Huntgens alias Canisius: verschil tussen versies

Uit Genealogie Limburg Wiki
(geen verschil)

Versie van 1 aug 2016 15:39

GENEALOGIE HUNTGENS (CANISIUS)

Generatie I


I.1 Servatius HUNTGENS. Kreijns, deel C, 276-277
RAL-LvO 7078, 249r: Op 16 juni 1597 verkocht Peetgen Boschouwers, dochter van wijlen Peter Boschouwers en Fijcken Reijntgens, alle uit de nalatenschap van haar ouders verkregen onroerende goederen, onder Aalbeek gelegen, aan Servaes Huijntgens, gehuwd met Juijtt Rentgens, elke morgen gerekend aan 29 daalders. De drie koppen rogge erfpacht zouden gekort worden op de koopsom. Van het land lag een morgen en 30 kleine roeden op de Bosscherweg, drie morgen "op den holter voetpadt" en een morgen "aen den paepen heuvel".
RAL-LvO 1756, 223v: Op 1 oktober 1623 leende Servatius Huntgens, gehuwd met Judit Rentiens, 300 gulden tegen 5% aan Jan Bemelmans, gehuwd met Itien Crousen. Deze lening werd op 24 april 1693 door Jan Wustenraedt, gehuwd met Ida Bemelmans, afgelost aan kanunnik Melchior Canisius.
Gehuwd met Jutta RENCKENS, dochter van Joannes RENCKENS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Stephanus, pastoor te Schinnen, deken land van Valkenburg, geboren voor 1585, overleden op 16 februari 1657 te Schinnen.
  • 2. Joannes, gedoopt op 16 april 1586 te Nuth (getuige(n): Joannes Beltgens, Cornelia NN).
  • 3. Emerentiana, gedoopt op 24 oktober 1587 te Nuth (getuige(n): Martinus Bosheuer, Maria e.v. Guil. v.d. Wijer), overleden na 1661.

Gehuwd voor de kerk ca. 1611 met Joannes HAMERS, geboren ca. 1585, overleden na 1661, zoon van Wilhelmus HAMERS en Agatha GIELEN.
Hamers Bulletin 6 (1990), 86
RAL-LvO 1755, 100r: Op 22 december 1650 verklaarde Jan Hamers, gehuwd met Eurm Huntgens, dat hij 16 januari 1645 een koopcontract had afgesloten met zijn zwager Servatius Huntgens, gehuwd met Meijken Hamers. Hij had hem voor 150 gulden het aandeel in akkerland, weiland en beemden verkocht zoals was toebedeeld uit de nalatenschap van tante Peetgen Rentgens.
RAL-LvO 175r, 113v: Op 2 mei 1651 verkocht Jan Hamers, gehuwd met Eurm Huntgens aan Steffen van Eijnatten, heer van Nuth, 86 kleine roeden beemd "Mullenbemd" onder Nuth, grenzend aan Jan Hamers zelf en de molenweide en beemden, voor een gulden per kleine roede.
RAL-LvO 1755, 148v: Op 30 september 1653 verkocht Jan Hamers, gehuwd met Eurm Huntgens, aan Vaes Huntgens, gehuwd met Meijken Hamers, een halve bunder beemd te Nierhoven onder Nuth gelegen, grenzend aan de heer van Nuth, Servaes Huntgens, de latteweide en de heer van Nuth, voor 36 stuivers per kleine roede. Er werd afgesproken dat het gras over de weide van Jan Hamers afgevoerd mocht worden.
RAL-LvO 1755, 174v: Op 10 februari 1656 leende Jan Hamers, gehuwd met Urm Huntgens, 400 gulden tegen 6 1/4 % van Catharina Drijveners, weduwe ban Anthonius van der Steen. Hij borgde daartoe met een bunder akkerland achter Nierhoven onder Nuth, grenzend aan Gilis Alofs, de wijenweg en hun huisweide. Tegelijkertijd traden zijn zonen Willem en Servatius Hamers als medeborgen op.
RAL-LvO 1755, 221r: Op 7 maart 1662 verklaarde Jan Hamers, gehuwd met Eurm Huntgens, dat hij van plan was om zijn goederen onder zijn kinderen te verdelen. Hij liet hier vastleggen dat de drie kinderen van zijn dochter Grietgen Hamers, uit drie verschillende huwelijken, te weten Judich Wingarts uit haar eerste huwelijk met wijlen Thijs Wingarts, Aleth Knubben uit haar huwelijk met wijlen Adam Knubben, en haar kind uit haar derde huwelijk met wijlen Jan Horstmans, gelijkelijk zouden meedelen in de erfenis.

  • 4. Leonardus, gedoopt op 24 januari 1589 te Nuth (getuige(n): Leonardus Huntgens, pastoor van Nuth, Judocus Elsraeck, Susanna e.v. Gerardus Bosheuer).
  • 5. Servatius (Canisius) (zie II.6).
  • 6. Severinus, gedoopt op 4 oktober 1592 te Nuth (getuige(n): Maes Sloertzen?, Johanna Melkops).


Generatie II



II.6 Servatius HUNTGENS (Canisius), gedoopt op 21 maart 1591 te Nuth (getuige(n): Gerardus Beltgens, Johanna, e.v. Herman Huntgens), overleden op 20 september 1666 te Nuth op 75-jarige leeftijd.
RAL-LvO 1755, 100r: Op 22 december 1650 liet Jan Hamers, gehuwd met Eurm Huntgens vastleggen dat hij op 16 januari 1645 aan zijn zwager Vaes Huntgens, gehuwd met Meijken Hamers, zijn deel in weiden, beemden en akkerland verkocht had, zoals hem toegevallen was uit de erfenis van tante Peetgen Renckens, voor 150 gulden.
RAL-LvO 1755, 100v: Eveneens op 22 december 1650 droeg schepen Henrick Schepers, als zaakgelastigde van Peter Rentgens, gehuwd met Maria van Dijcke, de erfdelen van Peter en Susanna Rentgens, afkomstig uit de nalatenschap van hun tante Peetgen Renckens, over aan Vaes Huntgens, gehuwd met Marie Hamers, voor 450 gulden. De volmacht was op 25 september 1648 gegeven.
RAL-LvO 1755, 102v: Eveneens op 22 december 1650 droeg schepen Henrick Schepers, met volmacht van Anna Wasmans, weduwe Jan Beckers, de onroerende goederen over, zoals op 21 januari 1649 verkocht door haar zonen Jan en Everart Beckers, aan Vaes Huntgens, gehuwd met Meijken Hamers. Het betrof 75 kleine roeden akkerland "op den grooten bosch", grenzend aan Vaes Huntgens zelf en de wijenweg; voorts een halve morgen akkerland "boven den klapersdael, grenzend aan Vaes Hamers, Jan Pitsweggen en Vaes Huntgens zelf. Een koopsom werd niet genoemd [wel de vermelding "sooveel als het wederdeel bij Lenaert Vroomen is verkocht aen Lemmen Brants"] maar wel de verplichting om tien karren mest te rijden op het tienvrij land van de verkoopster achter het Reimersbeker bos.
RAL-LvO 1755, 137r: Op 10 september 1652 verkochten Jan Corffs, Lens Corffs en Jan Jacops, vader resp. voogden van Lenaert Corffs, aan Vaes Huntgens, gehuwd met Marie Haemers, een halve morgen beemd "aen den vroechop" onder Nuth, grenzend aan Geurt Bouts en Tijsken Cremers, voor een gulden per kleine roede.
RAL-LvO 1755, 148v: Op 30 september 1653 kocht Vaes Huntgens, gehuwd met Meijcken Hamers, een halve bunder beemd te Nierhoven onder Nuth, grenzend aan de heer van Nuth, Vaes Huntgens en de latteweide. Verkoper was Jan Hamers, gehuwd met Urm Huntgens. Elke kleine roede kostte 36 stuivers. Verder werd bepaald dat het gras over de weg van Jan Hamers naar de straat van Nierhoven vervoerd mocht worden.
Het grafkruis van Servatius Huntgens is bewaard gebleven en staat bij de parochiekerk van Nuth. Op het stenen kruis staat een uitgesleten wapenschild met als helmteken een gehalsbande hazewindhond. Het opschrift luidt:
Anno 1666 den 20 september / is gestorven den eersaemen ende / discreten Servaes Hvntgen / ovdt 75 Iaeren Godt wil / syne siele genadich syn Amen
[J. Belonje, Genealogische en Heraldische Gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Limburg, in: PSHAL 97 (1961), 224]
Zoon van Servatius HUNTGENS (zie I.1) en Jutta RENCKENS.
Gehuwd voor de kerk (1) op 22-jarige leeftijd op 27 oktober 1613 te Nuth met Ida JACOBS, overleden voor 1629.
Gehuwd voor de kerk (2) op 37-jarige leeftijd op 7 oktober 1628 te Geleen. Vaes Huntgens en Meijken Hamers met Maria HAMERS, geboren ca. 1597, overleden op 24 maart 1672 te Nuth, dochter van Wilhelmus HAMERS en Agatha GIELEN.
Het grafkruis van Maria Hamers is bewaard gebleven. Het staat bij de parochiekerk van Nuth. Op het stenen kruis van Maria Hamers bevindt zich binnen een lauwertak een ovaal schild met twee gekruiste hamers en als helmteken een staande hamer. Het grafschrift luidt:
Anno 1672 den 24 meert / starf die eerbaere ende / seer discrete Marie Hamers / hvysvrov van Servaes Hvntgens saliger Ovdt / 75 Iaer Godt wil de sile / genadich / syn Amen.
[J. Belonje, Genealogische en Heraldische Gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Limburg, in: PSHAL 97 (1961), 224] Uit het eerste huwelijk:

  • 1. Margaretha, geboren 1615/1620, overleden op 22 december 1674 te Nuth, hypothetische familierelatie gebaseerd op naamgeving, voogden Leonardus Huntgens en pastoor Joannes Huntgens.

Gehuwd voor de kerk (1) op 28 januari 1643 te Nuth (getuige(n): [geen getuigen vermeld]) met Servatius CORTEN, 31 jaar oud, gedoopt op 13 december 1611 te Nuth, overleden op 8 augustus 1658 te Nuth op 46-jarige leeftijd, zoon van Joannes CORTEN en Joanna TIMMERS.
Gehuwd voor de kerk (2) op 1 februari 1660 te Valkenburg. Henderijck Meessen, jongman van Nuth, Grietgen Huntgens, weduwe Vaes Corten van Nuth met Henricus MEESSEN, (ook wel Meijs).

  • 2. Matthias CANISIUS, gedoopt op 12 oktober 1626 te Nuth (getuige(n): Reijnerus Beumers, Jutta Renckens).
  • 3. Leonardus CANISIUS (zie III.5).

Uit het tweede huwelijk:

  • 4. Servatius CANISIUS (Huntgens), kanunnik, gedoopt op 1 september 1629 te Nuth (getuige(n): Nicolaas Hamers, Catharina e.v. Martinus Snijders).
  • 5. Steven, gedoopt op 28 februari 1632 te Nuth (getuige(n): Stephanus Huntgens, pastoor te Schinnen, Margaretha Gielen).
  • 6. Melchior CANISIUS (Huntgens), kanunnik, gedoopt op 14 januari 1634 te Nuth (getuige(n): Joannes Cortten, Anna e.v. Michael Hamers), overleden op 18 januari 1711 te Luik (B) op 77-jarige leeftijd, overlijden ingeschreven te Nuth.
  • 7. Judith, gedoopt op 3 september 1635 te Nuth (getuige(n): Servatius Huntgens, Mechtildis Weustenraij, e.v. Severinus Corten).

Gehuwd met Petrus WOUTERS.

  • 8. Wilhelmus (zie III.12).
  • 9. Agatha, gedoopt op 30 september 1639 te Nuth (getuige(n): Henricus Schepers, Maria Bemelmans).
  • 10. Maria, gedoopt op 10 maart 1641 te Nuth (getuige(n): Lambertus Cortten, Joanna Cremers), overleden op 5 oktober 1707 te Hoensbroek op 66-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk 1663/1664 met Theodorus WIDDERSHOVEN, gedoopt op 17 maart 1638 te Voerendaal, overleden op 1 april 1718 te Hoensbroek op 80-jarige leeftijd. Genealogie Widdershoven in LTG (1973), 68, zoon van Wilhelmus WIDDERSHOVEN en Barbara NEERBECK.

Generatie III



III.5 Leonardus CANISIUS, geboren voor 1628, overleden op 24 september 1676 te Nuth, zoon van Servatius HUNTGENS (Canisius) (zie II.6) en Ida JACOBS.
Gehuwd met Joanna PENRIS, overleden op 26 juli 1674 te Nuth.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Servatius (Huntgens) (zie IV.1).
  • 2. Wilhelmus (Huntgens) (zie IV.3).
  • 3. Ida (Huntgens), gedoopt op 24 april 1661 te Nuth (getuige(n): Henricus Meijs, Elisabetha Penris e.v. Petrus Stralen).
  • 4. Sibilla HUNTGENS, gedoopt op 19 februari 1668 te Nuth (getuige(n): Theodorus Widdershoven).


III.12 Wilhelmus HUNTGENS, geboren ca. 1637, (geschat), hypothetische familierelatie, zoon van Servatius HUNTGENS (Canisius) (zie II.6) en Maria HAMERS.
Gehuwd voor de kerk op 23 februari 1667 te Nuth (getuige(n): Henricus Schepers, Servatius Cortten) met Elisabeth CORTEN, overleden op 13 april 1708 te Nuth.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Servatius, gedoopt op 17 mei 1670 te Nuth (getuige(n): Joannes Canisius, pastoor in Schinnen, Maria Hamers, e.v. Servatius Huntgens).
  • 2. Joannes, gedoopt op 25 april 1672 te Nuth (getuige(n): Servatius Huntgens, Maria Corten).
  • 3. Servatius, gedoopt op 13 maart 1674 te Nuth (getuige(n): Melchior Canisius (kanunnik H. Kruis), Margaretha Huntgens).
  • 4. Guilhelmus, gedoopt op 6 oktober 1675 te Nuth (getuige(n): Maximilianus Schepers namens Joannes Gielen, Maria Corten namens Emerentiana Huntgens).
  • 5. Matthias, gedoopt op 31 oktober 1677 te Nuth (getuige(n): Joannes Beumers, kanunnik St. Albert, Maria Corten).
  • 6. Stephanus CANISIUS, gedoopt op 4 oktober 1679 te Nuth (getuige(n): Petrus Wolters, Francisca Beumers).
  • 7. Michael CANISIUS gedoopt op 30 januari 1683 te Nuth (getuige(n): Maximilianus Schepers namens Caspar Maes, Margaretha Hamers namens Maria Stassen), overleden 1683/1686.
  • 8. Maria CANISIUS, gedoopt op 10 september 1684 te Nuth (getuige(n): heer Tiloo, mejuffrouw Anna Maria de Sluise).

Gehuwd met Henricus GROUWELS. RAL-LvO 1757, 88v.

  • 9. Michael, (zie IV.13).

Generatie IV



IV.1 Servatius CANISIUS (Huntgens), gedoopt op 15 december 1652 te Nuth (getuige(n): Eerwaarde heer Stephanus Canisius, deken van Valkenburg en pastoor van Schinnen, Maria Hamers e.v. Servatius Huntgens), overleden op 23 februari 1693 te Nuth op 40-jarige leeftijd, begraven op 25 februari 1693 te Nuth.
RAL-LvO 1757, 108v: Uit een akte van 20 december 1717 blijkt dat Vaes Huntgens op 21 januari 1683 een afrekening had gemaakt met de Heer Mulstro. Als pachter op huis Brunssum was hij nog 164 pattacons schuldig gebleven.
Zoon van Leonardus CANISIUS (zie III.5) en Joanna PENRIS.
Gehuwd voor de kerk op 24-jarige leeftijd op 25 november 1677 te Nuth met Ida BRANTS, 21 jaar oud, gedoopt op 19 december 1655 te Nuth (getuige(n): Antonius Sch..ers, Agnes Jongen), overleden op 27 april 1724 te Nierhoven-Nuth op 68-jarige leeftijd, dochter van Casparus BRANTS en Anna STASSEN.
RAL-LvO 1756, 152v: Op 27 april 1694 leende Ida Brants, weduwe Servaes Canisius, bijgestaan door haar vader Caspar Brants, 200 gulden tegen 6 1/4% van Johan Jacob Claner. Tot onderpand werd gesteld:
a) een halve bunder akkerland "boven de Hevel" onder Schinnen, grenzend aan Lintien Peters, Jan Claessens, Hans Schoren en Dirick Bemelmans;
b) een morgen land "op den Grooten Bosch" onder Nuth, grenzend aan Matthijs Meex, kanunnik Servaes Canisius en Berb Horsmans.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Leonardus HUNTGENS, gedoopt op 4 september 1678 te Nuth (getuige(n): Adamus Hartmans, Elisabeth Penris), overleden op 1 september 1731 te Nierhoven-Nuth op 52-jarige leeftijd.
  • 2. Joanna, gedoopt nov. 1680 te Brunssum (getuige(n): Mathias Brans, Anna Florentina de Mirbach), gedoopt als Anna Maria Hunckens, overleden op 26 oktober 1766 te Nierhoven-Nuth, begraven op 28 oktober 1766 te Nuth.

J. Albert, LtG 28 (2000), 19 geeft onjuiste doopdatum. De daar vermelde datum hoort bij Joanna Canisius, echtgenote van Hubertus Biesjans.
Joanna Canisius treedt op 31 juli 1716 (RAL-LvO 1757, 95r) als erfgename op van Jacob Ramaekers, samen met Agnes, Caspar, Ida en Leonard Canisius, kinderen van Servatius en Ida Brants!
Gezien het feit dat zij voor Agnes en Ida wordt genoemd maakt het aannemelijk dat zij de oudste dochter is, waardoor waarschijnlijk wordt dat Joanna gelijk is aan Anna Maria.
Gehuwd voor de kerk (1) ca. 1714 met Joannes Hermanus HESLING, overleden 1720/1723.
Gehuwd voor de kerk (2) op 9 november 1723 te Wijnandsrade met Ulricus Wernerus L'ORTYE, 41 jaar oud, schepen, gedoopt op 12 januari 1682 te Hervé (B), gedoopt als Oury Lourteille, overleden op 23 juli 1742 te Wijnandsrade op 60-jarige leeftijd, pachter hoeve Bongard te Wijnandsrade: J. Albert, LtG 28 (2000), 19, zoon van Jean LOURTEILLE en Margaretha de HESELLE.

  • 3. Ida, gedoopt op 18 november 1682 te Brunssum (getuige(n): Wilhelmus Hunckens, Maria Hunckens), achternaam Hunckens.
  • 4. Agnes, gedoopt op 25 september 1685 te Nuth (getuige(n): Jacobus Meijs (schout) namens Wilhelmus Canisius, Agnes Brants namens Elisabetha Korten, e.v. Wilhelmus Canisius (de nova villa)), overleden op 8 maart 1735 te Nuth op 49-jarige leeftijd.

RAL-LvO 1758, 161v: Op 2 augustus 1725 verkocht Jacob Ramaeckers, gehuwd met Maria van der Weijden, aan de ongehuwde Agnes Canisius, woonachtig te Wijnandsrade en in deze vertegenwoordigd door haar zwager Oury L'Ortye, de volgende onroerende goederen:
a) twee morgen akkerland op de Geijsberg te Nuth, grenzend aan het voetpad naar Grijzegrubben;
b) 140 kleine roeden akkerland "in den Klaepersdal", grenzend aan de vloedgraaf en westwaarts Corsten Diebets;
c) 120 kleine roeden weide, met daarbij 80 kleine roeden beemd, grenzend aan het voetpad naar de kerk en Claes Franck;
d) 48 kleine roeden beemd, grenzend aan Claes Franck, de verkoper en de beek.
Het geheel werd verkocht voor 700 gulden. De betaling geschiedde in twee termijnen, te weten 200 gulden uiterlijk eind augustus en het restant met St.-Andries.
Gehuwd voor de kerk op 42-jarige leeftijd op 5 oktober 1727 te Wijnandsrade met Wilhelmus ACKERMANS, 32 jaar oud, schepen, gedoopt op 5 mei 1695 te Hulsberg, overleden op 22 september 1779 te Nuth op 84-jarige leeftijd, op de Camp, begraven op 24 september 1779 te Nuth, zoon van Joannes ACKERMANS en Catharina ROULANDS.
RAL-LvO 1761, 122v: Op 15 maart 1779 schonk schepen Willem Ackermans, weduwnaar van Agnes Canisius en Maria Voncken, aan zijn zoon Joannes Henricus, gehuwd met Maria Margaretha Loijens, "uijt besondere affectie en genegentheijt", al zijn roerende goederen.
RAL-LvO 1740, genachting 14 juli 1779: Willem Ackermans legt het schepenambt neer vanwege zijn hoge leeftijd en zijn gesteldheid.

  • 5. Casparus, gedoopt op 13 september 1688 te Nuth (getuige(n): Arnoldus Goossens, Mechtild Brantz, weduwe Michael Smeetz), overleden op 16 juni 1721 te Nuth op 32-jarige leeftijd, op den Camp.
  • 6. Ida HUNTGENS, gedoopt op 12 maart 1691 te Nuth (getuige(n): Maximilianus Schepers namens Christianus Nuchelmans, Catharina Hautvast namens Elisabeth Brants), overleden op 10 maart 1742 te Nierhoven-Nuth op 50-jarige leeftijd, uxor Nicolaus Philippens.

Gehuwd met Nicolaus PHILIPPENS, overleden op 13 december 1742 te Nierhoven-Nuth.

IV.3 Wilhelmus CANISIUS (Huntgens), secretaris van de schepenbank Nuth, gedoopt op 14 juni 1655 te Nuth (getuige(n): Michael Gielen, Anna Hamers e.v. Michael Hamers), overleden op 15 mei 1708 te Kamp-Nuth op 52-jarige leeftijd.
RAL-LvO 1756, 63v: Op 26 januari 1687 kocht Willem Canisius voor vijf pattacons en vier schillingen zes kleine roeden moestuin te Nuth van Gertrudis Bemelmans.
RAL-LvO 1756, 63r: Op 2 mei 1688 kocht Willem Canisius van Peter Slangen en diens kinderen ongeveer achttien kleine roeden moestuin te Nuth aan de weg van het dorp naar de sijpen, voor 45 stuivers per kleine roede.
RAL-LvO 1756, 63r: Op 6 juni 1688 kocht Willem Canisius zes kleine roeden moestuin te Nuth van Jan en Trijneken Slangen, erfgenamen van Dirck Slangen, met toestemming van hun moeder Meijken Rousschen.
RAL-LvO 1756, 64r: Op 31 maart 1689 kocht Willem Canisius zes kleine roeden moestuin naast zijn huis aan de Dorpstraat voor zes pattacons van Jan Houben, gehuwd met Maria Habets. Toen op 19 juni 1689 dit land werd nagemeten bleek het 1/5 kleine roede groter te zijn.
RAL-LvO 1756, 61r: Op 7 mei 1691 verklaarden de erfgenamen van Peter Tesschers en Neleken Eijmael dat Willem Canisius 300 gulden betaald had aan de Sacristie Biessen te Maastricht, welk bedrag op hun huis stond. Indien hij hen voor St.-Jan of veertien dagen daarna tien pattacons zou geven, zouden zij het huis aan hem overdragen.
RAL-LvO 1756, 61r: Op 8 mei 1691 verklaarden de erfgenamen van Jan Odekircken en Fijcken Tesschers dat Willem Canisius 225 gulden betaald had aan de Sacristie Biessen te Maastricht, staande op 150 kleine roeden weiland te Nuth. Deze weide werd nu door hen aan Willem Canisius afgestaan.
RAL-LvO 1756, 12v: Op 2 november 1693 verkocht Willem Canisius een huis met plaats en moestuin aan de Dorpstraat voor 300 gulden aan Teobald en Jan Celissen. Het geheel was belast met een halve kop rogge aan de pastoor van Nuth.
RAL-LvO 1756, 69v: Op 15 maart 1696 droeg Jan Smitsmans aan Willem Canisius zijn schuur "neffens de trompet" alsmede twee weilanden aan de Krekelweide onder Nuth, over. Dit land had hij eertijds voor vijftig pattacons beleend aan gewezen schout Brouns. Canisius nam het geheel voor dit bedrag en de achterstallige rente over.
RAL-LvO 1756, 66r: Vervolgens kreeg Canisius een geschil met Jan Frisschen over deze goederen, gelegen aan de Molenweg. Op 2 mei 1696 werd dit geschil, in aanwezigheid van de pastoor, bijgelegd. Jan Frisschen kreeg het beleende bedrag en Canisius mocht het land houden. Verder mocht Frisschen tegen betaling een tot twee kleine roeden land achter de stal in gebruik nemen.
RAL-LvO 1756, 95r: Op 15 september 1697 kocht Willem Canisius van Herman Celis een huis met plaats en weiland, grenzend aan zijn huis en de Molenweg. Voorts kocht hij van Willem Celis een halve morgen uit de Krekelweide aan de Molenweg. Hij betaalde in totaal 366 gulden.
RAL-LvO 1757, 12v: Op 3 november 1697 leende Lemmen Loiens, gehuwd met Maria Driessens, 600 gulden aan Willem Canisius. Tot borg dienden zijn huis, hof en weilanden te Nuth, groot 4 1/2 morgen; voorts een bunder land tussen de erven Lins Meijs en Jan Cremers; en een halve bunder land "op den geijsbergh" naast Paulus Goossens.
Op 5 mei 1708 had hij deze schuld openlijk erkend. Tevens benoemde hij toen de schepenen Leonaerd Limpens en Frans Crijns tot voogden over zijn kinderen.
Zoon van Leonardus CANISIUS (zie III.5) en Joanna PENRIS.
Gehuwd voor de kerk op 31-jarige leeftijd op 6 april 1687 te Nuth (getuige(n): Maximilianus Schepers, Helena, de dienstmeid van de bruid) met Elisabeth GOOSSENS, 24 jaar oud, gedoopt op 4 april 1663 te Nuth (getuige(n): Henricus Schepers, Maria Ritselvelt), overleden op 3 mei 1742 te Nuth op 79-jarige leeftijd, dochter van Paulus GOOSSENS en Cornelia SLANGEN.
RAL-LvO 1757, 11v: Op 7 september 1709 verklaarde Lisbet Goessens, weduwe van Willem Canisius, samen met haar dochter Jenne en haar schoonzoon Joannes Janssen, gehuwd met Lisbet Canisius, dat zij 25 pattacons nodig had om haar zoon Leonaerd, die in Staatse dienst was gegaan, te helpen. Zij moest om toestemming vragen om dit geld te lenen aangezien haar goederen, een huis met zes morgen land en vijf morgen weide reeds met 600 gulden belast was.
RAL-LvO 1757, 12v: Op 14 oktober 1709 werden de voornoemde 25 pattacons verstrekt door Lemmen Loiens en opgeteld bij de 600 gulden die hij reeds te goed had.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Joanna, gedoopt op 24 mei 1688 te Nuth (getuige(n): Maximiliaan Schepers namens Petrus Slangen, Catharina Hamers e.v. Maximiliaan Schepers), overleden op 7 januari 1751 te Nuth op 62-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 24-jarige leeftijd op 23 juli 1712 te Beek, bruidegom van Geverik met Hubertus BIESJANS, gedoopt te Beek op 9 juni 1686 (getuige(n): Andreas ex Weerdt, Anna Hopperts), overleden op 7 december 1746 te Nuth op 60-jarige leeftijd, zoon van Reinerus BIESJANS en Johanna HOPPERTS.
NB: Bij de doopinschrijving van Hubertus Biesjans werd de achternaam van de vader niet ingevuld, wel de voor- en achternaam van de moeder. In het schepenbankarchief van Beek werd echter het echtpaar Reinerus Biesjans/Biessen en Johanna Hoppars/Hoppens aangetroffen (RHCL-LvO 4134 dd. 26 april 1699 en RHCL-LvO 4135, 62v)
RAL-LvO 1757, 311v: Op 6 oktober 1731 kocht Houb Biesjans van Willem Houtbeckers 54 kleine roeden land op de Distelendriesch, 40 kleine roeden minus zeven voet land in de wenarts, oostwaarts Jan Weustenraedt, en ten slotte 128 kleine roeden land op de Hoogengraaf, oostwaarts aan Gerken Janssen en westwaarts aan Joannes Horsmans grenzend, elke kleine roede voor een bedrag van 23 stuivers.
RAL-LvO 1758, 14v: Op 19 oktober 1733 leenden Houb Biesjans, gehuwd met Johanna Canisius, en zijn schoonmoeder Elisabeth Goessens, weduwe van Willem Canisius, 200 gulden tegen 5% van de Proviseurs van de armen van Nuth. Tot onderpand dienden:
a) huis, hof en weide aan de Molenweg te Nuth, groot 150 kleine roeden
b) 150 kleine roeden weiland, genaamd Krekelweide, gelegen aan de Molenweg en grenzend aan Joannes Janssen en de weduwe Maes Maessen
c) 70 kleine roeden land op de Gijsberg aan het voetpad naar Grijzegrubben, tussen Claes Frijns, Joannes Janssen en de Domeinen
d) een morgen land aan het peulken, grenzend aan juffrouw Canisius, de erven Jan Curffs, Nijst Aloffs en Claes Frijns
Met het geld werd ter plekke een openstaande rekening van 300 gulden afgelost aan de erven Lemmen Loijen. Joannes Meiers, gehuwd met Margaretha Warrimon, nam het geld in ontvangst.
Een kwitantie werd op 13 oktober 1780 door Willem Biesjans overlegd als bewijs van aflossing van de gehele schuld.
RAL-LvO 1758, 36r: Op 23 oktober 1734 kocht Houb Biesjans, gehuwd met Joanna Canisius, van Peter Meulenberg, gehuwd met Barbara Horsmans, en Dirk Bemelmans, inwoners van Schinnen en handelend als voogden voor de kinderen van Maria Bemelmans, weduwe van Laurens Horsmans, 130 kleine roeden land op de schavernach, grenzend aan de weduwe Mathijs Roex, Claes Frijns en Claes Nicolai, voor 17 stuivers per kleine roede.

  • 2. Leonardus, gedoopt op 10 september 1689 te Nuth (getuige(n): Petrus Wolters, Elisabeth Corten, e.v. Gulielmus Canisius (van Nieuwhuis), Cecilia von Hartsleben).

RAL-LvO 1757, 12r (7 september 1709) vermeldt dat hij soldaat in Hollandse dienst was.

  • 3. Elisabeth, gedoopt op 28 december 1690 te Nuth (getuige(n): Max. Schepers namens Cornelius Slanghen, Elisabeth Driessens), overleden op 9 februari 1730 te Nuth op 39-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 18-jarige leeftijd op 17 april 1709 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Scheepers, Joan. Canisius) met Joannes JANSSEN, 27 jaar oud, gedoopt op 27 mei 1681 te Voerendaal, overleden op 12 december 1757 te Nuth op 76-jarige leeftijd, zoon van Wilhelmus JANSSEN en Anna SNIJDERS.
RAL-LvO 1758, 171r: Op 19 april 1742 verklaarde Joannes Janssen, weduwnaar Elisabeth Canisius, bijgestaan door schoonzoon Peter Muijlkens, een schuld te hebben van 150 gulden, via erfenis van wijlen zijn echtgenote, bij de erfgenamen Overste Heldevier. Deze schuld wilde hij nu door verkoop van land aflossen. Hij verkocht daartoe aan Dionijs Aloffs drie percelen akkerland in het Grijzegrubberveld, te weten:
a) 50 kleine roeden, grenzend aan jonker Schaesbergh, Laurens Cremers, en Matthijs Hautvast;
b) een perceel aan de Baersgrubbe, grenzend aan Joseph Helders en Houb Biesjans;
c) een perceel aan de Sittarderweg, grenzend aan Anthoon Mertens, Houb Biesjans en huis Reijmersbeek.
Iedere kleine roede kostte 24 stuivers.

  • 4. Joannes, gedoopt op 14 augustus 1692 te Nuth (getuige(n): Joannes Weustenraij, Ida Brants), overleden voor 1709.
  • 5. Cornelia, gedoopt op 1 juni 1694 te Nuth (getuige(n): Max. Schepers namens Theodorus Wijdershoven, Elisabeth Houben namens Judith Canisius).


IV.13 Michael CANISIUS,, gedoopt op 5 mei 1686 te Nuth (getuige(n): Matthias Haecken, Elisabetha Prosten), overleden op 7 maart 1717 te Nierhoven-Nuth op 34-jarige leeftijd, zoon van Wilhelmus HUNTGENS (zie III.12) en Elisabeth CORTEN.
Gehuwd voor de kerk op 28-jarige leeftijd op 19 augustus 1711 te Wijnandsrade met Catharina Elisabeth FRANSSEN, 24 jaar oud, gedoopt op 13 april 1687 te Wijnandsrade, overleden op 27 augustus 1759 te Nierhoven-Nuth op 72-jarige leeftijd, dochter van Henricus FRANSSEN en Maria van den BROECK.
RAL-LvO 1758, 57v: Op 24 maart 1736 leende de weduwe van Machiel Canisius 140 gulden tegen 5% aan Joannes Maessen, gehuwd met Maria Schorens.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Maria Elisabeth, gedoopt op 21 mei 1712 te Nuth (getuige(n): Joannes Jacobus Hensen, schout te Wijnandsrade, Gertrude Smeets, weduwe van Leijen namens Maria Canisius), overleden 1775/1776, 10 augustus 1775 maakt zij nog een akte op (RAL-LvO 1761, 107r); op 18 juni 1776 wordt over de nalatenschap van wijlen Maria Elisabeth Canisius gesproken (RAL-LvO 1761, 29r).

RAL-LvO 1759, 222r: Op 7 februari 1760 leende Maria Elisabeth Canisius, weduwe van der Meer, 200 gulden aan Franciscus Hultgens, gehuwd met Maria Margaritha Marmelthier.
RAL-LvO 1759, 229r: Op 19 mei 1760 ruilde Maria Elisabeth Canisius, weduwe adcocaat van der Meer, onroerende goederen met Jan Wouters, gehuwd met Jenne Horsmans. Jan Wouters gaf 118 kleine roeden weiland te Nierhoven, grenzend aan Maria Elisabeth Canisius zelf, de weduwe Cornelia Horsmans en de weg, belast met twee vaten koren en een hlaf vat zaad aan de kerk van Nuth. Maria Elisabeth Canisius gaf 30 kleine roeden beemd "aen den vroegop" oostwaarts Peter Herts, westwaarts de weduwe Hautvast. Daarnaast gaf zij nog 90 en een halve patacon.
RAL-LvO 1759, 267r: Op 14 oktober 1761 verkocht Jan Wouters de beemd die hij op 19 mei 1760 via ruil verkregen had aan Maria Elisabeth Canisius voor twee schillingen per kleine roede.
RAL-LvO 1760, 10r: Op 5 september 1763 leende Maria Elisabeth Canisius, weduwe van der Meer, 100 pattacons aan Jacobus Paes, gehuwd met Maria Tulleners.
RAL-LvO 1760, 11v: Op 2 november 1763 leende Maria Elisabeth Canisius, weduwe van der Meer, 100 pattacons aan Christiaen Hautvast, gehuwd met Elisabeth Wouters.
RAL-LvO 1760, 88r: Op 24 oktober 1766 verkocht Matthijs Frijns, gehuwd met Maria Horsmans, aan Maria Elisabeth Canisius, weduwe van der Meer, 138 kleine roeden beemd boven de Platsmolen te Nuth, grenzend aan de weduwe Claes Nicolai, de Platsmolen en de beek, voor 30 stuivers per kleine roede.
RAL-LvO 1760, 114r: Op 22 november 1767 leende Maria Elisabeth Canisius, weduwe van der Meer, bijgestaan door schoonzoon Joannes Wijnandus Voegs, arts te Sittard en gehuwd met Maria Catharina van der Meer, haar ongehuwde dochter Catharina Elisabeth van der Meer en de voogden Habets en Bruls, en met toestemming van zoon Matthias Philippus van der Meer, 2600 rijksdaalders (7800 gulden) tegen 5% van Bruno Gulig, prior van het Kartuizerklooster "Vogelsanck" te Gulik. Tot onderpand dienden:
a) 730 kleine roeden huis met hof, moestuin en huisweide te Nierhoven;
b) 125 1/2 kleine roeden akkerland "den wenaerts in de hoolcuijl"
c) 410 kleine roeden akkerland "de steenbergh in de hoolcuijl", oostwaarts Jan Weustenraed, westwaarts Hubert Houben;
d) 300 kleine roeden akkerland "in de hoolcuijl", oostwaarts Claes Frijns, westwaarts Judith Frissen;
e) 194 kleine roeden akkerland "in de hoolcuijl", oostwaarts erfgenamen Houtbeckers, westwaarts Judith Frissen en de weduwe Meijs;
f) 152 kleine roeden akkerland "in de hoolcuijl", grenzend aan Thomas Slangen en Claes Frijns;
g) 318 kleine roeden akkerland "in de hoolcoul", grenzend aan Claes Frijns en het voetpad naar Sittard;
h) 167 kleine roeden akkerland op de Streek, zuidwaarts erfgenamen van de hof Leeuw, noordwaarts Matthijs Roex en verder aan het voetpad naar Sittard;
i) 466 1/2 kleine roeden akkerland "in den clapersdael", oostwaarts Matthijs Meex, westwaarts de erven van hof Leeuw, noordwaarts de vloedgraaf;
j) 276 kleine roeden akkerland "op den grootenbosch", oostwaarts Claes Philippens, zuidwaarts Claes Frijns;
k) 456 kleine roeden akkerland "op den grootenbosch", grenzend aan zuidwaarts Jan Drummen, westwaarts de Wijenweg, noordwaarts de weduwe Claes Vranck;
l) 275 kleine roeden akkerland "op den grootenbosch", noordwaarts Matthijs Meex, oostwaarts Joannes Horsmans en verder de domeingoederen;
m) 111 1/2 kleine roeden akkerland "op den weenaerts", grenzend aan Mevis Crans;
n) 154 kleine roeden akkerland naast het vorige perceel gelegen, grenzend aan Jan Drummen;
o) 313 kleine roeden akkerland "op het plat", oostwaarts Claes Frijns, westwaarts Mevis Crans;
p) 129 kleine roeden akkerland, oostwaarts erfgenamen Mevis Catsbergh, zuidwaarts de heer van Nuth;
q) 1051 kleine roeden weide en moestuin, grenzend aan het woonhuis;
r) 452 kleine roeden weide, grenzend aan het huis, met beemd en vijvers;
s) 194 kleine roeden beemd met vijver;
t) 1132 kleine roeden weide "den vroeghop"
u) 1207 kleine roeden akkerland "achter den vroeghop"
v) 438 kleine roeden tien voet akkerland "op den geijsbergh", zuidwaarts de erfgenamen Jacob Hautvast, oostwaarts de Wijenweg;
w) 87 kleine roeden akkerland "op de Soppedellen";
x) 919 1/2 kleine roeden akkerland "op den grootenbosch"
y) 115 kleine roeden akkerland "op den bergh", oostwaarts de erfgenamen Houtbeckers, westwaarts de erfgenamen Matthijs Meex;
z) 42 1/2 kleine roeden akkerland naast de goederen van hof Leeuw;
aa) 41 kleine roeden akkerland "aen den bergh", oostwaarts de erfgenamen Houtbeckers;
bb) 272 kleine roeden akkerland op het Sittarder voetpad, grenzend aan Matthijs Roex;
cc) 284 kleine roeden akkerland op het Sittarder voetpad, grenzend aan de heer van Nuth;
dd) 130 kleine roeden akkerland "op hamersbergh";
ee) 100 kleine roeden akkerland, oostwaarts Vaes Vroemen, westwaarts Jan Weustenraedt
ff) 373 kleine roeden beemd "Moolenbembt";
gg) 400 kleine roeden beemd "Geijterbembt"
Het geld was bestemd voor Philip Jacob van der Meer "tot uijtwisselinge van de patente" te Kleef als kanunnik van de grote Kerk te Heinsberg.
RAL-LvO 1760, 125r: Op 20 juli 1768 verklaarde Maria Elisabeth Canisius, weduwe van der Meer, dat haar dochter Agnes Theresia Begga van der Meer, sinds enige jaren als begijn op het groot begijnhof te Tongeren verbleef. Voor haar onderhoud was haar een rente van 40 pattacons gegeven op de hof Retersbeek onder Klimmen. Deze hof was echter recent verkocht aan Joannes Winthagen en moest nu ontdaan worden van deze rente. Daarom werd de rente nu overgezet op de hof Nierhoven.
RAL-LvO 1760, 191v: Op 27 april 1770 verklaarde Maria Elisabeth Canisius, weduwe van der Meer, dat zij, gezien haar leeftijd, de administratie van haar goederen te zwaar vond. Zij droeg derhalve haar vruchtgebruik en het bestuur over de goederen over aan haar zoons Mathias Philippus Jacobus en Joannes Fredericus van der Meer, kanunniken te Heinsberg. Ook kregen de zonen de beschikking over alle roerende goederen. In ruil beloofden de zoons hun moeder te geven een vrije kamer met een dienstbode om voor haar te zorgen, voor haar het vuur te stoken, 's morgens chocolade te geven en iedere dag een halve kan wijn. Verder zou zij jaarlijks 100 gulden "speelrente" ontvangen en zou voor voedsel en kleding gezorgd worden.
Gehuwd voor de kerk op 19-jarige leeftijd op 7 augustus 1731 te Nuth (getuige(n): Joannes Pricken, Mathias de Valzolion) met Wilhelmus van der MEER, licentiaat in beide rechten, overleden op 6 oktober 1754 te Nierhoven-Nuth, zoon van Wilhelmus Franciscus van der MEER, schout te Tongeren, en Agnes van HAMONT.
RAL-LvO 1757, 305v: Op 9 oktober 1731 leende licentiaat van der Meer, gehuwd met Maria Elisabeth Canisius, 400 pattacons aan Matthijs Hautvast, gehuwd met Catharina Meijs, en diens zwager Hermen Meijs, gehuwd met Helena Hautvast.
RAL-LvO 1758, 43v: Op 22 december 1734 leende Joannes Guilielmus van der Meer, licentiaat in beide rechten en gehuwd met Maria Elisabeth Canisius, 100 gulden aan Geurt Snackers, gehuwd met Gertruijd Hermens.
RAL-LvO 1758, 64r: Op 6 februari 1735 leende advocaat van der Meer 100 gulden aan Claes Nicolaij, gehuwd met Neleken Horsmans.
RAL-LvO 1758, 64r: Op 10 oktober 1736 leende Joannes Guilielmus van der Meer, gehuwd met Maria Elisabeth Canisius, 50 pattacons aan Matthijs Brants, gehuwd met Catharina Hautvast.
RAL-LvO 1758, 110r: Op 29 december 1738 leende Joannes Guilielmus van der Meer, gehuwd met Maria Elisabeth Canisius, 400 gulden aan Steven Roex, gehuwd met Maria Limpens.
RAL-LvO 1758, 149v: Op 21 maart 1741 leende Joannes Guilielmus van der Meer 100 gulden aan Gerard Janssen, gehuwd met Catharina Holtbeckers.
RAL-LvO 1759, 76v: Op 12 januari 1752 leende Joannes Guilielmus van der Meer, gehuwd met Maria Elisabeth Canisius, 150 gulden aan Jacobus Heijlgers, gehuwd met Cornelia Celis.
RAL-LvO 1759, 81r: Op 9 maart 1752 leende Joannes Guilielmus van der Meer 150 gulden aan Geraerd Goessens, gehuwd met Joanna Boesten.

Medewerkers

Harry Luijten, eerste versie op 17 mei 2007