HoenHoensbroek

Uit Genealogie Limburg Wiki

HOEN VAN HOENSBROEK

IVd.

Herman Hoen tzo Broeck.

Herman Hoen tzo Broeck nam met zijn zoon Johan deel aan de slag bij Woeringen [1288].Aldus Slangen (o.c. p. 138), die zich baseert op Annales de l'Académie de Belgique, tome VI (1849), p. 243.

Un sire de Hoen, chevalier, céda vers 1277 sa maison située à Aix-la-Chapelle. aux Dames Blanches qui y fondèrent un convent. Le sire de Hoen est probablement le même qu'Herman dont nous venons de parler (BR)

Deze Herman is wellicht de Ridder van Hoen die volgens Quix (geschichte der Stadt Aachen bl.48) vòòr of omstreeks het jaar 1277, zijn huis, te Aken, afstond tot oprigting van het Witte Vrouwen klooster aldaar. (Slanghen)


V .

Johan Hoen tzo Broeck, burgvoogd van Valkenburg, tr. met

Aleidis van Haren, overleden 30-07-(1305).

Jan Hoen van den Broeck castelein tot Valckenberg A0 1311 traude Alith, dochter van Rogier van Haren, vogt van Mastricht, mit diese Fraw hefft hij beheilicht das haus en de Hoff van Haren gelegen int Kirspel van Vourendaal. (Hs Cortenbach RHCL 201a).

scelle avec d'autres nobles en 1294 un acte par lequel Gersilius van Aken, chanoine de St Servais à Maes-tricht, fait une donation au chapitre de Notre Dame à Aix-la-Chapelle (BR)

Johan Hoen tzo Broeck, burgvoogd van Valkenburg, nam met zijn vader deel aan de slag bij Woeringen [1288], huwde met Aleida van Haeren. Wordt vermeld in een akte [1294] als getuige, zie Quix, Geschich-te der Stadt Aachen, pag. 51. (Slangen, o.c., p. 138).

1305 22 februari. "Domina Aleydis de Bruke quondam filia domini Ogeri advocati Traiectensis, in lecto sue egritudinis et in sua ultima voluntate, legavit in puram elemosinam ecclesiae beati Vincencij in Traiecto annuatim duos solidos leodienses"........... voor de schepenen van Maastricht (P.S.H.A.L. II (1865), p. 194/5).

Volgens Land van Herle, 1e jrg. (1951), pag. 9, was Aleit van Haren dochter van Ogier van Haren en Mechtilde d'Yttre of Dyttre (d'Itteren), kleindochter van Adam van Haren en Elisabeth Mitte (=Millen), achterkleindochter van Ogier van Haren, die de zoon van Adam, heer van Haren, voogd van Maastricht was.

Commemoratio Mense Julio Tertio Kal. (30 Julii) Aleydis uxoris de Hoen (Habets, Houthem, Necrologi-um, P.S.H.A.L. VI (1869, p. 183). Noot 3: Aleydis de Haren, dochter van Ogier, voogd der stad Maastricht en echtgenote van Jan Hoen van Hoensbroeck, burgvoogd van Valkenburg, maakte 22 februari 1305 haar testament.

Kinderen:

  1. Jan Hoen, zie VI A.
  2. Herman Hoen, zie VI B.
  3. Aleydis Puella de Bruke.
Haar commemoratie is ingeschreven in een Kalendarium van het kapittel van O.L. Vrouw te Maastricht op 1 december.

VI A

Jan Hoen, ridder, tr. 17-11-1336 met

Agnes Sacx van Wijck.

Hij was voogd van Maastrichten woonde te Voerendaal in het Hoenshuis. Hij voert een wapen dat best weleens het originele Hoen-wapen kan zijn.

Jan Hoen van den Broeck Pantvogt ende Pantscholtis van Mastricht traude int jaar 1356 (moet waarschijnlijk 1326 of 1336 zijn! J.H.) feria Sexta post festum Sti. Martini, die dochter van Jan Saes van Wijck, schepen van Mastricht. (Hs. Cortenbach 201a).

Johan Hoijne, ridder, schildknaap in 1334, woont in 1358 in Voerendaal in het Hoenshuis. Zijn kasteel wordt in 1364 "afgebroken". Hij is waarschijnlijk identiek met Johan Hoen, heer van Vissersweert in 1381. (Geschie-denis Hoensbroek, pag. 26-27).

Jean Hoen, prisonnier illec, sous Louis de Namur; i.t.; 249 1/3 mout, 1374: trois coqs, une tête de coq au col allongé. L. S'Ioannis Hoen (Chartes des ducs de Brabant). (De Raadt II, pag. 88). Of toch: 1377 15 juni treedt o.a. op als scheidsman Johan Hoen van Voerendale. Zijn zegel vertoont vier balken, waarover een twee-staartige leeuw (Franquinet, Houthem, nr. 69, p. 69-70).

11 juni 1326 getuige Johannes dictus Hoen. (Herrschaft Paffendorf Urkunde 15)

Kinderen ?:

1. Johan Hoen van den Eyssche.
29 april 1370 De schepenbank van Meerssen verklaart dat wijlen Johannes Hoen van den Eyssche, ridder, bij testamentaire beschikking aan zijn zuster Jutta van den Eyssche heeft opgedragen in het klooster van de H. Gerlachus aldaar een altaar ter ere van Sint-Joris te stichten, met een dotatie van 25 goudgulden 's jaars voor de rector van dat altaar en dat Jutta van den Eyssche daarom een jaarrente van 25 goudgulden heeft gekocht van Nycholaus, genoemd Hoen, ridder, en wel uit diverse goederen (Haas, Inv. Norbertines-sen Sint Gerlach, p. 89).
2. Jutta van den Esschen.
24 augustus 1369 Voor Willem van Roeyssendale, rechter, en Johan Mout, Pauwels der Wyman, Luppe-rant, Tylman der Oers, Henrich Doert en Gerart Tylken, schepenen van Heerlen, bekennen de oude Dirich van Kaldenborne, zijn zoon Willem en zijn eidam Johan Berwijn van Aken aan Jonkvrouw Jutta van den Esschen, non te Sint-Gerlach, een malder rogge, maat van Heerlen, die de vrouwe van Welten jaarlijks uit haren hof op den berg zal betalen, verkocht te hebben. Als onderpand stellen zij 4 morgen akkerland dat eygenguyt is, gelegen op den berg naast land van Arnoeyt Poeytroyden soen en land van de vrouwe van Welten (franquinet, St. Gerlach, p. 57-58).
Tertio kal. (30 Aug.) Juttae Huyn (Habets, Houthem, Necrologium, PSHAL VI (1869), p. 189).
1370 29-4 Goswinus van Weerde, schout, Gerardus van Roetheym, Gerardus genoemd Wolf, Arnoldus van Bergheym, Lambertus van Ytteren, Gerardus Teykerman, Adam genaemd Haertscheyne en Petrus op die Beke, schepen der proostdij Meerssen, verklaren dat daar ridder Johannes genoemd Hoen van den Eyssche, bij testament aan zijn zuster jonkvrouwe Jutta van den Eyssche heeft opgedragen van zijn goederen een altaar ter ere van St. Georgius in het klooster van St. Gerlach te stichten met een rente van 25 gld. jaarlijks voor de rector van dat altaar, voor hen verschenen is Nycholaus genoemd Hoen, ridder, welke verklaart aan deze jonkvrouwe een jaarrrente van 25 goudgulden, vervallend op St. Andries, te hebben verkocht, voor welke rente hij als onderpand stelt de volgende goederen, vroeger toebehorend aan Godefridus de Capella man van wapenen: 150 oude grooten rente liggend op verscheidene plaatsen, 9 morgen land gelegen te Vlechke bij de plaats genoemd den wipchendael, aan éne zijde van de weg, en nog 7 moggen aan de andere zijde van de weg, 1 morgen bij de plaats aan den pelst bij het land van Arnoldus, ½ bunder gelegen met een hoek (cum una cauda) op de weg gen. den bekerwech en met de andere aan het land van Arnoldus genoemd in dy sclat, 2 bunders gelegen te Ulenstraten bij de popelboem, 1 bunder genoemd dat scerbunre op de weg geheten nutterwech, 2 bunders te Bergheym naast het land van Scarwier in gheyn apsont, 3 morgens in Moervelt op dy grunstrote gaande van Walsitte naar Bergheym, 1 bunder op dy bollen kule, bij het land van ridder Zezoins, l½ morgen bij het land van Elisabeth dochter van Floersken, ½ morgen gelegen op de weg van Moervelt naar Bergheym, bij het land der heeren van de Biessen, 5 morgen te Kanssuen naast landen van Adam van Nut, Johannes van Bochstegen en jonkvrouwe Alverarde, 2½ morgen naast de weide van den Proost, 1 morgen op de weg van Mersen naast land der armen van Meerssen, 1 morgen naast de landen der kinderen van Here en van Nycholaus Pyrs soen, en een hof te Werde tussen de hof van Menghers en de weg genoemd dye stege.
Het zegel van Nicholaus Hoen vertoont een dubbelstaartige klimmende leeuw; randschrift: s. n..... hoen militis scabini traiec (Franquinet, Houthem, nr. 59, p. 59-60.).
3. Catharina
Catharina Hoen van den Broeck, traude Jan Herr tot Witthem Drost van Brabant Lefde 1375. (Hs Cortenbach 201a).
Deze vinden we ook terug in de genealogie van de Bastaardtak van Brabant: Jan II van Wittem, heer van Wittem 1373-1406, drossaard van Brabant,
1) met Catharina Hoen tzo Broeck, T.v. Jan II und Agnes; 4
2) 1375 met Maria van Stelle, vrouwe tot Beersel und Hellebeke, T.v. Hendrik
4. Gothard
Gothard, tué au combat de Stavoren (1346) livréaux Frisons par Guillaume IV, comte de Hollande, qui y périt avec un grande nombre de ses cheval iers. (BR)


VI B.

Herman Hoen dictus Hoyne.

Hij wordt op 08-10-1334 als schildknaap vermeld (Geschiedenis Hoensbroek, pag. 27. Hij is de vermoede-lijke "herbouwer" van Gebrookhoes Zijn echtgenote is onbekend. Hij wordt zelf ook niet in het Hs Cortenbach vermeld. Zie ook Slangen o.c., pag. 142, die hem echter met zijn kleinzoon verwisselt.

Kinderen:

  1. Nicolaus Hoen, zie VII.
  2. Reinier Hoen, ridder der Duitse orde, commandeur te Aldenbiessen en later te Utrecht. Hij stichtte de Nieuwe Biesen te Maastricht, Volgens Slangen, p. 141, die hem overigens noemt als zoon van Johan II en Agnes Saecx van Wijk. Hij overleed in 1371 in de commanderie te Utrecht.
Reinier Hoen van den Broeck (zoon van Jan en N. Sax van Wijk) Deutsch Ordens Ridder ende Landtcommandeur van den Beissen, ende van Utrecht int jaer 1362, hij heff dat haus ten Beissen binnen Mastricht gebaut ende darin met sinen Deutschen Herren angefangen te wonen. (Hs Cortenbach 201a)
Vermeld in Aldenbiesen I, p. 76.
Reynerus Hoen, dispensator van de Kommanderij Biezen in een akte d.d. 17 oktober 1344 (J. Grauwels, Regesten, dl. I, nr. 191, p. 64.). Als kom-mandeur nog in diverse akten bijv. 20 juli 1356 (nr. 210, p. 70) en 13 februari 1365 (zie J. Grauwels, Regesten, dl. I).
1365 13 februari Ogier van Biecht verkoopt aan Reyner Huen, landkom-mandeur, het hof van Bloemendale, gelegen bij Heer en 6½ bunder akker-land, gelegen te Lanaken en Pietersem voor 2900 gulden. norgen voor Ogyr van Biecht o.a. Claes Huen en Herman Huen.
In haar geschiedenis [Commanderie Utrecht] vindt men de volgende aantekening:
"Heer Reyner Hoen was die XXe Landcommandeur van der Balie Utrecht tien jaaren lang, hij was mede lantcommandeur van der Balije van Biessen, hij was Heer Herman Hoens zoon, ridder, hij was een deugdelijk guet man, hij dede zetten ende timmeren dat huys van den Biessen binnen Maestricht, ende die Balije van Utrecht quam daer toe te bate allen wast geen rede, bij zijnre tijt was die kerck van Leijden den orden afhendich gemaeckt, maer de Landtcommandeur met hulp van den meijster van Duytslandt kreegse weder, en hadde alle zijn cost en schade die Ordre daerom gedaen hadde, hij wert t'Utrecht ziek ende sterf daer en wert ten Duytschen huyse int choor begraeven, besijden heer Goesen van Garnar. Heer Reyner sterf 1371." (Geschiedenis Hoensbroek, pag. 28)


VII

Nicolaus Hoen, schepen en schout van Maastricht en Lenculen, ridder, dienstman van de hertog van Brabant, leenmalen van de Drakenmolen te Broeck 1370, overleden (gesneuveld) Baesweiler 21-08-1371, tr. met Katherina de Capella, dr.v. (verm.) Godefridus de Capella, overleden 22-04-(in of vóór)-1373.

Nycholaus dictus Huen, ridder, wordt op 6 maart 1371 (p. 80) en 5 februari 1372 (p. 84) als schepen van Maastricht (Doppler, O.L.Vrouw).
S' Nicholaus Huen, ridder, wordt eveneens als schepen van Maastricht vermeld op 22 november 1370 (p. 411) en op 22 februari 1371 (p. 412). (Doppler, Servaas, I).
Nicolas Hoen, chev. écoutète de Maestricht, se porte caution pour le duc de Brabant, à Aix-la-Chapelle, le 7 novembre 1369: une fascé (de six pièces) et un lion cour. broch. L. + S' dni Nicolosii Houn [!], (Chartes des ducs de Brabant, no 2301), (De Raadt II, p. 88).
Nicolas Hoen, chev. écoutète de Maestricht, se porte garant pour le duc de Brabant, à Bruxelles, le 6 août 1371: une fascé (de huit pièces) et un lion cour. broch. L. + S' dni Nicholai Hoen militis sc .... tiecten, (Chartes des ducs de Brabant, no 2404), (De Raadt II, p. 88).
1362 27 sep. Nycholaus Hoen en zijn vrouw Katharina verkopen een jaarlijkse erfcijns van 7 Luikse solidi en 2 kapuinen op 7 huizen gelegen in de Sint Antoniusstraat te Maastricht aan de balie Biezen (J. Grauwels, Regesten, dl I, nr. 223, p. 75).
29 april 1370 De schepenbank van Meerssen verklaart dat wijlen Johannes Hoen van den Eyssche, ridder, bij testamentaire beschikking aan zijn zuster Jutta van den Eyssche heeft opgedragen in het klooster van de H. Gerlachus aldaar een altaar ter ere van Sint-Joris te stichten, met een dotatie van 25 goudgulden 's jaars voor de rector van dat altaar en dat Jutta van den Eyssche daarom een jaarrente van 25 goudgulden heeft gekocht van Nycholaus, genoemd Hoen, ridder, en wel uit diverse goederen (Haas, Inv. Norbertines-sen Sint Gerlach, p. 89).
1370 29-4 Goswinus van Weerde, schout, Gerardus van Roetheym, Gerardus genoemd Wolf, Arnoldus van Bergheym, Lambertus van Ytteren, Gerardus Teykerman, Adam genaemd Haertscheyne en Petrus op die Beke, schepen der proostdij Meerssen, verklaren dat daar ridder Johannes genoemd Hoen van den Eyssche, bij testament aan zijn zuster jonkvrouwe Jutta van den Eyssche heeft opgedragen van zij goederen een altaar ter ere van St. Georgius in het klooster van St. Gerlach te stichten met een rente van 25 gld. jaarlijks voor de rector van dat altaar, voor hen verschenen is Nycholaus genoemd Hoen, ridder, welke verklaart aan deze jonkvrouwe een jaarrrente van 25 goudgulden, vervallend op St. Andries, te hebben verkocht, voor welke rente hij als onderpand stelt de volgende goederen, vroeger toebehorend aan Godefridus de Capella man van wapenen: 150 oude grooten rente liggend op verscheidene plaatsen, 9 morgen land gelegen te Vlechke bij de plaats genoemd den wipchendael, aan éne zijde van de weg, en nog 7 moggen aan de andere zijde van de weg, 1 morgen bij de plaats aan den pelst bij het land van Arnoldus, ½ bunder gelegen met een hoek (cum una cauda) op de weg gen. den bekerwech en met de andere aan het land van Arnoldus genoemd in dy sclat, 2 bunders gelegen te Ulenstraten bij de popelboem, 1 bunder genoemd dat scerbunre op de weg geheten nutterwech, 2 bunders te Bergheym naast het land van Scarwier in gheyn apsont, 3 morgens in Moervelt op dy grunstrote gaande van Walsitte naar Bergheym, 1 bunder op dy bollen kule, bij het land van ridder Zezoins, l½ morgen bij het land van Elisabeth dochter van Floersken, ½ morgen gelegen op de weg van Moervelt naar Bergheym, bij het land der heeren van de Biessen, 5 morgen te Kanssuen naast landen van Adam van Nut, Johannes van Bochstegen en jonkvrouwe Alverarde, 2½ morgen naast de weide van den Proost, 1 morgen op de weg van Mersen naast land der armen van Meerssen, 1 morgen naast de landen der kinderen van Here en van Nycholaus Pyrs soen, en een hof te Werde tussen de hof van Menghers en de weg genoemd dye stege.
Het zegel van Nicholaus Hoen vertoont een dubbelstaartige klimmende leeuw; randschrift: s. n..... hoen militis scabini traiec (Franquinet, Houthem, nr. 59, p. 59-60.).
Aprilis 22 obiit domina Katharina uxor domini Nycolai Hoen (A.J.A. Flament, Necrologium der parochie-kerk van Nuth uit de 15e en 16e eeuw, PSHAL L (1914), p. 10.

Kinderen:

  1. Herman Hoen, zie VIII A
  2. dochter, tr. met Ivo van Carthiels, zie DEEL IV.
In Hs Cortenbach 201a wordt zij genoemd als dochter van Jan Hoen en Alith van Haren. Ook in BR.
3. Johan Hoen, zie VIII B .


VIII A

Herman Hoen, schout van Maastricht en Lenculen [1371-1376, 1394-1403], gezworen raad van de hertog en hertogin van Brabant, heer van Broeck [1388-1404], Vissersweert [1388], Spaubeek (St. Jansgeleen) [1388-], als Herman dictus Huyn Keurkeuls leenman van Haren [1371-], tr. met

Cecilia de Libra, dr.v. Daniel de Libra en Sibilla NN.

Herman Hoen van den Broeck, Ridder, hij hefft int jaer 1360 gebaut dat Schloot int Broeck ende hefft Ao. 1388 gegolden van Fraw Johanna Hertoginne van Brabant die Herlicheit int Broeck, traude Cecilia van Borne Fraw tot Vischerswerdt ende Spaubeek (Hs Cortenbach).
1373 30 september Herman Huen, ridder, schenkt aan het klooster van St. Gerlach 2 ryolen (realen), jaargulden, voor de jaargetijden van zijn vader en moeder, te houden, die van zijn vader opten keirs ouvent en die van zijn moeder op St. Jorisavond, en stelt tot onderpand al zijn cijnsen, renten en pachten te Meerssen, tot hij op andere goederen onderpand zal hebben gesteld (Franquinet, Houthem, nr. 62, p. 63 en Haas, Inv. Norbertinesse Sint Gerlach, p. 91).
Hermannus Huijn, miles, vassal de l'archevêque de Cologne, du chef de sa curtis in Haeren, sita in parochia Vurendale (Voerendaal), 1371; sc. un acte de Gérard van Cortenbach, 1371; jadis prisonnier à Bäsweiler, sous l'écoutète de Maestricht; i.t.: 1162 mout. 1374; sc. pour Henneken van Rode, prisonnier illec, sous le drossard de Fauquemont; i.t.: 50 mout. 1374; sc. pour Arnould Clot, prisonnier, sous la bannière de Maestricht; i.t.: 24 mout., 1374; reçoit, du chef de son père, N.N. (?) Hoen, tué à Bäsweiler, sous la même bannière, un accompte sur une i.t. de 471 mout., 1374: une fascé (de huit pièces) et un lion (cour.?) broch. L. (1374): Sigilvm Herm.. Hoyn (Duss., Col., nos. 912 et 911, et Chartes des ducs de Brabant. Les actes l'appellent aussi Hoijn et Hoijen.
D'après Gelre, Her Herman Huen, h. de l'évêque de Cologne, portait: fascé d'argent et de gueules (8 pièces), au lion de sable, cour. du même, broch. Volet d'argent. Cour. d'or. C.: un lion de sable, lamp. de gueules, cour. d'or(1), issant. (De Raadt II, p. 88).
Hermannus genaamd Huen, man van wapenen, en zijn echtgenote Cecilia de Libra, doen voor het jaargetijde van Daniel de Libra en zijn echtgenote op 16 augustus 1363 afstand van een jaarlijkse rente van 15 Luikse schellingen uit het huis van Gerardus Verengudelen son, brouwer op de kaarsenmarkt iuxta aream opidi, waarvan 5 voor de Predikheren, 5 voor de pastoor van St. Jan en 5 voor de broederschap der kapellanen van St. Servaas (Doppler, Servaas I, p. 372). Noot 2 bij idem: Dit jaargetijde staat op 25 november in het necrologium der broederschap: Anniversarium Danielis de Libra et domicelle Sibilie eius uxoris V solidos.
Dese Herman Hoen Herr int Brock hefft ein dagelicke Miss fundirt, wie ut naefolgenden verdrach te vernehmen. Int Jaer 1403 den 6. Meij hefft 't Convent der Augustinenbinnen Mastricht ter einre, ende ein Erbar Man Herr Herman Hoen Herr ten Broeck Ridders voer hem ende voor synen Erven ter anderer sijden ein Erffmisse van Requiem gesticht alle dage te celebreren ten heile der Sielen Herr Jans Sacher Schepen van Mastricht, nu leestmael gestorven, In die kercke Sint Mertens te Wijck, off in den Hove Herr Hermans Hoen te Wijck, die voer gewest was Herr Jans Sachs. (Hs Cortenbach 201a).

Kinderen:

  1. Nicolaus II Hoen, zie IX A.
  2. Daniel Hoen, zie IX B Hoofdstuk 7.
  3. Catharina Hoen, erfgename van de pandvoogdij van Maastricht, tr. met Abel Roest van Vercken alias de Porceto.
    Catharina Hoen bracht in Houelick die Pantschap der vogdeijen van Mastricht an Obel Roest van Vercken (Hs Cortenbach 201a)
  4. Arnold Hoen, kanunnik van St. Lambert te Luik, plaatsvervangend stadhouder van de Keurkeulse Mankamer te Heerlen.
    Arnt Hoen van den Broeck Domherr tot Luijck (Hs Cortenbach 201a)
  5. Cecilia Hoen, tr. 1416 met Willem van Merode, voogd van Maastricht.
    Cecilia Hoen traude Wilhelm van Merode Ao 1416 (Hs Cortenbach 201a)
  6. Mabilia Hoen, religieuze in het Klooster Burtscheid.
    Mabilia Closter Juffer tot Bortzet (Hs Copretenbach 201a)
  7. ? Catharina Hoen
    Catharina die Junge traude Jan Herr van Witthem Drost tot Valckenbergh (Hs Cortenbach 201a) Vermoedelijk is zij verwisseld met haar tante, dochter van Jan Hoen en Agnes Sacx.


VIII B

Johan Hoen van Voerendale, heer van Vissersweert, overleden ná 1418, tr. met

Irmgard de Fexhe, dr.v. Pierre de Fexhe dit de Brouck, zo vermelden alle auteurs, maar dat is blijkbaar onjuist!

Her Jan Hoen van Voerendael is [man van] synem huyse ende hoeve ende panhuys dat zo Voerendael gelegen es (Keurkeulse Mankamer, voor 1427, L.v.O. nr 959, pag. 3, zie LVH 2 (1952), p. 40).
Nijthausen. In den jahren XIIII uns XVIII in der letzte woche von brochmondt overmitz mich Goiswin von Cortembach ass richter H. Claes Hoën Herr ... und Gerart von den Eicholt ass man meines gdg. Hre van Cöllen hat sich Wilhelm van Meroede onterfft und ontguet des hoeffs zu Nijthausen ass man die von meinnen gdg Hre vorschr. haldende is in behuef Hre Johans Hoens van Vorendalle ritter nach inhalt seiner briefen ass umb xi mudden roggen behelders den erven des loesse brieffe darauf gemacht und besegelt (Hoeberechts, Mankamer, p. 114).
1381 Johan Hoen van den Broeck verheft de heerlijkheid Visscherweert (Habets, Leenhof Valkenburg, p. 111).
Volgens Europäische Stammtafeln VII, Tafel 119 en Geschiedenis Hoensbroek zou Irmgard de dochter zijn van Pierre de Fexhe dit de Broeck en Catherine d'Argenteau, maar dat lijkt onwaarschijnlijk, gezien het volgende:
S. Rogaciam? (24 mei) obijt dna Irmgardis de Steyvort uxor dni Johannis Pulli de Voerendail militis qua legavit pro aniversario suo etc. Kalendarium Wijnandsrade (NRWStA, Paffendorf, 10, 106).
Limburg XVII (1935/36), p. 183-184: Na dood van Aerdt van Steyvoort had op 6 mei 1425 een deling plaats tussen "Joanna van Steyvorde, vrouwe van Grobbendonck, en vrouwe Ermgairt van Steyvorde, wettige gesellinne heren Jans wijlen heeren van Voerendael" (Cartularium nr 15 der Kartuizers van Zeelhem op 't Staatsarchief te Hasselt, fol. 54), aldus geciteerd. Joanna was gehuwd met ridder Aerdt van Craeyenheim. 22 april 1431 geeft Irmgard kwijting dat zij en haar broers Martin en Dierk van Like ten volle voldaen zijn door hun tante "vrouwe Joanna van Steyvorde, vrouwe van Grobbendonck (zelfde Cartularium, fol. 55).
Deze goederen kwamen in bezit van de gebroeders Jan en Willem van Steynvoort, ten jare 1365, die deze verkregen tegen Lodewyk van Loon, heer van Horpalen, zoo als blykt uit eenen brief van Dierk Loeff, heer van Hoorn, en Altena, van wien gemelde heer deze vroeger te leen hield.
In 1425, by doode Arnolds van Steynvoort, kregen Joanna van Steynvoort, vrouw van Grobbendonck, en Ermengaert van Steynvoort, weduwe van Jan Hoens van Vorendale, ridder, beide nichten van gemelden heer van Steynvoort, deze goederen in bezit, waervan de verdeeling gebeurde op 6 mei 1425.
Wy zien dat Willem, heer van Hoorne, Altena, Corthesem en Montignies, op 29 april 1429, aen Joanna van Steynvoort, deszelfs huisvrouw, toelating gaf van over hare goederen by testament te beschikken. De bisschop van Luik, Jan van Heinsberg, vergunde insgelyks de zelfde toelating, in hoedanigheid van grondheer dier goederen, aen, de vermelde Joanna, weduwe van den ridder Arnold van Crayenhem, die dezelve aen onze karthuizers afstond. (F.J. Raymaekers, Historische oogopslag op het voormalige Karthuizersklooster te Zeelhem, 1863)
Tot de gevangenen na de verloren slag bij Kleverham op 7 juni 1397 behoren o.a. Johan en Nicolaas Hoen (GA Roermond, Res Gestae II, nr. 1418) .
1382 August 28 Jan Hoen van Rotselaer, Erbdrossat in Brabant und Vogt zu (Maas)Tricht, sichert dem H. Mascareele van Rode, der sich für ihn gegenüber Heinrich Vielget und Jacob van den Berge über 1200 al te Schilde verbürgt hat, Schadloshaltung zu. Bestellsignatur : Paffendorf, Urkunden Nr. 59

Kinderen:

1. dochter, tr. met
Ghys van Eijll.
Hieruit:
a. Irmgard, tr. met Peter Hain.
Willem Haey(n) hielt van Joncher Anstenraed voirs te leen als vorgenger Joufer Yrmgarts van Eyle den hoff te Broeck wat van alts daer toe gehoirt ende gilt t'ontfangen een hergeweede. Nu Tijsken Lemmens ende in des Hanenhoeff der den XXII May anno XXXVIII tvoirs leen ontfangen heeft voer hem ende zijne mitgedelingen beheltenis zijnre zweger vrouwen henre tocht, overmits mich Jan Tzijen stadhelder, Claes In den Heylgeborn, Heyn Molener ende Stijn Lemmens, man van leene.

Bastaard uit Iden van Canne:

2. Johan

IX A

Nicolaus II Hoen, heer van Hoensbroek 1404-1428, Keurkeuls leenman van Ten Eelen 1397, Nythuizen 1397, schout van Maastricht en de Vroenhof 1404-1413, 1421-1427, drossaard van Millen, Gangelt en Vucht 1405-1412, tr. (contract) 24-07-1382 met
Aleyt Catherina van Maschereel, dr.v. Johan Maschereel, heer van Rode, en Maria d'Oupey, overleden 22-04-(vóór 1428).

Niclaes Hoen Herr int Broeck Ridder traude Catharina dochter Johans van Maschereil Herr zu Winantzraet und van Maria van Opij tot Herstall (H. Cortenbach 201a).
Claux Hoen, chev., sc. une acte de son parent Guillaume, sgr. de Argenteau, 1410: un lion. Cq. cour. C.: une tête et col de lion cour. L. S Cloes Hoen he........ (Chartes des ducs de Brabant). (De Raadt II, p. 88).
1416 22 september Ich Cloes Hoen here ten Broeck verklaart dat het klooster van St. Gerlach hem en heren Danyel Hoen vanden Broeck Ritter de rente op een onderpand van 25 rijnsch gulden aan het St. Jorisaltaar hefft kwijtgescholden, maar dat hij een bedrag van 25 Rijnse guldens zal betalen aan de rector van het altaar als compensatie voor het lossen van dit pand (Franquinet, Houthem, nr. 99, p. 105-108, en Haas, Inventaris Norbertinessen Sint-Gerlach, p. 111).
In 1407 werd Claes Hoen, ridder en buitenburger van Maastricht, door de hertog van Brabant benoemd tot drossaard en ambtman van Millen. Hij is als zodanig beëdigd op 2 januari. Zijn ontslag kreeg hij per 3 februari 1412. In zijn ontslagbrief wordt hij aangeduid met "onsen raed". (Brabantse Rekenkamer, Registre Noir nr. 11, fol. 301. Algemeen Rijksarchief Brussel). Deze aanstelling is waarschijnlijk een herbenoeming aangezien hij op 15 januari 1405 reeds als drossaard van Millen optrad. (Brabantse Rekenkamer nr 2440, fol. 301 verso-302 recto. Alg. Rijksarch. Brussel). Eind april 1406 stonden de in garnizoen liggende Brabantse troepen op het landsfort van Heerlen onder zijn commando: "ridder Claus, burchtheer van Millen". (Brab. Rekenkamer nr 2440 fol. 302. Alg. R.A. Brussel). Deze drossard van Mijlen vergezelde in 1410 de hertog met 76 man bereden troepen naar Aken, alweer hij van 14 tot 18 juli verbleef. Hiervoor ontving hij een vergoeding van 285 mark. Op last van de hertog was hij samen met de andere kapiteins te Berg met 8 lansen = 37 paarden samengekomen ten einde de inbezitname van Luxemburg door de hertog en hertogin op te luisteren. (Brab. Rekenkamer nr 2441 fol. 163 verso en 424. Alg. R.A. Brussel). Hij vertegenwoordigde Millen eveneens bij het 4 november 1415 gesloten verbond tussen de Brabantse steden en de Landen van Overmaas en was daarbij medebezegelaar van de daarvan opgemaakte akte (Slanghen, Markgraafschap Hoensbroek, p.145.) N.G.H.M. Eussen: "Bijdrage tot de geschiedenis van burcht en heerlijkheid Millen"', in: Nieuwstadt, van stad tot dorp, Nieuwstadt 1977.
Claes Hoen van den Brouke, chev., prète serment, en qualité de drossard et de bailli (amptman) du pays de Millen et promet de rendre, au duc de Brabant, le château de Millen, à la première réquisition, 1407 (date de l'acte) den anderen na iairsdach: une fascé (ou trois fasces?) et un lion cour. broch. Cq. cour. C.: un lion cour. iss. L.: S' Cloes Hoen milit. (Chartes des ducs de Brabant). (De Raadt II, p. 88).
October 2. Co. Aleydis de Rode, militisse de Palude. (Co. domne Aleydis Hoen de Palude, militisse). J. Weale, C. de Borman et S. Bormans, Nécrologe de l'abbaye de Nunsterbilsen, Bulletin de l'Institut archéologique Liégeois, XII (1874), p. 27-60.
1382 Juli 24 Heiratsvertrag zwischen Cloesken, ältestem Sohne des Ritters Hermann Hoen van den Broeke, und Aleyt, Tochter des Johann Masschareele, Herrn zu Roede, der seiner Tochter eine Erbrente von je 150 Scheffel Spelt aus dem Gute zu Astenit und dem Hofe Costiers u. a. verschreibt. Zeugen: Arnout van Chinel, Ritter, Gerhard v. Cottenbach, Loenis van Lemmoel und Gerhard Bosmann, Notar. Mitsiegler: Gilys van den Wier, Ritter, Gerhard van Cortenbach und Dietrich Krummel sowie Wynant van Rode, Propst von St. Servatius in Maastricht. Bestellsignatur : Paffendorf, Urkunden Nr. 58 Bemerkung : Notariatsinstrument des Neityn Ghilis Sohn von Hoelbecke; Perg., 6 Siegel (Nr. 4 und 5 ab) (Herrschaft Paffendorf, Urkunde 58)

Kinderen:

  1. Herman II Hoen, volgt X A.
  2. Nicolaus III Hoen, volgt X B.
  3. Cecilia Hoen, abdis te Munsterbilsen, overleden 15-11-1458.
    Cecilia Abdis in Nunsterbilsen starb 1482 (Hs Cortenbach 201a) November 17. Co. Cecilie de Palude, quondam abbatisse ecclesie Sancti Amoris, que legavit xxiiii vasa sigilinis mensure Traiectensis inter presentes. (J. Weale, C. de Borman et S. Bormans, Nécrologe de l'abbaye de Nunsterbilsen, Bulletin de l'Institut archéologique Liégeois, XII (1874), p. 27-60).
  4. Maria Hoen, erft Printhagen en Lummen, overleden 16-04-1460, tr. met
    Johan Huyn van Amstenrade.
    Maria bracht in houlick die Pandschap van die vogtdeij tot Mastricht an Jan Huyn van Anstenradt, dan Vercken was afgelost (Hs Cortenbach 201a)
  5. Aleydis Hoen,, tr. met
    Alexander van Boedberg, overleden voor 07-06-1449
    Alith traude Alexander van Boedberg (Hs Cortenbach 201a)
    1451 28 februari Harman van Buedberg Sanderszoon en Aleit Hackfoirt zullen Aleyde Hoen, hun moeder, schadeloos houden wegens borg staan (GA Roermon Res Gestae II, nr 2004 A)
  6. Johan Hoen, volgt X C .

X A

Herman II Hoen, heer van Hoensbroek 1429-1454, leenman van Nythuizen en het goed in de Coninxbeemd, tr. met
Catharina van den Broeck, vrouwe tot Daelhoff.
Uit dit huwelijk voorzover bekend geen kinderen.

Herman Hoen Herr int Broeck Ridder verheiff dat leen 1429 starff sonder kinder traude Cecilia van den Broeck Fraw van Daelhoff sij stArff ao 1429 (Hs Cortenbach 201a)

X B

Nicolaus III Hoen, heer van Hoensbroek 1454-1474, erft o.a. Haren, Ten Eelen en Sprelant, tr. met
Agnes Bock van Lichtenberg, dr.v. Ogier Bock van Lichtenberg en Joanna Bosch tot Mopertingen, erfdochter van Kanne.

Niclas Hoen Herr int Broeck Ridder hefft grote twist gehat met sinen broeder Jan Hoen, om 't huis ende herligheit int Broeck. Tenlesten is int jaer 1451den 22. Octob. verglichen, dat hij soude hebben die Herligkeit, ende het halff huis in Broeck, nemblich den groeten Sael ende die Camer met andere goederen;
traude Agnes dochter van Herr Olivier Bock van Leichtenberg, ende van Johanna van den Busch dochter tot Mopertingen (Hs Cortenbach 201a)
Claes Hoen, Jans son van den Broucke, in 1444 Valkenburgs leenman (Macco, Beiträge, p. 195).
1445 22 november Claes Hoen den Jongen verheft na dood zijns vaders Johan de heerlijkheid Visscherwert. Daarna verheven door J. Savelant (Habets, Leenhof Valkenburg, p. 111).

Kinderen:

  1. Nicolaus IV Hoen, volgt XI.
  2. Aleidis Hoen, tr. met
    Johan van Hulsberg gen. Schaloen.
    Alith Hoen van den Broeck traude Jan von Hilsberg genoemt Schlun tot Schlun (Hs Cortenbach 201a)
  3. Barbara Hoen, tr. met
    Johan van Cortenbach.
    Barbara Hoen van den Broeck traude Jan von Cortenbach Statthouder ende Vogt des Landes Valckenberg Medestichters van die kercke tot Valckenberg, daer sij ligen begraven (Hs Cortenbach 201a)


XI

Nicolaus IV Hoen, heer van Hoensbroek 1474 - 1516, leenman van Haren en Ten Eelen, tr. 25-11-1472 met Joanna van Corswarem, dr.v. Arnold van Corswarem en Agnes Maria de Waroux dite Warfusée, overleden 20-12-1487.

Nicolaes Hoen Herr int Broeck traude Johanna dochter Arnts van Corswarem Ridder Herr tot Niell ende van Maria van Werfuze dochter tot Waraux (Hs Cortenbach 201a)
1474 op sent Peters aevent ad vincula verkopen Heynrich van Bronckhorst ind van Bathenborg en zijn vrouw Kathrynen van Alpen renten aam Stheven Gloysse van Nyswylre. Item an Claes Hoen enen sevendehalve merck an ind op eynen beemt geheysschen der Nysswyler, ind eyn vas roggen van eynen morgen lants gelegen hender Struvers hoeve op der graicht. (M.J.W. [= Wolters], Recherches sur l'ancien comté de Gronsveld, pag. 102).

Kinderen:

  1. Herman Hoen, volgt XII.
  2. Aleidis Hoen, kloosterjuffrouw van het O.L.V. Munster te Roermond, overleden ald. 24-11-1552.
    ...... Hoen ClosterJuffer tot Rurmundt (Hs Cortenbach 201a).
  3. Margaretha Hoen, kanonikes en cantrix van het O.L.V. Munster te Roermond, overleden 26-04-1542.
  4. dochter Hoen, tr. met
    Wolter van Kessel.
  5. Agnes Hoen, erfgename van Kanne, overleden 23-05-1545, tr. met
    Johann van Harff, heer te Alsdorf, drossard van Geilenkirchen, zn.v. Godschalk en Joanna v. Hoemen.
    Agnes traude Jan von Harff Herr tot Alstorp (Hs Cortenbach 201a)
  6. Maria Hoen, overste v.h. adellijk klooster te Heinsberg, overleden ald. 12-10-1567.
  7. Barbara Hoen, kanonikes te Munsterbilzen.
    Barbara Hoen Canonickerse tot Munsterbilzen (Hs Cortenbach 201a)
  8. Joanna Hoen, kanonikes te Burtscheid, overleden 07-10-1503.
    Johanna Closterjuffer tot Hinsberg (Hs Cortenbach 201a)

XII

Herman Hoen III, heer van Hoensbroek 1516-1543, leenman der Keurkeulse mankamer 1514 -, eerst kanunnik v. St.Lambert te Luik en v. St Servaas te Maastricht, tr. met Maria van Dave(r), vrouwe van Linsmeau, Pietrain, Oostham, Beverloo en Quaedmechelen, dr. v. Gothard, vrijheer van Dave, en Catharina de Wideux. (Wapen van Dave: een schuinbalk met in het schildhoofd een barensteel van drie hangers.)

Herman Hoen Herr int Hoensbroeck was ersten Dombherr tot Luijck ende was daer angenohmen int Jar 1484 traude Mariam Erffdochter Gotharts van Daveles off Daver Herr tot Isemerl, Pitterem, Ostham ende Beverloe, har moeder was ein van Widden (Hs Cortenbach 201a)

Kinderen:

  1. Walter, volgt XIII A.
  2. Nicolaus Hoen, ridder D.O., commandeur der Commanderie te Bernissem, overleden Bernissem 18-04-1567.
    Grafsteen in de oude commanderie te Bernissem: "Claes Hoen tzo Hoensbroeck SHuysv bernsche duyts Ordens comenduyr, dy sterft ao. 1567 ap. 18, bydt voor die seel om Gods Genade (Herckenrode, Collection, p. 210).
    Nicolaes Hoen van Honsbroeck Commandeur tot Bernsem Deutz Ordens (Hs Cortenbach 201a)
    Nicolaas van Hoensbroek vermeld in Aldenbiesen I, p. 76
  3. Godart, volgt XIII B.
  4. Herman Hoen, kloosterling te Cornelimunster.
    Herman was Religieus tot Cornelis Munster (Hs Cortenbach 201a)
  5. Arnold Hoen, kanunnik van St. Lambert te Luik 1543-, proost v. St. Jan, coster van St. Lambert 1569, grootproost v. St. Lambert 1581-, overleden 18-07-1585.
    In zijn testament 1585 worden de volgende bastaarden bedacht: Maria, natuurlijke dochter van zijn broer Godart en haar zuster Johanna; Nicolaus, natuurlijke zoon van zijn broer (niet met name genoemd) en diens vrouw, evenals hun kind Elisabeth. Verder wordt genoemd zijn dienaar Jan Hoen.
    Arnt wart int Jaer 1543 Domherr, ende darna Domherr tot Luijck (Hs Cortenbach 201a)
  6. Willem Hoen, buitenburger van Maastricht.
    Wilhelm starff als hij 25 off 26 Jahr alt was (Hs Cortenbach 201a).
  7. Johan, volgt XIII C.
  8. zoon
  9. zoon
  10. Catharine, kanunnikes te Herckenrode.
  11. Anna Hoen.
  12. Aleida Hoen.
    Catharina Hoen Anna Hoen ende Alith Closter Jufferen tot Herckenradt (Hs Cortenbach 201a).
  13. Agnes Hoen, proostdin van de abdij v. St. Gertrudis te Nivelles, overleden 1614.
    Agnes Hoen Canonickerse tot Nivell (Hs Cortenbach 201a).
  14. Marie Hoen, abdise te Nivelles ± 1570, overleden 20-07-1600.
    Maria Abdis tot Nivell (Hs Cortenbach 201a).
  15. Joanne Hoen, abdis in het klooster Millen (thans Nonnemielen bij Tongeren).
    Johanna Abdis tot Millen (Hs Cortenbach 201a).
  16. Elisabeth Hoen, kloosterzuster te Millen (Nonnemielen).
    Sextimo idus (7 sept). Elisabeth Hoen de Oistem, sororum nostrorum (Habets Houthem, Necrologium, p.990). Elisabeth Closter Juffer tot Millen (Hs Cortenbach 201a).
  17. Catharina Hoen, eerst kanunnikes te St. Gerlach (Houthem) en daarna te Heinsberg.
    Catharina Hoen Closter Juffer tot St Gerlich , ende darna tot Hinsberg (Hs Cortenbach 201a).
  18. dochter.
  19. dochter.
    Noch 2 soen, ende 2 dochters, so junck gestorven seindt (Hs Cortenbach 201a).

XIII A

Wolter Hoen, heer van Hoensbroek 1543-±1570, tr. Mechtildis Huyn van Amstenrade, wed. van Librecht van Hulsberg gen. Schaloen, dr.v. Hendrik en Catharina van der Veels.

Wolter Hoen von Honsbroeck Herr tot Ostham starff sonder kinder traude Mechtel dochter Hinrichs Guijn van Anstenradt ende Gertrud van Veels (Hs Cortenbach 201a).
Uit het Familiearchief der Familie von und zu Hoensbroech: 25 maart 1562 draagt Janys Mulker van der Lynden voor het keurvorstelijk leenhof te Heerlen het leen goed "Opt Lotbroyck" over aan jonker Wolter Hoen, heer van Hoensbroich. Origineel op perkament met twee zegels van was. (LVH, 5e jrg, 1955, p. 96).

XIII B.

Godart (Godfried) Hoen, heer van Hoensbroek ± 1563-1584, kanunnik v. St. Lambert te Luik 1530-1543, tr.(contr.) 19-07-1554 met Geertruit Scheiffart van Merode, dr.v. Ulrich Scheiffart van Merode en Ursula van Hompesch.

Gotthart Hoen Herr tot Hoensbroek wart erst int Jaer 1530 Domherr tot Luijck darna 1554 traude hij Gertrut dochter Ulrichs Scheiffart van Merode Gerr tot Bornum , ende van Ursel van Humpusch (Hs Cortenbach 201a).
Uit het Familiearchief der Familie von und zu Hoensbroech: 20 augustus 1546 verkoopt Thyhs van Haehsdell, echtgenoot van Merrien van Hyllensbergh genaamt van den Nesschen, voor het keurvorstelijk leenhof te Heerlen drie sillen ackerland in het veld bij Lotbroeck aan Meyen Wijngartz, weduwe Johans, halfen te Bromellem. Naar een aantekening op de rugzijde van dit origineel op perkament en met een zegel in was bekrachtigd stuk, heeft Godert Hoen dit land door koop op 25 april 1562 verkregen.
Voor hetzelfde leenhof verkoopt op 11 september 1551 Adolf van Hillensberch aan Johan Hoen en Meijken Knijbijhs, echtgenoten, een sill acker uit het Lotbroich, welje akte door Godart Hoene von Hoensbroich in 1562 "eingelöscht" ist. Origineel op perkament met twee zegels in was.
Op 5 oktober 1567 transport der "Zehnten" uit de hof Lotbroeck aan Joncker Goedart Hoen heer te Hoensbroeck door weduwe Mettele Mures. Origineel op perkament met twee zegels in was. (Alle drie akten, LVH, 5e jrg. 1955, p. 95-96).

Hieruit:

  1. Herman. volgt XIV A.
  2. Walter, volgt XIV B.
  3. Ulrich, volgt XIV C.
  4. Maria Hoen, kanunnikes van St. Gertrudis te Nivelles, geb. ± 1559, overleden 15-05-1585.
    Maria Hoen Canobickerse tot Nivel (Hs Cortenbach 201a).
  5. Catharina Hoen, kanunnikes en proostdin v. St. Gertrudis in Nivelles, overleden 14-02-1614.
    Catharina Hoen Prostin tot Nivel starff anno 1614 (Hs Cortenbach 201a).
    Bastaard uit NN:
  6. Maria
  7. Johanna

XIII C.

Johan Hoen, heer van Linsmeau en Pietrain, tr. (contr.) 31-08-1558 met
Isabella van Ghoor zu den Wyer, dr. v. Renier en Catharina van Stommel.

Jan Hoen van Honsbroeck Herr tot Issemeil traude Elisabeth dochter Reiners van Goer tot den Wijer, ende van Catharina van Stommel (Hs Cortenbach 201a).

Hieruit:

  1. Eva Hoen, vrouwe van Linsmeau, tr. 1) Jean d'Argenteau, sgr d'Esseneux; 2) Kolonel Willem van Patloin (Joh. Patten).
    Eva Hoen van Hoensbrock traude 1. Jan van Erckenteil tot Esneu darna Jan Patton ut Schotlantt, ende overste van ein Schots regiment. hij starff sonder kinder anno 1630 (Hs Cortenbach 201a).


XIV A

Herman Hoen, heer te Oostham, Moll en Quaedmechelen, overl. 12-02-1627, tr. 1) 14-05-1585 met Anna van Bocholtz, dr.v. Godart en Sandrine van Wittenhorst, overleden 28-09-1601; tr. 2) 15-02-1605 met Margaretha van Berghe gen. Trips, dr.v. Willem en Judith van Breiell, overleden 18-07-1631.

Herman Hoen van Hoensbroeck Herr tot Oostham starff anno 1627 den 12 febr. traude 1. 1585 den 14. Meij Anna dochter Gotthardts van Bochholtz Herr zu Grevenbroeck, und Sandrina van Wittenhorst, sie starff 1601 28. Sept. darna traude er anno 1605 den 15. februari Margret dochter Wilhelms van Bergh zu Trips, und Judith van Breill. sie starf sonder kinder 1631den 18 Julij. (Hs Cortenbach 201a).

Kinderen:

  1. Ulrich Hoen, baron van Hoensbroek, kanunnik van St. Lambert te Luik 1608- , wereldlijk abt v.d. Theodart te Thuin, onderproost v.d. Kathedraal te Luik 1619-, aartsdiaken v.d. Hespengauw 1620- , grootthesaurier v.h. kapittel v. St. Lambert te Luik, overleden Luik 28-10-1642.
    Ulrich Hoen van Hoensbrock Domherr zu Luck ist angenohmen anno 1605 darna annp 1619 wardt hij Archidiacon in Haspegaw, DomCuster ende Prost tot Tuijn hij ist5 geboren 1587.(Hs Cortenbach 201a).
  2. Frans Arnold Adriaan Hoen, baron van Hoensbroek, kanunnik v. St. Lambert te Luik 1636-, aartsdiaken en keldermeester van Halberstadt, proost v. Hildesheim en v. St. Lambert te Luik, aartadiaken van Brabant -1651, proost v. Tongeren, overleden Luik 25-03-1665.
    Arnolt Domherr tot Magdenburg ende Hillesheim wart anno 1633 gekoren Dompprost tot Hillesheim (Hs Cortenbach 201a).
    Frans Arnold Adriaan van Hoensbroeck, als edele tot de Staten van Overkwartier admissus 6 juli 1619 (MSg 3(1881)
  3. Willem, volgt XV A.
  4. Johanna Maria Hoen, proostdin te Nivelles, overleden 16-08-1653.
    Johanna Maria Canonikerse tot Nivel (Hs Cortenbach 201a).
  5. Anna Hoen, tr. 02-02-1627 met
    Jan Willem, Baron van Bocholtz, zoon van Godfried van Bocholtz en Margaretha van Boedberg.
    Anna traude Johan Wilhelm van Bocholtz herr tot Bocket (Hs Cortenbach 201a).
    Anne Hoen, fille de Herman Hoen de Hoensbroeck, seigneur dOostham , et d'Anne de Bocholtz-Grevenbroeck, épousa Jean Guillaume baron de Bocholtz, né le 21 octobre 1599, fils de Gothard et Marguerite de Boetberg, dont: 1) Anne Marguerite de Choltz, née le 25 mai 1628, épousa George-frederic de Renesse, baron d'Elderen; 2) Marie Alexandrine de Bocholtz, née le 29 juillet 1629, chanoinesse à Munstervilzen; 3) Agnes Odile de Bocholtz, née le 5 mars 1631, épousa Othon Louis de Blanckaert, baron de Guigoven; 4) Isabelle Thérèse de Bocholtz, morte jeune; 5) Ernestine Ursule, morte jeune; 6) Cécile Catherine, chanoinesse à Susteren, 7) Jeanne Thérèse Claire de Bocholtz, chanoinesse à Munsterbilzen; 8) Jean Godefroid de Bocholtz, mort jeune (Herckenrode, Collection, p. 622-623).
  6. Oda Francisca Hoen, kanunnikes te Maubeuge, overleden 1620.
    Oda Francisca Canonikerse tot Maubeuse starf 1620 (Hs Cortenbach 201a).
  7. Godart Hoen.
    Gotthard wardt deutsch ordens 1616 den 18 octob. starff in den Italianschen ende Savoijschen Kreg 1617 (Hs Cortenbach 201a).
    Godfried van Hoensbroek in Alden Biesen I, p. 76.
  8. Alexandrine Hoen, kanonikes te Nivelles.
    Alexandrina Canonikerse tot Nivel (Hs Cortenbach 201a).
    Nous Arnold de Marbais, seigneur de Loverval, certifions et attestons sur nostre foy et honneur a tous ceus quíl appartiendra et spécialement a Madame de Nyvelles et aus damoyselles dudit lieu que demmoyselle Alexandrina Hoen de Hoensbroech est fille legitime de messire Herman Hoen de Hoensbroech, seigneur d'Oestham, Quaet Mechelen, Beverloe, Beringen etc., et de damme Anne de Bocholtz son espeuse, laquelle damme Anne est fille legitime de feu messire Godefroy de Bocholtz, chevalier, seigneur de Grevenbroech, Wachtendonck, Beringen etc, et de damme Alexandrine de Wijtenhorst, son espeuse, grand-pere et mere de la susdite dammoyselle. Et fut le susdit Godefroy filz legitime de messire Arnoldt de Bocholtz, seigneur de Hinsbeeck etc, et de damme Françoise Vinck de Langevelt, son espeuse, aves de la mesme dammoyselle. D'autre part la susdite dame Alexandrine fiut fille legitime de messire Johan de Wijtenhorst, seigneur van der Horstet engagier de l'office de Montfort en Gueldresm, etc, et de damme Josine de Wees, son espeuse, pareillement aves de dammoyselle Alexandrine Hoen de Hoensbroech susdite vray boble de tous costes sans aucune bourgeoisie ou bastardise. En tesmoignage de ce nous avons signé la presente de nostre nom et signe manuel et fait seeller de nostre seel armoye de nos armes. Fait en Liege, le 29 de May l'an de 1595. A. de Marbais et Louerval (De Raadt II, p. 418).


XIV B

Wolter Hoen van Hoensbroek, heer van Geulle 1594-, heer van Bunde 1626-, Kanunnik v. St. Lambert te Luik 1581, Voogd en stadhouder der Leenen van Valkenburg 1597, overleden Geulle 04-08-1631, tr. 04-10- 1585 met Ursula Schetz von Grobbendonck, dr.v. Caspar en Catharine d'Ursel, overleden 1622.

Wolther Hoen van Hoensbroeck wart 1584 Domherr tot Luijck. Darna traude er Ursula dochter Caspars Schetz Herr tot Grobbendonck. Sij starff 1622 den 17 feb.hij starff 1631 den 4 Aug. Hij was Herr tot Goell (Hs Cortenbach 201a).
19 april 1594 verheft Heer Wolter Hoen van Hoensbrouk de heerlijkheid Geul, ten gevolge van een verkoop aan hem gedaan door Conrart van Gavere (Habets, Leenhof, p. 168).
11 november 1627 verheft Jr Wolter Hoen van Hoensbroeck stadhouder der leenen, de heerlijkheid Geul (Habets, Leenhof, p. 168).

Kinderen:

  1. Maria Catharina Hoen, overleden Reijmersbeek 05-02-1633, begr. Sohinnen, tr. Nuth 10-07-1626 met
    Steven van Eijnatten, heer te Nuth.
    Maria Catharina starff anno 1633 3 febr. traude anno 1626 den 11 Julij Steven van Eynatten tot Reimersbeck Herr tot Nutt (Hs Cortenbach 201a).
  2. Conrad Ulrich, volgt XV B.
  3. Margaretha Hoen van Hoensbroek, kloosterdame te Sinnich.
    Margret Closter Juffer tot Sinnich (Hs Cortenbach 201a).
  4. Herman Hoen.

XIV C

Ulrich Hoen, Heer van Hoensbroek 1584-1631, heer van Oud-Valkenburg 1608, geb. ± 1561, overleden Hoensbroek 08-09-1631, tr. 1) (contr.) kasteel Schloszbach 22-04-1588 met
Johanna van Boedberg, dr.v. Adriaan, erfmaarschalk van Gelre, en Elisabeth van Bocholtz; tr. 2) (contr.) 10-04-1592 met
Catharina Spies, dr.v. Daniel, heer te Schweinheim, en Catharina Huyn van Amstenrade.

Ulrich Hoen Herr tot Hoensbrock, hij hefft gegolden dat halff hus van Hoensbrock ende Aldenvalckenberg starff anno 1631 8 sept. traude 1. Johanna dochter Adrians van Boetberg Erfmarschalck van Gelre anno 1588. sij starff 1590. 2. Catharina dochter Daniels Speis herr zu Schweinem, ende Catharina van Anstenradt tot Erenstein ao 1692 [sic!] sij starff 1624 13 Sept.(Hs Cortenbach 201a).
1608 verheft Ulrich baron van Hoensbroek tengevolge van cessie door Hans Linckens (namens Anna van Ghoor?) de heerlijkheid Oudvalkenburg (Habets, Leenhof, p. 127).

Uit het eerste huwelijk:

  1. Adriaan, volgt XV C.
  2. Agnes Hoen van Hoensbroek, overleden 1617, tr. (contr) 23-03-1613 met
    Winand, Freiherr von Lerodt, Heer von Honsdorf, Pfalzneuburg, Ambtman v. Randerade, zn.v. Winand en Maria v. Imstenrade, overleden 1653.
    Agnes traude 1613 Wilhelm von Leraedt tot Hunstorp . sij starff anno 1617. (Hs Cortenbach 201a).

Uit het tweede huwelijk:

  1. Daniel, volgt XV D.
  2. Caspar Ulrich Hoen, baron van Hoensbroek, ridder der Duitse Orde, oommandeur te Beckevort 1632 en later te Gemert, overleden Den Haag 31-07-1655, begr. Gemert.
    Caspar Ulrich Hoen van Hoensbroeck deutz Ordens Commendeur tot Beckevort (Hs Cortenbach 201a).
    Hij is beschreven in Aldenbiesen I, p. 76.
  3. Johanna van Hoensbroek, eerst kloosterlinge bij de Witte Vrouwen te Aken 1616-1622, daarna Claris 1622, abdis v.d. Clarissen te Aken 1628, geb. Hoensbroek 1597.
    Johanna Materse in die Clarissen tot Acken (Hs Cortenbach 201a).
  4. Margaretha Agnes van Hoensbroek, aanvankelijk kanunnikes bij de Witte Vrouwen te Aken, stichtte later klooster Beauregard te Luik, overleden ald. 01-03-1685.
    Margret Closter Juffer in die Wittefrawen tot Acken (Hs Cortenbach 201a).
  5. Godart van Hoensbroek, Ridder der Duitse Orde, gesneuveld 1622.
    Gothard Hoen starff in den deutzen krieg 1622 (Hs Cortenbach 201a).
    18 oktober 1616 Arnold van Bocholtz, Werner van Amstenradt, Obrich von Hounsbroich en Wilhelm van Elderen verklaren dat Godfart van Hoinsbroich, in de Duitse Orde opgenomen,van adellijke afkomst is (J. Grauwels, Regestenlijst, dl I. nr 956, p. 327).
  6. Catharina van Hoensbroek, religieuse.
    Wernher de Bongart, sgr. de Wijnantzrode (wijnantsraede), etx., atteste, le 15 mars 1597, au chapitre de Nivelles, que dlle Catherine Hoen de Hoensbroeck est fille de messire Ulric de Hoensbroeck, sgr de Hoensbroeck, et de Catherins Spies(s), fille de messire Daniel Spies, sgr. de Sweynhem (Schweinheim), et de Catherine Huijn(e) d'Anstenstenrode (Amstenrade); lequel Daniel Spies était fils du messire François, sgr. de Sweynhem, et d'Elisabeth de Goer, que Catherine Huijne était fille de messire Jean Huijn(e) d'Anstenrode et de Catherine de Miller, et que ladite dlle Catherine Hoen de Hoensbroeck est vray boble de tous costez sans aulcune bastardise ou bourgeoisie (Chapitre de Nivelles, Etabl. relig., c. 1376, A.G.B.)(De Raadt II, p. 88).
  7. Geertruid van Hoensbroek, aanvankelijk kanunnikes te Nivelles, tr. 21-02-1631 met
    Lancelot van Haudion, heer van Gibrechies, Pipaix en Winghen.
    Gertrud traude Lancelot van Hodion Herr tot Gibberse ende Phippe den 21. febr 1621 (Hs Cortenbach 201a).
  8. Anna Maria van Hoensbroek, geb. Hoensbroek 04-08-1606.
    K.R. Hoensbroek 1606 4 augusti Regenerata est Anna Maria filia Dni temporali de Hoensbroeck et generosae Dnae Catharinae Spiess patrini Dnus Joes Spies Dnus in Bergsweynhem et uxor Dni Hermanni Eijnatten de Reijmersbeeck.


XV A

Willem Hoen, baron van Hoensbroek, heer tot Oostham, Beeringen, Beverloo, Quaedmechelen, Moll en Dessele, tr. met
Maria Agnes van Harff tot Alsdorf, overleden Hoensbroek 02-06-1659.

Wilhelm Hoen van Hoensbroeck Herr tot Ostham ende Beringen traude anno 1630 den 5. februarij Maria Agneta dochter Jans van Harff tot Geilekirchen ende van Catharina von Gimmenich tot Gimmenich (Hs Cortenbach 201a).

Kinderen:

  1. Johan Ulrich Hoen.
    Jan Ulrich geboren 1631 (Hs Cortenbach 201a).
  2. Maria Theresia Hoen.
  3. Anna Gatharina Hoen, erfgen. van Oostham, Beeringen, Quaedmechelen etc., tr. Arnold Adriaan, baron van en tot Hoensbroek.
    sij is geboren 1630 5. octob. (Hs Cortenbach 201a).
  4. Alexandrina Margaretha Hoen, tr. 1) met
    Damiaan Salentin, baron van Harff zu Dreiborn;
    tr. 2) met
    Degenhard Adolf, baron Wolff-Metternich zu Gracht.

XV B

Conrad Ulrich Hoen, baron van Hoensbroek-Guel, heer van Bunde en Ulestraten, stadhouder van Valkenburg, overleden 25-04-1652, tr. 07-11-1613 met
Isabelle de Haudion de Gibrechies, dr.v. Pierre en Florence de Bernemecour. Kinderen:

  1. Wolter Frans, volgt XVI A.
    Wolter geboren 1616 (Hs Cortenbach 201a).
    K.R. Valkenburg 1616 July die baptisatus Walterus filius Conrardi Ulrici Hoen de Hoensbroeck Dnus tpalis in Geul et Isabellae conjugatorum, susceptores Walterus Hoen avus baptizati et Maria Catharina filia eiusdem.
  2. Ursula Agnes Hoen.
    Ursula geboren 1617 (Hs Cortenbach 201a).
    K.R. Valkenburg 1617 Octob. Die 25 baptizata Ursula filia Conrardi Ukrici Hoen de Hoensbroeck dni temporalis in Geul et Elisabeth de Hodion conjugatorum suscept Pizer de Houddion dnus de Lobbe...[rich] et Ursula de Grubbendonck avia baptizatae
  3. Anna Maria Alexandrina Hoen, tr. met
    Frans Hyacinth de Renesse de Elderen.
  4. Antoon Candidus, volgt XVI B.
  5. Maria Margaretha Hoen, tr.
    Denis Theodore de Waha de Baillonvile et de Strasbourg.

XV C

Adriaan baron van Hoensbroek, heer van Hoensbroek 1631-1675, erfmaarschalk van Gelre en Zutphen 1618, drossaard en ambtman v. Geldern 1623, ged. 1590, overleden Aken 17-02-1675, tr. (contr.) 02-06-1627/(kerk.huw.) 03-06-1627 met
Anna Elisabeth van Loë, dr.v. Wessel, heer van Wissen en Conratsheim, en Sophia van Haes, overleden ..-03-1632.

Adriaan van Hoensbroeck, erfmaarschalk van het Vorstendom Gelre, als edele tot de Staten van Overkwartier admissus 11 januari 1619 (Maasgouw 3, 1881).

Kinderen:

  1. Joanna Sophia Odilia van Hoensbroek, geb. Kasteel Haag 08-02-1629, overleden kasteel Haag 16-08-1629.
  2. Ulrich Wessel van Hoensbroek, ged. kasteel Haag 17-06-1630, overleden 1636.
  3. Arnold Adriaan, volgt XVI C.


XV D

Daniel, baron van Hoensbroek, heer van Oud-Valkenburg 1632, begr. Aken, tr.
Anna Ursula Quad van Landscron, dr.v. Hans Frederik en Margaretha van Ovelacker, overleden Coblenz 19-10-1655.

1632 10 januari Daniel van Hoensbroeck, heer te Oud-Valkenburg verheft na dood zijns vaders Ulrich de Heerlijkheid Oudvalkenburg, (Habets, Leenhof, p. 127).

Kinderen:

  1. dochter, tr. Johan Karel, baron de Haudion à Gibrechies.

XVI A

Wolter Frans Hoen, graaf van Hoensbroek-Guel, baron van Erpicum en Grooten-Breugel, heer van Guel, Bunde en Ulestraten, Cadier, Aldenraedt, Overbach en Lintzenich, geb. Valkenburg 1616, tr.(contr) Overbach 16-12-1655 (of 54?)
Maria Sibilla, baronesse van Flans, erfgen. van Overbach, Aldenrath en Sinnich, dr.v. Johan Adam en Adolpha van Cortenbach tot Helmond, overleden ..-12-1670.

K.R. Valkenburg 1616 July die baptisatus Walterus filius Conrardi Ulrici Hoen de Hoensbroeck Dnus tpalis in Geul et Isabellae conjugatorum, susceptores Walterus Hoen avus baptizati et Maria Catharina filia eiusdem.
Op 16 december 1655 worden te Overbach de huwelijksvoorwaarden opgesteld tussen Wolter Frans Graaf van Hoensbroeck en van Geul, vrijheer van Erpicum en Grootenbreugel, heer te Bunde, Cadier en Ulestraten etc. en Maria Sibilla vrijvrouw van Flans, dochter van wijlen Johan Adam vrijheer van Flans, heer te Aldenrath, Alsemich, Grossen-Markenaw en Overbach, etc, en Adolpha vbarones van Cortenbach tot Hemond (Habets, Leenhof, p. 170-172, waar ook de inhoud te vinden is).

Kinderen:

  1. Johan Adriaan, gf. v. Hoensbroek-Guel.
  2. Philip W.C., volgt XVII A.
  3. Johan M.K.A., volgt XVII B.
  4. Adolphe Sibilla van Hoensbroek-Guel, ged. Geulle 1656, overleden Eijsden 05-02-1718, tr. met
    Arnold Theodoor Amor de la Margelle, heer van Eupen en Eysden.
  5. Candidus Ignatius, graaf v. Hoensbroek-Geul, heer tot Mortzenich.
  6. Ansenius, graaf v. Hoensbroek-Geul

XVI B

Antoon Candidus, graaf v. Hoensbroek-Oost, heer van 's-Gravenvoeren en Cloppenburgh, ged. Geulle 28-06-1630, overleden Oost 06-12-1693, begr. Slavante, tr. l) (contr.) 01-12-1655/ Aachen (St. Peter) 15-12-1655 met
Anna Maria van Bergh gen. Trips, dr.v. Hieronymus en Anna van Punt, overleden 1669;
tr. 2) (contr.) 13-02-1673 met
Maria Alexandrina Catharina de la Margelle, dr. v. Arnold, heer van Eysden, en Marguerite Annme Françoise van Bocholt, ged. Breust 31-10-1642, overleden Oost 06-2-1730.

Antoine Candide, baron te Hoensbroek et Cortenbach en Anna Marie de Bergh, dit Trips" sa femme, kopen "La Tour et la ferme d'Oest, dit Kloppersborg" van Barbe de Lamboy, veuve de Frederic de Roest 1656, 21-11. Hij verheft het 4-7-1657 (De Ryckel, Cour féodale, p. 416).
Hij verheft de heerlijkheid 's-Gravenvoeren op 19 oktober 1675 en 27 februari 1679 (De Ryckel, Dalhem,ref. 1179, p. 291)

Kinderen:

  1. Ulrich Antoon, volgt XVII C.
  2. dochter, abdis v.d. Clarissen te Aken.
  3. Isabella Godefrida.
    Uit een memorieboek der parochie Sint-Pieter blijkt dat in de kerk aldaa op 4 juni 1681 begraven werd Isabella Godefridavan Hoensbroek-OOst, dochter van Antoon Candidus, baron van Hoensbroek, en Catharina baronesse de la Margelle. Op een der altaren las men het volgende: in homorem/St Antonii de Padua/et/piae memoriae Isabellae Godefridae/baronissa de Hoensbroeck/anno aetatis suae septimo defunctae;/Frater ejus charissimus Ulricus Antonius/Toparcha in Oost et comitis in Fura/hoc altare posuit/Anno Domini 1682 die 2da anniversarii obitus sui (Maasgouw 6e jrg 1884, p 1024).

XVI C

Arnold Adriaan, markies van Hoensbroek 1675-1694, erfmaarschalk van Gelre en Zutphen, heer van Pont, Veert, Wetten, Kapellen en Kevelaer, Baron van Oostham, Beringen, Moll en Quaedmechelen, heer te Male in Schilde, Westmael, geb. kasteel Haag 15-09-1631, overleden Haag 27-10-1694, tr. 1) (contr.) Luik 10-04-1652 /27-2-1652 met
Anna Catharina, baronesse van Hoensbroek tot Oostam, dr.v. Willem en Maria Agnes van Harff tot Alsdorf;
tr. 2) (contr.) kasteel Jaucke 24-12-1660 / 07-06-1659 met
Dorothea Henriette van Cottereau tot Wesemaele, dr.v. Robert, heer van Westmael, en Margriet van Wassenaar, overleden 06-02-1682;
tr. 3) (contr.) Kasteel Horst 27-05-1685 met
Catharina Cecilia, vrijvrouwe van Bocholtz, wed. v. NN baron Wittenhorst, dr.v. Jan Willem en Anna, baronesse van Hoensbroek, overleden Hoensbroek 19-02-1724. Arnold Adriaan van Hoensbroeck, drost van het ambt Gelder en erfmaarschalk, als edele tot de Staten van het Overkwartier admissus 24 september 1653, genoemd 1679 (Maasgouw 3, 1881).
Uit eerste huwelijk:

  1. Isabella Agnes, vrijvrouwe van Hoensbroek, ged. ald. 22-08-1655, tr. 1678
    Honoré de Chatelet, marquis de Trichateau, comte de Léaumont, zn.v. Antoine en Louise Elisabeth de Har(e)courdt.

Uit het tweede huwelijk:

  1. Zoon, ged. Haag 23-11-1664, overleden Haag 23-11-1664.
  2. Johan W.A., volgt XVII D.
  3. Catharina Francisca van Hoensbroek, ged. Haag 09-03-1668, overleden Haag 14-07-1668.
  4. Bertram Frans van Hoensbroek, ged. Haag 03-08-1670, overleden Haag 29-03-1672.
  5. Johan Robert van Hoensbroek, ged. Haag 30-11-1671, overleden ald. 06-09-1677.
  6. Maria Catharina van Hoensbroek, ged. Haag 18-12-1672, overleden Kasteel Bleyenbeek 03-09-1736, tr. contr. 05-12-1694 met
    Arnold markies van Schenck tot Nijdeggen, baron van Hillenrath. heer van Swalmen-Asselt, ged. 1662, overleden 31-08-1709.
    Arnold, markgraaf Schenk van Nijdeggen, maakt 20 mei 1708 op het huis Blijenbeek bij Afferde, waarin hij zijn echtgenote Maria Catharina Markgravinne van ende tot Hoensbroeck tot erfgename aanwijst (Maasgouw 9e jrg 1887, p. 170).

XVII A

Philips Willem Conrad, graaf van Hoensbroek-Geul, baron van Erpicum en Groot-Breugel, heer van Guel, Bunde en Ulestraten, stadhouder van Valkenburg, ged. Brussel ..-04-1657, (pp. Philippe de Cannoy pro Philipp Wilhem von Bayern, overleden Maastricht (in de Zwaan) 27-09-1716-, tr. (contr.) Kasteel Walburg bij Stevensweert 07-03-1690 / 17-03-1690 met
Anna Bernardina, Rijksgravin van Limburg-Bronkhorst-Stirum, barones van Wisch, Borculo, Gemen, Well en Stevensweert, dr. v. Maurits en Maria Bernardine van Limburg-Stirum.
Hieruit:

  1. Maria Bernardine Adolphe, ged. Geulle 28-11-1691, overleden Luik 17-12-1749.
  2. Wolter Frans, ged. Geulle 30-04-1693.
  3. Maria Sibilla, overleden Aachen 18-03-1723, tr. met
    Philipp Wilhelm Franz, Graf von Limburg-Styrum.
  4. Henricus Honorius, ged. Geulle 17-01-1696.
  5. Henrietta Amalie, tr. NN baron van Herve en Foret.
    Henriette-Amélie de Hoensbroeck, fille de Philippe Guillaume Conrad, comte de Geul, seigneur d'Erpicum, Grand-Breugel, Bunde, Oostham et Ulestraten, etc., et d'Anne Bernardine, comtesse de Limnurg, Bronbkhorst, Stirum etc., née château Geul aout 1697, morte Liège 23 juillet 1744, épousa par contrat du 17 septembre 1726 Jacques Denis François, baron de Goër de Herve et du Saint-Empire, seigneur de Forêt, Prayon, Gramptinne, Jauche etc., fils de Jacques Remy et d'Isabelle Gertrude Thérèse de Méan, né Liège, baptisé N.D. aux Fonts 4 août 1696, mort Liège 7 décembre 1765 (Plouy, Goer, p. 76).
  6. Herman Otto, volgt XVIII A.
  7. Isabella Charlotte, geb. Geulle 21-04-1701, tr. met
    Jozef Willem Mathias van Hinnisdael en Crainhem.
    Isabelle Charlotte, comtesse de Hoensbroeck-Geul, epouse de Joseph-Guilleaume-Wauthier de Hinnisdael. Leur fils Henri-Antoine-Bernard, comte de Hinnisdael et de Crainhem, sgr de Betho, Tongelaer et des trois Woluwe, épousa l'an 1753, Marie-Thérèse-Marguerite-Philiberte, baronne de Mettecoven chanoinesse de Nivelles, morte le 14 octobre 1760 (Herckenrode, Collection, p. 51).

XVII B

Johan Maximiliaan Karel Arnold, graaf van Hoensbroek, heer tot Overbach en Aldenrath, geb. Brussel ..-04-1657, tr. met
Anna Elisabeth gravin van Nisselrode.
Hieruit:

  1. Frans Bertram Candidus, graaf van Hoensbroek, generaal in Oostenrijkse dienst, gesneuveld tegen de Turken 1716.
  2. Philip Willem.
  3. Maria Anna, gravin van Hoensbroek, Kloosterdame te Heinsberg.
  4. Maria Magdalena Candida, Kloosterdame te Heinsberg.

XVII C

Ulrich Antoon Dominicus Hyacinth, graaf van Hoensbroek-Oost, heer te 's-Gravenvoeren, Schophem en Ottegraeven, overleden Eysden 24-04-1727, tr. 1) met
Maria Anna Alexandrine Philippe Françoise de la Margelle, vrouwe te Eysden en 's-Gravenvoeren, dr.v. Arnold Theodoor Amour, en Isabella Adolphine van Hoensbroek, overleden Oost 06-06-1713;
tr. 2) Breust 9-12-1718 (4de graads bloedverwantschap) met
Anna Salome Petronella van Nisselrode tot Eveshoven, dr.v. Philips Willem Christoffel en Adriane Alexandrine van Leerodt.

Hij verheft de heerlijkheid 's-Gravenvoeren op 18 januari 1694 (De Ryckel, Dalhem, ref. 1179, p. 291,

Uit eerste huwelijk:

  1. Joannes Arnoldus Alexander Petrus Paulus, ged. Breust 29-06-1707 (get. Arnoldus Theodoor Amore baron van La Mergelle, heer van Eijsden, stadhouder van het graafschap Limburg, en Maria Alexandrina baronesse van La Mergelle, wed.v. Anthonius van Hoensbroek).
  2. Isabella Adolphine Philippina, gravin van Hoensbroek-Oost, erfg. van Oost, ged. Breust 21-12-1708 (get. Henricus Weijers voor Philippus Wilhelmus Conrad graaf van Hoensbroek, en Adolphina Isabella van Hoensbroek-Geulle), tr. Breust 24-08-1729 met
    Hubert Maurice Ferdinand de Geloes, graaf de Geloes, zn.v. Jean Charles en Marguerite Philippine Leefdael.
    Isabelle, comtesse de Hoensbroeck, fille d'Ulric-Antoineet de Marie-Anne baronne de la Margelle, épouse de Maurice-Ferdinand comte de Geloes, baron de'Oost, chambellan, conseiller-intime d'Etat et conseiller privé du cardinal de Bavière, etc. Leur fils, N.N., prevôt des chapitre de Tongres et de St. Servais à Maestricht, fait construire un autel à l'église de N.D. à Tongres eb 1783. Son frère était Guillaume Bernard comte de Geloes et du saint Empire, baron d'Oost, seigneur de la franchise d'Eysden, Foron-le-Comte, Ste. Gertrude, chefde l'Etat noble du pays de Liège et comté de Loozetc. etc. (Herckenrode, Collection, p. 495).
    Maurice-Fréderic Hubert baron de Geloes, commissaire-deciseur de la ville de Maestricht, haut drossard du comté de Looz, mari d'Isabelle Adolphine comtesse de Hoensbroeck d'Oest, relève le fief (Oest) comme il a été possedé ci-devant par Ulric-Antoine comte de Hoensbroeck (De Ryckel, cour féodale, p. 416).
  3. Catharina Antoinette Françoise Amour, dame d'Oest et de Fouron-le-Comte, ged. Breust 5-09-1710 (get. Franciscus Hyacinthus graaf van Renesse, en Catharina de Montagne geb. Schimmelpennink van der Oyen uit Oost), tr. Breust 17-07-1728 met
    Adolphus Georgius Fransciscus Guilhelmus baron de Colyn van Beusdael en Sippenaecken.
    Op 28 april 1749 draagt zij haar aandeel in Oost en Fouron-le-Comte over aan de baron de Berghe de Trips, die haar heeft geholpen toen haar echtgenoot haar in de steek had gelaten (De Ryckel, Dalhem, ref. 1179, p. 291)
  4. Anna Maria Francisca Cornelia, ged. Breust 14-11-1712 (get. Alexander de la Montagne voor Franciscus van Hoensbroek-Geul, en Maria Barbara de Tackoeun voor Maria Anna van Hoensbroek gravin van renesse , gouvernante van Stockem uit Oost), overl. Breust 09-06-1713.

Uit het tweede huwelijk:

  1. Antonius Franciscus Arnoldus Alexander, ged. Breust 15-02-1719 (get. Arnoldus Theodorus Amor baron de la Margelle, en Adriana Alexandrina gravin van Nesselrodt wed.v. Philippus Wilhelmus graaf van Nesselrodt)
  2. Maria Anna Frederica, ged. Breust 24-01-1721 (get. Leonardus Petermans uit 's-Gravenvoeren voor Fredericus graaf van Eijnatten van Reijmersdael, en Agnes Petermans voor baronesse de Pauwel geb. baronesse de Groot van Strucht uit Oost), overl. Andenne 11-05-1792
    Zij was gravin van Hoensbroek-Oost en kanonikes te Andenne.
  3. Anna Elisabeth Francica, ged. Breust 24-04-1722 (get. Eerw HeerJoannes Franciscus Elias priester van het bisdom Keulen voor Franciscys Hyacinthus graaf van Renesse baron van Oostmael, en Joanna Canto voor Anna Elisabeth baronesse de Groot geb. baronesse de Colin van Beusdael vrouwe van Oost boven de Geul, Strucht etc, uit Oost), overl. 27-02-1782, tr. 17-05-1752 met
    Francois Antoine, comte de Méan de Beaurieux, geheim raadsheer van de bisschop van Luik, overl, 06-07-1788, zn.v. Pierre en Helena Johanna baronesse de Waha.
    Zij waren de ouders van de laatste Prins-Bisschop van Luik:Frans antoon Marie Constant graaf de Méan..
  4. Franciscus Ulricus Eugenius, ged. Beust 06-09-1723 (get. Joannes Franciscus Elias en Joanna Francisca Canto wed.v. Lambertus Elias), overl. Breust 07-10-1723.
  5. Caesarius Constantinus Franciscus,, geb. Oost (Eysden) 28-08-1724 (get. Joannes Franciscus Elias en Maria Constantina van Hoensbroek-Geul van het Stift Hinsbergh), overleden Luik 03-06-1792.
    Hij was graaf van Hoensbroek-Oost, vorst-bisschop van Luik 1784-1792, kanunnik van Notre-Dame en St.Lambert te Luik
  6. Johanna Francisca Henrica, ged. Breust 24-06-1726 (get. Henricus Lebens en Joanna Canto wed.v. Lambertus Elias), gravin van Hoensbroek-Oost, kanonikes te Andenne.


XVII D

Johan Willem Adriaan, Rijksgraaf en Heer van Hoensbroek 1674-1735, markies van Hoensbroek, baron van Entbrugge, Ruynen, Bellinshoven, Gremptinne, heer van Haffen, Mahr, in Schellebelle en Wansele, van Aldekerok en Eijll, Nijkerk en Wintham, Vernam, Sevelen, Renst, Schaephuysen, St. Antonisberg en Steijnden, Raayen, Pont, Veert, Welten, Kapellen, Kevelaer en Kleinkevelaer, erfmaarschalk van Gelre en Zutphen 1694, ged. Haag 30-05-1666, overleden Haag 20-06-1735, tr. (contr.) Bellinghoven 26-7-1695/ Bellinghoven 06-09-1695
Elisabeth Henrica Maria Victoria, Rijksgravin van Schellart-Obbendorf tot Iversheim, dr.v. Frans Caspar en Margaretha Gertrudis Maria van Berneau, ged. Düsseldorf 11-10-1676, overleden 17-11-1727.

Willem Adriaan van Hoensbroeck, admissus 8 oktober 1690 wegens het huis Engelsum, als edele tot de Staten van Overkwartier (Maasgouw 3, 1881).

Kinderen:

  1. Frans A.A.J.P., volgt XVIII B.
  2. Carolus Henricus Arnoldus van Hoensbroek, ged. Roermond 25-1-1700, overleden 1718
  3. Maria Francisca Dorothea Henrica Felicitas van Hoensbroek, geb. Roermond 17-04, ged. Roermond 20-04-1703 (of 1702 ?).
  4. Eleonora Theresia Angela van Hoensbroek, ged. Roermond 14-04-1703, Swalmen 17-07-1703.
  5. Joannes Arnoldus van Hoensbroek, kanunnik te Trier 1714-, kanunnik te Halberstadt 1715, geb. Haag 28-11-1704, overleden Mainz 1719.
  6. Johanna Karolina van Hoensbroek, geb. Haag, ged. Haag 06-06-1706, overleden 1706.
  7. Johan Frederik Arnold Adolf van Hoensbroek, ridder van Malta 1713 -, aartsdiaken van Trier 1739, koorbisschop van Trier 1743, domproost te Trier 1750, ged. Haag 02-12-1709, overleden Koblenz 05-05-1758.
    Johan Frederik Arnold Adolf van Hoensbroek, admissus 17 november 1739 als edele tot de Staten van Overkwartier (Maasgouw, 3, 1881)
  8. Maria Theresia van Hoensbroek, kanunnikes te Thorn 1714 en v. h. Stift St. Quirinus te Neuss 1715, ged. Haag 27-02-1712, tr. Kasteel Hillenraed (Swalmen) 29-10-1740 met Carolus Joannes Dominicus, gf. v. Haudion en van Waele, zn.v. Donatius Karel en Magdalena Francisca d'Oyenbrugge.
    K.R. Swalmen 1740 29 8bris contraxerunt Illustrissisimus Dominus Carolus Joannes Dominicus Comes de Houdion et de Waele toparcha in Wijnegem, et Illustrissima Maria Theresia Marchionissa de ett in Hoensck S.R. Impetry Comitissa cum dispensatione paapalis in 4to consanguinitatis gradu aequali et cum dispensatione Episcopali in bannis tum ab Illmo Dno Episcopo Antwerpiensi tum ab Illmo Dno Archiepis-copo Coloniensi. Item cum licentia Parochi in Wynegem dat 3 hujus et cum licentia D. Parochi Novesij data 26 hujusidque in Castello de Hillenraedt cum licentia Illmi Dni Episcopi Ruraemundensis testes aderamt R.D. Petrus Henricus Bosman Capellanus in Swalmen et Asselt et Dominus Petrus Joannes de Cortlandt caeterique plurimi.
  9. Johan Albert van Hoensbroek, ged. Haag 07-07-1718.

XVIII A.

Herman Otto graaf van Hoensbroek-Guel, baron van Erpicum en Grooten-Breugel, Heer v. Bunde, Ulestraten, Monfrin, Geminne, Baillonville en Strasbourg, stadhouder v. Valkenburg, ged. Geulle 14-05-1699, overleden 16-09-1762, tr. Geulle 1728 met
Anna Maria Juliana Felicitas, baronesse van Tzevel tot Bettenburg.

1737 26 april Marg. Is. Th. née baronne de Waha Baillonville, comtesee douairière de Houtain, dame de Baillonville, Moufrin et Geminne, vend ses biens à Baillonville à son cousin sous-germain Herman Otto comte de Hoensbroeck, voor een lijfrente van 1200 écus. Deze verheft op 30 april 1737en verpandt ze op 9 augustus 1738 als hypotheek voor een rente verschuldig au chapitre de la collégiale de Dinant (St. 18 Bormans, seign feod, p. 41).
1745 11 juni Herman Otto comte de Homsbrouck de Gueul fait relief.
1764 3 juli madame Anne Marie Juliane Félicité comtesse douairière de Hoemsbrouch Gueul, née baronne de Zievel. dame de Geulle, Bunde, Ulestraeten, Moufrin, Geminne, Bailonville et Strasbourg, etc., fait relief de son usufruit. ( St. Bormans, idem, idem).

Hieruit:

  1. Anna Maria Bernardina Georgina Apollonia Philippa, gravin van Hoensbroek-Geul, geb. Geulle 1729, tr. ald. 21-01-17?8 met Frans Xavier, Graf von Hohenzollern-Hechingen.


XVIII B

Frans Arnold Adriaan Joannes Philip, markies van en tot Hoensbroek, graaf des Heiligen Rijks, baron van Ruynen, Bellinghoven, Haffen en Mehr, Heer in Schellebelle en Wanzele, Nieuwkerk, Winternam, Aldekerck en Eijll, Vernam en Sevelen, Renst en Scharphuijsen, St. Anthonisberg en Stenden, Pont, Veert, Wetten, Kapellen, Kevelaer en Kleinkevelaar, de voogdij Gelderland, Swalmen, Asselt, Grubbenvorst en Hillenrath, ged. Kasteel Haag 31-05-1696, overleden Kasteel Hillenrath 23-08-1759, begr. Swalmen; tr. (contr.) Bamberg 03-11-1720 /Hamburg 03-11-1720 met
Anna Catharina Sophia, Rijksgravin van Schönborn, Bucken en Wolffsthal, dr.v. Rudolf Frans Erwin en Maria Eleonora Charlotte, Rijksgravin van Hatzfeldt en Gleichen, geb. 1702, overleden Kasteel Hoensbroek 05-11-1760.

F.-A., marquis de Hoensbroeck, tient, du Brabant, en vertu de la donation de la duchesse Jeanne, à Herman Hoen, du 26 oct. 1388, par succession ininterrompue, la moitié du château appelé, jadis, Ingennebroeck, et, actuellement, Hoensbroeck , au pays de Fauquemont, avec haute, moyenne et basse justice; acte daté du château de Hillenraedt, près de Ruremunde, 1754; fascé d'argentet de gueules,; au lion cour., à la queue fourchée, broch. L'écu sommé d'une cour. à cinq fleurons. S.: deux lions regardants (Av. et dén. , no 7806) (De Raadt II, p. 88)
Frans Arnold Graaf van Hoensbroeck en Maria Anna Sophia gravin van Schönborn maken 17 september 1740 op kasteel Hellenraedt hun testament. Een samevatting daarvan in Maasgouw, 9e jrg, 1887, p 176-177.)
K.R. Swalmen 1759 23 augusti sepultus est excellentissimus dominus Franciscus Arnoldus marchio de et in Hoensbroeck ducatus Geldriae ac comitatus Sutvaniae marscallus haereditarius hujus parochiae thoparga.

Kinderen:

  1. Henrica Francisca Sophia Eleonora Catharina Maria Carolina van Hoensbroek, geb. Hoensbroek 04-11-1721, ged. 6-11.
  2. Lotharius F.W.H.H.V., volgt XIX A.
  3. Zoon ? (miskraam ?).
  4. Philip Damiaan Ludovicus Ignatius Victorius van Hoensbroek, Kanunnik te Spiers 1736, proost te Emmerich 1753, bisschop van Roermond 1774-, ged. Roermond 24-02-1724, overleden ald. 17-04-1793.
    Anno 1724 die 24 Februarii baptizavit illustrissimus Episcopus. Sanguessa, bic Ruraemundae, in domo Dni Marchionis de Hoensbroeck filium legitimum ejusdem generosissimi domini Francisci Arnoldi Adriani, marchionis de et in Hoensbroeck, sacrae caesariae et catholicae majestatis consilarii equestris in ducatu Gelriae, et generosissimae dominae Annae Sophiae, natae comitissae de Schönborn, conjugum, qui nominatus est Philippus Damianus Ludovicus Ignatius Victorinus. Patrini fuerunt serenissimus et reverendissimus Dnus Joannes Philippus Franciscus, episcopus Herbipolensis dux Franconiae, natus comes de Schönborn et serenissimus Dnus Damianus Hugo S.R.E. cardinalis, episcopus et princeps Spirensis, coadjutor episcopatus et principatus Constantziensis, natus comes de Schönborn, ac horum patrinorum nomine adstitit et supplevit; gen. dom. Ernestus Erasmus de Zadubsky de Schentall, vice-gubernator civitatis Ruraemundensis. Matrina fuit Serenissima et celsissima princeps domina Henrietta Christina nata ducissa de Brunswyck et Luneborch, ejusque nomine adstitit et supplevit gen. domina Maria Francisca de Zadubsky de Schental, nata de Montalvo, uxor praefati Dni vice/gubernatoris (Librum nominationum Bisdom Rtoermond, Bron: Habets, Bisdom II, p. 605).
  5. Eleonora Theresia van Hoensbroek, ged 10-01-1726, begr. Swalmen 16-01-1726.
  6. Catharina Elisabeth Frederica Maria van Hoensbroek, kanunnikes te Thorn, ged. Hoensbroek 26-04-1726 (get. Johan Frederik Arnold Adolf, graaf van Hoensbroek, domheer van Trier, en ridder van Malta, en Catharina Elisabeth gravin weduwe van Hoensbroek geboren Schenck van Nydeggen), tr. (contr.) 21-03-1744/kasteel Hillenraad (Swalmen) 22-03-1744 met
    Frans Willem Anton, Reichsgraf ven Nesselrode und Reichenstein, zn.v. Bertram en Maria Anna van Reichenstein.
    K.R. Swalmen 1744 die 22 marty contraxerunt Excellentissimus Dominus Franciscus Guilielmus Antonius Sacri Romani Imperij Comes de Nesselrode a Reichenstein et Excellentissima Domina Catharina Elisabetha Sacri Rom. Imoerij Comitissa de et in Hoensbroeck Canonissa in Thoorn, cum dispensatione Episcopali tam coloniensis quam ruraemundensis in bannis et tempore clauso, testibus Excellentissimo Domino Hermanno Adolpho S.R.I. Comite de Nesselrode a Reichenstein ordinis Sti Joannis Jerosolimitani Equite et Commendatore in Wesel, Borcum, Laagen et Herfort, atque Excell. Dno Henrico S.R.I. Comite de et in Hoensbroeck et pluribus aliis.
  7. Franciscus Henricus Joannes Nepomucenus Amor van Hoensbroek, luitenant-generaal, veldmaarschalk v.d. Keurvorst van Mainz, heer van Ravensberg, Ritter D.O., commandeur van Ordingen en Aschaffenburg 1764-1793, commandeur v. St. Pietersvoeren 1768-1770, commandeur v. Bernissem 1770- , geb. Hoensbroek 25-03-1727, ged. Hoensbroek 27-03-1727, overleden Heerlen 25-03-1793, begr. Hoensbroek.
    Hij is beschreven in Aldenbiesen I, p. 76.
  8. Maria Theresia Josepha Frederica van Hoensbroek, geb. Roermond 07-03-1728, tr. 1) (contr.) 14-10-1747 met
    Joseph Hugo, Graf von Metternich-Winneburg;tr. 2) Karl Franz, Reichsfreiherr von Hompesch.
    K.R. Swalmen 1747 15 8bris contraxerunt Excellentissimus Dominus Joannes Hugo Franciscus S.R.I. Comes de Metternich Winnenburgh et Beilstein, Dominus in Koningswarth, Nauheim, Spuschenburg, Reinhardtstein et Pousseur, Camerarius Haereditatus S.A. Electoralis de Moguntia Consiliarius Intimus et Supremus pretor in Dhaun, Ulmen et Cocheim pro S.A. Electorale de Treviris et Excell. Dlla. Maria Teresia S.R.I. Comitissa et Marchionissa de et in Hoensbroeck; ..giente benedictionem nuptialem Excellmo. Dno Francisco Ludovico S.R.I. Comite de Metternich, Winnenburg et Beilstein, Metropolitanae Eccelesiae Moguntinae Canonico Capitulari, Consiliario de Regimine S.A. Electoralis de Moguntia testes aderant Excell. Dni Lotharius et Philippus Damianus S.R.I. Comites et Marchiones de et in Hoensbroeck plurimique alii, et in dispensationis Episcopali in banis.
  9. Frederik Melchior Franciscus Adolphus Adrianus Josephus Johannes van Hoensbroek, Ritter D.O., commandeur van de balie Mainsiedel in Lotharingen, ged. Roermond 16-10-1729.
  10. Sophie Charlotte Wilhelmina van Hoenabroek, ged. Roermond 10-01-1731, tr. (contr.) 23-02-1755 met
    Clemens Lothar, Reichsfreiherr von Fürstenberg-Heringhen.
    K.R. Swalmen 1755 23 febrij Juncti sunt matrimonio praenobilis ac Illustrissimus Dominus Clemens Lotharius Romani Imperij L.B. de Furstemberg Revdmi. ac Serenissimi Principis ac Domini Electoris Coloniensis Cubicularius Consiliarius nobilis Ducatus Westphaliae, Dominus Haereditarius in Adolphsburg parochianus ibidem Dioces1s Coloniensis, et praenobilis ac Illustrissima Domicella Sophia Carola,marchionissa de et in Hoensbroeck, testibus Excellentissimis Dominis Francisco Arnoldo et Lothario Sti Rom. Impery Comitibus et Marchionibus de et in Hoensbroeok plurimisque aliis.
  11. Wilhelmus Adriaan Josephus Joannes Nepomucenus van Hoensbroek, domheer v.h. ridderstift Wirnpfen, ged. Roermond 01-03-1732, overleden Würzburg.
  12. Isabella Marie Regina Josephina Antoinetta van Hoensbroek, ged. Hoensbroek 11-06-1733, tr.(contr.) 02-01-1762 met
    Adam Alexander, Reichsgraf von Schellardt zu Obbendorf, heer te Geijsteren, zn.v. Joannes Willem en Joanna Felicitas van Renesse.
    K.R. Swalmen 1762 3ia Janrij Juncti sunt Matrimonio Praenobilis et illustrissimus Dominus Adamus Alexander S.R.I. Comes de Schellaerdt, serenissimi Principis ac Domini Electoris palatini Cubicularius, privati consilii in Düsseldorff consiliarius nobilis, Dominus in Geijsteren, Oostrom, Häin et Crapoel, parochianus Düssellanus archidiocesis Coloniensis, et praenobilis ac Illustrissima Domicella Isabella Marchionissa de et in Hoensbroeck, testibus praenobilibus ac Illustrisimsimis Dominis Lothario Francisco S.R.I. Comite de et in Hoensbroeck, S.C.M. Cubiculario, Ducatus Geldriae, nec non Comitatus Zutphaniae Marechallo Haereditario, et Frederico Sacri R.I. Comite de et in Hoensbroeck ordinis Teutonici Equite capitulari, nec non Revdismi ac Ser-mi principis ac Domini Electoris trevirensis Cubiculario et Centurione, idque cum dispensatione Episcopali in bamnis et tempore feriale.
  13. Joanna Antoinette Henrica Deodata van Hoensbroek, ged/geb. Roermond 14-10-1734, begr. Swalmen 11-02-1735.
  14. Joannes Arnoldus Josephus Joachim Deodatus van Hoensbroek, geb/ged. Roermond 20-03-1736.
  15. Erwinus Bernardus Josephus Antonius Xaverius van Hoensbroek, kanunnik te Trier, ged. Roermond 16-03-1737, overleden kasteel Hillenrade (Swalmen) 18-04-1755.
    K.R. Swalmen 1755 19 aprilis [sepultus] Perillustris Dominus Henricus Marchio de et in Hoensbroeck
  16. filius = (Johan Antoon ?), geb. Roermond ?, overleden Swalmen 19-04-1738.
  17. Leopoldus Ludovicus van Hoensbroek, domheer van het kapittel te Trier, bezitter van huis Bremerhorst, ged. Roermond 23-09-1739, overleden 03-07-1794.
  18. Joannes Fredericus Antonius Mauritius Xaverius van Hoensbroek, domheer te Hildesheim, kanunnik te Munster, proost te ?, ged. Swalmen 25-09-1740.
  19. dochter, ged. 1741, overleden Swalmen 11-02-1742.
  20. Josephus Adolphus Alphonsus van Hoensbroek. kanunnik te Trier, koorbisschop van Trier, ged. Roermond 14-01-1743, overleden Kasteel Bleijenbeek (Afferden) 23-11-1813.
  21. Carolus Fredericus Alexander Rochus van Hoensbroek, geb. Swalmen 30-10-1744, begr. ald. 11-12-1744.
    K.R. Swalmen 1744 30 8bris [baptus] Carolus Fredericus Alexander Rochus filius legitimus Excellentissimi Dni Francisci Arnoldi S.R.I. Comitis Marchionis de et in Hoensbroeck Ducatus Geldriae et et Comitatis Zutphaniae Mareschalli Haereditarij, Suae Ma[jesta]tis Hungariae et Bohemiae Consiliarij intimi actualis, et Excellentissimae Dominae Mariae Annae Sophiae Comitissa de Schonborn Bouchaim et Wolfsthal coniugum, usceptores fuerunt Eminentissimus atque Celsissimus Dmminus Comes d'Ostein Archiepiscopus et Elector S.R.I Mogunti in cuius loco adstitit Excell. ac. Illmus Dominus Joannes Fredericus Arnoldus Adolphus Marchio de et in Hoensbroeck, Metropolitanae Ecclesiae Trevirensis Archidiaconus, vicarius Generalis et Canonicus,et Excell. Domina Joanna Alexandrina Antonetta Felicitas Comitissa de Renesse d'Elderen vidua Excell. Dni S.R. Imp. Comitis de Schellardt de Geisteren.
  22. Carolus Wilhelmus Josephus Maria van Hoensbroek, domheer van Trier, aartsdiakenv. St. Mauritius in Toleja; ged. Swalmen 19-08-1746.
    K.R. Swalmen 1746 19 Augti baptisatus est Carolus Wilhelmus Josephus Maria filius legitimus Excellentissimi Dni Francisci Arnoldi Marchionis de et in Hoensbroeck Ducatus Geldriae et Comitatus Zutphaniae Mareschalli haereditarij S.R. Imperij Comitis necnon Suae Regiae et Imperialis Maiestatis Hungariae et Bohemiae Consiliarij Intimi et actualis et Excellentissimae Dominae Mariae Annae Sophiae Comitissae de Schönborn Bouchaim et Wolfthal coniugum, susceptores fuerunt Excellentissimus Dominus S.R.I. Carolus Comes de Bathiani Toparcha Haereditarius de Guling,Sulos, Bolya, Mosgo et Ysoch in Hungaria, de Neuhoff et Gotenitz in Bohemia, supremus Comes Haereditarius in comitatu d'Eysenburg Camerarius et Consiliarius Intimus et actualis status Suarum Maiestatum Imperialis et Regiae Hungariae et Bohemiae, Prorex Dalmatiae, Croatiae et Schlavoniae, Campi Mareschallis, Tribunus legionis Equitum levis armaturae, et Supremus Generalis et Minister in Belgio, in cuius loco adstitit Excellentissimus Dominus Franciscus Wilhelmus S.R.I. Comes d'Ötting Baldern Metropolitanae Ecclesiae Coloniensis Canonicus, et Excellentissima Dna Sophia Comitissa d'Ötting Baldern Illustrissimi Capituli Saecularis Thorensis


XIX A

Lotharius Franciscus Wilhelmus Henricus Hyacinthus Victor, Reichsgraf en Markies van Hoensbroek, heer te Hoensbroek, erfmaarschalk van Gelre, baron van Bellinghoven, heer van Haffen en Mehr, Nieuwkerck en Winternam, Aldekerck en Eijll, Vernam en Sevelen, Reust en Schaephuysen, St. Anthonisberg, Stenden, Ruijnen en Ruijnenwald, Pont, Veert, Wetten, Kapellen en Kleinkevelaer, Afferden, Blienbeek, Swalmen, Asselt en Grubbenvorst, stadhouder van Valkenburg 1762-, geb. Hoensbroek 20-12-/ged. 23-12-1722 (pp. Lothar Franz van Schönborn, Aartsbisschop van Mainz), overleden Hoensbroek 22-03-1791, tr. (contr.) Koblenz 03-08-1792 met
Sophia Charlotte Maria Anna Walburgis Eva, Rijksgravin van der Leijen en tot Hohengeroldsegg, dr.v. Frederik Ferdinand Frans Anton, heer tot Simpelveld, en Maria Charlotte Augusta Eva van Hatzfeld zu Gleichen, geb. Koblenz ± 1734; overleden Venlo 09-02-1807. Hieruit:

  1. Charlotte Sophia Francisca Clara Elisabeth Theresia Maria Joanna van Hoensbroek, kanunnikes te Thorn 1772- , ged. Hoensbroek 10-10-1764 (get. Frans, rijksgraaf van der Leyen en Hohen-Gerolsegg, Frans Hendrik, markgraaf van en tot Hoensbroek, Ridder Duitse Orde, commandeur van Aschaffenberg en Ordingen, Charlotta gravin-weduwe van der Leyen en Hohen-Gerolsegg geb. Grafin von Hatsfeld en Gleichen, tante, Marie Anne gravin-weduwe van Leerodt en Bor, geb. Barones van Smitburg), overleden Venlo 04-04-1804, tr. Thorn 20-01-1794 (contr. 19-01-1774) met
    Andreas Franciscus Testard, chevalier de Montigny, overleden 30-05-1800.
  2. Franciscus Philippus Leopoldus Josephus Erwinus Arnoldus Adriaan Paulus van Hoensbroek, ged. Hoensbroek 15-01-1766, (pp. Philip Damiaan Hoen, bisschop van Roermond en Sophia Reichsgraf von Oetlingen-Baldere), overleden Hoensbroek 16-03-1766.
  3. Josepha Theresia Maria Anna Romualda van Hoensbroek, geb. Swalmen 07-02-1773, overleden Venlo 18-01-1789.
  4. Maria Anna Ludovica Frederica Joanna Sibilla van Hoensbroek, kanonikes te Thorn 1790, geb. Haag 20-04-1774, tr. Venlo 09-04-1806 met
    Karel Kasper Ferdinand Antoine François, baron de Weichs de Wenne, drossart van de Lgf. van Hessen-Darmstadt, zn.v. C.A.M. en Philippine Bernardine Ferdinande de Wreede, geb. Erlohe 06-04-1777.
  5. Clemens W.P.J.J.B., volgt XX.


XX

Clemens Wenceslaus Philippus Josephus Joannes Baptiste, markies en Reichsgraf van Hoensbroek, heer v. Swalmen, Asselt, Blienbeek, Afferden, Hillenraeth, Grubbenvorst, Haag etc.; geb. Haag 08-05-1776, ged.Geldern 10-05-1776, overleden Köln 14-10-1844, tr. 1) 28-09-1801 (Weeze 27-10-1801 volgens stamboom) met
Alexandra Maximiliana, baronesse van Loë-Wissen, dr.v. Gerard Anton Edmond Assuerus en Alexandrine Adolphine Maria gravin van Merveldt, geb. Mheer 30-05-1784, overleden Haag 04-o6-1806;
tr. 2) Kasteel Dilborn 15-10-1809 met
Eugenia Ludovica, Rijksgravin van Schaesberg, dr.v. August Joseph Marie Karel Antoon en Isabell barones van en tot Cortenbaoh, geb. Düsseldorf 19-10-1781, overleden Köln 28-04-1848.
Uit eerste huwelijk:

  1. Sophia Charlotta, tr. met
    Johan Friedrich, Reichsfreiherr von Fürstenberg-Körstlinghausen.
  2. Frans Egon, volgt XXI A.

Uit tweede huwelijk:

  1. Karl, volgt XXI B.
  2. Mathilde, tr.
    Arthur, Rijksgraaf v. Golsteijn tot Breyell.


XXI A

Frans Egon, Rijksgraaf, markies van und zu Hoensbroek, ged. Haag 01-06-1805, overleden Haag 19-12-1874, tr. Wissen 05-04-1840 met
Mathilde Francisca Huberta, rijksbaronesse van Loë tot Wissen, dr.v. Frederik Karel en Louise, gravin WolffMetternich, geb. Wissen 10-08-1821, overleden Remagen 19-12-1903.
Hieruit:

  1. Ludovica.
  2. Lothar.
  3. Antonia.
  4. Adriaan.
  5. Wilhelm, volgt XXII A.
  6. Maria Magdalena, gravin van Hoensbroek, ged. 22-07-1850, tr. Haag 18-11-1872
    Franz Joseph Friedrich Leopold Karl, Graf von Stolberg-Stolberg.
  7. Paul Kajus, volgt XXII B.
  8. Theresia.
  9. Clemens Wenoeslaus, volgt XXII C.


XXI B

Karel, markies van Hoensbroek tot Hillenrade en Zurnich, tr. 20-07-1847 Sophia Maria Dominica van Brencken.
Hieruit:

  1. Richard.
  2. Otto.
  3. Franz Egon, volgt XXII D.
  4. Frederik.


XXII A

Wilhelm Franz Anton Aloys Apollinar Hubert Rudolf Thimothe Marie, Rijksgraaf, markies von und zu Hoensbroek; geb. Haag 17-04-1849, overleden Haag 13-02-1922, tr. Wien 28-10-1877 met
Maria Eleonora Carolina Wilhelmina Augustina, Prinzessin zu Windischgraetz, geb. Vonderbrühl 15-08-1855, overleden Geldern 14-03-1935. Hieruit:

  1. Franz Lothar, volgt XXIII A.

XXII B

Paul Kajus, markies van Hoensbroek, oorspronkelijk jezuïet", geb. Haag 29-06-1852, tr. 1895
Gertrud Lettgens.


XXII C

Clemens Wenceslaus Levin Joseph Aloysius Apollinus Hubert Marie Casimir, Rijksgraaf von und zu Hoensbroek, geb. Haag 03-05-1858, overleden Köln 26-12-1914, tr. Kellenberg 29-05-1888
Cunigunda Maria E.H.A.M.O.J., Reichsfreiin Raitz von Frentz, geb. Kellenberg 04-09-1864, overleden Buchhagen 29-08-1929.
Hieruit:

  1. Eugen, volgt XXIII B.


XXII D

Franz Egon, markies van Hoensbroek tot Hillenraet, geb. 13-05-1851, tr. Münster 07-05-1878 met
Hermenegilde, Gräfin Wolff-Metternich zu Gymnich, geb. 23-04-1858, overleden 30-06-1886.

XXIII A

Frans Lothar Maria Wilhelm Augustinus Klemens Hubertus, Rijksgraaf, Markies van und zu Hoensbroek, geb. Haag 29-04-1880, overleden ald. 01-12-1948, tr. Arenfels 23-04-1907
Maria Agnes, Gräfin von Westerholt und Gysenberg, geb. Arenfels 08-07-1882, overleden Haag ..-08-1957.
Hieruit:

  1. Wilhelm, volgt XXIV A.


XXIII B

Eugen Maria Joseph Hubertus Antonius Aloysius Barnabas, Reichsgraf von und zu Hoensbroek, geb. Kellenberg 11-06-1902, tr. München 26-03-1935
Agnes Maria Ursula Engelberta Freiin von Biegeleben, geb. Darmstadt 04-01-1902.
Hieruit:

  1. Gotthard Max.U.Alb.Ant.Jos.Mar., geb. Köln 05-02-1936.
  2. Benedikt, volgt XXIV B.

XXIV A

Wilhelm Marie Ferdinand Karl Frans Hubert, Rijksgraaf, markies von und zu Hoensbroeck, geb. Münster (Westfalen) 20-05-1908, tr. Bad Godesberg 16-01-1935 met
Felicitas Garnerin de la Thorille, Gräfin von Montgelas, geb. Potsdam 09-08-1912.
Kinderen:

  1. Grunhild, geb. Haag 19-01-1936.
  2. Rüdiger, geb. Haag 13-11-1939.
  3. Ingrid, geb. Haag 14-09-1941.
  4. Wolter Hubertus, geb. Haag 19-01-1944.

XXIV B

Benedikt Joh Maria Ferd Arn Adr Konr Aug Rijksgraaf von und zu Hoensbroeck, geb. Köln 02-07-1939, tr. 07-05-1966 met
Marie Longueval, Gräfin von Buquoy, Freiin von Vaux.
Kinderen:

  1. Constantin Marie Ben. Eug Ferd Val., geb. Köln 09-04-1967.