mannen tot nabij in 't Horen gevolgd en hebben de vechtenden gescheiden. De knecht heeft haar toen tegen de grond gewerkt waarna hij samen met Coen Hautvast haar zoon tot in het gehucht Horen heeft achtervolgd tot op de mestplaats van Lens Heuts.
Coen riep meerdere keren tegen zijn metgezel "slag hem op de kop"
De echtgenote van Lens Heuts was vervolgens naar buiten gekomen en had Paulus Meijs in haar huis meegenomen om hem te verzorgen.
Coen Hautvast en zijn compaan hadden de vrouw van Heuts en haar dochter ook geslagen.
Zij ondertekende met Mettel Hermans.[80]
Op 16 februari 1712 werd Paulus Meijs van Nuth, ca. 35 jaar oud, burger van Maastricht in het kremersambacht.[81]
Op 19 mei 1715 verkocht Paulus Meijs, burger van Maastricht en gehuwd met Windel Vroomen, ten overstaan van notaris a Cruce te Maastricht, voor 225 gulden zijn zesde deel uit de erfenis van zijn ouders Laurens Meijs en Mechtel Hermens, gelegen in de Berger Driessen te Nuth, aan zijn zwager Reiner Crijns, gehuwd met Mechel Meijs.[82]
Gehuwd voor de kerk op 34-jarige leeftijd op 7 februari 1711 te Sint Martinus Maastricht (getuige(n): Joannes Vroemen, Christianus Hopmans, Catharina Stijns, Maria Vrancken e.v.a.). Paulus Meijs ex Nuth et Windelia Vroemen ex nostra parochia per rubrum sigillum met Windeline VROEMEN, 19 jaar oud, gedoopt op 9 maart 1691 te Sint Martinus Maastricht (getuige(n): Matthias Vrancken loco Gulielmus de Housselt, Mechtild Cupers), dochter van Nicolaas VROEMEN, koopman, en Mechtild VRANCKEN.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Mechtildis, gedoopt op 25 mei 1712 te Sint Jan Maastricht (getuige(n): Sebastianus Donnay namens Laurentius Meijs, Mechtildis Vrencken), brab.
  • 2. Johan Baptist, gedoopt op 23 juni 1715 te Sint Jan Maastricht (getuige(n): Christianus Fabers, Mechtild Vrencken). Leod.


IV.38 Paulus MEIJS, geboren ca. 1672, overleden op 9 mei 1701 te Nuth, broer Petrus, gehuwd met Maria Weusten, zoon van Jacobus MEIJS (zie III.18) en Catharina NUCHELMANS.
Gehuwd voor de kerk op 4 februari 1700 te Nuth (getuige(n): Hermanus Meijs, Petrus Frissen) met Judith FRISSEN, 24 jaar oud, gedoopt op 7 oktober 1675 te Wijnandsrade (getuige(n): Nicolaus Rameckers, Helena Frissen), overleden op 7 maart 1743 te Nuth op 67-jarige leeftijd, dochter van Joannes FRISSEN en Barbara PLUCHMECKERS.
Judith Frissen procedeerde in 1729 tegen de weduwe Geurt Horstmans vanwege achterstallige betaling.[83]
Uit dit huwelijk:

  • 1. Bavo Jacobus, secretaris schepenbank Nuth, gedoopt op 27 februari 1701 te Nuth (getuige(n): Christianus Nuchelmans, Christophorus Wilms namens zijn vader Wilhelmus Wilms, Mechtild Hermans), overleden op 17 januari 1780 te Nuth op 78-jarige leeftijd, begraven op 19 januari 1780 te Nuth.

Genachting 25 januari 1723: Bavo Jacob Meijs, zoon van wijlen Paulus Meijs en Judith Frissen, vroeg om de aanstelling van zijn vaderlijke ooms Peter Meijs en Matthijs Hautvast de jonge tot zijn voogden.[84]
Genachting van 18 juni 1725: eedaflegging van Jacobus Meijs, door de heer van Nuth benoemd tot secretaris van de schepenbank.[85]
Op 24 november 1727 kocht secretaris Jacobus Bavo Meijs van Leonard en Wijnand Schorens, en hun zwager Frans Dirk Dortants, gehuwd met Mechtild Schorens, 245 en een kwart kleine roeden weiland te Hunnecum onder Nuth, zonder het huis dat op deze weide stond, grenzend aan Marten Cobben, Geurt Eckermans, de Putweg en de gats, voor 625 gulden. Hiervan werd 525 gulden afgetrokken vanwege een schuld met verlopen rente, en voor het overige bedrag nam hij een deel van de schuld aan vicaris Ophoven, kapelaan OLV te Maastricht, over.[86]
Genachting van 15 februari 1729: Tijdens een veiling van het erfdeel van Paulus Hautvast, bestaande uit het zevende deel in drie morgen huis met hof en weide te Grijzegrubben onder Nuth, verbleef dit deel voor 1000 gulden aan secretaris Meijs. De veiling had plaats op verzoek van de erfgenamen Boomhouer die een vordering op Paulus Hautvast hadden lopen.[87]
Op 22 september 1729 kocht secretaris Bavo Jacob Meijs van Cecilia van Hartsleben, weduwe von Sussekern, een bunder land uit hof de Dael onder Nuth, zuidwaarts de Wijenweg, westwaarts Claes Frijns, oostwaarts en noordwaarts de hof Dael, voor 640 gulden. Dit geld zou in termijnen betaald worden aan Leonardus Welters van Maastricht. De weg die door het goed liep en toebehoorde aan huis Reijmersbeek, mocht de koper vrijelijk gebruiken.[88]
Van dit bedrag werd 200 gulden op 19 oktober 1733 betaald aan de proviseurs van de Armen van Nuth[89]
Op 13 april 1731 verkocht Willem Celis, gehuwd met Elisabeth Houben, aan Bavo Jacobus Meijs, secretaris van Nuth, voor 580 gulden de goederen die hij op 31 maart 1731 van Nijs Bormans gekocht had, te weten:
a) anderhalve morgen weiland te Grijzegrubben onder Nuth, grenzend aan de erfgenamen Matthijs Renckens, Peter Meijs en de straat;
b) 80 kleine roeden beemd in de Schattebemden onder Nuth, grenzend aan de beek en Jan Hermens;
c) 75 kleine roeden akkerland in de Sijpen onder Nuth, grenzend aan Thomas Bruls en Steven Slangen;
d) 57 kleine roeden akkerland onder Wijnandsrade, grenzend aan Claes Curfs, Mathijs Roex, het bos en Judith Frissen.[90]
Op 28 januari 1749 ging notaris Looijmans op verzoek van Jacob Bavo Meijs naar Reiner Crijns om hem aan te spreken op het "violeren" van de plaats in de kerk waar al meer dan 40 jaar de bank van de familie Meijs stond.
Crijns had daar een nieuwe bank geplaatst en Meijs wilde dat de oude bank werd teruggezet.
Indien dat niet zou gebeuren zou Meijs hem een proces aandoen.[91]
Op 18 december 1759 noteerde notaris L'Allemand uit Valkenburg dat hij met opdracht van de heer van Nuth, gedateerd 9 december 1759, bijgestaan door twee getuigen naar het huis van secretaris Meijs van Nuth moest gaan.
Meijs diende antwoord te geven op de volgende vragen:
1. Of hij zich de gats lopend uit Nuth naar de weg geheel of gedeeltelijk had toegeëigend;
2. Of hij de gats beschouwt als een gewone weg voor de inwoners van Nuth;
3. Of hij van plan was om het door hem aangebrachte "valderen" te gebruiken om de gats af te sluiten;
4, Of dat het valderen voor gemeenschappelijk gebruik was en in verplicht onderhoud voor de aangrenzende bewoners.
Meijs antwoordde op 20 december dat hij meende dat het valderen op eigen grond was geplaatst en dat slechts een voetpad van vier voet breed nodig was.
Als de heer van Nuth van mening was dat hij meer rechten gad, dan diende dat met documenten aangetoond te worden.
Mathijs en Machiel Bouts uit Grijzegrubben waren de opgeroepen getuigen.[92]
Rijckheyt-Archief Nuth inv. 1 Schatboek tabel 62, 97r e.v.
Op 10 januari 1780 schonk J.B. Meijs, gewezen secretaris van Nuth, zijn huis met schuur, stallen, moestuin en weide onder Nuth, grenzend aan de gats, Cornelia Janssen, Willem Biesjans en de Platsbeek, aan zijn neef J.W. Frissen, secretaris van Nuth. De schenking was een beloning voor ongeveer tien jaar trouwe dienst. Wel behield de schenker het gebruiksrecht gedurende zijn verdere leven.
Hij verklaarde vanwege een ongeval zijn rechterhand niet te kunnen gebruiken en kon daarom de akte slechts ondertekenen met een kruisje.[93]
Op 5 mei 1780 werd voor de schepenbank Nuth een geschil over de erfenis van secretaris Meijs geregeld. Partijen waren Matthis Habets, gehuwd met Catharina Meijs, als gevolmachtigde van zijn schoonvader Peter Meijs (weduwnaar Maria Weusten) aan de ene kant en Joannes Meens, gehuwd met Barbara Hennen, en Christiaen en Paulus Hautvast met hun verwanten aan de andere kant.
Afgesproken werd:
1. Petrus Meijs zou alle roerende goederen behouden
2. Petrus Meijs zou vooraf 245 en een kwart kleine roeden weiland "Daelersweijde" te Hunnecum verwerven. alsmede 52,5 kleine roeden akkerland "het vleugelken" aan het Voorstercleef, maar zou wel aan de andere partij 20 gulden 13 stuivers en twee oort geven
3. Petrus Meijs zou een derde deel van de schulden overnemen, de rest zou de andere partij moeten nemen. Als schuldeisers worden genoemd chirurgijn Kerckhoffs, Frans Crijns, Peter Kleijntjens, Willem Biesjans, schepen Leonaerd Nuchelmans, Leonaerd Nuchelmans Janszoon, Mechel Meijs weduwe Claes Coenen, Jacobus Wolters, juffrouw Milliaer, heer Coolen, heer Rietraedt, heer Romers en Peter Cremers.
4. Alle overige goederen zouden in drie gelijke delen toevallen aan Petrus Meijs, Joannes Meens en de gebroeders Hautvast, waarbij het derde deel van Joannes Meens in vijf delen gesplitst zou worden voor Joannes Meens, de kinderen van Jacobus Hennen, de kinderen van Catharina Hennen, de kinderen van Sophia Hennen en de kinderen van Margaretha Hennen, en het derde deel van de gebroeders Hautvast eveneens in vijf delen, waarbij naast zijzelf ook Henricus Hautvast, Maria Anna Hautvast en de kinderen van Jacobus Hautvast zouden meedelen.[94]

IV.50 Petrus MEIJS, gedoopt op 30 oktober 1689 te Nuth (getuige(n): Henricus Scheiffelaerts, Elisabetha Hennen e.v. Christianus Nuchelmans), overleden op 24 december 1780 te Hulsberg op 91-jarige leeftijd, zoon van Jacobus MEIJS (zie III.18) en Catharina NUCHELMANS.
Op 21 augustus 1713 verkocht Reijner Geuskens, gehuwd met Cathrijn Habets, aan Peter Meijs, gehuwd met Meijcken Weusten, een bunder weiland te Hulsberg gelegen, grenzend aan de kosterij en Willem Vrenken, voor 937 gulden.[95]
Op 18 maart 1715 verkocht Peter Meijs, gehuwd met Meijken Weusten, voor hemzelf en, samen met Lenard Frissen, als voogd van Bavo Jacob Meijs, zoon van Paulus Meijs en Judith Frissen, aan Matthijs Hautvast, gehuwd met Cathrijn Meijs, hun twee van de vier delen in huis met bijgebouwen en weide, groot ca. 281 kleine roeden, grenzend aan Jan Drummen en de weduwe Peter Coumans, hoofdzijden de straten en belast met een half vat rogge aan de kerk van Wijnandsrade; voorts 35 kleine roeden "kempcoelhof" op de Houwenas, zoals het geheel hun bij overlijden van Jacob Meijs zou toevallen.
Peter Meijs ontving voor zijn vierde deel 550 gulden en nam tevens voor Jacob Bavo Meijs en diens moeder zijn 550 gulden in ontvangst.[96]
Op 15 mei 1715 verkochtenn Willem Speesen, gehuwd met Cathrijn Ubachs, Christiaen Douven, gehuwd met Anna Maria Speesen. en Geurt Speesen gehuwd met Cathrijn Jongen met goedvinden van hun moeder, aan Peter Meijs gehuwd met Maria Weusten 385 kleine roeden land "omtrent den treegen", grenzend aan Arnold Schouteten en de Trichterweg.
Iedere kleine roede werd verkocht voor 26 stuivers.[97]
Op 1 oktober 1715 verkocht vaandrager Boomhouwer, gehuwd met Anna Mechtel Croon, aan Peter Meijs gehuwd met Maria Weusten, de volgende onroerende goederen:
a) 129 kleine roeden land achter de pastorie grenzend aan Simon Weusten en Jan Curvers belast met twee vaten rogge aan het klooster Sint Gerlach, te korten op de koopsom;
b) 289 kleine roeden land achter de overste hof, grenzend aan Reiner Geuskens en Willem Schouteten.
Ieder kleine roede werd verkocht voo drie schillingen.[98]
Op 16 januari 1717, ten overstaan van notaris Vrijthoff te Maastricht, verkocht Johan Boomhouwer, met volmacht van zijn zoon Hendrick, vaandrig in het Staatse leger in het regiment Alberti, aan Peter Meijs, gehuwd met Maria Weusten, Jan Loijens en Jan Gelekercken, gehuwd met Anna Maria Wijnen, de volgende, onder Klimmen en Wijnandsrade gelegen, onroerende goederen:
a) een perceel akkerland "aen het Heeker beltie", grenzend aan de straat naar Heek en de straat naar Overheek;
b) een perceel akkerland "op den Hoogen Graeff", grenzend aan Jan Sleijpen;
c) een klein perceel akkerland "aen het meijse bosken", grenzend aan Jan Loijens en de weg, belast met het vijfde deel in drie vaten rogge aan de armen van Hulsberg;
d) een weiland "de lange weijde", grenzend aan de "puttweijde" en de Hulsberger beemden, belast met een half vat rogge aan de kerk van Valkenburg en een een half vat rogge aan de kerk van Hulsberg.
Het geheel werd verkocht voor 540 gulden.[99]
Eveneens op 16 januari 1717, ten overstaan van notaris Vrijthoff te Maastricht, verklaarde Peter Meijs, gehuwd met Maria Weusten, 300 gulden tegen 5% geleend te hebben van Gertruijdt Henssen, weduwe Micolaes Germin.
Tot onderpand stelde hij zijn huis en hof met weide te Hulsberg, grenzend aam Jan Loijens en Jan Corvers.[100]
Op 14 februari 1725 verklaarde Catharina Roelants, weduwe Jan Weusten, in tweede huwelijk met Daam Heuts, ten behoeve van haar kinderen uit haar eerste huwelijk afstand te doen van de tocht op 103,5 kleine roeden akkerland op het Kersboomkensveld te Hulsberg, grenzend aan Sijmon Weusten en de erfgenamen Frans Schreurs. Dit geschiedde in aanwezighid van de voogden Matthijs Roelants en Lambert Weusten.
Het geheel werd verkocht aan Peter Meijs, gehuwd met Maria Weusten, voor negentien stuivers per kleine roede.[101]
Op 10 maart 1730 had een goederenruil plaats tussen Gerard Keuten, burger en koopman te Maastricht, gehuwd met Anna Hautvast, en Matthijs Hautvast, gehuwd met Catharina Meijs, inwoner van Grijzegrubben, enerzijds, en Peter Meijs, gehuwd met Maria Weusten, anderzijds.
Keuten en Hautvast gaven hun driezesde delen in het huis, afkomstig van Matthias Hautvast en Anna Hagens, gelegen te Grijzegrubben, bestaande uit de schuur minus de bouw van Joannes Meijs, te verwijderen indien Pieter Meijs dat wenste, waarbij de plaats bij de schuur bleef, alsmede de mestplaats, de oude stallen en de berging op de straat zover als de stallen reiken, de grote en de kleine poort en de helft in het woonhuis, alsmede driezesde deel in de huisweide, in het geheel groot drie morgen en belast met 3 tot vier malder haver; en verder nog de "plantagie op de gemeente".
Wel werd bepaald dat Joannes Hautvast de put mocht blijven gebruiken.
In ruil gaf Peter Meijs anderhalve bunder land onder Schinnen in het Schinnerveld, inclusief de gewassen, grenzend aan de erfgenamen Schaesberg en de erfgenamen Negri, hoofdzijden eveneens de erfgenamen Negri.
Verder nam hij een schuld van 150 gulden aan Cornelis Theunissen over.
Op dezelfde dag nam hij ook nog het zesde deel van Herman Meijs, gehuwd met Helena Hautvast, over en betaalde daarvoor 250 gulden.
Verder nam Peter Meijs nog een schuld van 100 gulden aan Joannes Hautvas over en beloofde nog 41 gulden dertien stuivers en een oort te betalen aan Cornelis Theunissen, gehuwd met Maria Hautvast.
De akte werd opgemaakt ten kantore van notaris Veugen te Maastricht.[102]
Op 12 juli 1730 verklaarde Peter Meijs, in eerste huwelijk met Maria Weusten en wonend te Hulsberg, ten overstaan van notaris Bohnen uit Aken dat hij ten behoeve van zijn schapenhandel van Frederik Willem Wijlre TerWorm, deken van OLV te Maastricht 100 oude Franse pistolen of Louis d'or geleend had tegen 5% (4,5% bij prompte betaling). Tot onderpand stelde hij de volgende, te Grijzegrunnen omder Nuth gelegen, onroerende goederen::
a) huis met hof en een halve bunder weiland, grenzend aan Johan Hautvast en Gillis Reuckens;
b) een bunder akkerland, grenzend aan Jan Drummen en Geurt Snackers;
c) vijf morgen akkerland, grenzend aan de erfgenamen Schaesbergh en Matthijs Ringens;
d) een halve bunder akkerland, grenzend aan heer a Blisia en de weg;
e) een halve bunder beemd, grenzend aan Thijs [niet ingevuld] en Paulus Leunissen;
f) een halve bunder beemd, grenzend aan Jacob Meijs en de beek
En verder nog een bunder akkerland onder Schinnen, grenzend aan Jacob Maes en de erfgenamen Raemeckers.
De akte werd opgemaakt ten woonhuize van heer Wijlre Ter Worm en op 30 augustus 1730 voor de schepenbank Nuth gerealiseerd.[103]
Op 30 oktober 1731, ten overstaan van notaris Hupkens, verklaarde Peter Meijs, inwoner van Hulsberg en gehuwd met Maria Weusten, 2500 gulden tegen 5% geleend te hebben ban Johan Willem Heldevier, handelend namens de erfgenamen van Boudewijn Willem van Zoutelande en Sara Elisabeth Heldevier.
Tot onderpand stelde hij zijn huis en hof, met weide en koolhof, groot ca. zes morgen en gelegen te Hulsberg, grenzend aan Nicolaes Loijens en Jan Corvers, alsmede drie bunder akkerland achter zijn huisweide, grenzend aan Jan Corvers en Willem Coenen.[104]
Op 16 februari 1736 verklaarde Peter Meijs, gehuwd met Maria Weusten en wonend te Hulsberg, ten overstaan van notaris Ruijters te Maastricht, dat hij 1000 gulden tegen 4,5% geleend had van Matthias Reitraedt, kanunnik van het Antoniusgasthuis te Maastricht, handelend als voogd van het zoontje van luitenant Croon. Tot onderpand dienden:
a) 261 kleine roeden weiland te Grijzegrubben onder Nuth, oostwaarts Nicolaes Hermens, westwaarts Joannes Bouts, hoofdzijden de straat en de holle weg;
b) ca. twee bunder akkerland in het Strijthagerleen onder gebroken Schinnen, oostwaarts Engel Heijnen, westwaarts Thomas Bruls, hoofdzijden secretaris Meijs van Nuth;
c) 129 kleine roeden land achter de pastorie van Hulsberg, grenzend aan Simon Weusten en Jan Curvers;
d) 289 kleine roeden land achter de Overste Hof, grenzend aan Reijner Geuskens en Willem Schoutten, zoals door hem op 1 oktober 1715 gekocht van vaandrager Boomhouer, gehuwd met Anna Mechtild Croon.[105]
Op 4 april 1736, ten overstaan van notaris Frens, verkocht Peter Meijs, gehuwd met Maria Weusten, aan Jan Kurvers de jonge, voor wie diens vader Jan Kurvers optrad, 127 kleine roeden land, met de staande gewassen, gelegen op het Dorpveldje binnen Hulsberg, oostwaarts advocaat Veugen, westwaarts Simon Weusten en de koper, voor drie schillingen per kleine roede.
De last van twee vaten rogge aan het klooster Sint Gerlach werd in mindering gebracht op de koopsom.[106]
Op 25 april 1739 verkocht Peter Meijs van Hulsberg, gehuwd met Maria Weusten, aan Dirck Habets, burgemeester van Hulsberg en gehuwd met Catharina Weusten, 187 kleine roeden en tien voet akkerland [zoals gebleken bij meting Peter Huntgens in november 1738] op het Kersboomkensveld onder Hulsberg, zijnde laatgoed, grenzend aan Dirck Habets en Nols Schreurs; alsmede 30 kleine roeden land achter de Daalder koolhof, eveneens laatgoed, grenzend aan Dirck Habets en Frans Schreurs.Iedere kleine roede kostte 25 stuivers, makend een totaalbedrag van 271 gulden en vijf stuivers.[107]
Eveneens op 25 april 1739 kocht Peter Meijs, gehuwd met Maria Weusten, van Lambrecht Weusten, inwoner van Houthem en gehuwd met Magriet Stassen, 110 kleine roeden akkerland in het Hogerveld onder Hulsberg, grenzend aan Simon Weusten en Joannes Loeijens, hoofdzijde de weg naar Wijnandsrade, zijnde laatgoed. Meijs betaalde 21,5 stuiver per kleine roede, in totaal 118 gulden en vijf stuivers.[108]
Op 12 november 1740 verklaarde Peter Meijs, inwoner van Hulsberg en gehuwd met Maria Weusten, ten kantore van notaris Ruijters te Maastricht, dat zijn dochter Margaretha Meijs wilde intreden bij de Grauwzusters te Maastricht. Daarvoor diende zij aan het klooster een bedrag van 850 gulden te overhandigen in termijnen, nl.:
a) 200 gulden zes weken voor haar inkleding;
b) 250 gulden zes weken voor haar professie
c) 400 gulden, te betalen in termijnen van 100 gulden, en tot de betaling toe tegen een rente van 4% uitstaand.
Mocht Margaretha Meijs niet intreden, dan zou zij 50 pattacons betalen en haar bed met toebehoor aan het klooster laten.
De akte werd op 1 september 1764 gerealiseerd voor de schepenbank Klimmen.[109]
Op 10 juni 1747 verklaarde Peter Meijs van Hulsberg, gehuwd met Maria Weusten, voor notaris Theelen te Maastricht dat hij 1600 gulden geleend had tegen 4,5% (4% bij prompte betaling) van Mathias Habets, kapelaan van het Servaaskapittel te Maastricht. Met het geld betaalde hij zijn deel af in een lening van 800 pattacons, eertijds verstrekt door Hendrik Boomhouer. Tot onderpand dienden:
a) een halve bunder akkerland aan het Hekerbos, oostwaarts Lens Buijsers, westwaarts heer le Croix;
b) een bunder akkerland aldaar gelegen, oostwaarts erfgenamen Boshouwers, westwaarts Gerard Gelders;
c) een bunder akkerland aldaar gelegen genaamd "lupkenscoul", oostwaarts Hendrick Habets, westwaarts erfgenamen Stevens;
d) een halve bunder akkerland daarnaast gelegen,oostwaarts Dirck Habets, westwaarts weduwe Jan Knubben;
e) ca. een bunder akkerland boven de Overste Hof, oostwaarts Reijnder Geuskens, westwaarts Willem Schoutessen.[110]
Op 23 mei 1775 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Ruijters te Maastricht op 31 maart 1758.
Petrus Meijs, inwoner van Hulsberg en gehuwd met Maria Weusten, verkocht aan Engelbertus L'Herminotte, burger en meester-goudsmid van Maasricht, gehuwd met Maria Margaretha Keuten, twaalf grote en 17,5 kleine roede akkerland te Hulsberg op de Holleweg, oostwaarts Simon Habets, westwaarts de Holleweg, zuidwaarts Joannes Frissen, noordwaarts Dirk Habets, afkomstig van zijn schoonouders, voor 28 gulden per grote roede.[111]
Op 5 mei 1780 werd voor de schepenbank Nuth een geschil over de erfenis van secretaris Meijs geregeld. Partijen waren Matthis Habets, gehuwd met Catharina Meijs, als gevolmachtigde van zijn schoonvader Peter Meijs (weduwnaar Maria Weusten) aan de ene kant en Joannes Meens, gehuwd met Barbara Hennen, en Christiaen en Paulus Hautvast met hun verwanten aan de andere kant.
Afgesproken werd:
1. Petrus Meijs zou alle roerende goederen behouden
2. Petrus Meijs zou vooraf 245 en een kwart kleine roeden weiland "Daelersweijde" te Hunnecum verwerven. alsmede 52,5 kleine roeden akkerland "het vleugelken" aan het Voorstercleef, maar zou wel aan de andere partij 20 gulden 13 stuivers en twee oort geven
3. Petrus Meijs zou eenderde deel van de schulden overnemen, de rest zou de andere partij moeten nemen. Als schuldeisers worden genoemd chirurgijn Kerckhoffs, Frans Crijns, Peter Kleijntjens, Willem Biesjans, schepen Leonaerd Nuchelmans, Leonaerd Nuchelmans Janszoon, Mechel Meijs weduwe Claes Coenen, Jacobus Wolters, juffrouw Milliaer, heer Coolen, heer Rietraedt, heer Romers en Peter Cremers.
4. Alle overige goederen zouden in drie gelijke delen toevallen aan Petrus Meijs, Joannes Meens en de gebroeders Hautvast, waarbij het derde deel van Joannes Meens in vijf delen gesplitst zou worden voor Joannes Meens, de kinderen van Jacobus Hennen, de kinderen van Catharina Hennen, de kinderen van Sophia Hennen en de kinderen van Margaretha Hennen, en het derde deel van de gebroeders Hautvast eveneens in vijf delen, waarbij naast zijzelf ook Henricus Hautvast, Maria Anna Hautvast en de kinderen van Jacobus Hautvast zouden meedelen.[112]
Op 4 oktober 1780 verkocht Petrus Meijs, weduwnaar Maria Weusten en wonend te Hulsberg, aan secretaris J.W. Frissen 101 kleine roeden akkerland "in de sijpen" onder Nuth, oostwaarts de Nuinhof, westwaarts schepen Gorissen, hoofdzijden de vloedgraaf en het Voorstercleef, welk land hem bij deling van de goederen van Jacob Bavo Meijs op 8 mei 1780 was toebedeeld. Iedere kleine roede werd verkocht voor drie gulden[113]
Ondertrouwd op 18 februari 1713 te Klimmen. Hervormde gemeente Klimmen; met vermelding ouders, gehuwd voor de kerk op 23-jarige leeftijd op 26 februari 1713 te Nuth (getuige(n): Joannes Hennen, Bartholomeus Silvertants) met Maria WEUSTEN, 26 jaar oud, gedoopt op 30 september 1686 te Hulsberg (getuige(n): Arnoldus Schreurs, Maria Croon), overleden op 14 mei 1759 te Hulsberg op 72-jarige leeftijd, dochter van Simon WEUSTEN en Margaretha HABETS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Jacobus (zie V.50).
  • 2. Margaretha, gedoopt op 2 oktober 1715 te Hulsberg.
  • 3. Catharina, gedoopt op 12 januari 1718 te Hulsberg, overleden op 28 maart 1781 te Hulsberg op 63-jarige leeftijd.

Ondertrouwd op 29 januari 1757 te Klimmen, jongeman geboren en wonend te Walem onder Schin op Geul, jongedochter geboren en wonend te Hulsberg, gehuwd voor de kerk op 39-jarige leeftijd op 13 februari 1757 te Hulsberg met Mathias HABETS.

  • 4. Maria Elisabeth, gedoopt op 23 februari 1720 te Hulsberg.
  • 5. Simon, gedoopt op 3 augustus 1722 te Hulsberg, overleden op 20 maart 1731 te Hulsberg op 8-jarige leeftijd, novem circiter annorum.
  • 6. Paulus, gedoopt op 18 maart 1724 te Hulsberg, overleden op 1 april 1763 te Hulsberg op 39-jarige leeftijd, caelebs 40 circiter annorum.
  • 7. Maria, gedoopt op 27 april 1727 te Hulsberg (getuige(n): Petrus Habets, Elisabeth Coorten), overleden op 3 maart 1731 te Hulsberg op 3-jarige leeftijd.
  • 8. Petrus, gedoopt op 1 januari 1730 te Hulsberg, overleden op 22 maart 1731 te Hulsberg op 1-jarige leeftijd.


Generatie V

V.5 Paulus MEIJS, geboren ca. 1702, overleden op 10 januari 1757 te Grijzegrubben-Nuth, zoon van Paulus MEIJS (zie IV.16) en Catharina HAMERS.
Op 15 december 1751 verkochten de broers Paulus en Vaes Meijs, de een weduwnaar, de ander ongehuwd, aan Nicolaes a Campo, gehuwd met Anna Hermens, 100 kleine roeden "op de bastaert" in het Stratenerveld onder Nuth, grenzend aan de Maastrichterweg, Claes Coenen, Claes Hermens en Gabriel Limpens; verder nog een stuk akkerland in het Grijzegrubberveld onder Nuth [geen maten gegeven], grenzend aan Jan Timmers, Wijnandus Habets, Leonardus Smeets en Nelis Cremers. Iedere kleine roede kostte 25 stuivers.
Hun vader Paulus Meijs zette ook zijn merk onder de akte.[114]
Op 6 maart 1767 werd voor de schepenbank Nuth een akte gerealiseerd, opgesteld 4 februari 1757 door secretaris Meijs.
Aanwezig waren Joannes Hermens, gehuwd met Maria Catharina Meijs, en Servaes Meijs, de eerste als mede-erfgenaam van wijlen Paulus Meijs, de tweede als oom en aangeboren voogd van de minderjarige kinderen van wijlen Paulus Meijs, geassisteerd door de meerderjarige Joanna Meijs en de bijna meerderjarige Maria Meijs.
Gezamenlijk verkochten zij, ingevolge akkoord en cessie van wijlen Paulus Meijs, aan Joannes Hermens, gehuwd met Catharina Meens, een morgen akkerland in het Grijzegrubberveld, grenzend aan Jacobus Drummen en Jospeh Helders, uitschietend op de Trichterweg, voor 22 stuivers per kleine roede.[115]
Gehuwd voor de kerk op 9 september 1730 te Mechelen met Barbara KIEFKENS, 27 jaar oud, gedoopt op 14 juni 1703 te Mechelen, overleden op 26 mei 1750 te Grijzegrubben-Nuth op 46-jarige leeftijd. Barbara Kiefkens, bij doop kinderen achternaam Kiffert of Kifkens, dochter van Stephanus KIEFKENS en Joanna HANNOT.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Anna Catharina, gedoopt op 10 juni 1731 te Nuth (getuige(n): Joannes Pricken namens Lambertus Kifert, Agatha Meijs), overleden op 9 oktober 1792 te Grijzegrubben-Nuth op 61-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 21-jarige leeftijd op 31 januari 1753 te Nuth met Joannes HERMENS, 27 jaar oud, gedoopt op 19 februari 1725 te Nuth (getuige(n): Lambertus Hermens (niet aanwezig), Cornelia Driessen), zoon van Nicolaus HERMANS en Maria Agnes CELISSEN.

  • 2. Joanna, gedoopt op 5 januari 1733 te Nuth (getuige(n): Servatius Meijs, Maria Vranck namens Anna Kifkens).
  • 3. Anna Maria, gedoopt op 10 oktober 1734 te Nuth (getuige(n): Joannes Pricken namens Servatius Hamers, Catharina Meijs), overleden op 30 maart 1795 te Heerlen op 60-jarige leeftijd.

Ondertrouwd op 29 september 1764 te Heerlen (getuige(n): Willem Severen, Paulus Meis), jm van Heerlerheide en jd van Nuth ook wonend te Heerlerheide, gehuwd op 30-jarige leeftijd op 14 oktober 1764 te Heerlen met Joannes SEVERENS, overleden op 28 oktober 1809 te Heerlen.

  • 4. Helena, gedoopt op 19 maart 1737 te Nuth (getuige(n): Godefridus Snackers, Helena Meijs), overleden op 20 maart 1803 te Nuth op 66-jarige leeftijd, 19 Ventose XI; dochter van Paulus en Maria Barbara Hautvast (sic!).

Ondertrouwd op 18 augustus 1770 te Heerlen, bruidegom van Heerlerheide, gehuwd voor de kerk op 33-jarige leeftijd op 2 september 1770 te Heerlen met Benedictus WEELEN, 41 jaar oud, gedoopt op 9 december 1728 te Heerlen, overleden op 7 april 1801 te Nuth op 72-jarige leeftijd, 17 Germinal IX, zoon van Petrus WEELEN en Joanna RUIJTERS.

  • 5. Anna Mechtildis, gedoopt op 25 mei 1739 te Nuth (getuige(n): Joannes Pricken namens Martinus a Campo, Mechtild Meijs).
  • 6. Paulus (zie VI.9).
  • 7. Joannes Servatius, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 10 mei 1746 te Nuth (getuige(n): Joannes Hautvast, Catharina Lönissen), overleden op 27 juli 1817 te Ganzeweide-Heerlen op 71-jarige leeftijd.

Ondertrouwd op 29 maart 1788 te Heerlen (getuige(n): Johannes Peukens, Anna Catharina Severens), jongeman van Nuth, wonend te Heerlerheide, jongedochter uit de Ganzeweide, gehuwd op 41-jarige leeftijd op 13 april 1788 te Heerlen met Maria Elisabeth PEUKENS, 33 jaar oud, gedoopt op 16 juli 1754 te Heerlen, overleden op 7 november 1811 te Ganzeweide-Heerlen op 57-jarige leeftijd, dochter van Laurentius PEUKENS en Cornelia PALMEN.

V.11 Petrus Laurentius MEIJS, gedoopt op 29 juni 1700 te Voerendaal (getuige(n): Theodorus Habets namens Gerardus Dautzenbergh, Maria Meijs), zoon van Michael MEIJS (zie IV.23) en Maria a CAMPO.
Op 19 april 1760 werd voor de schepenbank Heerlen een akte gerealiseerd, daags ervoor opgesteld door notaris Pelt te Heerlen.
De erfgenamen van Tonis Hulters, te weten Laurens Meis, inwoner van Welten en gehuwd met Elisabeth Hulters, Bartolomeus Roe, wonend te Eijs en gehuwd met Gertrudis Hulters, Joanna van Keijserswerth, wonend te Nijmegen en "arme weduwe" van Wilhelmus Hulters, verkochten aan landmeter Hendrick Rhoen, gehuwd met Gertruijd Lintjens diverse stukken land onder Heerlen.[116]
Op 17 juni 1762, ten overstaan van notaris Swildens, werd door Laurens Meijs, inwoner van Welten en gehuwd met Elizabeth Hulters, en Peter Senden, inwoner van Kunrade en gehuwd met Apollonia Beens, een verklaring afgelegd ten behoeve van Leonardus Hennen, eigenaar van het Kunderhuis en gehuwd met Maria Catharina Meijs.
Beide mannen verklaarden dat op de kleine kermis of bronkmaandag de schutterij van Heerlen aan de Kunderlinde bij het Kunderhuis was gekomen om daar de vogel af te schieten.
De halfwin van het Kunderhuis had de schutters een ham en bier aangeboden.
Laurens Meijs, in zijn jeugd op het Kunderhuis gewoond hebbend, en Peter Senden, ruim 19 jaar eerder daar wonend, verklaarden dat bij hun weten de kapitein van de schutterij altijd een week eerder de komst had aangekondigd.
De halfwin bood dan een ham aan, zes pond brood en een kruik met de inhoud van vijf of zes kannen bier.[117]
Ondertrouwd (1) op 6 februari 1740 te Heerlen (getuige(n): Hendrik Heuts, Maria Faron), jm en jd van Welten, gehuwd op 39-jarige leeftijd op 21 februari 1740 te Heerlen met Anna HAENBEUCKERS, 31 jaar oud, gedoopt op 2 juni 1708 te Heerlen, dochter van Joannes HAENBEUCKERS en Maria NIJSSEN.
Ondertrouwd (2) op 19 december 1744 te Heerlen, weduwnaar en jd van Welten met Anna Elisabeth HULTERS, 27 jaar oud, gedoopt op 16 maart 1717 te Heerlen, dochter van Antonius HULTERS en Cornelia HEUTS.
Uit het tweede huwelijk:

  • 1. Maria Elisabeth, gedoopt op 1 oktober 1745 te Heerlen (getuige(n): Caspar Schepers namens Antonius Hulters, Mettel Fredericks namens Isabella Meijs), begraven op 2 augustus 1778 te Heer op 32-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 32-jarige leeftijd op 5 oktober 1777 te Heer, bruidegom geboren te Heer, bruid geboren te Heerlen met Joannes MASSOT.

  • 2. Gertrudis, gedoopt op 10 mei 1752 te Heerlen (getuige(n): Antonius Hulters, Elisabeth Meijs).
  • 3. Antonius, gedoopt op 21 oktober 1755 te Heerlen (getuige(n): Antonius Hulters, Cornelia Meijs).


V.17 Martinus MEIJS, gedoopt op 8 juli 1703 te Voerendaal (getuige(n): Theodorus Habets namens Paulus Meijs, Catharina a Campo), overleden op 26 maart 1764 te Voerendaal op 60-jarige leeftijd, zoon van Michael MEIJS (zie IV.23) en Maria a CAMPO.
Op 29 oktober [november in notarisakte] 1740 werd het testament geopend van Joannes Wernerus Goffin, in leven advocaat te Aken. Volgens dat testament zou Catharina Goffin, gehuwd met Martin Meijs, een rijksdaalder ontvangen.[118]
Op 31 augustus 1741, ten overstaan van notaris Swildens, kocht Martinus Meijs, pachter op de Dries te Voerendaal, van Baltus Linssen, inwoner van Weustenrade en gehuwd met Anna Ubags, een kamer met zolder en kelder, een kleine moestuin daarachter gelegen, alsmede de halve poort, het geheel gelegen onder Weustenrade en rondom begrensd door de erven Goffin. Hij betaalde 30 rijksdaalders en een vracht kolen.[119]
Op 6 februari 1742 verzette Willem Goffin, gehuwd met Margaretha Heuschen, aan Martin Meijs 167,5 kleine roede land in het Lepelerbroek onder Wijnandsrade, oostwaarts de erven Andries Fabritius, westwaarts Martin Meijs zelf, voor 35 pattacons en drieëneenhalve gulden. De afspraak gold voor zes jaar.[120]
Op 12 februari 1742, ten overstaan van notaris Frens, verkocht Willem Goffin, gehuwd met Margaretha Heuschen, aan Merten Meijs, gehuwd met Cath. Goffin:
a) een schuur te Weustenrade, grenzend aan de erven Goffin en Baltus Linssen;
b) 40 kleine roeden huisweide uitschietend op de moestuin, grenzend aan Nelis Linssen;
c) 49 kleine roeden moestuin naast Nelis Linssen en de erven Goffin; 69 kleine roeden land achter de moestuin naast Nelis Linssen en Hendrick Crijns;
d) 67 kleine roeden land te Wijnandsrade, oostwaarts de rein, westwaarts de erven Goffin en Ghielen.
De schuur kostte 40 pattacons, weide en moestuin vier schilling en het land 25 stuivers per kleine roede, in totaal 646 gulden. Het land onder Klimmen was belast met 37 gulden aan de erven Moenen, een half vat en een zesde deel van een kop rogge aan Wouter Limpens en de kerk van Hulsberg. Het land onder Wijnandsrade was belast met het derde deel van 100 gulden aan Hendrick Crijns. Er werd 92 gulden korting gegeven voor de kapoenen. De koopsom zou besteed worden voor het delgen van schulden en de begrafeniskosten van advocaat Joannes Wernerus Goffin.[121]
Op 18 juni 1742, ten overstaan van notaris Frens, verzetten Joannes Linssen en Jacobus Ubags, gehuwd met Margaretha Linssen, mede voor Nelis Linssen handelend, aan Meerten Meijs 150 kleine roeden weiland, laatgoed gelegen te Weustenrade, aan weerszijden grenzend aan land van Merten Meijs, voor 50 pattacons. Het land, door Lins Linssen geschonken aan Nelis Linssen, werd verzet voor zes jaar.[122]
Op 10 december 1744 verkochten Merten Meijs, gehuwd met Catharina Goffins, en Willem Meijs, gehuwd met Catharina Moulen, aan hun zwager Joannes Bocken, weduwnaar Heriberta Meijs, wonende op de Drieschen onder Nuth, hun erfdelen uit de nalatenschap van hun vader Michael Meijs, wat betreft de op de Drieschen gelegen goederen, als huis weide en land, thans bewoond door Joannes Bocken, grenzend aan Joannes Frissen, de straat, Laurens Cremers en voornoemde Joannes Frissen. Het gehele goed was 1300 gulden waard en Joannes Bocken bleef aan zijn schoonzussen Elisabeth, Isabella en Anna Meijs hun deel van 23 pattacons 17 stuivers schuldig.[123]
Op 5 november 1745, ten overstaan van notaris Swildens, kocht Martinus Meijs van Antoon Goffin, inwoner van Voerendaal, voor 930 gulden de navolgende onroerende goederen onder Wijnandsrade en Klimmen:
a) panhuis met schuur en mestplaats, gelegen aan de gats te Swier en grenzend aan Hubert Goffin en de moeder van de verkoper
b) 200 kleine roeden uit de "cortweijde" tussen Hubert Goffin en de erven Nicolaas Gerards
c) 21 kleine roeden land in het Leuperbroek aan de Groeneweg te Klimmen naast Peter Gielen
d) 124 kleine roeden land in het Meulenveld tussen Lambert Eggen en de erven Jan Meijers
e) 193 kleine roeden land achter het heilig tussen Lambert Eggen en Hubert Goffin
Verder kocht hij nog de pacht van een vat rogge tot laste van Thomas Moenen. Hij betaalde 30 gulden ter plaatse en beloofde de rest binnen een half jaar te betalen. Op 10 oktober 1746 ontving hij een kwitantie voor de rest van de koopsom.[124]
Op 6 mei 1747, ten overstaan van notaris Swildens, ruilde Martinus Meijs land met Cornelis Linssen, gehuwd met Anna Schoenmaekers. Hij kreeg 150 kleine roeden bouw- en weiland, grenzend aan zijn goederen onder Weustenrade, alsmede bebouwing bestaande uit een paarden- en koeienstal, een poort en mesthof, het geheel belast met een vat rogge aan advocaat Limpens van Aalbeek. Hij gaf in ruil 60 kleine roeden land onder Weustenrade, oostwaarts Nelis Linssen, westwaarts de erven Crijns, alsmede 77,5 rijksdaalder.[125]
Op 23 mei 1748 kocht Martinus Meijs, ten overstaan van notaris Swildens, van voornoemde Cornelis Linssen een morgen weiland "het drieschke" onder Weustenrade, grenzend aan Willem Moenen, de verkoper en Willem Goffin. Verder kocht hij een morgen land te Weustenrade tussen Coen Sporcken en Willem Bisschops, alles voor 40 stuivers per kleine roede. Het geheel was laatgoed en belast met een half vat rogge aan advocaat Limpens van Aalbeek.[126]
Op 20 maart 1749 verkocht Martinus Meijs, ten overstaan van notaris Swildens, aan Hubertus Goffin, gehuwd met Elisabeth Quaedvlieg, een schuur met stal en land, gelegen aan de gats te Swier tussen de weide van de erven Goffin en de mestplaats, voorts ongeveer 200 kleine roeden weiland uit de "cortweijde", grenzend aan de koper, tevens circa 20 kleine roeden land in het Leuperbroek onder Klimmen naast Willem van Geul en Johan Senden, en ten slotte een erfpacht van een vat rogge tot laste van Johan Moenen. Het geheel moest 515 gulden opbrengen.[127]
Op 25 oktober 1749 kocht Martinus Meijs, ten overstaan van notaris Swildens, van meergenoemde Cornelis Linssen, inwoner van Caestert, voor 782 gulden de navolgende, onder Weustenrade en Voerendaal gelegen onroerende goederen:
a) 146 kleine roeden weiland "bij Hendrik Crijns", grenzend aan Steven en Willem Moenen en Willem Bisschops. De eikenboom in de weide bleef eigendom van de verkoper
b) 120 kleine roeden weiland "drieschweijde" tussen de koper en Willem Goffin
c) 92 kleine roeden land achter deze weide tussen Jan Moenen en Willem Bisschops
d) 50 kleine roeden land achter "Cogelen" tussen Johan Moenen en Aelmen Schoenmaekers
e) 140 kleine roeden land op Ubachsberg onder Voerendaal naast de erven Jabigs
De lasten bedroegen drie koppen rogge aan de armen van Hulsberg; drie malder en anderhalve kop haver aan baron Belderbusch en anderhalve kop tarwe aan de kerk van Klimmen.[128]
Op 28 oktober 1749, ten overstaan van notaris Swildens, kocht Martinus Meijs van Jan Hendrik Linssen uit Klimmen 80 kleine roeden land op de Ubachsberg, grenzend aan hemzelf, voor 17 stuivers per kleine roede.[129]
Op 29 november 1749 kocht hij, ten overstaan van notaris Swildens, van dezelfde Jan Hendrik Linssen voor 770 gulden de volgende goederen:
a) schuur, schaapstal, neere, kamer, paardenstal, de halve mesthof, de huiswei en twee moestuinen, alles gelegen onder Weustenrade en grenzend aan hemzelf, Andries Linssen en Willem Moenen, groot 198 kleine roeden
b) 71 kleine roeden land achter de voornoemde huisweide
c) 75 kleine roeden land in het Leuperbroek tussen Peter Somers en Johannes Beckers.
Het geheel was belast met 200 gulden aan Th. Crous, een vat rogge aan de schutterij van Wijnandsrade en twee koppen rogge aan het Huis Wijnandsrade.[130]
Op 21 maart 1753, ten overstaan van notaris Swildens, verpachtte Martinus Meijs aan Jaspar Konings, gehuwd met Elisabeth Moenen, een huis met landerijen en de helft in de bouw van Baltus Linssen, het geheel gelegen te Weustenrade. De pacht werd voor twaalf jaar aangegaan, te rekenen vanaf 1 oktober 1753. De pachtprijs bedroeg jaarlijks 35 rijksdaalders en zes pond Engelse tin. De pachter beloofde het derde deel van de schat te betalen en op het land slechts bonen, erwten, wortelen, rapen of klaver te zaaien.[131]
Op 24 oktober 1755, ten overstaan van notaris Swildens, ruilde Martinus Meijs land met Elisabeth Smeets, inwoonster van Swier en weduwe van Lambert Deckers. Hij gaf 24,5 kleine roede land in het Meulenveld aan de Molenweg tussen Lambert Eggen en de weduwe Somers. Hij verkreeg 100 kleine roeden land achter het Heilig tussen hemzelf en Nicolaas Gerards. Voorts werd afgesproken dat Martinus Meijs, wanneer het verworven land niet meer beleend zou zijn, 36 gulden zou betalen.[132]
Op 19 november 1756, ten overstaan van notaris Swildens, kocht Martinus Meijs van Dirk Habets, gehuwd met Maria Douven, en van Dirk Houwers, gehuwd met Clara Douven, 37,5 kleine roeden beemd te Weustenrade tussen hemzelf en Jan Janssen, voor 21,5 stuiver per kleine roede. Het land was belast met een kop rogge aan de geestelijke goederen.[133]
Dit land werd op 14 juni 1757, ten overstaan van notaris Swildens, genaast door Dirck Janssen, zoon van Jan Janssen uit Kunrade.[134]
Op 22 maart 1757, ten overstaan van notaris Pelt te Heerlen, verkocht Marten Meijs, gehuwd met Catharina Goffin, pachter op de Dries, aan Johannes Coxs, inwoner van Welten en gehuwd met Maria Meens, 220 kleine roeden land "aen den ..altberg", grenzend aan Willem Ceularts, efgenamen Peter Moelen en Lucia Crousen, voor 17 stuivers per kleine roede.[135]
Op 23 maart 1757 werd door landmeter Henricus Rhoen aan Marten Meijs uit de erfenis van Hubert Goffin het volgende lot toegewezen:
a) 107,5 kleine roeden land in het Getsken naast Hubert Goffin, waard 161 gulden
b) 98 kleine roeden in de Cleine Cortwinckel naast Lins Tevissen, waard 186 gulden en tien stuivers
c) 63 kleine roeden land en moestuin aan de Swiergats naast Hubert Goffin, waard 126 gulden, te korten met twee koppen rogge aan de erven Belledams, (tien gulden per kop)
d) 125 kleine roeden in de "lange weijde" naast Evert Onnou, waard 156 gulden en vijf stuivers.
De totale waarde was 609 gulden en negen stuivers. Aangezien iedere erfgenaam slechts recht had op 540 gulden, dertien stuivers en een oort moest hij de meerwaarde aan zijn mede-erfgenamen uitbetalen.[136]
Op 14 juni 1757, ten overstaan van notaris Swildens, werd de hiervoorgenoemde beemd door Dirk, zoon van Jan Janssen uit Kunrade genaast.[137]
Op 2 oktober 1759, ten overstaan van notaris Swildens, verpachtte Martinus Meijs aan Arnold Schoonbroodt, gehuwd met Maria Mees, een huis met land en 80 kleine roeden beemd onder Weustenrade. De pacht werd voor twee jaar aangegaan voor 38 pattacons en zes pond Engelse tin jaarlijks. De verpachter behield zich het recht voor om jaarlijks twee appelbomen naar keuze te plukken.[138]
Op 29 september 1762, ten overstaan van notaris Swildens, verklaarde Hubert Goffin, ongehuwd en wonend te Weustenrade onder Klimmen, mede voor zijn minderjarige broer Hans Willem Goffin, dat zijn vader wijlen Willem Goffin op [niet ingevuld] aan Martinus Meijs, gehuwd met Maria Catharina Goffin, de volgende onroerende goederen verkocht had:
a) 120 kleine roeden schuur, weide en koolhof te Weustenrade, aan weerszijden grenzend aan de koper, hoofdzijde de straat;
b) ca. 60 kleine roeden akkerland achter voornoemde weide, aan weerszijden grenzend aan de koper, hoofdzijden de rader rein en voornoemde weide;
c) 136 kleine roeden akkerland onder Wijnandsrade aan de rader rein, uitschietend op het Heilig, grenzend aan Hubert Goffin van Swier en de koper, hoofdzijde de rader rein.
De koopsom, niet ingevuld, was door zijn vader ontvangen.
Maar hun vader was volgens testament van advocaat Goffin niet gerechtigd om deze goederen te verkopen, zijnde toebedeeld aan hem en zijn broer.
Martinus Meijs had nog een bedrag [niet ingevuld] aan de broers uitgekeerd waarna zij afstand deden van de goederen. [139]
Op 5 april 1763, ten overstaan van notaris Swildens, verpachtte Martinus Meijs aan Joannes Vernaus, gehuwd met Maria Catharina Heuvels, een huis met stal, schuur, huiswei en drie weilanden, gelegen te Weustenrade. De pachttermijn zou op 1 oktober 1763 ingaan voor de duur van zes jaar. De pachtsom bedroeg jaarlijks 36 rijksdaalders en zes pond Engelse tin. De verpachter behield zich het recht voor om de zolder te gebruiken voor de opslag van zijn gewassen. Verder mocht hij vijf fruitbomen naar keuze plukken. Indien hij het huis voor eigen gebruik nodig had, diende de pachter het pand te ontruimen, mits een half jaar van tevoren gewaarschuwd.[140]
Op 8 december 1768, ten overstaan van notaris Swildens, verpachtte Catharina Goffin, weduwe van Martinus Meijs, aan Peter Habets, gehuwd met Barbara Vlecken, een huis met hof, landerijen met kaf en stro "in de rode poort" te Weustenrade. De pacht gold voor zes jaar, lopende vanaf 1 oktober 1769. De pachtsom bedroeg jaarlijks veertien rijksdaalders en vier pond Engelse tin. De verpachtster reserveerde een deel van de zolder voor de opslag van haar gewassen.[141]
Op 8 februari 1773, ten overstaan van notaris Swildens, meldde Maria Catharina Goffin dat haar zoons Hans Willem en Michiel Meijs te Heerlen gedaagd waren wegens een vechtpartij. Ter beëindiging van het proces had zij dertig rijksdaalders nodig, die haar tegen een rente van 5% verstrekt werden door baron van Belderbusch. De erfdelen van haar zoons dienden tot onderpand.[142]
Ondertrouwd op 20 augustus 1735 te Heerlen, jongeman en jongedochter uit Voerendaal, gehuwd voor de kerk op 32-jarige leeftijd op 4 september 1735 te Voerendaal met Maria Catharina GOFFIN, 23 jaar oud, gedoopt op 2 mei 1712 te Wijnandsrade (getuige(n): Maria Haesen), overleden op 1 mei 1776 te Voerendaal op 63-jarige leeftijd, dochter van Hubertus GOFFIN en Elisabeth SCHOONBROODT.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Michael, gedoopt op 7 juli 1736 te Voerendaal (getuige(n): Michael Meijs namens Reijnerus Krijns, Catharina Goffin).
  • 2. Maria Elisabetha, gedoopt op 22 januari 1738 te Voerendaal (getuige(n): Joannes Meijs, Elisabetha Schoonbroodt), overleden op 11 maart 1772 te Weustenrade-Klimmen op 34-jarige leeftijd.

Ondertrouwd op 1 augustus 1761 te Klimmen, jongeman van Retersbeek, jongedochter van den Dries onder Heerlen; ook vermeld in ondertrouwregister van Heerlen, gehuwd op 23-jarige leeftijd op 16 augustus 1761 te Klimmen, gehuwd voor de kerk op 16 augustus 1761 te Klimmen (getuige(n): Michael Rameckers, Mechtildis Crijns) met Hendrik RAMECKERS, 27 jaar oud, gedoopt op 24 augustus 1733 te Klimmen (getuige(n): Henricus Sporcken, ...), overleden op 8 november 1814 om 16.00 uur te Weustenrade-Klimmen op 81-jarige leeftijd. Weustenrade wordt niet genoemd in de akte, zoon van Jacobus RAMECKERS en Elisabeth SPORCK.
{Hij is later ondertrouwd op 13 september 1776 te Klimmen, weduwnaar Maria Elisabeth Meijs, jongedochter, geboren te Nagelbeek, wonend te Weustenrade, gehuwd voor de kerk op 43-jarige leeftijd op 29 september 1776 te Klimmen met Maria Elisabeth DIEDEREN, 37 jaar oud, gedoopt op 14 juli 1739 te Schinnen (getuige(n): Michael en Elisabeth Dieteren), overleden op 8 december 1809 om 21.00 uur te Weustenrade-Klimmen op 70-jarige leeftijd, huis nr. 119, dochter van Joannes DIEDEREN en Cecilia Elisabeth van BRONSFELDT.}

  • 3. Hubertus, gedoopt op 18 maart 1739 te Voerendaal (getuige(n): Reinerus Daemen, Mechtildis Meijs).

Op 10 februari 1777, ten overstaan van notaris Wijnants, verklaarde Hubertus Meijs, ongehuwd, wonend onder de bank Heerlen, 1000 gulden tegen 4,5% opgenomen te hebben van Joannes Franciscus Boccar.
Tot onderpand stelde hij de volgende onroerende goederen:
a) de achterste kamer met de halve brand, kelder, met de plaats aan de meent gelegen,met de vaart en weidepoort, de schuur, een deel van de huisweide met de bakoven, grenzend aan Machiel en Cornelia Meijs, gelegen onder Hulsberg, bank Klimmen;
b) 203 kleine roeden land boven de weide, grenzend aan Machiel Meijs en Coenraerd Sporcken, hoofdzijden de weide en de rader rein;
c) 50 kleine roeden land "agter de cogelen", oostwaarts weduwe Jan Moenen, westwaarts Melchior Moenen, zuidwaarts Hubertus Goffin, noordwaarts de rader rein, eveneens onder Hulsberg, bank Klimmen;
d) 61 kleine roeden land aan Luijperbroek onder Wijnandsrade, westwaarts Machiel Meijs, oostwaarts Joanna Maria Meijs, hoofdzijden de vloedgraaf en een beemdje.
Deze goederen, behoudens de helft van de 203 kleine roeden weide die hij geërfd had, had hij op 8 februari 1777 ten overstaan van notaris Gudy gekocht van zijn zwager Hermanus Schaeps;
e) 114 kleine roeden land genaamd "middelste drieschken", oostwaarts Jan Moenen, westwaarts Joanna Maria Meijs, zuidwaarts de beemden, noordwaarts de weg;
f) 100 kleine roeden beemd aan Luijperbroek, westwaarts Frans Willem Heuschen, oostwaarts Joanna Maria Meijs, noordwaarts het veld;
g) 117 kleine roeden land "aen den boevender", westwaarts hof Terveren, oostwaarts Joanna Maria Meijs, welke goederen lagen te Hulsberg onder de bank Klimmen;
h) 107,5 kleine roeden land aan het Heilig onder Wijnandsrade, oostwaarts Joannes Waelen, westwaarts Lodewick Wijers, zuidwaarts de rader rein;
i) 95 kleine roeden land "aen den crommen morgen" onder Wijnandsrade, oostwaarts Lodewick Wijers, zuidwaarts de rader rein, op 30 oktober 1776 bij erfdeling voor landmeter Mertens verkregen.[143]

  • 4. Cornelia, gedoopt op 28 februari 1741 te Voerendaal (getuige(n): Joannes Wernerus Goffin, Cornelia Meijs).

Op 14 juni 1779 verschenen voor notaris Swildens te Voerendaal Johan Willem Meijs, gehuwd met Maria Catharina Limpens, Hubert Meijs, gehuwd met Maria Catharina Voncken, beide wonend te Klimmen, Hendrick Schaeps, halfwin op de hof van heer Membrede te Scharn en gehuwd met Maria Sebilla Meijs, Johannes Snackers, wonend te Nuth en gehuwd met Joanna Maria Meijs, enerzijds, en Machiel Meijs, halfwin op de Drieschen gehuwd met Maria Catharina a Campo, anderzijds.
Zij verklaarden dat hun zus Maria Cornelia Meijs "zinneloos" was en na het overlijden van hun moeder, bij de verdeling van de nalatenschap op 30 oktober 1776 voor landmeter Mertens, ook een lot had verworven.
Zij hadden nu afgesproken dat zij dit lot onder elkaar zouden verloten.
Degene die het lot zou verwerven werd dan verplicht om voor haar te zorgen.
Michiel Meijs verwierf het lot en beloofde zijn zus haar verdere leven "voedsel en deksel" te geven en na haar overlijden een passende begrafenis.[144]

  • 5. Maria Sibilla, gedoopt op 10 februari 1743 te Voerendaal (getuige(n): Wilhelmus Goffin, Maria Sibilla Meijs), overleden op 28 mei 1815 te Voerendaal op 72-jarige leeftijd.

Ondertrouwd op 15 januari 1769 te Heerlen (getuige(n): Johannes Eussen, Jenne Marie Meis), jongeman van den Elen, jongedochter van den Driesch, gehuwd voor de kerk op 25-jarige leeftijd op 29 januari 1769 te Voerendaal met Hermanus SCHAAPS, overleden op 25 december 1796 te Voerendaal.

  • 6. Joannes Wilhelmus (zie VI.24).
  • 7. Joanna Maria, gedoopt op 8 april 1746 te Voerendaal (getuige(n): Theodorus Meijs, Joanna Schoonbroodt), overleden op 3 juni 1818 te Nuth op 72-jarige leeftijd.

Ondertrouwd (1) op 23 augustus 1777 te Heerlen, gehuwd voor de kerk op 31-jarige leeftijd op 7 september 1777 te Heerlen. huwelijk gedispenseerd wegens bloedverwantschap in de vierde graad (met schema)[145] met Joannes SNACKERS, 45 jaar oud, gedoopt op 12 juli 1732 te Nuth (getuige(n): Joannes Pricken namens Joannes Wijnen, Caecilia Hartzleben namens Catharina Meijs), overleden op 13 oktober 1780 te Terstraten-Nuth op 48-jarige leeftijd, begraven op 15 oktober 1780 te Nuth, zoon van Nicolaus SNACKERS en Barbara Cornelia HENNEN.
Gehuwd voor de kerk (2) op 35-jarige leeftijd op 13 mei 1781 te Nuth met Leonardus RUIJSOP, 26 jaar oud, timmerman, geboren te Terstraten-Nuth, gedoopt op 9 december 1754 te Nuth (getuige(n): Leonardus Limpens, Elisabeth Snackers), overleden op 29 juli 1831 te Nuth op 76-jarige leeftijd, zoon van Nicolaus RUIJSCHOP, timmerman, en Mechtildis LIMPENS.

  • 8. Anna Elisabetha, gedoopt op 8 november 1747 te Voerendaal (getuige(n): Michael Meijs, Elisabeth Quaedvlieg).
  • 9. Joannes Hubertus, gedoopt op 7 april 1749 te Voerendaal (getuige(n): Joannes Goffin, Elisabetha Meijs).

Op 30 mei 1777 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Gudi te Maastricht op 8 februari 1777.
Hubertus Meijs, meerderjarig en ongehuwd, wonend onder de bank Heerlen, kocht van zijn zwager Hermanus Schaaps, wonend te Scharn en gehuwd met Maria Sibilla Meijs, diens lot, zoals toebedeeld door landmeter Mertens op 30 november 1776, te weten:
a) de achterste kamer met de daaronder gelegen kelder, met naastgelegen plaats en schuur en een deel uit de huisweide en bakoven, grenzend aan Machiel en Cornelia Meis;
b) 203 kleine roeden land boven de huisweide, grenzend aan Machiel Meijs en Coenraerd Sporcken, hoofdzijden de weide en de Wijnandsrader rein;
c) 50 kleine roeden land "achter de coegele", oostwaarts Jan Moenen, westwaarts Melchior Moenen, zuidwaarts Hubertus Goffin, noordwaarts de rein;
d) 161 kleine roeden land onder Wijnandsrade "aen den luijperbroeck", oostwaarts Joanna Maria Meijs, westwaarts Michiel Meijs, hoofdzijden de vloedgraaf en de beemd, belast met twee vaten rogge aam Sint Gerlach.
Het geheel werd verkocht voor 1272 gulden en zes stuivers die spoedig betaald zouden worden.[146]
Op 13 februari 1777 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Wijnants uit Schin op Geul op 10 februari 1777.
Hubertus Meijs, meerderjarig en ongehuwd, wonend onder de bank Heerlen, verklaarde 1000 gulden tegen 5% te hebben van Joannes Franciscus Boccar, wonend te Sint Pieter bij Valkenburg.
Tot onderpand stelde hij:
a) de achterste kamer met de daaronder gelegen kelder, met naastgelegen plaats en schuur en een deel uit de huisweide en bakoven, grenzend aan Machiel en Cornelia Meis;
b) 203 kleine roeden land boven de huisweide, grenzend aan Machiel Meijs en Coenraerd Sporcken, hoofdzijden de weide en de Wijnandsrader rein;
c) 50 kleine roeden land "achter de coegele", oostwaarts Jan Moenen, westwaarts Melchior Moenen, zuidwaarts Hubertus Goffin, noordwaarts de rein;
d) 61 kleine roeden land "aen den luijperbroeck", oostwaarts Joanna Maria Meijs, westwaarts Michiel Meijs, hoofdzijden de vloedgraaf en de beemd;
Al deze onder Hulsberg gelegen goederen had hij op 8 februari 1777 gekocht had van zijn zwager Hermanus Schaeps;
e) 114 kleine roeden weiland onder Hulsberg genaamd "het middelste drieschken", oostwaarts Joannes Moenen, westwaarts Joanna Maria Meis, zuidwaarts de beemden, noordwaarts de weg;
f) 100 kleine roeden beemd onder Hulsberg "aen den luijperbroeck", westwaarts Frans Willem Heuschen, oostwaarts Joanna Maria Meis, noordwaarts het veld;
g) 117 kleine roeden land onder Hulsberg "aan den bovender", westwaarts hof Tervieren, oostwaarts Joanna Maria Meijs, zuidwaarts de weduwe Cruis.
h) 107,5 kleine roede land "aen het heijlig"onder Wijnandsrade, oostwaarts Joannes Waalen, westwaarts Lodewick Weijers, zuidwaarts de rader rein;
i) 95 kleine roeden land onder Wijnandsrade "aan den crommen morgen", oostwaarts Lodewick Weijers, zuidwaarts de rader rein.
Deze goederen waren hem toebedeeld op 30 november 1776 door landmeter Mertens
In de marge werd aangetekend dat Machiel Meijs op 5 augustus 1785 de lening had afgelost. [die had namelijk de goederen van hem gekocht en de lening overgenomen][147]
Op 24 april 1780 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Cotzhuijsen te Heerlen op 9 februari 1780.
Hubertus Meijs, inwoner van Weustenrade en gehuwd met Maria Catharina Voncken, verkocht aan Hubertus Goffin, weduwnaar Maria Josepha Somnia, halfwin op Terveren, 50 kleine roeden land achter Weustenrade op de Rader rein, grenzend aan de weduwe Jan Moenen en de weduwe Lortu, hoofdzijden de rein en de koper, voor zes schillingen per kleine roede[148]
Op 25 september 1784 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Swildens te Voerendaal op 31 mei 1781.
Hubert Meijs, inwoner van Weustenrade en gehuwd met Maria Catharina Voncken, verkocht aan zijn broer Machiel Meijs, halfwin op de Dries en gehuwd met Maria Catharina a Campo, de goederen die hij op 8 februari 1777 van zijn zwager Hermanus Schaaps gekocht had, voor 1614 gulden en 2,5 stuiver.
Op de koopsom werd een erfpacht van twee vaten rogge aan klooster Sint Gerlach, gewaardeerd 80 gulden in mindering gebracht.
Verder nam de koper een schuld van 1200 gulden aan heer Boccar van Valkenburg over.
Het restant zou binnen twee maanden betaald worden.[149]
Op 15 maart 1785 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Swildens te Voerendaal op 5 mei 1782.
Hubert Meijs, halfwin op hof Heijdal onder de bank Heerlen en gehuwd met Maria Catharina Voncken, verkocht aan Joannes Heusschen, inwoner van Weustenrade en gehuwd met Marie Geertruij Sporken, 100 kleine roeden beemd in het Leuperbroek, oostwaarts de erfgenamen Frans Willem Heusschen, noord-en zuid het veld, voor een gulden per kleine roede.[150]
Ondertrouwd op 14 februari 1778 te Heerlen (getuige(n): Michael Meis, Theresia Ubels). Hubertus Meis jongeman van hof ten Driesch met Marie Cathrin Voncken jongedochter van Runneberg, gehuwd op 28-jarige leeftijd op 1 maart 1778 te Heerlen met Maria Catharina VONCKEN, 23 jaar oud, gedoopt op 19 februari 1755 te Heerlen, dochter van Christianus VONCKEN en Maria REUMERS.

  • 10. Joannes Michael (zie VI.32).


V.19 Joannes MEIJS, gedoopt op 16 januari 1705 te Voerendaal (getuige(n): Joannes Schill, Mechtild Meijs), overleden op 23 mei 1772 te Swier-Wijnandsrade op 67-jarige leeftijd, laat twee zonen na en werd begraven nabij het koor, zoon van Michael MEIJS (zie IV.23) en Maria a CAMPO.
Ondertrouwd op 9 september 1752 te Klimmen, jm geboortig van Voerendall thans wonend op het huijs Ter Veeren; jd. geboortig van Wijnandsrade en thans wonende in het Weustenraad onder Climmen, gehuwd op 47-jarige leeftijd op 24 september 1752 te Klimmen met Christina EGGEN, 38 jaar oud, gedoopt op 27 april 1714 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Schepers namens Joannes Onsel, Ida Raven), overleden op 27 december 1777 te Swier-Wijnandsrade op 63-jarige leeftijd, begraven nabij het koor, dochter van Joannes EGGEN en Maria RAVEN.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Joannes Michael, gedoopt op 27 juni 1753 te Klimmen (getuige(n): Joannes Eggen, Maria Nist namens Mechtildis Meijs), overleden op 21 oktober 1793 te Swier-Wijnandsrade op 40-jarige leeftijd, apoplexie.

Op 2 juni 1778 verkochten Joannes Meijs, ongehuwd, en zijn broer Hubertus Meijs, gehuwd met Maria Sybilla Heuts, inwoners van Wijnandsrade, aan Hubertus Goffin, gehuwd met Maria Josepha Sommia, 46,5 kleine roede bos in het Weustenrader bos onder Klimmen, oostwaarts Maggel Raeven, westwaarts Hubert Goffin, hoofdzijden Joannes van Geul en de erfgenamen Reijner Eggen, voor vijf schillingen per kleine roede.
De akte opgesteld voor de schepenbank Wijnandsrade, werd op 13 januari 1779 gerealiseerd voor de schepenbank Klimmen.[151]
Op 27 juni 1780 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, dezelfde dag opgesteld door notaris Wilmar te Meerssen.
Joannes Meijs, inwoner van Swier en gehuwd met Maria Catharina Jongen, verkocht aan Joannes Moonen, inwoner van Swier en gehuwd met Maria Eggen, 56,5 kleine roeden akkerland "op het gestij" bij Weustenrade onder Klimmen, grenzend aan Lambertus Meijs en Melchior Moonen, hoofdzijden de weg naar Brommelen en de erfgenamen Willem Odekerken.
De verkoper, die dit land geërfd had van zijn ouders, zou de staande gewassen met kaf en stro nog van het land mogen halen.
Iedere kleine roede werd verkocht voor 50 stuivers.[152]
Op 27 juni 1782, ten overstaan van notaris L'Allemand, verkocht Johannes Meijs, inwoner van Swier onder Wijnandsrade en gehuwd met Maria Catrina Jongen, 67 kleine roeden weide inde sijpen omder Wijnandsrade, grenzend aan het Molenveld en het wederdeel.
Deze weide had hij op 4 maart 1779 bij deling ten overstaan van landmeter Klinckenberg verkregen.
De weide werd verkocht aan Joannes Moenen van Swier, gehuwd met Maria Echgen, voor 40 gulden per grote roede en een vat tarwe en een vat boekweit in de koop.
De koper werd gevrijwaard van de schuld van 300 gulden aan pater Dumolin van de Augustijnen van Maastricht waarvoor het verkochte perceel met nog andere goederen was gehypothekeerd.[153]
Op 8 juli 1784, ten overstaan van notaris L'Allemand, werd het testament opgesteld van Joannes Meijs, inwoner van Swier en zijn echtgenote Maria Catharina Jongen, beide gezond en bij volle verstand.
Zij verklaarden dat hun huwelijk kinderloos was en zou blijven en daarom afspraken wilden maken over hun onder Wijnandsrade, Klimmen en Wijlre gelegen goederen.
De langstlevende zou alles erven maar moest dan wel zorgen dat voor de eerststervende twintig missen gelezen werden en een passende begrafenis met zeswekendienst werd geregeld.
Joannes Meijs wild, indien hij het eerst zou sterven, dat er twee jaargetijden gesticht zouden worden in de kerk van Wijnandsrade.
Hiervoor werd 37 en een kwart kleine roeden beemd onde "heijligerweijde" binnen Wijnandsrade, grenzend aan de heer van Wijnandsrade en Joannes Eggen, gereserveerd.[154]
Ook reserveerde hij hiervoor een kwart uit 100 glden staande ten laste van de weduwe Wouter Eggen, wonend te Aken.
Op 6 april 1789 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Frederix te Maastricht op 28 januari 1789. Leonardus Caubo, inwoner van Swier, handelend namens Joannes Meijs, inwoner van Swier en gehuwd met Maria Catharina Jongen, leende 100 gulden tegen 5% van het klooster der Augustijnen te Maastricht.
Joannes Meijs stelde tot onderpand 162 kleine roeden op de rein, grenzend aan Matthijs Geelen en Lambert Meijs, en 56,5 kleine roeden land "op de gestij", grenzend aan de erfgenamen Moenen en Lambert Meijs.
Er werd verwezen naar een lening van 300 gulden, ook door de Augustijnen verstrekt, op 17 mei 1779 opgenomen en op 30 mei 1779 voor de schepenbank Wijnandsrade vastgelegd.[155]
Op 6 april 1789 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Frederix te Maastricht op 28 januari 1789. Leonardus Caubo, inwoner van Swier, handelend namens Joannes Meijs, inwoner van Swier en gehuwd met Maria Catharina Jongen, leende 100 gulden tegen 5% van het klooster der Augustijnen te Maastricht.
Joannes Meijs stelde tot onderpand 162 kleine roeden op de rein, grenzend aan Matthijs Geelen en Lambert Meijs, en 56,5 kleine roeden land "op de gestij", grenzend aan de erfgenamen Moenen en Lambert Meijs.
Er werd verwezen naar een lening van 300 gulden, ook door de Augustijnen verstrekt, op 17 mei 1779 opgenomen en op 30 mei 1779 voor de schepenbank Wijnandsrade vastgelegd.[156]
Op 20 maart 1790 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Swildens te Voerendaal op 25 februari 1790.
Joannes Meijs, inwoner van Swier en gehuwd met Maria Catharina Jongen, verkocht aan Joannes Moonen, inwoner van Swier en gehuwd met Maria Eggen, 160 kleine roeden akkerland boven Weustenrade op de Rader rein onder Klimmen, oostwaarts Leonard Moenen, westwaarts Lambertus Meijs, hoofdzijden de rein en de beemden, voor vier gulden per kleine roede.
Het land was belast met drie koppen rogge aan het klooster Sint Gerlach.
Een lening van 400 gulden aan de Augustijnen werd door de koper overgenomen en in mindering gebracht op de koopsom.
De staande gewassen, zijnde rogge en een beetje gerst, mocht de verkoper nog oogsten.[157]
Op 31 juli 1793 werd Lambertus Meijs van Swier gedaagd vanwege een gewelddadige ruzie tussen hem en zijn broer Joannes op 26 januari 1792. Lambert had zijn broer toen zwaar mishandeld waarbij twee ribben waren gebroken en vijf wonden op zijn hoofd waren ontstaan.
En dit alles terwijl Joannes op de grond lag en niet in staat was zich te verweren.
Als verzwarende factor gold nog dat Joannes Meijs een gebrekkig en ziek mens was, lijdend aan epilepsie.[158]
Gehuwd voor de kerk op 25-jarige leeftijd op 27 mei 1779 te Wijnandsrade, bruidegom uit Swier, bruid uit Wijlre met Maria Catharina JONGEN.
Een Maria Catharina Jongen huwt twee jaar na het overlijden van Joannes Meijs als weduwe met Maximiliaan Schaaps. Als zij in 1820 overlijdt wordt als leeftijd 89 jaar gegeven en als ouders Frans Jongen en Petronella Birckx, die inderdaad in 1734 een dochter met dezelfde naam laten dopen in Schin op Geul.
Maar het is maar zeer de vraag of zij de weduwe van Joannes Meijs is die dan 20 jaar jonger zou zijn geweest dan zijn echtgenote!

  • 2. Wilhelmus Lambertus (zie VI.36).
  • 3. Michael, gedoopt op 2 december 1758 te Wijnandsrade (getuige(n): Michael Meijs, Helena Eggen).


V.21 Michael MEIJS, pachter Kunderhuis Voerendaal, gedoopt op 8 april 1706 te Voerendaal (getuige(n): Theodorus Habets namens Nicolaus a Campo, Catharina Rietraet namens Helena Hautvast), overleden op 31 oktober 1759 te Voerendaal op 53-jarige leeftijd. Michael Meijs maritus Maria Sybilla Heuts, zoon van Michael MEIJS (zie IV.23) en Maria a CAMPO.
Op 20 januari 1746 werd door notaris Swildens het testament vastgelegd van Machiel Meijs en Sibilla Heuts, wonend op het Cunderhuis.
Machiel Meijs lag ziek te bed, zijn echtgenote was gezond en beide waren bij volle verstand.
De langstlevende had de volle beschikking over alle goederen zolang hij of zij niet hertrouwde.
Uit het huwelijk waren twwe dochters, te weten Maria Elisabeth en Maria Catharina Meijs die, zolang ze de ouders of de langstlevende zouden gehoorzamen, niet alleen de absolute erfgenamen zouden worden, maar ook bij hun huwelijk elk 100 rijksdaalders zouden ontvangen.
Voorwaarde was wel dat het huwelijk hun goedkeuring kreeg, zo niet dan verviel de huwelijksgift.
Mocht de langstlevende een tweede huwelijk aanhaan voordat een of bedie dochter gehuwd waren, dan moest voornoemd bedrag van 100 rijksdaalders terstond uitgekeerd worden.
Vervolgens mochten in het tweede huwelijk alleen goederen verkocht worden in uiterste nood en tot voordeel van beide dochters.
De akte werd zowel door Michael Meijs als door Sibilla Heuts getekend.[159]
Op 4 maart 1751 verscheen ten behoeve van Michiel Meijs, pachter van Kunderhuis en gehuwd met Sebilla Heuts, notaris Swildens uit Voerendaal op het Kunderhuis.
Michiel Meijs kocht van zijn schoonmoeder Catharina Franssen, weduwe Hendrick Heuts, wonend te Kunrade, een huis met huisweide en koolhof, gelegen in het Douvenrade onder de bank Heerlen, grenzend aan de verkoopster en Pieter Franssen, hoofdzijden de gewande van hof Geleen en de Douvenraderweg, groot, samen met de bouwplaats, 974 kleine roeden.
Tevens kocht hij 1120 kleine roeden akkerland op de Heerlerweg, grenzen aan Peter Dautzenberg uit de Dom en Michiel Pijpers, hoofdzijden Hend. Cloot en de weg, alsmede 132 kleine roeden akkerland op de Heerlerweg, grenzend aan het Molenvoetpad en Peter Franssen, hoofdzijden de Heerlerweg en Peter Dautzenberg.
Voor het huis betaalde hij 400 pattacons of 1600 gulden, voor de weide en koolhof twee gulden per kleine roede en voor het land eveneens twee gulden per kleine roede.
Aangezien hij dit geld aan zijn schoonmoeder had voorgeschoten toen zij deze goederen op 24 november 1749 gekocht had van de erfgenamen Thomas Roosenboom, was de koopsom bij deze al betaald.[160]
Op 24 april 1752 kocht Michiel Meijs, halfwin op het Cunderhuis en gehuwd met Sibilla Heuts, 104 kleine roeden land in het Kunderveld, grenzend aan Hendrick Vernaus en de erfgenamen Machiel Meijs, hoofdzijde Peter Merckelbag, voor 29 stuivers per kleine roede.
Verkopers waren Peter Merckelbag, gehuwd met Maria Moulen, Hubert Moulen, gehuwd met Catharina Meijers, Hendrick Vernaus, gehuwd met Ida Moulen, en Willem Meijs, gehuwd met Catharina Moulen, allen inwoners van Welten.[161]
Op 4 april 1753 verscheen Machiel Meijs, pachter op Kunderhuis en gehuwd met Sebilla Heuts, ten kantore van notaris Pelt te Heerlen.
Hij kocht van Adam Janssen, inwoner van Welten en gehuwd met Margaretha Ubags, 146 kleine roeden akkerland in het Douvenraderveld, grenzend aan de weduwe Heutz en de weduwe Jan Bisschops, hoofdzijde Peter Franssen, voor 30 stuivers per kleine roede.
De akte werd de volgende dag gerealiseerd voor de schepenbank Heerlen.[162]
Op 7 mei 1753 verscheen Machiel Meijs andermaal ten kantore van notaris Pelt te Heerlen.
Hij kocht nu van Peter Cloot, pachter op hof Soureth en gehuwd met Ida Franssen, 200 kleine roeden land in het Kunderveld, grenzend aan de verkoper en de Maastrichterweg, voor 35 stuivers per kleine roede.
De akte werd op 29 mei 1753 gerealiseerd voor de schepenbank Heerlen.[163]
Op 10 december 1753 verkocht Peter Heuts, burger in Aken en gehuwd met Maria Christina Baerts, ten overstaan van notaris Swildens te Voerendaal, aan Michael Meijs, gehuwd met Sibilla Heuts, zijn kindsdeel, zoals toebedeeld op 20 september 1753, te weten:
a) 151 kleine roeden weiland te Kunrade, grenzend aan Peter Timmers en Helger Heuts, hoofdzijde de landstraat naar Heerlen;
b) 150 kleine roeden akkerland in het Welterveld genaamd "den kercktoorn", grenzend aan de gewande van Geleen en de erfgenamen Willem Tribels, hoofdzijde de Welterweg;
c) 155 kleine roeden land nabij het Clootsbos, grenzend aan goederen van het Kunderhuis en Leonard Spiessen, hoofdzijde de Kunderberg;
d) 143 kleine roeden akkerland "aen den Huuscher Kalckoven", grenzend aan Jan Eussen en Nicolaes Timmers, hoofdzijde de Kunderberg;
e) 91 kleine roeden beemd nabij de Kundergats, grenzend aan Jan Janssen en Helger Heuts, hoofdzijde de Kundergats.
Verder verkocht hij nog zijn deel in het land "het Douvenrade", dat inmiddels door baron van Belderbusch voor 172 gulden gekocht was.
Het geheel werd verkocht voor 1400 gulden waarvan 900 gulden uiterlijk februari 1755 betaald zou worden en het restant tegen 4% als lening zou blijven staan en de rente aan zijn moeder, tevens schoonmoeder van Michiel Meijs, betaald zou worden.
Na haar dood zou de rente aan de verkoper betaald moeten worden.
De akte werd op 20 februari 1759 gerealiseerd voor de schepenbank Heerlen.[164]
Op 15 januari 1754 verkocht Nicolaes Heuts, inwoner van Welten en gehuwd met Ida Crousen, aan Machiel Meijs, gehuwd met Sibilla Heuts, 90 kleine roeden akkerland in het Kunderveld op de Heerlerweg, grenzend aan Willem Janssen en Lodewijk Heuts, hoofdzijde de gewande van Cortenbach, voor twee gulden per kleine roede.
De akte, opgesteld door notaris Swildens te Voerendaal, werd op 27 februari 1759 gerealiseerd voor de schepenbank Heerlen[165]
Op 11 maart 1755 verkocht Helena Fransen, begijn op het groot Begijnhof van Tongeren, aan Machiel Meijs, gehuwd met Sibilla Heuts, 300 kleine roeden land uit een perceel van ruim twee bunder, helegen in het Kunderveld, a te meten langs het pachtgoed van de halfwin van hof Geleen, grenzend aan Peter Cloot, de koper, de erfgenamen Peter Moulen en de Heerlerweg, voor 35 stuivers per kleine roede.
225 gulden had de koper betaald, het restant, 300 gulden, bleef als lijfrente staan tegen 30 gulden jaarlijks.[166]
Op 31 maart 1756 verkocht Machiel Meijs, pachter op het Kunderhuis, gehuwd Met Sebilla Heutz, aan baron van Belderbusch, heer van Terworm, ca. 976 kleine roeden huis, stallen, schuur, weide met bebouwing genaamd "het middelste Douvenraad" voor 800 pattacons.
De verkoper zou de goederen nog tot Remigius 1757 gebruiken en de koper zou dan pas de koopsom overhandigen.
De akte werd opgemaakt door notaris Cotzhuijzen uit Heerlen op huis Terworm en zou op 5 april 1756 gerealiseerd worden voor de schepenbank Heerlen[167]
Op 7 februari 1757 liet Machiel Meijs, pachter van het Kunderhuis en gehuwd met Sibilla Heuts, op het Kunderhuis door notaris Swildens uit Voerendaal een akte opstellen.
Hij verkocht aan Alexander Sieben, ongehuwd, 101,5 kleine roede land in het Kunderveld, grenzend aan Hubert Moulen en Jan De roodt, hoofdzijde Joseph en Peter Palant, voor 25 stuivers per kleine roede.
Dit perceel had hij op 24 november 1756 ten overstaan van notaris Pelt te Heerlen gekocht van Caspar Hendrick van Nuijs.[168]
Eveneens op 7 februari 1757 werd nog een akte opgesteld, waarbij Michiel Meijs twee percelen land kocht van Nicolaes Heuts, inwoner van Welten en gehuwd met Ida Crousen.
Het ene perceel, 80 kleine roeden akkerland, was gelegen aan de tolpoort te Kunrade, grenzend aan de Welterweg en Fransis Silvertant, hoofdzijde de koper, werd verkocht voor 35 stuivers per kleine roede.
Het andere perceel, 160 kleine roeden akkkerland, was gelegen aan Clootsbosch, grenzend aan huis Kunrade, Francis Silvertant en de weduwe Dirck Senden, hoofdzijde de Hongerbeek, werd verkocht voor 20 stuivers per kleine roede.
Beide akten werden op 21 november 1757 gerealiseerd voor de schepenbank Heerlen.[169]
Op 18 april 1757 verkocht Nicolaes Vrusch, inwoner van Ulestraten en gehuwd met Ida Ritzen, aan Michiel Meijs, gehuwd met Maria Sibilla Heuts, twee percelen akkerland.
Het ene perceel, 95 kleine roeden akkerland, weas gelegen in het Welterveld, grenzend aan Lins Haembeuckers en de erfgenamen Dirck Senden, hoofdzijden Dionijs Mertens en Nicolaes Heuts.
Het andere perceel, 85,5 kleine roede akkerland, was gelegen aan de Berchsenweg, grenzend aan Andries Keufkens en de weduwe Heuts, hoofdzijden Jan Janssen en de weg.
Het geheel werd verkocht voor 26 stuivers per kleine roede
De akte, opgesteld door notaris Swildens te Voerendaal, werd op 21 november 1757 gerealiseerd voor de schepenbank Heerlen.[170]
Op 23 september 1757 verkochten Johannes Heuts, weduwnaar Maria Agnes Otten, en Peter Heuts, gehuwd met Maria Christina Baerts, burgers en inwoners van Aken, aan Michiel Meijs, gehuwd met Sibilla Heuts, de volgende onroerende goederen:
a) 206 kleine roeden uit de Overweide, welk deel naar de weg toe grenst aan Hend. Schaeps;
b) 62 kleine roeden beemd aan de gats genaamd Laurensen beemdje, grenzend aan de weduwe Dirck Senden, Hendrick Rhoon, Peter Meens en de gats;
c) 90 kleine roeden land aan de Heerlerweg naast Peter Franssen en de weg, zijnde de helft van een groter deel;
d) 108 kleine roeden land "in de hongerbeek genoemt Thomasse sill", grenzend aan de Kunderberg en Peter Schillings, hoofdijde Leonard Tribels;
e) 196 kleine roeden akkerland in het Heerlerveld, grenzend aan genoemde Johan Heuts en de weduwe Willem Kelleners, hoofdzijde Peter Franssen.
Het geheel werd verkocht voor 1100 gulden, die inmiddels overhandigd waren. Alle goederen waren laatgoederen en gelegen in de bank Heerlen en leverden een vat rogge op staande op hof Carisberg.
Aan lasten stonden op de goederen anderhalf vat rogge aan de kerk van Voerendaal en twee kapoenen aan hof Peerboom, waarvoor niets gekort werd op de koopsom.[171]
Eveneens Op 23 september 1757 verkocht Johannes Heuts, burger te Aken en weduwnaar van Maria Agnes Otten, aan Machiel Meijs, gehuwd met Sibilla Heuts, 670 kleine roeden akkerland in het Heerlerveld "tegens het huijschen", grenzend aan de koper en de hof Geleen, hoofdzijde Pieter Franssen, voor 31 stuivers per kleine roede, in toaal 1072 gulden.
Naast dit bedrag gaf de koper ook nog, volgens afspraak, "eenen vetten breuling" [speenvarken].
Beide akten, opgesteld door notaris Swildens te Voerendaal, werden op 27 februari 1759 gerealiseerd voor de schepenbank Heerlen.[172]
Op 20 december 1757, ten overstaan van notaris Swildens, ruilden Helger Heuts, ongehuwd en wonend te Kunrade, onroerende goederen met Machiel Meijs, pachter op het Kunderhuis en gehuwd met Maria Sibilla Heuts
. Helger Heuts gaf 151 kleine roeden weiland binnen Kunrade, grenzend aan Peter Timmers, hoofdzijden de Heerlerweg en de gemeente.
Machiel Meijs gaf in ruil 180 kleine roeden akkerland "aen de alden kalkoven", zuidwaarts Johannes Dauven, en 108 kleine roeden akkerland in de Hongerbeek genaamd "Thomasse sille", grenzend aan de Kunderberg en Peter Schillings, hoofdzijde Leonard Trijbels.
Ook gaf hij nog 25 gulden en veertien stuivers.[173]
Op 26 juni 1758 werd voor de schepenbank Heerlen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Pelt te Heerlen op 31 mei 1758.
Laurens Vrouwenraet, gehuwd met Anna Sophia Heuschen, wonend te Moesbergh in het Munsterland, verkocht aan Michiel Meijs, gehuwd met Sibilla Heuts, halfwin op het Kunderhuis de volgende onroerende goederen:
a) ca. 8 kleine roeden huis, mesthof en koolhof te Kunrade genaamd "aan het eijnd", grenzend aan Hend. Schaeps en de gewande van het Kunderhuis, hoofdzijde de landstraat;
b) 61 kleine roeden land in het Welterveld, grenzend aan Dirck Janssen en Jan Tribels, hoofdzijde hof Geleen.
Het eerste perceel werd voor 12 en het tweede perceel voor 20 pattacons verkocht.[174]
Op 5 april 1759 verkocht Antoin Francois Maillard, ongehuwd en wonend te Luik, ten overstaan van notaris Gudi te Maastricht, aan Machiel Meijs, gehuwd met Sibilla Heuts, 573 kleine roeden akkerland in het Kunderveld onder de bank Heerlen, grenzend aan de koper en oostwaarts Peter Merckelbach, hoofdzijden de koper en de straat, voor 950 gulden.
De koopsom werd ter plekke betaald.
Maillard handelde in deze namens zijn broer en zussen die dit land hadden geërfd van hun tante [Helena] Franssen, begijn te Tongeren.
De akte werd op 10 mei 1759 gerealiseerd voor de schepenbank Heerlen.[175]
Op 25 mei 1759 leende Machiel Meijs 100 gulden tegen 4% van Johan Jacob Vignon, schout van Heerlen en gehuwd met Maria Magdalena Guichon.
Tot onderpand stelde hij de volgende onroerende goederen:
a) 1120 kleine roeden land aan de Heerlerweg, grenzend aan Pieter Dautzenberg uit de Dom en Machiel Pijpers;
b) 132 kleine roeden aan de Heerlerweg, grenzend aan het Molenvoetpad en Peter Franssen;
c) 200 leine roeden land in het Kunderveld, grenzend aan Peter Cloot en de Maastrichterweg;
d) 300 kleine roeden land in het Kunderveld, grenzend aan Peter Cloot en Michiel Meijs zelf, hoofdzijde erfgenamen Peter Moulen;
e) 573 kleine roeden land in het Kunderveld, grenzend aan Michiel Meijs zelf en oostwaarts Peter Merckelbach.[176]
Ondertrouwd op 6 februari 1734 te Heerlen (getuige(n): Cornelia Meijs, Peter Heuts), jongeman en jongedochter van Kunrade, gehuwd voor de kerk op 27-jarige leeftijd op 21 februari 1734 te Heerlen met Sibilla HEUTS, 21 jaar oud, gedoopt op 9 juli 1712 te Voerendaal (getuige(n): Theodorus Habets namens Wilhelmus Fransen, Ida Fransen), overleden op 26 december 1794 te Voerendaal op 82-jarige leeftijd. Sybilla Heuts vidua Michaelis Meijs, dochter van Henricus HEUTS en Catharina FRANSSEN
Op 11 augustus 1760, ten overstaan van notaris Swildens, verkochten Sibilla Heuts, weduwe Michiel Heuts, en haar schoonzoon Leonardus Hennens, gehuwd met Maria Catharina Meijs, wonend op het Kunderhuis, aan landmeter Henricus Rhoen, gehuwd met Gertruij Lintjens, twee percelen akkerland.[177]
Op 20 juli 1784 werd voor de schepenbank Heerlen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Swildens te Voerendaal op 16 juli 1784.
Sibilla Heuts, weduwe Michiel Meijs, en L. Hennen, gehuwd met Maria Cath. Meijs, eigenaren van het Cunderhuis, verklaarden dat zij genoodzaakt waren om te procederen tegen Dirck Janssen, inwoner van Kunrade.
Daarvoor moesten zij een borgstelling geven. Daartoe brachten zij drie bunder en 130 kleine roeden land in, gelegen tussen de wegen bij het Cunderhuis, grenzend aan de landweg naar Maastricht en de weg op Welten, hoofdzijde erfgenamen Leon. Spiessen.[178]
Uit dit huwelijk:

  • 1. Maria Catharina, gedoopt op 14 december 1734 te Voerendaal (getuige(n): Michael Meijs, grootvader, Catharina Fransen), jong overleden.
  • 2. Maria Catharina, gedoopt op 12 oktober 1736 te Voerendaal (getuige(n): Joannes Daemen namens heer Lambertus van Lijs, Mechtild Meijs namens Anna Meijs), jong overleden.
  • 3. Maria Elisabeth, gedoopt op 8 april 1738 te Voerendaal (getuige(n): Joannes Heuts, Elisabeth Meijs).
  • 4. Maria Catharina, gedoopt op 9 juli 1740 te Voerendaal (getuige(n): Petrus Heuts, Catharina Moulen), overleden op 30 augustus 1795 te Voerendaal op 55-jarige leeftijd.

Ondertrouwd op 27 mei 1759 te Heerlen (getuige(n): Sophie Helena Hennen, Joannes Ravens), jongeman van Benzenrade, jongedochter van Kunrade, gehuwd voor de kerk op 18-jarige leeftijd op 10 juni 1759 te Heerlen met Leonardus HENNEN, geboren 1734 te Bingelrade? Overleden op 9 februari 1819 te Voerendaal, zoon van Adamus HENNEN en Gertrudis BOESTEN.

  • 5. Cornelia, gedoopt op 5 september 1742 te Voerendaal (getuige(n): Henricus Heuts, Cornelia Meijs), jong overleden.


V.25 Paulus MEIJS, gedoopt op 11 december 1708 te Voerendaal (getuige(n): Theodorus Habets namens Laurentius Dortu, Catharina Fransen), zoon van Michael MEIJS (zie IV.23) en Maria a CAMPO.
Ondertrouwd op 9 februari 1743 te Heerlen (getuige(n): Joannes Mees, Catharin Kocks). Paulus Mees, jm van Kunrade en Marie Faron, jd. van Welten, gehuwd op 34-jarige leeftijd op 24 februari 1743 te Heerlen met Maria FARON.
Op 29 november 1784 werd voor de schepenbank Heerlen een akte gerealiseerd. opgesteld door notaris Seildens te Voerendaal op 28 oktober 1767.
Maria Feron, wonend te Welten en weduwe van Paulus Meijs, bijgestaan door zoon Joannes Meijs, naar eigen zeggen 24 jaar oud, en door Laurens Meijs, gehuwd met Elisabeth Cullers, voogd van haar minderjarige kinderen, verklaarde dat zij geen inkomen had en al verschillende jaren de belastingen niet had kunnen betalen.
De deurwaarder was inmiddels aan haar deur geweest en had haar tot betaling gemaand, op straffe van executie vam haar goederen.
Om dat te voorkomen verkocht zij nu aan Nicolaas Kuijpers, inwoner van Welten en gehuwd met Maria Anna Arets, 40 kleine roeden akkerland op de Knippen bij Welten, grenzend aan de koper en Arnold Hermans, hoofdzijden de Knippenweg en Weren Paland, voor 19 Akense mark per kleine roede.
Uit de koopsom werd 35 gulden betaald aan Arnold Hermans vanwege geleverd brood en andere levensmiddelen en zes gulden elf stuivers en drie oort aan de schatheffer van Heerlen.
Het resterende bedrag ontving Maria Feron van de koper.[179]
Uit dit huwelijk:

  • 1. Michael, gedoopt op 20 september 1743 te Heerlen (getuige(n): Petrus Cloot namens Michael Meijs, Maria Roonk).
  • 2. Joannes, gedoopt op 19 september 1744 te Heerlen (getuige(n): Paulus Meijers, Catharina Meijs namens Mechtild Meijs).

Op 14 oktober 1780 werd voor de schepenbank Heerlen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Cotzhuijsen te Heerlen op 10 oktober 1780.
Joannes Meijs, ongehuwd en meerderjarig, wonend onder het graafschap Rekem, verkocht aan Nicolaes Heuts, gehuwd met Mechtildis Mullers, inwoner van Welten, ten behoeve van zijn kinderen bij wijlen Ida Crousen, 50 kleine roeden land aan de Grub, grenzend aan Joannes Janssen en Peter Moulen, hoofdzijden de wegen, voor 18 akense mark per kleine roede.[180]
Op 11 juli 1785 werd voor de schepenbank Heerlen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Cotzhuijsen te Heerlen op 12 augustus 1784.
Joannes Meijs, ongehuwd en meerderjarig, wonend onder het graafschap Rekem, verkocht aan Caspar Savelberg, gehuwd met Maria Sophia Gielen, inwoner van Welten, wiens vader Sander Savelberg optrad, 48 kleine roeden akkerland met staande gewassen, gelegen op de knippen in het Welterveld, grenzend aan de weduwe Gerard Jansen em Lambertus Smeets, hoofdzijde de Akerstraat, voor 17 kronen.[181]
Op 18 juli 1785 werd voor de schepenbank Heerlen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Cotzhuijsen te Heerlen op 1 april 1785
Joannes Meijs, ongehuwd en meerderjarig, wonend onder het graafschap Rekem, verkocht aan Sander Savelberg, weduwnaar Magdalena Merckelbag, inwoner van Welten, 40 kleine roeden akkerland op de knippen bij Welten, grenzend aan de koper en Nicolaes Cuijpers, hoofdzijden de Knippenweg en Weren Palamd, voor 40 stuivers per kleine roede.[182]

  • 3. Martinus, gedoopt op 25 maart 1747 te Heerlen (getuige(n): Martinus Meis, Anna Coox).

Op 7 november 1780, ten overstaan van notaris Swildens, verkocht Martinus Meijs, gehuwd met Maria Cecil du Bois, inwoner van Brasse onder de stad Aagt (Ath) in Henegouwen, aan Lambert Cloot, wonend te Heerlen en gehuwd met Elisabeth Cloot, 50 kleine roeden akkerland, inclusief de gewassen, gelegen in het Weltenderveld op de Knippen, grenzend aan de weduwe Gerard Janssen en de koper, hoofdzijde de Akerweg.
Iedere kleine roede gold 25 Akense Mark.[183]

V.28 Wilhelmus MEIJS, gedoopt op 21 juni 1711 te Voerendaal (getuige(n): Theodorus Habets namens Wilhelmus Wahlen, Catharina Fransen namens Wandala Frommen), overleden op 8 augustus 1766 te Heerlen op 55-jarige leeftijd, zoon van Michael MEIJS (zie IV.23) en Maria a CAMPO.
Op 8 juli 1741 werd voor de schepenbank Heerlen een uittreksel uit de Rollen van Heerlen, gedateerd 19 juni 1741, ingeschreven.
Willem Meijs had tijdens een verkoop van goederen van Lins Crousen 144 kleine roeden akkerland op de Commer gekocht, grenzend aan Pieter Moelen en Christian Jabits, hoofdzijde heer Joseph de Root, deels bezaaid met klaver, voor zestien stuivers per kleine roede.[184]
Op 28 december 1744, ten overstan van notaris Swildens, verklaarde Willem Meijs, gehuwd met Catharina Moulen en wonend te Welten, dat hij in mei 1743 aan zijn zwager Hendrick Vernaus, wonend te Lindenlauff en gehuwd met Ida Moulen, 45 kleine roeden akkerland verkocht had.
Het land lag in het Weltenerveld aan de Maastrichterweg, grenzend aan Hubert Moulen en de koper, hoofdzijde de goederen van hof Geleen, en werd verkocht voor 30 stuivers per kleine roede.
Zijn zwager had het geld al overhandigd.[185]
Op 18 augustus 1745 verklaarde Willem Meijs, gehuwd met Catharina Moulen, dat hij op 16 februari 1740 van zijn ongehuwde zus Anna Meijs 90 pattacons tegen 4% geleend had, zoals schriftelijk was vastgelegd door landmeter Rhoen.
Deze lening werd nu geregistreerd voor de schepenbank Heerlen met als onderpanden:
a) 115 kleine roeden huis, hof, schuur, weide en afhankelijkheden, gelegen te Welten, grenzend aan Jan Lamerts en Peter Dautzenberg, halfwin van den Dom, hoofdzijde de straat.
b) 25 kleine roeden beemd tot Welten, grenzend aan Jan Savelberg en Jan Ploumen, hoofdzijde Hendrick Cloot;
c) 37,5 kleine roede akkerland "achter den pinn" tot Welten, grenzend aan Geurt Jabits en Jan Lamers, hoofdzijde Maria Schutz;
d) ca. een halve bunder land "op den breijen wegh", grenzend aan Jan Savelsberg en Jasper Jabits, hoofdzijde Lucas Crousen;
e) 62 kleine roeden akkerland "aen den boom" tot Welten, grenzend aan Hendrick Cloot en Getru Wetzels, hoofdzijde Dirck Janssen.[186]
Op 22 maart 1748 verscheen Willem Meijs, wonend te Welten en gehuwd met Catharina Moulen, voor notaris Swildens te Voerendaal.
Hij verklaarde 175 gulden ontvangen te hebben van Hend. Vernaus, gehuwd met Ida Moulen, zijnde het vierde deel van een lening verstrekt door baron Lamberts van Cortenbach.
Meijs zou vanaf nu voor de aflossing en rente verantwoordelijk zijn en stelde daartoe tot onderpand 164 kleine roeden akkerland "in de Bietgens dal", grenzend aan Peter Merckelbag en Peter Slegtriem, hoofdzijde P. Banens.
Op 28 april 1755 werd deze akte gerealiseerd voor de schepenbank Heerlen.[187]
Op 28 oktober 1749 verkocht Willem Meijs, inwoner van Welten en gehuwd met Catharina Moulen, aan Hend. Vernaus, wonend in Lindenlauf en gehuwd met Ida Moulen, twee percelen akkerland.
Het ene perceel van 56 kleine roeden lag op de Bredeweg bij Ubachsberg, grenzend aan Jan Ubags en de weduwe Bisschops, hoofdzijden de weg en de weduwe Palant, en werd verkocht voor een gulden per kleine roede.
Het andere perceel, ca. 60 kleine roeden, lag op het Vossenkleef bij Kunrade, grenzend aan de weduwe Jabigs en Johan Horbag, hoofdzijden Dirck Janssen en de weduwe Joseph de Rooth, en werd verkocht voor tien stuivers per kleine roede.
De akte, opgesteld door notaris Swildens te Voerendaal, werd op 23 november 1750 gerealiseerd voor de schepenbank Heerlen.[188]
Op 3 februari 1750 verkocht Willem Meijs, gehuwd met Catharina Moulen, aan Gerret Sijstermans, gehuwd met Odilia Froh, 61 kleine roeden beemd omtrent de ster onder de bank Heerlen, grenzend aan de gats en Jacob Schils, hoofdzijde de Starbroek, en ca. 174 kleine roeden weide, genaamd Meerweijde, grenzend aan de koper en de Domerweide, hoofdzijde Jan Boest.
Iedere kleine roede gold een gulden en bovendien zou de koper nog een kan brandewijn leveren.
Deze goederen had Meijs deels bij de verdeling door landmeter Rhoon op 9 juli 1740 verkregen, en deels via goederenruil.
De koper betaalde 20 pattacons en beloofde het restant van 155 gulden binnen zes maanden te betalen[189]
Op 5 juni 1752 werd een goederenruil geregistreerd, aangegaan door Dionys Mertens, pachter op hof Rousch en gehuwd met Anna Catharina Ceularts, en Willem Meijs, inwoner van Welten en gehuwd met Catharina Moelen.
Mertens gaf 55 kleine roeden akkerland in het Cunderveld, grenzend aan heer Bannis en Simon Meens, hoofdzijde het altaarland, en kreeg in ruil 155 kleine roeden land op de Commert, grenzend aan Hendrick Meertens en Christiaen Jabigs, hoofdzijde het altaarland.
Voor de meermaat betaalde hij dertig stuivers per kleine roede.[190]
Op 2 april 1754 werd voor de schepenbank Heerlen een akte gerealiseerd, door notatis Pelt te Heerlen op 7 februari 1754 opgesteld.
Willem Meijs van Welten, gehuwd met Catharina Moulen, verkocht aan Joannes Ritzen van Ubachsberg, gehuwd met Maria Aelmans, een perceel akkerland op de Bergschenweg, grenzend aan Sander Savelsberg en de erfgenamen Dirck Janssen, hoofdzijde de weg.
Het geheel werd verkocht voor vijftien stuivers per kleine roede. De grootte van het perceel moest nog vastgesteld worden.[191]
Ten overstaan van notaris Pelt te Heerlen verklaarde Willem Meijs, inwoner van Welten en gehuwd met Catharina Moulen, op 30 januari 1756 dat hij 600 gulden tegen 5% geleend had van Ernest, baron van Baeders, generaal-majoor in Staatse dienst en gehuwd met Wilhekmina Johanna barones de Groothaus.
Namens de baron trad heer Johan Gerhard Tarjon op.
Tot onderpand werden gesteld:
a) 126 kleine roeden weiland "aen de pin" te Welten, grenzend aan Libert Konings en Peter Merckelbag;
b) 19 kleine roeden koolhof te Welten, grenzend aan Francis Banis en Willem Meijs zelf;
c) 50 kleine roeden land naast de koolhof, grenzend aan Peter Klinckers en Machiel Pijperts, hoofdzijde Hendrick Vernaus;
d) 114,5 kleine roede land "op het pannisvelt", grenzend aan Hubert Moelen en Peter Merckelbag, hoofdzijde de groenstraat;
e) 40 kleine roeden land "op het pannisvelt", grenzend aan Dirck en Jasper Jabichs, hoofdzijde Hend. Vernaus;
f) 99 kleine roeden land "op den groenen graaf", grenzend aan Hend. Lintgens en de weg, hoofdzijde Jan Beuken;
g) 65 kleine roeden land "op het grafken", grenzend aan Johannes Scheepers en Paulus Meijs, hoofdzijden het voetpad en Dirk Heukens;
h) 153,5 kleine roeden land "op de reut", grenzend aan Sander Bischops en de Breijenweg, hoofdzijde P.J. Dautzenberg;
i) 74 kleine roeden land "op het kleenwegsken", grenzend aan Peter Merckelbag en Peter Clinkerts, hoofdzijde de weduwe Bisschops;
j) 150 kleine roeden land "tusschen de weg", grenzend aan de wegen, hoofdzijde heer de Root en Paulus Meijs.
De akte werd op 11 februari 1756 gerealiseerd voor de schepenbank Heerlen.[192]
Op 24 februari 1757 verkocht Willem Meijs, inwoner van Welten en gehuwd met Catharina Moulen, ten overstaan van notaris Swildens te Voerendaal, aan Hendrick Vernaus, pachter op hof Linfdelouff en gehuwd met Ida Moulen, 55 kleine roeden akkerland in het Cunderveld "aan de veertien boender", grenzend aan heer Banens en heer Palant, hoofzijde heer Franssen, voor 31 stuivers per kleine roede.[193]
Op 17 maart 1757 verkocht Willem Meijs, inwoner van Welten en gehuwd met Catharina Moulen, ten overstaan van notaris Swildens te Voerendaal, aan Hendrick Vernaus, pachter op hof Linfdelouff en gehuwd met Ida Moulen, 100,5 kleine roede weiland "aen de pin" te Welten, grenzend aan de koper en de weg, hoofdzijde de koper, voor 324 gulden.[194]
Het geld diende ter aflossing van een deel van een schuld aan baron Lamverts van Cortenbach en diende uiterlijk 1 mei aan de verkoper geleverd te worden.
Eveneens op 17 maart 1757 verzette Willem Meijs, inwoner van Welten en gehuwd met Catharina Moulen, ten overstaan van notaris Swildens te Voerendaal, aan Hendrick Vernaus, pachter op hof Linfdelouff en gehuwd met Ida Moulen, een zil akkerland uit een perceel van 164 kleine roeden, gelegen "in den Rentgensdael" bij Welten, oostwaarts de bezitter, westwaarts het meerderdeel, hoofdzijden heer Banens en de weduwe Jan Bisschops, voor 125 gulden met een looptijd van zes jaar.
Het land was onbebouwd en was leengoed in Roelmanshof.[195]
Op 6 mei 1759, ten overstaan van notaris Swildens te Voerendaal, ruilden Willem Meijs, gehuwd met Catharina Moelen, en zijn zwager Hendrik Vernaus, gehuwd met Ida Moulen, onroerende goederen.
Willem Meijs gaf twaalf kleine roeden in de Roetjensdael, oostwaarts Hendrik Vernaus zelf, en kreeg daarvoor in ruil elf kleine roeden achter Gen Raets, uitschietend op land van Willem Meijs zelf.
Ook beleende Willem Meijs akkerland in de Rietjensdael, grenzend aan Sander Savelberg en Hendrik Vernaus zelf, hoofdzijde heer Banens, zijnde een perceel van 52 kleine roeden, waarvan 12 kleine roeden al hiervoor geruild waren.
De belening was voor zes jaar en een bedrag van 65 gulden.[196]
Op 28 oktober 1760, ten overstaan van notaris Swildens, verkocht Willem Meijs samen met zijn zwagers onroerende goederen aan zijn zwager Hendrik Vernaus.
Het betrof goederen uit de nalatenschap van de weduwe Jan Bisschops.[197]
Op 20 januari 1761, ten overstaan van notaris Swildens te Veoerendaal, verkocht Wilem Meijs, gehuwd met Cath. Moulen, aan Hendrik Vernaus, gehuwd met Ida Moulen, ca. 50 kleine roeden land in het Welterveld "aen het kleijn weegske", grenzend aan de weduwe Hendrik Cloot en Nicolaes Heuts, hoofdzijde Aret Jabigs, voor 18 mark per kleine roede.[198]
Op 21 april 1761, ten overstaan van notaris Swildens, verklaarde Willem Meijs dat hij voor een kwart mede-erfgenaam was van de geoderen ban wijlen de weduwe Jan Bisschops.
In die nalatenschap zat ook een schuld aan heer Polvazo te Maastricht waarvan acht rijksdaalders tot zijn last waren gevallen.
De genoemde goederen waren op 28 oktober 1760 aan Hendrik Vernaus verkocht zonder de schuld.
Willem Meijs beloofde de last van die schuld te dragen en zijn zwager Hendrik Vernaus in deze te dechargeren.
Tot onderpand stelde hij hiertoe ca. 100 kleine roeden beemd te Welten "aen den pin", leengoed vallend onder Roelmanshof, grenzend aan Hendrik Vernaus en Adam Janssen.[199]
Op 26 april 1762 werd voor de schepenbank Heerlen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Pelt op 16 april 1762.
Willem Meijs verklaarde 100 gulden tegen 5% geleend te hebben van Leonard Gerhard Pelt, gehuwd met Joanna Mechtilda Hofman.
Tot onderpand stelde hij 128 kleine roeden weiland te Welten, grenzend aan Willem Meijs zelf en Hubert Moulen.[200]
Op 4 juni 1766, ten overstaan van notaris Pelt te Heerlen, verkocht Willem Meijs, inwoner van Welten en gehuwd met Catharina Moulen, aan Leonard Gerard Pelt, schepen en plaatsvervagend secretaris van Heerlen, gehuwd met Joanna Mechtild Hoffman, 128 kleine reden weiland te Welten, grenzend aan de verkoper en heer Banens, voor 180 gulden.
Van de koopsom werd 100 gulden afgetrokken die als lening op de weide stond.[201]
Ondertrouwd op 3 januari 1739 te Heerlen (getuige(n): Laurens Mees, Hubert Moelen), jongeman van Kunrade, jongedochter van Welten, gehuwd op 27-jarige leeftijd op 18 januari 1739 te Heerlen, gehuwd voor de kerk op 19 januari 1739 te Voerendaal met Catharina MOULEN, 27 jaar oud, gedoopt op 30 augustus 1711 te Heerlen, overleden op 27 januari 1788 te Heerlen op 76-jarige leeftijd, dochter van Petrus MOULEN en Maria BISSCHOPS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Maria Mechtildis, gedoopt op 21 juli 1739 te Voerendaal (getuige(n): Petrus Moulen, Mechtild Meijs).

Rijckheyt-001 4303x, 81.

  • 2. Ida, gedoopt op 26 februari 1741 te Voerendaal (getuige(n): Joannes Meijs, Sybilla Heuts namens Catharina Fransen).
  • 3. Anna Maria, gedoopt op 17 september 1742 te Voerendaal (getuige(n): Wilhelmus Raeven, Catharina Meijs namens Maria Moulen).
  • 4. Michael (zie VI.51).
  • 5. Joannes Petrus, gedoopt op 6 december 1746 te Heerlen (getuige(n): Caspar Scepers namens Petrus Merckelbagh, Catharina Goffin).

Op 8 oktober 1767, ten overstaan van notaris Pelt te Heerlen, verkocht Hans Peter Meijs, ongehuwd, aan Joannes Janssen, ongehuwd en wonend te Kunrade, 150 kleine roeden akkerland "tusschen den wegh", grenzend aan Paulus Meijs en Goswijn Bisschops, voor 16 stuivers per kleine roede.
De akte werd gerealiseerd voor de schepenbank Heerlen op 16 oktober 1767.[202]
Op 16 januari 1786 werd voor de schepenbank Heerlen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Pelt te Heerlen op 19 april 1770.
Peter Meijs, wonend op de Dom, en Ida Meijs, wonend te Aken, verkochten aan Goswijn Bisschops van Welten, gehuwd met Elisabeth Hoenen, 153 kleine roeden en acht voet land "op de reul", grenzend aan Peter Merckelbach en Sander Bisschops, hoofdzijden de Breijenweg en P.J. Dautzenbergh, voor 40 pattacons.[203]

  • 6. Maria Gertrudis, gedoopt op 3 oktober 1749 te Heerlen (getuige(n): Theodorus Meijs, Gertrudis Wetzels).

Op 15 augustus 1788 werd voor de schepenbank Heerlen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Pelt te Heerlen op 11 augustus 1788.
Maria Gertruijd Meijs, ongehuwd en wonend te Maastricht, verkocht aan Leonardus la Haije, inwoner van Welten en gehuwd met Maria Gertruijd Jabigs, 26 kleine roeden weiland te Welten, grenzend aan de erfgenamen Dirck Jansen en altaarland, hoofdzijde Weren Paland; alsmede 50 kleine roeden akkerland "op het klein wegsken", grenzend aan weerszijden Machiel Pipers, hoofzijden de weg en de weduwe de Root.
Het geheel werd verkocht voor 149 gulden en tien stuivers, waarvan 121 gulden elf stuivers en twee oort ter plaatse betaald werden.
Het restant zou komende Remigius betaald worden.[204]
Op 1 september 1788 werd voor de schepenbank Heerlen een akte gerealiseerd, dezelfde dag opgesteld door notaris Pelt te Heerlen.
Maria Gertruijd Meijs, ongehuwd en wonend te Maastricht, verkocht aan Johannes Rhoen, wonend op de Dom en gehuwd met Maria Helena Raemackers, 50 kleine roeden land, bezaaid met boekweit, gelegen "op het kleen wegsken", grenzend aan Jan Debets en de erfgenamen Machiel Crombach, hoofdzijden de weg en Weren Paland, voor twee gulden per kleine roede.
De koopsom werd op 5 september 1788 betaald.[205]

  • 7. Joannes Wilhelmus, kalkbrander, gedoopt op 23 juli 1751 te Heerlen (getuige(n): Michael Meijs, Anna Barbara Dauven), overleden op 9 maart 1826 te Voerendaal op 74-jarige leeftijd.

Hij overleed in het huis sectie I 69. Bij het overlijden, aangegeven door zoon en schoonzoon, werd als leeftijd 77 jaar gegeven.
In de bevolkingslijst (ca. 1796) staat hij te Kunrade vermeld met zijn echtgenote. Als leeftijden werden 46 en 36 jaar opgegeven. Zijn beroep was fournier à chaux (kalkbrander), Zij hadden drie kinderen onder de twaalf jaar.[206]
Op 14 april 1793, ten overstaan van notaris Swildens, pachtte Johan Willem Meijs, inwoner van Kunrade en gehuwd met Anna Maria Houwers, van Andries van Ess, wonend aan de Heerlerheide en gehuwd met Maria Catharina Eussen, een huis met twee koolhoven en drie weilanden te Kunrade, het huis grenzend aan Leonard Snijders en Johannes Maessen.
De pacht gold voor zes jaar tegen elf pattacons en vier pond Engelse tin in borden of schotels jaarlijks, lopend vanaf Sint Remigius 1793
Dirck Houwers, zwager van Jan Willem Meijs, stond mede garant voor betaling van de pacht en het nakomen van de afspraken.[207]
Ondertrouwd op 8 oktober 1785 te Heerlen (getuige(n): Joannes Offermans, Jenne Voncken), jongeman van Welten, jongedochter van Kunrade; de getuigen gingen dezelfde dag in ondertrouw en Joannes Wilhelmus en zijn aanstaande bruid traden daarbij als hun getuigen op. Gehuwd op 34-jarige leeftijd op 23 oktober 1785 te Heerlen met Maria HOUWERS, 29 jaar oud, gedoopt op 22 september 1756 te Voerendaal (getuige(n): Godefridus Daemen namens Jacobus Creusen, Maria Douven), gedoopt als Maria Houvot, overleden op 20 mei 1820 te Voerendaal op 63-jarige leeftijd, overleden aangegeven door haar man, 70 jaar oud, en haar zoon; als leeftijd werd 65 jaar opgegeven, dochter van Theodorus HOUWERS en Clara DOUVEN.

V.39 Josephus MEIJS, gedoopt op 13 november 1710 te Nuth (getuige(n): Matthias Hautvast (grootvader), Catharina Meijs), overleden op 28 februari 1782 te Terstraten-Nuth op 71-jarige leeftijd, zoon van Hermanus MEIJS (zie IV.29) en Helena HAUTVAST.
Op 5 januari 1757 verkocht Joseph Meijs, gehuwd met Ida Raven, aan Joannes Beckers, gehuwd met Mechtild Limpens, 424 kleine roeden akkerland op het Helleveld onder Nuth, grenzend oostwaarts Joannes Beckers zelf, westwaarts Geurt Snackers en Hendrick Roebroeck, zuidwaarts Gertruijd Eggen. Iedere kleine roede kostte 29 stuivers. Dit land had hij op 22 november 1756 tijdens de openbare verkoop van de goederen van wijlen zijn vader Hermen Meijs gekocht.[208]
Op 23 januari 1762 verkocht Elisabeth Hamers, weduwe Arnold Raven, wonende te Bekergenhout, ten behoeve van haar kinderen en met toestemming van hun voogd Claes Hamers, aan haar zwager Joseph Meijs, gehuwd met Ida Raven, en aan Gertruijd Eggen, weduwe Laurens Cremers, 638 kleine roeden akkerland en weide onder Nuth, waarvan de gegevens bij de kopers bekend waren. Deze goederen, belast met anderhalve kop koren aan de Armen van Nuth en een halve malder zaad aan de kerk van Nuth, werden verkocht voor 30 gulden per grote roede. De verkoopster gebruikte het geld om de goederen die ze op 9 november 1761 van haar zwager Jacob Erckens gekocht had te betalen.[209]
Op 21 oktober 1769 verkocht de ongehuwde Willem Raeven aan zijn zwager Joseph Meijs, gehuwd met Ida Raeven, 90 kleine roeden akkerland op het Grefken onder Nuth, grenzend aan Joannes Queijsen, Nelis Lemmens, Joannes Schoorens en de Nelisweg. Iedere kleine roede kostte 35 stuivers.[210]
Op 13 april 1773, ten overstaan van notaris Stijnen te Beek, verklaarde Joseph Meijs, weduwnaar Ida Raven, wonend te Terstraten onder Nuth, ca. 66 jaar oud, gezond en wel, dat hij op 24 februari 1758 van de nagelaten kinderen van Arnoldus Raven en Elisabet Hermens 210 kleine roeden in het Helleveld gekocht had.
Ook had hij van hen op 23 januari 1762 nog 2,5 morgen gekocht.
Van de eerste aankoop was een handgeschreven verklaring en van de tweede een akte van notaris Philippens, gerealiseerd te Nuth op 12 juli 1762.
Er was toen bepaald dat de goederen na zijn overlijden en het overlijden van zijn echtgenote gedeeld zouden worden tussen de kinderen uit het eerste huwelijk van zijn echtgenote en hun gezamenlijke dochter.
Maar omdat er geen geld van de voorkinderen mee gemoeid was, maar slechts een verzoek van zijn vrouw aan ten grondslag lag, herriep hij deze bepaling en liet vastleggen dat alles naar zijn dochter Helena Meijs zou gaan, gehuwd met Joannes Diederen.[211]
Op 23 juni 1775 verkocht Joseph Meijs, weduwnaar Ida Raeven, samen met zijn schoonzoon Joannes Dederen, gehuwd met Helena Meijs, aan de nog ongehuwde broers Geurt en Matthijs Hermens 70 kleine roeden beemd te Helle onder Nuth, grenzend aan de beek, Joannes Hermens, de "quatelensack" en de erfgenamen Joannes Hermens, voor 50 stuivers per kleine roede.[212]
Gehuwd voor de kerk op 31-jarige leeftijd op 2 februari 1742 te Maastricht (getuige(n): Paulus Thönissen, Antonius la Fleur), met toestemming van de pastoor van Nuth gehuwd bij de Minderbroeders met Ida RAVEN, 32 jaar oud, gedoopt op 5 september 1709 te Wijnandsrade (getuige(n): Joannes Raven (oom), Anna Tummers), doop ook ingeschreven in Nuth, overleden op 15 mei 1772 te Nuth op 62-jarige leeftijd, dochter van Lambertus RAVEN en Maria TIMMERS. {Zij was eerder gehuwd voor de kerk op 24-jarige leeftijd op 29 oktober 1733 te Maastricht (getuige(n): Ludovicus Anckers, Hubertus van Herck), met toestemming van de pastoor van Nuth gehuwd bij de Minderbroeders met Leonardus LIMPENS, 25 jaar oud, gedoopt op 4 april 1708 te Nuth (getuige(n): Leonardus Limpens namens Joannes Schroeders, Maria Coenen (grootmoeder)), overleden op 17 januari 1741 te Nuth op 32-jarige leeftijd, na een fatale val nabij de kapel genaamd het Voorstercleef de volgende dag dood aangetroffen [ex fatali lapsu prope sacellum nuncupatum het Vorsten Kleef postridie inventus est mortuus], zoon van Joannes LIJMPENS en Maria PETERS.}
Uit dit huwelijk:

  • 1. Maria Helena, gedoopt op 5 oktober 1743 te Nuth (getuige(n): Hermanus Meijs (grootvader), Maria Eggen), overleden op 7 juni 1814 te Nuth op 70-jarige leeftijd.

Ondertrouwd op 12 september 1772 te Beek, bruidegom van Groot-Genhout, bruid van Nuth, gehuwd voor de kerk op 28-jarige leeftijd op 27 september 1772 te Beek met Joannes DIEDEREN, 25 jaar oud, gedoopt op 5 februari 1747 te Beek, overleden op 25 juli 1829 te Terstraten-Nuth op 82-jarige leeftijd, zoon van Wilhelmus DIEDEREN en Elisabeth SCHILLINGS.

  • 2. Anna Mechtildis, geboren te Terstraten-Nuth, gedoopt op 3 december 1746 te Nuth (getuige(n): Lambertus Raven (grootvader), Mechtildis Meijs).


V.41 Laurentius MEIJS, gedoopt op 16 november 1712 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Schepers namens Cornelis Loenissen (uit Maastricht), Maria Meijs namens Maria a Campo e.v. Michael Meijs), overleden op 14 november 1791 te Helle-Nuth op 78-jarige leeftijd, zoon van Hermanus MEIJS (zie IV.29) en Helena HAUTVAST.
Op 15 maart 1733 kocht Laurens Meijs van zijn zwager Claes Coenen, gehuwd met Anna Mechtild Meijs, 84 kleine roeden akkerland "aen het Stepken" aan de Nelisweg, oost Jan Timmers, west de erven a Blisia, voor 25 stuivers per kleine roede.[213]
Op 3 december 1734 kocht Laurens Meijs van zijn vader Herman Meijs 112 kleine roeden laatgoed, akkerland, gelegen in het Helleveld, oost Gabriel Limpens, west erven Thevis Hermans, voor 112 gulden.[214]
Op 18 maart 1752 verkocht Laurens Meijs, gehuwd met Margaretha Donders, aan Stas Maes, gehuwd met Anna Schurgers, een moestuin te Lutterade onder Geleen. Het geheel was laatgoed, 13,5 kleine roede groot en grensde aan de steeg, Joannes Lentgens, Lodewijk Keulers en Joannes Crousen. Hij ontving als koopsom 33 gulden en 15 stuivers. Het land was weinig vruchtbaar en diende behoorlijk bemest te worden.[215]
Op 24 mei 1753, ten overstaan van notaris L'Allemand, verklaarde Hermen Meijs, weduwnaar Helena Hautvast, dat hij op 5 of 6 oktober 1749 van zijn zoon Laurens, gehuwd met Margriet Donders, had ontvangen: 30 dukaten, vijf oude Franse pistoletten, een verdugadijn, een merliton, 35 zilveren guldens, het geheel ter waarde van 400 gulden om een lening af te betalen aan de heer Heldevier. Verder had hij van zijn zoon nog 34 gulden en 25 vaten rogge gekregen, zijn inkomsten gedurende de zes jaar dat hij als schaapherder te Hely bij Valenciennes en in andere plaatsen in Frans-Vlaanderen had gewerkt. Omdat Herman Meijs zijn zoon niet kon terugbetalen, kreeg hij daarvoor twee merries en zoogveulens, twee koeien, een zeug met twee biggen, 33 schapen en 16 lammeren, een kar met ploeg en eg, alle huisraad en alle staande gewassen. Verder werd nog melding gemaakt van het feit dat Laurens 14 jaar bij zijn vader gewoond en gewerkt had en zijn tweede vrouw anderhalf jaar.
Op 29 maart 1754 kocht Laurens Meijs van Anthoon Waltmans, in tweede huwelijk met Elisabet Bruls, diens huis met moestuin en mesthof, gelegen aan de Nelisweg te Helle-Nuth, grenzend aan Maria Ackermans en Hendrik Eggen, voor 300 gulden. Bepaald werd dat de verkoper, die het geheel op 15 augustus 1751 van Anthon Frissen gekocht had, tot en met 30 april 1754 in het huis mocht blijven wonen.[216]
Op 15 juli 1757 verklaarde Laurens Meijs dat hij via naasting twee stukken akkerland had verworven, te weten 392 kleine roeden in het Helleveld, oost Joannes Frisschen, west Peter Eggen en Mathevis Hermans, zuid Joannes Beckers, afkomstig van Joannes Hermans. Het tweede stuk, 201,5 kleine roeden aldaar gelegen, oost Nicolaas a Campo, west Herman Snackers, afkomstig van Nicolaes a Campo, schepen van Nuth, die beide stukken kocht voor 25 stuivers per kleine roede.[217]
Op 16 juni 1758 leende Laurens Meijs 200 gulden tegen 5% van de Proviseurs van de armen van Nuth. Tot onderpand dienden:
a) huis, hof en weide te Helle aan de Nelisweg
b) 112 kleine roeden land in het Helleveld
c) 84 kleine roeden land aan het Stepken
d) 100 kleine roeden land in het Stratenerveld "in de swartcuijl", oost Marten a Campo, west Gerard Boesten, belast met vijf molster haver in de cijnskaart van Berg
Zijn schoonzoon Joseph Raven loste de lening op 22 april 1782 af.[218]
Op 13 december 1758 verkochten Laurens Meijs, gehuwd met Margaretha Donners, zijn zwager Petrus Scheijen, gehuwd met Anna Elisabetha Donners en schoonzus Maria Donners, mede voor de afwezige Joannes Donners, aan Joannes Hoedemaeckers, gehuwd met Maria Rijckardts, 53,5 kleine roeden akkerland onder Geleen, grenzend aan Joannes Keulers en de hof Ophoven, voor 44 stuivers per kleine roede. Dit land was hun na overlijden van Ida Donners toegevallen.[219]
Op 25 juni 1768 verkocht Laurens Meijs, bijgestaan door zoon Herman, aan zijn broer Joseph Meijs, gehuwd met Ida Raven, 70 kleine roeden beemd te Helle, tussen Joannes Hermens en oostwaarts de "quatelensack" voor 133 gulden en 15 stuivers.[220]
Op 19 maart 1770 kocht Laurens Meijs van Hendrik Eggen, weduwnaar van Maria Ornstee, bijgestaan door Cornelia en Mathijs Eggen, 58 kleine roeden akkerland aan de Beckerweg tussen Claes Snackers, erven Nicolaes a Campo en Gereth Timmers voor 116 gulden. De knoppen van de staande gewassen zouden naar de verkopers gaan[221]
In het schatboek van Nuth (ca. 1774) stonden voor Laurentius Meijs van Helle de volgende goederen geregistreerd.
1. 110 kleine roeden land op het Helveld, noord Hermen Snackers, zuid Gabriel Limpens, oost erven Lendert Limpens, west Geurt Hermens
2. een morgen in d'overdelle, noord erven Willem Bemelmans, zuid erven Lendert Limpens, oost Merten a Campo, west Joannes Boesten en Joannes Hermens
3. 80 kleine roeden land aan het Stepken, noord heer α Blisia, zuid erven Jan Bemelmans, oost Jan Timmers, west Nelis Lemmens
4. 80 kleine roeden land op de Nelisweg, noord Jan Hermens, zuid Nelis Lemmens, oost ..., west Gereth Timmers
5. 58 kleine roeden in d'overdellen, noord en west de erven Claes Snackers, zuid Gerard Timmers, oost Nicolaes a Campo
6. 19 kleine roeden moestuin in de Helle, noord hijzelf, we en zuid de straat, oost erven Jan van Loo
7. 72 kleine roeden beemd in 't Horen, noord de gemeente, zuid de straat, oost Joannes Meijs, west Thevis Bemelmans
8. 103 kleine roeden weide in de Hell, noord Willem Raeven, zuid Joannes Meijs, oost de weduwe Mathias Moenen, west Joannes Raeven
9. 10,5 kleine roeden huis met schuur en stallen in de Hell, oost en zuid hijzelf, west de straat en noord Hendrik Eggen.[222]
Op 21 maart 1776 kocht Laurens Meijs van zijn zoon Herman 90 kleine roeden akkerland "aen het stepken" tussen Jan Timmers en Nelis Lemmens, doorsneden door de Trichterweg, voor 270 gulden.[223]
Eveneens op 21 maart 1776 kocht Laurens Meijs van Joannes Petrus Frissen, gehuwd met Anna Habets, circa 80 kleine roeden beemd in het Hooren, grenzend aan Joseph Meijs en Thevis Bemelmans, voor 45 stuivers per kleine roede, het geheel belast met twee kapoenen aan de pastorie van Beek.[224]
Deze beemd, bij meting slechts 59,5 kleine roeden groot, verkocht hij op 10 februari 1786 aan Joannes Petrus Mennens, gehuwd met Maria Catharina Ruijters, voor 174 gulden, zeven stuivers en twee oort. Mennens bleef 100 gulden schuldig die hij beloofde te betalen na de dood van zijn schoonmoeder Elisabeth Deckers.[225]
Op 19 april 1782 deed Laurens Meijs afstand van het vruchtgebruik op zijn goederen onder Helle, omtrent anderhalve bunder groot, opdat zijn schoonzoon Joseph Raeven een lening van 400 gulden kon afsluiten met E.H. Cruts, rijproost van Vaesrade. Met het geld loste hij een lening van zijn schoonvader af, alsmede enige openstaande rekeningen.[226]
Gehuwd voor de kerk (1) op 32-jarige leeftijd op 28 januari 1745 te Nuth (getuige(n): Hermannus Hermens, Joannes Pricken) met Anna RAEVEN, 26 jaar oud, gedoopt op 17 januari 1719 te Nuth (getuige(n): Henricus Cobben, Helena Welschen), overleden op 13 juni 1745 te Nuth op 26-jarige leeftijd, in puerperio (kraambed), dochter van Lambertus RAVEN en Maria TIMMERS.
Gehuwd voor de kerk (2) op 38-jarige leeftijd op 10 oktober 1751 te Nuth met Margaretha DONNERS, 36 jaar oud, gedoopt op 28 februari 1715 te Geleen, overleden op 12 februari 1781 te Helle-Nuth op 65-jarige leeftijd, begraven op 14 februari 1781 te Nuth, dochter van Christianus DONNERS en Elisabetha KUIJPERS.
Uit het eerste huwelijk:

  • 1. Hermanus (zie VI.60).

Uit het tweede huwelijk:

  • 2. Helena, geboren te Terstraten-Nuth, gedoopt op 3 januari 1754 te Nuth (getuige(n): Josephus Meijs (oom), Anna Mechtildis Meijs (tante)), overleden op 12 november 1803 te Nuth op 49-jarige leeftijd, 21 Brumaire XII.

Gehuwd voor de kerk op 21-jarige leeftijd op 12 november 1775 te Nuth (getuige(n): Mathias Hermens, Maria Catharina Raeven) met Winandus Josephus RAVEN, 31 jaar oud, gedoopt op 14 november 1743 te Nuth (getuige(n): Lemmen Raven (grootvader) namens Winand Gossens, Isabella Ludgardis Klöcker namens een tante (amita)), zoon van Joannes RAVEN en Maria SNIJDERS.

V.50 Jacobus MEIJS, gedoopt op 14 januari 1714 te Hulsberg, overleden op 9 augustus 1777 te Hulsberg op 63-jarige leeftijd, 60 circiter annorum, zoon van Petrus MEIJS (zie IV.50) en Maria WEUSTEN.
Op 27 september 1764, ten overstaan van notaris Swildens, verpachtte Reiner Geuskens, weduwnaar Maria Jaspers, weduwe Dautzenberg, inwoner van Hulsberg, aan Jacobus Meijs, inwoner van Hulsberg en gehuwd met Catharina Geuskens, voor de duur van zes jaar, aanvang nemend half maart 1765, voor 40 pattacons en de helft van de gewassen jaarlijks al zijn onroerende goederen.[227]
Op 11 maart 1768 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Ruijters te Maastricht op 7 maart 1768
Hendrik Geuskens, wonend te Luik en gehuwd met Barbara de Fiere, verkocht aan zijn zwager Jacobus Meijs, gehuwd met Margaretha Geuskens, zijn kindsdeel, zoals hem op 1 maart 1768 was toebedeeld uit de nalatenschap van zijn ouders Reinerus Geuskens en Catharina Habets.
Het betrof:
a) 100 kleine roeden uit 200 kleine roeden "op den gebrocken graaf", af te meten oostwaarts Peter Cox, westwaarts Marten a Campo met het wederdeel
b) 100 kleine roeden uit 200 kleine roeden "aan 't cleef", af te meten oostwaarts Willem Coenen, westwaarts Marten a Campo met het wederdeel, hoofdzijde de Kersboomkensweg;
c) 350 kleine roeden land achter de weide van Jan Meesens, oostwaarts weduwe Gerardus Smeets, westwaarts Peter Bos en genoemde weduwe;
d) 100 kleine reden land "op de Birck", oostwaarts erfgenamen Dirck Habets, westwaarts Marten a Campo;
e) 200 kleine roeden weide uit de huisweide, af te meten oostwaarts langs het huis en de mestplaats van de voorlezer van Hulsberg, westwaarts Joseph Habets met het wederdeel, hoofdzijde de straat;
f) 40 kleine roeden en 91 kleine roeden land uit een groter perceel gnaamd "de becker" af te meten naar het bos langs Arnold Frissen, oostwaarts Jan Joseph Habets met het wederdeel;
g) 69 kleine roeden land "omtrent de haasdel" uitschietend op de weg van Hulsberg naar Aalbeek, oostwaarts Jan Meesens, westwaarts Jan Habets
Het geheel werd verkocht voor 2000 gulden waarvan 1200 gulden rer plekke betaald werden. De resterende 800 gulden zouden aankomende oktober betaald worden.[228]
Op 24 december 1768 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Ruijters te Maastricht op 22 december 1768.
Jacobus Meijs, wonend te Hulsberg en gehuwd met Maria Margaretha Geuskens,
verkocht aan Maria Margaretha Keuten, burgeres van Maastricht en weduwe Engelb. L'Herminotte de ca. vier bunder akkerland onder Hulsberg op Adams- of Keutensberg, die hij via ruil op 29 september verkregen had, grenzend aan advocaat Limpens en de Kinkevoerderweg.
Tevens verkocht hij 209 kleine roeden akkerland achter Arensgenhout in het Bosserveld, door naasting verkregen van zijn neef Wijnandus Gelekercken op 15 september, welk land van wijlen Reiner Geuskens afkomstig was.
Het geheel werd verkocht voor 2853 gulden en vijftien stuivers die als volgt verrekend werden:
a) 1200 gulden die de koopster hem op 7 maart 1768 had verstrekt
b) 800 gulden die de koopster de dag ervoor aan zijn zwager Hendrik Geuskens had betaald vanwege de op 7 maart verkochte goederen.
c) 403 gulden en 19 stuivers die hij zo'n drie maanden eerder van de koopster had verkregen;
d) 449 gulden en 16 stuivers die hij enkele jaren eerder van de koopster geleend had.
Verder was er nog sprake van 91 gulden en vijf stuivers en een bedrag van 57 gulden en tien stuivers dat Meijs ter plekke ontving.
Hiervoor beleende hij de koopster met vier grote en vijf kleine roede akkerland te Husberg achter zijn huiswei, oostwaarts Peter Geuskens, westwaarts Martinus a Campo, voor de duur van zes jaar.[229]
Op 12 februari 1770 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Ruijters te Maastricht op 25 januari 1770
Jacobus Meijs, inwoner van Hulsberg en gehuwd met Marg. Geuskens, verkocht samen met zijn zwager Matth. Habets, gehuwd met Catharina Meijs, twee percelen land aan Maria Margaretha Keuten, weduwe L'Herminotte.
[...][230]
Op 31 mei 1770 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Corstius te Maastricht op 29 mei 1770
Jacobus Meijs, inwoner van Hulsberg en gehuwd met Marg. Geuskens, verklaarde 2500 gulden tegen 4,5% geleend te hebben van Nicolaes de Loo, burger en koopman van Maastricht.
Tot onderpand dienden de goederen die hij van zijn ouders verkregen had, gelegen onder Hulsberg, zoals beschreven in lot A op 21 april 1769 door landmeter Frissen
Verder dienden tot onderpand de eveneens te Hulsberg gelegen goederen die op 1 maart 1768 waren toebedeeld uit de nalatenschap van zijn schoonouders.[231]
Op 19 mei 1775 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Ruijters te Maastricht op 16 mei 1775.
Jacobus Meijs, wonend te Hulsberg en gehuwd met Margaretha Geuskens,
verkocht aan Maria Margaretha Keuten, burgeres van Maastricht en weduwe Engelb. L'Herminotte, acht grote en zestien kleine roeden akkerland te Hulsberg "aade Dorbeck of Prikkensteen", oostwaarts de koopster, westwaarts de Kinkevoerdersweg, voor 36 stuivers per kleine roede.[232]
Gehuwd voor de kerk op 26-jarige leeftijd op 14 februari 1740 te Hulsberg met Margaretha GEUSKENS, 26 jaar oud, gedoopt op 2 augustus 1713 te Hulsberg, overleden op 30 september 1794 te Hulsberg op 81-jarige leeftijd, vidua 75 circiter annorum, dochter van Renerus GEUSKENS en Catharina HABETS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Maria Catharina, gedoopt op 21 juni 1740 te Nuth (getuige(n): Joannes Frissen namens Petrus Meijs, Maria Jaspers).
  • 2. Reinerus (zie VI.65).
  • 3. Maria Margaretha, gedoopt op 16 augustus 1743 te Nuth (getuige(n): Joannes Geuskens, Catharina Meijs namens Margaretha Meijs).
  • 4. Bavo Jacobus, gedoopt op 19 maart 1745 te Nuth (getuige(n): Joannes Pricken namens Jacobus Bavo Meijs, Catharina Geuskens namens Catharina Erckens).
  • 5. Anna Elisabetha, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 23 oktober 1746 te Nuth (getuige(n): Paulus Meijs, Catharina Geuskens).
  • 6. Anna Elisabetha, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 26 februari 1748 te Nuth (getuige(n): Joannes Josephus Habets, Catharina Meijs).
  • 7. Anna Margaretha, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 23 juli 1750 te Nuth (getuige(n): Martinus a Campo, Catharina Meijs (tante)), overleden op 4 juli 1825 te Hulsberg op 74-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 31-jarige leeftijd op 18 november 1781 te Hulsberg met Wilhelmus SCHOUTETEN, 30 jaar oud, gedoopt op 15 december 1750 te Hulsberg, overleden op 2 februari 1828 te Hulsberg op 77-jarige leeftijd, zoon van Gerardus SCHOUTETEN en Joanna PREVOST.

  • 8. Maria Helena, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 29 januari 1752 te Nuth (getuige(n): Paulus Meijs (oom), Margaretha Geuskens (tante)), overleden op 17 juni 1835 te Hulsberg op 83-jarige leeftijd.

Ondertrouwd op 8 november 1785 te Klimmen, bruidegom van Hulsberg, bruid geboren te Grijzegrubben, wonend te Hulsberg, gehuwd voor de kerk op 33-jarige leeftijd op 27 november 1785 te Hulsberg met Henricus KNUBBEN, 24 jaar oud, gedoopt op 15 mei 1761 te Hulsberg (getuige(n): Wilhelmus Knubben, Anna Elisabetha van Oppen), overleden op 21 oktober 1846 te Hulsberg op 85-jarige leeftijd, zoon van Mathias KNUBBEN en Maria van OPPEN.

  • 9. Petrus Jacobus Bavo, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 12 februari 1754 te Nuth (getuige(n): Joannes Pricken namens Jacob Bavo Meijs, schout te Vaesrade, Catharina Geuskens namens Catharina Erkens), overleden op 12 juni 1838 te Hulsberg op 84-jarige leeftijd.

Ondertrouwd op 14 juni 1777 te Klimmen, gehuwd op 23-jarige leeftijd op 28 juni 1777 te Klimmen met Joanna Maria ROEBROECK, 20 jaar oud, gedoopt op 30 september 1756 te Hulsberg, overleden op 25 maart 1779 te Hulsberg op 22-jarige leeftijd, dochter van Franciscus Petrus ROEBROECK en Anna Maria MEESSEN.

Generatie VI

VI.9 Paulus MEIJS, gedoopt op 23 november 1743 te Nuth (getuige(n): Paulus Meijs, Margaretha Corten namens Anna Maria Hamers), overleden 1795/1806. Volgens zijn zoon Joannes Servatius zou zijn vader tussen 1795 en 1806 overleden zijn maar in Hoensbroek werd geen bewijstuk aangetroffen, zoon van Paulus MEIJS (zie V.5) en Barbara KIEFKENS.
Gehuwd voor de kerk op 32-jarige leeftijd op 15 april 1776 te Hoensbroek met Anna Maria WACHELERS, 27 jaar oud, gedoopt op 5 maart 1749 te Hoensbroek, overleden op 16 februari 1829 te Hoensbroek op 79-jarige leeftijd, dochter van Gerardus WACHELDERS en Catharina HAEN.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Gerardus, gedoopt op 13 januari 1777 te Hoensbroek (getuige(n): Gerardus Wachelers, grootvader, Joanna Meijs), overleden op 19 april 1781 te Hoensbroek op 4-jarige leeftijd. Joannes Gerardus.
  • 2. Joannes Servatius, gedoopt op 28 september 1778 te Hoensbroek (getuige(n): Joannes Servatius Meijs, Anna Catharina Wachelders), volgens huwelijksbijlage Bingelrade 1828, overleden op 16 februari 1841 te Merkelbeek op 62-jarige leeftijd.
  • 3. Joannes Cornelis, gedoopt op 20 oktober 1780 te Hoensbroek (getuige(n): Cornelis Wagdelders uit Hoensbroek, Catharina Jongen uit Hoensbroek namens Anna Catharina Meijs uit Nuth), overleden op 4 november 1781 te Hoensbroek op 1-jarige leeftijd.
  • 4. Petrus Casparus, gedoopt op 13 december 1782 te Hoensbroek (getuige(n): Petrus Casparus Wacheliers uit Nuth, wonend in Heerlen, Maria Cecilia Wacheliers uit Nuth).
  • 5. Joannes Josephus, gedoopt op 1 januari 1785 te Hoensbroek (getuige(n): Joannes Severiens uit Heerlen en Odilia Eijmael uit Hoensbroek).
  • 6. Anna Elisabeth, geboren ca. 1786, overleden op 1 juli 1787 te Hoensbroek.
  • 7. Maria Catharina, gedoopt op 27 april 1787 te Hoensbroek (getuige(n): Joannes Leonardus Wacheliers uit Hoensbroek, wonend te Heerlen, Anna Maria Meijs uit Nuth, wonend te Heerlen).
  • 8. Joannes Lambertus, gedoopt op 1 oktober 1789 te Hoensbroek (getuige(n): Abraham Stijfs namens Lamberus Debije uit Hoensbroek, Anna Catharina Vleugels uit Hoensbroek).


VI.24 Joannes Wilhelmus MEIJS, halfwin Scheulderhof (1778), arbeider (1796), metselaar (1805), gedoopt op 7 augustus 1744 te Voerendaal (getuige(n): Wilhelmus Raeven, Maria Maes), overleden op 8 augustus 1805 te Maastricht op 61-jarige leeftijd, 20 Thermidor XIII rue de Chassis, zoon van Martinus MEIJS (zie V.17) en Maria Catharina GOFFIN
Op 4 april 1774 werd voor de schepenbank Meerssen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Wilmar te Meerssen op 29 maart 1774.
Johannes Wilhelmus Meijs, wonend te Weustenrade onder Klimmen, gehuwd met Maria Catharina Limpens, verkocht aan Johannes Schoenmakers, inwoner van Raar onder Meerssen en gehuwd met Anna Elisabeth Pluijmakers, tien grote en tien kleine roeden akkerland op het Reutjen bij Raar, grenzend aan de koper, Matthijs Frisschen en de erfgenamen Arnoldus Stassen, hoofdzijden klooster Sint Gerlach en het Amstenroodt.
Dit land, nagelaten door zijn schoonouders Johannes Limpens en Maria Catharina Sleijpen, werd verkocht voor 35 gulden per grote roede.[233]
Op 31 augustus 1774 werd voor de schepenbank Houthem een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Philippens te Houthem op 27 augustus 1774.
Joannes Wilhelmus Meijs, wonend te Weustenrade onder Klimmen, gehuwd met Maria Catharina Limpens, verkocht aan Henricus Jacobs, inwoner van Houthem en gehuwd met Ther. Philippens, de volgende onroerende goederen, bij deling van de schoonouderlijke goederen op 18 maart 1773 toebedeeld:
a) zes grote en 7,5 kleine roeden land in het Sint Gerlachveld onder Houthem, grenzend aan Jan van der Schuren en Arnold Roebroeckx, hoofdzijden Matthis van Caldenberg en heer Philippens;
b) drie grote en vijftien kleine roeden beemd in de Stabreker beemden onder Houthem, grenzend aan Herman Pirong en Baltus Lemmens, hoofdzijde heer Graven;
c) twee grote en zestien kleine roeden land boven Jan van der Schurenland onder Houthem, noord- en westwaarts het klooster van Sint Gerlach, zuidwaarts heer Philippens, oostwaarts weduwe Jan Schroders.
Iedere grote roede werd verkocht voor 50 gulden.
Als garantie voor een goede verkoop borgde hij met 10 grote en een kleine roede land, in twee percelen gelegen onder Klimmen, dezelfde dag voor genoemde notaris gekocht van Joannes Raven, gehuwd met Cecilia Delahaij, te weten zes grote en achttien kleine roeden "op de justie" en drie grote en drie kleine roeden achter de heggen van de weide van Terveren.[234]
Op 28 juni 1776 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Swildens te Voerendaal op 26 januari 1776.
Johan Willem Meijs, inwoner van Weustenrade onder Klimmen en gehuwd met Maria Catharina Limpens, verkocht aan Hubertus Goffin, halfwin van Terveren en gehuwd met Maria Joanna Sommia, ca. 70 kleine roeden akkerland te Weustenrade "in het hugterveld", oostwaarts de heer van Puth, westwaarts de heer van Terveren, voor drie gulden per kleine roede.
Tevens zou de koper nog een paar "karzeel", een toom en een ton bier, het geheel gewaardeerd aan twintig gulden, geven.[235]
Tijdens een buitengewone zitting van de schepenbank Wijnandsrade op 26 september 1777 werd melding gemaakt van een vechtpartij en ruzie in het Panhuis van Wijnandsrade de voorafgaande maandag.
Hans Willem Meijs had een woordenwisseling gehad met ene Schreurs van Hulsberg, ruiter in Hollandse dienst.
Hij had vervolgens Schreurs geschopt en met een stok geslagen.
Ook zijn broers Hubertus en Michiel hadden hem met stokken geslagen, zodanig dat hij gewond geraakt was aan een hand en een been en ook inwendige blessures had opgelopen.
Toen bode Mathijs Budé hen wilde arresteren werd ook hij door de broers geslagen en liep daarbij gaten in zijn hoofd op.
Ook Martinus Budé, broer van de bode, werd in het gezicht geslagen.
De gebroeders Meijs werden nu gedaagd om op 1 oktober voor het schepengerecht te verschijnen.
Op 1 oktober verklaarde de aanklager dat Hans Willem Meijs tijdens een ruzie in het panhuis op 22 september ene Schreurs, Hollands ruiter, in de buik had geschopt en en zijn broers vervolgens, terwijl Schreurs op de grond lag, met stokken op hem hadden ingeslagen, waardoor deze aan hand en been gewond raakte.
Vervolgens hadden zij de bode, die hen wilde arresteren, aan de haren getrokken en eveneens, al vloekend, geslagen waarbij deze gaten in zijn hoofd opliep.
De broer van de bode kreeg, toen hij de gedaagden wilde tegenhouden, eveneens slagen in het gezicht.
De stokken waren met ijzer en koper beslagen, hetgeen deze tot ongeoorloofde en dodelijke wapens maakte.
Derhalve eiste de aanklager een straf conform de wet.[236]
Op 5 mei 1778 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld 14 april 1778 door notaris Casareus uit Aken
Jan Willem Meijs, gehuwd met Maria Catharina Limpens, verkocht aan baron von Furth 101 en een kwart kleine roeden land, grenzend aan hof Terveren, Hendrik Rameckers, het voetpad en de weg, zoals geërfd van zijn ouders, voor 55 stuivers per kleine roede.[237]
Op 6 maart 1786 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Swildens te Voerendaal op 15 april 1778.
Hubertus Meijs, inwoner van Weustenrade en gehuwd met Maria Catharina Voncken, verkocht aan zijn broer Johan Willem Meijs, halfwin op de Scheulderhof en gehuwd met Maria Catharina Limpens, 117 kleine roeden akkerland te Weustenrade, grenzend aan hof Terveren en Johan Snackers, hoofdzijde weduwe Crous, voor twee gulden per kleine roede.[238]
Op 28 juli 1779 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, op 23 juli 1779 opgesteld door notaris Nolens te Maastricht.
Joannes Willem Meijs, inwoner van Weustenrade en gehuwd met Maria Catharina Limpens, verklaarde 1000 gulden tegen 4,5% opgenomen te hebben van Anna Maria Eickholtz, echtgenote van overste Hendrik Vonck, wonend te Maastricht.
Tot onderpand zouden de goederen dienen die hij dezelfde dag van zijn zwager Joannes Snackers, gehuwd met Johanna Maria Meijs, zou kopen, welke op 30 november 1776 waren toebedeeld door landmeter Mertens, te weten:
a) 120 kleine roeden weide te Weustenrade genaamd "oversten driesch", oostwaarts het wederdeel, westwaarts Joannes Raven, zuidwaarts de beemden, noordwaarts het veld;
b) de helft van een beemd te Weustenrade "in den luijperbroeck" af te meten langs Joannes Wilhelmus Wijdershoven, groot 100 kleine roeden;
c) 130 kleine roeden land te Wijnandsrade "aen het getzken", af te meten langs Hubert Goffin;
d) 117 kleine roeden land "op den bovender alias 't bielke", oostwaarts de weduwe Sporcken, zuidwaarts de weduwe Kruijs;
e) 96,5 kleine roede land te Wijnandsrade "aan 't heijlig", westwaarts Hubert Goffin;
f) 92 kleine roeden land "aan 't buschken", oostwaarts weduwe Vlecken, westwaarts Joannes Willem Wijdershoven, noordwaarts de rader rein;
Verder borgde hij nog met 117 kleine roeden land te Weustenrade, grenzend aan de goederen van Terveren en Joannes Snackers, door hem gekocht van zijn broer Hubert Meijs op 15 april 1778 voor notaris Swildens[239]
Op 28 augustus 1780 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Swildens te Voerendaal op 21 augustus 1780.
Johan Willem Meijs, inwoner van Weustenrade, gehuwd met Maria Catharina Limpens, verkocht aan Peter Odekerken, inwoner van Weustenrade en gehuwd met Odilia Muters, 130 kleine roeden akkerland nabij Weustenrade "op de justie", grenzend an Severinus Beckers en de heer van Terveeren, hoofdzijde de beemd van Peter Luijten en de weg naar Brommelen, voor 390 gulden.[240]
Op 6 maart 1786 werden voor de schepenbank Klimmen diverse akten gerealiseerd, opgesteld door notaris Cotzhuijzen te Heerlen op 22 februari 1786.
Joannes Willem Meijs, inwoner van Weustenrade en gehuwd met Maria Catharina Limpens, verkocht aan Matthijs Ubags, inwoner van Retersbeek en gehuwd met Elisabeth Widdershoven, 334 kleine roeden land "op den bovender", grenzend aan goederen van Terveren en de weduwe Coen Sporcken, hoofdzijde Hans Willem Pluimackers, alsmede 118 kleine roeden land "op den bovender", grenzend aan Peter Pluijmaekers en de weduwe Joannes Rademeckers, hoofdzijde Hans Willem Pluijmeckers, voor vier gulden per kleine roede,
Aan Mathijs Geelen, inwoner van Retersbeek en gehuwd met Maria Catharina Schoemaeckers, 120,5 kleine roede "op den bovender", grenzend aan Joannes Wilhelmus Widdershoven en Steven Schroders, hoofzijde weduwe Dirck Spee, voor vier gulden per kleine roede.
Aan Peter Odekercken, inwoner van Retersbeek en gehuwd met Odilia Muijters, verkocht hij:
a) 240 kleine roeden weide "de overste driesch", grenzend aan Hubert Goffin en de weduwe Moonen;
b) 198 kleine roeden land onder Wijnandsrade, grenzend aan de weduwe Henricus Lortu en Henricus Rademaekers;
c) 130 kleine roeden land an het gatske onder Wijnandsrade, grenzend aan Hubertus Goffin en Henricus Ramaekers;
d) 92 kleine roeden land te Klimmen "aan het boschken", grenzend aan de weduwe Vlecken en Joannes Willem Widdershoven;
e) de helft van een beemd "in het luijperbroeck", grenzend aan Joannes Willem Widdershoven en Joannes Heuschen.
De weide en het land werd voor zeven schilling per kleine roede, de beemd voor een halve kroon per kleine roede verkocht.
Aan Henricus Rameckers, inwoner van Weustenrade en in tweede huwelijk met Maria Elisabeth Thielen, verkocht hij
a) 189 kleine roeden bebouwing, huisweide en koolhof, grenzend aan Steven Schroders en Hubertus Goffin, met de conditie dat de verkoper van de poort tot de achterste stal mocht afbreken maar dat de koper de zeven beste bomen zou krijgen;
b) 95 kleine roeden weide, grenzend aan Joannes Raven en Joannes Wilhelmus Widdershoven, hoofdijde de hof Terveren;
c) 78 kleine roeden beemd, grenzend aan Hans Willem Moonen en Peter Habets;
d) 82,5 kleine roede land "aan de wieen", grenzend aan Hubert Goffin en Willem Sistermans;
e) 62 kleine roeden land onder Klimmen, grenzend aan de weduwe Coen Sporken en Peter Drummen, hoofdzijde Mathijs Geelen;
f) 96,5 kleine roede "aen het heijlig" onder Wijnandsrade, grenzend aan Hubertus Goffin en de koper, belast met een vat rogge.
Iedere kleine roede werd verkocht voor vier gulden.
Het geheel was belast met een schuld van 1200 gulden aan de Wittevrouwen van Maastricht die uit de koopsom afgelost zou worden.[241]
Op 31 maart 1786 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Swildens op 24 juli 1779
Johan Willem Meijs, inwoner van Weustenrade en gehuwd met Maria Catharina Limpens, verklaarde dat zijn zwager Johannes Snackers, gehuwd met Johanna Maria Meijs, inwoner op hof Terstraten onder Nuth, op 22 juli 1778, aan Peter Odekercken, gehuwd met Odilia Muijters, voor 1000 gulden goederen verkocht had uit de nalatenschap van zijn schoonmoeder en dat Johan Willem Meijs deze goederen wenste te naasten.[242]
J.W. Meijs werd in het bevolkingsoverzicht van 1796 ingeschreven als arbeider, 50 jaar oud, wonend te Berghem en sinds 1786 wonend te Gulpen. Zijn echtgenote, M.C. Limpens was 48 jaar oud en verder woonden nog zijn zoon H.P. Meijs, 20 jaar, en dochter Mar.C. Meijs, 18 jaar, bij hem, alsmede nog een kind onder de twaalf jaar.[243]
Op 9 Ventose V (27 februari 1797) verkochten Joannes Wilhelmus Meijs, gehuwd met Maria Catharina Limpens, en Frederick Gielkens, ongehuwd, allen wonend te Gulpen, aan Lambertus Cleven, gehuwd met Elisabeth Beugels, wonend te Oirsbeek, 108 kleine roeden land in het Clouserveldje onder Oirsbeek, grenzend aan Peter Limpens en Hendrick Cremers en Jan Meertens, hoofdzijden de weg en de weide, voor 519 livres Frans geld[244]
Ondertrouwd op 25 september 1773 te Heerlen, jm van de Dries onder Heerlen, jd. van Houthem; met losbrief van 9 oktober om in Valkenburg te mogen trouwen, gehuwd voor de kerk op 29-jarige leeftijd op 10 oktober 1773 te Voerendaal met Maria Catharina LIMPENS, 25 jaar oud, gedoopt op 1 januari 1748 te Houthem, overleden op 23 december 1807 te Berghem-Gulpen op 59-jarige leeftijd, dochter van Joannes LIMPENS en Maria Catharina SLEIJPEN.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Joannes Martinus, gedoopt op 1 juni 1774 te Hulsberg (getuige(n): Cornelius Limpens, Maria Catharina Goffin).
  • 2. Joannes Petrus, landbouwer, geboren te Weustenrade-Klimmen, gedoopt op 15 maart 1776 te Klimmen (getuige(n): Lambertus Schoenmeckers namens Petrus Beckers, Joanna Maria Meijs).

Gehuwd op 36-jarige leeftijd op 23 april 1812 te Maastricht met Rosa HARDY, 28 jaar oud, gedoopt op 13 mei 1783 te Hoensbroek, dochter van Henricus HARDY en Maria Josephina LIMPENS.

  • 3. Maria Catharina, geboren te Scheulder, gedoopt op 15 april 1777 te Wijlre (getuige(n): Ignatius Hendrichs namens Hubertus Meijs, Maria van Wijssen namens Helena Peters).
  • 4. Petronilla, geboren te Scheulder, gedoopt op 25 januari 1779 te Wijlre (getuige(n): Egidius Frantzen namens Michael Meis, Maria Anna Ploumen namens Petronilla Limpens).
  • 5. Michael, gedoopt op 22 maart 1780 te Klimmen (getuige(n): Michael Raven, Mechtildis Campo namens Maria Catharina Campo).
  • 6. Maria Sibilla, gedoopt op 22 maart 1780 te Klimmen (getuige(n): Joannes Wijers, Maria Sibilla Meijs).
  • 7. Joanna Maria, gedoopt op 19 februari 1782 te Klimmen (getuige(n): Henricus Rameckers, Joanna Maria Goffin).
  • 8. Baltasar, gedoopt op 23 april 1783 te Klimmen (getuige(n): Baltasar a Campo, Maria Cornelia Graff), overleden op 23 april 1787 te Gulpen op 4-jarige leeftijd.
  • 9. Leonardus, gedoopt op 11 oktober 1784 te Klimmen (getuige(n): Leonardus Ruijsop, Isabella Heuts), overleden op 15 mei 1785 te Klimmen, 216 dagen oud.
  • 10. Joannes Wilhelmus, gedoopt op 7 maart 1786 te Klimmen (getuige(n): Joannes Petrus Goffin, Maria Sibilla Hennen), diende in het 17e regiment infanterie van Linie van het Napoleontische leger.
  • 11. Fredericus, gedoopt op 14 februari 1788 te Gulpen (getuige(n): Fredericus Gielkens, Maria Agnes Wouters namens Anna Elisabeth van der Schueren), overleden op 8 juli 1788 te Gulpen, 145 dagen oud.
  • 12. Maria Ida, gedoopt op 27 juni 1789 te Gulpen (getuige(n): Michael Vliegen namens Arnoldus Roobroeck, Maria Delnoije namens Ida Meijers), overleden op 17 december 1789 te Gulpen, 173 dagen oud.
  • 13. Hubertus, gedoopt op 12 april 1791 te Gulpen (getuige(n): Henricus Vliegen namens Hubertus Goffin, Maria Agnes Wouters namens Maria Margaretha Goffin), overleden op 6 september 1794 te Gulpen op 3-jarige leeftijd.


VI.32 Joannes Michael MEIJS, halfwin hof Dries te Voerendaal, gedoopt op 30 januari 1751 te Voerendaal (getuige(n): Joannes Swarts, Coletha Schoonbroodt), overleden op 22 augustus 1829 te Voerendaal op 78-jarige leeftijd, zoon van Martinus MEIJS (zie V.17) en Maria Catharina GOFFIN
Op 10 februari 1777, ten overstaan van notaris Wijnants, verklaarde Machiel Meijs, ongehuwd, wonend op hof Dries onder Heerlen, 500 gulden tegen 5% opgenomen te hebben van Joannes Franciscus Boccar.
Tot onderpand stelde hij de volgende onroerende goederen:
a) zijn deel van "de overste bouw" bestaande uit het huis met halve brand, klein kamertje, de neere, poorten de stallen aan de meent gelegen en een lege plaats aldaar, alsmede de mesthof, de schuur naast de koeienstal en de paardenstal met de lege plaats met "den nieuwen timmer", een deel van de huisweide en de hele koolhof, samen groot 219 kleine roeden, oostwaarts Hubertus Goffin, westwaarts Hubertus Meijs, zuidwaarts de meent en noordwaarts het veld, gelegen onder Hulsberg, bank Klimmen;
b) 101,5 kleine roeden land achter de weide, aan weerszijden grenzend aan Hubertus Meijs, hoofdzijde de rader rein;
c) 47,5 kleine roeden land genaamd "het huijske", oostwaarts weduwe Jan Moenen, westwaarts Severinus Beckers, noordwaarts de rader rein, eveneens onder Hulsberg, bank Klimmen;
d) 61 kleine roeden land in de Luijperbroek, westwaarts hof Bongart, oostwaarts Hubertus Meijs, zuidwaarts de vloedgraaf, gelegen onder Wijnandsrade en op 30 oktober 1776 bij deling voor landmeter Mertens verkregen.[245]
Op 1 september 1781, ten overstaan van notaris Wijnants, verklaarde Machiel Meijs, im huwelijk met Maria Catharina a Campo, wonend op hof Driesch onder Heerlen, 500 gulden tegen 5% opgenomen te hebben van Joannes Franciscus Boccar, gehuwd met Catharina Elisabeth van der Meer.
Tot onderpand stelde hij de volgende onroerende goederen:
a) het derde deel in de huiswei, westwaarts Henricus Raemaeckers, ootwaarts Machiel Meijs zelf,zuidwaarts de weg, noordwaarts het veld, groot 219 kleine roeden;
b) 140 kleine roeden aan het Valderen, oostwaarts de weduwe Sporcken, westwaarts Hendrick Raemaeckers, zuidwaarts de weide, noordwaarts de rader rein;
c) 71 kleine roeden land "agter coegel" gelegen, oostwaarts Hubertus Goffin, westwaarts Willem Moenen, zuidwaarts wederdeel en Hubertus Goffin, noordwaarts de rader rein.
Alle goederen lagen onder Klimmen en had hij op 14 juni 1779 verworven (zie bij zus Cornelia)[246]
Op 30 oktober 1782, ten overstaan van notaris Swildens, verklaarde Peter Odekercken, gehuwd met Helena Muters, dat Machiel Meijs, gehuwd met Maria Catharina a Campo, halfwin op de hof Driesch, land van hem genaast had. Het betrof 95 kleine roeden aan het Heilig te Swier, grenzend aan Andreas Grootjans en Johannes Somers, hoofdzijde Lodweick Wijers, door hem in 1781 gekocht van Johan Willem Meijs uit Weustenrade en waarvoor Michiel Meijs hem 39 gulden en een halve kroon, alsmede 19 gulden en vijf stuivers voor akkerloon overhandigde.[247]
Op 7 december 1785 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Swildens te Voerendaal op 6 augustus 1785.
Machiel Meijs, halfwin op de Dries en gehuwd met Maria Catharina a Campo, verlaarde 100 carolijnen, de carolijn gerekend aan 19 gulden en 10 stuivers, tegen 4% geleend te hebben van het Kartuizerklooster Vogelsang bij Gulik.
Tot onderpand stelde hij 657 kleine roeden huis met weide te Weustenrade, westwaarts Hend. Ramakers, oostwaarts de straat, noordwaarts het veld; alsmede 304 kleine roeden akkerland achter de huisweide, oostwaarts de weduwe Sporken, westwaarts de weduwe Ramakers, zuidwaarts de weide, noordwaarts de rader rein.[248]
Op 19 mei 1791 werd voor de schepenbank Klimmen een akte gerealiseerd, opgesteld door notaris Hendricks uit Gulpen op 10 mei 1791.
Machiel Sporken, inwoner van Ransdaal onder Klimmen en gehuwd met Anna Mechel Sporken, verkocht aan Machiel Meijs, wonend in de parochie Voerendaal en gehuwd met Maria Cath. a Campo, 116 kleine roeden land, laatgoed, in het Weustenraderveld, aan weerszijden grenzend aan de koper, hoofdzijde de weg, voor zes gulden en drie stuivers per kleine roede.
De last van een vat rogge aan de kerk van Klimmen werd niet gekort op de koopsom.[249]
Ondertrouwd op 25 april 1778 te Heerlen. Michael Meijs jm. van hof Ten Driesch onder Heerlen en Maria Catharina a Campo jd van Brunssum, gehuwd op 27-jarige leeftijd op 10 mei 1778 te Heerlen, gehuwd voor de kerk op 10 mei 1778 te Voerendaal met Maria Catharina a CAMPO, 20 jaar oud, gedoopt op 1 april 1758 te Brunssum, overleden op 1 september 1850 te Voerendaal op 92-jarige leeftijd, dochter van Henricus a CAMPO en Maria Magdalena STORMS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Henricus Josephus, gedoopt op 25 mei 1779 te Voerendaal (getuige(n): Henricus a Campo, Maria Catharina Meijs namens Maria Sibilla Meijs).
  • 2. Maria Magdalena, gedoopt op 21 oktober 1780 te Voerendaal (getuige(n): Godefridus Daemen namens Joannes Wilhelmus Meijs, Maria Magdalena Storms).
  • 3. Joannes Laurentius, gedoopt op 22 oktober 1782 te Voerendaal (getuige(n): Laurentius a Campo, Joanna Maria Meijs).
  • 4. Hubertus Josephus, gedoopt op 27 maart 1785 te Voerendaal (getuige(n): Hoannes Hubertus Meijs, Maria Cornelia Senden namens Maria Lintjens).
  • 5. Joannes Henricus, gedoopt op 16 februari 1787 te Voerendaal (getuige(n): Joannes Henricus a Campo, Sibilla Joanna Franssen namens Maria Catharina Limpens).
  • 6. Anna Elisabeth, gedoopt op 17 mei 1789 te Voerendaal (getuige(n): Baltasar a Campo namens Bernardus a Campo, Anna Elisabeth Diederen).
  • 7. Maria Sibilla, gedoopt op 29 november 1791 te Voerendaal (getuige(n): Henricus a Campo namens Joannes Bernardus a Campo, Sibilla Heuts`).
  • 8. Balthasar, gedoopt op 17 april 1794 te Voerendaal (getuige(n): Baltasar a Campo, Maria Ida Meijers).
  • 9. Joannes Josephus, gedoopt op 23 mei 1796 te Voerendaal (getuige(n): Joannes Sijstermans, Anna Margaretha Goffin).


VI.36 Wilhelmus Lambertus MEIJS, gedoopt op 25 januari 1756 te Wijnandsrade (getuige(n): Philippus Coenen namens Wilhelmus Raven, Elisabeth Schmeets), overleden op 19 december 1821 te Wijnandsrade op 65-jarige leeftijd, zoon van Joannes MEIJS (zie V.19) en Christina EGGEN.
Op 2 juni 1778 verkochten Joannes Meijs, ongehuwd, en zijn broer Hubertus Meijs, gehuwd met Maria Sybilla Heuts, inwoners van Wijnandsrade, aan Hubertus Goffin, gehuwd met Maria Josepha Sommia, 46,5 kleine roede bos in het Weustenrader bos onder Klimmen, oostwaarts Maggel Raeven, westwaarts Hubert Goffin, hoofdzijden Joannes van Geul en de erfgenamen Reijner Eggen, voor vijf schillingen per kleine roede.
De akte opgesteld voor de schepenbank Wijnandsrade, werd op 13 januari 1779 gerealiseerd voor de schepenbank Klimmen.[250]
Ondertrouwd op 16 mei 1778 te Heerlen (getuige(n): Hans Peter Meijs, Gertrud Meijs). Lambertus Meijs jm van Schuller met Maria Sibylla Heuts jd. van Kunrade, gehuwd op 22-jarige leeftijd op 31 mei 1778 te Heerlen met Maria Sibilla HEUTS, 23 jaar oud, gedoopt op 30 januari 1755 te Heerlen, overleden op 27 juni 1807 te Klimmen op 52-jarige leeftijd, dochter van Wilhelmus HEUTS en Maria MERTENS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Anna Catharina, gedoopt op 23 juni 1780 te Wijnandsrade (getuige(n): Anna Catharina Heuts, Joannes Petrus Meijs ex Welten).
  • 2. Maria Christina, geboren te SWier, gedoopt op 8 juni 1782 te Wijnandsrade (getuige(n): Maria Mertens, Joannes Eggen).
  • 3. Henricus, gedoopt op 19 mei 1784 te Wijnandsrade (getuige(n): Henricus Heuts, Maria Barbara Derichs namens Isabella Meijs).
  • 4. Joannes Nicolaus, gedoopt op 24 april 1786 te Wijnandsrade (getuige(n): Joannes Gerards namens Joannes Nicolaas Hambrecks, Catharina Brands).
  • 5. Anna Maria, gedoopt op 2 september 1787 te Wijnandsrade (getuige(n): Wilhelmus Heuts, Maria Gertrudis Mertens namens Anna Catharina Clots), overleden op 16 juli 1799 te Wijnandsrade op 11-jarige leeftijd.
  • 6. Joannes Wilhelmus, gedoopt op 14 november 1789 te Wijnandsrade (getuige(n): Joannes Wilhelmus Heuts, Maria Barbara Derichs namens Maria Sybilla Hennen).
  • 7. Servatius, gedoopt op 20 juni 1792 te Wijnandsrade (getuige(n): Hermanus Joseph Conen namens Servatius Roebroek, Maria Catharina Heuts uit Voerendaal).
  • 8. Johanna Maria, gedoopt op 10 september 1796 te Wijnandsrade (getuige(n): Hubertina Dirx namens Joanna Maria la Heije, Joannes Wilhelmus Heuts).
  • 9. Lambertus, geboren op 12 juli 1801 te Wijnandsrade.


VI.51 Michael MEIJS, gedoopt op 1 februari 1745 te Heerlen (getuige(n): Henricus Vernaus, Sibilla Heuts), overleden op 10 mei 1827 te Wijnandsrade op 82-jarige leeftij, zoon van Wilhelmus MEIJS (zie V.28) en Catharina MOULEN.
Woonde in de periode 1780-1784 te Uikhoven aan de Maas op de hof van heer Booten
Te Sint-Odiliënberg woonde hij op de hof Oosten
Op 1 december 1784 werd voor de schepenbank Klimmen een akte vastgelegd, opgesteld door notaris l'Allemand uit Valkenburg op 14 juni 1783
Antonius Somers en zijn echtgenote Maria Greta Odekerken, inwoners van Swier onder Wijnandsrade, gezond van lijf en leden, besloten al hun roerende en onroerende goederen met de warme hand te schenken.
Ontvangers waren Maghiel Meijs, gehuwd met Maria Helena Somers, wonend te Uikhoven in het graafschap Rekem, en diens zwager Hans Peter Dautzenberg, gehuwd met Maria Elisabeth Somers, wonend te Swier, [aangetrouwde] neven van de schenkers.
Daarvoor dienden zij de schenkers hun leven lang te onderhouden met kost, kleren, vuur en licht, wassen en reinigen, en hen te verzorgen bij ziekte,
Ook moesten zij na hun dood voor een passende begrafenis zorgen en 200 missen laten lezen bij de paters Capucijnen van Wittem.
Indien de schenkers elders hun verzorging moeten halen omdat de ontvangers hen niet konden of wilden verzorgen, dan moest jaarlijks 60 pattacons of 240 gulden uitgekeerd worden.
De schenkers behielden de tocht en verboden de verkoop van de goederen die na hun dood aan de kinderen van de ontvangers zouden toevallen.[251]
Gehuwd voor de kerk op 27-jarige leeftijd op 7 juni 1772 te Wijnandsrade met Maria Helena SOMERS, 20 jaar oud, gedoopt op 17 juli 1751 te Wijnandsrade (getuige(n): Antonius Somers, Maria Otters), overleden op 18 februari 1833 te Wijnandsrade op 81-jarige leeftijd, dochter van Joannes SOMERS en Maria ODEKERCKEN.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Maria Elisabeth, gedoopt op 30 december 1772 te Wijnandsrade (getuige(n): Wilhelmus Meijs, Maria Elisabetha Somers).
  • 2. Jan Willem Franciscus, gedoopt op 15 juni 1775 te Wijnandsrade (getuige(n): Joannes Somers, Fransen Eeinaw(?)).

Gehuwd op 34-jarige leeftijd op 29 juni 1809 te Nuth met Catharina Elisabeth FRIJNS, 39 jaar oud, geboren te Nierhoven-Nuth, gedoopt op 6 december 1769 te Nuth (getuige(n): Georgius Nicolai namens Paulus Nicolai, Maria Elisabetha Spierts), dochter van Matthias FRIJNS en Maria Elisabeth HORSTMANS.

  • 3. Joannes Petrus, gedoopt op 2 maart 1778 te Heerlen (getuige(n): Joannes Petrus Meijers, Anna Isabella Meijs), overleden op 28 mei 1809 te Wijnandsrade op 31-jarige leeftijd.
  • 4. Joannes Michael, geboren op 15 augustus 1780 te Uikhoven, gedoopt op 15 augustus 1780 te Uikhoven (getuige(n): Joannes Waelen uit Rekem, Maria Odekercken uit Wijnandsrade), overleden op 12 september 1782 te Uikhoven op 2-jarige leeftijd.
  • 5. Franciscus Michael Josephus, geboren op 22 december 1782 te Uikhoven, gedoopt op 22 december 1782 te Uikhoven (getuige(n): Franciscus Eijmael uit Rekem, Maria Anna Meijs).
  • 6. Maria Anna, geboren op 21 maart 1785 te Swier, gedoopt op 21 maart 1785 te Wijnandsrade (getuige(n): Maria Odekercken, Antonius Somers).

Gehuwd op 22-jarige leeftijd op 23 juli 1807 te Nuth met Arnoldus FRIJNS, 37 jaar oud, geboren te Hellebroek-Nuth, gedoopt op 15 januari 1770 te Nuth (getuige(n): Arnoldus Bemelmans, Anna Frins), zoon van Petrus Casparus FRIJNS en Anna Maria BEMELMANS.

  • 7. Maria Josepha, geboren op 27 maart 1787 te Swier, gedoopt op 27 maart 1787 te Wijnandsrade (getuige(n): Maria Anna Odekercken, Henricus Ritzen namens Petrus Josephus Kerrens).
  • 8. Franciscus Ignatius, soldaat, geboren op 17 februari 1790 te Sint-Odiliënberg, gedoopt op 18 februari 1790 te Sint-Odiliënberg (getuige(n): Joannes Petrus Doutsenbergh uit Heerlen, vrouwe Anna Catharina Driessen uit Echt, wonend in Oosten), overleden op 9 maart 1810 te Parijs op 20-jarige leeftijd. Op 1 januari 1812 werd te Wijnandsrade het overlijden vastgelegd van Frans Meijs.

Volgens schrijven van de burgemeester van het 9e arrondissement van Parijs was Francois Meijs op 9 maart 1810 overleden in het ziekenhuis, zijnde soldaat in het 15e regiment infanterie en geboren te Voilenbeck in het departement van de Nedermaas.

  • 9. Joannes Mathias, geboren op 20 april 1792 te Sint-Odiliënberg, gedoopt op 20 april 1792 te Sint-Odiliënberg (getuige(n): Petrus Frecken namens Joannes Mathias Somers uit Wijnandsrade, Isabella Vlodrop namens Margareta Odekirken uit Wijnandsrade), overleden op 23 april 1793 te Sint-Odiliënberg op 1-jarige leeftijd, bij de doopaantekening staat obiit.


VI.60 Hermanus MEIJS, gedoopt op 4 juni 1745 te Nuth (getuige(n): Hermanus Meijs (grootvader), Ida Raven namens Maria Timmers), overleden op 4 maart 1828 om 15.00 uur te Grijzegrubben-Nuth op 82-jarige leeftijd, zoon van Laurentius MEIJS (zie V.41) en Anna RAEVEN.
Op 31 januari 1764, ten overstaan van notaris L'Allemand, maakte Herman Meijs, 18 a 19 jaar oud, en ziek te bed liggend in zijn ouderlijk huis te Grijzegrubben-Nuth, zijn testament. Hij liet vastleggen dat hij bij zijn moeder begraven wilde worden en dat er vijftig leesmissen opgedragen dienden te worden. De kinderen van Joseph Meijs en Ida Raven werd elk tien gulden beloofd, aan oom Willem Raven vijf gulden en het kind van Joannes Raven eveneens vijf gulden. Zijn vader benoemde hij tot universeel erfgenaam.[252]
Op 1 december 1766 kocht Hermanus Meijs van Joannes Drummen, gehuwd met Catharina Hermans, 120 kleine roeden weiland, genaamd Keurensweide, en gelegen onder Grijzegrubben, grenzend aan de Holleweg, de Nieuweweg, Willem Kleijntjens en Herman Meijs, voor 300 gulden. Het geheel was belast met twee koppen rogge aan de kerk van Nuth.
Dit weiland verkocht hij op 15 januari 1769 aan Willem Kleijntjens, gehuwd met Elisabeth Hermans, voor 300 gulden.[253]
Op 13 december 1768 verkocht Baltus a Campo, gehuwd met Elisabeth Cremers, een groot aantal onroerende goederen aan Nicolaas a Campo, weduwnaar, de ongehuwde Servaas Bemelmans en Herman Meijs, gehuwd met Anna Maria Drummen, voor een totaalbedrag van 1550 pattacons of 6200 gulden en belast met drie vaten en drie koppen rogge, zes koppen en twee malder haver en 10 stuivers cijns. De goederen waren
a) een halve bunder huis, hof en weide te Grijzegrubben, grenzend aan de weduwe Hendrick Drummen, Joannes Meijs en de dorpstraat
b) circa halve bunder weide "de biesselter" te Grijzegrubben, grenzend aan Peter Vaessen, heer Keutten, Leonardus Smeets en Arnoldus Bemelmans
c) anderhalve morgen weide nabij Tervoorst, grenzend aan de Bergerhof, Anthoon Tummers en de Voorsterstraat
d) circa 140 kleine roeden beemd nabij de Bergerbrug, grenzend aan de weduwe Joannes Frissen en de beek
e) circa 60 kleine roeden beemd nabij de narregats, grenzend aan Paulus Leunissen en de weduwe van der Meer
f) 118,5 kleine roeden land nabij het Nieuwhuis, grenzend aan de weduwe Joannes Frissen en Gabriel Limpens
g) 99 kleine roeden land aan de "hervaert", zuidwaarts grenzend aan Joannes Meijs, a Campo en de vloedgraaf
h) 41 kleine roeden land nabij de "hervaert", zuidwaarts de erven Vaes Vroemen, de weduwe Joannes Drummen en Jacobus Drummen
i) 55,5 kleine roeden land in de Eertgrubbe, zuidwaarts Vaes Bemelmans, Joannes Meijs en Nol Bemelmans
j) 61 kleine roeden land "den palts", zuidwaarts Paulus Hautvast, jonker Schaesbergh en Lendert Slangen
k) 38,5 kleine roeden land den palts", grenzend aan het voorgaande stuk,
l) 196 kleine roeden land den palts", westwaarts Paulus Leunissen, , Leendert Slangen, erfgenamen jonker Schaesbergh en Paulus Hautvast
m) 108 kleine roeden land aan de Trichterweg, oost Joannes Beckers, Joannes Hermens
n) 124 kleine roeden land "in de withegge", zuidwaarts Maria Limpens, Leonart Smeets, Joannes Meijs
o) 147,5 kleine roeden land "aan de Tiendvrij", zuidwaarts Paulus Hautvast, Nicolaes a Campo
p) 268 kleine roeden land "in de withegge", zuidwaarts heer Habets, Joannes Meijs
q) 150,5 kleine roeden land "aen het witgen", zuidwaarts Jacob Bemelmans en Christiaan Hautvast, Juffrouw Matthijs
r) 46 kleine roeden land "in de swartcoul", zuidwaarts heer a Blisia, Joannes Raeven
s) 57 kleine roeden land "in de swartcoul", oostwaarts en zuidwaarts Lendert Smeets, Nicolaes a Campo
t) 135 kleine roeden land "in de withegge", westwaarts Lendert Smeets, juffrouw Mathijs, Gerard Thumers
u) 95 kleine roeden land "aen den peut", grenzend aan Jan Meijs en juffrouw Matthijs
v) 105,5 kleine roeden land "in de withegge", zuidwaarts de weduwe Caspar Hermens, Paulus Leunissen
w) 144 kleine roeden land in de Eertgrubbe, westwaarts de erfgenamen Vaes Vroemen, Joannes Frissen, erfgenamen jonker Schaesbergh
x) 43 kleine roeden land "aen de pertscoul", grenzend aan Christiaen Hautvast en heer Habets
y) 89 kleine roeden land "in de bourtgrubben", zuidwaarts Matthijs Schetters, weduwe Nicolaij en de vloedgraaf
z) 92 kleine roeden land "aen het peulken", zuidwaarts erfgenamen Frans Frijns, Thevis Bemelmans, heer Habets
aa) 222 kleine roeden land "op de geijsbergh", oostwaarts weduwe van der Meer, erfgenamen Frissen
bb) 70 kleine roeden land "op de houvenast", grenzend aan Leonaert Slangen en Vaes Meijs.[254]
Op 13 december 1768 verkocht Herman Meijs aan Joannes Petrus Frissen, gehuwd met Anna Catharina Habets, Joannes Hermans, gehuwd met Maria Christina Diederen, en de ongehuwde Geurt Hermans de volgende goederen onder Nuth gelegen:
a) 111 kleine roeden weiland in Helle tussen Joseph Meijs, Willem Raven en de weduwe Mathijs Moenen
b) circa een halve bunder land aan de Nelisweg tussen Joannes, Jan en de erven Thevis Hermans, belast met twee koppen rogge aan de kerk van Nuth
c) 90 kleine roeden land aan de Grachtweg tussen Willem Raven en Mathijs Habets, vallend onder de cijnskaart van Berg
d) 103 kleine roeden land "achter Houben" tussen Lambert en Nol Raven, Jan Hermans en Willem Rietra, eveneens vallend onder de cijnskaart Berg
e) 80 kleine roeden "in de Eggersdael" tussen Joseph Meijs en Leendert Habets, ressorterend onder Wijnandsrade
Elke roede kostte twee gulden wat een koopsom van circa 1200 gulden oplevert, waarop 30 gulden staande t.b.v. de heer Ros van Maastricht, gekort werd.[255]
Op 13 april 1769 leende Hermanus Meijs 700 gulden tegen 5% van Joannes Diederen, burger van Maastricht en bezitter van de revenuen uit de fundatie van Jacob Pesch. Tot onderpand dienden:
a) 302 kleine roeden weiland "het bosken" achter Grijzegrubben tussen Leendert Smeets en juffrouw Mathijs, ter waarde van 45 stuivers per roede
b) 86 kleine roeden beemd "aen de vroeghop" tussen de erven Leunis en juffrouw van der Meer, ter waarde van 25 stuivers per roede
c) 287 kleine roeden land "aen de Paesman" tussen Geurt Nicolaij, Christiaan Hautvast en Lenard Smeets, ter waarde van 42 stuivers per roede
d) 62 kleine roeden land aldaar tussen Christiaan Hautvast en Leonaerd Slangen, ter waarde van 34 stuivers per roede
e) 89 kleine roeden land "aen de vaert" tussen a Campo en Joannes Meijs ter waarde van 35 stuivers per roede
f) 103 kleine roeden land "int Bijsmanneken" tussen de erven Paulus Leunis en de weduwe Hermans, ter waarde van 40 stuivers per roede
g) 98 kleine roeden land aldaar tussen Joannes Meijs en heer Keutten ter waarde van 38 stuivers per roede
h) 135 kleine roeden land aldaar tussen Leonaerd Smeets en a Campo ter waarde van 40 stuivers per roede
i) 41 kleine roeden land aldaar tussen de weduwe Curfs en de weeskinderen Vroemen, ter waarde van 38 stuivers per roede
j) 48 kleine roeden land aan de bovenste Wijenweg tussen Raeven en a Blisia, ter waarde van 38 stuivers per roede
Op 10 november 1770 loste hij de eerste helft en op 20 april 1782 de tweede helft van deze lening af.[256]
Op 6 februari 1773 sloot Lucia Meijs een overeenkomst met haar neef Herman Meijs. Zij droeg aan hem al haar roerende en onroerende goederen over, te weten een weiland, grenzend aan Leonard Beckers en de weduwe Laurens Cremers, en een akkerland van 90 kleine roeden, het Kevelken, grenzend aan Gabriel Limpens en de weduwe Laurens Cremers. Herman beloofde in ruil zijn tante kost en inwoning te verschaffen voor de rest van haar leven en na haar dood haar begrafenis te regelen. Indien hij en zijn echtgenote voor zijn tante zouden overlijden, zouden alle goederen, behalve het akkerland, naar haar terug gaan.[257]
In het schatboek van Nuth (ca. 1774) stonden voor Hermen Meijs, wonend binnen Grijzegrubben, de volgende goederen geregistreerd:
1. 237 kleine roeden "den Palsmen", noord Geurt Nicolaij, zuid Lendert Slangen, oost Nelis Hermens, west Christiaan Hautvast
2. 62 kleine roeden aldaar, noord Christiaen Hautvast, zuid weduwe Laurens Cremers, oost Nelis Lemmens, west Lendert Slangen
3. 99 kleine roeden aan de vaart, noord de vloedgraaf, zuid weduwe Joannes Curfs, oost Nicolaes a Campo, west Joannes Meijs
4. 41 kleine roeden aldaar, noord Joannes Meijs, zuid Joannes Drummen, oost weduwe Joannes Curfs, west erven Lendert Vroemen
5. 103 kleine roeden "het bijsmenneken", noord weduwe Mathijs, zuid Joannes Hermens, oost weduwe Joannes Leunissen, west weduwe Casper Hermens
6. 98 kleine roeden land, noord juff. Mathijs, Jacob en Severen Bemelmans, zuid Joannes Meijs, west Jacob Drummen, oost juff. Mathijs
7. 135 kleine roeden land, noord Joannes Spijckers, zuid en oost juff. Mathijs, west Gerith Tummers
8. 48 kleine roeden land, noord en west heer a Blisia, zuid Wijnand Habets, oost weduwe Laurens Cremers
9. 175 kleine roeden land, noord de domeinen, zuid Wijnand Habets, oost de erven Lendert Vroemen, west de Wijenweg, genaamd Karrestraat
10. 51 kleine roeden land, noord Dirk Leunissen, zuid Joannes Drummen, oost de Houwenasterweg, west Paulus Hautvast
11. 42 kleine roeden land, noord Nicolaas a Campo, zuid Joseph Helders, oost Willem Kleintjens, west Joannes Meijs
12. 18 kleine roeden land, noord Cobus Drummen, zuid de Maastrichterweg, oost weduwe Joannes Curfs, west de erven Lendert Vroemen
13. 27 kleine roeden hof, noord de huiswei, zuid de Holenweg, oost Joannes Drummen, west Christiaen Hautvast
14. 86 kleine roeden beemd, noord Christiaen Jaegs, zuid en west weduwe van der Meer, oost Joannes Meulenbergh
15. 61,5 kleine roeden huisweide naast het huis, zuid de hof, oost Joannes Drummen, west Christiaen Hautvast
16. 203 kleine roeden weiland "het boschken", noord en oost de weduwe Mathijs, zuid Lendert Smeets, Joseph en Lucia Helders en Christiaen Jaegs, west Joannes Slangen
17. 15 kleine roeden huis met stallen en schuur binnen Grijzegrubben, noord de Dorpstraat, zuid de huiswei, oost Joannes Drummen, west Christiaen Hautvast[258]
Op 1 april 1778 kocht Herman Meijs van Paulus Hautvast, gehuwd met Maria Catharina Sistermans, 124 kleine roeden akkerland in het Grijzegrubberveld "omtrent de vaert" tussen Willem Kleijntjens, Herman Meijs, Nicolaas a Campo, Jacobus Drummen en Hendrik van Loo voor 254 gulden en vier stuivers.[259]
Op 28 december 1779 kocht Herman Meijs van Willem Slangen, gehuwd met Anna Maria Houben, 174 kleine roeden land in het Grijzegrubberveld "het Pelsmanneken" tussen Herman Meijs, Joannes Wilhelmus Wolters en Joannes Slangen, voor 55 stuivers per roede.[260]
Op 14 februari 1780 verkocht Herman Meijs aan Joannes Limpens, gehuwd met Maria Barbara Spijckers, 100 kleine roeden land "het Keverken" in het Helleveld, grenzend aan Leonard Beckers, Nicolaes en Martinus a Campo en Joannes Limpens, voor 255 gulden.[261]
Op 24 september 1781 verkocht Herman Meijs aan zijn zwager Joseph Raeven, gehuwd met Helena Meijs, 80 kleine roeden land aan de Nelisweg tussen Simon Hermens, Peter Spijckers en Joannes Tummers, welk land hij van zijn moeder geërfd had. Zijn echtgenote, Anna Maria Drummen, vertegenwoordigde hem aangezien hij ernstig ziek was. De koopsom, 160 gulden, was bestemd voor missen die, mocht hij sterven, terstond of, indien hij zou genezen, in de loop der tijd gelezen moesten worden. Joseph Raeven zou hiervan de kwitanties overleggen.[262]
Op 19 april 1782 werd t.b.v. openstaande rekeningen een overzicht gegeven van de onroerende goederen van Hermen Meijs, te weten:
a) 106 kleine roeden huis met moestuin en weide aan de Dorpstraat en de Holleweg te Grijzegrubben tussen Christiaan Hautvast en Joannes Drummen
b) 98 kleine roeden akkerland "aen de vaert" tussen Nicolaes α Campo, Joannes Meijs en de weduwe Joannes Curfs
c) 215 kleine roeden land aldaar tussen Willem Kleijntjens, Joannes Meijs en Nicolaes a Campo
d) 245 kleine roeden land "in de swartcuijl" tussen heer Keutten, Nicolaes a Campo, Hendrik Bemelmans en het "Bieljen"
Daags erna, 20 april, leende hij 500 gulden van B. Cruts, rijproost van Vaesrade, tegen 4% rente. Voornoemde goederen dienden tot onderpand.[263]
Op 26 maart 1784 werden door Willem Kleijntjens en zijn vrouw Elisabeth Hermans, weduwe Joannes Drummen, afspraken gemaakt omtrent de erfenis van Anna Maria Drummen, echtgenote Herman Meijs, en dochter uit het eerste huwelijk. Zij mocht de kamer met weide en moestuin behouden die haar stiefvader op 19 december 1760 voor haar gekocht had van Jacobus en Bartolomeus Drummen. Zij was 50 kleine roeden groot, gelegen te Grijzegrubben, en kostte 33,25 pattacons en eenzesde deel in 100 gulden, ten laste van Leonaerd Smeets. Verder werden haar nog 40 kleine roeden land in het Grijzegrubberveld "aen 't witgen" tussen Leonaerd Smeets, de weduwe Joannes Meijs, Jacobus Drummen en Paulus Leunissen, toegekend.[264]
Op 16 oktober 1786 leende Herman Meijs van Sophia Paula Cruts, weduwe Hubertus Caters, 800 gulden tegen 5% rente en stelde tot onderpand 200 kleine roeden land "boven het witgen" in het Grijzegrubberveld, alsmede de goederen hem toebedeeld uit de erfenis van zijn schoonouders op 24 oktober 1784 en van zijn ouders op 13 januari 1769. Verder nog 198 kleine roeden weiland tussen hemzelf en Peter Horstmans, welke weide hij binnenkort van Leonaerd Smeets zou naasten.[265]
Op 11 januari 1806 (21 nivose XIII) verklaarde Hermanus Meijs, landbouwer, wonende te Grijzegrubben, 130 gulden tot zijn last te nemen, staande ten behoeve van de kerk van Nuth. Dit bedrag stond eerst ten laste van Maria Catharina Helders, weduwe Petrus Drummen. Hermanus Meijs had van haar 90 kleine roeden land gekocht. Hij betaalde door het overnemen van deze schuld.[266]
De nalatenschap van Herman Meijs werd op 22 oktober 1828 aangegeven door Jan Willem en Maria Elisabeth Meijs, alsmede de kinderen van wijlen Maria Magdalena Meijs uit haar huwelijk met Mathijs Bemelmans, allen wonend te Grijzegrubben. De nalatenschap bestond uit:
1) helft in 68 kleine roeden weiland "het boschken" tussen Mathijs a Campo en Renier Brants
2) 84 kleine roeden land in de Eertgrubbe tussen wed. Nic. a Campo en P. Hautvast
3) 92 kleine roeden 80 ellen land "de Palsman" tussen P. Hautvast en W. Ruijters
4) 44 kleine roeden 80 ellen aan de Vaarts tussen J. Diederen en G. Dewez
5) 22 kleine roeden 40 ellen aldaar tussen wed. Dautzenberg en J. Diederen
6) 20 kleine roeden 20 ellen land "het Bijsmanneke" tussen G. Dewez en J. a Campo.[267]
Gehuwd voor de kerk op 20-jarige leeftijd op 27 april 1766 te Nuth met Anna Maria DRUMMEN, 22 jaar oud, gedoopt op 10 maart 1744 te Nuth (getuige(n): Nicolaas Hermens, Anna Hautvast), overleden op 26 februari 1815 om 03.00 uur te Nuth op 70-jarige leeftijd, dochter van Joannes DRUMMEN en Anna Elisabeth HERMENS.
Op 19 december 1760 verkochten de voogden van Bartholomeus Drummen aan Willem Cleijntjens, gehuwd met Elisabeth Hermens, een kamer met weide en moestuin, groot 50 kleine roeden en gelegen te Grijzegrubben onder Nuth, grenzend aan Christiaen Hautvast en Anna Maria Drummen, voor 33 pattacons en het zesde deel in een schuld van 100 gulden aan Leonaerd Smeets. Het geheel was bestemd voor Anna Maria Drummen, dochter van Joannes en Elisabeth Hermans.[268]
Uit dit huwelijk:

  • 1. Laurentius, geboren te Nuth, gedoopt op 24 februari 1767 te Nuth (getuige(n): Laurentius Meijs, Elisabeth Hermens), jong overleden.
  • 2. Joannes Wilhelmus, geboren te Nuth, gedoopt op 16 april 1768 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Klintjens, Margaretha Donners), overleden op 11 februari 1771 te Grijzegrubben-Nuth op 2-jarige leeftijd.
  • 3. Anna (Maria) Elisabeth, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 30 december 1771 te Nuth (getuige(n): Laurentius Meijs, Elisabeth Hermens), overleden op 26 november 1842 om 03.00 uur te Helle-Nuth op 70-jarige leeftijd.

Op 27 april 1829 verkoop door Anna Elisabeth Meijs, gehuwd met Mathias Leunissen te Nuth, van 34 roeden 31 ellen weide te Nuth aan Renier Jacobs voor 232 gulden en 12 cent[269]
Op 18 maart 1834, ten overstaan van notaris Kerckhoffs uit Schinnen, werd ten woonhuize van An Elisabeth Meijs, weduwe Mathijs Leunissen, te Helle-Nuth een publieke verkoop van roerende goederen gehouden.
In totaal bracht de verkoop 2509 franken en 61 centimen op.[270]
Op 17 februari 1842 verkoop door Godefridus Leunissen mede namens Anna Elisabeth Meijs van 8 roeden 80 ellen land te Nuth aan Anna Maria en Anna Elisabeth Heuts voor 114 gulden en 21 cent.[271]
Gehuwd op 24-jarige leeftijd op 22 november 1796 te Nuth (getuige(n): Arnold Wustenrad, kuiper en 40 jaar oud, Henricus Wolters, herbergier, Mechtild Dormans weduwe Leonardus Houben, ca. 34 jaar, Maria Catharina Geurts, dienstmeid en ca. 21 jaar oud, allen woonachtig te Nuth), 2 Frimaire V met Mathias LöNISSEN, 34 jaar oud, akkerman, arbeider, landbouwer, geboren te Terstraten, gedoopt op 8 maart 1762 te Nuth (getuige(n): Paulus Lönissen, Helena Hermens), overleden op 25 januari 1834 om 23.30 uur te Helle-Nuth op 71-jarige leeftijd, zoon van Severinus LÖNIS en Anna Catharina HERMENS.

  • 4. Maria Helena, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 4 november 1775 te Nuth (getuige(n): Bartholomeus Drummen, Elisabetha Hermens namens Helena Meijs), jong overleden.
  • 5. Maria Catharina, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 4 mei 1777 te Nuth (getuige(n): Joseph Raeven, Catharina Curfs).
  • 6. Joannes Wilhelmus (zie VII.58).
  • 7. Laurentius, geboren op 22 augustus 1782 te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 22 augustus 1782 te Nuth (getuige(n): Winandus Josephus Raeven (Nuth), Joanna Maria Lortij (Nuth)), overleden op 2 januari 1795 te Grijzegrubben-Nuth op 12-jarige leeftijd.
  • 8. Maria Helena, geboren op 18 december 1787 te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 18 december 1787 te Nuth (getuige(n): Bartholomeus Drummen (Nuth), Helena Meijs (Nuth)), overleden op 15 april 1825 te Nierhoven-Nuth op 37-jarige leeftijd.

Gehuwd (1) op 23-jarige leeftijd op 15 juni 1811 te Nuth, gehuwd voor de kerk op 11 juni 1811 te Nuth met Joannes Wilhelmus BEMELMANS, 30 jaar oud, geboren op 7 februari 1781 te Hunnecum-Nuth, gedoopt op 7 februari 1781 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Frijns (Nuth), Maria Odilia Vroemen namens Maria Elisabetha Zelissen (Geleen)), overleden op 12 januari 1819 te Nierhoven-Nuth op 37-jarige leeftijd, zoon van Joannes BEMELMANS en Maria Gertrudis BRANTS.
Gehuwd (2) op 32-jarige leeftijd op 12 juli 1820 te Nuth met Joannes Mathias DIEDEREN, 27 jaar oud, geboren op 1 juli 1793 te Nierhoven-Nuth, gedoopt op 1 juli 1793 te Nuth (getuige(n): Leonardus Houben namens Joannes Mathias Hulskens, Joanna Barbara Frissen namens Sybilla Diederen), overleden op 6 december 1858 te Nuth op 65-jarige leeftijd, zoon van Arnoldus DIEDEREN en Maria Josephina HULSGENS.

VI.65 Reinerus MEIJS, gedoopt op 18 januari 1742 te Nuth (getuige(n): Paulus Hautvast namens Reinerus Geuskens, Maria Wusten), overleden op 9 februari 1796 te Hulsberg op 54-jarige leeftijd, zoon van Jacobus MEIJS (zie V.50) en Margaretha GEUSKENS.
Gehuwd voor de kerk op 28-jarige leeftijd op 4 november 1770 te Hulsberg met Helena KNUBBEN, 24 jaar oud, gedoopt op 31 juli 1746 te Hulsberg (getuige(n): Franciscus Habets, Elisabetha Habets), overleden op 20 december 1829 te Hulsberg op 83-jarige leeftijd, dochter van Johannes KNUBBEN en Catharina HABETS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Jacobus, gedoopt op 9 maart 1771 te Hulsberg (getuige(n): Jacobus Meijs, Anna Catharina Cnubben), overleden op 5 november 1840 te Hulsberg op 69-jarige leeftijd.
  • 2. Maria Margaretha, gedoopt op 20 november 1773 te Hulsberg (getuige(n): Joannes Knubben, Margaretha Geuskens).
  • 3. Joannes, gedoopt op 16 november 1775 te Hulsberg (getuige(n): Joannes Knubben, Anna Elisabetha Meijs).
  • 4. Joannes Petrus, gedoopt op 4 januari 1777 te Hulsberg (getuige(n): Jacobus Meijs, Elisabeth Knubben), overleden op 3 mei 1857 te Hulsberg op 80-jarige leeftijd.
  • 5. Matthias, gedoopt op 14 september 1781 te Hulsberg (getuige(n): Matthias Kleijnen, Margaritta Meijs), overleden op 5 juli 1829 te Hulsberg op 47-jarige leeftijd.
  • 6. Reinerus, gedoopt op 4 mei 1787 te Hulsberg (getuige(n): Nicolaas Loijens, Helena Meijs), overleden op 31 mei 1859 te Hulsberg op 72-jarige leeftijd, diende in het 43e Regiment van Linie in het leger van Napoleon.


Generatie VII

VII.58 Joannes Wilhelmus MEIJS, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 11 september 1778 te Nuth (getuige(n): Casparus Goossens namens Joannes Limpens, Elisabetha Klintjens), overleden op 9 december 1857 te Grijzegrubben-Nuth op 79-jarige leeftijd, zoon van Hermanus MEIJS (zie VI.60) en Anna Maria DRUMMEN.
Gehuwd op 31-jarige leeftijd op 30 juni 1810 te Klimmen met Johanna Maria SOUREN, 25 jaar oud, gedoopt op 27 september 1784 te Klimmen, overleden op 23 november 1852 te Grijzegrubben-Nuth op 68-jarige leeftijd, dochter van Joannes SOUREN en Catharina WOUTERS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Joannes Hermanus, geboren op 11 april 1811 te Nuth.
  • 2. Joannes Hermanus, geboren op 14 februari 1813 te Nuth.
  • 3. Joanna Maria, geboren op 14 december 1814 te Nuth.
  • 4. Jan Leonard, geboren op 1 februari 1819 te Nuth.

Gehuwd op 28-jarige leeftijd op 23 augustus 1847 te Nuth met Anna Catharina NIJSTEN, 19 jaar oud, geboren op 1 maart 1828 te Nuth, dochter van Andreas NIJSTEN en Anna Maria EIJMAEL.

Losse eindjes

De volgende takken Meijs uit Nuth hebben geen aanwijsbare relatie met de hoofdtak.
1. Afstammelingen Joannes Meijs en Gertrudis Limpens:

Generatie I
I.1 Joannes MEIJS, overleden op 3 november 1655 te Nuth, waarschijnlijk.
Gehuwd met Gertrudis LIJMPENS, geboren ca. 1620, waarschijnlijk dochter van Godefridus LIMPENS en Anna BRANTS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Emerentiana, gedoopt op 15 april 1643 te Nuth (getuige(n): Hermanus Tessers, Ida Lijmpens), overleden op 5 september 1727 te Swier-Wijnandsrade op 84-jarige leeftijd, vidua Stephani Eggen

Gehuwd voor de kerk op 22-jarige leeftijd op 30 mei 1665 te Wijnandsrade (getuige(n): Leonardus Schouteten, Mattia Monen) met Stephanus EGGEN, geboren ca. 1635, geschat, overleden tussen 6 april 1713 en 5 september 1727, zoon van Joannes EGGEN en Christina TIMMERS.

  • 2. Godefridus (zie II.3).
  • 3. Wilhelmus, gedoopt op 28 oktober 1646 te Nuth (getuige(n): Joannes Jongen te Reucken, Maria Hamers e.v. Servatius Huntgens).
  • 4. Anna, gedoopt op 1 januari 1651 te Nuth (getuige(n): Leonardus Corffs, Anna Tessers), overleden op 3 juli 1701 te Nuth op 50-jarige leeftijd, begraven op 5 juli 1701 te Nuth.

In december 1698 speelde voor de schepenbank Nuth een conflict tussen Anna Meijs, weduwe Jan Raven, en Wouter Nichels.
Anna Meijs had een vordering op Wouter Nichels voor o.a. arbeidsloon en had hem daar op 16 december 1698 ten woonhuize van Severen Bemelmans op aangesproken. Maar Nichels wilde haar niets geven, werd agressief en schopte haar bont en blauw.
Hij werd derhalve aangeklaagd en de aanklager eiste 25 gulden boete.
Als getuige werd Jan Moberts gehoord. Hij verklaarde dat op 16 december, toen hij bij Severen Bemelmans schoenen herstelde, Anna Meijs was binnengekomen en naar Wouter Nichels gevraagd had. Hij had vervolgens Nichels geroepen. Hij hoorde dat Anna Meijs om geld vroeg vanwege het mesten en het naar Maastricht gaan.
Verder had hij gehoord dat Nichels zei dat hij twee schillingen gegeven had en dat Anna had geroepen "du vuelick wat hoefts du mich te slaen, ick en can dich nijet oploopen".
Ook Maria Keulen, dienstmeid van Servaes Hamers, werd gehoord. Zij verklaarde slechts woorden gehoord te hebben van Anna Meijs als "waerom sleijst du mich, ich en overloop dich nijet".
Matthis Eggen, twintig jaar oud, zat naast Jan Moberts te werken en had gehoord dat Anna Meijs om geld had gevraagd. Nichels had gezegd "du futeliers betael mich eerst" en dat Anna had gezegd "waerom sleijst du mich" en dat later de wanden tot twee keer toe hadde getrild, maar dat hij niet wist waardoor.
Ook wist hij dat Nichels haar geld had aangeboden, maar niet hoeveel, en dat Anna had gezegd dat het niet genoeg was.
Verder verklaarde Jan Corfs dat hij in de schuur van zijn schoonvader was en had gezien dat bij de deur van Severen Bemelmans Wouter Nichels Anna Meijs geschopt had.
De echtgenote van Severen Bemelmans werd ook gehoord, maar zij vertelde dat zij toen niet thuis was.[272]
Gehuwd voor de kerk op 26-jarige leeftijd op 2 maart 1677 te Nuth (getuige(n): Maximilianus Schepers, Guilhelmus Canisius) met Jan RAVEN, geboren ca. 1630 (geschat), overleden op 14 februari 1697 te Nuth, zoon van Lambertus RAVEN en Ida BOSCHOUWERS.
{Hij was eerder ondertrouwd op 3 oktober 1656 te Heerlen. Jan Raven jongman ende Geertreut Vrischen beide uit Nut, gehuwd op 15 oktober 1656 te Heerlen met Gertrudis FRISSEN, overleden op 12 januari 1671 te Nuth. Hij was eerder gehuwd voor de kerk op 8 juli 1671 te Nuth (getuige(n): E.H. Melchior Canisius, Henricus Schepers) met Maria LOIJEN, 29 jaar oud, gedoopt op 27 maart 1642 te Nuth (getuige(n): Thoeodorus Bemelmans, Catharina Aelefs), overleden op 3 oktober 1672 te Nuth op 30-jarige leeftijd, dochter van Wilhelmus LOIJEN en Joanna BEUMERS.
Hij was eerder gehuwd voor de kerk op 2 januari 1675 te Nuth met Anna SWILDEN, overleden nov. 1675 te Nuth.}

  • 5. Cornelia, gedoopt op 29 mei 1653 te Nuth (getuige(n): Joannes Roecx, Helena Lijmpens).
  • 6. Wolterus (zie II.9).


Generatie II
II.3 Godefridus MEIJS, gedoopt op 10 september 1644 te Nuth (getuige(n): Joannes Odekercken), onduidelijke inschrijving: Joannes Meijes et Catharina (doorgehaald en gewijzigd in Gertrudis) ...., overleden op 18 november 1720 te Nuth op 76-jarige leeftijd. Goert Meijs van gen Bergh uijtghen Hoensbroeck maritus van Meijcken de wijsvrou, zoon van Joannes MEIJS (zie I.1) en Gertrudis LIJMPENS.
Mogelijk heeft de pastoor bij de doopinschrijving in eerste instantie Joannes Meijs verward met zijn naamgenoot, gehuwd met Catharina Erckens!
Op 19 juli 1722 verkochten Jan Meijs, Maria Meijs, Christiaen Langendorp en Agnes Meijs, mede voor hun afwezige broer en zwager en het onmondige kind van wijlen Dirck Meijs, aan de markies van Hoensbroek veertien roeden beemd nabij de Deckersbeemden, grenzend aan Peter Cremers en Daem Zijben, voor twee schillingen per kleine roede.
Het geheel was belast met een halve kop zaad aan de kerk van Hoensbroek.[273]
Gehuwd voor de kerk op 24-jarige leeftijd op 29 januari 1669 te Nuth met Maria COGELEN, 25 jaar oud, vroedvrouw, gedoopt op 30 december 1643 te Wijnandsrade (getuige(n): Wijnandus Sluijpers, Gertrudis Krenskens), begraven op 29 maart 1726 te Hoensbroek op 82-jarige leeftijd, dochter van Theodorus COGELEN en Maria HAHERNS?
Uit dit huwelijk:

  • 1. Joannes (zie III.1).
  • 2. Maria, gedoopt op 14 april 1672 te Hoensbroek (getuige(n): Joannes Muligens(?), Ida Maes).
  • 3. Wilhelmus, gedoopt op 2 april 1676 te Hoensbroek (getuige(n): Joannes Roex?, Johanna Limpens).
  • 4. Agnes, gedoopt op 10 augustus 1677 te Hoensbroek (getuige(n): Casparus Brants, Anna Cordewener), overleden op 19 mei 1750 te Wijnandsrade op 72-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 36-jarige leeftijd op 23 oktober 1713 te Wijnandsrade met Joannes van AUBEL, 26 jaar oud, gedoopt op 12 oktober 1687 te Wijnandsrade (getuige(n): Paulus Driessen namens Walterus van Aubel, Helena Kreckels namens Anna van Aubel), overleden op 22 april 1754 te Wijnandsrade op 66-jarige leeftijd, zoon van Nicolaus van AUBEL en Anna DRIESSEN.

  • 5. Godefridus, gedoopt op 1 januari 1680 te Hoensbroek (getuige(n): niet ingevuld), ex parochia de Nut et Vaschraet.
  • 6. Theodorus, gedoopt op 27 juni 1681 te Nuth (getuige(n): Laurentius Cremers, Maria Habets).
  • 7. Theodorus, gedoopt op 10 oktober 1683 te Nuth (getuige(n): Franciscus Hermans, Anna Hermans).
  • 8. Gertrudis, geboren ca. 1687, overleden op 2 juli 1740 te Hoensbroek, bij haar eerste kind wordt als meter genoemd Maria avia et obstetrix; dat kan alleen Maria Cogelen zijn.

Gehuwd voor de kerk op 25 oktober 1713 te Hoensbroek met Christianus LANGENDORP, overleden op 1 april 1764 te Hoensbroek.
Christianus Langendorp verklaarde op 20 mei 1757, ten overstaan van notaris L'Allemand, dat hij rond 1709 als paardenknecht bij heer Hartsleven op de Dael te Nuth was gekomen en daar ca. 11 jaar gewerkt had.[274]

II.9 Wolterus MEIJS, gedoopt op 12 april 1655 te Nuth (getuige(n): Jacobus Ruijschen, Maria Ritselvelt), overleden op 7 oktober 1686 te Nuth op 31-jarige leeftijd, zoon van Joannes MEIJS (zie I.1) en Gertrudis LIJMPENS.
Gehuwd met Maria BEMELMANS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Joannes, gedoopt op 12 december 1685 te Nuth (getuige(n): Petrus Pleuchmeckers namens Renerus Jongen, Gertruid Pijls namens Maria Pacbiers).


Generatie III
III.1 Joannes MEIJS, timmerman, gedoopt op 23 juni 1669 te Wijnandsrade (getuige(n): Joannes Vaegts, Maria Meesen), overleden op 15 maart 1737 te Terstraten-Nuth op 67-jarige leeftijd, zoon van Godefridus MEIJS (zie II.3) en Maria COGELEN, vroedvrouw.
Op 21 januari 1730, ten overstaan van notaris Renier Veugen, verkocht Jan Meijs, imwoner van Nuth en gehuwd met Mechtild Hermens, aan Gerard Keuten, burger en koopman van Maastricht en gehuwd met Anna Hautvast, 27 kleine roeden moeshof te Grijzegrubben onder Nuth, met de schuur die op het perceel stond, grenzend aan de koper en Jan Hermans, voor 30 gulden.
Het land was onderpand geweest aan Peter Heijnen maar die had, volgens bijgevoegde verklaring, het land vrijgegeven.[275]
Gehuwd voor de kerk op 26-jarige leeftijd op 15 september 1695 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Schepers, Elisabetha Houbben) met Mechtildis HERMANS, 27 jaar oud, gedoopt op 17 oktober 1667 te Nuth (getuige(n): Leonard Seutendael, Helena Hermans, weduwe Leonardus Caris), achternaam moeder niet in doopaantekening, overleden op 9 januari 1743 te Hooren-Nuth op 75-jarige leeftijd, dochter van Godefridus HERMANS en Catharina CRAECHS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Maria, gedoopt op 27 maart 1696 te Nuth (getuige(n): Henricus Boots namens Arnoldus Hermans, Maria Cogelen namens Maria Meijs), overleden op 14 juli 1756 te Nuth op 60-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 32-jarige leeftijd op 2 maart 1729 te Nuth (getuige(n): Martinus Meijs, Joannes Pricken), de pastoor noteert 30 februari! [datum is derhalve eigen interpretatie] met Cornelius SCHETJENS, overleden op 11 mei 1758 te Nuth. Nieuw Weij.

  • 2. Catharina, gedoopt op 7 november 1697 te Nuth (getuige(n): Godefridus Hermens, Gertrudis Limpens).

Gehuwd voor de kerk op 38-jarige leeftijd op 18 februari 1736 te Hulsberg met Jacobus BROUNS
{Hij was eerder gehuwd voor de kerk op 5 november 1713 te Beek. Jacob Broens jm van Groot gen Hout met Maria Ekken jd geboortig in de Heerlijkh. van Nutt met Maria EGGEN, 30 jaar oud, gedoopt op 11 april 1683 te Nuth (getuige(n): Henricus Eggen, Gertrud Raven), overleden op 22 april 1728 te Helle-Nuth op 45-jarige leeftijd, dochter van Paulus EGGEN en Ida RAVEN.}

  • 3. Joannes Nicolaus, gedoopt op 6 december 1699 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Schepers namens Godefridus Meijs, Joanna Hermens).
  • 4. Joanna, gedoopt op 7 september 1701 te Nuth (getuige(n): Godefridus Meijs, Maria Hermens), overleden op 8 april 1748 te Horen-Nuth op 46-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 33-jarige leeftijd op 31 mei 1735 te Nuth (getuige(n): Joannes Meijs, Wilhelmus Hautvast) met Mattheus PETERS, 37 jaar oud, gedoopt op 11 maart 1698 te Nuth (getuige(n): Antonius Ackermans (uit Schimmert), Helena NN), overleden 1750/1753, zoon van Joannes PETERS en Gertrudis ACKERMANS.
{Hij is later ondertrouwd op 1 februari 1749 te Klimmen, bruid geboren te Klimmen, gehuwd voor de kerk op 51-jarige leeftijd op 14 april 1749 te Sittard (getuige(n): Arnoldus Silverentandt, Joannes Peters), met toestemming van de pastoor van Nuth gehuwd bij de Predikheren met Anna Mechtild SILVERENTANDT, 25 jaar oud, gedoopt op 11 mei 1723 te Klimmen, overleden op 19 januari 1809 te Voerendaal op 85-jarige leeftijd, dochter van Mathias SILVERENTANDT en Agnes RIETRAEDT.}

  • 5. Catharina Gertrudis, gedoopt op 12 september 1703 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Schepers namens Matthias Parren, Maria Cogelen namens Ida Versteegen).
  • 6. Martinus Theodorus, gedoopt op 8 november 1705 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Schepers namens Martinus a Campo, Maria Cogelen namens Agnes Meijs), overleden op 15 augustus 1788 te Schinnen op 82-jarige leeftijd, 10 kinderen te Schinnen tussen 1737 en 1759

Op 6 augustus 1742 verkocht Marten Meijs, gehuwd met Elisabeth Cruijts, aan Hendrick Jongen 50 kleine roeden akkerland onder Wijnandsrade genaamd Lammersweide, grenzen aan Joost Douven en de koper, hoofdzijden Jacob Raemaeckers en het voetpad, voor 35 stuivers per kleine roede. Het land was belast met een kop rogge aan de Armen van Wijnandsrade.[276]
Gehuwd voor de kerk op 28-jarige leeftijd op 26 oktober 1734 te Nuth (getuige(n): Joannes Meijs, Christianus Houben) met Elisabeth CRUITZ, 18 jaar oud, gedoopt op 12 januari 1716 te Schinnen, overleden op 23 november 1793 te Schinnen op 77-jarige leeftijd, in Schinnen vermeld als Elisabeth Cruts, dochter van Matthias CREUTS en Maria CORDEWENER.

  • 7. Joanna Maria, gedoopt op 8 september 1707 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Schepers namens Stephanus Eggen (uit Swier), Maria Cogelen (grootmoeder) namens Catharina Quintens, e.v. Godefridus Meijs (uit Zonhoven)).
  • 8. Godefridus, gedoopt op 14 juni 1709 te Nuth (getuige(n): Godefridus Bijschops namens Godefridus Snackers, Maria Engelen namens Gertrudis Meijss).


2. Afstammelingen Joannes Meijs en Catharina Erckens
Generatie I
I.1 Joannes MEIJS, geboren ca. 1613, Zoon van NN MEIJS en Elisabeth NUCHELMANS
Genachting van 20 april 1643: Er is sprake van een vonnis van 23 maart 1643 in een zaak van Jan Meijs tegen zijn moeder Lijsbeth Nuchelmans Op 26 mei 1645 staat Jan Meijs, gehuwd met Catharina Erckens, als zwager van Willem Erckens, zoon van Jan Erckens, borg voor een lening door zijn zwager en schoonvader aangegaan.
Tot onderpand stelde hij 125 kleine roeden akkerland "in de swartcuijl" onder Nuth, grenzend aan Truijtgen Crusen, Hermen Voncken, Ercken Hermans en de Wijenweg, en een halve morgen op de "overste wijenwech", grenzend aan de Wijenweg, erfgenamen Jan Cruijsen, Ercken Slangen en Dirck van Dremmen.[277]
Jan Meijs van Tervoorst, gehuwd met Catharina Erckens, verkocht op 7 februari 1646 aan Leonaerd Caris de oude drie percelen akkerland, te weten het eerste "aen de peut" bij Grijzegrubben onder Nuth, grenzend aan Jan Slangen en Thonis Crousen; het tweede "op den overste wech", grenzend aan Dirck van Dremmen; en het derde perceel "op den wijenwech", grenzend aan Vaes Hamers, samen ca. 270 kleine roeden. Iedere kleine roede kostte 21 stuivers.[278]
Jan Meijs van Tervoorst genoemd als neef in testament van Barbara Nuchelmans (1659); hij krijgt 110 gulden.[279]
Gehuwd voor de kerk op 3 juli 1634 te Nuth met Catharina ERCKENS, 24 jaar oud, gedoopt op 22 februari 1610 te Nuth (getuige(n): Petrus Maes namens zijn vader Servatius Maes, Cornelia e.v. Hubertus Huben, Catharina Slangen, Cornelia e.v. .... de Gubbel..., Matthias, zoon van "op den tijc te over spaubeeck"), overleden op 19 maart 1697 te Nuth op 87-jarige leeftijd, met vermelding dat zij 100 jaar oud zou zijn!, dochter van Joannes ERCKENS (van Busselken) en Margaretha SLANGEN.
Op 5 oktober 1678 liet Paulus Goossens, gehuwd met Nelen Slangen, vastleggen dat hij op 6 februari 1678 van Jan en Ercken Meijs ca. 75 kleine roeden akkerland "op de geijsbergh" onder Nuth gekocht had voor 13,5 pattacon, te betalen in drie termijnen. Het land grensde aan Paulus Goossens zelf en Pauls Meijs.
Aangezien het land bij testament door Meijken Erckens op 31 mei 1666 aan haar zus Catharina Erckens, moeder van Jan en Ercken Meijs was nagelaten, moest zij toestemming geven voor de verkoop.[280]
Testament van 15 februari 1695 met vermelding schoonzoon Lambertus Meulenbergh.[281]
Uit dit huwelijk:

  • 1. Joannes, gedoopt op 14 november 1634 te Nuth (getuige(n): Gulielmus Crousen, Maria Cnops), achternaam bij doop Goris, overleden op 24 januari 1701 te Nuth op 66-jarige leeftijd.

Op 22 mei 1692 sloten Jan Meijs en zijn zwager Lemmen Meulenbergh, nadat hun (schoonmoeder) Catharina Erckens, weduwe Jan Meijs, toestemming verleend had, een lening af met Gerardus Cappoens. Zij leenden 200 gulden tegen 6,25% en stelden tot onderpand:
a) huis en hof te Tervoorst onder Nuth, een halve bunder groot, grenzend aan Hermen Odekercken en de weduwe Caspar Maes;
b) een halve bunder weide en akkerland onder Tervoorst, grenzend aan Vaes Spickers en Peter Coumans;
c) een halve bunder weide en akkerland, grenzend aan de Bergerhof, Jan Schorens en de erfgenamen Nuchelmans;
d) anderhalve morgen land, grenzend aan de erfgenamen Peter Pluegmeckers.
De lening werd op 12 november 1698 afgelost.[282]
Op 19 januari 1701 benoemt hij zijn zus Margaretha Meijs en haar man Lambertus Meulenbergh tot zijn erfgenamen.[283]

  • 2. Petrus (zie II.2).
  • 3. Arnoldus (zie II.4).
  • 4. Matthias, gedoopt op 22 april 1649 te Nuth (getuige(n): Catharina Slangen, Elisabeth Nuchelmans van Tervoorst).
  • 5. Margaretha, gedoopt op 17 april 1652 te Nuth (getuige(n): Paulus Meijs, Barbara Nuchelmans, e.v. Peter Osman), geen voornaam gegeven! Overleden op 11 april 1735 te Tervoorst-Nuth op 82-jarige leeftijd.

Gehuwd met Lambertus MEULENBERGH, overleden op 10 februari 1727 te Tervoorst-Nuth, mogelijk zoon van Renerus en Maria Heilgebours uit Merkelbeek

Generatie II
II.2 Petrus MEIJS, gedoopt dec. 1638 te Nuth (getuige(n): Joannes Vorst, Giel Caris, Elisabeth uitgen Vi...), achternaam bij doop Goris, overleden op 15 februari 1674 te Nuth, zoon van Joannes MEIJS (zie I.1) en Catharina ERCKENS.
Op 14 augustus 1668 verkocht Maria Finiers, ongehuwd en burger van Maastricht, aan Peter Meijs, gehuwd met Anna Crijns, een halve bunder minus 8,5 kleine roede akkerland in twee percelen.
Het ene perceel lag "aen de lambrechts wijen", grenzend aan Thijs Moberts, Peter Meijs, Lintgen Corfs en het voetpad; het andere perceel lag "in de lath", grenzend aan Jacop Maes, Lijs Nuchelmans, de goederen van de molen van Nuth en de weg naar Berg. De koopsom bedroeg 225 gulden.[284]
Op 18 januari 1675 verkochten Jan Meijs en Geurt Crijns als vaderlijke en moederlijke voogden van de weeskinderen van Peter Meijs drie percelen akkerland aan Jan Erckens, nog ongehuwd. Het ging om:
a) 53 kleine roeden "in de eerdtgrubbe", grenzend aan Ercken Erckens en Thijs Slangen;
b) 33 kleine roeden "op 't kuijlken", grenzend aan Ercken Erckens en Thonis Slangen;
c) 40 kleine roeden "in de swart koul", grenzend aan Thijs Thonissen en Thonis Slangen.
Jan Erckens betaalde voor iedere kleine roede negentien stuivers.
Het geld werd gebruikt om schulden te betalen aangaande land dat wijlen Peter Meijs gekocht had.[285]
Gehuwd voor de kerk ca. 1665 met Anna CRIJNS, gedoopt op 16 februari 1642 te Nuth (getuige(n): Anthonius Schorckens, Cornelia Sloors e.v. Jacobus Maes), niet zeker, aangezien er geen voornaam ingevuld is, dochter van Quirinus CRIJNS en Catharina COCKELKOREN.
{Zij is later gehuwd voor de kerk 1674/1675 met Christianus TESSERS, gedoopt op 5 november 1651 te Nuth (getuige(n): Eusebius Keijsers, Maria Ritzervelt), zoon van Petrus TESSERS en Cornelia EIJMAEL.}
Op 19 april 1680 deed Crijn Crijns, inwoner van Hunnecum onder Nuth, afstand van het vruchtgebruik op een morgen land, gelegen op de Vink onder Wijnandsrade, grenzend aan de erfgenamen Paludanus, Jan Houben, Lens(?) Limpens en Lijsken Vincken, ten behoeve van zijn kinderen Corst, Geurt en Anna Crijns, weduwe Peter Meijs, thans gehuwd met Corst Tesschers.
Zij verkochten het aan Joannes Houben, gehuwd met Maria Habets, voor 50 pattacons.[286]
Uit dit huwelijk:

  • 1. Joannes, gedoopt op 18 juli 1666 te Nuth (getuige(n): Hermanus Crijns, Catharina, e.v. Nicolaus Corduweners).
  • 2. Quirinus, gedoopt op 5 april 1671 te Nuth (getuige(n): Hermanus Odekercken, Sibilla Tessers).

Op 27 januari 1694 verkocht Crijn Meijs, over 24 jaar oud, uit de goederen die hij van zijn ouders geërfd, een morgen land aan lambrichtswijen, grenzend aan Servaes Spijckers, de koper van dit land, de rein naar Aalbeek, Encken Tessers en Jan Schilders. Servaes Spijckers betaalde 18 stuivers per kleine roede.[287]

  • 3. Arnoldus, gedoopt op 20 april 1673 te Nuth (getuige(n): Arnoldus Erckens, Cornelia Slors).


II.4 Arnoldus MEIJS, gedoopt op 5 februari 1643 te Nuth (getuige(n): Maria [Houben] e.v. Joannes Slangen, Elisabeth Nuchelmans), overleden op 6 maart 1706 te Grijzegrubben-Nuth op 63-jarige leeftijd, zoon van Joannes MEIJS (zie I.1) en Catharina ERCKENS.
Op 28 maart 1670 verkocht Ercken Meijs, gehuwd met Meijken Bouts, aan Geurt Goessens, gehuwd met Gertruij Bemelmans, ca. 90 kleine roeden akkerland op de Beeckerweg, grenzend aan Geurt Gossens, Stas Slangen, Jacob Wouters erven en de Beeckerweg, voor 24 stuivers per kleine roede.[288]
Gehuwd voor de kerk op 25-jarige leeftijd op 8 februari 1668 te Nuth met Maria BOUTS, gedoopt sept. 1642 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus ...., Gertrudis Crusen), overleden op 28 januari 1717 te Grijzegrubben-Nuth, dochter van Petrus BOUTS en Joanna BRULS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Petrus (zie III.4).


Generatie III
III.4 Petrus MEIJS, gedoopt op 1 november 1678 te Nuth (getuige(n): Hermanus Odekercken, Maria Hermans), zoon van Arnoldus MEIJS (zie II.4) en Maria BOUTS.
Gehuwd voor de kerk (1) op 22-jarige leeftijd op 26 januari 1701 te Nuth (getuige(n): Joannes Meijers, Wilhelmus Wahlen) met Catharina CREMERS, 22 jaar oud, gedoopt op 5 oktober 1678 te Nuth (getuige(n): Franciscus Crijns, Maria Habets namens Maria Essers), overleden op 26 februari 1711 te Grijzegrubben-Nuth op 32-jarige leeftijd, dochter van Laurentius CREMERS en Cornelia HOUBEN.
Gehuwd voor de kerk (2) op 36-jarige leeftijd op 3 oktober 1715 te Nuth (getuige(n): Joannes Meijs, Wilhelmus Schepers). Petrus Meijs viduus Catharina Cremers met Irmgardis QUAETACKERS, overleden op 17 juli 1738 te Grijzegrubben-Nuth.
Uit het eerste huwelijk:

  • 1. Arnoldus, gedoopt op 17 mei 1702 te Nuth (getuige(n): Joannes Meijs, Anna Cremers).
  • 2. Laurentius, gedoopt op 28 september 1703 te Nuth (getuige(n): Ercken Meijs, Idtgen Schmits).
  • 3. Joannes, gedoopt op 18 september 1705 te Nuth (getuige(n): Joannes Loenis namens Stephanus Loenis), overleden op 27 november 1782 te Grijzegrubben-Nuth op 77-jarige leeftijd.

Op 24 januari 1774 verschenen Joannes Meijs, inwoner van Grijzegrubben, en zijn echtgenote Joanna Limpens voor notaris L'Allemand te Schin op Geul om hun testament vast te leggen.
Zij verklaarden dat de langstlevende alle roerende goederen zou krijgen en het levenslange vruchtgebruik op de onroerende goederen.
De langstlevende zou Maria Limpens een legaat van twee gulden uitkeren.
De onroerende goederen zouden, aangezien zijn zonder nakomelingen waren, naar zijn en haar familie gaan, uitgaande van wie de goederen in het huwelijk had ingebracht.
Bij de verdeling mochten de kinderen van Leonard Limpens vooraf een morgen land naar keuze nemen.
Verder gaf Joannes Meijs aan dat zijn aangetrouwde neef Joannes Limpens van Terstraten, gehuwd met Maria Barbara Spijckers, als schenking bij leven het huis met hof en weide, ca. een halve bunder groot, gelegen te Grijzegrubben, grenzend aan de weduwe Peter Vaessen en Joannes Drummen, zou krijgen. Dit vanwege de bijstand aan hun verleend en nog te verlenen.[289]
Op 29 april 1782 werd het testament van Joannes Meijs en diens echtgenote Joanna Limpens vernieuwd. Daarbij werd het volgende bepaald:
a) bij overlijden van de man zou door de weduwe, of anders door zijn erfgenamen, 100 kleine roeden akkerland op het Bergerveld onder Nuth, grenzend aan de Bergerhof, de weduwe Joannes Frissen en de weg, verkocht worden, waarbij de opbrengst bestemd werd voor missen, te stichten bij de paters Capucijnen en Minderbroeders te Maastricht;
b) indien de vrouw de man zou overleven zou zij direct na zijn dood de eikenbomen, essen, beuken en de populier verkopen om met de opbrengst de begrafenis, vervallen keuren e.d. te betalen;
c) bij overlijden van de vrouw zou door de weduwnaar, of anders door haar erfgenamen, ca. 90 kleine roeden akkerland op het Helleveld, grenzend aan Joannes Diederen en Joannes Limpens, verkocht woorden, waarbij de opbrengst bestemd werd voor missen, te stichten bij de paters Capucijnen en Minderbroeders te Maastricht;
d) tot universele erfgenamen van de man werden benoemd diens nicht Anna Boesten (of haar kinderen) te Antwerpen voor een vierde deel; de kinderen van wijlen diens nicht Maria Boesten voor een vierde deel; het kind van wijlen zijn nicht Elisabeth Boesten uit Maaseik voor een vierde deel; en de twee kinderen van wijlen zijn nicht Joanna Boesten eveneens voor een vierde deel, met de bepaling dat [haar zoon] de blinde Joannes Caspar Goossens uit dat kwart vooraf 100 gulden zou ontvangen en het restant met zijn zwager Joannes Zoutzen zou delen [de familierelatie Boesten loopt via Anna Cremers, gehuwd met Joannes Boesten. Zij is de zus van Catharina Cremers, moeder van Joannes Meijs];
e) bij vooroverlijden van een der genoemde kinderen zouden hun nakomelingen erven en hun eventuele echtgenoten het vruchtgebruik genieten;
e) tot universele erfgenamen van de vrouw werden de kinderen van wijlen haar broers Leonard en Joannes Limpens benoemd, met de nadrukkelijke bepaling dat het deel van Maria Limpens uitsluitend naar haar kinderen uit het huwelijk met Mathias Jongen mocht gaan;
f) aangaande de in 1753 gestichte fundatie voor negen maanden vroegmissen in de kerk van Nuth werd bepaald dat de man voor zes maanden (oorspronkelijk zeven) en de vrouw voor drie maanden (oorspronkelijk twee maanden) het geld zou bijdragen;
g) derhalve zou de vrouw 550 gulden zou bijdragen, waarvoor zij borgde met 166 kleine roeden akkerland aan het Kruis onder Nuth, grenzend aan Gabriel Beckers, Joannes Limpens en de weg;
g) derhalve zou de man 1100 gulden bijdragen in de fundatie, waarvoor zoveel goederen verkocht zouden worden als nodig was om de fundatie te betalen.[290]
Op 2 november 1790 verkochten de erfgenamen van Joannes Meijs (te weten Anna Boesten, J.M. Lamperts, J. Wouters, Ferdinandus de Raedt, Godefridus Garre, Johannes Zoutzen, N. Bindels en J.C. Goossens) aan Henricus Urlings, gehuwd met Maria Kleintjens, een huis met schuur, stallen, huisweide en moestuin te Grijzegrubben onder Nuth, grenzend aan Vaes Bemelmans, Lendert Kurfs, Joannes Hermens en de dorpstraat, volgens meting 142,5 kleine roeden, belast met 1/10 kop rogge aan de kerk van Nuth en 1/10 kop rogge aan de kerk van Wijnandsrade, en de moestuin met zijn keur in de cijnskaart Doenrade. De koopsom bedroeg 1050 gulden. De verkopers gaven 50 gulden aan de koper, makende 1100 gulden. Dit bedrag was door Joannes Meijs in zijn testament van 29 april 1782 bestemd voor vroegmissen in de parochiekerk van Nuth. Dit bedrag werd nu een lening tegen 4% ten behoeve van de kapellanie van Nuth. Henricus Urlings borgde met het aangekochte huis en met drie stukken akkerland:
a) 100 kleine roeden akkerland in het Grijzegrubberveld "aen het witgen", grenzend aan heer a Blisia, de erfgenamen Joannes Hermens en Bartel Drummen;
b) 56 kleine roeden akkerland in het Grijzegrubberveld "op den Nagel", grenzend aan Caspar Frijns, Lambertus Ackermans en Dirck Cloots;
c) 150 kleine roeden akkerland in het Grijzegrubberveld "aen het witgen", grenzend aan de kinderen van Christiaen Hautvast, Joannes Drummen, Hermen Meijs en heer a Blisia.[291]
Gehuwd voor de kerk op 31-jarige leeftijd op 20 juni 1737 te Nuth (getuige(n): Joannes Limpens, Jacobus Hautvast) met Joanna LIMPENS, 21 jaar oud, gedoopt op 24 november 1715 te Nuth (getuige(n): Thomas Bruls, Helena Limpens), overleden op 19 mei 1790 te Grijzegrubben-Nuth op 74-jarige leeftijd, dochter van Joannes LIJMPENS en Maria PETERS
Op 4 december 1782 verkocht Joanna Limpens, weduwe Joannes Meijs, conform de afspraken gemaakt in het testament dat zij samen met haar overleden man had opgesteld, 100 kleine roeden akkerland in het Bergerveld onder Nuth, oostwaarts en zuidwaarts de Bergerhof, westwaarts de weduwe Joannes Frissen, noordwaarts de weg.
Het land werd voor twee gulden per kleine roede verkocht aan Elisabeth Crijns, weduwe Joannes Frissen..[292]


Bronnen

  1. A.S.M. (Funs) Patelski Armand Cremers, 'ne koejong vaan Mestreech in : Limburgs Tijdschrift voor Genealogie (2017-3), 76
  2. HCL-01.075 LvO 1755, 12r
  3. HCL-01.075 LvO 1755, 23v
  4. HCL-Notarieel Archief 1171 de Bombaye Maastricht
  5. HCL-01.075 LvO 1755, 150v
  6. Archief Kasteel Amstenrade B VI-3, 62
  7. Archief Kasteel Amstenrade B VI-3, 67
  8. HCL-01.075 LvO 1755, 2r
  9. HCL-01.075 LvO 1755, 57vr
  10. HCL-01.075 LvO 1755, 61r
  11. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 168, 151
  12. HCL-01.075 LvO 1756, 143v
  13. HCL-Notarieel Archief 1532 Vanderkercken Maastricht
  14. HCL-01.075 LvO 1746 processtukken
  15. HCL-01.075 LvO 1756, 143v: 26 juni 1687 treden de voogden Lens en Lemmen Haerden op bij een schuldvergelijk met zijn broer Laurens Meijs
  16. HCL-01.075 LvO 1755, 230v
  17. HCL-01.075 LvO 1756, 254v
  18. HCL-01.075 LvO 1725, 35
  19. HCL-01.075 LvO 1756, 136r
  20. HCL-01.075 7121, losse akten 1690
  21. HCL-01.075 LvO 1756, 40r
  22. HCL-01.075 LvO 1756, 118v
  23. HCL-Notarieel Archief 1730 God. Schaepen Maastricht
  24. HCL-01.075 LvO 1756, 170v
  25. HCL-01.075 LvO 1757, 37v
  26. HCL-09.001 Notariële Archieven 195 Vaessen Eijsden
  27. HCL-09.001 Notariële Archieven 195 Vaessen Eijsden
  28. HCL-20.087A Luiks Hooggerecht Maastricht 394, 449
  29. HCL-01.075 LvO 1757, 185v; HCL-Notarieel Archief 2017 Ruijters Maastricht
  30. HCL-01.075 LvO 1757, 185v; HCL-Notarieel Archief 2017 Ruijters Maastricht
  31. HCL-Notarieel Archief 2030 Ruijters Maastricht
  32. HCL-01.075 LvO 1756, 119v
  33. HCL-01.075 LvO 1756, 104v
  34. HCL-01.075 LvO 2074, 49v
  35. HCL-01.075 LvO 1756, 125v
  36. HCL-01.075 LvO 2074, 48r
  37. HCL-01.075 LvO 1756, 129v
  38. HCL-01.075 LvO 1757, 62r
  39. HCL-01.075 LvO 1757, 213r
  40. HCL-01.075 LvO 1759, 83r
  41. HCL-09.001 Notariële Archieven 4443 (1760), 134 Swildens Voerendaal
  42. HCL-09.001 Notariële Archieven 4185 (1764) L'Allemand Valkenburg
  43. HCL-01.075 LvO 1760, 190r
  44. Rijckheyt-001 inv.nr. 4289x, 540
  45. HCL-01.075 LvO 1757, 156r
  46. HCL-01.075 LvO 1757, 186r
  47. J. Albert, Nieuwe Kwartierstaat Albert-Wevers, in: LTG 28 (2000), 53
  48. Rijckheyt-001 inv.nr. 4325x, 448
  49. HCL-01.075 LvO 1757, 41v
  50. HCL-01.075 LvO 1757, 76v; HCL-Notarieel Archief 1742 G. Schaepen Maastricht
  51. HCL-01.075 LvO 1757, 114r
  52. HCL-Notarieel Archief 1855 Brull Maastricht
  53. HCL-Notarieel Archief 1858 Brull Maastricht
  54. HCL-01.075 LvO 1759, 75r; HCL-Notarieel Archief 1860 Brull Maastricht
  55. HCL-01.075 LvO 1757, 191v
  56. HCL-01.075 LvO 1758, 42r
  57. HCL-01.075 LvO 1757, 255v
  58. HCL-01.075 LvO 1757, 282v
  59. HCL-01.075 LvO 1757, 304v
  60. HCL-01.075 LvO 1757, 303r
  61. HCL-01.075 LvO 1758, 82v; HCL-Notarieel Archief 1951 Hupkens Maastricht
  62. HCL-01.075 LvO 1736
  63. HCL-01.075 LvO 1758, 39v
  64. HCL-01.075 LvO 1758, 53r
  65. HCL-Notarieel Archief 1919 Thielen Maastricht
  66. HCL-01.075 LvO 1758, 211v
  67. HCL-09.001 Notariële Archieven 4183 L'Allemand Valkenburg
  68. HCL-01.075 LvO 1759, 56r
  69. HCL-01.075 LvO 1759, 86r
  70. HCL-01.075 LvO 1737
  71. HCL-01.075 LvO 1758, 125r
  72. HCL-01.075 LvO 1758, 123v
  73. Rijckheyt-Archief St.-Bavo 25
  74. HCL-01.075 LvO 1738
  75. HCL-01.075 LvO 1760, 104r
  76. HCL-01.075 LvO 1760, 118r
  77. HCL-01.075 LvO 1760, 156r
  78. HCL-01.075 LvO 1760, 157v
  79. HCL-Huwelijksdispensaties 1729, 42: pastoor van Nuth meldt op 6 januari 1729 beletsel vanwege bloedverwantschap in de vierde graad (zonder schema)
  80. HCL-01.075 LvO 1725, processtukken
  81. HCL-20.086A Brabants Hooggerechtshof Maastricht 921, 128
  82. HCL-01.075 LvO 1757, 108r; HCL-Notarieel Archief 1661 a Cruce Maastricht
  83. HCL-01.075 LvO 1736
  84. HCL-01.075 LvO 1735
  85. HCL-01.075 LvO 1735
  86. HCL-01.075 LvO 1757, 204r en 232r
  87. HCL-01.075 LvO 1736
  88. HCL-01.075 LvO 1758, 12r
  89. HCL-01.075 LvO 1758, 20r
  90. HCL-01.075 LvO 1757, 314v
  91. HCL-09.001 Notariële Archieven 3797 (1749) Looijmans Schinnen
  92. HCL-09.001 Notariële Archieven 4184 L'Allemand Valkenburg
  93. HCL-01.075 LvO 1761, 166v
  94. HCL-01.075 LvO 1761, 180r
  95. HCL-01.075 LvO 7095, 195
  96. HCL-01.075 LvO 1757, 83r
  97. HCL-01.075 LvO 7095, 287
  98. HCL-01.075 LvO 7095, 314
  99. HCL-01.075 LvO 7096, 7; HCL-Notarieel Archief 1897 Vrijthoff Maastricht
  100. HCL-Notarieel Archief 1897 Vrijthoff Maastricht
  101. HCL-01.075 LvO 7097, 157
  102. HCL-01.075 LvO 1758, 42r
  103. HCL-01.075 LvO 1757, 264r
  104. HCL-Notarieel Archief 1947 Hupkens Maastricht
  105. HCL-01.075 LvO 1758, 55r; HCL-Notarieel Archief 2027 Ruijters Maastricht
  106. HCL-09.001 Notariële Archieven 4172 (1736), 60 Frens Valkenburg
  107. HCL-01.075 LvO 7099, 197
  108. HCL-01.075 LvO 7099, 199
  109. HCL-01.075 LvO 7104, 162
  110. HCL-01.075 LvO 7100, 123
  111. HCL-01.075 LvO 7107, 442
  112. HCL-01.075 LvO 1761, 180r
  113. HCL-01.075 LvO 1761, 192r
  114. HCL-01.075 LvO 1759, 89r
  115. HCL-01.075 LvO 1760, 89r
  116. Rijckheyt-001 inv. 4300x, 26
  117. HCL-09.001 Notariële Archieven 4446 (1762), 66 Swildens Voerendaal
  118. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 170, 274
  119. HCL-01.075 LvO 7099, 356; HCL-09.001 Notariële Archieven 4431 (1741), 47 Swildens Voerendaal
  120. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 170, 281
  121. HCL-09.001 Notariële Archieven 4175, 22 Frens Valkenburg
  122. HCL-09.001 Notariële Archieven 4175, 135 Frens Valkenburg
  123. HCL-01.075 LvO 1758, 215v
  124. HCL-09.001 Notariële Archieven 4433 (1745), 45-46 Swildens Voerendaal
  125. HCL-09.001 Notariële Archieven 4434 (1747), 51 Swildens Voerendaal
  126. HCL-09.001 Notariële Archieven 4434 (1748), 35 Swildens Voerendaal
  127. HCL-09.001 Notariële Archieven 4435 (1749), 46 Swildens Voerendaal
  128. HCL-09.001 Notariële Archieven 4435 (1749), 116 Swildens Voerendaal
  129. HCL-09.001 Notariële Archieven 4435 (1749), 119 Swildens Voerendaal
  130. HCL-09.001 Notariële Archieven 4435 (1749), 136 Swildens Voerendaal
  131. HCL-09.001 Notariële Archieven 4439 (1753), 22 Swildens Voerendaal
  132. HCL-09.001 Notariële Archieven 4440 (1755), 84 Swildens Voerendaal
  133. HCL-09.001 Notariële Archieven 4440 (1756), 65 Swildens Voerendaal
  134. HCL-09.001 Notariële Archieven 4441 (1757), 56 Swildens Voerendaal
  135. Rijckheyt-Notarieel Archief 63 (1757), 72 Pelt Heerlen
  136. HCL-09.001 Notariële Archieven 4728 landmeter Henricus Rhoen Heerlen
  137. HCL-09.001 Notariële Archieven 4441 (1757), 50 Swildens Voerendaal
  138. HCL-09.001 Notariële Archieven 4442 (1759), 92 Swildens Voerendaal
  139. HCL-09.001 Notariële Archieven 4445 (1762), 97 Swildens Voerendaal
  140. HCL-09.001 Notariële Archieven 4446 (1763), 29 Swildens Voerendaal
  141. HCL-09.001 Notariële Archieven 4450 (1768), 80 Swildens Voerendaal
  142. HCL-09.001 Notariële Archieven 4453 (1773), 10 Swildens Voerendaal
  143. HCL-09.001 Notariële Archieven 4254 (1777), 5 Wijnants Schin op Geul
  144. HCL-09.001 Notariële Archieven 4455 )1779), 29 Swildens Voerendaal
  145. HCL-huwelijksdispensaties 1777, 160
  146. HCL-01.075 LvO 7108, 252
  147. HCL-01.075 LvO 7108, 178
  148. HCL-01.075 LvO 7109, 69
  149. HCL-01.075 LvO 7110, 213
  150. HCL-01.075 LvO 7110, 309
  151. HCL-01.075 LvO 7108, 491
  152. HCL-01.075 LvO 7109, 94
  153. HCL-09.001 Notariële Archieven 4188 (1782) L'Allemand Valkenburg
  154. HCL-09.001 Notariële Archieven 4188 (1784) L'allemand Valkenburg
  155. HCL-01.075 LvO 71012, 68
  156. HCL-01.075 LvO 7112, 68
  157. HCL-01.075 LvO 7112, 342; HCL-09.001 Notariële Archieven 4460 (1790), 5 Swildens Voerendaal
  158. HCL-01.193 Archief Heerlijkheid Wijnandsrade 163
  159. HCL-09.001 Notariële Archieven 4433 (1746), 5 Swildens Voerendaal
  160. Rijckheyt-001 inv. 4296x, 407
  161. Rijckheyt-001 inv. 4297x, 40
  162. Rijckheyt-001 inv. 4297x, 150
  163. Rijckheyt-001 inv. 4297x, 162
  164. Rijckheyt-001 inv. 4299x, 57
  165. Rijckheyt-001 inv. 4299x, 54
  166. Rijckheyt-001 inv. 4297x, 436
  167. Rijckheyt-001 inv. 4297x, 602
  168. Rijckheyt-001 inv. 4298x, 178; HCL-09.001 Notariële Archieven 4441 (1757), 11 Swildens Voerendaal
  169. Rijckheyt-001 inv. 4298x, 182; HCL-09.001 Notariële Archieven 4441 (1757), 10 Swildens Voerendaal
  170. Rijckheyt-001 inv. 4298x, 180; HCL-09.001 Notariële Archieven 4441 (1757), 34 Swildens Voerendaal
  171. Rijckheyt-001 inv. 4299x, 49
  172. Rijckheyt-001 inv. 4299x, 52
  173. HCL-09.001 Notariële Archieven 4441 (1757), 108
  174. Rijckheyt-001 inv. 4298x, 300
  175. Rijckheyt-001 inv. 4299x, 121
  176. Rijckheyt-001 inv. 4299x, 148
  177. HCL-09.001 Notariële Archieven 4443 (1760), 100 Swildens Voerendaal
  178. Rijckheyt-001 inv. 4309x, 649
  179. Rijckheyt-001 inv. 4310x, 46
  180. Rijckheyt-001 inv. 4307x, 675
  181. Rijckheyt-001 inv. 4310x, 284
  182. Rijckheyt-001 inv. 4310x, 295
  183. HCL-09.001 Notariële Archieven 4466 (1780) Swildens Voerendaal
  184. Rijckheyt-001 inv. 4295x, 119
  185. HCL-09.001 Notariële Archieven 4432, 203 Swildens Voerendaal
  186. Rijckheyt-001 inv. 4295x, 394
  187. Rijckheyt-001 inv. 4297x, 437
  188. Rijckheyt-001 inv. 4296x, 355
  189. Rijckheyt-001 inv. 4296x, 162
  190. Rijckheyt-Notarieel Archief 58, 76
  191. Rijckheyt-001 inv. 4301x, 149
  192. Rijckheyt-001 inv. 4297x, 535
  193. HCL-09.001 Notariële Archieven 4441 (1757), 16 Swildens Voerendaal
  194. HCL-09.001 Notariële Archieven 4441 (1757), 25 Swildens Voerendaal
  195. HCL-09.001 Notariële Archieven 4441 (1757), 26 Swildens Voerendaal
  196. HCL-09.001 Notariële Archieven 4442 (1759), 49 Swildens Voerendaal
  197. HCL-09.001 Notariële Archieven 4443 (1760), 126 Swildens Voerendaal
  198. HCL-09.001 Notariële Archieven 4444 (1761), 6 Swildens Voerendaal
  199. HCL-09.001 Notariële Archieven 4444 (1761), 45 Swildens Voerendaal
  200. Rijckheyt-001 inv. 4300x, 475
  201. Rijckheyt-001 inv. 4302x, 207
  202. Rijckheyt-001 inv. 4303x, 112
  203. Rijckheyt-001 inv. 4310x, 425
  204. Rijckheyt-001 inv. 4312x, 101
  205. Rijckheyt-001 inv. 4312x, 119
  206. HCL-Frans Archief 1039 Voerendaal, nr. 54
  207. HCL-09.001 Notariële Archieven 4462 (1793), 13 Swildens Voerendaal
  208. HCL-01.075 LvO 1759, 152r
  209. HCL-01.075 LvO 1759, 270r
  210. HCL-01.075 LvO 1760, 236v
  211. HCL-009.001 Notariële Archieven 71 (1773) Stijnen Beek
  212. HCL-01.075 LvO 1760, 278v
  213. HCL-01.075 LvO 1759, 191r
  214. HCL-01.075 LvO 1759, 191v
  215. HCL-01.075 LvO 1320, 98
  216. HCL-01.075 LvO 1759, 113v; HCL-09.001 Notariële Archieven 4183 (1753) L'Allemand Valkenburg
  217. HCL-01.075 LvO 1759, 162v
  218. HCL-01.075 LvO 1759, 190r
  219. HCL-01.075 LvO 1321, 240
  220. HCL-01.075 LvO 1761, 247v
  221. HCL-01.075 LvO 1760, 167r
  222. Rijckheyt-Archief Nuth 1, 161
  223. HCL-01.075 LvO 1753, 240r
  224. HCL-01.075 LvO 1763, 60v
  225. HCL-01.075 LvO 1763, 61v
  226. HCL-01.075 LvO 1762, 102r
  227. HCL-09.001 Notariële Archieven 4447 (1764), 111 Swildens Voerendaal
  228. HCL-01.075 LvO 7105, 244
  229. HCL-01.075 LvO 7105, 373
  230. HCL-01.075 LvO 7106, 9
  231. HCL-01.075 LvO 7106, 80
  232. HCL-01.075 LvO 7107, 437
  233. HCL-01.075 LvO 7334, 530
  234. HCL-01.075 LvO 6576, 106
  235. HCL-01.075 LvO 7107, 69
  236. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 163, nr. 10
  237. HCL-01.075 LvO 7108, 376
  238. HCL-01.075 LvO 7110, 596
  239. HCL-01.075 LvO 7108, 611
  240. HCL-01.075 LvO 7109, 116
  241. HCL-01.075 LvO 7110, 598-612
  242. HCL-01.075 LvO 7110, 670
  243. HCL-03.001 Frans Archief 1062d Gulpen, 912
  244. HCL-09.001 Notariële Archieven 367, 934 Luijten Geleen
  245. HCL-09.001 Notariële Archieven 4254 (1777), 6 Wijnants Schin op Geul
  246. HCL-09.001 Notariële Archieven 4255 (1781), 49 Wijnants Schin op Geul
  247. HCL-09.001 Notariële Archieven 4466 (1782), 30 Swildens Voerendaal
  248. HCL-01.075 LvO 7110, 523
  249. HCL-01.075 LvO 7113
  250. HCL-01.075 LvO 7108, 491
  251. HCL-01.075 LvO 7110, 251
  252. HCL-09.001 Notariële Archieven 4185 (1764) L'Allemand Valkenburg
  253. HCL-01.075 LvO 1760, 85v en 140v
  254. HCL-01.075 LvO 1760, 131v
  255. HCL-01.075 LvO 1760, 134v
  256. HCL-01.075 LvO 1760, 150r
  257. HCL-01.075 LvO 1760, 244r
  258. Rijckheyt-Archief Nuth 1, 398-400
  259. HCL-01.075 LvO 1760, 85v
  260. HCL-01.075 LvO 1761, 166r
  261. HCL-01.075 LvO 1760, 169v
  262. HCL-01.075 LvO 1762, 42r
  263. HCL-01.075 LvO 1762, 98r
  264. HCL-01.075 LvO 1762, 228v
  265. HCL-01.075 LvO 17603, 103r
  266. Rijckheyt-Archief St.-Bavo 278, 25
  267. HCL-Memories van Successie Nuth 1828
  268. HCL-01.075 LvO 1759, 259v
  269. Rijckheyt-Notarieel Archief Cremers (1829), 34
  270. HCL-09.001 Notariële Archieven 3814 (1834), 2679 Kerckhoffs Schinnen
  271. Rijckheyt-Notarieel Archief Cremers (1842), 16
  272. HCL-01.075 LvO 1725, 148-150
  273. Rijckheyt-002 LvO 1672, 264
  274. HCL-09.001 Notariële Archieven 4184 (1757), L'Allemand Valkenburg
  275. HCL-Notarieel Archief 2042 Veugen Maastricht
  276. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 170, 290
  277. HCL-01.075 LvO 1755, 48r
  278. HCL-01.075 LvO 1755, 53v
  279. HCL-01.075 LvO 1755, 261r
  280. HCL-01.075 LvO 1755, 1355v
  281. HCL-01.075 LvO 1756, 33r
  282. HCL-01.075 LvO 1756, 16r
  283. HCL-01.075 LvO 1756, 97r
  284. HCL-01.075 LvO 1755, 265r
  285. HCL-01.075 LvO 1755, 275v
  286. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 168, 57
  287. HCL-01.075 LvO 1756, 21v
  288. HCL-01.075 LvO 1755, 270r
  289. HCL-01.075 LvO 1756, 79r; HCL-09.001 Notariële Archieven 4187 L'Allemand Valkenburg
  290. HCL-01.075 LvO 1762, 91r
  291. HCL-01.075 LvO 1764, 92
  292. HCL-01.075 LvO 1762, 152v

Medewerkers

Harry Luijten, eerste versie op 24 december 2006
Harry Luijten, aanpassingen oudste generatie op 26 maart 2007
Harry Luijten, los eindje toegevoegd op 11 juli 2007
Wil Brassé, afstamming Godefridus Meijs bij losse eindjes onzeker - 3 november 2010
Harry Luijten, geheel herziene versie op 13 maart 2024
Harry Luijten, geheel herzien los eindje op 16 maart 2024