Grote Kerkstraat (Venlo)

Uit Genealogie Limburg Wiki
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.
Foto 1868 vanuit het noorden gezien met rechts Huize Schreurs in het midden en daarna de later gesloopte herberg en Hof van Holland, die eind 1800 plaatsmaakten voor de nonnenschool. Geheel rechts de deur naar de langgerekte gevel van het oorspronkelijke weeshuis.
Grote Kerkstraat met de Sint-Martinuskerk circa 1900
Huize Schreurs
Zuidkant Grote Kerkstraat; tot de rode streep zijn de panden aan west- en oostzijde gesloopt. Het grote gebouw links is de school van de Zusters van de Liefde dat op de plaats kwam van het Hof van Holland en een herberg.

De Grote Kerkstraat (oude naam "Kerckstraet") is een van de oudste straten in de binnenstad van Venlo. De straat loopt in noordelijke richting, van de vijfsprong met de Parade, Begijnengang, Gasthuisstraat en Jorisstraat, tot aan de splitsing Kleine Kerkstraat/Sint-Martinusstraat. De straat werd vermoedelijk aangelegd in het verlengde van de Gasthuisstraat, om een looproute te creëren tussen Klein Italië en de Grote Kerk.

De straat werd aanvankelijk Kerkstraat genoemd in een van de oudste charters van de Inventaris van het Armbestuur in 1366. Destijds was er dus nog geen Grote en Kleine Kerkstraat. Aangezien al in het jaar 1000 een Grote Kerk in Venlo lag, is het zeker dat er ook een weg of straat aan heeft gelegen. De Grote Kerkstraat zou dus ook uit die tijd kunnen stammen.

De straat werd aan de noordzijde vanaf 1480 van de Sint-Martinusstraat gescheiden door een 90 meter hoge Stadstoren. Deze werd gebruikt voor militaire doeleinden, met bovenop een wachthuisje om in tijd van oorlog de vijand te kunnen lokaliseren. In 1766 werd deze toren, vanwege de slechte staat waarin hij verkeerde, afgebroken. De oostelijke pilaar werd wel nog in het portaal van de Grote of Sint-Martinuskerk geïntegreerd.

Wanneer de naam werd veranderd is niet helemaal duidelijk. Wel is de naam al veranderd in 1652, als Joan Blaeu een plattegrond maakt van de vestingstad.

De gevelrij aan de zuidwestzijde is na de oorlog doorbroken voor de aanleg van de Sint-Jorisstraat, waarbij ook een groot pand op de plaats van de gesloopte panden is neergezet. Ook aan de zuidoostzijde is een gevelrij gesloopt en vervangen door nieuwbouw. In deze straat ligt daarom nog maar een klein aantal monumentale gebouwen, die hierna genoemd worden. Behalve de kerk zijn de bekendste van deze gebouwen het Ald Weishoès en Huize Schreurs.

Oorspronkelijk stond aan deze westelijke gesloopte gevelrij het "Hof van Holland" (ook wel "Statenhuis" genoemd) als vergaderhuis en kantoor van de Hollandse heren uit Den Haag, die Venlo kwamen controleren toen het Staats was geworden. Het gebouw met de noordelijk daarnaast gelegen herberg "In den gouden Berg" is eind 1800 gesloopt voor de bouw van een groot pand in de toen moderne neo-gotische stijl als schoolgebouw van de Zusters van Liefde. Dit pand is eveneens gesloopt.

Grote Kerkstraat 19/21 (Huize Schreurs)

Het huis werd volgens de muurankers gebouwd in 1588 en wel door de familie Van Vogelsanck. Het werd begin 1900 bewoond door de bakkersfamilie Schreurs, die het ook restaureerde in 1921 en er werd glas in lood ingezet; het werd mede daardoor ook naar hen vernoemd. Het oude aangebrachte wapenschild is van de families Van Oeyen-Boener. Het werd in 1987 aangekocht door Vereniging Hendrick de Keyser. In de jaren 1992-1993 werd het wederom gerestaurateerd.

Grote Kerkstraat 24 (De Graanbeurs)

Het huis is gebouwd in 1834.

Grote Kerkstraat 26 (Het Weem)

Het pand uit 1764/1765 is de pastorie van de Grote of Sint-Martinuskerk die ten noorden van het pand ligt. Het is het versierd met een brede lijstgevel, waarin de segmentboogvensters in hardsteen zijn uitgevoerd. Het pand ligt een stukje terug van de straat en heeft daardoor een voortuin met aan de straatzijde een straatgevel, die in 1900 opnieuw is opgetrokken. Het interieur heeft een schoorsteenmantel van marmer, waarop een wapenschild prijkt, uitgevoerd in stucwerk. In de tuin bevindt zich een stenen zuil op een voetstuk met daarop twee heraldische wapens uit de 15e eeuw.

Grote Kerkstraat 27/29 (Oorspronkelijke Weeshuis)

Door een eerdere schenking van de hof Swenhof te Lobberich in 1577 van het echtpaar Johan de Verwer en Anna Ingenhuys en uiteindelijk hun extra geld in 1588 kon later het pand als weeshuis worden gebouwd. Het behoorde tot het parochiaat van de tegenovergelegen Sint-Martinuskerk. Het pand bestaat uit vier voorheen aparte woonhuizen, die rond 1600 aan elkaar werden gekoppeld. Bij die koppeling wordt de gehele voorgevel vervangen door een doorlopende gevel. De achterliggende huizen zijn verder intact gebleven. In de 17e eeuw was dit een van de belangrijkste gebouwen in de Venlose binnenstad. Rond 1820 werd het complete pand grondig gerenoveerd. De gevelsteen met het jaartal 1820 wijst dus op deze renovatie, en niet op de daadwerkelijke oprichting van het gebouw. Een verdere aanwijzing van de ouderdom van het gebouw komt van de balken en kapspanten, die meer dan 500 jaar oud zijn. Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakte het pand flink beschadigd; na aflooop van de oorlog werd het pand slechts gedeeltelijk opgeknapt. De in 1856 uit Tilburg afkomstige Zuster van de Liefde, die tot die tijd de school bestierden, trokken in 1960 uit het pand. Toen werd het overgenomen door de drukkerij Wolters-Van Wylick. In die jaren wordt het een en ander nog aangebouwd, zodat een gedeeltelijke verbinding met de aan de Lomstraat gelegen boekhandel Wolters wordt gecreëerd. Sinds de jaren 90 stond het pand leeg. Van het door de drukkerij verbouwde pand zijn de meeste achterbouwen gesloopt en resteert alleen nog het eigenlijke pand en de kapel van de Zusters. De middeleeuwse balklagen tussen de verdiepingen en de kapconstructie op zolder zijn nog aanwezig en worden als basis gebruikt voor de restauratie. Nieuwbouw is verder aangepast verrezen achter de oude gevels.

Grote Kerkstraat 31 (Ald Weishoès)

Op deze plek stond al heel vroeg een latijnse school, wellicht al in 1299 toen deze werd genoemd en in 1463 en 1470 werd de lokatie van de school omschreven als "tegenover de kerk". In 1457 werd het bouwvallige gebouw vervangen door nieuwbouw, die vervolgens in 1600 ook weer bouwvallig was, waardoor de school tijdelijk onderdak vond in het ernaast gelegen weeshuis. Het nu als Ald Weishoês (Oude Weeshuis) bekende pand uit 1611 werd de mooie opvolger in Gelderse Renaissancestijl. Deze school bleef echter maar tot 1619 in het gebouw want de elitaire opleiding aan de Latijnse school werd overgenomen door de Kruisheren, die de lessen vanaf dat jaar in hun klooster gingen geven. Wie er daarna in het gebouw kwam is onbekend, wel is bekend dat er vanaf 1680 tot 1883 de algemene stadsschool was gevestigd, met in de kelder de armenschool. In 1885 werd het pand gekocht door de burgerlijke Godshuizen, een instantie die zich bezig hield met armen- en ziekenzorg, en vestigde er een gasthuis. De burgerlijke Godshuizen waren al eigenaar van het ernaast gelegen weeshuis, ook gebouwd in 1577. Daarnaast bouwde deze stichting in 1820 een bejaardenhuis. De burgerlijke Godshuizen waren dus eigenaar van een groot complex. Op de achterliggende terreinen werd dit complex nog diverse malen uitgebreid. Toch voldeed het niet, want in 1907 had het bestuur van de Godshuizen plannen om het complex gedeeltelijk af te breken en er een nieuw gebouw neer te zetten. Die plannen gingen niet door. In 1926 kwam er een ingrijpende restauratie gecombineerd met nieuwbouw op de hoek van de Grote en Kleine Kerkstraat. De benaming Ald Weishoes wordt sinds die tijd gebruikt voor het hele hoekcomplex, maar is in wezen verkeerd. In het hoekpand hebben, na de aankoop ervan door de burgerlijke Godshuizen, maar heel kort wezen gewoond. Het oude weeshuis is dus eigenlijk het pand ernaast ! Thans is het een buurthuis.

Grote Kerkstraat 1868 met de oude kerktoren (vervangen 1879); het linker huis waarvan een gedeelte te zien is, is het Huis Schreurs. De witte muur rechts is nog de oude die voor het Weem staat

Grote Kerkstraat 40 (Grote of St. Martinuskerk)

De Romeinse weg naar Xanten liep door deze plek en wellicht heeft -voorzichtig gesteld- (net als in Xanten) hier een Romeinse begraafplaats gelegen, die aanleidng gaf tot een verering en later een kapel. Er heeft in ieder geval een (houten) gebouw gestaan. Rond het jaar 1000 werd de Martinuskerk opnieuw in steen gebouwd in romaanse stijl. In de loop van de 14e eeuw werd er aan de westzijde van het gebouw een toren toegevoegd, de toren kende een tentdak met een "lantaarn met uivormige koepel". In 1480 werd het romaanse kerkgebouw vervangen door een nieuw gebedshuis. Pal voor de kerk werd een nieuwe Stadstoren gebouwd, een toren (90 meter hoog) die in de wijde omtrek was te zien. Bij de zware aardbeving van 1532 stortte een hoek van de toren in, alsmede de kerktoren zelf. Meer dan 200 jaar later, in 1776, werd er een nieuwe toren gebouwd. Deze toren was lager dan zijn voorganger maar kende wel weer een lantaarn met uivormige koepel. In 1879 werd onder leiding van de Roermondse architect Pierre Cuypers het kerkgebouw uitgebreid en gerestaureerd in neogotische stijl. De verbouwing nam ca. drie jaar in beslag. Belangrijke veranderingen hierbij waren o.a. de toren (1879) en een uitgebreide ingangspartij (1881). De oude toren werd fors verhoogd (naar 59 meter), werd voorzien van een imposante torenspits met pinakels, vier hoektorentjes, en vier rijk gedecoreerde dakkapellen met wijzerplaat. De rijk gedecoreerde ingangspartij kende een eigen torenspits en werd bovendien versierd met een reliëf van Martinus te paard. De kerk leek gespaard te blijven tijdens de Tweede Wereldoorlog. Echter, tijdens een van de vele bombardementen op Venlo brandden kerk en toren in november 1944 gedeeltelijk af. De restanten van de toren stortten in een stormachtige nacht in oktober 1945 in. De gewelven van de kerk en de ingangspartij werden hierbij onherstelbaar beschadigd. Na 1945 werd de kerk in volle glorie gerestaureerd. In 1953 kwam de nieuwe toren ontworpen door Jules Kayser, waarin later een carillon kwam, gereed. Momenteel telt het carillon 53 klokken en behoort het tot een van de grootste beiaarden van Europa. De nieuwe toren van Kayser doet in geen enkel opzicht meer denken aan de statige neogotische "Cuyperstoren" die er eens stond. De ranke spits met pinakels werd niet meer in het nieuwe ontwerp van de toren (in de stijl van de Delftse School) meegenomen. Wel werd de nieuwe toren voorzien van een uivormige koepel die verwijst naar de middeleeuwse voorganger van de toren. De neogotische ingangspartij die verloren ging in 1945 werd ook niet meer herbouwd (op deze plek staat nu de toren). Wie de kerk goed bekijkt kan in de zijbeuk aan de voorzijde nog enkele restanten terugvinden van de aanpassingen uit 1879.

Aan de zijkant en achter de Sint Martinus lag vroeger een kerkhof (naast de gewoonte om de rijken te begraven in de kerk). Enkele grafstenen zijn bewaard gebleven. Een deel van dat oude kerkhof werd al rond 1837 gebruikt voor de bouw van een slachterij met stal. In 1970 bleken nog vele skeletten van de bevolking vanaf 1600 zo'n 70 centimeter onder de grond te liggen.