Gorissen: verschil tussen versies

Uit Genealogie Limburg Wiki
(geen verschil)

Versie van 3 feb 2011 19:43

GENEALOGIE GORISSEN


Generatie I


I.1 Henricus GORISSEN, gedoopt op 9 oktober 1650 te Merkelbeek, wonend op de Drinck onder Nuth, zoon van Georgius GORISSEN en Mechtild WEUSTENRAEDT.
RAL-AHW 169, 125: Op 12 mei 1702 verkocht Damiaen van Walsden, koopman en burger van Maastricht, gehuwd met Petronella Maes, aan Hendrick Goris, inwoner van Nuth en gehuwd met Frederica Maes, het huis genaamd de Drinck met hof en alle toebehoren, gelegen te Nuth, grenzend aan de straat, het voetpad naar de kerk en Steven Slangen. Tevens verkocht hij nog zeven bunders weide en akkerland waarvan drie bunders onder Wijnandsrade en vier bunders onder Nuth gelegen waren. De koopsom bedroeg 2068 gulden. Het geheel was belast met vijf vaten rogge aan het huis Wijnandsrade, vijf koppen rogge aan de kerk van Wijnandsrade, een vat haver, vier kapoenen, vijf rookhoenenen driekwart pond was aan de cijnskaart van de Nieuwenhof en het derde deel van een half vat rogge aan de armen van Nuth.
RAL-LvO 1747: Onder de processtukken Jan Hermans vs Goris Gorissen uit 1718 bevindt zich de pachtovereenkomst die Hendrick Goris op 19 oktober 1702 aanging met Godefridus Maes, koopman te Keulen, en diens zwager Damianus van Walsden, koopman te Maastricht, aangaande het huis en hof de Drinck te Nuth met alle bijbehorende landerijen. Het ging om een vernieuwing van de pacht voor een periode van zes jaar. De pachtsom bedroeg jaarlijks 80 gulden, lopend vanaf 1 oktober 1702. De pachter moest alle lasten betalen, het land goed onderhouden en jaarlijks 100 schoven stro leveren voor het onderhoud van het huis.
Op 14 september 1718 verklaarde Hendrick Gorissen dat hij de resterende pachttermijn overliet aan zijn zoon Goris, gehuwd met Elisabeth Crijns.
RAL-LvO 1747, losse akte: Op 6 juli 1712 verklaarde Hendrick Goris omtrent 64 jaar oud, waard van de herberg "de Drinck" dat hij op 16 juni 1712 drie pattacons tolgeld had ontvangen van Geurt Schuls. Hij had zijn echtgenote naar het huis van de tolontvanger Hermen Engelen in Grijzegrubben gestuurd om te zeggen dat het tolgeld bij hem overhandigd was.
Bij deze akte bevond zich ook een verklaring van koster Wilhelmus Schepers, 36 jaar oud, die bevestigde dat hij getuige was geweest van de overhandiging van het tolgeld.
Vervolgens verklaarde Anna Franssen, echtgenote van tolheffer Herman Engelen, dat Geurt Schuls inderdaad de tol betaald had voor het vervoer van vijf karren hout.
Gehuwd voor de kerk op 24-jarige leeftijd op 2 mei 1675 te Merkelbeek met Godefrida MAES, geboren ca. 1650, leeftijd blijkt uit RAL-LvO 1746 (proces uit 1704): "oud in de 50 jaren", dochter van Hermanus MAES en Anna HENRICHS
Uit dit huwelijk:

  • 1. Hermanus, gedoopt op 13 januari 1676 te Merkelbeek (getuige(n): Goris Gorissen).
  • 2. Georgius (zie II.2).
  • 3. Sibilla, geboren ca. 1680.

Gehuwd voor de kerk op 27 september 1716 te Hoensbroek met Henricus HOUBEN, geboren ca. 1680, zoon van Joannes HOUBEN en Maria HABETS.
RAL-LvO 1757, 126r: Op 1 oktober 1720 leende Hendrik Houben, gehuwd met Sibilla Gorissen, 100 gulden tegen 6% van pastoor Godefridus van Leijen. Hij borgde met zijn erfdeel in het ouderlijk huis, hof, weide en land, gelegen aan de kerk van Nuth, grenzend aan Houb Houben, Willem Celis, Geurt Horsmans en Jacob Ramaekers, alsmede met zijn deel in vijf bunders land in diverse percelen. Verder borgden zijn ongehuwde zusters Neleken en Margaretha Houben met hun erfdelen, waarvoor hun moeder Maria Habets, weduwe Jan Houben, afstand deed van het vruchtgebruik, indien dit nodig mocht zijn.

  • 4. Sophia GORESSEN, gedoopt op 1 februari 1685 te Nuth (getuige(n): Joannes Gruels namens Severinus Goris, Catharina Robroeck namens Sibilla Maes), overleden op 11 november 1747 te Nuth op 62-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk (1) op 27-jarige leeftijd op 3 februari 1712 te Nuth (getuige(n): Goris Gorissen, Maria Brants) met Joannes HAUTVAST, 30 jaar oud, gedoopt op 24 juli 1681 te Nuth (getuige(n): Antonius Hautvast, Maria Didden), overleden op 8 mei 1734 te Nuth op 52-jarige leeftijd, zoon van Mathias HAUTVAST, schepen, en Anna HAGENS.
RAL-LvO 1757, 307v: Op 14 mei 1732 verkocht Joannes Hautvast, gehuwd met Sophia Goressen, inwoner van Grijzegrubben-Nuth, aan Gerard Keuten, burger en koopman van Maastricht, gehuwd met Anna Hautvast
a) 107 kleine roeden beemd te Nuth, oostwaarts de weduwe Canisius, westwaarts de koper met zijn wederdeel, voor 25 stuivers per kleine roede;
b) 63 1/2 kleine roeden "in de swartcuijl" onder Nuth, grenzend aan de erfgenamen Leentgen Hermens, Pieter Heijnen, heer a Blisia en Willem Hautvast, voor 18 stuivers per kleine roede;
c) 166 kleine roeden akkerland "omtrent het weijcken: in het Grijzegrubberveld onder Nuth, grenzend aan Jan Cremers, heer a Blisia, heer de Negri en Jan Cremers, voor 20 stuivers per kleine roede.
RAL-LvO 1758, 39r: Op 16 januari 1734 verkocht Joannes Hautvast, gehuwd met Sophia Gorissen, aan zijn zwager Gerard Keutten, burger en koopman te Maastricht, ca. 125 kleine roeden akkerland "aen het severen cruijs" onder Nuth, oostwaarts erfgenamen Thijs Reintgens, westwaarts Paulus Meijs, voor 20 stuivers per kleine roede.
Gehuwd voor de kerk (2) op 52-jarige leeftijd op 8 oktober 1737 te Nuth met Henricus VROEMEN, 64 jaar oud, gedoopt op 27 april 1673 te Nuth (getuige(n): Henricus Vroemen, Ida Lijmpens), overleden op 8 oktober 1757 te Grijzegrubben-Nuth op 84-jarige leeftijd, zoon van Henricus VROEMEN, collecteur schepenbank Nuth, herbergier "in de Boone", en Gertrudis LIJMPENS.

  • 5. Mechtildis GORIS, gedoopt op 8 maart 1687 te Nuth (getuige(n): Godefridus Horsmans, Mel Weustenraedt, e.v. Georgius Goris), overleden op 8 oktober 1758 te Hellebroek-Nuth op 71-jarige leeftijd, roepnaam Amelia.

Gehuwd voor de kerk op 27-jarige leeftijd op 9 september 1714 te Nuth (getuige(n): Arnoldus Gorissen, Petrus Nuchelmans). Nicolaus Urlings ex Hullenbroeck met Nicolaus URLINCKX, 24 jaar oud, gedoopt op 17 november 1689 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Canisius namens Joannes Lijmpens, Catharina Peerboom namens Joanna Pijls e.v. Petrus Huijnen), overleden op 12 januari 1770 te Hellebroek-Nuth op 80-jarige leeftijd, begraven op 13 januari 1770 te Nuth.
RAL-LvO 1757, 193v: Op 17 april 1727 verkocht Nicolaes Urlings, gehuwd met Neleken Gorissen, samen met zijn zwager Matthijs van der Haaghen 232 kleine roeden weiland te Hellebroek onder Nuth, grenzend aan Jan Urlings, Coen Ceulen en Christiaen Nuchelmans. Deze weide, afkomstig uit de nalatenschap van Jan Urlings, werd voor 26 stuivers per kleine roede verkocht aan Christiaen Nuchelmans gehuwd met Francois Jehenne Nunnue.
RAL-LvO 1763, 14r vermeldt dat hij leed aan vallende ziekte en daarom door twee zonen verzorgd werd, zoon van Joannes MUSSCHEN (Urlings) en Margareta PEERBOOMS.

  • 6. Arnoldus GORIS, gedoopt op 24 maart 1689 te Nuth (getuige(n): Joannes Gruijls namens Joannes Engelen, Mechtild Hermans namens Anna Godefrida Habets).
  • 7. Joannes GORIS, gedoopt op 16 maart 1692 te Nuth (getuige(n): Joannes Frissen, Catharina Hamers).

Generatie II


II.2 Georgius GORISSEN, schepen, gedoopt op 6 augustus 1677 te Merkelbeek, overleden op 5 april 1764 te Nuth op 86-jarige leeftijd, begraven op 7 april 1764 te Nuth.
RAL-LvO 1746, processtukken: Op 24 oktober 1704 werd een verklaring opgemaakt voor Joanna Deschamps, die als dienstmaagd bij de ouders van Goris Gorissen had gewerkt. Zij had in mei 1704 te Epen een zoon gebaard waarvan Goris Gorissen "van de Drinck onder Nuth" volgens haar de vader was.
RAL-LvO 1757, 105r: Op 20 mei 1717 verkocht Petronella Maes, koopvrouw te Maastricht en weduwe van Damianus van Walsden, aan Goris Gorissen, gehuwd met Elisabeth Crijns, de helft van de Drink, bestaande in huis, hof, weide en landerijen onder Nuth en Wijnandsrade, groot ca. vier bunders, zoals haar bij erfenis van haar vader was toegevallen. Het geheel werd verkocht voor 1860 gulden.
RAL-LvO 1757, 105v: Op 24 mei 1717 verklaarde Goris Gorissen, gehuwd met Elisabeth Crijns, dat hij 314 1/2 Akense Rijksdaalders (250 pattacons) had geleend van de Karmelieten te Aken. Met het geld zou de aankoop van de halve Drink betaald worden. Deze goederen, alsmede 62 kleine roeden akkerland op de Nutherweg boven het Voorstercleef, grenzend aan Augustijn Hooghsteden en de weduwe Leonaert Frissen, alsmede 40 kleine roeden land aldaar, grenzend aan Frans Crijns en de weduwe Matthijs Limpens, dienden tot onderpand.
Deze lening werd op 14 december 1757 afgelost.
RAL-LvO 1757, 123v: Op 21 februari 1720 verkocht Goris Gorissen, gehuwd met Lijsbet Crijns, aan zijn zwagers Jacob Ramaekers, Claes Frijns, Reijner Crijns en Peter Nuchelmans, zijn deel in de onroerende goederen, gelegen onder Nuth en Wijnandsrade, zoals toegevallen via zijn schoonvader Frans Crijns, uitgezonderd zijn deel in het huis, brouwgerei, huisweide en moestuin tegenover het Hemelrijk. De totale verkoopsom bedroeg 944 gulden. Hiervan zou 600 gulden gaan naar kapitein Becker te Aken.
RAL-LvO 1757, 135v: Op 18 november 1720 verkochten Simon Aeldenhoven, gehuwd met Joanna Maria Christiaens en Leonaerd Kitsen, gehuwd met Helena Christiaens, aan Goris Gorissen, gehuwd met Elisabeth Criens, 158 kleine roeden weide "in den Camp", grenzend aan wijlen Roch Bemelmans, Gelis Bemelmans, de weg en het Daeldergoed, zijnde het deel dat hen via Severen Bemelmans was toegevallen; voorts 18 kleine roeden moestuin, grenzend aan weduwe Maessen, wijlen Severen Bemelmans, de straat en het goed van Plemeker. Elke roede kostte 29 stuivers.
RAL-LvO 1757, 203v: Op 5 november 1727 verkocht Frans Schepers, inwoner van Diepenbeek in het land van Luik en gehuwd met Maria Gruijls, de onroerende goederen die hem waren toebedeeld uit de erfenis van Giel Gruijls en Agnes Maes. Het betrof 82 kleine roeden land nabij Hunnecum, grenzend aan Matthijs Roex, Agnes Eckermans en de weg naar Hunnecum, welk land hij voorheen in belening had; en voorts 70 kleine roeden land in de Sijpen, grenzend aan Reijner Crijns en het wederdeel. De kopers waren Reiner Crijns, gehuwd met Mechtild Meijs, en Goris Gorissen, gehuwd met Elisabeth Crijns. Zij betaalden voor iedere kleine roede 24 stuivers.
RAL-LvO 1757, 266v: Op 2 oktober 1730 verkocht Joannes Horsmans, gehuwd met Maria Ackermans, 50 kleine roeden akkerland in de Sijpen, grenzend aan Nijst Boormans, Claes Nicolai en de vloedgraaf; en verder 25 kleine roeden beemd in de Schatsbeemd, waarvan de deling nog openstond. Koper was Gores Goressen, gehuwd met Elisabeth Crijns, die voor iedere kleine roede 29 stuivers betaalde.
RAL-LvO 1758, 134r: Op 11 maart 1740 verklaarde Peter Maes, gehuwd met Helena Crijns, dat hij bij opbod voor 180 gulden een huis met 50 kleine roeden weide te Hunnecum had gekocht. Daarnaast had hij bij recht van naasting nog 50 kleine roeden weiland naast voornoemde weide verworven, grenzend aan Jacob Raemeckers, Laurens Cobben en de dorpstraat. Omdat hij niet staat was de koopsom te betalen, verkocht hij het geheel voor 273 gulden aan schepen Goris Gorissen, gehuwd met Elisabeth Crijns.
RAL-LvO 1759, 1v: Op 17 mei 1746 verkocht Joannes Leunissen, gehuwd met Catharina Limpens, een halve bunder huis met wei en moestuin te Hunnecum, grenzend aan Lens Cobben, de gats, de dorpstraat en de weduwe Ercken Bemelmans; en voorts 50 kleine roeden akkerland in de lat, grenzend aan Joannes Slangen, Vaes Coumans, het Bergerland en de Meulenerven, voor 725 gulden aan Gores Goressen. Een lening van 500 gulden, staande op de goederen, werd in mindering gebracht op de koopsom.
RAL-LvO 1759, 36v: Op 29 oktober 1749 verkocht schepen Gores Goressen, gehuwd met Elisabeth Crijns, aan Baltus a Campo, gehuwd met Catharina Rameckers, een halve bunder huis met weide en moestuin, zoals door hem op 17 mei 1746 gekocht van Joannes Leunissen. De koopsom bedroeg 850 gulden, te minderen met de 500 gulden staande ten behoeve van kanunnik Kerckhoffs.
Zoon van Henricus GORISSEN (zie I.1) en Godefrida MAES.
Gehuwd voor de kerk op 34-jarige leeftijd op 15 mei 1712 te Nuth (getuige(n): Arnoldus Gorissen, Wilhelmus Schutgens) met Elisabeth CRINS, 25 jaar oud, gedoopt op 10 april 1687 te Nuth (getuige(n): Gulielmus Schuttiens, Anna Cordeweeners), overleden op 27 februari 1764 te Nuth op 76-jarige leeftijd, begraven op 29 februari 1764 te Nuth, dochter van Franciscus CRIJNS, pachter Nieuwenhof, schepen, en Elisabeth HOUBEN.
Uit dit huwelijk:

  • 1.Elisabeth, gedoopt op 13 juni 1713 te Merkelbeek (getuige(n): Henricus Goorissen, Elisabetha Crijns).
  • 2. Henricus (zie III.1).
  • 3. Godefridus, gedoopt op 13 september 1716 te Nuth (getuige(n): Guilhelmus Schepers namens Jacobus Rameckers, Godefrida Maes (grootmoeder)).
  • 4. Maria Mechtildis GORIS, gedoopt op 20 oktober 1718 te Nuth (getuige(n): Matthias Hautvast namens Joannes Hautvast, Mechtild Meijs).

Gehuwd voor de kerk (1) op 27-jarige leeftijd op 27 november 1745 te Sittard (getuige(n): Hubertus Weustenraedt, Catharina Bemelmans), met dispensatie en met toestemming van de pastoor van Nuth gehuwd bij de Predikheren te Sittard met Cornelius CREMERS, 27 jaar oud, gedoopt op 5 september 1718 te Nuth (getuige(n): Cornelius Ortmans, Cornelia Eggen), overleden op 8 oktober 1747 te Grijzegrubben-Nuth op 29-jarige leeftijd, buikloop, zoon van Joannes CREMERS en Elisabeth ORTMANS.
Gehuwd (2) met Nicolaus van CAN, overleden op 19 december 1788 te Meerssen, woonachtig op hof Wingersberg te Ulestraten (RAL-LvO 1761, 277r; RAL-LvO 1764, 29).

  • 5. Franciscus, gedoopt op 11 januari 1721 te Nuth (getuige(n): Henricus Houben, Sophia Gorissen namens Anna Crijns).

Gehuwd voor de kerk (1) op 25-jarige leeftijd op 22 september 1746 te Sittard (getuige(n): Carolus Beckers, Christianus Camps), met dispensatie in de drie roepen en met toestemming van de pastoor van Nuth gehuwd bij de Predikheren te Sittard met Agnes SCHRIJEN, overleden op 9 juli 1749 te Nuth.
Gehuwd voor de kerk (2) op 29-jarige leeftijd op 28 augustus 1750 te Schinnen met Maria Justina HOUBEN.

  • 6. Joannes (zie III.10).
  • 7. Elisabeth, gedoopt op 31 oktober 1725 te Nuth (getuige(n): Joannes Quaetackers, Catharina Crins (tante)), overleden op 1 april 1804 te Nuth.

Gehuwd voor de kerk op 24-jarige leeftijd op 9 november 1749 te Sittard (getuige(n): Petrus Knoren, Maria Elisabeth Leistens), met dispensatie in de derde graad en met toestemming van de pastoor van Nuth gehuwd bij de Predikheren met Joannes COBBEN, 26 jaar oud, gedoopt op 3 februari 1723 te Wijnandsrade, overleden op 18 januari 1806 te Nuth op 82-jarige leeftijd, zoon van Wilhelmus COBBEN, halfwin hof de Dael, en Elisabeth RAMECKERS.
RAL-LvO 1760, 176r: Op 25 januari 1769 verkochten Francis Cobben, ongehuwd, Ludovicus Cobben, gehuwd met Alet Henderix, Willem Cobben, ongehuwd, Reijner Cobben, gehuwd met Elisabeth Douven, Paulus Cobben, ongehuwd, en Lambertus Cobben, ongehuwd, aan hun broer Joannes Cobben, gehuwd met Elisabeth Gorissen, hun huis met huisweide, plaats en moestuin, groot een halve bunder en gelegen te Hunnecum onder Nuth, afkomstig van hun vader Willem Cobben, grenzend aan Jacobus Raemeckers, schout Meijs, Peter Cobben en de dorpstraat, belast met twee koppen rogge aan de kerk van Nuth. Hun moeder Elisabeth Raemeckers zou haar verdere leven in het huis mogen blijven wonen. De koper verplichtte zich haar kost en inwoning te verschaffen. De koper nam als betaling van de koopsom van 1000 gulden een aantal schulden over, te weten 100 pattacons aan Steven Coenen met 40 gulden verlopen rente, 100 gulden aan de armen van Nuth, 350 gulden die broer Francis Cobben nog op te eisen had, en voorts nog "eenige gereijde schulden". Het restant was bestemd voor hun moeder. Indien hun broer Jacobus Coenen, die afwezig was, bezwaar zou maken tegen de verkoop, zou diens deel teruggegeven moeten worden. Hij zou dan wel moeten bijdragen in de schulden en in het onderhoud van zijn moeder. Jacobus Cobben, gehuwd met Helena Coenen, verklaarde echter op 3 februari 1769 de verkoop goed te keuren.
RAL-LvO 1760, 277r: Op 8 juni 1775 verklaarde Joannes Cobben, inwoner van Hunnecum-Nuth en gehuwd met Elisabeth Gorissen, dat zijn zwager Nicolaes van Can, wonende op de hof Wingersbergh onder Geul en gehuwd met Maria Gorissen, 1300 gulden tegen 4% geleend had van juffrouw van der Vrecken, wonend in het klooster achter de St.-Servatiuskerk van Maastricht. Deze lening was op 27 mei 1775 vastgelegd bij notaris Hupkens en werd nu door Joannes Cobben overgenomen. Tot onderpand dienden:
a) huis met bijgebouwen en huisweide te Hunnecum onder Nuth, grenzend aan Jacobus Raemeckers, schout Meijs en de dorpstraat, een halve bunder groot en belast met een half vat rogge aan de kerk van Nuth;
b) 176 kleine roeden weiland te Tervoorst onder Nuth, grenzend aan Servaes Spijckers, de erfgenamen Meulenbergh en de straat, belast met het derde deel in een half vat rogge en het derde deel van een kan smout aan de kerk van Nuth;
c) ca. een halve bunder akkerland achter de Curfsweide onder Wijnandsrade, grenzend aan de weduwe Lendert Limpens, de weduwe Vaes Spijckers en Jacob Paes, belast met twee gulden aan advocaat Limpens van Aalbeek;
d) 87 kleine roeden akkerland uit een groter stuk aan de Ludderweg onder Wijnandsrade, grenzend aan Peter Paes en de weg;
e) 57 kleine roeden akkerland aan de Ludderweg onder Wijnandsrade, grenzend aan Christiaen Lahaije en de weduwe Limpens, belast met een half vat rogge aan de schutterij van Wijnandsrade;
f) 112 kleine roeden akkerland in het Hellebroekerveld onder Nuth, grenzend aan Jan Nuchelmans en Jan Drummen.
Deze lening werd op 10 juni 1779 overgenomen door Martinus Cobben.
RAL-LvO 1761, 131v: Op 10 juni 1779 verkocht Joannes Cobben, inwoner van Hunnecum-Nuth en gehuwd met Elisabeth Gorissen, aan de ongehuwde Martinus Cobben, eveneens wonend te Hunnecum, 197 kleine roeden huis met bijgebouwen, moestuin en huiswei, gelegen te Hunnecum en grenzend aan Jacobus Raemeckers, secretaris Meijs, Martinus Cobben en de dorpstraat, voor 1950 gulden. Martinus Cobben nam als betaling twee schulden over, te weten 1300 gulden aan Nicolaas van Can en 100 gulden aan de Armenkas van nUth, staande op de huiswei, en betaalde het restant ter plaatse aan de verkoper. Verder werd nog bepaald dat de verkoper de goederen nog tot 1 mei 1780 mocht gebruiken, op voorwaarde dat hij de lasten zou betalen. Tevens werd bepaald dat Elisabeth Raemeckers, moeder van de verkoper, haar leven lang vrije in- en uitgang zou behouden.
RAL-LvO 1761, 172r: Op 19 februari 1780 leende Joannes Cobben, inwoner van Hunnecum-Nuth en gehuwd met Elisabeth Gorissen, 400 gulden tegen 4 1/2% van het Beggaerdenklooster te Maastricht. Tot onderpand stelde hij:
a) 176 kleine roeden weiland te Tervoorst onder Nuth, grenzend aan Dirck Meulenberg, Joannes Spijckers en de Voorstraat, thans bebouwd met een nieuw huis;
b) 100 kleine roeden weide aan de Putweg, grenzend aan Baltus Campo en Jacobus Paes;
c) 161 kleine roeden akkerland achter de Curfsweide, grenzend aan de weduwe Limpens, de erfgenamen Servaes Spijckers en Martinus Cobben.

  • 8. Reinerus (zie III.14).

Generatie III


III.1 Henricus GORISSEN, gedoopt op 9 december 1714 te Nuth (getuige(n): Wilh. Scheepers namens Conradis Ambstenraet, pastoor te Amstenrade, Elisabeth Crijns (van Reucken-Nuth)).
RAL-LvO 1764, 265: Op 28 december 1791 verkochten de kinderen van wijlen Hendric Gorissen en zijn eerste echtgenote Anna Margaretha Habets (te weten Wolter Gorissen, gehuwd met Maria Gertrudis Eijdens; Johannes Jurgen Janssen, gehuwd met Helena Gorissen; Johannes Nelissen, gehuwd met Ameliana Gorissen; Johannes Smeets, gehuwd met Elisabeth Gorissen; Anthoen Slusser, gehuwd met Maria Agnes Gorissen, Hendric Gorissen, gehuwd met Anna Smeets; en Johannes Nicolaus Gorissen, ongehuwd), aan Andreas Stassen, wonend aan het Busschelken onder Spaubeek en gehuwd met Anna Mechel Geurts, 82 1/2 kleine roeden land met haag, gelegen op het Tienvrij aan de Molshagerweg onder Nuth, grenzend aan Peter Lenders, de Molshagerweg, de weduwe Mathijs Kerckhoffs en heer Eijssen. Dit perceel was bij veiling op 1 december 1791 aan hem verbleven voor 69 stuivers per kleine roede.
Zoon van Georgius GORISSEN (zie II.2) en Elisabeth CRINS.
Gehuwd voor de kerk op 25-jarige leeftijd op 22 november 1740 te Nuth (getuige(n): Franciscus Gorissen, Franciscus Crijns), met dispensatie in de roepen; de bruid uit de parochie Spaubeek met Anna Margaretha HABETS, 24 jaar oud, gedoopt op 3 maart 1716 te Schimmert, overleden op 25 april 1759 te Süggerath (D) op 43-jarige leeftijd, dochter van Joannes HABETS en Helena JANSSEN.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Helena GORESSEN, gedoopt op 12 september 1741 te Nuth (getuige(n): Goris Goressen, Helena Janssen).

Gehuwd met Johannes Jurgen JANSSEN.

  • 2. Joannes Wolterus GORESSEN, gedoopt op 10 maart 1743 te Nuth (getuige(n): Joannes Canisius namens Wolterus Habets).

Gehuwd voor de kerk op 23-jarige leeftijd op 28 mei 1766 te Merkstein (D) met Gertrudis EDEN.

  • 3. Franciscus GORESSEN, gedoopt op 24 december 1744 te Nuth (getuige(n): Franciscus Goressen, Maria Habets).
  • 4. Maria Elisabeth GORESSEN, gedoopt op 12 november 1746 te Nuth (getuige(n): Joannes Wilhelmus Canisius (oom), Elisabeth Crins namens Elisabeth Goressen).

Gehuwd op 5 juni 1775 te Süggerath (D) met Joannes SMEETS.

  • 5. Maria Agnes, geboren op 3 juli 1749 te Hünshoven (D), overleden op 14 september 1810 te Süggerath (D).

Gehuwd op 8 mei 1777 te Süggerath (D) met Joannes Antonius SCHLÖHSER, geboren 23 maart 1753 te Süggerath (D), overleden op 14 november 1818 te Würm (D).

  • 6. Amalia Joanna Josepha JÖRES, geboren op 23 maart 1753 te Süggerath (D), vermeld in RAL-LvO 1764, 265.

Gehuwd voor de kerk op 14 februari 1783 te Holtum met Joannes NELISSEN.

  • 7.Joannes Petrus Josephus, geboren op 29 augustus 1755 te Süggerath (D).
  • 8.Maria Justina, geboren op 12 januari 1758 te Süggerath (D).
  • 9. Henricus, vermeld in RAL-LvO 1764, 265.

Gehuwd met Anna SMEETS.

  • 10. Joannes Nicolaus, vermeld in RAL-LvO 1764, 265.

De Duitse gegevens zijn afkomstig van Theodor Wieczorek uit Duitsland


III.10 Joannes GORISSEN, schepen, gedoopt op 20 mei 1723 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Cobben, Maria Crins namens Anna Gorissen), overleden op 24 december 1808 te Nuth op 85-jarige leeftijd.
RAL-LvO 1759, 278v: Op 21 januari 1763 verkocht Severijn Bemelmans, gehuwd met Joanna Habets, aan Joannes Gorissen, gehuwd met Maria Catharina Consten, 93 kleine roeden akkerland, deels onder Nuth, deels onder Wijnandsrade gelegen, grenzend aan de weduwe Gelis van den Savel, Joannes Gorissen en de weg. Iedere kleine roede kostte 37 stuivers. Naast de koopsom verstrekte de koper nog 50 gulden die als lening bleven uitstaan.
RAL-LvO 1761, 28r: Op 27 september 1763 verkochten Joannes Hermens, gehuwd met Barbara Vraeschen, en Joannes Rietrae, gehuwd met Maria Houben, aan Joannes Gorissen, gehuwd met Maria Catharina Consten, 200 kleine roeden beemd aan de Geit onder Nuth, oostwaarts de weg, westwaarts de beek. Iedere kleine roede kostte een gulden, waarvan 140 van Hermens en 60 van Rietrae afkwamen.
RAL-LvO 1760, 9r: Op 14 november 1763 verkocht Jan Wouters, gehuwd met Johanna Horsmans, aan Joannes Gorissen, gehuwd met Maria Catharina Consten, 100 kleine roeden akkerland aan de Kruisweg te Nuth, grenzend aan Gores Goressen, Peter Paes en de weg van Nuth naar Hunnecum. De koopsom bedroeg 220 gulden en elf stuivers.
RAL-LvO 1760, 117r: Op 13 april 1767 verkocht Willem Slangen, gehuwd met Anna Maria Houben, aan Joannes Gorissen, gehuwd met Maria Catharina Consten, 116 kleine roeden weiland achter de Drinckersweide te Nuth, grenzend aan Drinckersweide, de erfgenamen Goris Gorissen, de Dael en de beek. De koopsom bedroeg 284 gulden.
RAL-LvO 1762, 220v: Op 6 maart 1769 verkocht Jan Wouters, weduwnaar van Joanna Horstmans, aan Joannes Gorissen, gehuwd met Maria Catharina Consten, twee percelen akkerland. Het eerste perceel was 50 kleine roedenakkerland in de overste sijpen, oostwaarts Joannes Gorissen, westwaarts Joannes Slangen. Het tweede perceel was 56 kleine roeden akkerland in de sijpen, oostwaarts de Nuinhof, westwaarts secretaris Meijs. Iedere kleine roeden kostte twee gulden en tien stuivers. Daarnaast zouden vijfhonderd bundels stro geleverd worden, elk jaar 100 stuks, met een waarde van tien gulden per honderd.
RAL-LvO 1762, 189v: Op 23 juni 1770 verkocht Franciscus Hulskens, gehuwd met Maria Margaretha Marmeldier, aan Joannes Gorissen, gehuwd met Maria Catharina Consten, 75 1/2 kleine roeden akkerland in het Nierhoverveld, grenzend aan Peter Houben, Sijmon Meex, Joannes Bruls en de weduwe Matthijs Meex. Iedere kleine roede kostte 38 stuivers.
RAL-LvO 1763, 112r: Op 3 januari 1772 verkocht Hubertus Laurentius van Uijtrecht, burger van Maastricht en gehuwd met Johanna Barbara Goossens, aan Joannes Gorissen, wonend op de Drinck te Nuth en gehuwd met Maria Catharina Consten, drie percelen land, te weten:
a) 97 kleine roeden weiland op de Reuken onder Nuth, grenzend aan de weduwe Weustenraedt, de kapelaansgoederen en de pastoriegoederen;
b) 80 kleine roeden land op de Reukender kamp, grenzend aan Peter Horstmans, Peter Corten en de moestuin van de weduwe Bavo Weustenraedt;
c) 50 kleine roeden land op de onderste kamp, grenzend aan Jaspar Clootz, het voetpad en de gats.
Iedere kleine roede kostte 45 stuivers. Aan lasten stond op het land een halve kop rogge aan de heer van Wijnandsrade.
Deze goederen werden op 2 januari 1780 genaast door Maria Schutiens, weduwe van Jasper Clootz.
RAL-LvO 1764, 247: Op 3 december 1772 ruilde Wilhelmus Crijns, gehuwd met Anna Maria Hoen, goederen met Joannes Gorissen, gehuwd met Maria Catharina Consten. Crijns gaf 149 1/2 kleine roeden akkerland op de Wijenweg, grenzend aan secretaris Meijs, Anna Roox, de wijenweg en de hof Dael, belast met drievierde deel van drie vaten rogge aan de armen van Nuth en 60 stuivers rente aan een jaargetijde in de kerk van Nuth. Gorissen gaf in ruil 34 1/2 kleine roeden akkerland in het Hellebroekerveld in een perceel van 138 kleine roeden, grenzend aan de vaart en Matthijs Bemelmans, welk land hij dezelfde dag van Nicolaas Frijns gekocht had. Daarnaast gaf hij nog 164 gulden. Crijns hield nog 100 kleine roeden van het geruilde land twee jaar in gebruik en beloofde daarvoor jaarlijks twee pattacons te betalen.
RAL-LvO 1761, 3r: Op 12 juli 1775 verklaarde Joannes Gorissen, schepen van Nuth en gehuwd met Maria Catharina Consten, dat hij op 30 juli 1774 bij opbod het kindsdeel van Philippus Jacobus van der Meer in huis en goederen te Nierhoven gekocht had. Van de koopsom van 2044 gulden had hij 21 september 1774 een bedrag van 936 gulden en 16 stuivers betaald. W.J. van der Meer, gehuwd met vrouwe M.C. de Kinder wilde dit erfdeel verwerven. Joannes Gorissen vond het goed en zou daarvoor 1000 gulden ontvangen. Dit bedrag bleef echter vooralsnog als lening tegen 5% uitstaan, met als onderpand zijn kindsdeel en het verworven kindsdeel van zijn broer.
RAL-LvO 1761, 32r: Op 13 juli 1776 verkocht Agnes Theresia van der Meer, begijn te Tongeren, aan Joannes Gorissen, schepen van Nuth en gehuwd met Maria Catharina Consten, een erfpacht van 48 vaten rogge en een oort kapoengeld, staande op de hof Ten Eschen onder Heerlen en Hoensbroek en vallend onder de Keulse Mankamer.De koopsom bedroeg 1939 gulden.
RAL-LvO 1761, 156v: Op 26 september 1777 verkocht Peter Cremers, schepen en schatheffer van Nuth en gehuwd met Maria Catharina Ruijsop, aan Joannes Gorissen, schepen van Nuth en gehuwd met Maria Catharina Consten, 81 kleine roeden akkerland nabij de St.-Bavokapel onder Nuth, grenzend aan de erfgenamen Eckermans, het Hellebroekerpad en de Bergerhof. Iedere kleine roede kostte 55 stuivers.
RAL-LvO 1761, 108r: Op 22 september 1778 verkocht Agnes Theresia van der Meer aan Joannes Gorissen, schepen van Nuth en gehuwd met Maria Catharina Consten, 300 kleine roeden akkerland aan de wijenweg onder Nuth, grenzend aan secretaris Meijs, Nicolaes Frins en de weg. De koopsom bedroeg 805 gulden. Het land was verpacht aan Godefridus Reijnders.
RAL-LvO 1761, 118v: Op 28 december 1778 ging landmeter Klinckenbergh in opdracht vrouwe van der Meer, geboren de Kinder, over tot de verkoop van onroerende goederen om een schuld van 2000 gulden aan de Balije Aldenbiesen, alsmede vervallen rente aan haar schoonbroer pater Andreas van der Meer, te betalen. Aan Joannes Gorissen, schepen van Nuth en gehuwd met Maria Catharina Consten, werd 384 1/2 kleine roeden "op het plat" verkocht, grenzend aan Mathevis Bemelmans, de kinderen Lortye en Bartholomeus Deumens. Bepaald werd dat de rogge nog geoogst zou worden en de koolraap geplant door pachter Ackermans en dat de koper daarvoor de halve pacht zou krijgen. Iedere kleine roede had bij opbod 35 stuivers opgebracht.
RAL-LvO 1762, 50r: Op 9 juli 1780 verkochten de kinderen van notaris Kips en wijlen diens echtgenote Sophia Hennen aan Joannes Gorissen, schepen van Nuth en gehuwd met Maria Catharina Consten, 133 1/3 kleine roeden akkerland aan de Kamp onder Nuth, grenzend aan hof Dael, Peter Meijs en de wijenweg. Iedere kleine roede kostte drie gulden. Dit land hadden zij bij erfenis van secretaris Meijs verkregen.
RAL-LvO 1762, 28v: Op 29 oktober 1781 verkocht Thomas Bruls, gehuwd met Maria Catharina Kempeners, aan Joannes Gorissen, schepen van Nuth en gehuwd met Maria Catharina Consten, 75 kleine roeden akkerland "het stepken" in het Nierhoverveld onder Nuth, grenzend aan de erfgenamen van der Meer, de weduwe Caspar Brants, de erfgenamen Gertruid Meex en het voetpad. Iedere kleine roede kostte drie gulden. Daarnaast werden nog vijftig "bouschen" rogge en een vat boekweit in de koop inbegrepen. Een schuld van 100 gulden aan de rector van de kapel Vaesrade werd overgenomen en in mindering gebracht op de koopsom.
RAL-LvO 1762, 222v: Op 8 april 1782 verkochten de erfgenamen van Martinus Cobben aan Joannes Gorissen, schepen van Nuth en gehuwd met Maria Catharina Consten, 112 kleine roeden akkerland aan de KInkevoerdersweg onder Nuth, grenzend aan Joannes Gorissen, Jacobus Wolters en de weg. Daarnaast verkochten zij hem 78 kleine roeden akkerland "op het vracken velt" onder Wijnandsrade, grenzend aan Anthoen Timmers, Joannes Lortije en Peter Grootjans. Op 20 oktober 1781 had Gorissen tijdends een openbare verkoop deze goederen verworven voor respectievelijk 58 en 61 stuivers per kleine roede.
RAL-LvO 1764, 29: Op 23 juni 1783 verkocht Nicolaes van Can, gehuwd met Maria Gorissen, wonend op de hof Wingersberg onder Ulestraten, aan zijn zwager Joannes Gorissen, schepen van Nuth en gehuwd met Maria Catharina Consten, 80 kleine roeden akkerland op de Reukender kamp, oostwaarts de erfgenamen Petrus Corten, westwaarts het voetpad, zuidwaarts Jacobus Kempeners, noordwaarts heer Horstmans. Iedere kleine roede kostte twee gulden en tien stuivers.
RAL-LvO 1764, 260: Op 12 augustus 1783 ruilde Simon Emonts, inwoner van Wijnandsrade en gehuwd met Anna Elisabeth Houben, met Joannes Gorissen, schepen van Nuth en gehuwd met Maria Catharina Consten. Emonts gaf 77 kleine roeden akkerland in de sijpen onder Nuth, grenzend aan de erfgenamen Goris Gorissen, Willem Slangen en de vloedgraaf. Gorissen gaf 32 kleine roeden akkerland op het voetpad onder Wijnandsrade, grenzend aan Joannes Lortije en Joannes Gerits. Daarnaast gaf Gorissen nog 157 gulden en tien stuivers.
RAL-LvO 1764, 30: Op 1 maart 1790 verkochten de kinderen van Nicolaes van Can en Maria Gorissen aan hun oom Joannes Gorissen, weduwnaar Maria Catharina Consten, de volgende onroerende goederen:
a) 114 kleine roeden weiland in de huiswei van de Drinck aan de kerk te Nuth, grenzend aan Willem Slangen, Hendric Gorissen, de weduwe Strens en de weg, belast met twee kippen in de cijnskaart Nuinhof;
b) 114 kleine roeden weiland aldaar, grenzend aan Henric Gorissen, Joannes Gorissen, weduwe Strens en de weg, eveneens belast met twee kippen in de cijnskaart Nuinhof;
c) 127 kleine roeden land onder de Drinck aan de Geiterweg, grenzend aan Willem Slangen, de Nuinhof en de weg;
d) 80 kleine roeden moestuin nabij het voornoemde land, grenzend aan Joannes Curfs, de weduwe Geurt Snackers en de weg;
e) 98 1/2 kleine roeden land achter de moestuinen van Nuth, grenzend aan de pastoor en de Nuinhof, vallend onder de cijnskaart Nuinhof;
f) 171 1/2 kleine roeden land in de sijpen, grenzend aan secretaris Frissen, Henricus Gorissen, de Nuinhof en de vloedgraaf, vallend onder de cijnskaart Nuinhof;
g) 50 kleine roeden land boven in de sijpen, grenzend aan Joannes Gorissen, het cleef en de vloedgraaf;
h) 51 1/2 kleine roeden land "in de slijp cuijlen", grenzend aan Hubertus Weustenraedt, erfgenamen Crijns, Hendric Gorissen en Joannes Gorissen, vallend onder de cijnskaart Berg;
i) 200 kleine roeden land achter Hunnecum bij de St.Bavokapel, grenzend aan de erfgenamen Vaes Coumans, Henric Gorissen, de pastoor van Wijnandsrade en de weg, belast met twee vaten en een kop rogge aan de heer Bongart van Wijnandsrade;
j) 113 kleine roeden land achter Hunnecum, grenzend aan Jacobus Raemackers, Mathijs Crijns en de weg;
k) 80 kleine roeden aldaar achter Hunnecum, grenzend aan Jacobus Raemackers en de weg;
l) 135 kleine roeden land aan de Ludderweg onder Wijnandsrade, grenzend aan de erfgenamen Frissen, Joannes Gorissen, Jacobus Raemackers en de weg, belast met twee koppen rogge aan de Armen van Wijnandsrade;
m) 184 kleine roeden land aldaar, grenzend aan de erfgenamen Christiaen Lahaije, de weduwe Driessen en de Ludderweg;
n) 62 kleine roeden beemd aan de Geit onder Nuth, grenzend aan de weduwe Jasper Cloots, Hendric Gorissen, de Nuinhof en de beek.
Elke kleine roede kostte 90 stuivers.
RAL-LvO 1764, 42: Op 5 maart 1790 verkocht Joannes Gorissen, weduwnaar Maria Catharina Consten, aan Joannes Nicolaes Schiffelers, halfwin hof Nijtesen te Wijnandsrade en gehuwd met Maria Gertrudis Campo, de volgende onroerende goederen;
a) 113 1/2 kleine roeden land achter Hunnecum, grenzend aan Jacobus Raemackers, Mathijs Crijns en de weg;
b) 80 kleine roeden land aldaar, grenzend aan Jacobus Raemackers en de weg;
c) 72 kleine roeden land eveneens aldaar gelegen, grenzend aan Jacobus Raemackers, Nicolaes Kleintjens en de weg;
d) 67 kleine roeden land eveneens aldaar gelegen, grenzend aan Jacobus Raemackers, de erfgenamen Campo en de weg.
Iedere kleine roede kostte 90 stuivers.
RAL-LvO 1764, 97: Op 11 november 1790 stichtte Joannes Gorissen, weduwnaar Maria Catharina Consten, een rente voor zijn zoon Joannes Caspar Gorissen, theologant in het bisschoppelijk seminarie te Roermond, om hem van een jaarlijks inkomen van 320 gulden te voorzien. Uit het erfdeel, zijn de 4 1/2 bunder in diverse percelen, totale waarde 6300 gulden, zou een rente van 78 pattacons en drie gulden getrokken worden. Aanvullend verschenen nog twee zwagers van de theologant, te weten Gerardus Schiffelers, gehuwd met Maria Agnes Gorissen, en Joannes Conrardus Boest, gehuwd met Maria Josepha Gorissen, die elk met een halve bunder garant stonden voor 17 1/2 pattacon.
Zoon van Georgius GORISSEN (zie II.2) en Elisabeth CRINS.
Gehuwd voor de kerk op 34-jarige leeftijd op 4 oktober 1757 te Laurensberg (D) met Maria Catharina CONSTEN, overleden op 16 november 1784 te Nuth Op den Drinck, mogelijk dochter van Mathias Konsten en Agnes Filippengracht uit Laurensberg (D).
Uit dit huwelijk:

  • 1. Maria Agnes, gedoopt op 4 oktober 1758 te Nuth (getuige(n): Georgius Gorissen, Anna Margaretha Smits namens Agnes Philippens), overleden op 11 februari 1821 te Nuth op 62-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 25-jarige leeftijd op 18 november 1783 te Nuth met Gerard SCHIFFELERS, 36 jaar oud, geboren te Gracht-Oirsbeek, gedoopt op 24 maart 1747 te Oirsbeek (getuige(n): Gerardus Schiffelers (Gracht), Catharina Limpens (Oirsbeek)), overleden op 28 februari 1807 te Nuth op 59-jarige leeftijd, zoon van Leonardus SCHIFFELERS, pachter hof Reimersbeek, en Maria Catharina LIMPENS.

  • 2. Joannes Leonardus, gedoopt op 12 maart 1760 te Nuth (getuige(n): Joannes Leonardus Consten (oom), Elisabeth Crijns).
  • 3. Maria Josepha, gedoopt op 4 maart 1761 te Nuth (getuige(n): Franciscus Hulskens, Maria Gorissen).

Gehuwd voor de kerk op 21-jarige leeftijd op 24 september 1782 te Nuth met Joannes Conrardus BOESTEN, geboren te Heerlen.

  • 4. Joannes Henricus, gedoopt op 4 september 1763 te Nuth (getuige(n): Henricus Gorissen, Ida Consten).
  • 5. Mathias Josephus, geboren te Nuth, gedoopt op 18 september 1764 te Nuth (getuige(n): Mathias Josephus Oortmans, Elisabeth Gorissen).
  • 6. Joannes Caspar Melchior Baltasar, priester, geboren te Nuth, gedoopt op 18 februari 1766 te Nuth (getuige(n): Balthasar a Campo, Anna Margaretha Smits), overleden op 2 januari 1809 te Nuth op 42-jarige leeftijd.
  • 7. Joannes Nicolaus (zie IV.23).
  • 8. Anna Catharina, geboren te Nuth, gedoopt op 28 januari 1771 te Nuth (getuige(n): Joannes Cobben, Anna Margaretha Smits namens Anna Catharina Alberts).
  • 9. Joannes Henricus, geboren te Nuth, gedoopt op 28 juni 1773 te Nuth (getuige(n): Henricus Gorissen, Elisabeth Crijns).


III.14 Reinerus GORISSEN, gedoopt op 28 november 1728 te Nuth (getuige(n): Reinerus Crins, Sophia Gorissen), zoon van Georgius GORISSEN (zie II.2) en Elisabeth CRINS.
Gehuwd met Maria Magdalena GROUSS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Maria Elisabeth GORESSEN, geboren te Grijzegrubben-Nuth, gedoopt op 16 januari 1757 te Nuth (getuige(n): Georgius Goressen (grootvader), Maria Catharina Sijstermans namens Maria Agnes Bardenheuwers).
  • 2. Maria Elisabeth, gedoopt op 10 december 1757 te Amby.

Generatie IV


IV.23 Joannes Nicolaus GORISSEN, geboren te Nuth, gedoopt op 23 augustus 1768 te Nuth (getuige(n): Nicolaus van Kan, Maria Ida Consten), overleden op 15 mei 1818 te Nuth op 49-jarige leeftijd, zoon van Joannes GORISSEN (zie III.10) en Maria Catharina CONSTEN.
Gehuwd voor de kerk op 28-jarige leeftijd op 14 februari 1797 te Nuth met Maria Josepha a CAMPO, 28 jaar oud, geboren te Nieuwhuis-Nuth, gedoopt op 16 februari 1768 te Nuth (getuige(n): Joannes Beckers, Maria Josepha a Campo), dochter van Nicolaus a CAMPO en Anna Maria BECKERS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Joannes Josephus, gedoopt op 20 november 1797 te Nuth, overleden op 9 september 1848 te Nuth op 50-jarige leeftijd.

Gehuwd op 31-jarige leeftijd op 19 december 1828 te Nuth met Joanna Barbara HOUBEN, 37 jaar oud, geboren op 24 januari 1791 te Nuth, gedoopt op 24 januari 1791 te Nuth (getuige(n): Joannes Petrus Dormans (Nuth), Anna Barbara Bemelmans (Nuth)), dochter van Leonardus HOUBEN, koster, en Maria Mechtildis DORMANS.

  • 2. Joannes Nicolaus, gedoopt op 24 december 1799 te Nuth.
  • 3. Maria Agnes, geboren op 15 februari 1803 te Nuth.

Gehuwd op 3 mei 1830 te Nuth met Joannes Petrus BEMELMANS, 38 jaar oud, geboren op 30 december 1791 te Hellebroek-Nuth, gedoopt op 30 december 1791 te Nuth (getuige(n): Joannes Petrus Houben (Hoensbroek), Petronella van de Bergh (Wijnandsrade)), zoon van Joannes BEMELMANS en Joanna Elisabeth DRUMMEN.

  • 4. Joannes Caspar (zie V.4).
  • 5. Maria Margaretha, geboren op 14 augustus 1807 te Nuth.
  • 6. Gerard Joseph, geboren op 26 februari 1810 te Nuth.
  • 7. Joannes Petrus Hubertus, geboren op 4 september 1813 te Nuth.

Generatie V


V.4 Joannes Caspar GORISSEN, geboren op 6 juni 1805 te Nuth, zoon van Joannes Nicolaus GORISSEN (zie IV.23) en Maria Josepha a CAMPO.
Gehuwd op 25-jarige leeftijd op 28 juli 1830 te Nuth met Joanna Maria SLANGEN, 21 jaar oud, geboren op 21 november 1808 te Nuth, overleden op 20 april 1871 te Nuth op 62-jarige leeftijd, dochter van Wilhelmus SLANGEN en Anna Maria GRUIJLS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Maria Agnes, geboren op 24 augustus 1833 te Nuth.

Gehuwd op 31-jarige leeftijd op 17 juli 1865 te Nuth met Jan Leopold HAEREN, 28 jaar oud, geboren op 3 oktober 1836 te Wijnandsrade, zoon van Joannes Jacobus HAEREN, landbouwer, en Maria Barbara SOMERS.

Medewerkers

Harry Luijten, eerste versie op 10 december 2006