Duitse Bond

Uit Genealogie Limburg Wiki
Versie door AJW (overleg | bijdragen) op 24 okt 2008 om 22:49 (cat)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

De Duitse Bond (Duits: Deutscher Bund) was een losse statenbond van Duitse en naburige staten die ontstond op het Congres van Wenen (1815) en uiteenviel in de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog (1866). De politiek van de Bond stond van het begin af aan in het teken van de rivaliteit met Oostenrijk en Pruisen.

Oprichting en lidmaatschap

De Duitse Bond trad in werking uit kracht van de Bondsakte van 8 juni 1815, die door 41 staten - 37 vorstendommen en 4 vrije steden - werd ondertekend. Het doel van de Bond was enerzijds door een gezamenlijk optreden tegenover het buitenland de zelfstandigheid van Duitsland te bewaren en anderzijds het handhaven van de autonomie van de individuele staten. De Duitse Bond verving het in 1806 opgeheven Heilige Roomse Rijk, dat niet werd hersteld. De delen van Pruisen en Oostenrijk die buiten het gebied van het oude rijk lagen, behoorden ook niet tot de Bond. Wel waren drie niet-Duitse vorsten lid van de Duitse Bond: de koning van Denemarken als hertog van Holstein en Lauenburg, de koning der Nederlanden als groothertog van Luxemburg en sinds 1839 als hertog van Limburg en de koning van het Verenigd Koninkrijk tot 1837 als koning van Hannover.

De Duitse Bond over Limburg

Grote delen van Limburg hadden zich in 1839 bij de Duitse Bond aangesloten nadat ze zich eerst in 1830 bij het opstandige België hadden aangesloten. Bij de onderhandelingen onder leiding van de Europese grootmachten was Koning Willem I immers gedwongen de onafhankelijkheid van België te accepteren, waarbij Limburg zich niet meer bij België kon en mocht aansluiten.

Doordat de Nederlandse koning Willem I formeel de onafhankelijkheid van België niet had erkend sinds de afscheidingsoorlog in 1830 en deze pas na 9 jaar in 1839 formeel erkende, werd deze in 1839 als hertog lid van de Duitse Bond voor Limburg. Hiermee kreeg hij als vorst persoonlijke zeggenschap over benoemingen van o.a. burgemeesters in Limburg, maar maakte dit gebied formeel nog steeds geen deel uit van het Koninkrijk der Nederlanden.

De steden Venlo en Maastricht, waren echter steeds door het Nederlandse leger bezet en maakten rechtstreeks deel uit van het Koninkrijk der Nederlanden.

Bij het uiteenvallen van de Duitse Bond in 1866, koos dit deel uiteindelijk voor de aansluiting bij het Koninkrijk der Nederlanden en ging hiervan formeel deel uit maken. Overigens heeft de Duitse Kanselier Von Bismarck nog even overwogen het terug te veroveren, maar daar uiteindelijk vanwege de politieke consequenties van afgezien.