Horstmans, Nuth stam B

Uit Genealogie Limburg Wiki
Tree3c.jpgTree3c.jpg

GENEALOGIE HORSTMANS, stam B

Algemeen

Een directe familierelatie van stamvader Lambertus Horstmans met Horstmans stam A kon niet aangetoond worden. Uit archiefstukken, hieronder beschreven, blijkt wel een verwantschapsrelatie met de familie Jongen. De verwanten zijn kinderen van het echtpaar Petrus Jongen en Catharina Pesch. Hoe deze familielijn loopt is echter nog niet bekend.
Het is mogelijk dat Lambertus op 7 oktober 1666 te Wijlre gedoopt is als zoon van Petrus en Elisabeth Brants of Branten.


Generatie I


I.1 Lambertus HORSTMANS, overleden op 4 mei 1710 te Tempelberg (tegenwoordig Czaplinek in Polen). Lambertus Horstmans "op gen Pingh obijt in Tempelburgh oppido Poloniae"[1]
Op 28 maart 1695 verkocht Jan Raemaeckers, gehuwd met Ida Brants, aan Lambert Horstmans, gehuwd met Maria Leunis, 1230 kleine roeden weiland te Heek en 107 kleine roeden akkerland daarachter gelegen, aan weerszijden grenzend aan de erfgenamen Coel Hendrick, hoofdzijde hof Overheek, voor 34 stuivers per kleine roede. Het geheel was belast met negen koppen rogge, twee kapoenen en twee oude groot aan het klooster Sint Gerlach, waarvan 1/3 op de verkochte goederen bleef staan, zonder korting. Het restant kwam ten laste van de zusters van de verkoper.[2]
Op 9 juli 1696 verklaarde Giel Dederen, gehuwd met Petronella Jongen, dat hij in 1687 verschillende onroerende goederen, zoals hem bij erfdeling op 29 mei 1690 toebedeeld, had verkocht aan Claes Knoren, gehuwd met Aleid Roex. Deze verkoop was nog steeds niet rechtsgeldig vastgelegd en werd nu geannuleerd omdat de goederen genaast werden door Lambert Horstmans, gehuwd met Maria Leunis, op basis van verwantschap. Hij betaalde aan Matthis Roex, bezitter van de goederen, het aankoopbedrag.
De specificatie van die goederen werd in de voorafgaande akte beschreven:
a) 80 (bij meting 94 1/4) kleine roeden weiland "ten Reuken" onder Nuth, grenzend aan Thijs Jongen, Paulus Baggen en heer Munix;
b) 100 (bij meting 102) kleine roeden akkerland aldaar gelegen, grenzend aan Paul Baggen, erfgenamen Munix, Vaes Roecx en This Jongen;
c) 75 (bij meting 76) kleine roeden akkerland daarnaast gelegen, grenzend aan de erfgenamen Geret Vleugels, erfgenamen Munix, Jan Roex en Thijs Jongen;
d) een halve zille (bij meting 2 voet minder) akkerland aldaar gelegen, grenzend aan de erfgenamen Geret Vleugels, Thomas Crijns en de Pastorieweide;
e) 29 (bij meting 28,5) kleine roeden land aldaar gelegen, grenzend aan Paul Baggen, erfgenamen Geret Vleugels, Jan Corten en de Pastorieweide;
f) 43 (bij meting 44) kleine roeden land aldaar gelegen, grenzend aan de erfgenamen Geret Vleugels, Paul Baggen en Jan Corten.
Iedere kleine roede werd verkocht voor twee schillingen. Het geheel was belast met 6,5 kop rogge aan het huis Wijnandsrade en een halve kop aan de Armen van Wijnandsrade.[3]
Aangezien een deel van de goederen verkocht was aan schepen Frans Crijns, werd dat deel direct na de naasting voor het aankoopbedrag weer overgedragen aan Frans Crijns.[4]
Op 24 juli 1696 verkocht Jacobus Jongen, weduwnaar Gertrudis Muijters, aan Lambertus Horstmans, gehuwd met Maria Leunissen:
a) 33 kleine roeden moestuin te Reuken bij Hellebroek onder Nuth, oostwaarts de weg van de pastorie naar de Ketelbuiter, westwaarts de mestplaats van de koper, voor twee gulden per kleine roede;
b) de schuur in deze moestuin voor 55 gulden;
c) ca. 41 kleine roeden akkerland op het Molenveld te Nuth, grenzend aan de weg van Nuth naar Tervoorst, de Nieuwenhof en de koper, voor 15 stuivers per kleine roede.[5]
Op 16 juni 1697 verkocht Paulus Baggen, weduwnaar Agnes Jongen, aan Lambert Horstmans, gehuwd met Maria Lonis, al zijn, onder Nuth gelegen, onroerende goederen, te weten:
a) 37 kleine roeden huis met weide aan de Reuken;
b) een morgen akkerland "op den oversten camp", grenzend aan Frans Crijns en Jacob Jonghen;
c) 80 kleine roeden weiland, grenzend aan heer Munix en de koper;
d) 25 kleine roeden moestuin, grenzend aan heer Munix en de straat;
e) 50 kleine roeden akkerland achter deze moestuin, grenzend aan Willem Schutgens;
f) 25 kleine roeden akkerland, grenzend aan Willem Dederen en het voetpad;
g) ca. 105 kleine roeden akkerland "op de camp", grenzend aan Jacob Jongen en de koper;
h) 95 kleine roeden akkerland, grenzend aan Jacob Jonghen en het voetpad;
i) 80 kleine roeden beemd, grenzend aan de erfgenamen Mathis Limpens.
Deze goederen waren belast met twee vaten en een kop rogge aan het huis Wijnandsrade, de armen van Wijnandsrade en de cijnskaart Berg; voorts een halve kop haver en twee penningen in de cijnskaart Berg; alsmede een kwart van 3,5 pint olie aan de kerk van Nuth.
Iedere kleine roede kostte 29 stuivers. De lasten werden niet in mindering gebracht op de koopsom.[6]
Op 14 januari 1701 leende Lambert Horstmans, gehuwd met Maria Leunis, 400 gulden tegen 5% van Melchior Canisius, kannunik van St.-Paulus te Luik. Tot onderpand stelde hij de volgende, onder Nuth gelegen, onroerende goederen:
a) een morgen akkerland "op den oversten camp", grenzend aan Frans Crijns en Jacob Jonghen;
b) 80 kleine roeden weiland, grenzend aan heer Munix;
c) 25 kleine roeden moestuin, grenzend aan heer Munix en de straat;
d) 50 kleine roeden akkerland achter deze moestuin, grenzend aan Willem Schutgens;
e) 25 kleine roeden akkerland, grenzend aan Willem Dederen en het voetpad;
f) ca. 105 kleine roeden akkerland "op de camp", grenzend aan Jacob Jongen;
g) 95 kleine roeden akkerland, grenzend aan Jacob Jonghen en het voetpad;
h) 80 kleine roeden beemd, grenzend aan de erfgenamen Mathis Limpens.
Deze goederen had hij gekocht van Paulus Baggen en waren belast met twee vaten en een kop rogge aan het huis Wijnandsrade, de armen van Wijnandsrade en de cijnskaart Berg; voorts een halve kop haver en twee penningen in de cijnskaart Berg; alsmede een kwart van 3 1/2 pint olie aan de kerk van Nuth.
Vervolgens stelde hij bovendien tot onderpand:
j) 94 kleine roeden weiland, grenzend aan Paulus Baggen en This Jonghen;
k) 76 kleine roeden akkerland, grenzend aan heer Munix en de erfgenaemen Geraert Vleugels;
l) 102 kleine roeden akkerland, grenzend aan heer Munix;
m) een halve morgen akkerland, grenzend aan de erfgenamen Geraert Vleugels;
n) 28 kleine roeden akkerland, grenzend aan Geraerd Vleugels;
o) 44 kleine roeden akkerland, grenzend aan Geraerd Vleugels en Jacob Jongen.
Deze goederen waren belast met zeven koppen rogge.
De lening werd op 22 december 1730 door Peter Horstmans afgelost.[7]
Op 15 mei 1704 verkochten Orban Dodemont en Hendrick Peerboom, schoonzonen van Jacobus Jongen, koster te Oud-Valkenburg, alle erfgoederen zoals hun schoonvader die zou verwerven, met inbegrip van het huisje op de "Peterkens weijde", alles gelegen te Hellebroek onder Nuth, aan Lambert Horstmans, gehuwd met Maria Leunis, voor 25 stuivers per kleine roede. Vanwege verwantschap werd betaling uitgesteld tot aankomende kerstmis.
Jan Leunis, schoonvader van Lambert Horstmans, ondertekende ook.[8]
Gehuwd voor de kerk op 8 september 1694 te Nuth (getuige(n): Joannes Luenis, Sophia Vroemen) met Maria LEUNIS, 25 jaar oud, gedoopt op 1 mei 1669 te Nuth (getuige(n): Joannes Raven, Helena Hermans, e.v. Leonardus Caris), overleden op 14 oktober 1730 te Nuth op 61-jarige leeftijd, dochter van Joannes LEUNIS en Joanna RAEMECKERS (Timmers).
Op 14 maart 1712 toonde Maria Leunis, weduwe Lambert Horsmans, thans gehuwd met Joannes Nicolaus Bour, een akte van lening, gedateerd 9 september 1700, met bijbehorende afrekening, gedateerd 3 maart 1711, welke lening zij met haar eerste man had afgesloten met Jan Frissen ten bedrage van 300 gulden. Deze akte moest nu voor de schepenbank vastgelegd worden.
Verder verklaarde zij met haar eerste man via het "beschudrecht" van Thijs Roeckx ca. vijf morgen akkerland en weiland aan de Ping onder Hellebroek verworven had, afkomstig van de erfgenamen Claes Cnoren en belast met 6 1/2 kop aan de heer van Wijnandsrade en een halve kop rogge aan de armen van Wijnandsrade. Deze lasten waren al geruime tijd niet betaald en om een gedwongen verkoop te voorkomen besloot zij nu, met instemming van de voogden Steven Leunis en Mathijs Brants, tot de verkoop van een stuk land.
Zij verkocht nu aan Jan Boisten, gehuwd met Anna Cremers, 82 kleine roeden akkerland te Nuth, grenzend aan het kapittel van Aken, de weduwe Willem Canisius, de Meulenweide en de straat, voor 14 stuivers en een oort per kleine roede.[9]
Uit dit huwelijk:

  • 1. Petrus HORSMANS (zie II.1).
  • 2. Joannes, gedoopt op 26 oktober 1700 te Nuth (getuige(n): Joannes Lunis namens zijn zoon Joannes, Elisabetha Brans), overleden op 13 augustus 1721 te Nuth op 20-jarige leeftijd.


Generatie II


II.1 Petrus HORSMANS, gedoopt op 30 oktober 1697 te Nuth (getuige(n): Joannes Leunens namens Joannes Melsis, Catharina Bemelmans), overleden op 6 oktober 1783 te Hoensbroek op 85-jarige leeftijd, zoon van Lambertus HORSTMANS (zie I.1) en Maria LEUNIS.
Hij was schepen van Hoensbroek. In de transportregisters van de schepenbank Hoensbroek wordt hij ook veelvuldig als belanghebbende vermeld.
Op 9 januari 1733 leende Peter Horsmans, gehuwd met Ida Limpens, 150 gulden aan Reijner Crijns, gehuwd met Catharina Nijsten.[10]
Op 28 april 1734 verkocht Jan Leunis, gehuwd met Maria Smiedts, aan Peter Horstmans, gehuwd met Ida Limpens, 50 kleine roeden akkerland aan de vaart in het Grijzegrubberveld onder Nuth, grenzend aan Jan Meijs, Peter Horstmans zelf, Peter Meis en Jacob Meijs, voor 25 stuivers per kleine roede. Het land was belast met 15 gulden leenschuld aan het huis Reijmersbeek, te korten op de koopsom.[11]
Gehuwd voor de kerk op 22-jarige leeftijd op 30 november 1719 te Hoensbroek met Ida LIMPENS, gedoopt op 9 juli 1681 te Hoensbroek, overleden op 25 september 1760 te Hoensbroek op 79-jarige leeftijd, dochter van Joannes LIMPENS en Maria PIJLS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Joannes HORSTMANS (zie III.1).


Generatie III


III.1 Joannes HORSTMANS, gedoopt op 16 maart 1721 te Hoensbroek, overleden op 2 juni 1800 te Hoensbroek op 79-jarige leeftijd, zoon van Petrus HORSMANS (zie II.1) en Ida LIMPENS.
Gehuwd voor de kerk op 24-jarige leeftijd op 1 augustus 1745 te Hoensbroek met Anna Catharina La HAY, 26 jaar oud, gedoopt op 7 juli 1719 te Kerkrade, overleden op 13 juni 1775 te Hoensbroek op 55-jarige leeftijd, dochter van Dionisius de la HAY en Maria KUSTERS.[12]
Uit dit huwelijk:

  • 1. Joannes Petrus, kapelaan, geboren te Hellebroek-Nuth, gedoopt op 15 mei 1746 te Nuth (getuige(n): Petrus Horstmans (grootvader), Maria Kusters).

Op 5 januari 1773 verstrekte J.P. Horstmans, kapelaan en vervangend pastoor te Nuth, een lening van 400 gulden aan de nog ongehuwde Henderick Keulen. Het geld was afkomstig uit twee jaargetijden, staande op de kerk van Nuth.[13]

  • 2. Maria Catharina, gedoopt op 7 mei 1748 te Hoensbroek.
  • 3. Maria Elisabeth Josephina, gedoopt op 2 maart 1750 te Hoensbroek.
  • 4. Maria Theresia, gedoopt op 24 oktober 1752 te Hoensbroek.
  • 5. Albertus Domenicus (zie IV.5).
  • 6. Joannes Raymundus, gedoopt op 17 februari 1757 te Hoensbroek.
  • 7. Franciscus Antonius, gedoopt op 21 januari 1762 te Hoensbroek.


Generatie IV


IV.5 Albertus Domenicus HORSTMANS, gedoopt op 17 november 1754 te Hoensbroek, overleden op 10 mei 1800 te Hoensbroek op 45-jarige leeftijd, zoon van Joannes HORSTMANS (zie III.1) en Anna Catharina La HAY.
Ten behoeve van zoon Albert Dominicus deed Joannes Horstmans op 16 januari 1688 afstand van het vruchtgebruik op 416 kleine roeden weiland en moestuin te Reuken in Hellebroek onder Nuth, oost-, zuid- en noordwaarts Cobus Wolters en de straat, westwaarts Joannes Horstmans zelf, gewaardeerd 1600 gulden. De broers en zussen van Albertus Domenicus gingen eveneens akkoord.
Vervolgens stelde Albert Dominicus het land "tot cautie der dote" voor Maria Cornelia Offermans.[14]
Gehuwd voor de kerk op 33-jarige leeftijd op 31 juli 1788 te Hoensbroek met Joanna Clara De LAHAIJE, 21 jaar oud, geboren te Nieuwenhof-Nuth, gedoopt op 14 januari 1767 te Nuth (getuige(n): Gerardus Goossens namens Arnoldus Crahaije, Joanna Handels), overleden op 23 december 1791 te Ping-Nuth op 24-jarige leeftijd, dochter van Winandus De LAHAIJE, pachter Nieuwenhof Nuth, en Anna Margaretha SCHMITZ.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Joanna Margaretha, gedoopt op 29 juni 1789 te Hoensbroek.
  • 2. Wijnandus Josephus, geboren op 18 december 1791 te Ping-Nuth, gedoopt op 18 december 1791 te Nuth (getuige(n): Wijnandus de la Haije (grootvader), Theresa Elisabetha Strens namens Maria Catharina Horstmans).

Buitenechtelijk kind:

  • 3. Joannes Petrus OFFERMANS, geboren op 1 februari 1785 te Nierhoven-Nuth, gedoopt op 1 februari 1785 te Nuth (getuige(n): Lambertus Coenen (Nuth), Joanna Maria Gijsen (Nuth) namens Catharina Crijns (Nuth)), buitenechtelijk, overleden op 24 september 1785 te Tervoorst-Nuth, 235 dagen oud, zoon van Maria Cornelia OFFERMANS.

Genachting 14 januari 1788, vermelding Albertus Horstmans als vader van Joannes Petrus Offermans[15]

Bronnen

  1. vermelding in DTB Nuth
  2. HCL-01.075 LvO 7091, 474
  3. HCL-01.075 LvO 1756, 72v
  4. HCL-01.075 LvO 1756, 85v
  5. HCL-01.075 LvO 1756, 178r
  6. HCL-01.075 LvO 1756, 227v
  7. HCL-01.075 LvO 1756, 159v
  8. HCL-01.075 LvO 1756, 230v
  9. HCL-01.075 LvO 1757, 39r
  10. HCL-01.075 LvO 1758, 5r
  11. HCL-01.075 LvO 1758, 31v
  12. Herten in het Woud, deel V, 35
  13. HCL-01.075 LvO 1760, 241r
  14. HCL-01.075 LvO 1763, 192r
  15. HCL-01.075 LvO 1741

Medewerkers

Harry Luijten, eerste versie op 29 april 2007
Harry Luijten, bijgewerkte versie op 10 februari 2024