Hertogdom Kleef

Uit Genealogie Limburg Wiki

Het Hertogdom Kleef (Duits: Kleve), behorend tot de Nederrijns-Westfaalse Kreits, was gelegen aan beide kanten van de Rijn, tussen het prinsbisdom Münster, de abdij Essen, en de hertogdommen Berg, Brabant, Hertogdom Gelre en Gulik. Het omvatte ongeveer de huidige districten Kleef, Wesel en de stad Duisburg, alsmede in Nederland de Liemers, Huissen en 's-Heerenberg, in het zuidoosten van Gelderland. Hoofdstad was de gelijknamige stad Kleef.

Tot in het midden van de 19e eeuw werd in Kleef en omstreken een Nederlands dialect, het Kleverlands, gesproken.[1]

GESCHIEDENIS

-->Zie ook Hertogdom Kleef / Graven en Hertogen

Graafschap (1100-1461)

Omstreeks 1020 stichtte keizer Hendrik II van het Heilige Roomse Rijk het graafschap Kleef. Mogelijk waren de graven tot de elfde eeuw ook graaf van Teisterbant, dat vervolgens aan het prinsbisdom Utrecht viel.

De kern van het oorspronkelijke graafschap bestond uit Kleef, Kalkar en Monreberg. Later werd het gebied uitgebreid ten koste van hert Rijk en het keurvorstendom Keulen. In de dertiende eeuw breidde het bezit zich uit op de rechter Rijnoever (Wezel, Duisburg, de heerlijkheid Dinslaken). In de veertiende eeuw kwam daar Emmerik bij.

Na het uitsterven van de graven van Kleef in 1368 kwam het graafschap ten gevolge van het huwelijk van Margaretha van Kleef met graaf Adolf II van de Mark aan hun zoon Adolf III. Na de dood van zijn oudere broer Engelbert III in 1391 werden beide graafschappen in personele unie verenigd. In 1461 werden beide gebieden bestuurlijk verenigd.

Hertogdom (1417-1609)

In 1417 werd het graafschap Kleef tot hertogdom verheven. Tijdens de Soester Twist (1444-1449) werd Xanten verworven van het keurvorstendom Keulen.

Ten gevolge van het huwelijk van hertog Jan III van Kleef met hertogin Maria van Gulik en Berg kwamen in 1511 ook het hertogdom Gulik, het hertogdom Berg en het graafschap Ravensberg in personele unie met Kleef en Mark. Het land ging al vroeg tot het Lutheranisme over en later gedeeltelijk tot het calvinisme. De meerderheid bleef echter Rooms-Katholiek.

Na de dood van Karel van Gelre in 1539 werd de Kleefse hertog tevens hertog van Hertogdom Gelre en graaf van Zutphen. Hiermee was een uitgestrekte staat aan de Nederrijn ontstaan.

Onder Brandenburg (1609-1701)

In 1543 moest Kleef Gelre en Zutphen afstaan aan Keizer Karel V. Hertog Johan Willem IV stierf in 1609 zonder erfgenamen. Verschillende vorstenhuizen maakten aanspraak op zijn landen (Kleef, Gulik, Berg, Mark, Ravensberg en de Ravenstein). Dit leidde ertoe dat Kleef en Mark in handen kwam van de keurvorsten van Brandenburg (in 1609, definitief in 1666). In 1635 werd Kleef veroverd door de Spanjaarden, maar een jaar later heroverd door de Republiek. De Verenigde Provinciën behield tot 1672 een garnizoen in Kleef.

Pruisisch (1701-1795) en Frans (1795-1813)

In 1701 wordt de stad Pruisisch bezit, als voortzetting van Brandenburg. Ook na de Pruisische annexatie bleef het Nederlands de officiële taal van bestuur, onderwijs en kerk. Pas in 1739 moest de correspondentie met Berlijn in het Hoogduits gevoerd worden.[1] Pruisen bleef met een korte onderbreking van 1757 tot 1762, heerser over Kleef, maar in 1795 werd de hele Westelijke Rijnoever geannexeerd door Frankrijk. Pruisen erkende deze annexatie in de Vrede van Bazel. Het hertogdom Kleef ging op in de Cisrheniaanse republiek.

Nederlandse delen

Andere delen kwamen in 1803 aan de Bataafse Republiek. Het ging hierbij om Zevenaar, Huissen en Malburgen in het huidige Gelderland. In 1815 blijven deze delen Nederlands.
Ook in het huidige Noord-Limburg bevinden zich gebiedsdelen van het vroegere hertogdom Kleef. Hier betreft het Mook, Ottersum, Gennep, Heijen en Siebengewald. Tenslotte, aan de andere zijde van de Maas bij Gennep, ook nog het Brabantse Oeffelt, een van de oudste dorpen van de gemeente Boxmeer. In 1815 worden deze delen Nederlands.

Op 30 maart 1806 stond Napoleon het hertogdom Berg en de rest van het hertogdom Kleef bij decreet af aan zijn zwager Joachim Murat die de titel ging voeren van hertog van Kleef en hertog van Berg. Deze gebieden vormden daarmee de kern van het latere groothertogdom Berg. Op 15 december 1805 doet Pruisen in een geheim verdrag met Frankrijk te Schönbrunn afstand van het hertogdom aan Frankrijk. De exclaves bij Arnhem werden door Frankrijk aan de Bataafse Republiek overgedragen, het ging hierbij om Zevenaar, Huissen en Malburgen.

Weer Pruisisch en vervolgens Duits

In 1813 werd het Pruisische gezag over Kleef hersteld. Mede om een mogelijke invloed van het nieuwe Verenigd Koninkrijk der Nederlanden tegen te gaan werd het gebruik van het Nederlands ingeperkt, en werd het Duits de officiële taal van bestuur en scholing. Kleef deelde de verdere geschiedenis met Pruisen, en maakt thans deel uit van de Bondsrepubliek Duitsland.

Bestuurlijke indeling

  • De stedenkreis ten westen van de Rijn, nederwaarts: de steden Kleef, Emmerik, Kranenburg, Zevenaar, Huissen, Gennep, Griethausen en Goch.
  • De stedenkreis ten westen van de Rijn, bovenwaarts: de steden Xanten, Orsoy, Kalkar, Sonsbeck, Uedem, Büderich, Kervenheim en Grieth.
  • De stedenkreis ten oosten van de Rijn: de steden Wezel, Duisburg, Rees, Dinslaken, Ruhrort, Schermbeck, Holten en Isselburg.
  • De landsraadkreis Kleef:
    • de rechterambten Kleef, Kleveham, Kalkar, Grieth, Goch, Asperden, Gennep, Kranenburg, Duiffeld, Uedem, Sonsbeck, Schravelen.
    • de jurisdicties Huisberden, Halt, Hennepel, Niedermörmter, Moyland, Till, Heyen, Mook, Kessel en Mörmter
    • de adelijke heerlijkheden Appeldorn, Wees, Zyfflich-Wyler en Wissen
  • De landraadkreis Wezel:
    • de rechterambten Wezel, Brünen, Bislich, Büderich, Wallach, Xanten, Winnenthal, Dinslaken, Gotteswickerham, Spellen, Holten, Beeck en Schermbeck
    • de adelijke heerlijkheden Hammikel, Meyderich, Diersfort, Gahlen, Bühl, Hünke, Voerde, Haffen, Mehr, Borth en Veen met de vrijheid Winnenthal.
  • De landraadkreis Emmerik:
    • de ambten Emmerik, Lobith, Rees, Hetter, Grieterbusch, Liemers, Huissen en Malburg
    • de jurisdicties Millen en Hurl, Sonsfeld, Halderden, Offenberg, Bienen, Weel, Hüllhasuen en Groin

Taal

De taal van de omgeving, het Kleverlands of Zuid-Gelders, behoort evenals het Nederlands tot de Nederfrankische talen en dialecten. Tot aan de Tweede Wereldoorlog was dit Kleverlands grensoverschrijdend. Zowel in Zuidoost-Gelderland en in Noord-Limburg als aan de noordelijke Nederrijn (in de districten Kleef, Wesel en de stad Duisburg) werd en wordt het nog gesproken, maar de vroegere taalkundige verbondenheid verdwijnt en beide gemeenschappen groeien nu meer en meer uit elkaar.

Noot

  1. M.C. van den Toorn, W. Pijnenburg, J.A. van Leuvensteijn en J.M. van der Horst (red.), Geschiedenis van de Nederlandse taal. Amsterdam University Press, Amsterdam 1997, on line op: [1] dbnl 2007 - Geschiedenis van de Nederlandse taal

Externe links