Hertogdom Brabant

Uit Genealogie Limburg Wiki

Naar Wikipedia

Zie ook: Hertogdom Brabant / Graven en Hertogen

Het Hertogdom Brabant was een historisch gebied in de Nederlanden. Zijn grondgebied bestond voornamelijk uit de drie hedendaagse Belgische provincies Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en Antwerpen, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het merendeel van de hedendaagse Nederlandse provincie Noord-Brabant.

In de Romeinse tijd was het gebied gelegen in de Romeinse provincies Belgica en Germania Inferior en bewoond door de Belgae, die zowel van Keltische als Germaanse oorsprong waren. Aan het einde van de Romeinse periode werden ze veroverd door de Germaanse Franken.

Het Hertogdom Brabant vormde het hart van de Nederlanden totdat het werd ontbonden na de Nederlandse Opstand. Zijn belangrijkste steden waren Brussel, Antwerpen, Leuven, Breda, 's-Hertogenbosch, Lier en Mechelen.

De vlag van België is gebaseerd op de kleuren van het wapen van Brabant: zwart, geel en rood.

Naam

Brabant was oorspronkelijk de naam van de Karolingische gouw (pagus Bracbatensis), die zich uitstrekte tussen de Schelde en de Dijle. De naam Brabant is een afgeleide van braecbant. Dit is een samenstelling van braec, wat 'broek' of 'drassig land' betekent, en bant, wat 'streek' betekent.
De Brabantgouw bestond mogelijk al in de 7e eeuw. Zij was onderdeel van het hertogdom Lotharingen en vanaf 959 van Neder-Lotharingen. Het landgraafschap Brabant was van 1085 tot 1183 een Duits rijksleen dat zich ruwweg tussen de Dender en de Zenne situeerde. Hoewel dit gebied niet de oorsprong en de kern van het latere hertogdom vormde, was het wel de naamgever ervan. Vanaf de 13e eeuw is Brabant de naam van een hertogdom in het westen van het Heilige Roomse Rijk.

Territoriale vorming van het hertogdom

Het hertogdom Brabant ontstond uit de vereniging van verscheidene graafschappen en voogdijgebieden:
• het graafschap Leuven, allodiaal stamgraafschap van de Reiniers
• het graafschap Brussel, deel van de Brabantgouw tussen Zenne en Dijle (verworven omstreeks 1000)
• het landgraafschap Brabant, deel van de Brabantgouw tussen Dender en Zenne (verworven door Hendrik III van Leuven omstreeks 1085/1086). Dit rijksleen werd omstreeks 1183/1184 verheven tot hertogdom Brabant ten gunste van hertog Hendrik I van Brabant.
• enkele marken die in 1106 verworven werden door Godfried I van Leuven als hertogelijke ambtslenen: het markgraafschap Antwerpen met de steden 's-Hertogenbosch en Breda.
• Maastricht, sinds 1204 gedeeltelijk Brabants.
• het voogdijgebied van de abdij van Gembloers, wellicht al in de 10e eeuw onder voogdij van de graven van Leuven.
• het voogdijgebied van de abdij van Nijvel, mogelijk tijdens de 11e eeuw onder voogdij van de graven van Leuven, maar pas begin 13e eeuw formeel bevestigd.

De Brabantse ontstaanslegenden

De Brabantse landsheerlijke kronieken (14e-15e eeuw) trachten de origines van de hertogen naar een voor hun politieke rivalen onovertrefbaar verleden te laten teruggrijpen. Op de (aanvaardbare) afstamming van Karel de Grote werd verder gebouwd om de hertogelijke genealogie in de Oudheid te laten aanvangen:
• Volgens een 14e-eeuwse genealogie stammen de hertogen van Brabant af van koning Priamus van Troje.
• Als variant op die bron, ontstond een kroniek waarin een Romeins senator als de stamvader wordt beschouwd.
• Een kroniek uit de 15e eeuw wil dan weer dat de naam "Brabant" afkomstig is van de Romeinse soldaat Silvius Brabo.

Institutioneel is de oorsprong van Brabant wel duidelijk. Met het toekennen van de hertogtitel van Neder-Lotharingen aan Godfried met de Baard (1106) was de territoriale omvang vrijwel voltooid. De formele oprichting van het hertogdom Brabant volgt pas in 1183/1184, met de verheffing van het landgraafschap Brabant (tussen Dender en Zenne) tot hertogdom ten gunste van Hendrik I van Brabant. In 1190, enkele dagen na de dood van Godfried III van Leuven werd tijdens een landdag in de abdij Comburg (Schwäbisch Hall) het hertogschap van Neder-Lotharingen gezagsloos verklaard, maar behielden de graven van Leuven het recht om het hertogelijke gezag uit te oefenen binnen de door hun gecontroleerde graafschappen en voogdijgebieden.

13e tot 15e eeuw

Verdere uitbreidingen gingen vooral naar het oosten, om controle te krijgen over de landweg tussen Brugge en Keulen. In 1204 verkreeg men met een gedeelte van Maastricht het noordelijkste (vaste) bruggenhoofd over de Maas. Het andere gedeelte van Maastricht bleef in handen van de prins-bisschop van Luik. Zo was het tot aan de Franse tijd tweeherig; enerzijds stond het onder gezag van de hertog van Brabant en de latere Staten-Generaal, anderzijds dat van de prins-bisschop van Luik. Maastricht had het statuut van Brabantse stad.

In 1288 werd de Limburgse successieoorlog beëindigd met de Brabantse overwinning in de Slag bij Woeringen. Hierdoor won hertog Jan het hertogdom Limburg (niet te verwarren met de huidige gelijknamige Belgische en Nederlandse provincies). Er ontstaat een band (personele unie) tussen de twee hertogdommen die vijf eeuwen zal duren. Terwijl het hertogdom Limburg en de Landen van Overmaas reeds enkele decennia onder Bourgondisch bestuur staan, komt Brabant in 1430 bij het huis van Bourgondië, waarvan hertog Filips de Goede op dat ogenblik bezig is een rijk uit te bouwen dat in de loop van de 15e eeuw de Nederlanden zal heten en uiteindelijk uit Zeventien Provinciën bestaat.

Tachtigjarige oorlog

Maar Karels opvolger, Filips II van Spanje, voerde eigenzinnige kerkhervormingen door, waarop de Tachtigjarige Oorlog uitbrak. In het begin hield Brabant zich afzijdig, maar na de massale muiterijen onder de Spaanse troepen en de hieruit volgende Spaanse Furie riepen de Staten van Brabant op eigen voorstel de Staten-Generaal van de Nederlanden bijeen, waaruit de Pacificatie van Gent voortkwam. Even later verenigden alle gewesten (behalve het Luxemburg) zich in de Unie van Brussel tegen de aanwezigheid van de Spaanse troepen. Op deze manier wist Brabant in samenwerking met Willem van Oranje de gematigde en radicale opstandelingen te verenigen. De nieuwe landvoogd, Don Juan van Oostenrijk, moest zwichten voor deze massale opstand en liet zijn troepen terugtrekken naar het Spaansgezinde Luxemburg na de ondertekening van het Eeuwig Edict. Maar de vrede is van korte duur. Na de verovering van de Citadel van Namen op 24 juli 1577 en de volledige vernietiging van het Staatse leger in de Slag bij Gembloers op 31 januari 1578, wist Don Juan Leuven te veroveren. Brabant was erg verzwakt, en in sommige steden braken gevechten uit tussen calvinisten en katholieken. De opvolger van Don Juan, de Spaanse generaal Alexander Farnese, heroverde in de jaren 1579-1585 geheel Brabant (Parma's Negen Jaren).

Op 1 juli 1579 vond het Schermersoproer plaats; na een bloedig gevecht tussen katholieken en calvinisten in 's-Hertogenbosch leverden de katholieken de stad uit aan de Spanjaarden. Om te voorkomen dat de Mechelen zich ook zouden aansluiten bij de Spanjaarden, nam de Staatse burgemeester van Brussel, Olivier van den Tympel, de stad in (Engelse furie). Bovendien sloten alle Brabantse steden (op de Spaanse steden 's-Hertogenbosch en Leuven na) zich dat jaar aan bij de Unie van Utrecht en in 1581 verklaarden ze zich onafhankelijk met het Plakkaat van Verlatinghe. Ondertussen veroverden de Spanjaarden Breda (Furie van Houtepen). Het volgende jaar viel Lier door verraad in Spaanse handen. Steenbergen werd bevochten tot driemaal toe en werd in 1583 door de Spanjaarden veroverd.

In 1585 kwam de genadeklap; de steden Brussel en Mechelen gingen verloren, en uiteindelijk ook de belangrijkste stad Antwerpen, die al maandenlang werd belegerd terwijl hulptroepen uit het noorden meermalen vergeefs geprobeerd hadden de stad te ontzetten. De Val van Antwerpen wordt gezien als de definitieve scheiding tussen de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden. Ten slotte vallen ook Grave (1586) en Geertruidenberg (1589).

Het tij keerde met de vernietiging van de Spaanse Armada in 1588. Tijdens de Tien Jaren begonnen Maurits van Oranje-Nassau en Willem Lodewijk een grote veldtocht om Brabant te heroveren. Breda werd als eerste heroverd met behulp van het Turfschip van Breda. Later versloeg Frederik Hendrik de Spanjaarden in het Beleg van 's-Hertogenbosch. Uiteindelijk werd het noordelijk deel van Brabant bij vredestraktaat door Filips IV van Spanje overgedragen aan de Republiek als Generaliteitsland, het zogenaamde Staats-Brabant. Het werd bestuurd door de Noordelijke Staten-Generaal.

Het hertogdom Brabant in de Zuidelijke Nederlanden

Het zuiden bleef onder Spaanse heerschappij, maar verkreeg een grote mate van autonomie van de landvoogden Albrecht en Filips' dochter Isabella. Die bestuurden samen met de Staten-Generaal. Nadat de Spaanse tak van de Habsburgers was uitgestorven, ging het gebied over naar de Oostenrijkse Habsburgers. In 1787 reeds ontwierpen de Staten van Brabant, voortgedreven door Hendrik van der Noot, de plattegrond voor een opstand. In 1789, met de Brabantse Omwenteling, begonnen met de Slag bij Turnhout, verklaarde Brabant zich niet meer onderworpen aan de soevereiniteit van keizer Jozef II na diens vernieuwingspolitiek. Andere landsheerlijkheden volgden het voorbeeld van Brabant en stichtten de Verenigde Nederlandse Staten. De Oostenrijkers herstelden echter in 1790 het gezag, nu onder keizer Leopold II.

Tijdens het Ancien Régime kende men in het westelijk deel van het hertogdom Brabant het zogenaamde meiseniersstatuut, waarmee de vrije boerenstand aangeduid werd. Het genoot zeer oude privileges, die later ook door de hertog verleend werden aan de poorters van een stad. Een meissenier diende zich te laten registreren. De brieven werden uitsluitend uitgevaardigd door de Schepenbank van Grimbergen en op het Kasteel van Gaasbeek. De privileges van de meisseniers omvatten onder meer de vrijstelling van de "Dode Hand" ten aanzien van de hertog van Brabant (dat wil zeggen vrijstelling van erfenisrechten), vrijstelling van passagerechten binnen Brabant en het recht om binnen Brabant gevonnist te mogen worden, ongeacht waar het misdrijf moge plaatsgevonden hebben. Het recht was erfelijk in vaderlijke lijn en vond toepassing tot het einde van 18e eeuw, wanneer het meiseniersstatuut verviel bij de opheffing van het Ancien Régime.

Brabant na het Ancien Régime

Er kwam een definitief einde aan het hertogdom in 1795. Brabant raakte in de maalstroom van de Franse Revolutie en werd geannexeerd door Frankrijk. Het werd opgesplitst in twee departementen: Dijle, voor Vlaams- en Waals-Brabant, en Twee Neten voor Antwerpen. Na de val van Napoleon in 1815 kwam er geen restauratie van de voormalige vorstendommen, maar werden de Franse departementen getransponeerd naar provincies van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Na de Belgische Revolutie van 1830 werd deze toestand ook overgenomen in het nieuwe koninkrijk. Het historische Brabant werd op dat moment verdeeld over drie nieuwe provincies (Brabant, Antwerpen en Noord-Brabant) die verspreid lagen over twee landen (België en Nederland).
Terwijl de provincie Antwerpen bleef zoals het was, werd onder druk van de Vlaamse Beweging de Belgische provincie Brabant bij een federalisering van het Koninkrijk België in 1995 opgesplitst in drie delen: Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.
Het Koninkrijk der Nederlanden kent nog altijd de provincie Noord-Brabant, gelegen ten noorden van de Nederlands-Belgische rijksgrens.

Bestuurlijke indeling

Het Hertogdom Brabant was verdeeld in vier kwartieren, te weten:
• Kwartier van Antwerpen
• Kwartier van Brussel
• Kwartier van Leuven
• Meierij van 's-Hertogenbosch
Elk van deze kwartieren was weer verder onderverdeeld.
Deze indeling heeft bestaan tot 1795, toen de Fransen het ancien régime afschaften en er departementen werden gevormd.

Steden en vrijheden van het hertogdom Brabant

Steden die vrijheden bekwamen hadden het recht om een markt te organiseren op hun grondgebied. Dorpen hadden dit recht niet en hadden daardoor geen eigen marktplein. Het marktplein wordt in sommige gemeenten de vrijheid genoemd. Niet ommuurde plaatsen met stadsrechten werden vrijheden genoemd.

Kwartier van Antwerpen

• Antwerpen: stad en hoofdplaats van het kwartier, het markgraafschap Antwerpen, en hoofd van het bisdom Antwerpen dat tot de 19e eeuw heel dit kwartier omvatte
• Lier: stad gelegen ten zuidoosten van Antwerpen; stad van het huwelijk van Filips de Schone en Johanna de Waanzinnige, een kleine stad met een illuster verleden
• Herentals: stad ten noordoosten van Lier; stad gelegen in een bosrijke omgeving
• Zandvliet: stad ten noorden van Antwerpen; belangrijk bolwerk van de Zuidelijke Nederlanden
• Bergen op Zoom: stad ten noorden van Zandvliet; voorhaven van Antwerpen aan de Oosterschelde en hoofdplaats van het markiezaat van Bergen op Zoom
• Steenbergen: stad ten noorden van Bergen op Zoom; havenstad zoals Bergen op Zoom, hoofdplaats van de heerlijkheid Steenbergen
• Hoogstraten: vrijheid ten noordoosten van Antwerpen: niet ommuurde stad en hoofdplaats van het graafschap Hoogstraten
• Breda: stad ten noorden van Hoogstraten: hoofdplaats van de Baronie van Breda, havenstad, vesting- en garnizoensstad en sinds de 19e eeuw hoofdplaats van het bisdom Breda
• Geel: vrijheid ten oosten van Herentals: een stad die zich onderscheidde op gebied van geneeskunde
• Turnhout: vrijheid ten noorden van Herentals/Geel: de grootste van de niet ommuurde steden; hoofdplaats van het land van Turnhout • Geertruidenberg: stad ten noorden van Breda, zij zou haar naam ontlenen aan Geertrui van Nijvel
• Arendonk: vrijheid ten oosten van Turnhout: faam behaald met het africhten van roofvogels. Arendonk heeft veel weg van een dorp alhoewel deze plaats wel over een marktplein beschikt
• Duffel: vrijheid ten zuiden van Antwerpen historisch een zeer vermaarde baronie maar door oorlogen vernietigd. Het kasteel was lang in handen van de abdij van Tongerlo
• Walem: vrijheid ten zuidwesten van Duffel: maakte deel uit van de baronie van Duffel, had altijd een dorps karakter

Noot: de stad en heerlijkheid Mechelen, heerlijkheid Heist op den Berg en heerlijkheid Gestel (een gehucht bij Berlaar) vormden onafhankelijke gebieden binnen Brabant en behoorden alle tot het land van Mechelen. Willemstad en Klundert ondanks ze opgericht werden op het vroeger territorium van Bergen op Zoom worden zij tot het graafschap Holland gerekend. Deze twee bolwerken waren de noordelijke tegenhanger van Zandvliet. Naast de steden waren er binnen het kwartier ook dorpen met een aanzienlijke omvang: Borgerhout, Mol, Westerlo, Oudenbos en Rosendaal

Kwartier van Leuven=

• Leuven: stad hoofdplaats van dit kwartier en oudste hoofdstad van hertogdom Brabant • Aarschot: stad ten noordoosten van Leuven: hoofd van het hertogdom Aarschot en belangrijke stad voor de Demergotiek
• Scherpenheuvel: stad ten oosten van Aarschot: bedevaartsoord en oudste koepelkerk van de Nederlanden. Een voorbeeld barokstad
• Zichem: stad ten noorden van Scherpenheuvel: stad die deel uitmaakte van de baronie Diest, door de godsdienstoorlogen vernietigd
• Diest: stad ten oosten van Scherpenheuvel: samen met Breda een van de Oranjesteden van de Nassaus, tevens hoofd van de baronie van Diest
• Halen: stad kleine garnizoensstad van Brabant
• Tienen: stad ten oosten van Leuven: een van de grotere steden van Brabant en vroeger hoofdplaats van een eigen kwartier
• (Zout)leeuw: stad ten oosten van Tienen: historisch belangrijke stad van Brabant zoals de monumenten getuigen en grootste bolwerk aan de grens met het prinsbisdom Luik
• Landen: stad ten zuidoosten van Zoutleeuw. Pepijn van Landen, St Ida, Geertrui van Nijvel, St Bavo en de heilige Begga leefden ten zuidwesten van deze stad. De latere stad was een kleine sterkte aan de rand van het hertogdom
• Hannuit: stad ten zuiden van Landen: klein garnizoensstadje van Brabant
• Geldenaken: stad ten zuiden van Tienen: kleine pittoreske stad waar veel gebouwd werd in de witte steen van Gobertingen
• Gembloers: stad ten zuidwesten van Geldenaken. Vooral bekend vanwege haar abdij
• Dormaal: vrijheid ten zuiden van Zoutleeuw, had altijd een dorps karakter

Noot: Hoegaarden was een groot dorp behorende tot het prinsbisdom Luik

Kwartier van Brussel

• Brussel: hoofdstad van dit kwartier, hoofdstad van de (Zuidelijke) Nederlanden en hofstad • Vilvoorde: stad ten noorden van Brussel: een stad waar de eerste grote gevangenis van Brabant werd gebouwd
• Tervuren: vrijheid ten oosten van Brussel: het buitenverblijf van de hertogen en begin van het Zoniënwoud
• Overijse: vrijheid ten zuiden van Tervuren een stad die niet ver uitgroeide maar toch een begijnhof telde en een groot marktplein
• Genepiën: vrijheid ten zuiden van Overijse en Terhulpen
• Nijvel: stad ten westen van Genepiën: belangrijk in de vroege geschiedenis van Brabant. Ida en Geertrui van Nijvel zijn de belangrijkste actoren in de vroege geschiedenis van de abdij van Nijvel. Het land van Nijvel strekte zich uit naar het zuiden tot aan Gosselies en omvatte ook Seneffe, Ronquières en vele dorpen ten zuiden van Nijvel
• Eigenbrakel: vrijheid ten noorden van Nijvel: de Slag bij Waterloo vond plaats vlak bij deze stad. De kerk fungeerde als hospitaal
• Asse: vrijheid ten westen van Brussel
• Merchtem: vrijheid ten noorden van Asse
• Duisburg: vrijheid ten zuidoosten van Tervuren: Duisburg is een gehucht dat bestuurd werd door de abdij van Coudenberg. Duisburg heeft een dorps karakter
• Terhulpen: vrijheid ten zuiden van Overijse: Dit dorp was hoofd van een eigen rechtsgebied
• Waver: vrijheid ten westen van Geldenaken: een niet ommuurde stad en tegenwoordig hoofdplaats van Waals-Brabant

Noot: de stad Halle behoorde tot het graafschap Henegouwen

Meierij van 's-Hertogenbosch

• stad en vrijdom 's-Hertogenbosch: hoofdplaats van de gelijknamige Meierij. 's-Hertogenbosch kreeg in 1184 stadsrechten van graaf Godfried III van Leuven, die ook hertog van Neder-Lotharingen was als Godfried VII. Enige tijd daarvoor was het op grondgebied van Orthen ontstaan als een nederzetting van handelaren aan de samenloop van de Aa en de Dommel.
• Heusden: stad ten noordwesten van Den Bosch de onneembare stad omwille van haar verdedigingswerken aan de grens met Gelderland en Holland
• Eindhoven: hoofdplaats van het kwartier Kempenland ten zuiden van Den Bosch. Historisch zeer klein, maar werd belangrijk in de moderne tijd met de Philips
• Sint-Oedenrode: hoofdplaats van het kwartier Peelland ten zuiden van Den Bosch. Met de verkoop van het graafschap Rode door Otto II graaf van Gelre aan de hertog Hendrik I van Brabant komt Sint-Oedenrode in 1231 bij het Hertogdom Brabant. Verkrijgt in 1232 vrijheidsrechten
• Helmond: stad ten zuiden van Den Bosch in het kwartier Peelland. In 1220 kocht Hertog Hendrik I van Brabant de toenmalige heerlijkheid Helmond van Willem I van Horne. Hij stichtte in 1225 aan de rand van de Peel de stad Helmond om aldus de invloed van van Gelre terug te dringen. Helmond krijgt in 1232 vrijheidsrechten. De stad neemt in de 17e eeuw de titel van hoofdplaats van Peelland over van Sint-Oedenrode
• Oss: stad ten oosten van Den Bosch en hoofdplaats van het kwartier Maasland. Evenals Sint-Oedenrode en Helmond werd Oss gesticht als versterkte grensplaats om de Brabantse noordoostgrens tegen Gelre te beveiligen. Oss had reeds de status van vrijheid verworven, maar Hertogin Johanna van Brabant schonk Oss in 1399 stadsrechten
• Oirschot: vrijheid ten noordwesten van Eindhoven. Oirschot maakte deel uit van het kwartier Kempenland
• Oisterwijk: plaats ten zuidwesten van Den Bosch en hoofdplaats van het kwartier Oisterwijk. Oisterwijk kreeg in 1212 van hertog Hendrik I van Brabant marktrechten. De stichting van Oisterwijk en vier andere vrijheden (oppida libera que de novo feceramus) vond plaats om aldus de invloedssfeer van de hertog uit te breiden en vloeide voort uit een overeenkomst met de heer van Breda. In 1230 verleende de hertog het nieuwe dorp vrijheidsrechten

Actualiteit: Brabant 900 jaar in 2006 of 2083 ?

Zie ook Hertogdom Brabant / Graven en Hertogen

De grootse festiviteiten in 2006 omtrent 'Brabant 900 jaar' zijn historiografisch wellicht een vergissing. In 1106 werd aan de graven van Leuven immers slechts de hertogtitel van Neder-Lotharingen gegund. De eigenlijke titel van 'Hertog van Brabant' verwierven zij pas in 1183. Institutioneel was dit een verheffing van het reeds omstreeks de jaarwisseling van 1085/1086 door Hendrik III van Leuven verworven landgraafschap Brabant. Dit rijksleen situeerde zich tussen de rivieren de Zenne en de Dijle.

De eerste hertog van Brabant, waarvan zijn titulatuur daadwerkelijk door middel van oorkondelijke formules wordt overgeleverd, is Hendrik I van Brabant (eerste beschikbare oorkonde dateert uit 1184). Na de dood van zijn vader Godfried III van Leuven (†1190) verwierf hij op de Landdag van Schwäbisch Hall ook nog de (tegelijk gezagsloos verklaarde) titel van hertog van Neder-Lotharingen.

Afgaande op het statuut van het landgraafschap schuilt er in de feestelijke herdenking van 1106-2006 zelfs een tweede mediaflater. Een landgraafschap is immers per definitie onttrokken aan het intermediaire gezag van het overkoepelende hertogdom (in dit geval Neder-Lotharingen). Een landgraaf is voor zijn rijksleen namelijk directe leenhulde verschuldigd aan de Duitse koning en is niet onderworpen aan het gezag van bijvoorbeeld een hertog, paltsgraaf of rijksbisschop. In 1106 waren het landgraafschap Brabant en het hertogdom Neder-Lotharingen weliswaar in één hand verenigd bij Godfried I van Leuven, maar in de oorkondelijke protocollen merkt men dat het om twee naast elkaar bestaande instellingen handelt. In geval de landgraven-hertogen een charter uitvaardigden met betrekking tot het landgraafschap Brabant voegden de hertogen Godfried I, II en III uitdrukkelijk de titel van het graafschap Brabant toe in de openingsrede van de oorkonde (bijvoorbeeld: dux Lotharingiae comesque Brabantiae). Met andere woorden: de heuglijke datum uit 1106 heeft weinig of niets van doen met het hertogdom Brabant.

Vanuit territoriaal oogpunt hebben de graven van Leuven niettemin in 1106 grotendeels de grenzen van het latere hertogdom Brabant afgebakend. Vanaf de 13e eeuw assimileerden alle gebieden onder de graven van Leuven de naam van het hertogdom Brabant als hun natie. Het omvatte:

  • het allodiale graafschap Leuven (omstreeks 1000 verworven);
  • het landgraafschap Brabant (rijksleen vanaf 1085/1086);
  • het markgraafschap Antwerpen (hertogelijk ambtsleen vanaf 1106);
  • de voogdijgebieden van de abdijen van Gembloers en Nijvel.

Dit grondgebied komt ongeveer overheen met de huidige provincies Noord-Brabant, Antwerpen, Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

In het jaar 2006 werden niettemin tal van activiteiten georganiseerd in het kader van Brabant 1106-2006, waarvoor veel (internationale) bezoekers worden verwacht in Nederland en Vlaanderen voor de viering van 'Brabant 900 jaar'.


Externe links

Verder lezen