Kasteel Wittem

Uit Genealogie Limburg Wiki

Uitgebreide en verbeterde versie van een gelijknamig artikel in de Nederlandse Wikipedia

Kasteel Wittem ligt in de gemeente Gulpen-Wittem (Zuid Limburg) en is genoemd naar het dorp Wittem.

Wittem

De oudste benaming van Wittem is Witheim. Het betekent huis (he(i)m) bij de eik (witte). Ooit was Wittem de grootste gemeente van Nederland (wat oppervlakte betreft). De geschiedenis van Wittem kent heel wat belangrijke namen. Ambiorix versloeg er in 54 voor Christus de Romeinen. Paus Leo de III rustte er uit op zijn weg naar Tongeren en de Noormannen kwamen er langs toen ze Aken veroverden. Keizer Karel V van het Heilige Roomse Rijk, maar ook Willem van Oranje en tsaar Peter de Grote verbleven er. Dat heeft alles te maken met de ligging van Wittem. Het ligt halverwege Maastricht en Aken.

  • Aken was vroeger een keizersstad: Karel de Grote werd er tot keizer gekroond en ook Karel V. Hij sliep in kasteel Wittem voordat hij in de Dom van Aken tot keizer werd gekroond. Als vorsten vanuit Brussel via Maastricht op weg waren naar Aken of Keulen, konden zij hun paarden uit laten rusten in Wittem. De weg van Maastricht via Wittem naar Aken heet nu de rijksweg, maar vroeger was het de oude heirbaan. Die werd ooit door de Romeinen aangelegd en verbond de oude steden Tongeren en Aken met elkaar.
  • Er is nog een reden waarom de ligging van Wittem belangrijk is. In de omgeving van Wittem komen twee grote beken samen: de Sinselbeek en de Geul (die dan nog de Gulp heet). Het is dus een dal en het is er moerassig. In de buurt werden vroeger veel molens gebouwd. Molens voor graan, maar ook voor textiel. De mensen die deze molens in bezit hadden, brachten het tot grote rijkdom. Voorbeelden zijn de families von Clermont en Merckelbach. Zij bezaten in de buurt van Vaals en Wittem molens onder andere ten behoeve van de opkomende textielindustrie.
  • Een derde punt dat Wittem vroeger belangrijk maakte, was de ligging van het dorp ten opzichte van Luik en Maastricht. In de geschiedenis is Maastricht heel vaak door legers aangevallen. Neem bijvoorbeeld de Tachtigjarige oorlog. Toen zaten de Spaanse troepen in Maastricht en het was Willem van Oranje die de stad belegerde. Of neem later de oorlog tussen Frankrijk en Holland: toen belegerde de Franse troepen Maastricht, dat destijds in Hollands bezit was. Heel vaak als Maastricht belegerd werd, verbleven de vreemde troepen in de buurt van Wittem. Zo kwam Willem van Oranje ook in Wittem terecht. Zijn troepen waren bezig zich klaar te maken voor de aanval op Maastricht en Oranje overnachtte op kasteel Wittem.

Oudste geschiedenis van kasteel Wittem

Blijkens de oorkonde droeg weduwe Guda, echtgenote van Thiebald, Heer van 's-Gravenvoeren en Valkenburg, de burcht Witham over aan de St. Jakobsabdij in Luik. Deze akte toont al de vroege banden aan met het huidige België, waaraan de gemeente Wittem grenst. Het gelijknamige kasteel ging een eeuw later in eigendom over naar de ridders van Julémont en via hen aan het adellijke geslacht van de machtige heren van Scavedriesch. Zij en de leden van de voorname familie van Jan van Cosselaer, die hen in 1344 opvolgden, waren voortdurend uit op gebiedsuitbreidingen. In 1289 namen zij Epen in bezit, in 1352 Wahlwiller en Mechelen en in 1365 Nijswiller.
Eys werd leenroerig aan Wittem, dat wil zeggen dat de heer van Eys zijn bevoegdheden ontleende aan de boven hem geplaatste heer van Wittem. Dat lukte pas na een verbeten strijd tussen de elkaar vijandig gezinde edelen: de Mulrepas, aan wie Eys toebehoorde en de Scavendriesch, nauw gelieerd aan Wittem.

Kasteel Wittem was toen nog niet erg groot. Het was op dat moment in bezit van een familie die De Julémont heette. Deze familie stamde uit het gebied rond Luik. (Het dorp Julémont is een thans deelgemeente van Herve, op het plateau van het Land van Herve). Het was een tak van een grote riddermatige familie, die tezamen ook wel werd aangeduid als de Scavedriesch. Toen deze familie Wittem in bezit kreeg, bouwde ze een grote stenen toren bij de Sinselbeek. Dat was het feitelijke begin van kasteel Wittem. Het wapen van de Scavendriesch was een rood, gekarteld kruis op een gele achtergrond. Hun wapen is nog steeds te vinden bij de ingang van het kasteel van Wittem, dat nu hotel is.

Al snel speelde de ronde toren die toen kasteel Wittem was, een rol bij schermutselingen tussen verschillende heren. Zo kwam de hertog van Brabant in conflict met de hertog van Gelder. Beiden wilden ze Maastricht en het gebied rond Maastricht –waaronder Wittem- beheersen. De ridders van de Scavedriesch kozen de kant van Gelder. In de buurt van Keulen vond er een grote veldslag plaats (1288).

In die periode vonden de ridders uit Wittem het belangrijk om de toren groter te maken. Dus bouwden ze er grote muren aan vast en maakten ze er een carré. Die carré lag tussen twee beken, zodat je over een brug moest als je in het kasteel wilde komen. Op deze manier werd Wittem een grote burcht, veel groter dan het tegenwoordig nog is. Kasteel Wittem had toen wel 7 torens. Het kasteel was voornaam genoeg om Karel V er te laten overnachten, toen hij op weg was naar Aken om tot keizer gekroond te worden (dat was op 25 oktober 1520).

De sterke burcht van Wittem komt dan ook in allerlei gedichten voor. Zo zegt een middeleeuwse schrijver over een belegering van het kasteel (in oud Nederlands):

Maar si lieten Witham En de braken alle weder op

Juist omdat het zo’n grote en belangrijke burcht tussen Aken en Maastricht was, werd de burcht vaak aangevallen. Bij een zo’n aanval werd de burcht van Wittem bijna met de grond gelijk gemaakt. Op dat moment was het in bezit van de familie Van Waldeck Pyrmont. Deze familie speelt een belangrijke rol in de geschiedenis van Nederland en vooral die van Maastricht. In Maastricht is er een straat naar hen genoemd en zij waren ook de stichters van de Waalse kerk in de Pietersstraat te Maastricht.

Van Waldeck en Van Plettenberg

zie Rijksgraafschap Wittem

De Merckelbachs

De familie Merckelbach was tientallen jaren lang als plaatselijke stadhouders eerst in dienst van de Van Waldecks en later van de Van Plettenbergs.

Sinds 1764 woonde Adolfus Merckelbach op kasteel Wittem. Zijn zoon, notaris en burgemeerster Simon Merckelbach kocht voor 80.000 daalders het kasteel en landerijen van de Franse overheid.

Simon Merckelbach en vooral zijn zoon Jan Mathys - vrederechter, burgemeester en grootgrondbezitter- restaureerden kasteel Wittem en brachten het daarmee in de neogotische staat zoals we het kasteel nu kennen.

Jan Mathys Merckelbach (1792-1838) liet ook het park rondom het kasteel aanleggen.

Tegen de achtergrond van innige contacten met de Akense fabrikanten Monnheim, Gianni en Heusch brachten de nazaten van Jan Mathys het tot grote welstand. De Merckelbachs vonden ook hun weg naar het (Nederlandse) openbare bestuur.

De nazaten van Jan Mathys hielden het kasteel en de landerijen tot 1956 in hun bezit.

In 1968 kocht de Valkenburger Peter Ritzen het kasteel, liet het opknappen en vestigde er een restaurant.

Bronnen

H. Evers (1990), 'Portretten van Ferdinand von Plettenberg, heer van Wittem', De Maasgouw, 109, 3-14.

J.L.M.P.T. Hovens (2004), 'Het Wittemse patriciërsgeslacht Merckelbach', Limburgs Tijdschrift voor Genealogie, 82, 44-49..

Em. Janssen (1960), Kasteel Wittem: Eertijds zetel van een rijksgraafschap. Gulden reeks van Limburgse monumenten.

H. Mosmans (1923), De Heeren van Wittem. Venlo.

G. Köbler (1988), Historisches Lexicon der deutschen Länder.

P.L. Nève (1972), Het Rijkskamergerecht en de Nederlanden.