Leenkamer

Uit Genealogie Limburg Wiki

De leenkamers, dan wel de leenhoven, verzorgden binnen het leenstelsel de registratie van de lenen. Deze begint aan het einde van de dertiende eeuw. In die periode is de daadwerkelijke steun door krijgsdienst (heerdienst) aan de heer al op de achtergrond geraakt.
Het leenrecht regelde de rechten en plichten tussen de leenheer en de leenman, de persoon die een gebied in beheer kreeg. Stierf de leenman dan had diens zoon, als opvolger, het recht op dat leen, boven een buitenstaander. Dit kon duren tot het moment dat er geen opvolger meer was. Meestal ging het leen dan naar een ander, waarbij deze meestal een pandsom moet aflossen aan de leenheer. In een groot aantal gevallen werden deze afspraken vastgelegd in een meervoudig verslag, opgemaakt door een griffier of een baljuw. Zo'n verslag werd in Vlaanderen een denombrement genoemd. Het gebeurde echter ook dat de heer de grond weer in zijn eigen beheer nam.

Zie ook

Externe link

'Hollandse Genealogische Databank' over het onderwerp leenkamers