Coumans

Uit Genealogie Limburg Wiki
Tree3c.jpgTree3c.jpgTree3c.jpg

GENEALOGIE COUMANS

Generatie I


I.1 Joannes COUMANS, geboren ca. 1640 (geschat) te Moelingen (B), overleden op 7 mei 1698 te Wijnandsrade, zoon van Hubertus COUMANS, molenmeester, en Anna RUTTEN(S) uit Breust.[1]
Op 28 januari 1667 verkocht Encken Bemelmans, weduwe Jan Nuchelmans, met toestemming van haar zwagers Peter Willems en Jan Coumans, aan Encken Offergelts en haar zoon Tijsken Hautvast, gehuwd met Encken Hagens, een halve morgen moestuin te Nuth, grenzend aan Jan Loenis, Tonis Coenen, de straat en Lintgen Caris de jonge, voor twee gulden per kleine roede.[2]
Op 28 mei 1698 verzocht de rentmeester van de heer van Wijnandsrade beslag te leggen op de goederen van wijlen Jan Coumans, in leven schatheffer van Wijnandsrade, om eventuele tekorten in de afrekening van de schatheffer te kunnen verhalen. De bode overhandigde het arrest op 31 mei aansluitend aan Peter Coumans.[3]
Gehuwd voor de dominee (1) op 29 mei 1661 te Valkenburg, jongeman uit Moelingen, jongedochter uit Nuth, met Maria NUCHELMANS, gedoopt op 8 december 1637 te Valkenburg, overleden op 30 december 1673 te Nuth op 36-jarige leeftijd, dochter van Petrus NUCHELMANS en Mella WIJNGAERTS.
Gehuwd voor de kerk (2) op 11 mei 1677 te Wijnandsrade met Joanna DAMIANS.
Uit het eerste huwelijk:

  • 1. Petrus (zie II.1).
  • 2. Hubertus (zie II.3).
  • 3. Christianus, gedoopt op 9 januari 1669 te Nuth (getuige(n): Christianus Nuchelmans).
  • 4. Anna, geboren 1670/1671, (geschat), overleden op 14 maart 1736 te Nuth.

Gehuwd voor de kerk op 16 oktober 1691 te Nuth (getuige(n): Maximiliaen Schepers, Maria Coijmans) met Stephanus SLANGEN, 25 jaar oud, gedoopt op 1 juni 1666 te Nuth (getuige(n): [geen doopgetuigen vermeld]), overleden op 24 juli 1743 te Nuth op 77-jarige leeftijd, senex, zoon van Petrus SLANGEN en Christina ROEX.

  • 5. Joannes, gedoopt op 10 maart 1672 te Wijnandsrade.
  • 6. Maria, gedoopt op 16 november 1673 te Wijnandsrade, overleden op 10 juni 1731 te Hunnecum-Nuth op 57-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 22-jarige leeftijd op 23 oktober 1696 te Wijnandsrade met Martinus COBBEN, 28 jaar oud, gedoopt op 8 februari 1668 te Wijnandsrade, overleden op 8 maart 1744 te Hunnecum-Nuth op 76-jarige leeftijd, zoon van Wilhelmus COBBEN en Maria COX.
Uit het tweede huwelijk:

  • 7. Joannes, gedoopt dec. 1676 te Wijnandsrade, buitenechtelijk.
  • 8. Joannes, gedoopt op 24 januari 1678 te Wijnandsrade.
  • 9. Catharina, gedoopt op 29 januari 1678 te Wijnandsrade.
  • 10. Joannes (zie II.15).
  • 11. Catharina, gedoopt op 30 augustus 1683 te Wijnandsrade.
  • 12. Wilhelmus, gedoopt op 28 januari 1688 te Wijnandsrade, overleden op 13 februari 1688 te Wijnandsrade, 16 dagen oud.


Generatie II



II.1 Petrus COUMANS, pachter Haagsittard, gedoopt op 28 juli 1664 te Nuth (getuige(n): Petrus Willems, Anna Bemelmans, e.v. Joannes Nuchelmans), overleden op 18 april 1706 te Broeksittard op 41-jarige leeftijd, zoon van Joannes COUMANS (zie I.1) en Maria NUCHELMANS.
Gehuwd voor de kerk op 19-jarige leeftijd te Wijnandsrade met Agnes GRUELS, 22 jaar oud, gedoopt op 8 december 1661 te Nuth, overleden voor 1733, dochter van Joannes GRUELS en Barbara BEUMERS.
Op 16 juli 1714 verscheen Agnes Gruijls, weduwe Peter Coumans voor de schepenbank Nuth met haar zonen Joannes en Hubertus Coumans en schoonzoon Servatius Dormans, alsmede de voogden Hubertus Coumans en Giel Gruijls. Het ging om borgstelling voor een lening van 400 gulden die op 17 januari 1664 door Jan Nuchelmans, gehuwd met Anneke Bemelmans, was aangegaan met Catharina Drijvenaers, weduwe van der Stein, waarvan thans de erfgenamen Catharina van der Meer de schuleisers waren. Tot onderpand van die lening stelden zij nu:
a) ca. een morgen huis met plaats, moestuin en weide, gelegen te Grijzegrubben, grenzend aan de erfgenamen Jacob Meijs en de erfgenamen Schaesbergh;
b) ca. een halve morgen moestuin te Grijzegrubben, grenzend aan de erfgenamen Jacob Meijs, Jan Cremers, Peter Meijs en het voetpad;
c) 125 a 130 kleine roeden beemd "den haeversolder" nabij Grijzegrubben, grenzend aan de weg van Grijzegrubben naar Nierhoven, de Peschbeemd en het voetpad naar de kerk van Nuth;
d) een halve bunder en 20 kleine roeden akkerland "op de witte hegge" bij Grijzegrubben, grenzend aan de erfgenamen Jacob Meijs, Peter Willems van Haasdal, de Beckerweg en Jan Cremers;
e) ca. 130 kleine roeden land "op de witte hegge in 't cuijlken" gelegen, grenzend aan de erfgenamen Jacob Meijs, de erfgenamen Gerit Leunissen van Spaubeek, Jan Slangen en Hermen Meijs.[4]
Op 20 april 1717 stelden Joannes, Peter en Hubert Coumans, alsmede hun zwager Vaes Dormans, zich borg voor hun (schoon)moeder Agnes Gruijls, weduwe Peter Coumans, voor de pacht die zij jaarlijks verschuldigd was aan het Onze-Lieve-Vrouwekapittel te Aken voor de hof Haagsittard. Tot onderpand stelden zij vijf bunders en drie morgen akkerland en weide onder Nuth en Schinnen gelegen, belast met een lening van 100 pattacons aan juffrouw van der Meer.[5]
Op 19 september 1724 werd de borgstelling van 1717 vernieuwd. De volgende, onder Nuth gelegen, goederen werden als onderpand beschreven:
a) 206 kleine roeden akkerland aan de Wijenweg, grenzend aan juffrouw Canisius, de Wijenweg en baron van Eijnatten, gewaardeerd een gulden per kleine roede;
b) 280 1/2 kleine roeden akkerland "aen de watercuijl", grenzend aan Jan Cremers, de erfgenamen Mathijs Renckens, Mathijs Hautvast en de erfgenamen Jan Leunissen, gewaardeerd een gulden per kleine roede;
c) 54 kleine roeden land op de Karrestraat, grenzend aan Mathijs Hautvast de oude, Mathijs Hautvast de jonge, Vaes Vroemen en de erfgenamen Willem Hamers, gewaardeerd een gulden per kleine roede.[6]
Uit dit huwelijk:

  • 1. Barbara, gedoopt op 4 november 1684 te Nuth (getuige(n): Joannes Cobben, Mechtildis Wijngarts), overleden op 19 april 1747 te Grijzegrubben-Nuth op 62-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 22-jarige leeftijd op 6 februari 1707 te Schinnen met Servatius DORMANS, geboren ca. 1675 te Schinnen, overleden op 28 mei 1747 te Grijzegrubben-Nuth, zoon van Mathias DORMANS en Agatha PALMEN.
Met toestemming van zijn schoonmoeder en zwagers, verleend 25 april 1717, ging Vaes Dormans, gehuwd met Berb Coumans, op 20 november 1717 een goederenruil aan met de broers Jan en Peter Meijs. Vaes Dormans droeg 47 1/2 kleine roeden moestuin over, gelegen "boven Jan Cremers weijde", zuidwaarts Jan Cremers, westwaarts de broers Meijs, noordwaarts Matthijs Hautvast de jonge, oostwaarts het voetpad, vallend onder cde cijnskaart Doenrade. De broers Meijs droegen 49 kleine roeden akkerland "aen de watercuijl" over, grenzend aan de erfgenamen Schaesbergh, Matthijs Hautvast de oude en Hendrick Drummen; alsmede 19 kleine roeden moestuin "boven Nicolaes Tits weijde", grenzend aan Coen Hautvast, de gats en het voetpad.[7]
Op 10 juli 1724 verkochten Servaes Dormans, gehuwd met Barbara Coumans, en zijn zwager Peter Coumans, mede voor de minderjarige Wilhelmus, Maria en Anna Lijsbeth Coumans, aan Arnoldus Bemelmans, gehuwd met Catharina Ortmans, 241 kleine roeden akkerland "op de acht bounder" achter Grijzegrubben, grenzend aan de erfgenamen Thijs Renckens, jonker Schaesbergh en de erfgenamen Schaesbergh, voor 17 stuivers per kleine roede. [8]

  • 2. Joannes, gedoopt op 7 november 1686 te Nuth (getuige(n): Christianus Nuchelmans, Anna Stassen), achternaam bij doop Coomans.
  • 3. Hubertus, gedoopt op 2 oktober 1689 te Nuth (getuige(n): Henricus Scheifelaerts, Catharina Robroeckx), overleden op 4 december 1750 te Broeksittard op 61-jarige leeftijd, halfwin hof Haeghsittard.

Gehuwd voor de kerk op 38-jarige leeftijd op 23 mei 1728 te Broeksittard met Elisabeth LAHAY, 28 jaar oud, gedoopt op 13 mei 1700 te Heerlen (getuige(n): Christophorus Berlo, Maria Borghen), overleden op 25 juni 1769 te Schinnen op 69-jarige leeftijd, dochter van Joannes de la HAYE en Anna CRIJNS.

  • 4. Maria COIJMANS, gedoopt op 13 november 1691 te Nuth (getuige(n): Michael Gruls, Anna Coijmans).
  • 5. Petrus COIJMANS, gedoopt op 8 februari 1693 te Nuth (getuige(n): Maximilanus Schepers namens Joannes Creuwen, Anna Wolfs).
  • 6. Maria, gedoopt op 14 augustus 1695 te Nuth (getuige(n): Hubertus Coumans, Anna Hermans namens Mechtild Gruls).
  • 7. Christianus KOEMANS, gedoopt op 22 december 1697 te Nuth (getuige(n): Theodorus Dremmen, Elisabetha Goessens).
  • 8. Agnes, gedoopt op 6 maart 1700 te Broeksittard.
  • 9. Anna, gedoopt op 18 april 1702 te Broeksittard.
  • 10. Wilhelmus, gedoopt op 18 april 1702 te Broeksittard.
  • 11. Anna Elisabeth, gedoopt op 27 februari 1705 te Broeksittard.


II.3 Hubertus COUMANS, gedoopt op 18 april 1666 te Nuth (getuige(n): Gerardus Willems), overleden op 11 april 1739 te Hellebroek-Nuth op 72-jarige leeftijd.
Op 1 juli 1702 sloot Peter Ploumen een overeenkomst met zijn schoonzoon Hubricht Coumans, weduwnaar van Maria Ploumen. Peter Ploumen verklaarde dat zijn schoonzoon hem steeds goed geholpen had. Daarom gaf hij nu aan zijn schoonzoon en diens kind verwekt bij Maria Ploumen twee delen van zijn huis met twee moestuinen en de plaats rondom het huis, zoals hij het het van zijn twee zwagers verworven had. Voorts gaf hij hem alle roerende goederen. In ruil zou Hubricht zijn schoonvader blijven verzorgen en bijstaan. Bij wanprestatie zou de afspraak ongedaan gemaakt worden. Bij eventueel vooroverlijden van Hubricht of zijn zoon Peter zou alles toevallen aan de erfgenamen van de schenker.
Verder beloofde Hubricht nog tien rijksdaalders te betalen aan zijn schoonzus, gehuwd met Joannes Dorpe.[9]
Op 14 maart 1712 verklaarde Houbericht Coumans, gehuwd met Mettien Gruijls, dat hij zo'n acht jaar eerder van schepen Frans Crijns, handelend namens Maria Hamers, 100 gulden geleend had tegen 5%. Tot onderpand van deze lening stelde hij nu ca. een halve morgen huis met moestuin te Hellebroek onder Nuth, grenzend aan Vaes Corten, de kapelaansweide en de straat en verder nog een morgen akkerland te Vaesrade, grenzend aan Meij Hermans, de erfgenamen Klocker en de Wijnweg.[10]
Zoon van Joannes COUMANS (zie I.1) en Maria NUCHELMANS.
Gehuwd voor de kerk (1) op 35-jarige leeftijd op 27 augustus 1701 te Nuth met Maria PLOUMEN, 30 jaar oud, gedoopt op 11 december 1670 te Nuth (getuige(n): Judith, e.v. Matthias Lijmpens namens Cornelia Cupers), overleden op 10 juni 1702 te Nuth op 31-jarige leeftijd, dochter van Petrus PLOUMEN en Anna PENNINX.
Gehuwd voor de kerk (2) op 37-jarige leeftijd op 23 oktober 1703 te Nuth (getuige(n): Hermen Gruels, Catharina Coumans) met Mechtildis GRUELS, 33 jaar oud, gedoopt op 3 juli 1670 te Nuth (getuige(n): Petrus Brouns), overleden op 18 april 1739 te Hellebroek-Nuth op 68-jarige leeftijd, dochter van Hermanus GRUELS en Catharina CRIJNS.
Uit het eerste huwelijk:

  • 1. Petrus, gedoopt op 5 juni 1702 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Schepers namens Christianus Nuchelmans, Aleid Praets namens Helena Plumen), achternaam bij doop Coomans, overleden op 16 oktober 1720 te Hellebroek-Nuth op 18-jarige leeftijd, caelebs filius Huberti Koumans.

Op 15 oktober 1720 maakte Peter Coumans zijn testament. Hij liet aan zijn vader Hubertus Coumans, thans gehuwd met Metgen Gruijls, de helft van huis, hof en moestuin te Hellebroek, grenzend aan Vaes Corten en de straat; voorts een weide te Hellebroek, grenzend aan Jan Corten en de weg; een morgen land "aen de Teeckeloven", grenzend aan Mathijs Hilgers en Joannes van Dorpe; ca. 80 kleine roeden moestuin en land "aen den corten steegel", grenzend aan de weduwe Jan Onnou en Jan Nijsten. Zijn vader en stiefmoeder mochten deze goederen hun hele leven gebruiken, waarna alles zou overgaan naar zijn halfbroer Herman en halfzus Maria Coumans.
Verder liet hij aan zijn tante Sibilla Pluijmen, gehuwd met Joannes van Dorpe 38 kleine roeden land aan de Kruisweg, grenzend aan Sibilla Pluijmen en de erfgenamen Lemmen Coenen, alsmede 60 kleine roeden "aen 't waelis", grenzend aan Jan Urlings en de erfgenamen Matthijs Limpens, na.[11]
Uit het tweede huwelijk:

  • 3. Hermanus, gedoopt op 10 maart 1706 te Nuth (getuige(n): Petrus Coomans), achternaam bij doop Coomans, overleden op 10 december 1759 te Nuth op 53-jarige leeftijd.

Op 6 april 1743 leenden de ongehuwde Hermen Coumans en zijn zwager Gelis Wouters, gehuwd met Maria Coumans, 180 gulden tegen 5% van Daem Gielen en Henderick Pijls, schepenen van Schinnen, handelend namens de wezen van Johan Houben, die dit bedrag verworven hadden door de verkoop van onroerende goederen van wijlen hun vader. Tot onderpand stelden zij de huisweide [geen maten genoemd] te Hellebroek onder Nuth, grenzend aan de weduwe Arnold Coenen en de weg; en voorts een morgen akkerland tegenover deze weide, grenzend aan Joannes Pricken, erfgenamen Mathijs Hilgers en de weg.
Oorspronkelijk zouden zij 200 gulden krijgen, maar de grootmoeder van de wezen, de weduwe Tilmanus Caelmans, mocht 20 gulden hebben uit de verkoop.[12]

  • 4. Maria, gedoopt op 2 maart 1710 te Nuth (getuige(n): Servatius Cortten, Margaretha van der Hagen), achternaam bij doop Coomans, overleden 1710/1714.
  • 5. Maria, gedoopt op 14 september 1714 te Nuth (getuige(n): Franciscus Crijns, Elisabetha Hennen), overleden op 26 december 1757 te Hellebroek-Nuth op 43-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 28-jarige leeftijd op 7 oktober 1742 te Nuth (getuige(n): Joannes Wouters, Hermanus Comans) met Egidius WOUTERS, 33 jaar oud, gedoopt op 15 december 1708 te Klimmen (getuige(n): Petrus Wouters, Maria Habets), overleden op 28 mei 1753 te Ping-Nuth op 44-jarige leeftijd, zoon van Christianus WOUTERS en Anna HOUBEN.

II.15 Joannes COUMANS, gedoopt op 24 februari 1680 te Wijnandsrade, overleden op 14 februari 1709 te Wijnandsrade op 28-jarige leeftijd, zoon van Joannes COUMANS (zie I.1) en Joanna DAMIANS.
Gehuwd voor de kerk op 20-jarige leeftijd op 6 februari 1701 te Wijnandsrade met Maria SPIJCKERS, 26 jaar oud, gedoopt op 27 december 1674 te Nuth (getuige(n): Nicolaus Hermens, Johanna Caris), achternaam bij doop Spijcarts, overleden op 19 april 1736 te Nuth op 61-jarige leeftijd, dochter van Servatius SPIJCKERS, smid, en Barbara HERMENS.
Op 20 maart 1715 deden Alexander Celis en zijn echtgenote Maria Spijckers ten behoeve van de kinderen uit het eerste huwelijk van Maria Spijckers met wijlen Joannes Coumans afstand van het vruchtgebruik op twee percelen akkerland achter Terstraten onder Nuth. Het ging om 66 kleine roeden, grenzend aan Peter Eggen en Hermen Meijs, en om 40 1/2 kleine roeden (zonder de graaf), grenzend aan Geurt Snackers en de erfgenamen Laurens Meijs. Vervolgens verkochten de voogden Joannes Spijckers en Herman Crijns het land aan Dirck Bemelmans, gehuwd met Mechel Corten voor zestien stuivers per kleine roede.[13]
Uit dit huwelijk:

  • 1. Maria Joanna, gedoopt op 3 februari 1702 te Wijnandsrade, overleden op 15 februari 1702 te Wijnandsrade, 12 dagen oud.
  • 2. Servatius (zie III.19).
  • 3. Anna, gedoopt op 20 april 1704 te Wijnandsrade.
  • 4. Joannes, gedoopt op 24 oktober 1706 te Wijnandsrade, overleden op 1 juni 1732 te Tervoorst-Nuth op 25-jarige leeftijd.
  • 5. Barbara, gedoopt op 29 juni 1708 te Wijnandsrade.


Generatie III



III.19 Servatius COUMANS, gedoopt op 27 januari 1703 te Wijnandsrade, overleden op 6 juni 1753 te Tervoorst-Nuth op 50-jarige leeftijd.
Op 28 juni 1731 verkochten de broers Servaes en Joannes Coumans aan Joannes Spijckers, gehuwd met Gertruijdt Eggen, 111 kleine roeden akkerland "op den bastaert" nabij Grijzegrubben onder Nuth, grenzend aan Geraerdt Schils, Leonaerd Limpens, Reijner Crijns en Vaes Limpens, voor 18 stuivers per kleine roede.[14]
Op 23 mei 1732 verkocht Servaes Coumans, ongehuwd, aan Mevis Crans, gehuwd met Cecilia Hartsleben, 130 kleine roeden akkerland aan het Kruis in het Grijzegrubberveld onder Nuth, grenzend aan Geraert Schils Nijst Aloffs, Peter Meijs en Nijst Aloffs, voor vijftien stuivers per kleine roede.[15]
Op 27 februari 1734 verkocht Servaes Coumans, in staatse dienst, aan Gertruijd Eggen, weduwe Joannes Spijckers, 117 kleine roeden akkerland "omtrent die jofferswijen" onder Nuth, grenzend aan Jan Drummen, Geraerd Schils en het voetpad; alsmede 87 kleine roeden akkerland aldaar gelegen, grenzend aan Jan Cremers en Geraerd Schils. De koopster zou het land, dat verpacht was, pas vanaf 1 oktober 1736 effectief in gebruik kunnen nemen. De pachtsom van 1734 bleef bij de verkoper.[16]
Op 24 januari 1735 verkocht Servaes Coumans, ongehuwd, aan Mevis Crans 75 kleine roeden akkerland "de peulskoel" in het Grijzegrubberveld onder Nuth, grenzend aan Willem Hautvast en de weduwe Ercken Hermens, voor 14 1/2 stuiver per kleine roede.[17]
Op 18 juli 1736 verkocht Servaes Coumans, ongehuwd, aan Matthijs Frissen, gehuwd met Maria Peters, een morgen akkerland "aen het Stepken" aan de Trichterweg onder Nuth, oostwaarts Joannes Muijlkens, westwaarts Henderick Bemelmans, voor 17 stuivers per kleine roede.
Dit land werd op 14 maart 1737 genaast door Mevis Crans.[18]
Op 2 juni 1737 verkocht Servaes Coemans, ongehuwd, aan Tewis Bemelmans, gehuwd met Gertruijdt Crans, 40 kleine roeden akkerland nabij de St.-Bavokapel onder Wijnandsrade, oostwaarts Goris Gorissen, westwaarts erfgenamen Joannes Spijckers, zuidwaarts de verkoper, noordwaarts de weduwe Bemelmans, voor 26 1/2 stuiver per kleine roede, en belast met drie koppen rogge aan het huis Wijnandsrade.
Het land werd genaast door Gertruijt Celis, halfzus van de verkoper. Maar volgens aantekening werd het land op 30 mei 1738 weer aan Servaes Coumans overgedragen.[19]
Zoon van Joannes COUMANS (zie II.15) en Maria SPIJCKERS.
Ondertrouwd te Klimmen, bruid geboren te Klimmen, wonend te Aalbeek; bruidegom van Nuth, gehuwd voor de kerk op 34-jarige leeftijd op 30 juni 1737 te Hulsberg met Joanna RIETRAET, 29 jaar oud, gedoopt op 20 september 1707 te Klimmen, overleden op 24 maart 1777 te Tervoorst-Nuth op 69-jarige leeftijd, begraven op 26 maart 1777 te Nuth, dochter van Wernerus RIETRAET en Maria FRISSEN.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Maria, gedoopt op 8 april 1738 te Nuth (getuige(n): Wernerus Rietraedt, Gertrudis Eggen).

Gehuwd met Nicolaas FRISSEN, woonde 1778 in Raar, schepenbank Meerssen

  • 2. Joannes Wernerus COEMANS, gedoopt op 13 februari 1740 te Nuth (getuige(n): Petrus Rietraedt, Maria Coemans).
  • 3. Joannes COMANS, gedoopt op 12 april 1743 te Nuth (getuige(n): Joannes Spijckers, Catharina Jongen), woonde te Waterval onder Geulle.

Gehuwd met Maria SCHRODERS.

  • 4. Wilhelmus COMANS (zie IV.6).
  • 5. Leonardus (zie IV.8).


Generatie IV



IV.6 Wilhelmus COUMANS, geboren te Tervoorst-Nuth, gedoopt op 31 mei 1746 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Rietraedt, Aleidis Habets), achternaam bij doop Comans, overleden op 24 maart 1812 te Nuth op 65-jarige leeftijd.
Op 23 juni 1772 verkocht Thomas Bruls, gehuwd met Maria Catharina Kempeners, aan Willem Slangen, gehuwd met Anna Maria Houben, en Willem Coumans, gehuwd met Maria Limpens, elk de helft in twee stukken land, te weten 62 1/2 kleine roeden akkerland op de Ludderweg tussen de erven Helena Ramaekers en de erven Jongen, alsmede 40 kleine roeden akkerland aan de Valkenburgerweg tussen de erven Gorissen en de Bergerhof. Elke kleine roede kostte 45 stuivers. De koopsom werd gekort met 150 gulden die de kopers beloofden te betalen aan de weduwe of erven van der Meer. W.J. van der Meer verklaarde op 18 augustus 1775 dat Willem Slangen dit bedrag aan hem betaald had[20]
Op 8 maart 1779 verkocht Mathijs Bruls, inwoner van Grijzegrubben en gehuwd met Elisabeth Philippens, aan Willem Coumans, gehuwd met Maria Limpens, 100 kleine roeden akkerland aan het St.Bavohuisje onder Nuth en voor een klein deel onder Wijnandsrade gelegen, grenzend aan de erfgenamen Mathijs Jongen, de erfgenamen Servaes Spijckers, de weg en de Oudenbosch, voor 50 stuivers per kleine roede. Het land was belast met 1/16 deel in negen vaten, een kop en een malder rogge aan het huis Wijnandsrade en met twee koppen rogge, een vat en twee malder haver aan de pastorie van Wijnandsrade.[21]
Op 25 juni 1779 verkocht Leonardus Limpens, gehuwd met Maria Sybilla Daljeu, aan zijn zwager Wilhelmus Coumans, gehuwd met Maria Limpens, 98 5/8 kleine roeden akkerland in het Horenveld onder Nuth, grenzend aan Wilhelmus Coumans zelf, Peter Cremers en de Bergerhof. De koopsom bedroeg voor 50 kleine roeden 50 stuivers per kleine roede en voor de rest 45 stuivers per kleine roede.[22]<
Op 12 oktober 1779 verkocht Wilhelmus Limpens, gehuwd met Maria Catharina Benard, goederen die hem op 29 maart 1779 uit de nalatenschap van zijn ouders waren toebedeeld, aan Wilhelmus Coumans, gehuwd met Maria Limpens. Het betrof:
a) 110 kleine roeden weiland te Tervoorst, grenzend aan de erfgenamen Mathijs Jongen, de gats en de dorpstraat, belast met een kwart kapoen en zeven penningen aan de cijnskaart Berg;
b) 102 kleine roeden land in de Eertgrubbe, grenzend aan Joannes Hermens, Mathijs Bruls en secretaris Meijs;
c) 183 1/2 kleine roeden land [in het Horenveld] tegenover het ouderlijk huis op de Brand, grenzend aan Gerart Bisschops, Hans Willem Limpens en de weg, belast met 1/3 van 9 1/2 malser haver en zijn aandeel in de penningen van de cijnskaart Berg.
De weide kostte per kleine roede 47 stuivers en twee oort en het land 50 stuivers.[23]<
Op 12 oktober 1779 leende Wilhelmus Coumans, inwoner van Tervoorst onder Nuth en gehuwd met Maria Limpens, 700 gulden tegen 5% van de weduwe van Abraham Werden, in leven schepen te Sittard. Met het geld betaalde hij de aankoop van de drie voornoemde percelen die hij van zijn zwager Wilhelmus Limpens had gekocht. Naast deze goederen borgde hij ook met de goederen die hem op 24 april 1777 uit de nalatenschap van zijn ouders waren toegewezen, te weten:
a) 121 kleine roeden land aan het St.-Bavohuisje, grenzend aan Joannes Gorissen, Servaes Spijckers en de weg;
b) 64 kleine roeden land aan de Nieuwgats, grenzend aan Jacobus Raemeckers, heer Campo en de gats;
c) 53 1/4 kleine roeden land op de Brand, grenzend aan Servaes Bemelmans en Servaes Spijckers.
Verder borgde hij nog met 197 1/4 kleine roeden land in het Horenveld, grenzend aan Peter Cremers, Mechel Limpens en de Bergerhof, hetgeen hem voor de helft via zijn vrouw en de helft via koop van Leonardus Limpens was toegekomen. En tot slot borgde hij met 100 kleine roeden land op de Kinkevoerdersweg, grenzend aan de erfgenamen Spijckers, Houb Houben en de weg, hetgeen hij gekocht had van Mathijs Bruls.
De lening werd op 10 januari 1787 afgelost.[24]<
Op 23 december 1779 werd een gezamenlijke verkoop gedaan door de kinderen van wijlen Leonart Limpens en Ida Raeven (te weten Joannes Limpens, gehuwd met Barbara Spijckers, Joannes Schoorens, gehuwd met Joanna Limpens en Joannes Mathijs Geurts, weduwnaar Maria Anna Limpens) en de kinderen van wijlen Joannes Limpens en Gertruijdt Mercken (te weten Wilhelmus Coumans, gehuwd met Maria Limpens, in deze met volmacht van zwager Wilhelmus Limpens uit Parijs, Gabriel Limpens, Mechtildis Limpens, Leonardus Limpens en Joannes Jongen, gehuwd met Maria Gertrudis Limpens). Voorafgaand had hun oom Dirck Leunissen afstand gedaan van zijn rechten. Vervolgens kocht Reijnier Bruls, gehuwd met Joanna Catharina Helgers, de volgende goederen:
a) een huis met huisweide, moestuin en verdere bebouwing als poort en stallen, gelegen te Hellebroek onder Nuth, 309 kleine roeden, grenzend aan Christiaen Roex, de weduwe Ruijters, de dorpstraat en de meent, belast met twee malder zaad aan de kerk van Nuth;
b) 176 kleine roeden weiland aan de Menstraat onder Nuth, grenzend aan Leonart Cremers, de weduwe Habets en de straat, belast met twee vaten en 2 1/2 malder rogge aan St.-Gerlach en een kop haver in de cijnskaart Berg;
c) 63 kleine roeden beemd onder Nuth, zonder de drift en vloedgraaf, grenzend aan de weduwe Jasper Cloots en Horstmans, belast met een kop en 3 1/2 malder haver in de cijnskaart Berg;
d) 34 kleine roeden land nabij het Lindje onder Wijnandsrade, grenzend aan de heer van Wijnandsrade en de Leeuwerikzandweg, belast met een kop rogge aan de pastorie van Wijnandsrade
Deze goederen waren 21 oktober 1779 bij opbod verkocht. Het huis bracht 1200 gulden op, de weide 44 stuivers per kleine roede, de beemd 38 stuivers en het land 58 stuivers. Dit leverde met bijbehorende kosten een koopsom van 1895 gulden, 15 stuivers en twee oort op. Wel werd nog bepaald dat de verkopers 15 bomen uit het weiland en een es uit de beemd mochten behouden.[25]<
Op 30 december 1779 verkocht Anna Mechtildis Vleeschouwers, weduwe Peter Hoen, bijgestaan door de voogden Petrus Loijens en Joannes Petrus Corten, en Hendrick Hoen en schepen Caspar Dieteren, ooms van de kinderen van Peter Hoen, aan Willem Coumans, gehuwd met Maria Limpens, 50 kleine roeden land in het Hunnecummerveld aan de Ludderweg, grenzend aan Willem Coumans, Jacob Ramaekers en de weg; en 272 kleine roeden land in de Eggersdael, genaamd de Knippert, in het Hunnecummerveld, deels onder Nuth, deels onder Wijnandsrade en grenzend aan Martinus Cobben, Henrick Keulen, Leonardus Smeets en de weg, en belast met een malder haver in de cijnskaart Nuinhof. Deze goederen waren op 29 november 1779 bij opbod verkocht. Het land aan de Ludderweg voor 57 stuivers en het andere voor 53 stuivers per kleine roede. Na korting voor de malder haver resulteerde dit in een koopsom van 905 gulden en vijf stuiver.[26]<
Op 28 december 1780 leende Willem Coumans, gehuwd met Maria Limpens, 900 gulden tegen 5% van de pastoor en kerkmeesters van de parochie en Armentafel van St.-Nicolaas te Maastricht. Hij borgde met:
a) 110 kleine roeden weiland te Tervoorst, grenzend aan de erfgenamen Mathijs Jongen, de gats en de dorpstraat;
b) 102 kleine roeden land in de Eertgrubbe, grenzend aan Joannes Hermens, Mathijs Bruls en secretaris Meijs;
c) 183 1/2 kleine roeden land [in het Horenveld], grenzend aan Gerart Bisschops, Hans Willem Limpens en de weg
d) 121 kleine roeden land aan het St.-Bavohuisje, grenzend aan Joannes Gorissen, Servaes Spijckers en de weg;
e) 64 kleine roeden land aan de Nieuwgats, grenzend aan Jacobus Raemeckers, heer Campo en de gats;
f) 53 1/4 kleine roeden land op de Brand, grenzend aan Servaes Bemelmans en Servaes Spijckers;
g) 197 1/4 kleine roeden land in het Horenveld, grenzend aan Peter Cremers, Mechel Limpens en de Bergerhof;
h) 100 kleine roeden land [op de Kinkevoerdersweg], grenzend aan de erfgenamen Spijckers, Houb Houben en de weg;
i) 100 kleine roeden land in het Grijzegrubberveld aan het kruis, grenzend aan de erfgenamen Beckers, weduwe Leunissen en de weg;
j) 106 kleine roeden land op de Ludderweg, grenzend aan Jacob Ramaekers en de weg.
De lening werd op 28 juli 1789 afgelost.[27]<
Op 5 oktober 1781 verklaarden Joannes Schorens, gehuwd met Joanna Limpens; Joannes Wilhelmus Limpens, ongehuwd en mede handelend voor de weduwe en kinderen van zijn broer Leonardus Limpens; Wilhelmus Coumans, gehuwd met Maria Limpens, mede voor zijn zwager Wilhelmus Limpens; Gabriel Limpens, gehuwd met Catharina Elisabeth Diederen; Joannes Jongen, gehuwd met Maria Gertruijd Limpens; en Gerardus Francken, gehuwd met Mechel Limpens, dat zij twee stukken land bij erfenis van wijlen hun tante Maria Limpens, gehuwd met Dirck Leunissen, verworven hadden. Het ging om 85 1/4 kleine roeden akkerland op de Wateros onder Nuth, grenzend aan a Campo en Leonardus Beckers en 70 kleine roeden op de Becker weg onder Nuth, grenzend aan Maria Limpens en a Campo. Aangezien bij deling het land zo versnipperd zou worden dat er geen nuttig gebruik meer mogelijk was, verkochten zij het aan hun mede-erfgenaam Joannes Limpens, gehuwd met Barbara Spijckers, voor 45 stuivers per kleine roede. Er werd echter 23 schillingen en 13 oort van de koopsom afgetrokken omdat het stuk aan de Beckerweg "aen veel schaede door de wegen onderworpen is".[28]<
Op 4 maart 1782 verkocht Gerardus Vrancken, gehuwd met Mechtildis Limpens, voor 500 gulden onroerende goederen aan zijn zwager Willem Coumans, gehuwd met Maria Limpens. Het betrof:
a) 165 1/2 kleine roeden land in de Eggersdaal, grenzend aan Peter Cremers, erfgenamen Jan Hermans en Peter Grootjans;
b) 98 5/8 kleine roeden land in het Horenveld, grenzend aan Leonardus Coumans, Willem Coumans zelf en de Bergerhof.[29]<
Op 27 februari 1784 naastte Willem Coumans vam Peter Paes, weduwnaar Catharina Grootjans, het stuk akkerland dat deze op 7 juli 1783 van Joannes Jongen, gehuwd met Maria Gertruid Limpens, gekocht had. Het betrof 69 kleine roeden akkerland aan Lamberts wijen onder Nuth, grenzend aan de erfgenamen Baltus a Campo, Leonaerd Coumans, de vloedgraaf en Willem Coumans. Iedere kleine roede kostte twee gulden en zeventien stuivers.[30]<
Op 26 februari 1787 verkocht Joannes Coumans, inwoner van Waterval onder Geulle, gehuwd met Maria Schroders, aan zijn broer Wilhelmus Coumans, gehuwd met Maria Limpens, zijn deel in huis, moestuin en weide te Tervoorst, zoals toebedeeld op 24 april 1777, voor 350 gulden. Het geheel was belast met een schuld van 25 gulden.[31]<
Op 2 april 1787 verkocht Wilhelmus Coumans, wonende Tervoorst onder Nuth en gehuwd met Maria Limpens, aan Joanna Maria Frissen, ongehuwde dochter van Joannes Frissen en Elisabeth Crijns, 102 kleine roeden akkerland in de Eertgrubbe in het Grijzegrubberveld, grenzend aan de erfgenamen Paulus Leunissen, erfgenamen Matthijs Peters en Paulus Hautvast. De koopsom bedroeg 450 gulden.[32]
Op 24 december 1788 verkocht Wilhelmus Coumans, wonende Tervoorst onder Nuth en gehuwd met Maria Limpens, aan Joannes Ludovicus Frissen, ongehuwde zoon van Joannes Frissen en Elisabeth Crijns, 102 kleine roeden akkerland aan het Kruis onder Nuth, grenzend aan de weduwe Joannes Leunissen, Gabriel Beckers en de Maastrichterweg. Iedere kleine roede kostte vier gulden en tien stuivers.[33]
Op 21 maart 1789 ruilden Gabriel Limpens, gehuwd met Catharina Elisabeth Diederen, en diens zwager Wilhelmus Coumans, gehuwd met Maria Limpens, onroerende goederen. Limpens gaf een huis met schuur, stallen, moestuin en huiswei, gelegen op de Brand onder Nuth, grenzend aan Joannes Schoorens, Leonardus Ruijsop, de Platsbeek en de weg, groot 249 kleine roeden en belast met een vat rogge aan de pastorie van Nuth; en voorts 198 1/2 kleine roeden akkerland achter het huis, grenzend aan Joannes Wilhelmus Limpens, de Bergerhof, Leonardus Coumans en de straat. Coumans gaf een huis met schuur, stallen en huiswei, gelegen Tervoorst onder Nuth, grenzend aan Gabriel Limpens, Joannes Spijckers, de heer van Nuth en de straat, groot 77 kleine roeden en belast met 50 gulden aan heer van der Vrecken te Maastricht; verder 100 kleine roeden akkerland aan de St.-Bavokapel onder Nuth en voor een klein deel onder Wijnandsrade, grenzend aan de kinderen van Matthijs Jongen, de weg en het oude bos, belast met het zestiende deel van negen vaten en een kop rogge aan het huis Wijnandsrade en het zestiende deel van twee koppen rogge en een vat en twee malder haver aan de pastorie van Wijnandsrade. Verder zou Coumans nog 1850 gulden betalen. 550 gulden werd ter plekke betaald en voor de overige 1300 gulden werd een lening overgenomen uit de fundatie van wijlen secretaris Meijs, staande op de kerk van Nuth.[34]
Op 30 maart 1789 verkocht Wilhelmus Coumans, wonende Tervoorst onder Nuth en gehuwd met Maria Limpens, aan Geurt Houben, gehuwd met Anna Timmers, 64 kleine roeden akkerland in het Achterveld onder Nuth, grenzend aan Jacobus Raemeckers, de weduwe Balthazar a Campo, de erfgenamen Hubertus Houben, Peter Paes en Geurt Houben zelf. Iedere kleine roede kostte vier gulden en vijftien stuivers.[35]
Op 11 juli 1789 leende Wilhelmus Coumans, wonende op de Brand onder Nuth en gehuwd met Maria Limpens, 900 gulden tegen 5% van Wilhelmus Slangen, gehuwd met Anna Maria Houben. Tot onderpand dienden:
a) 286 kleine roeden akkerland in het Horenveld, grenzend aan Leonardus Coumans, Reijner Cobben en de hof Berg;
b) 69 kleine roeden land aan Lambertswijen, grenzend aan Nicolaes Kleintjens, Leonardus Coumans, de vloedgraaf en Wilhelmus Coumans zelf;
c) 50 kleine roeden akkerland op de Ludderweg, grenzend aan Joacobus Raemeckers, kinderen Mathijs Jongen en de Ludderweg;
d) 62 1/2 kleine roeden land op de Ludderweg, grenzend aan Gerardus Eijmael, Maria Catharina Janssen en de Ludderweg.[36]
Zoon van Servatius COUMANS (zie III.19) en Joanna RIETRAET.
Gehuwd voor de kerk op 25-jarige leeftijd op 18 november 1771 te Nuth met Maria LIMPENS, 30 jaar oud, gedoopt op 2 december 1740 te Nuth (getuige(n): Stephanus Roox, Helena Hautvast namens Mechtildis Bousch), overleden op 16 augustus 1798 te Nuth op 57-jarige leeftijd. Brandt, dochter van Joannes LIMPENS en Gertrudis MERCKEN.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Servatius, geboren te Tervoorst-Nuth, gedoopt op 20 november 1772 te Nuth (getuige(n): Leonardus Limpens, Maria Frisschen namens Joanna Rietraet).


IV.8 Leonardus COUMANS, geboren te Tervoorst-Nuth, gedoopt op 14 september 1752 te Nuth (getuige(n): Leonardus Schepers, Agatha Cremers).
Op 10 februari 1782 verkocht Gerardus Francken, gehuwd met Mechtildis Limpens, aan Leonardus Coumans, gehuwd met Cornelia Ortmans, 105 1/2 kleine roeden weiland te Hunnecum onder Nuth, grenzend aan Nicolaes Ruijschop, Peter Cremers, de Bergerhof en de koper voor 50 stuivers en vijf oort per kleine roede.[37]
Op 23 februari 1782 leende Leonardus Coumans, inwoner van Put en gehuwd met Cornelia Ortmans, 1300 gulden tegen 4% van Maria Theodora van der Vrecken, welk geld bedoeld was voor de betaling van de volgende onroerende goederen die tevens tot onderpand dienden:
a) 80 kleine roeden huis met weide te Hunnecum onder Nuth "aen de beck", grenzend aan de gats, de erfgenamen Mathias Jongen en de weg, verworven voor 682 gulden en tien stuivers van der erfgenamen Martinus Cobben;
b) 97 kleine roeden weide en moestuin aan de Putweg te Hunnecum onder Nuth, grenzend aan de erfgenamen Mathias Jongen, Nicolaes Ruijschop en de weg, verworven voor 350 gulden van de erfgenamen Martinus Cobben;
c) 105 1/2 kleine roeden weide te Hunnecum onder Nuth, Nicolaus Ruijschop, Peter Cremers en de voornoemde weide aan de Putweg, voor 265 gulden verworven van Gerardus Francken
Daarnaast stelde hij nog tot onderpand:
d) 114 kleine roeden akkerland in het Horenveld onder Nuth, grenzend aan de erfgenamen Hermanus Housteder, Gerardus Vrancken en Joannes Wilhelmus Limpens;
e) 84 kleine roeden weide te Tervoorst onder Nuth, grenzend aan Joannes Gorissen, Servaes Spijckers en de weg;
f) 75 kleine roeden akkerland aan "Lambertsweijden" onder Nuth, grenzend aan Maria Gertruid Limpens, Joannes Spijckers en Mechtild Limpens;
g) 100 kleine roeden akkerland "op het veld" onder Nuth, grenzend aan Joannes Spijckers, Catharina Meulenbergh en de Bergerhof;
h) 100 kleine roeden akkerland op de Aalbekerweg onder Nuth, grenzend aan Joannes Coumans, de pastoriegoederen van Wijnandsrade en de weg;
i) het kindsdeel van zijn echtgenote, bestaande uit het vijfde deel in ca. tien bunders land in en nabij Hellebroek onder Nuth, zoals na de dood van zijn schoonvader Stephen Oortmans was toegevallen.[38]
Op 26 april 1790 verkocht Leonardus Coumans, gehuwd met Cornelia Ortmans, aan Joannes Nicolaus Ortmans, gehuwd met Maria Catharina Enckelmans, 44 kleine roeden akkerland te Hellebroek onder Nuth "aen de walliser voetpaet", grenzend aan Peter Crijns, Frans Crijns, het voetpad en Peter Corten, voor een Franse kroon per kleine roede.[39]
Op 17 juni 1790 verkocht Bartholomeus Bemelmans, inwoner van Nierhoven-Nuth en gehuwd met Joanna Maria Dormans, aan Leonardus Bemelmans, inwoner van Puth onder Schinnen en gehuwd met Cornelia Ortmans, 50 kleine roeden akkerland achter Hunnecum onder Nuth, oostwaarts Joannes Gorissen, westwaarts Jacobus Ramaeckers, voor twee gulden en vijftien stuivers per kleine roede. De staande gewassen met kaf en stro waren voor de verkoper.[40]
Zoon van Servatius COUMANS (zie III.19) en Joanna RIETRAET.
Gehuwd voor de kerk op 27-jarige leeftijd te Nuth (getuige(n): Joannes Coumans (Nuth), Joanna Maria Ortmans (Nuth)) met Cornelia ORTMANS, 28 jaar oud, geboren te Hellebroek-Nuth, gedoopt op 8 april 1751 te Nuth (getuige(n): Joannes Eggen, Cornelia Eggen), dochter van Stephanus ORTMANS en Maria DORMANS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Servatius, geboren op 23 oktober 1780 te Hellebroek-Nuth, gedoopt op 23 oktober 1780 te Nuth (getuige(n): Joannes Coumans (Nuth), Maria Dormans (Nuth)), overleden op 13 december 1780 te Hellebroek-Nuth, 51 dagen oud, begraven op 14 december 1780 te Nuth.
  • 2. Arnoldus Stephanus, gedoopt op 28 januari 1782 te Schinnen (getuige(n): Arnoldus Ortmans, Maria Limpens namens Maria Coumans).


Bronnen

  1. informatie van Piet Coumans (Roermond); zie ook Marutgen 61 (1990), 30
  2. HCL-01.075 LvO 1755, 257v
  3. HCL-01.075 LvO 1734
  4. HCL-01.075 LvO 1757, 73r
  5. HCL-01.075 LvO 1757, 215v
  6. HCL-01.075 LvO 1757, 164v
  7. HCL-01.075 LvO 1995, realisatie 27 oktober 1729
  8. HCL-01.075 LvO 1757, 163r
  9. HCL-01.075 LvO 1756, 165r
  10. HCL-01.075 LvO 1757, 40r
  11. HCL-01.075 LvO 1757, 126v
  12. HCL-01.075 LvO 1758, 190r
  13. HCL-01.075 LvO 1757, 82r
  14. HCL-01.075 LvO 1757, 273v
  15. HCL-01.075 LvO 1757, 306r
  16. HCL-01.075 LvO 1758, 25r
  17. HCL-01.075 LvO 1758, 38r
  18. HCL-01.075 LvO 1758, 76v
  19. HCL-01.193 Vrije Heerlijkheid Wijnandsrade 170, 195
  20. HCL-01.075 LvO 1760, 234r
  21. HCL-01.075 LvO 1761, 152v
  22. HCL-01.075 LvO 1761, 153v
  23. HCL-01.075 LvO 1761, 154v
  24. HCL-01.075 LvO 1761, 161r
  25. HCL-01.075 LvO 1761, 162v
  26. HCL-01.075 LvO 1761, 173v
  27. HCL-01.075 LvO 1761, 211r
  28. HCL-01.075 LvO 1762, 67v
  29. HCL-01.075 LvO 1762, 137v
  30. HCL-01.075 LvO 1762, 198r (marge)
  31. HCL-01.075 LvO 1763, 122r
  32. HCL-01.075 LvO 1763, 133v
  33. HCL-01.075 LvO 1763, 237v
  34. HCL-01.075 LvO 1763, 250v
  35. HCL-01.075 LvO 1763, 266v
  36. HCL-01.075 LvO 1763, 271v
  37. HCL-01.075 LvO 1762, 48v
  38. HCL-01.075 LvO 1762, 55r
  39. HCL-01.075 LvO 1764, 66
  40. HCL-01.075 LvO 1764, 59

Medewerkers


Harry Luijten, eerste versie op 25 augustus 2007