Gorissen

Uit Genealogie Limburg Wiki
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.
Tree3c.jpgTree3c.jpgTree3c.jpg

GENEALOGIE GORISSEN


Generatie I

I.1 Georgius GORISSEN, brouwer.
Op 20 april 1649 verkochten Geurt Goris, gehuwd met Mettel Wuestenrae, en Lenaert Oesten, gehuwd met Eurm Goeris, aan Jan Meijs en Geurt Bemelmans:
a) een huisweide te Tervoorst gelegen, grenzend aan Jan Meijs zelf, Henrick Hermans en de straat;
b) ongeveer een halve morgen beemd tegenover de weide gelegen, grenzend aan Dirck Tribels en Henrick Hermans;
ongeveer een morgen akkerland en moestuin, grenzend aan Henrick Hermans, Willem Loijen en de hof Bergh.
Per kleine roede moest twee gulden en tien stuivers betaald worden.
De goederen waren belast met het derde deel van een vat rogge aan de Armen van Nuth, het derde deel van een kan smout aan de kerk van Nuth, het derde deel van een kwart kapoen en een oort penninggeld, te korten op de koopsom.[1]
Verdeling van de goederen, nagelaten door Gouris Gouris en Mechtelt Wustenraedt, door hun kinderen op 24 oktober 1695 in vijf loten, nl. lot A voor de weduwe Thonis Mertens, lot B voor Claes Goris, lot C voor Hendrick Goris, lot D voor Aret Goris en lot E voor Jan Goris.
Het betrof de volgende onroerende goederen:
1. 66,5 kleine roede land "onder den bosch", grenzend aan Fijcken Engelen en Jan Jansen, hoofzijden Claes Duijven en Lienaert van den Camp, gewaardeerd 49 gulden, 17 stuivers en drie oort en gevallen op lot A
2. 50 kleine roede land "onder den bosch", grenzend aan de erfgenamen Lemmen Peters en Lienaert van den Camp, hoofdzijden Fijcken Engelen en Encken Sluipers, gewaardeerd 45 gulden, waarvan de heldt grenzen aan Peters toeviel aan lot E en de andere helft aan lot D
3. 194 en een kwart kleine roede land "op die Keerscoul", grenzend aan Metgen Stevens, Jan Janssen e.a., hoofdzijde Helger Schrijen, bealst met 3,4 kop rogge aan de kerk van Oirsbeek, gewaardeerd 174 gulden 16 stuivers en twee oort en gevallen op lot C
4. 61 kleine roeden "op de waerder wegh", grenzend aan de Armensille en drossaard Duijckers, hoofdzijde Jan Peters, belast met drie koppen rogge aan de kerk van Merkelbeek, gewaardeerd 30 gulden en 10 stuivers en gevallen op lot D
5. 70 kleine roeden koolhof "den Gheer", gelegen in 't Hout, grenzend aan Aret Duijven en de weg, hoofdzijde Lienaert Hontiens, belast met het derde deel van vijf koppen rogge aan de kerk van Merkelbeek, gewaardeerd 70 gulden en gevallen op lot E
6. 97,5 kleine roede land "achter de weijden", grenzend aan de erfgenamen Ghiel Lumens en Lucas Schafraets, hoofdzijde Aret Goris, gewaardeerd 121 gulden 17 stuivers en twee oort en gevallen op lot D
7. 109 en een kwart kleine roede land "op het bounderken", grenzend aan Claes Goris en Lucas Schafraets, hoofdzijde Peter Mennens, gewaardeerd 136 gulden elf stuivers en een oort en gevallen op lot B
8. 65 kleine roeden land "op het bounderken", grenzend aan Thijs Peters en de vloedgraaf, hoofdzijde Peter Mennens, gewaardeerd 81 gulden vijf stuivers en gevallen op lot E
9. 112,5 kleine roede land "in de hoener hart", grenzend aan Jan Engelen en de erfgenamen Jan Poppulen, hoofdzijde de erfgenamen Rencken Preuts, gewaardeerd 123 gulden en 15 stuivers, waarvan 63 kleine roeden langs Preuts toevielen aan lot B en het restant aan lot E
10. 161 kleine roeden land "in 't Ophoever velt", grenzend aan de erfgenamen Geraerdt Meijers en Jan Mennens, hoofdzijde altaarland van Merkelbeek, belast met tien koppen en anderhalve malder rogge en acht stuivers cijns, gewaardeerd 64 gulden acht stuivers en gevallen op lot B
11. 44 kleine roeden land en koolhof "boven aen den koolhof", grenzend aan Peter Mennens en de erfgenamen Wijn Mehls, hoofdzijde de weg, gewaardeerd 55 gulden en gevallen op lot A
12. 58 kleine roeden huis met plaats gelegen binnen 't Hout, grenzend aan Claes Duijven en de erfgenamen Thiel Cremers, hoofdzijden de straat en Aret Duijven, belast met vijf koppen haver en de keur aan huis Amstenrade, gewaardeerd 160 gulden, van welke plaats vijftien bomen binnen twee of drie jaar gerooid dienden te worden, toegevallen aan lot A
De staande gewassen waren voor degene die het betreffende land toebedeeld zou krijgen.
Vanwege de minderwaarde kreeg lot A van de anderen het verschil bijgepast, te weten vijf stuivers en een oort van lot B; zestien stuivers een oort van lot C; zeventien stuivers een oort van lot D en drie gulden vier stuivers van lot E
Genoteerd werd dat lot C dit bedrag terstond betaalde.
Omdat niet helemaal duidelijk was of alle lasten waren meegerekend werd afgesproken dat eventuele nadelen gezamenlijk gedragen zouden worden.
De akte werd op 25 oktober 1695 getekend, door Claes Goris met een kruisje en de anderen met hun handtekening, waarbij Merten Mertens namens zijn moeder tekende.
Tenslotte verwierf Aret Goris nog alle brouwgetuig, bestaande uit "ketel, kuijp, koelschup, ondertijn, de kaeviels, de beitels, seegh", gewaardeerd 40 pattacons.
Hij beloofde de anderen in geld of land hun deel te geven.
Uit de aanwezigheid van deze goederen valt op te maken dat Goris Gorissen (ook) brouwer was.[2]
Gehuwd met Mechtild WEUSTENRAEDT.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Arnoldus GORIS, gedoopt op 18 januari 1643 te Merkelbeek, overleden op 9 mei 1712 te Merkelbeek op 69-jarige leeftijd, overlijden niet zeker.

Gehuwd met Ida DAMAS, gedoopt op 2 maart 1644 te Hulsberg (getuige(n): Joannes Brants, Elisabeth Retra namens Anna Schillinx), dochter van Joannes DAMAS, pachter Tiendhof Gracht-Oirsbeek, en Agnes BRANTS

  • 2. Henricus (zie II.3).
  • 3. Joannes
  • 4. Nicolaus
  • 5. NN dochter

Gehuwd met Antonius MERTENS, overleden op 4 september 1690 te Merkelbeek.

Generatie II


II.3 Henricus GORISSEN, gedoopt op 9 oktober 1650 te Merkelbeek, wonend op de Drinck onder Nuth, zoon van Georgius GORISSEN (zie I.1) en Mechtild WEUSTENRAEDT.
Op 12 mei 1702 verkocht Damiaen van Walsden, koopman en burger van Maastricht, gehuwd met Petronella Maes, aan Hendrick Goris, inwoner van Nuth en gehuwd met Frederica Maes, het huis genaamd de Drinck met hof en alle toebehoren, gelegen te Nuth, grenzend aan de straat, het voetpad naar de kerk en Steven Slangen. Tevens verkocht hij nog zeven bunders weide en akkerland waarvan drie bunders onder Wijnandsrade en vier bunders onder Nuth gelegen waren. De koopsom bedroeg 2068 gulden. Het geheel was belast met vijf vaten rogge aan het huis Wijnandsrade, vijf koppen rogge aan de kerk van Wijnandsrade, een vat haver, vier kapoenen, vijf rookhoenen en driekwart pond was aan de cijnskaart van de Nieuwenhof en het derde deel van een half vat rogge aan de armen van Nuth.[3]
Onder de processtukken Jan Hermans vs Goris Gorissen uit 1718 bevindt zich de pachtovereenkomst die Hendrick Goris op 19 oktober 1702 aanging met Godefridus Maes, koopman te Keulen, en diens zwager Damianus van Walsden, koopman te Maastricht, aangaande het huis en hof de Drinck te Nuth met alle bijbehorende landerijen. Het ging om een vernieuwing van de pacht voor een periode van zes jaar. De pachtsom bedroeg jaarlijks 80 gulden, lopend vanaf 1 oktober 1702. De pachter moest alle lasten betalen, het land goed onderhouden en jaarlijks 100 schoven stro leveren voor het onderhoud van het huis.
Op 14 september 1718 verklaarde Hendrick Gorissen dat hij de resterende pachttermijn overliet aan zijn zoon Goris, gehuwd met Elisabeth Crijns.[4]
Op 23 april 1711 verscheen Henrick Goris, inwoner van Nuth en gehuwd met Anna Maes, voor notaris Veugen te Maastricht.
Hij verklaarde 400 gulden tegen 6,25% geleend te hebben van Andreas Vijgen, kanunnik OLV te Maastricht, handelend als voogd van de kinderen van zijn broer Dirick Vijgen.
Tot onderpand stelde hij:
a) zijn huis met hof en koolhof en alle afhankelijkheden, gelegen in Genhout onder de bank Oirsbeek, grenzend aan de weg van Amstenrade naar Rooth, Lenaert van de Camp en Jan Peters;
b) zijn huis en hof met weide op de Beekstraat te Amstenrade onder de bank Oirsbeek, grenzend aan de weg, het voetpad, Kleenjans en Tricken Tilmans;
c) 200 kleine roeden akkerland te Amstenrade, grenzend aan Meerten Geelen, Jan Dolmans, Baltus Ceulen, Herman Vleugels en de lange graaf;
d) een bedrag van 120 gulden staande op panden van wijlen Jan Snijders.
De akte werd op 9 juni 1711 gerealiseerd voor de schepenbank Oirsbeek.[5]
Op 6 juli 1712 verklaarde Hendrick Goris omtrent 64 jaar oud, waard van de herberg "de Drinck" dat hij op 16 juni 1712 drie pattacons tolgeld had ontvangen van Geurt Schuls. Hij had zijn echtgenote naar het huis van de tolontvanger Hermen Engelen in Grijzegrubben gestuurd om te zeggen dat het tolgeld bij hem overhandigd was.
Bij deze akte bevond zich ook een verklaring van koster Wilhelmus Schepers, 36 jaar oud, die bevestigde dat hij getuige was geweest van de overhandiging van het tolgeld.
Vervolgens verklaarde Anna Franssen, echtgenote van tolheffer Herman Engelen, dat Geurt Schuls inderdaad de tol betaald had voor het vervoer van vijf karren hout.[6]
Gehuwd voor de kerk op 24-jarige leeftijd op 2 mei 1675 te Merkelbeek met Godefrida MAES, geboren ca. 1650[7], dochter van Hermanus MAES en Anna HENRICHS
Uit dit huwelijk:

  • 1. Hermanus, gedoopt op 13 januari 1676 te Merkelbeek (getuige(n): Goris Gorissen).
  • 2. Georgius (zie III.2).
  • 3. Sibilla, geboren ca. 1680.

Gehuwd voor de kerk op 27 september 1716 te Hoensbroek met Henricus HOUBEN, geboren ca. 1680, zoon van Joannes HOUBEN en Maria HABETS.

  • 4. Sophia GORESSEN, gedoopt op 1 februari 1685 te Nuth (getuige(n): Joannes Gruels namens Severinus Goris, Catharina Robroeck namens Sibilla Maes), overleden op 11 november 1747 te Nuth op 62-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk (1) op 27-jarige leeftijd op 3 februari 1712 te Nuth (getuige(n): Goris Gorissen, Maria Brants) met Joannes HAUTVAST, 30 jaar oud, gedoopt op 24 juli 1681 te Nuth (getuige(n): Antonius Hautvast, Maria Didden), overleden op 8 mei 1734 te Nuth op 52-jarige leeftijd, zoon van Mathias HAUTVAST, schepen, en Anna HAGENS.
Gehuwd voor de kerk (2) op 52-jarige leeftijd op 8 oktober 1737 te Nuth met Henricus VROEMEN, 64 jaar oud, gedoopt op 27 april 1673 te Nuth (getuige(n): Henricus Vroemen, Ida Lijmpens), overleden op 8 oktober 1757 te Grijzegrubben-Nuth op 84-jarige leeftijd, zoon van Henricus VROEMEN, collecteur schepenbank Nuth, herbergier "in de Boone", en Gertrudis LIJMPENS.

  • 5. Mechtildis GORIS, gedoopt op 8 maart 1687 te Nuth (getuige(n): Godefridus Horsmans, Mel Weustenraedt, e.v. Georgius Goris), overleden op 8 oktober 1758 te Hellebroek-Nuth op 71-jarige leeftijd, roepnaam Amelia.

Gehuwd voor de kerk op 27-jarige leeftijd op 9 september 1714 te Nuth (getuige(n): Arnoldus Gorissen, Petrus Nuchelmans). Nicolaus Urlings ex Hullenbroeck met Nicolaus URLINCKX, 24 jaar oud, gedoopt op 17 november 1689 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Canisius namens Joannes Lijmpens, Catharina Peerboom namens Joanna Pijls e.v. Petrus Huijnen), overleden op 12 januari 1770 te Hellebroek-Nuth op 80-jarige leeftijd, begraven op 13 januari 1770 te Nuth, zoon van Joannes MUSSCHEN (Urlings) en Margareta PEERBOOMS.

  • 6. Arnoldus GORIS, gedoopt op 24 maart 1689 te Nuth (getuige(n): Joannes Gruijls namens Joannes Engelen, Mechtild Hermans namens Anna Godefrida Habets).
  • 7. Joannes GORIS, gedoopt op 16 maart 1692 te Nuth (getuige(n): Joannes Frissen, Catharina Hamers).

Generatie III


III.2 Georgius GORISSEN, schepen, gedoopt op 6 augustus 1677 te Merkelbeek, overleden op 5 april 1764 te Nuth op 86-jarige leeftijd, begraven op 7 april 1764 te Nuth, zoon van Henricus GORISSEN (zie II.3) en Godefrida MAES.
Op 24 oktober 1704 werd een verklaring opgemaakt voor Joanna Deschamps, die als dienstmaagd bij de ouders van Goris Gorissen had gewerkt. Zij had in mei 1704 te Epen een zoon gebaard waarvan Goris Gorissen "van de Drinck onder Nuth" volgens haar de vader was.[8]
Op 20 mei 1717 verkocht Petronella Maes, koopvrouw te Maastricht en weduwe van Damianus van Walsden, aan Goris Gorissen, gehuwd met Elisabeth Crijns, de helft van de Drink, bestaande in huis, hof, weide en landerijen onder Nuth en Wijnandsrade, groot ca. vier bunders, zoals haar bij erfenis van haar vader was toegevallen. Het geheel werd verkocht voor 1860 gulden.[9]
Op 24 mei 1717 verklaarde Goris Gorissen, gehuwd met Elisabeth Crijns, dat hij 314,5 Akense Rijksdaalders (250 pattacons) had geleend van de Karmelieten te Aken. Met het geld zou de aankoop van de halve Drink betaald worden. Deze goederen, alsmede 62 kleine roeden akkerland op de Nutherweg boven het Voorstercleef, grenzend aan Augustijn Hooghsteden en de weduwe Leonaert Frissen, alsmede 40 kleine roeden land aldaar, grenzend aan Frans Crijns en de weduwe Matthijs Limpens, dienden tot onderpand.
Deze lening werd op 14 december 1757 afgelost.[10]
Op 21 februari 1720 verkocht Goris Gorissen, gehuwd met Lijsbet Crijns, aan zijn zwagers Jacob Ramaekers, Claes Frijns, Reijner Crijns en Peter Nuchelmans, zijn deel in de onroerende goederen, gelegen onder Nuth en Wijnandsrade, zoals toegevallen via zijn schoonvader Frans Crijns, uitgezonderd zijn deel in het huis, brouwgerei, huisweide en moestuin tegenover het Hemelrijk. De totale verkoopsom bedroeg 944 gulden. Hiervan zou 600 gulden gaan naar kapitein Becker te Aken.[11]
Op 18 november 1720 verkochten Simon Aeldenhoven, gehuwd met Joanna Maria Christiaens en Leonaerd Kitsen, gehuwd met Helena Christiaens, aan Goris Gorissen, gehuwd met Elisabeth Criens, 158 kleine roeden weide "in den Camp", grenzend aan wijlen Roch Bemelmans, Gelis Bemelmans, de weg en het Daeldergoed, zijnde het deel dat hen via Severen Bemelmans was toegevallen; voorts 18 kleine roeden moestuin, grenzend aan weduwe Maessen, wijlen Severen Bemelmans, de straat en het goed van Plemeker. Elke roede kostte 29 stuivers.[12]
Op 5 november 1727 verkocht Frans Schepers, inwoner van Diepenbeek in het land van Luik en gehuwd met Maria Gruijls, de onroerende goederen die hem waren toebedeeld uit de erfenis van Giel Gruijls en Agnes Maes. Het betrof 82 kleine roeden land nabij Hunnecum, grenzend aan Matthijs Roex, Agnes Eckermans en de weg naar Hunnecum, welk land hij voorheen in belening had; en voorts 70 kleine roeden land in de Sijpen, grenzend aan Reijner Crijns en het wederdeel. De kopers waren Reiner Crijns, gehuwd met Mechtild Meijs, en Goris Gorissen, gehuwd met Elisabeth Crijns. Zij betaalden voor iedere kleine roede 24 stuivers.[13]
Op 2 oktober 1730 verkocht Joannes Horsmans, gehuwd met Maria Ackermans, 50 kleine roeden akkerland in de Sijpen, grenzend aan Nijst Boormans, Claes Nicolai en de vloedgraaf; en verder 25 kleine roeden beemd in de Schatsbeemd, waarvan de deling nog openstond. Koper was Gores Goressen, gehuwd met Elisabeth Crijns, die voor iedere kleine roede 29 stuivers betaalde.[14]
Op 11 maart 1740 verklaarde Peter Maes, gehuwd met Helena Crijns, dat hij bij opbod voor 180 gulden een huis met 50 kleine roeden weide te Hunnecum had gekocht. Daarnaast had hij bij recht van naasting nog 50 kleine roeden weiland naast voornoemde weide verworven, grenzend aan Jacob Raemeckers, Laurens Cobben en de dorpstraat. Omdat hij niet staat was de koopsom te betalen, verkocht hij het geheel voor 273 gulden aan schepen Goris Gorissen, gehuwd met Elisabeth Crijns.[15]
Op 17 mei 1746 verkocht Joannes Leunissen, gehuwd met Catharina Limpens, een halve bunder huis met wei en moestuin te Hunnecum, grenzend aan Lens Cobben, de gats, de dorpstraat en de weduwe Ercken Bemelmans; en voorts 50 kleine roeden akkerland in de lat, grenzend aan Joannes Slangen, Vaes Coumans, het Bergerland en de Meulenerven, voor 725 gulden aan Gores Goressen. Een lening van 500 gulden, staande op de goederen, werd in mindering gebracht op de koopsom.[16]
Op 29 oktober 1749 verkocht schepen Gores Goressen, gehuwd met Elisabeth Crijns, aan Baltus a Campo, gehuwd met Catharina Rameckers, een halve bunder huis met weide en moestuin, zoals door hem op 17 mei 1746 gekocht van Joannes Leunissen. De koopsom bedroeg 850 gulden, te minderen met de 500 gulden staande ten behoeve van kanunnik Kerckhoffs.[17]
Op 12 juli 1763 verschenen Goris Gorissen en zijn echtgenote Elisabeth Crijns, inwoners van de Drinck te Nuth, ten hunnen woonhuize voor notaris L'allemand uit Valkenburg om hun testament vast te laten leggen.
De langstlevende zou alle roerende goederen erven en de onroerende goederen zouden na hun beider dood geërfd worden door hun kinderen Hendrik, Frans, Joannes, Renier, Maria en Elisabeth Gorissen.
Het erfdeel van Maria Gorissen, weduwe Nelis Cremers, nu gehuwd met Nicolaes van Can, zou door haar kinderen uit eerste en tweede huweluijk gedeeld worden, echter met behoud van vruchtgebruik voor Maria zelf.
Het erfdeel van Hendrick Gorissen, weduwnaar Margaretha Habets en nu gehuwd met ene Christina, zou door Peter Joseph, de enige zoon van Hendrick en Margaretha Habets geërfd worden, met behoud van vruchtgebruik door Hendrick.
[Dit is een opmerkelijke passage aangezien er meer zonen bekend zijn uit het eerste huwelijk van Hendrick!][18]
Gehuwd voor de kerk op 34-jarige leeftijd op 15 mei 1712 te Nuth (getuige(n): Arnoldus Gorissen, Wilhelmus Schutgens) met Elisabeth CRINS, 25 jaar oud, gedoopt op 10 april 1687 te Nuth (getuige(n): Gulielmus Schuttiens, Anna Cordeweeners), overleden op 27 februari 1764 te Nuth op 76-jarige leeftijd, begraven op 29 februari 1764 te Nuth, dochter van Franciscus CRIJNS, pachter Nieuwenhof, schepen, en Elisabeth HOUBEN.
Uit dit huwelijk:

  • 1.Elisabeth, gedoopt op 13 juni 1713 te Merkelbeek (getuige(n): Henricus Goorissen, Elisabetha Crijns).
  • 2. Henricus (zie IV.1).
  • 3. Godefridus, gedoopt op 13 september 1716 te Nuth (getuige(n): Guilhelmus Schepers namens Jacobus Rameckers, Godefrida Maes (grootmoeder)).
  • 4. Maria Mechtildis GORIS, gedoopt op 20 oktober 1718 te Nuth (getuige(n): Matthias Hautvast namens Joannes Hautvast, Mechtild Meijs).

Gehuwd voor de kerk (1) op 27-jarige leeftijd op 27 november 1745 te Sittard (getuige(n): Hubertus Weustenraedt, Catharina Bemelmans), met dispensatie en met toestemming van de pastoor van Nuth gehuwd bij de Predikheren te Sittard met Cornelius CREMERS, 27 jaar oud, gedoopt op 5 september 1718 te Nuth (getuige(n): Cornelius Ortmans, Cornelia Eggen), overleden op 8 oktober 1747 te Grijzegrubben-Nuth op 29-jarige leeftijd, buikloop, zoon van Joannes CREMERS en Elisabeth ORTMANS.
Gehuwd (2) met Nicolaus van CAN, overleden op 19 december 1788 te Meerssen, woonachtig op hof Wingersberg te Ulestraten.

  • 5. Franciscus, gedoopt op 11 januari 1721 te Nuth (getuige(n): Henricus Houben, Sophia Gorissen namens Anna Crijns).

Gehuwd voor de kerk (1) op 25-jarige leeftijd op 22 september 1746 te Sittard (getuige(n): Carolus Beckers, Christianus Camps), met dispensatie in de drie roepen en met toestemming van de pastoor van Nuth gehuwd bij de Predikheren te Sittard met Agnes SCHRIJEN, overleden op 9 juli 1749 te Nuth.
Gehuwd voor de kerk (2) op 29-jarige leeftijd op 28 augustus 1750 te Schinnen met Maria Justina HOUBEN.

  • 6. Joannes (zie IV.10).
  • 7. Elisabeth, gedoopt op 31 oktober 1725 te Nuth (getuige(n): Joannes Quaetackers, Catharina Crins (tante)), overleden op 1 april 1804 te Nuth.

Gehuwd voor de kerk op 24-jarige leeftijd op 9 november 1749 te Sittard (getuige(n): Petrus Knoren, Maria Elisabeth Leistens), met dispensatie in de derde graad en met toestemming van de pastoor van Nuth gehuwd bij de Predikheren met Joannes COBBEN, 26 jaar oud, gedoopt op 3 februari 1723 te Wijnandsrade, overleden op 18 januari 1806 te Nuth op 82-jarige leeftijd, zoon van Wilhelmus COBBEN, halfwin hof de Dael, en Elisabeth RAMECKERS.

  • 8. Reinerus (zie IV.14).

Generatie IV


IV.1 Henricus GORISSEN, gedoopt op 9 december 1714 te Nuth (getuige(n): Wilh. Scheepers namens Conradis Ambstenraet, pastoor te Amstenrade, Elisabeth Crijns (van Reucken-Nuth)), zoon van Georgius GORISSEN (zie III.2) en Elisabeth CRINS.
Op 28 december 1791 verkochten de kinderen van wijlen Hendric Gorissen en zijn eerste echtgenote Anna Margaretha Habets (te weten Wolter Gorissen, gehuwd met Maria Gertrudis Eijdens; Johannes Jurgen Janssen, gehuwd met Helena Gorissen; Johannes Nelissen, gehuwd met Ameliana Gorissen; Johannes Smeets, gehuwd met Elisabeth Gorissen; Anthoen Slusser, gehuwd met Maria Agnes Gorissen, Hendric Gorissen, gehuwd met Anna Smeets; en Johannes Nicolaus Gorissen, ongehuwd), aan Andreas Stassen, wonend aan het Busschelken onder Spaubeek en gehuwd met Anna Mechel Geurts, 82,5 kleine roeden land met haag, gelegen op het Tienvrij aan de Molshagerweg onder Nuth, grenzend aan Peter Lenders, de Molshagerweg, de weduwe Mathijs Kerckhoffs en heer Eijssen. Dit perceel was bij veiling op 1 december 1791 aan hem verbleven voor 69 stuivers per kleine roede.[19]
Gehuwd voor de kerk op 25-jarige leeftijd op 22 november 1740 te Nuth (getuige(n): Franciscus Gorissen, Franciscus Crijns), met dispensatie in de roepen; de bruid uit de parochie Spaubeek met Anna Margaretha HABETS, 24 jaar oud, gedoopt op 3 maart 1716 te Schimmert, overleden op 25 april 1759 te Süggerath (D) op 43-jarige leeftijd, dochter van Joannes HABETS en Helena JANSSEN.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Helena GORESSEN, gedoopt op 12 september 1741 te Nuth (getuige(n): Goris Goressen, Helena Janssen).

Gehuwd met Johannes Jurgen JANSSEN.

  • 2. Joannes Wolterus GORESSEN, gedoopt op 10 maart 1743 te Nuth (getuige(n): Joannes Canisius namens Wolterus Habets).

Gehuwd voor de kerk op 23-jarige leeftijd op 28 mei 1766 te Merkstein (D) met Gertrudis EDEN.

  • 3. Franciscus GORESSEN, gedoopt op 24 december 1744 te Nuth (getuige(n): Franciscus Goressen, Maria Habets).
  • 4. Maria Elisabeth GORESSEN, gedoopt op 12 november 1746 te Nuth (getuige(n): Joannes Wilhelmus Canisius (oom), Elisabeth Crins namens Elisabeth Goressen).

Gehuwd op 5 juni 1775 te Süggerath (D) met Joannes SMEETS.

  • 5. Maria Agnes, geboren op 3 juli 1749 te Hünshoven (D), overleden op 14 september 1810 te Süggerath (D).

Gehuwd op 8 mei 1777 te Süggerath (D) met Joannes Antonius SCHLÖHSER, geboren 23 maart 1753 te Süggerath (D), overleden op 14 november 1818 te Würm (D).

  • 6. Amalia Joanna Josepha JÖRES, geboren op 23 maart 1753 te Süggerath (D).

Gehuwd voor de kerk op 14 februari 1783 te Holtum met Joannes NELISSEN.

  • 7.Joannes Petrus Josephus, geboren op 29 augustus 1755 te Süggerath (D).
  • 8.Maria Justina, geboren op 12 januari 1758 te Süggerath (D).
  • 9. Henricus.

Gehuwd met Anna SMEETS.

  • 10. Joannes Nicolaus.[20]


IV.10 Joannes GORISSEN, schepen, gedoopt op 20 mei 1723 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Cobben, Maria Crins namens Anna Gorissen), overleden op 24 december 1808 te Nuth op 85-jarige leeftijd, zoon van Georgius GORISSEN (zie III.2) en Elisabeth CRINS.
Op 21 januari 1763 verkocht Severijn Bemelmans, gehuwd met Joanna Habets, aan Joannes Gorissen, gehuwd met Maria Catharina Consten, 93 kleine roeden akkerland, deels onder Nuth, deels onder Wijnandsrade gelegen, grenzend aan de weduwe Gelis van den Savel, Joannes Gorissen en de weg. Iedere kleine roede kostte 37 stuivers. Naast de koopsom verstrekte de koper nog 50 gulden die als lening bleven uitstaan.[21]
Op 27 september 1763 verkochten Joannes Hermens, gehuwd met Barbara Vraeschen, en Joannes Rietrae, gehuwd met Maria Houben, aan Joannes Gorissen, gehuwd met Maria Catharina Consten, 200 kleine roeden beemd aan de Geit onder Nuth, oostwaarts de weg, westwaarts de beek. Iedere kleine roede kostte een gulden, waarvan 140 van Hermens en 60 van Rietrae afkwamen.[22]
Op 14 november 1763 verkocht Jan Wouters, gehuwd met Johanna Horsmans, aan Joannes Gorissen, gehuwd met Maria Catharina Consten, 100 kleine roeden akkerland aan de Kruisweg te Nuth, grenzend aan Gores Goressen, Peter Paes en de weg van Nuth naar Hunnecum. De koopsom bedroeg 220 gulden en elf stuivers.[23]
Op 13 april 1767 verkocht Willem Slangen, gehuwd met Anna Maria Houben, aan Joannes Gorissen, gehuwd met Maria Catharina Consten, 116 kleine roeden weiland achter de Drinckersweide te Nuth, grenzend aan Drinckersweide, de erfgenamen Goris Gorissen, de Dael en de beek. De koopsom bedroeg 284 gulden.[24]
Op 6 maart 1769 verkocht Jan Wouters, weduwnaar van Joanna Horstmans, aan Joannes Gorissen, gehuwd met Maria Catharina Consten, twee percelen akkerland. Het eerste perceel was 50 kleine roedenakkerland in de overste sijpen, oostwaarts Joannes Gorissen, westwaarts Joannes Slangen. Het tweede perceel was 56 kleine roeden akkerland in de sijpen, oostwaarts de Nuinhof, westwaarts secretaris Meijs. Iedere kleine roeden kostte twee gulden en tien stuivers. Daarnaast zouden vijfhonderd bundels stro geleverd worden, elk jaar 100 stuks, met een waarde van tien gulden per honderd.[25]
Op 23 juni 1770 verkocht Franciscus Hulskens, gehuwd met Maria Margaretha Marmeldier, aan Joannes Gorissen, gehuwd met Maria Catharina Consten, 75,5 kleine roeden akkerland in het Nierhoverveld, grenzend aan Peter Houben, Sijmon Meex, Joannes Bruls en de weduwe Matthijs Meex. Iedere kleine roede kostte 38 stuivers.[26]
Op 3 januari 1772 verkocht Hubertus Laurentius van Uijtrecht, burger van Maastricht en gehuwd met Johanna Barbara Goossens, aan Joannes Gorissen, wonend op de Drinck te Nuth en gehuwd met Maria Catharina Consten, drie percelen land, te weten:
a) 97 kleine roeden weiland op de Reuken onder Nuth, grenzend aan de weduwe Weustenraedt, de kapelaansgoederen en de pastoriegoederen;
b) 80 kleine roeden land op de Reukender kamp, grenzend aan Peter Horstmans, Peter Corten en de moestuin van de weduwe Bavo Weustenraedt;
c) 50 kleine roeden land op de onderste kamp, grenzend aan Jaspar Clootz, het voetpad en de gats.
Iedere kleine roede kostte 45 stuivers. Aan lasten stond op het land een halve kop rogge aan de heer van Wijnandsrade.
Deze goederen werden op 2 januari 1780 genaast door Maria Schutiens, weduwe van Jasper Clootz.[27]
Op 3 december 1772 ruilde Wilhelmus Crijns, gehuwd met Anna Maria Hoen, goederen met Joannes Gorissen, gehuwd met Maria Catharina Consten.
Crijns gaf 149,5 kleine roeden akkerland op de Wijenweg, grenzend aan secretaris Meijs, Anna Roox, de wijenweg en de hof Dael, belast met drievierde deel van drie vaten rogge aan de armen van Nuth en 60 stuivers rente aan een jaargetijde in de kerk van Nuth.
Gorissen gaf in ruil 34,5 kleine roeden akkerland in het Hellebroekerveld in een perceel van 138 kleine roeden, grenzend aan de vaart en Matthijs Bemelmans, welk land hij dezelfde dag van Nicolaas Frijns gekocht had. Daarnaast gaf hij nog 164 gulden.
Crijns hield nog 100 kleine roeden van het geruilde land twee jaar in gebruik en beloofde daarvoor jaarlijks twee pattacons te betalen.[28]
Op 12 juli 1775 verklaarde Joannes Gorissen, schepen van Nuth en gehuwd met Maria Catharina Consten, dat hij op 30 juli 1774 bij opbod het kindsdeel van Philippus Jacobus van der Meer in huis en goederen te Nierhoven gekocht had. Van de koopsom van 2044 gulden had hij 21 september 1774 een bedrag van 936 gulden en 16 stuivers betaald. W.J. van der Meer, gehuwd met vrouwe M.C. de Kinder wilde dit erfdeel verwerven. Joannes Gorissen vond het goed en zou daarvoor 1000 gulden ontvangen. Dit bedrag bleef echter vooralsnog als lening tegen 5% uitstaan, met als onderpand zijn kindsdeel en het verworven kindsdeel van zijn broer.[29]
Op 13 juli 1776 verkocht Agnes Theresia van der Meer, begijn te Tongeren, aan Joannes Gorissen, schepen van Nuth en gehuwd met Maria Catharina Consten, een erfpacht van 48 vaten rogge en een oort kapoengeld, staande op de hof Ten Eschen onder Heerlen en Hoensbroek en vallend onder de Keulse Mankamer.De koopsom bedroeg 1939 gulden.[30]
Op 26 september 1777 verkocht Peter Cremers, schepen en schatheffer van Nuth en gehuwd met Maria Catharina Ruijsop, aan Joannes Gorissen, schepen van Nuth en gehuwd met Maria Catharina Consten, 81 kleine roeden akkerland nabij de St.-Bavokapel onder Nuth, grenzend aan de erfgenamen Eckermans, het Hellebroekerpad en de Bergerhof. Iedere kleine roede kostte 55 stuivers.[31]
Op 22 september 1778 verkocht Agnes Theresia van der Meer aan Joannes Gorissen, schepen van Nuth en gehuwd met Maria Catharina Consten, 300 kleine roeden akkerland aan de wijenweg onder Nuth, grenzend aan secretaris Meijs, Nicolaes Frins en de weg. De koopsom bedroeg 805 gulden. Het land was verpacht aan Godefridus Reijnders.[32]
Op 28 december 1778 ging landmeter Klinckenbergh in opdracht vrouwe van der Meer, geboren de Kinder, over tot de verkoop van onroerende goederen om een schuld van 2000 gulden aan de Balije Aldenbiesen, alsmede vervallen rente aan haar schoonbroer pater Andreas van der Meer, te betalen. Aan Joannes Gorissen, schepen van Nuth en gehuwd met Maria Catharina Consten, werd 384,5 kleine roeden "op het plat" verkocht, grenzend aan Mathevis Bemelmans, de kinderen Lortye en Bartholomeus Deumens. Bepaald werd dat de rogge nog geoogst zou worden en de koolraap geplant door pachter Ackermans en dat de koper daarvoor de halve pacht zou krijgen. Iedere kleine roede had bij opbod 35 stuivers opgebracht.[33]
Op 9 juli 1780 verkochten de kinderen van notaris Kips en wijlen diens echtgenote Sophia Hennen aan Joannes Gorissen, schepen van Nuth en gehuwd met Maria Catharina Consten, 133 1/3 kleine roeden akkerland aan de Kamp onder Nuth, grenzend aan hof Dael, Peter Meijs en de wijenweg. Iedere kleine roede kostte drie gulden. Dit land hadden zij bij erfenis van secretaris Meijs verkregen.[34]
Op 29 oktober 1781 verkocht Thomas Bruls, gehuwd met Maria Catharina Kempeners, aan Joannes Gorissen, schepen van Nuth en gehuwd met Maria Catharina Consten, 75 kleine roeden akkerland "het stepken" in het Nierhoverveld onder Nuth, grenzend aan de erfgenamen van der Meer, de weduwe Caspar Brants, de erfgenamen Gertruid Meex en het voetpad. Iedere kleine roede kostte drie gulden. Daarnaast werden nog vijftig "bouschen" rogge en een vat boekweit in de koop inbegrepen. Een schuld van 100 gulden aan de rector van de kapel Vaesrade werd overgenomen en in mindering gebracht op de koopsom.[35]
Op 8 april 1782 verkochten de erfgenamen van Martinus Cobben aan Joannes Gorissen, schepen van Nuth en gehuwd met Maria Catharina Consten, 112 kleine roeden akkerland aan de KInkevoerdersweg onder Nuth, grenzend aan Joannes Gorissen, Jacobus Wolters en de weg. Daarnaast verkochten zij hem 78 kleine roeden akkerland "op het vracken velt" onder Wijnandsrade, grenzend aan Anthoen Timmers, Joannes Lortije en Peter Grootjans. Op 20 oktober 1781 had Gorissen tijdends een openbare verkoop deze goederen verworven voor respectievelijk 58 en 61 stuivers per kleine roede.[36]
Op 23 juni 1783 verkocht Nicolaes van Can, gehuwd met Maria Gorissen, wonend op de hof Wingersberg onder Ulestraten, aan zijn zwager Joannes Gorissen, schepen van Nuth en gehuwd met Maria Catharina Consten, 80 kleine roeden akkerland op de Reukender kamp, oostwaarts de erfgenamen Petrus Corten, westwaarts het voetpad, zuidwaarts Jacobus Kempeners, noordwaarts heer Horstmans. Iedere kleine roede kostte twee gulden en tien stuivers.[37]
Op 12 augustus 1783 ruilde Simon Emonts, inwoner van Wijnandsrade en gehuwd met Anna Elisabeth Houben, met Joannes Gorissen, schepen van Nuth en gehuwd met Maria Catharina Consten. Emonts gaf 77 kleine roeden akkerland in de sijpen onder Nuth, grenzend aan de erfgenamen Goris Gorissen, Willem Slangen en de vloedgraaf. Gorissen gaf 32 kleine roeden akkerland op het voetpad onder Wijnandsrade, grenzend aan Joannes Lortije en Joannes Gerits. Daarnaast gaf Gorissen nog 157 gulden en tien stuivers.[38]
Op 1 maart 1790 verkochten de kinderen van Nicolaes van Can en Maria Gorissen aan hun oom Joannes Gorissen, weduwnaar Maria Catharina Consten, de volgende onroerende goederen:
a) 114 kleine roeden weiland in de huiswei van de Drinck aan de kerk te Nuth, grenzend aan Willem Slangen, Hendric Gorissen, de weduwe Strens en de weg, belast met twee kippen in de cijnskaart Nuinhof;
b) 114 kleine roeden weiland aldaar, grenzend aan Henric Gorissen, Joannes Gorissen, weduwe Strens en de weg, eveneens belast met twee kippen in de cijnskaart Nuinhof;
c) 127 kleine roeden land onder de Drinck aan de Geiterweg, grenzend aan Willem Slangen, de Nuinhof en de weg;
d) 80 kleine roeden moestuin nabij het voornoemde land, grenzend aan Joannes Curfs, de weduwe Geurt Snackers en de weg;
e) 98,5 kleine roeden land achter de moestuinen van Nuth, grenzend aan de pastoor en de Nuinhof, vallend onder de cijnskaart Nuinhof;
f) 171,5 kleine roeden land in de sijpen, grenzend aan secretaris Frissen, Henricus Gorissen, de Nuinhof en de vloedgraaf, vallend onder de cijnskaart Nuinhof;
g) 50 kleine roeden land boven in de sijpen, grenzend aan Joannes Gorissen, het cleef en de vloedgraaf;
h) 51,5 kleine roeden land "in de slijp cuijlen", grenzend aan Hubertus Weustenraedt, erfgenamen Crijns, Hendric Gorissen en Joannes Gorissen, vallend onder de cijnskaart Berg;
i) 200 kleine roeden land achter Hunnecum bij de St.Bavokapel, grenzend aan de erfgenamen Vaes Coumans, Henric Gorissen, de pastoor van Wijnandsrade en de weg, belast met twee vaten en een kop rogge aan de heer Bongart van Wijnandsrade;
j) 113 kleine roeden land achter Hunnecum, grenzend aan Jacobus Raemackers, Mathijs Crijns en de weg;
k) 80 kleine roeden aldaar achter Hunnecum, grenzend aan Jacobus Raemackers en de weg;
l) 135 kleine roeden land aan de Ludderweg onder Wijnandsrade, grenzend aan de erfgenamen Frissen, Joannes Gorissen, Jacobus Raemackers en de weg, belast met twee koppen rogge aan de Armen van Wijnandsrade;
m) 184 kleine roeden land aldaar, grenzend aan de erfgenamen Christiaen Lahaije, de weduwe Driessen en de Ludderweg;
n) 62 kleine roeden beemd aan de Geit onder Nuth, grenzend aan de weduwe Jasper Cloots, Hendric Gorissen, de Nuinhof en de beek.
Elke kleine roede kostte 90 stuivers.[39]
Op 5 maart 1790 verkocht Joannes Gorissen, weduwnaar Maria Catharina Consten, aan Joannes Nicolaes Schiffelers, halfwin hof Nijtesen te Wijnandsrade en gehuwd met Maria Gertrudis Campo, de volgende onroerende goederen;
a) 113,5 kleine roeden land achter Hunnecum, grenzend aan Jacobus Raemackers, Mathijs Crijns en de weg;
b) 80 kleine roeden land aldaar, grenzend aan Jacobus Raemackers en de weg;
c) 72 kleine roeden land eveneens aldaar gelegen, grenzend aan Jacobus Raemackers, Nicolaes Kleintjens en de weg;
d) 67 kleine roeden land eveneens aldaar gelegen, grenzend aan Jacobus Raemackers, de erfgenamen Campo en de weg.
Iedere kleine roede kostte 90 stuivers.[40]
Op 11 november 1790 stichtte Joannes Gorissen, weduwnaar Maria Catharina Consten, een rente voor zijn zoon Joannes Caspar Gorissen, theologant in het bisschoppelijk seminarie te Roermond, om hem van een jaarlijks inkomen van 320 gulden te voorzien. Uit het erfdeel, zijnde 4,5 bunder in diverse percelen, totale waarde 6300 gulden, zou een rente van 78 pattacons en drie gulden getrokken worden. Aanvullend verschenen nog twee zwagers van de theologant, te weten Gerardus Schiffelers, gehuwd met Maria Agnes Gorissen, en Joannes Conrardus Boest, gehuwd met Maria Josepha Gorissen, die elk met een halve bunder garant stonden voor 17,5 pattacon.[41]
Gehuwd voor de kerk op 34-jarige leeftijd op 4 oktober 1757 te Laurensberg (D) met Maria Catharina CONSTEN, overleden op 16 november 1784 te Nuth Op den Drinck, mogelijk dochter van Mathias Konsten en Agnes Filippengracht uit Laurensberg (D).
Uit dit huwelijk:

  • 1. Maria Agnes, gedoopt op 4 oktober 1758 te Nuth (getuige(n): Georgius Gorissen, Anna Margaretha Smits namens Agnes Philippens), overleden op 11 februari 1821 te Nuth op 62-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 25-jarige leeftijd op 18 november 1783 te Nuth met Gerard SCHIFFELERS, 36 jaar oud, geboren te Gracht-Oirsbeek, gedoopt op 24 maart 1747 te Oirsbeek (getuige(n): Gerardus Schiffelers (Gracht), Catharina Limpens (Oirsbeek)), overleden op 28 februari 1807 te Nuth op 59-jarige leeftijd, zoon van Leonardus SCHIFFELERS, pachter hof Reimersbeek, en Maria Catharina LIMPENS.

  • 2. Joannes Leonardus, gedoopt op 12 maart 1760 te Nuth (getuige(n): Joannes Leonardus Consten (oom), Elisabeth Crijns).
  • 3. Maria Josepha, gedoopt op 4 maart 1761 te Nuth (getuige(n): Franciscus Hulskens, Maria Gorissen).

Gehuwd voor de kerk op 21-jarige leeftijd op 24 september 1782 te Nuth met Joannes Conrardus BOESTEN, geboren te Heerlen.

  • 4. Joannes Henricus, gedoopt op 4 september 1763 te Nuth (getuige(n): Henricus Gorissen, Ida Consten).
  • 5. Mathias Josephus, geboren te Nuth, gedoopt op 18 september 1764 te Nuth (getuige(n): Mathias Josephus Oortmans, Elisabeth Gorissen).
  • 6. Joannes Caspar Melchior Baltasar, priester, geboren te Nuth, gedoopt op 18 februari 1766 te Nuth (getuige(n): Balthasar a Campo, Anna Margaretha Smits), overleden op 2 januari 1809 te Nuth op 42-jarige leeftijd.
  • 7. Joannes Nicolaus (zie IV.23).
  • 8. Anna Catharina, geboren te Nuth, gedoopt op 28 januari 1771 te Nuth (getuige(n): Joannes Cobben, Anna Margaretha Smits namens Anna Catharina Alberts).
  • 9. Joannes Henricus, geboren te Nuth, gedoopt op 28 juni 1773 te Nuth (getuige(n): Henricus Gorissen, Elisabeth Crijns).


IV.14 Reinerus GORISSEN, gedoopt op 28 november 1728 te Nuth (getuige(n): Reinerus Crins, Sophia Gorissen), zoon van Georgius GORISSEN (zie III.2) en Elisabeth CRINS.
Gehuwd met Maria Magdalena GROUSS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Maria Elisabeth GORESSEN, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 16 januari 1757 te Nuth (getuige(n): Georgius Goressen (grootvader), Maria Catharina Sijstermans namens Maria Agnes Bardenheuwers).
  • 2. Maria Elisabeth, gedoopt op 10 december 1757 te Amby.

Generatie V


V.23 Joannes Nicolaus GORISSEN, geboren te Nuth, gedoopt op 23 augustus 1768 te Nuth (getuige(n): Nicolaus van Kan, Maria Ida Consten), overleden op 15 mei 1818 te Nuth op 49-jarige leeftijd, zoon van Joannes GORISSEN (zie IV.10) en Maria Catharina CONSTEN.
Gehuwd voor de kerk op 28-jarige leeftijd op 14 februari 1797 te Nuth met Maria Josepha a CAMPO, 28 jaar oud, geboren te Nieuwhuis-Nuth, gedoopt op 16 februari 1768 te Nuth (getuige(n): Joannes Beckers, Maria Josepha a Campo), dochter van Nicolaus a CAMPO en Anna Maria BECKERS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Joannes Josephus, gedoopt op 20 november 1797 te Nuth, overleden op 9 september 1848 te Nuth op 50-jarige leeftijd.

Gehuwd op 31-jarige leeftijd op 19 december 1828 te Nuth met Joanna Barbara HOUBEN, 37 jaar oud, geboren op 24 januari 1791 te Nuth, gedoopt op 24 januari 1791 te Nuth (getuige(n): Joannes Petrus Dormans (Nuth), Anna Barbara Bemelmans (Nuth)), dochter van Leonardus HOUBEN, koster, en Maria Mechtildis DORMANS.

  • 2. Joannes Nicolaus, gedoopt op 24 december 1799 te Nuth.
  • 3. Maria Agnes, geboren op 15 februari 1803 te Nuth.

Gehuwd op 3 mei 1830 te Nuth met Joannes Petrus BEMELMANS, 38 jaar oud, geboren op 30 december 1791 te Hellebroek-Nuth, gedoopt op 30 december 1791 te Nuth (getuige(n): Joannes Petrus Houben (Hoensbroek), Petronella van de Bergh (Wijnandsrade)), zoon van Joannes BEMELMANS en Joanna Elisabeth DRUMMEN.

  • 4. Joannes Caspar (zie VI.4).
  • 5. Maria Margaretha, geboren op 14 augustus 1807 te Nuth.
  • 6. Gerard Joseph, geboren op 26 februari 1810 te Nuth.
  • 7. Joannes Petrus Hubertus, geboren op 4 september 1813 te Nuth.

Generatie VI


VI.4 Joannes Caspar GORISSEN, geboren op 6 juni 1805 te Nuth, zoon van Joannes Nicolaus GORISSEN (zie IV.23) en Maria Josepha a CAMPO.
Gehuwd op 25-jarige leeftijd op 28 juli 1830 te Nuth met Joanna Maria SLANGEN, 21 jaar oud, geboren op 21 november 1808 te Nuth, overleden op 20 april 1871 te Nuth op 62-jarige leeftijd, dochter van Wilhelmus SLANGEN en Anna Maria GRUIJLS.
Uit dit huwelijk o.a.:

  • 1. Maria Agnes, geboren op 24 augustus 1833 te Nuth.

Gehuwd op 31-jarige leeftijd op 17 juli 1865 te Nuth met Jan Leopold HAEREN, 28 jaar oud, geboren op 3 oktober 1836 te Wijnandsrade, zoon van Joannes Jacobus HAEREN, landbouwer, en Maria Barbara SOMERS.

Bronnen

  1. HCL-01.075 LvO 1771
  2. HCL-09.001 Notariële Archieven landmeter Bollen 4672, 53
  3. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 169, 125
  4. HCL-01.075 LvO 1747
  5. HCL-01.075 LvO 1858; HCL-Notarieel Archief 1818 Veugen Maastricht
  6. HCL-01.075 LvO 1747
  7. leeftijd blijkt uit HCL-01.075 LvO 1746 (proces uit 1704): "oud in de 50 jaren"
  8. HCL-01.075 LvO 1746
  9. HCL-01.075 LvO 1757, 105r
  10. HCL-01.075 LvO 1757, 105v
  11. HCL-01.075 LvO 1757, 123v
  12. HCL-01.075 LvO 1757, 135v
  13. HCL-01.075 LvO 1757, 203v
  14. HCL-01.075 LvO 1757, 266v
  15. HCL-01.075 LvO 1758, 134r
  16. HCL-01.075 LvO 1759, 1v
  17. HCL-01.075 LvO 1759, 36v
  18. HCL-09.001 Notariële Archieven 4184 L'allemand Valkenburg
  19. HCL-01.075 LvO 1764, 265
  20. Gegevens m.b.t. Süggerath van Theodor Wieczorek uit Duitsland
  21. HCL-01.075 LvO 1759, 278v
  22. HCL-01.075 LvO 1761, 28r
  23. HCL-01.075 LvO 1760, 9r
  24. HCL-01.075 LvO 1760, 117r
  25. HCL-01.075 LvO 1762, 220v
  26. HCL-01.075 LvO 1762, 189v
  27. HCL-01.075 LvO 1763, 112r
  28. HCL-01.075 LvO 1764, 247
  29. HCL-01.075 LvO 1761, 3r
  30. HCL-01.075 LvO 1761, 32r
  31. HCL-01.075 LvO 1761, 156v
  32. HCL-01.075 LvO 1761, 108r
  33. HCL-01.075 LvO 1761, 118r
  34. HCL-01.075 LvO 1762, 50r
  35. HCL-01.075 LvO 1762, 28v
  36. HCL-01.075 LvO 1762, 222v
  37. HCL-01.075 LvO 1764, 29
  38. HCL-01.075 LvO 1764, 260
  39. HCL-01.075 LvO 1764, 30
  40. HCL-01.075 LvO 1764, 42
  41. HCL-01.075 LvO 1764, 97

Medewerkers

Harry Luijten, eerste versie op 10 december 2006
Harry Luijten, herziene versie op 18 februari 2024