Corten

Uit Genealogie Limburg Wiki
Tree3c.jpgTree3c.jpgTree3c.jpg

GENEALOGIE CORTEN

Generatie I


I.1 Franciscus CORTEN.
Kinderen:

  • 1. Joannes (zie II.1).
  • 2. Franciscus (zie II.3).
  • 3. Maria, geboren ca. 1570.

Gehuwd met Arnoldus COENEN, zoon van Leonardus COENEN.

Generatie II


II.1 Joannes CORTEN, geboren ca. 1560, overleden op 15 september 1646 te Vaesrade[1], zoon van Franciscus CORTEN (zie I.1).
Gehuwd voor de kerk op 10 april 1587 te Nuth met Maria RENCKENS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Michael (zie III.1).
  • 2. Joannes (zie III.3).
  • 3. Elisabeth, gedoopt op 30 september 1592 te Nuth (getuige(n): Arnoldus van Wousshagen, Elisabeth Boesch, Joanna Melcop).

Gehuwd met Casparus PIJLS.

  • 4. Margaretha, gedoopt op 9 december 1595 te Nuth (getuige(n): Servatius Huntgens, NN Holtbeckers, Elisabeth e.v. Joannes Snijders).

Gehuwd met Petrus PENNINGS.

  • 5. Henricus (zie III.9).
  • 6. Severinus (zie III.11).


II.3 Franciscus CORTEN, geboren ca. 1560, zoon van Franciscus CORTEN (zie I.1).
Gehuwd met Eva van TULL.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Petrus, gedoopt op 6 februari 1589 te Nuth (getuige(n): Gerardus a Kreckelberg, Joannes Huijbkens, Gertrudis op den Fiessen(?) de Put, Fijcken de Schijnfeldt).
  • 2. Anna, gedoopt op 9 oktober 1591 te Nuth (getuige(n): Maria filia Joannis de Bredenraedt, Gertrudis villica in Leu, Anna uxor Michaelis Gregorij, Petrus Gruels, Joannes Hornkens).
  • 3. Joannes, gedoopt op 27 december 1594 te Nuth (getuige(n): Boetgen der mijtt van Put, Maria Renckens uxor Joannis Cortten, Lemmen Wolffs, Lijsken Lemmens dochter nu Bredenraet), ipso die Sancte Joanni Evangeliste.


Generatie III


III.1 Michael CORTEN, geboren ca. 1585 (geschat; waarschijnlijk jonger), hypothetische afstamming, zoon van Joannes CORTEN (zie II.1) en Maria RENCKENS.
Gehuwd met Agnes GIELEN (van Wolfhaag).
Uit dit huwelijk:

  • 1. Catharina, gedoopt op 10 oktober 1627 te Nuth (getuige(n): Reinerus Beumers, Metgen e.v. Severinus Corten), achternaam vader vermeld als Cloters.
  • 2. Catharina, gedoopt op 26 juli 1629 te Nuth (getuige(n): Joannes Corten).
  • 3. Gertrudis, gedoopt op 21 augustus 1631 te Nuth (getuige(n): Casparus Pils, Gertrudis e.v. Martinus Snijders).
  • 4. Ida, gedoopt op 20 maart 1634 te Nuth (getuige(n): Nicolaus Knoren, Maria Baltis).

Ondertrouwd op 21 oktober 1657 te Beek, jongeman van Schinnen, jongedochter van Vaesrade met Henricus MEEX.

  • 5. (dochter), gedoopt febr. 1639 te Nuth (getuige(n): NN Lenaerts, Meijken van Ringborch), moeder heet Agnes van Wolfhaeg.
  • 6. (dochter), gedoopt op 25 maart 1644 te Nuth (getuige(n): [geen getuigen vermeld]).
  • 7. Joannes, gedoopt op 4 juli 1649 te Nuth (getuige(n): Alet Baggen).
  • 8. Michael, gedoopt op 10 januari 1652 te Nuth (getuige(n): Joannes van der Schuren, Elisabetha e.v. Henricus Corten).


III.3 Joannes CORTEN, gedoopt op 23 april 1589 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Stassen, Matthias Weustenraedt, Anna van Meer), overleden op 12 februari 1646 te Nuth op 56-jarige leeftijd, schepen en schout van Nuth; kerkmeester, zoon van Joannes CORTEN (zie II.1) en Maria RENCKENS.
Op 26 april 1636 kocht Jan Corten, gehuwd met Jehenna, van Johannes Vorst, gehuwd met Barbara Fransen, diens derde deel in de goederen gelegen onder Hellebroek, voor 45 rijksdaalders, acht jonge appelbomen en een hoeveelheid Kempens doek, voldoende voor het vervaardigen van een paar slaaplakens.[2]
Joannes Wustenraij en zijn zus Geet Wustenraij, beiden meer dan 27 jaar oud, verklaarden op 18 juli 1640 dat hun huis met hof en moestuin waar een schuur op stond, door Merten Otto, burger en koopman van Sittard, bij opbod was verkocht aan schout Jan Corten. Daardoor zouden zij dakloos worden. Maar Jan Corten maakte met hen de volgende afspraak. Hij zou de kosten van Marten Otto vergoeden en de gerechtskosten betalen en zij mochten het huis behouden. In ruil gaven zij hem 17 kleine roeden moestuin nabij hun huis en 38 gulden.[3]
Op 24 januari 1642 kocht Jan Corten negen kleine roeden moestuin, naast zijn moestuin gelegen, voor negen rijksdaalders en een vat rogge van Willem van Eijmael, gehuwd met Barbara Nuchelmans.[4]
Op 28 februari 1642 verkocht Willem van Eijmael aan Jan Corten 39 kleine roeden land boven het pastorijland achter Hellebroek gelegen, grenzend aan Jan Corten zelf, Peter Nuchelmans, het pastorijland en Thevis Smets, voor 30 stuivers per kleine roede.[5]
Gehuwd met Joanna TIMMERS, geboren ca. 1590, overleden op 4 november 1661 te Nuth, dochter van Steven TIMMERS (Fabritius) en Christina VAESKENS ALIAS CREMERS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Servatius (zie IV.10).
  • 2. Severinus, gedoopt febr. 1615 te Nuth (getuige(n): Severinus Corten, Sophia ...).

Op de genachting van 7 september 1648 verklaarde heer Brouns dat hij namens Neul Jaspers de voorgaande donderdag beslag had laten leggen op de goederen die Severen Corten de jonge bij overlijden van zijn grootvader Jan Corten de oude waren toegevallen.
Severen Corten had Neul Jaspers, bij wie hij buitenechtelijk een kind had verwekt, in de steek gelaten, en haar en haar kind zonder enige verzorging achtergelaten.
Conform het geldende recht werd geëist dat de vader zijn plichten zou nakomen.[6]

  • 3. Joannes (zie IV.13).
  • 4. Stephanus (zie IV.15).
  • 5. Henricus, geboren ca. 1620.

Op 27 juli 1646 werd, ten overstaan van notaris Munix te Maastricht, een verklaring afgelegd door Hendrick Corten [gehuwd met Mechtild Wijngaerts], inwoner van Nuth.
Hij verklaarde dat zijn neef Hendrick Corten samen met Peter Schee zo'n drie maanden in hechtenis zat omdat hij met Eijs Schouteten, Baltus N. en meer andere soldaten van het garnizoen van Maastricht twee paarden had afgepakt van soldaten in Franse dienst onder del la Rocque.
Die paarden waren van Gerart Coex, halfwin van de heer van Retterich, en door dezelfde Franse soldaten wederrechtelijk meegenomen.
De paarden waren, zonder medeweten van Hendrick Corten, door enkele van zijn makkers verkocht.
Gerart Coex had zich voor genoegdoening tot de krijgsraad gewend.
Hendrick Corten deed nu, omdat hij vanwege de oogstijd niet in Maastricht kon blijven, voor zijn neef een borgstelling van 50 rijksdaalders, te betalen binnen drie weken, waaruit Coex het deel zou krijgen dat zijn neef verschuldigd was.[7]

III.9 Henricus CORTEN, gedoopt op 12 augustus 1599 te Nuth (getuige(n): Matthias Beltgens, Wilhelmus Straelen, Maria Cortten), overleden op 9 juli 1671 te Krawinkel-Geleen op 71-jarige leeftijd. in het middenpad van de kerk onder een eigen grafsteen begraven[8], schatheffer, procureur en schepen te Geleen, zoon van Joannes CORTEN (zie II.1) en Maria RENCKENS.
Op 9 januari 1652 ruilde Henrick Cortten, gehuwd met Lijsbeth Rentgens, onroerende goederen met Jan en Servaes Cortten, mede handelend voor hun broer Severen Cortten. Henrick Cortten gaf een bunder akkerland "omtrent den hagendoren bij Laer" onder Nuth, grenzend aan Jaspar Pijls, Peter Pennix en de weg, alsmede 88 kleine roeden weiland "op den camp" achter Reuken onder Nuth, grenzend aan Peter Pennix en Geurt Lijmpens. Hiervoor gaven de broers aan hun oom de goederen onder Vaesrade zoals die bij erfenis waren toegevallen, uitgezonderd het deel van Steven Cortten, die het niet eens was met de goederenruil.[9]
Op 3 februari 1667 verkocht Hendrick Cortten, gehuwd met Lijseken, aan Peter Jongen, gehuwd met Catharijn Pesch, 158,5 kleine roeden akkerland "op den camp ten reucken", grenzend aan Servaes Cortten erf, Geurt Limpens, Peter Jongen en Jan Roecx, voor 27 stuivers per kleine roede. Het land was belast met 2,5 kop rogge aan de armen van Wijnandsrade, te korten op de koopsom aan veertien gulden per vat. Peter Jongen zou verder nog twintig "lathouter" ontvangen. Het wassende graan zou op het veld gedeeld worden tussen de koper en Severijn Cortten.[10]
Gehuwd voor de kerk op 28-jarige leeftijd op 22 november 1627 te Nuth (getuige(n): Stephanus Canisius, Reinerus B...rs). Henricus Cortten et Elisabeth Claessen(!) met Elisabeth RENCKENS, overleden op 28 december 1672 te Krawinkel-Geleen
Uit dit huwelijk:

  • 1. Joannes, gedoopt op 14 mei 1628 te Nuth (getuige(n): Joannes Renckens, pastoor te Nuth, Maria weduwe Mathias Beltgens), achternaam moeder niet vermeld.
  • 2. Leonardus, gedoopt op 19 juli 1631 te Nuth (getuige(n): Servatius Huntgens senior, Margareta Corten), achternaam moeder niet vermeld.

Gehuwd met Elisabeth PROOSTEN, dochter van Lambertus PROOSTEN en Meijken MUTZENICH.

  • 3. Maria, gedoopt op 3 november 1634 te Geleen.
  • 4. Franciscus, gedoopt op 29 april 1637 te Geleen.
  • 5. Elisabeth, gedoopt op 13 november 1639 te Geleen.
  • 6. Margaretha, geboren op 2 maart 1644 te Krawinkel-Geleen, gedoopt op 5 maart 1644 te Geleen, overleden op 5 januari 1718 te Krawinkel-Geleen op 73-jarige leeftijd.


III.11 Severinus CORTEN, gedoopt op 16 april 1603 te Nuth (getuige(n): [nog te ontcijferen]), zoon van Joannes CORTEN (zie II.1) en Maria RENCKENS.
Severen Corten namens zijn schoonvader Frederick Wingaerts (genachting 26 januari 1638)[11]
Op 23 januari 1646 kocht Severen Corten van zijn broers Joannes en Henricus Corten hun erfdelen in huis en hof met moestuin aan de voerweg van de uitlegger naar Grietgen Jahae's huis, alles te Hellebroek onder Nuth. Ieder deel (van de vijf) gold 140 gulden.[12]
Op 27 juli 1646 werd, ten overstaan van notaris Munix te Maastricht, een verklaring afgelegd door Hendrick Corten, inwoner van Nuth.
Hij verklaarde dat zijn neef Hendrick Corten samen met Peter Schee zo'n drie maanden in hechtenis zat omdat hij met Eijs Schouteten, Baltus N. en meer andere soldaten van het garnizoen van Maastricht twee paarden had afgepakt van soldaten in Franse dienst onder del la Rocque.
Die paarden waren van Gerart Coex, halfwin van de heer van Retterich, en door dezelfde Franse soldaten wederrechtelijk meegenomen.
De paarden waren, zonder medeweten van Hendrick Corten, door enkele van zijn makkers verkocht.
Gerart Coex had zich voor genoegdoening tot de krijgsraad gewend.
Hendrick Corten deed nu, omdat hij vanwege de oogstijd niet in Maastricht kon blijven, voor zijn neef een borgstelling van 50 rijksdaalders, te betalen binnen drie weken, waaruit Coex het deel zou krijgen dat zijn neef verschuldigd was.[13]
Op 8 juli 1650, ten overstaan van notaris Munix, verklaarde Melchior Ruijs, inwoner van Maastricht, als man en voogd van Catharina Hermans, dat de broers Hendrick en Severen Corten, wonend in het land van Valkenburg, hun helft van een lening van 560 gulden en dertien stuivers hadden afgelost.
Deze lening stond op vijf bunder akkerland te Laar onder Wijnandsrade die door Matthijs Hermans, grootvader van zijn echtgenote aan wijlen Jan Corten waren verkocht, zoals vastgelegd op 22 april 1616 voor de leenhof Kloosterrade[14]
Op 29 juni 1651 ruilde Severen Cortten, gehuwd met Metgen Wijngaerts, land met Jan Nijsten, gehuwd met Lijsbeth Smiets. Hij gaf 130 kleine roeden akkerland achter Mees Jans weide, in twee percelen waarvan het een grensde aan de weduwe Jan Cortten, het ander aan Peter Pennix; verder nog 53,5 kleine roeden weiland in Mees Jans weide, grenzend aan de gats en de weduwe Jan Cortten. Hij kreeg een morgen en ettelijke kleine roeden akkerland aan de uitlegger, grenzend aan de weduwe Christiaan Wingaerts en Severen Cortten zelf. Nijsten gaf daarnaast nog 300 gulden, drie nieuwe wielen, een eg en twee biggen. Op de door Cortten geruilde goederen zat een erfpacht van een half vat rogge aan de kapelanie van Hoensbroek.[15]
Op 9 januari 1652 verkocht Henrick Cortten, gehuwd met Lijsbeth Rentgens, aan Severen Cortten, gehuwd met Metgen Wijngarts, een halve bunder en enkele kleine roeden weiland "de gebrande weijde" onder Nuth, grenzend aan Corst Wijngarts, Severen Cortten, de erfgenamen van Jan Cortten de Jonge en de gemeente, voor drie gulden en vijf stuivers per kleine roede. 200 gulden werd te plekke betaald, de rest zou per 1 oktober 1652 volgen.[16]
Wijngartsleen te Lotbroek, stokleen onder de Keurkeulse Mankamer te Heerlen: Op 25 september 1668 verscheen Severen Corttens, bijgestaan door zijn "metgedelingen" om zijn schoonzoon Leonardt Limpens als opvolger va de overleden leendrager Matthijs Wijngarts te laten aanstellen.[17]
Gehuwd in 1625[18] met Mechtild WIJNGAERTS (Weustenraij), geboren ca. 1605 te Klimmen, overl. Nuth, 1 mei 1660 of 20 december 1661, dochter van Frederik WIJNGAERTS en Ida CROMMEN.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Joannes, gedoopt op 7 maart 1627 te Nuth (getuige(n): Joannes Koelen uit Amstenrade, Johanna e.v. Joannes Korten).
  • 2. Anna, gedoopt op 27 december 1627 te Nuth (getuige(n): Matthias Ronden, Mettel e.v. Severinus Cortten).
  • 3. Fredericus, gedoopt op 26 augustus 1629 te Nuth (getuige(n): Renerus Beumers, Elisabeth e.v. Henricus Cortten).
  • 4. Severinus, geboren ca. 1632, overl. tussen 15 maart 1664 en 2 juni 1665, afstamming onzeker, gebaseerd op navolgende akte:

Op 21 maart 1664 liet Lenaert Coenen, gehuwd met Eva Steijns, een akte vastleggen van 15 maart 1664, ondertekend door Severen Corten de oude en de jonge. Severen Corten de jonge, gehuwd met Anna Scheullers, verkocht aan Lenaert Coenen 125 kleine roeden land, grenzend aan de erfgenamen Corst Wijngaerts en Corstgen Caelmans, voor 31 stuivers per kleine roede. Het geheel was belast met een vat rogge aan de armen van Wijnandsrade. De helft van de staande gewassen waren voor de koper. Scholtis Brouns mocht tot St.-Remigius de klaver gebruiken.[19]
Gehuwd voor de kerk voor 1664 met Anna SCHEULLERS.

  • 5. Maria, gedoopt op 9 juli 1634 te Nuth (getuige(n): Henricus Corten, Maria Hamers).

Gehuwd voor de kerk op 19-jarige leeftijd op 18 november 1653 te Voerendaal met Leonardus MEIJERS, 22 jaar oud, gedoopt op 17 februari 1631 te Voerendaal (getuige(n): Laurentius Vrouwenraedt, Elizabeth Eussen), zoon van Joannes MEIJERS en Mechtildis VIJGEN.

  • 6. Joannes Fredericus, gedoopt op 19 februari 1640 te Nuth (getuige(n): Corstgen Wijngaerts, Elisabeth Wolffs).
  • 7. Elisabetha, gedoopt sept. 1642 te Nuth (getuige(n): Barbara [Neerbeck] uxor Wilhelmi Widdershoven). De inschrijving is gedeeltelijk onleesbaar; de doopdatum is niet duidelijk; voorafgaande inschrijving is september, volgende is 12 oktober, overleden op 13 april 1708 te Nuth, hypothetische afstamming; mede gebaseerd op optreden Wilhelmus Huntgens als doopgetuige bij zus Margaretha.

Gehuwd voor de kerk op 23 februari 1667 te Nuth (getuige(n): Henricus Schepers, Servatius Cortten) met Wilhelmus HUNTGENS, geboren ca. 1637 (geschat), overleden op 7 juni 1696 te Nuth, zoon van Servatius HUNTGENS (Canisius) en Maria HAMERS.

  • 8. Margaretha, gedoopt op 9 juli 1648 te Nuth (getuige(n): Eusebius Keijsers, Agnes e.v. Michael Cortten), achternaam moeder Wustenrae, overleden op 25 januari 1714 te Terstraten-Nuth op 65-jarige leeftijd, obijt subitanee Grietgen Cortten vidua Leon. Limpens op ter Straeten et uxor Goswini uijtgen leijenkuijl ex Munstergeleen

Aanklacht (maart 1683) door zwager Lemmen Lijmpens, die een bedrag van 32 gulden claimde.[20]
Op 4 augustus 1711 deed Margareta Corten, in tweede huwelijk met Gossen Cals, afstand van het vruchtgebruik op de goederen, haar toekomend via haar ouders Severijn Corten en Mettien NN, en wijlen haar eerste man Leonaerd Lijmpens, ten behoeve van haar enige zoon en enig overlevend kind Servaes Lijmpens.[21]
Gehuwd voor de kerk (1) op 19-jarige leeftijd op 1 februari 1668 te Nuth met Leonardus LIJMPENS, 22 jaar oud, gedoopt op 26 mei 1645 te Nuth (getuige(n): Gerardus Bosch, Helena Lijmpens), overleden op 13 januari 1681 te Nuth op 35-jarige leeftijd, zoon van Servatius LIJMPENS en Maria BOONEN.
Gehuwd voor de kerk (2) op 33-jarige leeftijd op 5 februari 1682 te Hulsberg met Goswinus LOIJEN.
Gehuwd voor de kerk (3) op 51-jarige leeftijd op 6 oktober 1699 te Munstergeleen (getuige(n): Georgius a Campo, Barbara Dols). Goseunis Kaels et Margaeta Corten ex parochia de Nutt met Goswinus CALS.

Generatie IV


IV.10 Servatius CORTEN, gedoopt op 13 december 1611 te Nuth (getuige(n): Arnoldus Coenen, Dionysius in de Straten, Thijsken Becks e.v. Servatius Cremers uit Sittard), overleden op 8 augustus 1658 te Nuth op 46-jarige leeftijd, zoon van Joannes CORTEN (zie III.3) en Joanna TIMMERS.
Op 10 oktober 1644 leende Vaes Cortten, gehuwd met Grietgen Huntgens, van Jacop Pesch, pastoor van Nuth, 30 pattacons tegen 6,25% en stelde daartoe tot onderpand drie morgen weiland te Nuth "onder den quincquart", grenzend aan de "quincquart", de "meijerie", Christian Wingarts en Jan Corten de oude.[22]
Op 3 april 1647 verkocht Pouls Meijs, mede voor zijn oom Tonis Schorens, aan Vaes Cortten, gehuwd met Margaretha Huntgens, negen kleine roeden moestuin te Hellebroek onder Nuth, grenzend aan Grietgen Jahae en wijlen schout Jan Cortten de jonge, voor drie gulden en tien stuivers per kleine roede, alsmede een half vat goed bier.
De koper was verantwoordelijk voor de helft van de vloedgraaf, zoals dat voorheen ook al voor dit perceel gold.
Aangezien Paulus Meijs slechts vruchtgebruiker was, zou het geld ten behoeve van zijn kinderen bij wijlen Neul Jacops besteed worden, en wel in drie morgen akkerland "in de haelhegge", grenzend aan Lemmen Limpens, Grietgen van Beeck, de Trichterweg en Lintgen Wolffs.[23]
Op 9 januari 1652 werd een goederenruil aangegaan door Hendrick Cortten, gehuwd met Lijsbeth Rentgens, met de broers Jan en Servaes Cortten, mede handelend voor hun broer Severen Cortten. Hendrick Cortten droeg over een bunder akkerland "omtrent de hagendoorn" bij Laar onder Nuth, grenzend aan Jaspar Pijls, Peter Pennix en de weg; en voorts nog een weiland "op den camp" achter Reuken onder Nuth, grenzend aan erfgenamen Jan Cortten, Peter Pennix en Geurt Limpens. Hiervoor gaven de broers aan hun oom Hendrick Cortten hetgeen hun bij erfdeling onder Vaesrade was toegevallen, uitgezonderd het deel van Steven Cortten die het niet eens was met de goederenruil.[24]
Gehuwd voor de kerk op 31-jarige leeftijd op 28 januari 1643 te Nuth (getuige(n): [geen getuigen vermeld]) met Margaretha HUNTGENS, geboren ca. 1620, overleden op 22 december 1674 te Nuth, dochter van Servatius HUNTGENS (Canisius) en Ida JACOBS.
{Zij is later gehuwd voor de kerk op 1 februari 1660 te Valkenburg. Henderijck Meessen, jongman van Nuth, Grietgen Huntgens, weduwe Vaes Corten van Nuth met Henricus MEIJS, 27 jaar oud, gedoopt op 21 november 1632 te Nuth (getuige(n): Mathias Ramaeckers, Ida Limpens), overleden op 28 mei 1673 te Nuth op 40-jarige leeftijd, hypothetisch huwelijk vanwege leeftijdverschil, zoon van Laurentius MEIJS en Judith SMETS.}
Uit dit huwelijk:

  • 1. Joannes, gedoopt op 1 januari 1644 te Nuth (getuige(n): Joannes Corten, Maria Hamers).
  • 2. Judith, gedoopt op 26 februari 1646 te Nuth (getuige(n): Joannes Roex senior).
  • 3. Maria, gedoopt op 3 juli 1648 te Nuth (getuige(n): Hermanus Tessers namens Joannes Hamers, Johanna Cortten), overleden op 25 september 1693 te Sint Martinus-Maastricht op 45-jarige leeftijd. Maria Corten uxor Paschasii Olieslagers, begraven op 27 september 1693 te Sint Martinus-Maastricht.

Gehuwd voor de kerk op 29-jarige leeftijd op 20 juli 1677 te Sint Martinus Maastricht (getuige(n): Joannes Branten, Catharina Raijmackers) met Paschasius OLISLAGERS.

  • 4. Servatius (zie V.5).
  • 5. Joannes (zie V.7).


IV.13 Joannes CORTEN, schepen, geboren ca. 1620 (geschat), overleden op 11 november 1660 te Nuth, zoon van Joannes CORTEN (zie III.3) en Joanna TIMMERS.
Op 16 april 1655, ten overstaan van notaris Euven, leende schepen Jan Corten, gehuwd met Agatha Vleugels, 132 gulden tegen 6,25% van notaris Henrijck Munnincx uit Maastricht. Hij borgde daartoe met:
a) een morgen weiland te Hellebroek onder Nuth, genaamd "Loijcoup", hem toegevallen na overlijden van zijn grootvader Jan Corten, grenzend aan Peter Pennincx, Steven Corten met zijn erfdeel, de erfgenamen Jan Jongen van de Reuken en Matthijs Limpens;
b) een halve morgen en dertien kleine roeden achter Hellebroek achter de koolhof van Mathias Lijmpens, grenzend aan Severen Corten, Steven Corten en Lenaert Coenen;
c) 54 kleine roeden land nabij het voorgaande aan de Kruisweg gelegen, grenzend aan Steven Corten, de weduwe van zijn vader Jan Corten, het voetpad van Hellebroek naar Swier en het voetpad van Hellebroek naar Laar.[25]
Gehuwd voor de kerk op 11 februari 1654 te Nuth met Agatha VLEUGELS, 23 jaar oud, gedoopt op 13 januari 1631 te Nuth (getuige(n): Joannes Corten, Elisabeth Keijsers), achternaam moeder Corten, overleden op 12 september 1676 te Nuth op 45-jarige leeftijd.
Op 21 augustus 1661 verkocht Eijgtgen Vleugels, weduwe Jan Corten, krachtens afspraak tussen haar en wijlen haar man gemaakt [datum in akte open gelaten], aan Lenaert Coenen, gehuwd met Eva Stijns, een halve morgen akkerland achter Hellebroek, grenzend aan het wederdeel, Lenaert Coenen, erfgenamen Vaes Corten en nogmaals Lenaert Coenen, voor 45 stuivers per kleine roede.
De opbrengst van de verkoop werd gebruikt om schulden af te lossen.[26]
Dochter van Gerard VLEUGELS en Elisabeth COENEN.
{Zij is later gehuwd voor de kerk op 32-jarige leeftijd op 17 juni 1663 te Nuth (getuige(n): Henricus Schepers (koster)) met Jacobus ROUSCHEN, overleden op 16 augustus 1670 te Nuth.}
Uit dit huwelijk:

  • 1. Joanna, geboren ca. 1658 (geschat), overleden op 12 januari 1724 te Hellebroek-Nuth.

Op 8 maart 1704 verklaarde Jenne Corten, weduwe Peter Raemeckers, dat haar aandeel in een erfpacht aan het huis Wijnandsrade, groot een malder en een halve kop, gedurende het leven van haar man lange tijd niet voldaan was en dat zij om verdere proceskosten te voorkomen, op 17 januari en 5 december 1701 aan de schepenen van Nuth toestemming had gevraagd om ca. een morgen weiland "ketelbuijtersweijde" te Hellebroek onder Nuth, grenzend aan Thomas Weustenraedt, Christiaen Nuchelmans en de dorpstraat te verkopen. Deze toestemming was op 27 maart 1702 verleend.
De weide werd verkocht aan Christiaen Nuchelmans voor 20 pattacons. Hiervan was 68 gulden betaald voor de achterstallige pacht, vier gulden aan collecteur Frans Crijns en acht gulden aan de verkoopster. In geval van onverhoopte schade voor de koper borgde zij met een weiland (maten niet ingevuld) "de lockuijp" te Hellebroek, grenzend aan Lentien Peters, weduwe Thomas Crijns en de weduwe Limpens.
De kwitantie was gedateerd 29 juni 1702.[27]
Gehuwd met Petrus RAMECKERS, gedoopt op 25 mei 1653 te Nuth (getuige(n): Nicolaus Cordewener, Catharina e.v. Joannes Meijs), overleden 1700/1701, zoon van Hermanus RAMECKERS en Mechtild SWANEMANS.

IV.15 Stephanus CORTEN, geboren ca. 1620, zoon van Joannes CORTEN (zie III.3) en Joanna TIMMERS.
Op 9 januari 1652 ruilde Henrick Cortten, gehuwd met Lijsbeth Rentgens, onroerende goederen met Jan en Servaes Cortten, mede handelend voor hun broer Severen Cortten. Henrick Cortten gaf een bunder akkerland "omtrent den hagendoren bij Laer" onder Nuth, grenzend aan Jaspar Pijls, Peter Pennix en de weg, alsmede 88 kleine roeden weiland "op den camp" achter Reuken onder Nuth, grenzend aan Peter Pennix en Geurt Lijmpens. Hiervoor gaven de broers aan hun oom de goederen onder Vaesrade zoals die bij erfenis waren toegevallen, uitgezonderd het deel van Steven Cortten, die het niet eens was met de goederenruil.[28]
Kind:

  • 1. Stephanus WEUSTENRAEDT, gedoopt op 6 oktober 1647 te Nuth (getuige(n): Joannes Maes, Helena Roex namens Christina Roex). Buitenechtelijk, zoon van Mechtild WEUSTENRAEDT.


Generatie V


V.5 Servatius CORTEN, gedoopt op 5 april 1652 te Nuth (getuige(n): Joannes Huntgens, kapelaan te Schinnen, Mechtildis e.v. Severinus Cortten), overleden op 12 juni 1724 te Hellebroek-Nuth op 72-jarige leeftijd, zoon van Servatius CORTEN (zie IV.10) en Margaretha HUNTGENS.
Op 30 augustus 1715 verkocht Hendricus Grouwels, inwoner van Meerssen en gehuwd met Maria Canisius, aan zijn neef Servaes Corten, voor wie zijn zoon Servatius Corten, kapelaan, optrad, de erfgoederen die hem via zijn vrouw van de heeromen Melchior en Servatius Canisius waren toegevallen, "met expresse conditie" dat de koper in hun plaats het kindsdeel van Michael Canisius met Servaes Canisius, zwager van Hendrick Grouwels, mocht delen. De goederen, waaronder een huis, waren gelegen nabij Hellebroek onder Nuth, Hoensbroek en Wijnandsrade. De koopsom bedroeg 2120 gulden waarvan 1000 gulden binnen twee jaar nabetaald zouden worden.[29]
Op 22 oktober 1718 werd de betaling van de resterende 1000 gulden vastgelegd.[30]
Op 9 december 1715 werd een akte van borgstelling opgesteld door Servaes Corten, weduwnaar Elisabeth Nuchelmans, en zijn zonen Servatius, kapelaan te Nuth, en Peter Corten, mede handelend voor hun zuster Elisabeth en hun afwezige broer Joannes Corten.
De borgstelling was nodig vanwege het collecteurschap van Servaes Corten.
Tot onderpand werden huis, hof, moestuin en weide in Hellebroek en nog ca. vijf bunders andere landerijen gesteld. Uitgezonderd werden dat deel van het huis en de goederen die hij onlangs van Hendrik Greuls gekocht had, omdat die nog onder het recht van naasting vielen.[31]
Op 4 maart 1720 verklaarde Servaes Corten, weduwnaar Elisabeth Nuchelmans, dat zijn zoon Peter Corten, gehuwd met Cornelia Kerckhoffs, de 2120 gulden had geleverd waarmee hij in 1715 de goederen van Hendrick Greuls had verworven.
Hij droeg dan ook al zijn rechten op deze goederen over aan zijn zoon.[32]
Gehuwd voor de kerk nov. 1677 te Nuth met Elisabeth NUCHELMANS, geboren ca. 1650, overleden op 1 november 1712 te Hellebroek-Nuth, dochter van Petrus NUCHELMANS en Mella WIJNGAERTS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Servatius, pastoor te Hoensbroek, gedoopt op 19 augustus 1678 te Nuth (getuige(n): Joannes Guilhelmus Verhorst, Mechtildis Huntgens, e.v. Joannes Gielen), overleden op 4 september 1745 te Hoensbroek op 67-jarige leeftijd, begraven op 6 september 1745 te Hoensbroek.[33]

Op 17 mei 1738 verklaarde Servatius Corten, pastoor van Hoensbroek, dat hij op 4 juli 1737 een overeenkomst was aangegaan met pastoor Henricus Wolters van Nuth, aangaande het Schillinxhuis te Hellebroek onder Nuth. Hij zou aan pastoor Wolters 100 gulden geven, welk bedrag als lening bleef openstaan. Tot onderpand stelde hij zijn onder Nuth gelegen onroerende goederen, te weten:
a) een morgen akkerland "boven in 't Hullebroeck", grenzend aan Peter Corten en de gats;
b) een morgen weiland "boven de Geleen", grenzend aan Jan en Peter Corten.
Deze lening werd op 4 april 1755 door Peter Corten afgelost.[34]
Op 1 september 1745 werd het testament opgemaakt van Servatius Corten, pastoor te Hoensbroek, ziek te bed liggend maar bij volle verstand.[35].

  • 2. Petrus, gedoopt op 6 september 1679 te Nuth (getuige(n): Petrus Coumans, Cornelia Nuchelmans).
  • 3. Margaretha, gedoopt op 8 september 1680 te Nuth (getuige(n): Wilhelmus Onnouw, Catharina Nuchelmans).
  • 4. Maria, gedoopt op 4 juli 1683 te Nuth (getuige(n): Maximilianus Schepers namens Petrus Wouters, Cornelia Nuchelmans), overleden op 8 december 1745 te Hellebroek-Nuth op 62-jarige leeftijd, caelebs.
  • 5. Elisabeth, gedoopt op 26 mei 1685 te Nuth (getuige(n): Henricus Scheivelarts, Elisabetha Hennen), overleden op 14 juni 1767 te Hulsberg op 82-jarige leeftijd.

Gehuwd voor de kerk op 31-jarige leeftijd op 20 juni 1716 te Nuth (getuige(n): Petrus Cortten, Guilhelmus Schepers). Nicolaus Loijen ex Hulsbergh met Nicolaas LOIJEN, 32 jaar oud, gedoopt op 26 oktober 1683 te Hulsberg (getuige(n): Arnoldus Schreurs, Joanna Frissen), overleden op 3 oktober 1739 te Hulsberg op 55-jarige leeftijd, zoon van Joannes LOIJENS en Agnes BOSHOUWERS.

  • 6. Joannes (zie VI.7).
  • 7. Petrus (zie VI.9).
  • 8. Margaretha, gedoopt op 30 november 1691 te Nuth (getuige(n): Maximilianus Schepers, Maria Crins), overleden op 19 april 1702 te Nuth op 10-jarige leeftijd, 11 jaar oud.


V.7 Joannes CORTEN, gedoopt op 16 januari 1655 te Nuth (getuige(n): Mechtildis Huntgens e.v. Joannes Gilen), overleden op 19 februari 1736 te Hellebroek-Nuth op 81-jarige leeftijd, zoon van Servatius CORTEN (zie IV.10) en Margaretha HUNTGENS.
Op 30 april 1700 ruilde Willem Schutjens, gehuwd met Elisabet Crijns, weduwe Gerardt Vleugels, bijgestaan door oom en voogd Frans Crijns, onroerende goederen met Jan Corten, gehuwd met Aleidis Praets. Jan Corten kreeg ca. een morgen akkerland "aen het esscher broexken" onder Wijnandsrade, grenzend aan Vaes Corten, weduwe Henderick Munnix, weduwe Limpens en het voetpad naar Wijnandsrade. Jan Corten gaf in ruil ca. 85 kleine roeden akkerland "op den ondersten reuckender kamp", grenzend an de weduwe Thomas Crijns, Willem Schutjens zelf, Lambert Horsmans en de weduwe Peter Raemeckers. De extra roeden die Schutjens had overgedragen werden vergoed tegen 25 stuivers per kleine roede.[36]
Op 11 april 1712 verkocht Lenaert Meijers, gehuwd met Judith Huijnen, aan Jan Corten, gehuwd met Aleth Praets, alle onroerende goederen om en nabij Hellebroek onder Nuth gelegen onroerende goederen die hem via zijn moeder waren toegevallen, te weten:
a) 215 kleine roeden weiland, zijnde het onderste deel van "de gebrande weijde", grenzend aan het wederdeel, weduwe Corst Nuchelmans, de gemeente en de reukender kamp;
b) 122 kleine roeden akkerland, grenzend aan Limpens kamp, pastorieland, Peter Heuts en Baltus Peters, belast met zijn deel in het hergewijde in de cijnskaart Merkelbeek;
c) 66 kleine roeden akkerland aan het "Waelhuijs", grenzend aan Jan Heuts, erfgenamen Nelis Ortmans, erfgenamen Encken Caelmans en de weg naar het "waelhuijs".
De koopsom bedroeg 420 gulden. Verder nam de koper nog de last van een vat rogge aan het klooster van St.-Gerlach over.[37]
Gehuwd voor de kerk op 32-jarige leeftijd op 6 november 1687 te Nuth (getuige(n): Maximilianus Schepers, Servatius Corten), pastoor noemt de bruid "soror mea" met Aleidis PRAETS, 33 jaar oud, gedoopt op 4 oktober 1654 te Overpelt (B), overleden op 17 november 1738 te Hellebroek-Nuth op 84-jarige leeftijd.
Zij is een zuster van Petrus Praets, pastoor te Nuth (1686-1690). Haar ouders met kinderen worden vermeld op de website Overpelt van Marc Philippe.
Dochter van Servatius PRAETS en Henrica JANNIS.
{Zij is later gehuwd voor de kerk 1736/1738 met Servatius CORTEN, geboren ca. 1658 (geschat), overleden op 27 oktober 1738 te Hellebroek-Nuth, senex. Deze Servatius Corten in ieder geval niet te identificeren met in Nuth gedoopte naamgenoten. Misschien is hij wel een zoon van Joannes en Agatha Vleugels, maar van dit echtpaar zijn geen kinderen met doopdata bekend. Op grond van de vermelding "senex" is een geboortedatum van voor 1660 (1670) wel aannemelijk.}
Uit dit huwelijk:

  • 1. Servatius Petrus (zie VI.12).
  • 2. Maria Henrica, gedoopt jan. 1690 te Nuth (getuige(n): Petrus Wolters, Paulina ...).
  • 3. Joannes, gedoopt op 20 maart 1692 te Nuth (getuige(n): Arnoldus Praets, Odilia Koelen).
  • 4. Margaretha, gedoopt op 7 november 1693 te Nuth (getuige(n): Max. Schepers namens Joannes Wilhelmus Verhorst, Anna Hanen namens Anna Praets), overleden op 2 december 1746 te Hellebroek-Nuth op 53-jarige leeftijd, buikloop.

Gehuwd voor de kerk op 24-jarige leeftijd op 7 juni 1718 te Nuth (getuige(n): Nicolaus Coenen, Maria Corten) met Arnoldus COENEN, 28 jaar oud, gedoopt op 26 april 1690 te Hoensbroek, overleden op 17 maart 1740 te Grijzegrubben-Nuth op 49-jarige leeftijd, zoon van Lambertus COENEN en Anna HAEN(en).

Generatie VI


VI.7 Joannes CORTEN, gedoopt op 19 september 1687 te Nuth (getuige(n): Gulielmus Canisius namens Joannes Corten, Cornelia Nuggelmans, e.v. Henricus Schiffelerts), overleden op 12 juni 1741 te Oirsbeek op 53-jarige leeftijd, zoon van Servatius CORTEN (zie V.5) en Elisabeth NUCHELMANS.
Op 14 juli 1727 verkocht Johannes Corten, gehuwd met Helena Damas, aan Willem Schutjens, gehuwd met Christina Slangen, 98,5 kleine roeden akkerland "op de vleugel" onder Nuth, grenzend aan Jan Corten, Steven Eggen en het voetpad, voor 29 stuivers per kleine roede. Het geheel was belast met negen stuivers in het deel van Ercken Coenen[38]
Op 29 december 1731 verkocht Joannes Corten, gehuwd met Helena Damas, aan zijn broer Peter Corten, gehuwd met Cornelia Kerckhoffs, al zijn onder Nuth en Wijnandsrade gelegen vaderlijke erfgoederen, te weten:
a) 106 kleine roeden weiland "buterswijde" te Hellebroek, grenzend aan de kapelaansweide, Hubert Coumans, de weg en het wederdeel;
b) 96 kleine roeden weiland "de geleenweijde", grenzend aan het wederdeel, de straat, Jan Keuten en de Geleen;
c) 92,5 kleine roeden akkerland "op het peetjen", grenzend aan de koper, erfgenamen Jan Speghs en de pastoriegoederen;
d) 132,5 kleine roeden akkerland "aen den woonenbergh", grenzend aan Jan Corten, Christiaen Nuchelmans, Wolter Limpens en heer Munix.
Het geheel was belast zeven koppen rogge aan de kapelanie van Hoensbroek. De koopsom bedroeg 630 gulden.[39]
Op 17 april 1737 verklaarde Joannes Corten van Ophoven onder Oirsbeek, gehuwd met Helena Damast, 400 gulden tegen 5% geleend te hebben van het kapittel van OLV te Maastricht.
Het geld was bestemd ter betaling van ca. 635 kleine roeden land die hij samen met Paes Limpens van de erfgenamen Geurt Mens gekocht had.
Deze goederen lagen "op Vogelberch" onder de bank Oirsbeek.
Hij borgde met de ingekochte goederen en het erfdeel van zijn echtgenote, gelegen onder de bank Oirsbeek en bestaande uit:
a) een huis te Oppeven, genaamd "Nieuwhuijs" met de stallen en 73,5 kleine roeden weide en huisplaats, grenzend aan Joannes Schiffelers en Merten Mertens, hoofdzijde de dorpstraat;
b) 28 kleine roeden koolhof "achter de lapsehagen", grenzend aan Merten Mertens en heer Knoren;
c) 252 kleine roeden land "achter het campgen", grenzend aan heer Knoren en Peter Soons, hoofdzijde de weg;
d) het derde deel van een perceel land "op die Latsmaer", grenzend aan heer Eckwiler en Matthijs van den Camp, hoofdzijde de erfgenamen Philip Cleuters, groot voor zijn deel 189,5 kleine roeden;
e) 104 kleine roeden land "aen het hout genaemt de lang sille", grenzend aan Pieter Calemans en Pieter Beckers, hoofdzijde de weg;
f) 104 kleine roeden "in den Hemelsdael", grenzend aan Nijst Peters en Lenart Limpens, hoofdzijde de weg;
g) 62,5 kleine roeden land "achter den lap", grenzend aan Merten Mertens en Joannes Geelen, hoofdzijde Aret Cleven;
h) 30,5 kleine roeden land "het streepken", grenzend aan Steven Koecken en Hermen Beckers;
i) 148,5 kleine roeden in een weide "aen bellencamp op het wers", grenzend aan Jan Damas en Matthijs op den Camp;
j) een halve bunder weide te Ophoven, grenzend aan Frans Cleijnians en de erven Theunis Heutiens, hoofdzijde de gemene straat;
k) 107 kleine roeden land te Ophoven, grenzend aan Jan Beckers en de weduwe Joannes Gelen, hoofdzijden Steven Koecken en Lenart Kleijnen;
l) 85 kleine roeden land in het Oppevenveld "achter den lap", grenzend aan Gerard Holtbeckers en Merten Mertens.
De akte opgesteld door notaris Veugen te Maastricht, werd op 22 augustus 1737 gerealiseerd voor de schepenbank Oirsbeek.
De lening werd op 4 februari 1765 afgelost.[40]
Op 26 april 1745 werd voor de leenhof Valkenburg een akte gerealiseerd, opgesteld 19 april 1738.
Joannes Corten, gehuwd met Helena Damas, verkocht aan zijn neef Blasius van den Camp 104 kleine roeden land "int heultervelt op den heulterwegh", grenzend aan Hendrick Schrijen en Joannes Kuijpers, hoofdzijde Peter Peters, belast met een jaargetij van drie gulden aan de kerk van Oirsbeek voor Dirck Gielen en Berb Severens.
Deze last bleef bij het land en de koper betaalde 60 gulden aan de verkoper. Jan Damas, oom van Blasius, stond zijn minderjarige neef bij.[41]
Op 15 januari 1739 kocht Joannes Corten van Oirsbeek van de markies du Chastelett twee bunder land tussen Amstenrade en Ophoven onder de bank Oirsbeek, grenzend aan de koper en Barbara Damas, weduwe Mathis van den Camp, andere zijde Werner Jans, hoofdzijde de weg, voor 100 pattacons.
Hiervan werd 50 pattacons meteen betaald. De rest zou in oktober 1739 betaald worden.
De akte werd op 24 januari 1739 voor de schepenbank Oirsbeek gerealiseerd.[42]
Op 4 februari 1739 leende Joannes Corten van Ophoven onder Oirsbeek, gehuwd met Helena Damass, 400 gulden tegen 5% van het kapiteel van OLV te Maastricht.
TRot onderpand stelde hij de twee bunders of ca. 886 kleine roeden land die hij van markies de Chatelett gekocht had en met het geleende geld betaald zouden worden. Daarnaast borgde hij met
a) 180 kleine roeden weiland inde Wijershof tussen Amstenrade en Ophoven, grenzend aan de weduwe Geel Beugels en Joannes Metsemaeckers, hoofdzijde weduwe Wijnand Frisschen;
b) 108 kleine roeden akkerland tussen Genhout en Ophoven, grenzend aan de weduwe Frans Soons en Pieter Thijssen, hoofdzijde erfgenamen Pieter Monen;
c) 77 kleine roeden land "aen den struijck", grenzend aan de weduwe Werner Geelen en Hendrick Groot, hoofdzijde schout Limpens;
d) 44 kleine roeden land op de Hulterweg, grenzend aan Lins Linssens en Frans Cleijnjans, hoofdzijde Joannes Cleuters.
De akte, opgesteld door notaris Veugen te Maastricht, werd op 10 februari 1739 gerealiseerd voor de schepenbank Oirsbeek.[43]
Gehuwd voor de kerk op 33-jarige leeftijd op 25 februari 1721 te Nuth (getuige(n): Joannes Lotharius de Schaesbergh, Servatius Corten) met Helena DAMAS, geboren ca. 1690, dochter van Blasius DAMAS en Helena HILVERDINGS.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Servatius, gedoopt op 18 februari 1722 te Nuth (getuige(n): Servatius Corten (grootvader), Elisabetha Hennen).
  • 2. Maria Barbara, gedoopt op 22 oktober 1724 te Nuth (getuige(n): Joannes Corten, Cornelia Kerckhoffs namens Barbara Damas (uit Douvenhout)).
  • 3. Blasius, geboren te Ophoven-Oirsbeek, gedoopt op 11 december 1727 te Oirsbeek (getuige(n): Jan Damass, Mechel Meijs).
  • 4. Joannes Petrus, gedoopt op 20 mei 1730 te Oirsbeek (getuige(n): Jacobus van de Vijver namens Petrus Corten, Barbara Damas).
  • 5. Elisabeth, geboren te Ophoven-Oirsbeek, gedoopt op 24 september 1731 te Oirsbeek (getuige(n): Joannes Damas, Elisabeth Mertens).
  • 6. Helena, gedoopt op 21 mei 1734 te Oirsbeek (getuige(n): Joannes Schiflers (Gracht), Mechtild Meijs (Nuth) namens Lisbet Corten (Hellebroek-Nuth)).


VI.9 Petrus CORTEN, gedoopt op 14 januari 1690 te Nuth (getuige(n): Jacobus Meijs, Aleijdis Praets), overleden op 8 december 1761 te Hellebroek-Nuth op 71-jarige leeftijd, zoon van Servatius CORTEN (zie V.5) en Elisabeth NUCHELMANS.
Op 22 juli 1728 verkocht Peter Corten, gehuwd met Cornelia Kerckhoffs, aan Joannes Pricken, gehuwd met Elisabeth Nuchelmans, 87 kleine roeden huis met weide te Hellebroek onder Nuth, grenzend aan Jan Corten, Mathijs Helgers en de gats, zoals hem was toebedeeld na het overlijden van zijn vader, waarvan de weide belast was met een vat rogge aan de kapelanie van Hoensbroek. Verder verkocht hij hem nog een moestuintje "in 't velt" onder Nuth, grenzend aan Jan Corten, Wolter Limpens en de straat.
Hiervoor betaalde de koper in totaal 500 gulden. Verder verkocht Peter Corten aan Joannes Pricken nog 93 kleine roeden akkerland achter de voornoemde moestuin, grenzend aan Jan Corten, Wolter Limpens en Vaes Canisius, voor 31 stuivers per kleine roede, belast met drie koppen rogge aan de kapelanie van Hoensbroek. De koper had recht van overpad over het erf van Jan Corten, die echter weer recht had op gebruik van de put.[44]
Op 29 december 1731 verkocht Joannes Corten, gehuwd met Helena Damas, aan zijn broer Peter Corten, gehuwd met Cornelia Kerckhoffs, al zijn onder Nuth en Wijnandsrade gelegen vaderlijke erfgoederen, te weten:
a) 106 kleine roeden weiland "buterswijde" te Hellebroek, grenzend aan de kapelaansweide, Hubert Coumans, de weg en het wederdeel;
b) 96 kleine roeden weiland "de geleenweijde", grenzend aan het wederdeel, de straat, Jan Keuten en de Geleen;
c) 92,5 kleine roeden akkerland "op het peetjen", grenzend aan de koper, erfgenamen Jan Speghs en de pastoriegoederen;
d) 132,5 kleine roeden akkerland "aen den woonenbergh", grenzend aan Jan Corten, Christiaen Nuchelmans, Wolter Limpens en heer Munix.
Het geheel was belast zeven koppen rogge aan de kapelanie van Hoensbroek. De koopsom bedroeg 630 gulden.[45]
Op 3 maart 1732 verklaarde Nicolaes Loijen, inwoner van Hulsberg en gehuwd met Elisabeth Corten, enige jaren eerder aan Peter Corten, gehuwd met Cornelia Kerckhoffs, verkocht te hebben 75 kleine roeden akkerland achter Hellebroek onder Nuth, grenzend aan de erfgenamen Jan Speghs, Peter Corten en de pastoriegoederen voor 27 stuivers per kleine roede.[46]
Op 30 januari 1734 deed Peter Corten een borgstelling voor zijn broer, de pastoor van Hoensbroek. Deze borgstelling was vereist in een proces dat zijn broer voor het leenhof Valkenburg was aangegaan tegen de pandhouders van het "Lijnemans goet" in het Hout onder de schepenbank Oirsbeek. Hij borgde met ca. 3,5 morgen huis met moestuin en weiden te Hellebroek onder Nuth, grenzend aan Jan Corten, de erfgenamen Jan Speghs, Mathijs Helgers en de weg.[47]
Op 9 mei 1739, ten overstaan van notaris van de Wijer, leende Peter Corten, inwoner van Hellebroek-Nuth en gehuwd met Cornelia Kerckhoffs, van Guillielmus Geraerdus Camps, kanunnik van St.-Pieter te Sittard, 1000 gulden tegen 5% en stelde daartoe tot onderpand de volgende, onder Hellebroek-Nuth gelegen, onroerende goederen:
a) 350 kleine roeden huis met moestuin en weide, grenzend aan Hendrick Speghs, Matthijs Heijlgers en de straat;
b) 212 kleine roeden weiland "aen den eijcken" , grenzend aan de kapelaansweide, de gats en de straat;
c) 230 kleine roeden weiland "aen de linde", grenzend aan Guilielm Schutjens en de erfgenamen Ercken Coenen.
Op 3 januari 1781 werd door Joannes Petrus Corten 300 gulden afgelost en op 8 juni 1781 de resterende 700 gulden.[48]
Op 9 oktober 1745 leende Peter Corten, gehuwd met Cornelia Kerckhoffs, 300 gulden tegen 5% van Stephanus Haen, meester-tingieter te Maastricht en gehuwd met Maria Oda Adolphi, en stelde daartoe tot onderpand de volgende, onder Nuth, gelegen, onroerende goederen:
a) 258 kleine roeden "op de uijtlegger" op de weg naar Wijnandsrade, grenzend aan de erfgenamen Lendert Cremers en de pastoriegoederen;
b) 140 kleine roeden akkerland "aen den crickwegh", grenzend aan Corst Emmelen, het kerkland van Nuth en Christiaen Nuchelmans.
De lening werd op 28 juni 1781 afgelost.[49]
Op 8 oktober 1753 verklaarde Pieter Corten, gehuwd met Cornelia Kerckhoffs, dat hij op 23 mei 1753 120 gulden tegen 5% geleend had van Pieter Reijniers, koopman te Maastricht, ten behoeve van zijn zoon Joannes Corten, student theologie aan het seminarie te Roermond. Daar werd nu nog 180 gulden aan toegevoegd. Dit bedrag was bestemd voor de studiekosten. Tot onderpand stelde hij 230 kleine roeden weiland re Hellebroek onder Nuth, grenzend aan Reijnder Crijns, Willem Schuttjens en de straat.
Deze lening werd op 29 juni 1781 afgelost.[50]
Op 1 april 1755 leende Pieter Corten, gehuwd met Cornela Kerckhoffs, 50 gulden tegen 5% van Petrus Reijners, koopman te Maastricht. Tot onderpand stelde hij 230 kleine roeden weiland in de Menstraat onder Nuth, grenzend aan Arnold Urlings, Sijmen Habets en de straat, alsmede ca. 200 kleine roeden weiland "aen de Reviere" onder Nuth, grenzend aan de weduwe Servaes Corten en de straat.
Ook deze lening werd op 29 juni 1781 afgelost.[51]
Gehuwd met Cornelia KERCKHOFFS, gedoopt op 7 oktober 1694 te Beek, overleden op 6 november 1779 te Hellebroek-Nuth op 85-jarige leeftijd, in de 80 jaar, begraven op 8 november 1779 te Nuth, dochter van Petrus KERCKHOFFS en Elisabeth HAESEN.
Uit dit huwelijk:

  • 1. Elisabetha, gedoopt op 16 september 1718 te Nuth (getuige(n): Servatius Cortten, Elisabetha Wouters).
  • 2. Servatius, gedoopt op 27 oktober 1719 te Nuth (getuige(n): Servatius Corten (grootvader), Margaretha Haggemans).
  • 3. Joannes Petrus, gedoopt op 24 juni 1721 te Nuth (getuige(n): Petrus Kerckhoffs (grootvader), Aleida Praets e.v. Joannes Corten), overleden op 4 augustus 1796 te Hellebroek-Nuth op 75-jarige leeftijd.

Op 28 juni 1781 leende Joannes Petrus Corten, ongehuwd en wonend te Hellebroek onder Nuth, met toestemming van zijn eveneens ongehuwde zussen Maria Elisabeth en Anna Judith Corten, 1500 gulden tegen 4% van Godefridus Cruts, kanunnik van St.-Servatius te Maastricht.
Met het geld werden schulden van 300 gulden met rente aan de erfgenamen Stephanus Haen en 800 gulden met rente aan de erfgenamen Petrus Reijniers betaald.
Tot onderpand van de lening dienden:
a) 350 kleine roeden huis met moestuin, weide en toebehoor, gelegen te Hellebroek-Nuth, grenzend aan Petrus Crijns, Reiner Bruls en de straat;
b) 316 kleine roeden weiland "aen de Eijcken", grenzend aan de kapellanie van Nuth, de gats en de straat;
c) 90 kleine roeden akkerland achter de huisweide, grenzend aan de straat, de pastorie van Nuth en de weduwe Jacob Helgers;
d) 272 kleine roeden akkerland aldaar gelegen, grenzend aan Willem Slangen, Petrus Crijns en de pastorie van Nuth;
e) 128 grenzend aan akkerland "agter Limpens Camp", grenzend aan de weduwe Matthijs Bemelmans, de erfgenamen Jan Nuchelmans en de weduwe Joannes Houben;
f) 114,5 kleine roeden akkerland "op het graefke", grenzend aan Willem Crijns en de pastorie van Nuth;
g) 80 kleine roeden akkerland op de Reukenderkamp, grenzend aan de weduwe Jasper Cloots en de erfgenamen Gorissen.[52]

  • 4. Severinus, gedoopt op 25 september 1723 te Nuth (getuige(n): Servatius Corten namens Severinus Corten (uit Schinnen), Elisabeth Hennen).
  • 5. Joannes, gedoopt op 3 februari 1725 te Nuth (getuige(n): Joannes Corten (oom), Elisabeth Corten), In 1753 was hij theologant te Roermond.[53]
  • 6. Maria Elisabeth, gedoopt op 1 november 1726 te Nuth (getuige(n): Hubertus Coemans, Maria Corten).
  • 7. Anna Judith, gedoopt op 23 januari 1729 te Nuth (getuige(n): Arnoldus Coenen, Mechtildis Gruils), gedoopt door Eerw. Heer Lindemans met toestemming van de pastoor, overleden 1729/1730.
  • 8. Anna Judith, gedoopt op 9 september 1730 te Nuth (getuige(n): Joannes Corten (oom), Judith Meijs), overleden op 25 augustus 1799 te Hellebroek-Nuth op 68-jarige leeftijd.
  • 9. Ida, gedoopt op 25 augustus 1732 te Nuth (getuige(n): Servatius Corten, Mechtild Gruijls), overleden op 22 maart 1766 te Hellebroek-Nuth op 33-jarige leeftijd, begraven op 23 maart 1766 te Nuth.
  • 10. Matthias, gedoopt op 26 juli 1734 te Nuth (getuige(n): Joannes Pricken namens Mathias Hautvast, Margareta Corten namens Maria Beckers), overleden op 2 januari 1754 te Hellebroek-Nuth op 19-jarige leeftijd, tering.
  • 11. Jacobus, gedoopt op 23 augustus 1736 te Nuth (getuige(n): Joannes Pricken, Margaretha Corten).


VI.12 Servatius Petrus CORTEN, geboren op 23 augustus 1688 te Nuth, gedoopt op 25 augustus 1688 te Nuth (getuige(n): Petrus Praets, pastoor in Nuth, Elisabetha Corten, e.v. Gulielmus Canisius), overleden op 28 januari 1740 te Hellebroek-Nuth op 51-jarige leeftijd, zoon van Joannes CORTEN (zie V.7) en Aleidis PRAETS.
Gehuwd voor de kerk op 42-jarige leeftijd op 23 juni 1731 te Nuth (getuige(n): Joannes Pricken, Godefridus Eckermans) met Maria HEUTS, 41 jaar oud, gedoopt op 21 juli 1689 te Nuth (getuige(n): Reinerus Heuts, Anna Haen), overleden op 27 januari 1758 te Hellebroek-Nuth op 68-jarige leeftijd, wordt soms met de achternaam Coenen aangeduid!
Dochter van Joannes HEUTS en Maria COENEN. {Zij was eerder gehuwd voor de kerk op 22-jarige leeftijd op 20 januari 1712 te Wijnandsrade met Joannes BRULS, 30 jaar oud, gedoopt op 20 december 1681 te Wijnandsrade (getuige(n): Matthias Linssen, Maria Brues), overleden op 9 juli 1730 te Hellebroek-Nuth op 48-jarige leeftijd, maritus Maria Coenen [Coenen is achternaam schoonmoeder!], zoon van Matthias BRULS en Christina FRENS.
Zij is later gehuwd voor de kerk op 51-jarige leeftijd op 25 januari 1741 te Nuth (getuige(n): Joannes Pricken, Petrus Vleeschheuwers) met Matthias CRIJNS, 38 jaar oud, gedoopt op 29 april 1702 te Nuth (getuige(n): Nicolaus Linovranck, Judith Wingaerdts), zoon van Reinerus CRIJNS en Helena RAMECKERS.}
Uit dit huwelijk:

  • 1. Alegonda, gedoopt op 29 maart 1732 te Nuth (getuige(n): Joannes Corten (grootvader), Cornelia Kerckhoffs).
  • 2. Joannes, gedoopt op 8 juli 1734 te Nuth (getuige(n): Joannes Corten, Helena Coenen).


Bronnen

  1. Kwartierstaat Schrijen-Lipperts, 45
  2. HCL-01.075 LvO 1755, 3r
  3. HCL-01.075 LvO 1755, 19v
  4. HCL-01.075 LvO 1755, 25r
  5. HCL-01.075 LvO 1755, 27v
  6. HCL-01.075 LvO 1730, 155
  7. HCL-Notarieel Archief 1262 Munix Maastricht
  8. Ir. L. Eijssen Kwartierstaat Eijssen-Oosterbaan, Roermond 1992 (tweede druk), 85
  9. HCL-01.075 LvO 1755, 123r
  10. HCL-01.075 LvO 1755, 261v
  11. HCL-01.075 LvO 1730, 50r
  12. HCL-01.075 LvO 1755, 53r
  13. HCL-Notarieel Archief 1262 Munix Maastricht
  14. HCL-Notarieel Archief 1263 Munix Maastricht
  15. HCL-01.075 LvO 1755, 116r
  16. HCL-01.075 LvO 1755, 122v
  17. HCL-01.075 LvO 6409, 99
  18. HCL-01.075 LvO 7071: In processtukken van Klimmen wordt vermeld dat Severinus Cortten in 1625 getrouwd is
  19. HCL-01.075 LvO 1755, 230r
  20. HCL-01.075 LvO 17445
  21. HCL-01.075 LvO 1757, 30v
  22. HCL-01.075 LvO 1755, 32v
  23. HCL-01.075 LvO 1755, 61r
  24. HCL-01.075 LvO 1755, 123r
  25. HCL-01.075 LvO 1755, 163r; HCL-Notarieel Archief 1196 Euven Maastricht
  26. HCL-01.075 LvO 1755, 211r
  27. HCL-01.075 LvO 1756, 180v
  28. HCL-01.075 LvO 1755, 123r
  29. HCL-01.075 LvO 1757, 118v
  30. HCL-01.075 LvO 1757, 118v
  31. HCL-01.075 LvO 1757, 90r
  32. HCL-01.075 LvO 1757, 119v
  33. van de Venne, Geschiedenis van Hoensbroek, 404
  34. HCL-01.075 LvO 1758, 106r
  35. Rijckheyt-002 LvO 1673, 462
  36. HCL-01.075 LvO 1756, 106r
  37. HCL-01.075 LvO 1757, 63v
  38. HCL-01.075 LvO 1757, 182r
  39. HCL-01.075 LvO 1757, 288r
  40. HCL-01.075 LvO 176, 118
  41. HCL-01.075 LvO 932
  42. HCL-01.075 LvO 1786, 137
  43. HCL-01.075 LvO 1786, 138
  44. HCL-01.075 LvO 1758, 228r
  45. HCL-01.075 LvO 1757, 288r
  46. HCL-01.075 LvO 1757, 291v
  47. HCL-01.075 LvO 1758, 20v
  48. HCL-01.075 LvO 1758, 116v; HCL-Notarieel Archief 2121 van de Wijer Maastricht
  49. HCL-01.075 LvO 1759, 6v; HCL-Notarieel Archief 2167
  50. HCL-01.075 LvO 1759, 106v
  51. HCL-01.075 LvO 1759, 131v
  52. HCL-01.075 LvO 1761, 225r
  53. HCL-01.075 LvO 1758, 106v


Medewerkers


Harry Luijten, eerste versie op 1 september 2007
Harry Luijten, herziene versie op 15 februari 2024